No. 153. Honderd en zevende jaargang. 1905 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Groote Veemarkten Groote Paardenmarkt. WOENSDAG 18 OCTOBER. Woensdag 8 November a.s. BUITENLAND. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. A. JLm K. M .A, -A. 0p Maandag 6 en Woensdag 22 November a.s. Algemeen Overzicht. Gemengde Mededeelingen. Uit de Pers. ALKMAARSCHE COURANT. TE Tot de deugden van een superieur wordt gewoonlijk gerekend het met zachtheid regeeren over zgn inferieuren. Niet zoozeer ligt het dengdzame hierin, dat 't niet goed is wanneer de eene mensch hard is tegenover den andere als wel in het feit, dat met die zachtheid-methode zooveel meer gedaan wordt gekregen. Nu is 't zeker, dat het toepassen van zachtheid tegen over daarvoor vatbare menschen alle aanbeveling ver dient. Maar tegeljjkertjjd is 't waar, dat er menschen zjjn, die alleen te regeeren zjjn door een beetje flink aanpakken. Zoo lang dat niet gebeurt volgen zg hun eigen gangetje, ook al druischt dat vierkant in tegen de belangen, ter behartiging waarvan zg geroepen zgn. Deze ervaring, die de meesten zeker wel in het dage- ljjksoh leven hebben opgedaan, hebben de mogendheden al jaren achtereen gehad bjj den Snltau van Tnrkjje. Obstinaat is hjj, zoo lang hg met vriendelijkheid wordt behandeld en tot inkeer komt hij eerst, wanneer hg bemerkt dat 't er gaat spannen. Ook nu is er weder zulk een geval aanwezig. De mogendheden zgn van meening, dat bij het be staande wanbeheer van de Turksche financiën slechts door buitenlandsche contróle op de financiën van Macedonië een verbetering der toestanden kan worden verkregen. Alleen de Saltan en de pasja's, die over de belastingen, door de Macedoniaohejbevolking op gebracht, de vrge beschikking hebben, kunnen in die meening niet deelen. Op den 29en Augustus weigerde de Porte dan ook toestemming te verleenen tot de invoering der door de mogendheden voorgestelde financieele contröie in Mace- donië. Den 25en September deelden de gezanten aan de Porte mede, dat de mogendheden bjj hun eisoh bleven vol harden, en dat de Engelsohe, Duitsehe, Fransche en Italiaansche gedelegeerden, die voor de contiöle op de finanoiën waren aangewezen, op 1 Ooiober te Saloniki zonden aankomen. In een nota van 30 September verklaarde de Potte opnieuw, dat de instelling van de financieels contiöle overbodig is, daar de «Banque Ottomane» op voldoende wjjze in den financieelen dienst der provinciën voorziet. Bovendien achtte de Sultan de instelling van een finan cieele contiöle een ernstige inbreuk op zgn souvereine rechten, en herinnerde hjj, dat de mogendheden zich herhaaldeljjk verplicht hebben die rechten te achten en te eerbiedigen. Voordat de financieele gedelegeerden te Saloniki aan kwamen vertrok Hilmi-pasja, de inspecteur-generaal voor Macedonië, van die plaats naar Ueskjoebdit was het gevolg van het bevel uit Konstantinopel, om die gede legeerden eenvoudig weg te negeeren, niet te erkennen. De gedelegeerden gingen eveneens naar Ueskjoeb, waai' Hilmi-pasja weigerde hen te ontvangen. Ook bet verzoek aan de Porte, om den gedelegeerden de vrge hand te laten, werd geweigerd. En thans is voor de derde maal de eisch, om de financieele contiöle goed te kenren, door de Porte afge wezen. Telegrammen nit Weenen brengen de nog al voor de hand liggende verzekering, dat deze nieuwe weigering een zeer onaangenamen indrnk heeft gemaakt. De mo gendheden schenen, onder den indrnk van berichten nit Konstantinopel ontvangen, te meenen dat een hernieuwde aanvrage bjj de Porte ditmaal resultaat zou hebben. In Oostenrjjk was men ten minste in