No. 153.
Honderd en zevende jaargang.
1905
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Groote Veemarkten
Groote Paardenmarkt.
WOENSDAG
18 OCTOBER.
Woensdag 8 November a.s.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
A. JLm K. M .A, -A.
0p Maandag 6 en Woensdag 22 November a.s.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeelingen.
Uit de Pers.
ALKMAARSCHE COURANT.
TE
Tot de deugden van een superieur wordt gewoonlijk
gerekend het met zachtheid regeeren over zgn inferieuren.
Niet zoozeer ligt het dengdzame hierin, dat 't niet goed
is wanneer de eene mensch hard is tegenover den andere
als wel in het feit, dat met die zachtheid-methode zooveel
meer gedaan wordt gekregen.
Nu is 't zeker, dat het toepassen van zachtheid tegen
over daarvoor vatbare menschen alle aanbeveling ver
dient. Maar tegeljjkertjjd is 't waar, dat er menschen
zjjn, die alleen te regeeren zjjn door een beetje flink
aanpakken. Zoo lang dat niet gebeurt volgen zg hun
eigen gangetje, ook al druischt dat vierkant in tegen
de belangen, ter behartiging waarvan zg geroepen zgn.
Deze ervaring, die de meesten zeker wel in het dage-
ljjksoh leven hebben opgedaan, hebben de mogendheden
al jaren achtereen gehad bjj den Snltau van Tnrkjje.
Obstinaat is hjj, zoo lang hg met vriendelijkheid wordt
behandeld en tot inkeer komt hij eerst, wanneer hg
bemerkt dat 't er gaat spannen.
Ook nu is er weder zulk een geval aanwezig.
De mogendheden zgn van meening, dat bij het be
staande wanbeheer van de Turksche financiën slechts door
buitenlandsche contróle op de financiën
van Macedonië een verbetering der toestanden kan
worden verkregen. Alleen de Saltan en de pasja's, die
over de belastingen, door de Macedoniaohejbevolking op
gebracht, de vrge beschikking hebben, kunnen in die
meening niet deelen.
Op den 29en Augustus weigerde de Porte dan ook
toestemming te verleenen tot de invoering der door de
mogendheden voorgestelde financieele contröie in Mace-
donië.
Den 25en September deelden de gezanten aan de Porte
mede, dat de mogendheden bjj hun eisoh bleven vol
harden, en dat de Engelsohe, Duitsehe, Fransche en
Italiaansche gedelegeerden, die voor de contiöle op de
finanoiën waren aangewezen, op 1 Ooiober te Saloniki
zonden aankomen.
In een nota van 30 September verklaarde de Potte
opnieuw, dat de instelling van de financieels contiöle
overbodig is, daar de «Banque Ottomane» op voldoende
wjjze in den financieelen dienst der provinciën voorziet.
Bovendien achtte de Sultan de instelling van een finan
cieele contiöle een ernstige inbreuk op zgn souvereine
rechten, en herinnerde hjj, dat de mogendheden zich
herhaaldeljjk verplicht hebben die rechten te achten en
te eerbiedigen.
Voordat de financieele gedelegeerden te Saloniki aan
kwamen vertrok Hilmi-pasja, de inspecteur-generaal voor
Macedonië, van die plaats naar Ueskjoebdit was het
gevolg van het bevel uit Konstantinopel, om die gede
legeerden eenvoudig weg te negeeren, niet te erkennen.
De gedelegeerden gingen eveneens naar Ueskjoeb, waai'
Hilmi-pasja weigerde hen te ontvangen. Ook bet verzoek
aan de Porte, om den gedelegeerden de vrge hand te
laten, werd geweigerd.
En thans is voor de derde maal de eisch, om de
financieele contiöle goed te kenren, door de Porte afge
wezen.
Telegrammen nit Weenen brengen de nog al voor de
hand liggende verzekering, dat deze nieuwe weigering
een zeer onaangenamen indrnk heeft gemaakt. De mo
gendheden schenen, onder den indrnk van berichten nit
Konstantinopel ontvangen, te meenen dat een hernieuwde
aanvrage bjj de Porte ditmaal resultaat zou hebben. In
Oostenrjjk was men ten minste in regeeringskringen
vast overtuigd, dat [de Porte de tot nu toe gevoerde
krasse oppositie tegen het voorstel zou opgeven, en
onderhandelingen zou aanknoopen om de wjjze eu den
duur der contiöle vast te stellen, en eenige beperkingen
te verzoeken, bjjvoorbeeld, dat de militairs uitgaven
geheel buiten de contiöle zouden bljjven.
