STADSNIEUWS. Zitting van den Gemeenteraad BURGERLIJKE 3TA ND* Gemengd Nieuws. (fit „»e Fixoadeo." Openbare vergadering van den gemeenteraad van Egmond aan Zee, op Dinsdag 31 October 1905,'s avonds ten 7 uur. Voorzitterde heer P. Pranger, Burge meester. Aanwezig de heeren Gouda, van der Schinkel, Gul, van Pel, Zwaan, Conijn en van Hall. De Voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Aan ingekomen stukken zijn a. een schrijven van den heer J. Blaauboer, waarin verzoek om mede in aanmerking te komen voor het in volgorde verrichten van de jaarlijksche gemeente werken. De Voorzitter zegt, dat dit eigenlijk bij het Dag. Bestuur thuis hoort, dat steeds op eene geregelde ver deeling let. H(j stelt voor dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen. Hiertoe wordt besloten. b. Een schrijven van de vrouw van Gerrit Visser, bevattende eene klacht tegen haar verhooging met f 3.50 in den H. O., tevens verzoekende haar weer op den ouden aanslag van een gulden te plaatsen. Afwijzend beschikt. c. een aangeteekende brief aan 't College van Zetters te Egmond aan Zee (feitelijk bedoelende een klacht over den aanslag in den H. O.) van den heer P. Wesseling, verzoekende verlaging. Daar deze reclame te laat is ingekomen, kon zij niet meer behandeld worden. d. Van de Ged. Staten is weer terug ontvangen de verordening op de openbare orde, reinheid en veiligheid, omdat er niet in aangegeven stond de tijd, hoelang ze zal gelden. De Voorzitter stelt voor te bepalen tot 1 Januari 1915. Aangenomen. e. Een verzoekschrift van de Egmondsche afd. van 't Witte Kruis?, waarin gevraagd wordt in de straf verordening op te nemen een gebod tot het vervoeren en uitventen van melk in gesloten emmers, vaten of bussen, daar dit nu hier in Egmond aan Zee nog steeds geschiedt in open vaten, waardoor de melk zeer ver ontreinigd kan worden. De Voorzitter kan geheel met dit verzoek medegaan, ook de heer Gouda. Besloten wordt, na advies der gezondheidscommissie te hebben ingewonnen, in de verordening op de voe dingsmiddelen een artikel in te lasschen, aldus luidende vervoer van melk, voor algemeen gebruik bestemd, in emmers, bussen of vaten mag 'niet geschieden, tenzij deze van eene sluiting voorzien zijn. Bij de eindvaststelling van de begrooting voor 1906 in ontvangsten en uitgaven, sluitende met een eindcijfer van f 29715,61 merkt de Voorzitter op, dat 10°/0 ver hooging der opcenten op de personeele belasting voor de gemeente zal opleveren f 250, welke som op de be grooting is afgetrokken van de aan te vragen subsidie voor de huishouding der gemeente. Onder deze subsidie behoort ook de f 1200, die jaar lijks het voorbereidend onderwijs aan de gemeente kost. Naar aanleiding hiervan geeft de heer van Pel, in over weging, reeds voor de bewaarschool eenig schoolgeld te heften, om zoodoende de velen, die nu geen schoolgeld betalen, hieraan gewoon te maken. De Voorzitter voelt hier wel iets voor, ook de heer Zwaande heer Gouda vreest echter, dat het in de practijk heel wat bezwaren zal medebrengen. De heer Van Hall geeft in overweging, wijl de ge meente, vooral op de Lagere school toch geen doel treffende maatregelen kan nemen, het schoolgeld langs indirecten weg op den H.O. te vinden. Beide vingerwijzingen zullen door het Dag. Best. in overweging worden genomen. Nadat nog enkele cjjfers uit de begrooting de revue passeeren als f 2924 voor het Burg. Armbestuur, waarbij