regeeringskringen vast overtuigd, dat [de Porte de tot nu toe gevoerde krasse oppositie tegen het voorstel zou opgeven, en onderhandelingen zou aanknoopen om de wjjze eu den duur der contiöle vast te stellen, en eenige beperkingen te verzoeken, bjjvoorbeeld, dat de militairs uitgaven geheel buiten de contiöle zouden bljjven. Deze stemming, die volgens de berichten van baron Von Calice bestond, sehjjnt nu plotseling weder gewjjzigd te zgn. De Porte verklaart thans, dat niet alle mogend heden het contiöle denkbeeld hebben goedgekeurd, en dat zjj nog alle bezwaren tegen de invoering er van moest handhaven. Dit besluit wordt in diplomatieke kringen zeer betreurd Men vreest dat het gevolg er van zjjn zal, dat de toe standen in Macedonië nog slechter worden. De Komi tadjis zullen, naar men vreest, in die weigering der Porte het bewjjs zien, dat bjj de Porte goede wil om de hervormingen in te voeren ontbieekt. De weigering zal eveneens een slechten indruk maken op do BalkanstateD, die direct belang hebben bjj het hervormingswerk, en op de Europeosche staten die voor de invoering der her vormingen hebben gewerkt. Als wjj nu eenige weken verder zgn zal men wel hooren van plannen om den Sultan do duimschroeven aan te zetten en dan zal, als zoo vaak te voren, wel weer moeten worden toegegeven. Het schjjot, dat de vele vernederingen, die de Porte al heeft ondergaan, haar voor dit artikel ongevoelig hebben gemaakt, zoodat zich die liever getroost dan te wjjken en nog zoowat de eer aan zieh te houden. De Engelsohe liberale bladen zjjn in de wolken over den uitslag van de verkiezing te Barkston Ash. Voor hen is aan den wil der natie niet de minste twjjfel meer en de Daily News geeft een in hare oogen beslissend staatje, blijkens hetwelk de 52 zetels, waarover sedert 1900 gestemd is, de 14 liberale tot 35 aangegroeid, da 39 conservatieve tot 18 geslonken zjjn. Met den heer Chamberlain is het volgens haar volkomen voorbjj: zijn lenige «vriend" Balfour heeft hem met zjjne doodeljjke vriendschap te niet gedaan, geljjk Jago den Moor. Maar Balfour zelf, zegt zjj, is een voorwerp van verachting geworden van alle rechtschapen zielen. Wat in dit geval meer beteekent is, dat ook de limes langzamerhand bakzeil gaat halen en erkent, dat de komst van een liberaal ministerie aanstaande is. Dit maakt het ongetwijfeld voor den Eersten-minister moaie- ljjker het bewind voort te zetten, want, hoe degelijk de Regeeringsmeerderheid ook bljjft, het Lagerhuis kan de stemming des lands niet in den wind slaan. Te beweren dat er een »vloedgolf van verontwaardiging is, die de Regeering van haar zetel vagen zal", gelijk de oppositie doet, gaat nauwljjks aan, vindt de Times. Het is meer eene stemming van politieke verveling. De liberale partjj wekt geen enthousiasme en zoo er iets den doorslag geeft, is bet niet meer dan een nevelig verlangen naar nieuwe mannen. Alles duidt aan, dat de slinger zgn gang gaat en bij de komende verkiezingen nieuwe mannen liberaal Kabinet zullen vormen. Naarmate deze aanduidingen vermeerderen, tasten zjj onvermijdelijk de positie der tegenwoordige Regeering aan. Des heeren Balfour's standpunt, waarop bij verklaart uitsluitend jegens het bestaande Huis der Gemeenten aansprakelijk te zgn, is onaantastbaarmaar het rust alleen op de onderstelling dat gezegd Huis den wil des lauds ver tegenwoordigt. Naarmate de tusschentjjdsche verkiezingen voor de Eegeering ongunstig uitvallen, is de positie moeilijker te handhaven» deed men het éénmaal in de drie maanden, maar dat werd te duur gevonden en nu gebeurt het maar twee maal in een jaar, en dan moet men niet