Deze stemming, die volgens de berichten van baron
Von Calice bestond, sehjjnt nu plotseling weder gewjjzigd
te zgn. De Porte verklaart thans, dat niet alle mogend
heden het contiöle denkbeeld hebben goedgekeurd, en
dat zjj nog alle bezwaren tegen de invoering er van
moest handhaven.
Dit besluit wordt in diplomatieke kringen zeer betreurd
Men vreest dat het gevolg er van zjjn zal, dat de toe
standen in Macedonië nog slechter worden. De Komi
tadjis zullen, naar men vreest, in die weigering der
Porte het bewjjs zien, dat bjj de Porte goede wil om de
hervormingen in te voeren ontbieekt. De weigering zal
eveneens een slechten indruk maken op do BalkanstateD,
die direct belang hebben bjj het hervormingswerk, en op
de Europeosche staten die voor de invoering der her
vormingen hebben gewerkt.
Als wjj nu eenige weken verder zgn zal men wel
hooren van plannen om den Sultan do duimschroeven
aan te zetten en dan zal, als zoo vaak te voren, wel
weer moeten worden toegegeven. Het schjjot, dat de vele
vernederingen, die de Porte al heeft ondergaan, haar
voor dit artikel ongevoelig hebben gemaakt, zoodat
zich die liever getroost dan te wjjken en nog zoowat de
eer aan zieh te houden.
De Engelsohe liberale bladen zjjn in de wolken over
den uitslag van de verkiezing te Barkston
Ash. Voor hen is aan den wil der natie niet de
minste twjjfel meer en de Daily News geeft een in hare
oogen beslissend staatje, blijkens hetwelk de 52 zetels,
waarover sedert 1900 gestemd is, de 14 liberale tot 35
aangegroeid, da 39 conservatieve tot 18 geslonken zjjn.
Met den heer Chamberlain is het volgens haar volkomen
voorbjj: zijn lenige «vriend" Balfour heeft hem met zjjne
doodeljjke vriendschap te niet gedaan, geljjk Jago den
Moor. Maar Balfour zelf, zegt zjj, is een voorwerp van
verachting geworden van alle rechtschapen zielen.
Wat in dit geval meer beteekent is, dat ook de limes
langzamerhand bakzeil gaat halen en erkent, dat de
komst van een liberaal ministerie aanstaande is. Dit
maakt het ongetwijfeld voor den Eersten-minister moaie-
ljjker het bewind voort te zetten, want, hoe degelijk de
Regeeringsmeerderheid ook bljjft, het Lagerhuis kan de
stemming des lands niet in den wind slaan. Te beweren
dat er een »vloedgolf van verontwaardiging is, die de
Regeering van haar zetel vagen zal", gelijk de oppositie
doet, gaat nauwljjks aan, vindt de Times. Het is meer
eene stemming van politieke verveling. De liberale
partjj wekt geen enthousiasme en zoo er iets den doorslag
geeft, is bet niet meer dan een nevelig verlangen naar
nieuwe mannen. Alles duidt aan, dat de slinger zgn
gang gaat en bij de komende verkiezingen nieuwe mannen
liberaal Kabinet zullen vormen. Naarmate deze
aanduidingen vermeerderen, tasten zjj onvermijdelijk de
positie der tegenwoordige Regeering aan. Des heeren
Balfour's standpunt, waarop bij verklaart uitsluitend
jegens het bestaande Huis der Gemeenten aansprakelijk
te zgn, is onaantastbaarmaar het rust alleen op de
onderstelling dat gezegd Huis den wil des lauds ver
tegenwoordigt. Naarmate de tusschentjjdsche verkiezingen
voor de Eegeering ongunstig uitvallen, is de positie
moeilijker te handhaven»
deed men het éénmaal in de drie maanden, maar dat
werd te duur gevonden en nu gebeurt het maar twee
maal in een jaar, en dan moet men niet vragen hoe
»En brengt men hier dan geen ontsmettingsmiddelen?"