vragen hoe »En brengt men hier dan geen ontsmettingsmiddelen?" «Jawel, iederen morgen worden hier en daar eenige droppels cresyl geworpen, maar dat is niet voldoende, om het ongedierte te dooden. Er komen hier oude zakken uit alle oorden van de wereld, die we moeten opvouwen en opstapelen, 't Gebeurt vaak, dat we die stapels in den zomer zien wemelen van ongedierte." In een ander gedeelte waren kasten, waar de koetsiers en palfreniers hun kleederen en provisie bergen, 't Is iets afschuwelijks, onder-in verrotten de eetwaren en boven-in beschimmelen ze. 't Is niet te beschrijven, de vuile troep in die onder- aardsche vertrekken, en dan al die ongelukkigen, die hier moeten leven in dit ellendige hol, en die dooi allerlei ziekten aangetast worden als bronchitis, tuber- culose, longontsteking En tusschen al die rommel, vodden, stot en spinne- webben, zag ik tegen een pilaar een bord met de volgende ironische woorden »Om de uitbreiding der tuberculose te voorkomen, is het verboden den grond los to maken." En wat staat ons nu te wachten bij het begin van den winter Het is de geboorteplaats van de cholera, van de pest, kortom, van alle besmettelijke ziekten. De Matin, die inlichtingen gevraagd had, alvorens zich naar dit hol te begeven, waar de slechtste boer zijn koe of kalf niet zou stallen, heeft verscheidene brieven ontvangen, waardoor ook nog andere verpeste plaatsen aan 't licht kwamen. De Matin zal nu eerst de stallen onder het postkantoor laten schoonmaken, om vervolgens ook de andere te inspecteeren. daar Vrijdagmorgen 200 stuks losgelaten. Er waren onderweg slechts drie zwaluwen dood gegaan. De orni thologische vereeniging te Luzern heeft dus voldoening van haar werk en wil dit bij voorkomende gevallen voortzetten. Door een arend aangevallen. In den om trek van Courmaye is eene vrouw, die een tweejarig kind op den arm droeg, door een grooten arend aan gevallen, die haar het kind wilde ontrooven. Zij weerde den roofvogel afmaar hij kwam telkens terug, en eindelijk vioog hij toch met het kind weg. De vrouw snelde gewond en met gescheurde kleederen naar haar dorp en kort daarna gingen 75 mannen, onder aanvoe ring van den pastoor, het gebergte in om den arend en het kind te zoeken. Maar helaasalle moeite bleef vruchteloosvan beide was geen spoor te ontdekken. Lord Selborne, de nieuwe Ho o ge Com missaris van Zui d-A f r i k a is blijkbaar nit ander hout gesneden dan zijn voorganger Lord Milner. Wat dezen laatste in een onbewaakt oogenblik over de lippen kwam, namelijk dat het Boeren-ras „tuig" is, zal de nieuwe vertegenwoordiger van de Engelsche Regee ring niet zeggen. Op dit oogenblik reist hij in Natal en daar heeft hij antwoord op een adres van het stedelijk bestuur ,n Pieter-Maritzburg eene opmerkelijke redevoering gehouden Hij verklaarde daarin te hopen, dat men nooit zou trachten den gang van zaken in Zuid-Afrika geweld aan te doen en daardoor in eene herhaling van vroeger gemaakte fouten zou vervallen. Zuid-Afrika, zeide hij, moet kiezen tusschen twee Het moet öf een reeks van Staten zonder samenhang en zonder eenigen invloed blijven, of een machtigen Statenbond vormen tot heil van zichzelf en het geheele Britsche Rijk. Dit laatste is zijn ideaal. Lord Selborne keurde daarbij sterk af de verbitterde beschuldigingen over en weder, waarop bij nog verder nadruk legde in een te Durban gehouden toespraak. Hij noemde het den eersten plicht van den Engelschman in Zuid-Afrika om allen rassenhaat te vermijden en, zonder te vergeten dat hij Engelschman is, zich steeds in voorkomende gevallen af te vragen hoe de gevoelens der Boeren