«Jawel, iederen morgen worden hier en daar eenige
droppels cresyl geworpen, maar dat is niet voldoende,
om het ongedierte te dooden. Er komen hier oude
zakken uit alle oorden van de wereld, die we moeten
opvouwen en opstapelen, 't Gebeurt vaak, dat we die
stapels in den zomer zien wemelen van ongedierte." In
een ander gedeelte waren kasten, waar de koetsiers en
palfreniers hun kleederen en provisie bergen, 't Is iets
afschuwelijks, onder-in verrotten de eetwaren en boven-in
beschimmelen ze.
't Is niet te beschrijven, de vuile troep in die onder-
aardsche vertrekken, en dan al die ongelukkigen, die
hier moeten leven in dit ellendige hol, en die dooi
allerlei ziekten aangetast worden als bronchitis, tuber-
culose, longontsteking
En tusschen al die rommel, vodden, stot en spinne-
webben, zag ik tegen een pilaar een bord met de
volgende ironische woorden »Om de uitbreiding der
tuberculose te voorkomen, is het verboden den grond
los to maken."
En wat staat ons nu te wachten bij het begin van
den winter Het is de geboorteplaats van de cholera,
van de pest, kortom, van alle besmettelijke ziekten.
De Matin, die inlichtingen gevraagd had, alvorens
zich naar dit hol te begeven, waar de slechtste boer
zijn koe of kalf niet zou stallen, heeft verscheidene
brieven ontvangen, waardoor ook nog andere verpeste
plaatsen aan 't licht kwamen. De Matin zal nu eerst
de stallen onder het postkantoor laten schoonmaken,
om vervolgens ook de andere te inspecteeren.
daar Vrijdagmorgen 200 stuks losgelaten. Er waren
onderweg slechts drie zwaluwen dood gegaan. De orni
thologische vereeniging te Luzern heeft dus voldoening
van haar werk en wil dit bij voorkomende gevallen
voortzetten.
Door een arend aangevallen. In den om
trek van Courmaye is eene vrouw, die een tweejarig
kind op den arm droeg, door een grooten arend aan
gevallen, die haar het kind wilde ontrooven. Zij weerde
den roofvogel afmaar hij kwam telkens terug, en
eindelijk vioog hij toch met het kind weg. De vrouw
snelde gewond en met gescheurde kleederen naar haar
dorp en kort daarna gingen 75 mannen, onder aanvoe
ring van den pastoor, het gebergte in om den arend
en het kind te zoeken. Maar helaasalle moeite bleef
vruchteloosvan beide was geen spoor te ontdekken.
Lord Selborne, de nieuwe Ho o ge Com
missaris van Zui d-A f r i k a is blijkbaar nit
ander hout gesneden dan zijn voorganger Lord Milner.
Wat dezen laatste in een onbewaakt oogenblik over de
lippen kwam, namelijk dat het Boeren-ras „tuig" is, zal
de nieuwe vertegenwoordiger van de Engelsche Regee
ring niet zeggen.
Op dit oogenblik reist hij in Natal en daar heeft hij
antwoord op een adres van het stedelijk bestuur
,n Pieter-Maritzburg eene opmerkelijke redevoering
gehouden
Hij verklaarde daarin te hopen, dat men nooit zou
trachten den gang van zaken in Zuid-Afrika geweld
aan te doen en daardoor in eene herhaling van vroeger
gemaakte fouten zou vervallen. Zuid-Afrika, zeide hij,
moet kiezen tusschen twee Het moet öf een reeks van
Staten zonder samenhang en zonder eenigen invloed
blijven, of een machtigen Statenbond vormen tot heil
van zichzelf en het geheele Britsche Rijk. Dit laatste
is zijn ideaal.
Lord Selborne keurde daarbij sterk af de verbitterde
beschuldigingen over en weder, waarop bij nog verder
nadruk legde in een te Durban gehouden toespraak.
Hij noemde het den eersten plicht van den Engelschman
in Zuid-Afrika om allen rassenhaat te vermijden en,
zonder te vergeten dat hij Engelschman is, zich steeds
in voorkomende gevallen af te vragen hoe de gevoelens
der Boeren zouden zijn.