zouden zijn. Dit doet ons denken aan wat ons vaak doet glim lachen als wij het weekblad South Africa lezen. De redactie daarvan heeft zich een aantal Hollandsche woorden eigen gemaakt, die zij nu, waar er maar even gelegenheid voor is, in haar leadings te pas brengt. Wel wat verhaspeld zien ze eruit, maar ze zijn toch wel te begrijpen. Het merkwaardigst is evenwel, dat deze deftige redactie, ten deele zeker onbewust, volgens de methode van straatjongens, haar keuze heeft laten vallen op woorden, die heel weinig de herkomst uit een salon verraden. Voor het geval er preutsche lezers onder de onzen zijn, zullen wij maar niet de ergste voorbeelden noemen. Ter wille van het verzwijgen daarvan zie men dan echter ook af van het fronsen der wenkbrauwen, wanneer wjj alleen meedeelen, dat bijna week aan week de redactie van South Africa zich in hare beschouwingen bedient van het fraaie koppel woord Boer-verneukerie. Men herhale dat woord maar eens voor zichzelf, het tweemaal na elkaar te schrijven wagen wij niet En als men dat gedaan heeft, dan vrage men zich at, of bijgeval onder deze rubriek ook valt des Hoogen Com missaris' verklaring, dat men zich steeds heeft af te vragen, hoe de gevoelens der Boeren zijn. Als dit Lord Selborne ernst is, waarom doet bij dan niet subietelijk de Chineezen naar hun vaderland terug- keeren Levend begraven. Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, toch is het waar, dat in Parijs, midden in de stad, ongeveer 60 menschen levend zijn begraven en langzaam in hun graf sterven. Een redacteur van de Matin heeft er een bezoek ge bracht en vertelt hetgeen hjj gezien heeft: »Het is een stal, die zich bevindt onder het post- en telegraafkantoor. Men schijnt er op een zacht, mollig tapijt te loopen, wat bij nader inzien echter een mengsel van slijk en allerlei vuilnis blijkt te zijn. Na 't eerste gewelf doorgegaan te zijn, komt men aan een tuigkamei en een paardenstal, waar een verschrikkelijke atmosfeer heerscht, want, zooals men zeide, waren er vele paarden van de posterijen gewond, zoodat de grond hier ook nog met bloed bedekt was. Er zijn ongeveer 40 paarden in dien stal, en 12 oppassers leven, eten en slapen daar, terwijl de anderen hier 's morgens om 9 uur beginnen en tot laat in den nacht bljjven. Overal hangen spinne- webben en dwarrelt stof in 't rond. De lucht is er totaal bedorven. Er liep een man met een bezem en ik vroeg, of het hol schoongemaakt werd. «Twee jaar geleden, Keizer Wilhelmen de vorst van Mona- c o. Krachtens bevel van den Keizer is Maandagmiddag het luchtscheepvaartkundig observatorium te Lindenberg, in Pruisen, plechtig geopend. De Keizer en de vorst van Monaco, die steeds zeer veel belang gesteld heelt in de luchtscheepvaart, woonden de plechtigheid bij. De feestrede werd uitgesproken door Keizer Wilhelm, die in het bijzonder wees op de groote verdiensten van den vorst van Monaco 6n deze verdiensten erkende door hem de gouden medaille voor wetenschappen te over handigen. Een Japansch eskader naar Europa? Te Londen verzekert men, dat admiraal Togo binnen kort met een Japansch eskader het bezoek, dat admiraal Noel nu met zijn schepen aan Japan brengt, komt terugbrengen. Hij zou dan meteen de voornaamste havens van de Middellandsche Zee, den Atlantischen Oceaan en de Noordzee aandoen. De ongenade van Grootvorst Cyrillus. De ongenade, waarin des Czaren neef Cyrillus, de oudste zoon van Grootvorst Wladimir, is gevallen, mag veilig beschouwd worden als een bevestiging van het gerucht, dat de jonkman te München met de gescheiden ex- groothertogin van Hessen, prinses Victoria Melita van Coburg, een geheim huwelijk zou hebben aangegaan. De Czar was altijd tegen deze echtverbintenis gekant geweest. Behalve van zijne militaire waardigheden, is de Grootvorst ook ontzet van het recht, zijne ridderorden te dragen en zal 't hem voorts verboden worden, ooit in Rusland weder te keeren. Bijna verongelukt. De Engelsche onderzee- sche boot A 4 is gisteren bijna voor Portsmouth ver ongelukt. Er was zout water in de accumulatoren gedrongen en zoodoende waren er chloordampen ont staan, die de bemanning half verstikten. Het vaartuig raakte onklaar, maar kon nog net de oppervlakte van het water bereiken. De opvarenden konden toen door den commando-toren ontsnappen. Maar het dubbele. De Spaanschehotelhouders waren voornemens, gedurende het bezoek van President Loubet aan Spanje, hunne prijzen aanmerkelijk te ver- hoogen. Maar op verlangen van den gouverneur van Madrid hebben zij nu bescheidenlijk besloten, alleen maar dubbele prijzen te vragen. Verbranding van een crematorium. De lijkverbrandingsinrichting te Genève is zelf in brand geraakt en grootendeels verwoest. De urnen met A" asch der dooden zijn ongedeerd gebleven. Vrouwen van de daad. Te Manchester hield dezer dagen sir Edward Grey in eene liberale bijeen komst eene rede, waarin hij verzuimde eene lans te breken voor 't vrouwenstemrecht, waarover twee dames. Christabel Pankhurst en Kenney op eene wijze haar misnoegen kenbaar maakten die tot hare verwijdering uit de zaal aanleiding gaf. Op straat zijn zij daarop het publiek gaan toespreken met zulk een heftigheid dat de politie haar opbracht. Zij zijn nu elk tot 12 shillings boete, subsidiair 9 dagen gevangenis veroor deeld. °Op martelaarschap belust, hebben zij zich in den kerker doen geleiden. Mej. Pankhurst is dezelfde, die tot dusverre tevergeefs getracht heeft zich tot de praktijk der rechtsgeleerdheid te doen toelaten. Korte wetten. In eene vergadering van de «Vereeniging ter bevordering van de belangen der Menschheid" te Philadelphia, heeft zekere Mej. Hall met vuur geijverd voor een voorstel om menschen, die aan een ongeneeslijke ziekte lijden, op een pijnlooze wijze at te maken, evenals dat met dieren geschiedt. De ver eeniging weigerde echter, zich bij de theorie dezer menschlievende dame aan te sluiten. Zorg voor zwaluwen. De zwaluwen, op weg naar het Zuiden, zijn in de vorige week in Zwitserlanc overvallen door sneeuwbuien, die voor een groot aantal van de arme dieren noodlottig zijn geworden. In som mige plaatsen vielen ze bij honderden neer. Te Luzern heeft de ornithologische vereeniging zich hun lot aan getrokkende diertjes, die nog levensvatbaar schenen werden gevoederd en daarna goed ingepakt, per Gott hard-sneltrein naar het zonnige Zuiden gezonden. De conducteur en het stationspersoneel van Ghiasso hebben Be sfallen op Het Leo. Van Katholieke zijde begint zich nu ook verzet te openbaren tegen de bekende aanvrage voor paarden stallen enz. op Het Loo. liet Huisgezin schrijft althans Voor nieuwe paardenstallen met woningen voor personeel op Het Loo wordt niet minder dan f 634.000 aangevraagd, te verdeelen over drie jaren. In eersten termijn zal daarvan f 190.000 noodig zijn. Het zijn natuurlijk vooral deze enorme cijfers, die de aandacht trekken en de vraag doen stellen, of de min gunstige toestand, waarin de schatkist verkeert, niet van een dergelijke aanvraag had moeten doen afzien. Allerlei, zelfs noodzakelijke uitgaven zijn besnoeid of zelfs geheel achterwege gelaten, omdat de stand der geldmiddelen de uiterste zuinigheid tot plicht stelt, en nu zou men meer dan zes ton gaan voteeren voor koninklijke