Dit doet ons denken aan wat ons vaak doet glim
lachen als wij het weekblad South Africa lezen. De
redactie daarvan heeft zich een aantal Hollandsche
woorden eigen gemaakt, die zij nu, waar er maar even
gelegenheid voor is, in haar leadings te pas brengt.
Wel wat verhaspeld zien ze eruit, maar ze zijn toch
wel te begrijpen. Het merkwaardigst is evenwel, dat
deze deftige redactie, ten deele zeker onbewust, volgens
de methode van straatjongens, haar keuze heeft laten
vallen op woorden, die heel weinig de herkomst uit
een salon verraden. Voor het geval er preutsche lezers
onder de onzen zijn, zullen wij maar niet de ergste
voorbeelden noemen. Ter wille van het verzwijgen
daarvan zie men dan echter ook af van het fronsen
der wenkbrauwen, wanneer wjj alleen meedeelen, dat
bijna week aan week de redactie van South Africa zich
in hare beschouwingen bedient van het fraaie koppel
woord Boer-verneukerie.
Men herhale dat woord maar eens voor zichzelf, het
tweemaal na elkaar te schrijven wagen wij niet En
als men dat gedaan heeft, dan vrage men zich at, of
bijgeval onder deze rubriek ook valt des Hoogen Com
missaris' verklaring, dat men zich steeds heeft af te
vragen, hoe de gevoelens der Boeren zijn.
Als dit Lord Selborne ernst is, waarom doet bij dan
niet subietelijk de Chineezen naar hun vaderland terug-
keeren
Levend begraven.
Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, toch is het waar,
dat in Parijs, midden in de stad, ongeveer 60 menschen
levend zijn begraven en langzaam in hun graf sterven.
Een redacteur van de Matin heeft er een bezoek ge
bracht en vertelt hetgeen hjj gezien heeft:
»Het is een stal, die zich bevindt onder het post- en
telegraafkantoor. Men schijnt er op een zacht, mollig
tapijt te loopen, wat bij nader inzien echter een mengsel
van slijk en allerlei vuilnis blijkt te zijn. Na 't eerste
gewelf doorgegaan te zijn, komt men aan een tuigkamei
en een paardenstal, waar een verschrikkelijke atmosfeer
heerscht, want, zooals men zeide, waren er vele paarden
van de posterijen gewond, zoodat de grond hier ook
nog met bloed bedekt was. Er zijn ongeveer 40 paarden
in dien stal, en 12 oppassers leven, eten en slapen daar,
terwijl de anderen hier 's morgens om 9 uur beginnen
en tot laat in den nacht bljjven. Overal hangen spinne-
webben en dwarrelt stof in 't rond. De lucht is er totaal
bedorven. Er liep een man met een bezem en ik vroeg,
of het hol schoongemaakt werd. «Twee jaar geleden,
Keizer Wilhelmen de vorst van Mona-
c o. Krachtens bevel van den Keizer is Maandagmiddag het
luchtscheepvaartkundig observatorium te Lindenberg,
in Pruisen, plechtig geopend. De Keizer en de vorst
van Monaco, die steeds zeer veel belang gesteld heelt
in de luchtscheepvaart, woonden de plechtigheid bij. De
feestrede werd uitgesproken door Keizer Wilhelm, die
in het bijzonder wees op de groote verdiensten van den
vorst van Monaco 6n deze verdiensten erkende door
hem de gouden medaille voor wetenschappen te over
handigen.
Een Japansch eskader naar Europa?
Te Londen verzekert men, dat admiraal Togo binnen
kort met een Japansch eskader het bezoek, dat admiraal
Noel nu met zijn schepen aan Japan brengt, komt
terugbrengen. Hij zou dan meteen de voornaamste havens
van de Middellandsche Zee, den Atlantischen Oceaan
en de Noordzee aandoen.
De ongenade van Grootvorst Cyrillus.
De ongenade, waarin des Czaren neef Cyrillus, de oudste
zoon van Grootvorst Wladimir, is gevallen, mag veilig
beschouwd worden als een bevestiging van het gerucht,
dat de jonkman te München met de gescheiden ex-
groothertogin van Hessen, prinses Victoria Melita van
Coburg, een geheim huwelijk zou hebben aangegaan.
De Czar was altijd tegen deze echtverbintenis gekant
geweest. Behalve van zijne militaire waardigheden, is
de Grootvorst ook ontzet van het recht, zijne ridderorden
te dragen en zal 't hem voorts verboden worden, ooit
in Rusland weder te keeren.
Bijna verongelukt. De Engelsche onderzee-
sche boot A 4 is gisteren bijna voor Portsmouth ver
ongelukt. Er was zout water in de accumulatoren
gedrongen en zoodoende waren er chloordampen ont
staan, die de bemanning half verstikten. Het vaartuig
raakte onklaar, maar kon nog net de oppervlakte van
het water bereiken. De opvarenden konden toen door
den commando-toren ontsnappen.
Maar het dubbele. De Spaanschehotelhouders
waren voornemens, gedurende het bezoek van President
Loubet aan Spanje, hunne prijzen aanmerkelijk te ver-
hoogen. Maar op verlangen van den gouverneur van
Madrid hebben zij nu bescheidenlijk besloten, alleen
maar dubbele prijzen te vragen.
Verbranding van een crematorium.
De lijkverbrandingsinrichting te Genève is zelf in brand
geraakt en grootendeels verwoest. De urnen met A"
asch der dooden zijn ongedeerd gebleven.
Vrouwen van de daad. Te Manchester hield
dezer dagen sir Edward Grey in eene liberale bijeen
komst eene rede, waarin hij verzuimde eene lans te
breken voor 't vrouwenstemrecht, waarover twee dames.
Christabel Pankhurst en Kenney op eene wijze haar
misnoegen kenbaar maakten die tot hare verwijdering
uit de zaal aanleiding gaf. Op straat zijn zij daarop
het publiek gaan toespreken met zulk een heftigheid
dat de politie haar opbracht. Zij zijn nu elk tot 12
shillings boete, subsidiair 9 dagen gevangenis veroor
deeld. °Op martelaarschap belust, hebben zij zich in den
kerker doen geleiden.
Mej. Pankhurst is dezelfde, die tot dusverre tevergeefs
getracht heeft zich tot de praktijk der rechtsgeleerdheid
te doen toelaten.
Korte wetten. In eene vergadering van de
«Vereeniging ter bevordering van de belangen der
Menschheid" te Philadelphia, heeft zekere Mej. Hall met
vuur geijverd voor een voorstel om menschen, die aan
een ongeneeslijke ziekte lijden, op een pijnlooze wijze
at te maken, evenals dat met dieren geschiedt. De ver
eeniging weigerde echter, zich bij de theorie dezer
menschlievende dame aan te sluiten.
Zorg voor zwaluwen. De zwaluwen, op weg
naar het Zuiden, zijn in de vorige week in Zwitserlanc
overvallen door sneeuwbuien, die voor een groot aantal
van de arme dieren noodlottig zijn geworden. In som
mige plaatsen vielen ze bij honderden neer. Te Luzern
heeft de ornithologische vereeniging zich hun lot aan
getrokkende diertjes, die nog levensvatbaar schenen
werden gevoederd en daarna goed ingepakt, per Gott
hard-sneltrein naar het zonnige Zuiden gezonden. De
conducteur en het stationspersoneel van Ghiasso hebben
Be sfallen op Het Leo.
Van Katholieke zijde begint zich nu ook verzet te
openbaren tegen de bekende aanvrage voor paarden
stallen enz. op Het Loo. liet Huisgezin schrijft althans
Voor nieuwe paardenstallen met woningen voor
personeel op Het Loo wordt niet minder dan f 634.000
aangevraagd, te verdeelen over drie jaren. In eersten
termijn zal daarvan f 190.000 noodig zijn.
Het zijn natuurlijk vooral deze enorme cijfers, die
de aandacht trekken en de vraag doen stellen, of de
min gunstige toestand, waarin de schatkist verkeert,
niet van een dergelijke aanvraag had moeten doen
afzien.
Allerlei, zelfs noodzakelijke uitgaven zijn besnoeid
of zelfs geheel achterwege gelaten, omdat de stand
der geldmiddelen de uiterste zuinigheid tot plicht
stelt, en nu zou men meer dan zes ton gaan voteeren
voor koninklijke paardenstallen met bijbehooren.