paardenstallen met bijbehooren. De veronderstelling zal wel niet gewaagd zijn, dat de voorgestelde bouw meer een wensen van prins Hendrik dan van H. M. de Koningin zal vervullen, en met het oog hierop is het dubbel jammer, dat de minister van financiën geen vrijheid heeft kunnen vinden, dezen post van de begrooting verwijderd te houden. Maar gevraagd moet ook worden en dit raakt een principieele kwestie of waar krachtens de Grondwet voor onderhoud der koninklijke paleizen jaarlijks f 50 000 wordt toegestaan, een tweede post' die feitelijk dezelfde bedoeling heeft, op de begrooting mag worden gebracht. Vereischt het onderhoud der koninklijke paleizen, en wat daaraan annex is, meer dan 50.000, dan dient het meerdere uit de particuliere kas der Ko ningin bestreden te worden zoo lang de Grondwet geen hooger cijfer toekentwie deze opvatting deelt kan ook geen lager cijfer dan het thans aange vraagde bedrag voor de verbouwing der koninklijke stallen toestaan. Tenzij de regeering vóór de openbare behandeling- in de Kamer den post van de begrooting terugneemt is over deze kwestie een min verkwikkelijk debat in het Parlement te verwachten. Blijkbaar was dit artikel voor De Tijd aanleiding om ook eenige woorden aan deze zaak te wjjden, Da meening van dit orgaan is in het volgende te vinden Tot onzo bevreemding zagen wij zelfs in katholieke bladen de aanvrage van gelden op de Staatsbegrooting voor den bouw van koninklgke stallen op Het Loo bestreden als «ongrondwettig*. Volgens art. 25 van de Grondwet, heet het, mag niet meer dan f 50.000 voor hot onderhond der koninklijke paleizen ten laste van het land worden gebracht. Hier bestaat een misverstand, hetwelk bij overlezing van het geheele artikel dnideljjk wordt. Het artikel luidt als volgt: »Den Koning worden tot Desz lfs gebruik, zomer- on winterverbljjven in gereedheid gebracht, voor welker onderhond echter niet meer dan f 50.000 jaarlijks ten laste van den lande kunnen gebracht worden.» Hier wordt onderscheiden tusschen het »ia gereed heid brengen» der vorstdgke paleizen en het jaarlijksch «onderhond» daarvan. Tot dit jaarlgksch ondsrhoud is zeer stellig niet te rekenen het bonwen van een nieuw of veigrooten van een bestaand paleis j een dergelijke nieawo bonw of ver- grootiug behoort tot «het in gereedheid brengen» van vorstelijke zomer- of winterverblijven. Dat de Grondwetgever het niet anders fceloeld heelt kan reeds bljjken uit het jaarlgks toegeBtane bidrag, hetwelk voor gewoon onderhond voldoende, voor nieuwen aanbouw volstrekt onvoldoende moet geacht worden. Eveneens is het duidelijk, dat de G ondwetgever onmogelijk kan gemeend hebben, dat do .ij het hei:lel van Nederland'» onafhankslijkh id -oreed g snakte» zomer- en wintorverbijjven te ellen tjjdo met wat jaarlgks opknappen aan hun bestemming zonden hljjvt o voldoen, zoolang Nederland een monarchale 'Staat zon wezen. Naar wij van bevoegde zjjde vernamen, moet het paleis «Hst Loo» tegenwoordig in veel opzichten niet meer voldoen aaa do eischsn, welke aan een ko ninklijk zomerverblijf behooren gesteld te worden. Daardoor is de aanbouw van nieuwe stallen, welke ook voor andere doeleinden meer rnimto beschikbaar stelt, onvermijdelijk geworden. Ongrondwettig wij harhalee het scbjjnt ons een aanvraag van verbonwing of ergrooting van een der koninklgke paleizen volstrekt niet. Of het tact vol en goed gezien is geweest die aanvrage te doen by een begrooting, slaitende met een aanzienlijk on gedekt te-kort, zooals cie voor 3996, is oen andere vraag, waarop wjj thans niet zullen inga n.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1