De veronderstelling zal wel niet gewaagd zijn, dat
de voorgestelde bouw meer een wensen van prins
Hendrik dan van H. M. de Koningin zal vervullen,
en met het oog hierop is het dubbel jammer, dat de
minister van financiën geen vrijheid heeft kunnen
vinden, dezen post van de begrooting verwijderd te
houden.
Maar gevraagd moet ook worden en dit raakt
een principieele kwestie of waar krachtens de
Grondwet voor onderhoud der koninklijke paleizen
jaarlijks f 50 000 wordt toegestaan, een tweede post'
die feitelijk dezelfde bedoeling heeft, op de begrooting
mag worden gebracht.
Vereischt het onderhoud der koninklijke paleizen,
en wat daaraan annex is, meer dan 50.000, dan
dient het meerdere uit de particuliere kas der Ko
ningin bestreden te worden zoo lang de Grondwet
geen hooger cijfer toekentwie deze opvatting
deelt kan ook geen lager cijfer dan het thans aange
vraagde bedrag voor de verbouwing der koninklijke
stallen toestaan.
Tenzij de regeering vóór de openbare behandeling-
in de Kamer den post van de begrooting terugneemt
is over deze kwestie een min verkwikkelijk debat in
het Parlement te verwachten.
Blijkbaar was dit artikel voor De Tijd aanleiding om
ook eenige woorden aan deze zaak te wjjden, Da meening
van dit orgaan is in het volgende te vinden
Tot onzo bevreemding zagen wij zelfs in katholieke
bladen de aanvrage van gelden op de Staatsbegrooting
voor den bouw van koninklgke stallen op Het Loo
bestreden als «ongrondwettig*.
Volgens art. 25 van de Grondwet, heet het, mag niet
meer dan f 50.000 voor hot onderhond der koninklijke
paleizen ten laste van het land worden gebracht. Hier
bestaat een misverstand, hetwelk bij overlezing van
het geheele artikel dnideljjk wordt. Het artikel luidt
als volgt:
»Den Koning worden tot Desz lfs gebruik, zomer-
on winterverbljjven in gereedheid gebracht, voor welker
onderhond echter niet meer dan f 50.000 jaarlijks ten
laste van den lande kunnen gebracht worden.»
Hier wordt onderscheiden tusschen het »ia gereed
heid brengen» der vorstdgke paleizen en het jaarlijksch
«onderhond» daarvan.
Tot dit jaarlgksch ondsrhoud is zeer stellig niet te
rekenen het bonwen van een nieuw of veigrooten van
een bestaand paleis j een dergelijke nieawo bonw of ver-
grootiug behoort tot «het in gereedheid brengen» van
vorstelijke zomer- of winterverblijven.
Dat de Grondwetgever het niet anders fceloeld heelt
kan reeds bljjken uit het jaarlgks toegeBtane bidrag,
hetwelk voor gewoon onderhond voldoende, voor
nieuwen aanbouw volstrekt onvoldoende moet geacht
worden. Eveneens is het duidelijk, dat de G ondwetgever
onmogelijk kan gemeend hebben, dat do .ij het hei:lel
van Nederland'» onafhankslijkh id -oreed g snakte»
zomer- en wintorverbijjven te ellen tjjdo met wat
jaarlgks opknappen aan hun bestemming zonden hljjvt o
voldoen, zoolang Nederland een monarchale 'Staat zon
wezen.
Naar wij van bevoegde zjjde vernamen, moet het
paleis «Hst Loo» tegenwoordig in veel opzichten
niet meer voldoen aaa do eischsn, welke aan een ko
ninklijk zomerverblijf behooren gesteld te worden.
Daardoor is de aanbouw van nieuwe stallen, welke
ook voor andere doeleinden meer rnimto beschikbaar
stelt, onvermijdelijk geworden.
Ongrondwettig wij harhalee het scbjjnt ons
een aanvraag van verbonwing of ergrooting van een
der koninklgke paleizen volstrekt niet. Of het tact
vol en goed gezien is geweest die aanvrage te doen
by een begrooting, slaitende met een aanzienlijk on
gedekt te-kort, zooals cie voor 3996, is oen andere
vraag, waarop wjj thans niet zullen inga n.