f 2400 aan te vragen subsidief 50 voor wan delplaatsen en plantsoenen, f 893,02 voor het gasthuis fonds, wordt de begrooting op het bovengenoemde eindcijfer vastgesteld. Bh de rondvraag deelt de heer Van Hall mede, dat de Folminastichting, opgericht door wijlen den heer P. W. Jansen, op verzoek van Mevr. Jansen, die de laatste twee jaren nog de oude som er voor schonk, doch nu zich wil terugtrekken, van naam zal veranderen. Nu heeft echter wijlen de heer Jansen in een notariëele oprichtingsacte laten bepalen, dat die naamsverandering door den Raad van Egmond aan Zee moet worden goedgekeurdtevens, dat de Raad nieuwe bestuurders moet aanwijzen, als de tegenwoordige bestuurders weg zjjn. De heer Van Hall vraagt of de Raad hiertoe genegen is. De heer Gouda wenscht eerst bedoelde acte door te lezen en dan te beslissenhij stelt dus voor, deze zaak aantehouden tot een volgende vergadering. De heer Van Hall zag liever dat men besliste. De erfpacht kan dan op den nieuwen naam overgeschreven worden. Nadat ook nog de heer Van Pel en Conijn hunne verrassing er over uitgedrukt hebben dat de Raad hier plotseling voor iets gesteld wordt, waarvan hij niets weet, wordt besloten de quaestie aan te houden. Een tweede mededeeling van den heer Van Hall betreit de hangende plannen voor het laten komen van een lijkwagen in Egmond aan Zee. Eerst zat hij zelf in de desbetreffende vereenigingnu is deze zaak overgegaan op den heer Lautesheimer c. s. Hij vraagt nu, of er geen mogelijkheid bestaat het nieuw te bou wen lijkenhuisje zoo in te richten, dat ook die l\jkwagen daarin gestationeerd kan worden. De Voorzitter antwoordt, dat èn kosten èn de noodige grond wel bezwaren meebrachtenbovendien lag een nieuw ljjken- of baarhuisje nog in 't verschiet, toch zal het Dag. Best. de zaak in overweging nemen. Na vrijstelling van kosten voor het bootje van Zwaan te hebben toegestaan, gaat de Raad in geheim comité over. Hllltle- raden. Bij Kon. Besluit zijn benoemd bij den Militie-raad in de provincie Noord Holland voor de lichting der nationale militie van 1906 In het 1ste militiedistricttot Voorzitter, D. Schut, lid der Provinciale Statentot zijn plaatsvervanger, mr. E. P. F. A. van den Bogaert, lid der Provinciale Staten tot lid G. P. Wijnmalen Jr., lid van den gemeente raad van Amsterdam tot zijn plaatsvervanger, K. C. Wiersma, lid van den gemeenteraad van Amsterdam in het 2de militiedistricttot Voorzitter, G. Blankers 't Hooft, lid der Provinciale Staten tot zijn plaats vervanger, jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, lid der Provinciale Staten; tot lid, J. Winkler, lid van den gemeenteraad van Haarlemtot zijn plaatsvervanger, F. M. baron van Lynden, lid van den gemeenteraad van Haarlem; in het 3de militiedistrict: tot Voorzitter, mr. J. P. Kraakman, lid der Provinciale Statentot zijn plaatsvervanger, N. Glinderman, lid der Provinciale Staten tot lid, M. Uitenbosch, lid van den gemeenteraad van Alkmaartot zijn plaatsvervanger, H. J. Vonk, lid van den gemeenteraad van Alkmaar. Weder een staking te Amsterdam. Gisterenmorgen vroeg is een staking nitgebsoken op de werken aan het Westeljjk Viaduct te Amsterdam. De directie deelde aan het Hbl. hieromtrent mede, dat sinds eenige dagen de caisson-arbeiders nienwe eischen hadden gesteld. Een commissie nit deze arbeiders en de directie onderhandelde, en aan het einde van de week zon een beslissing genomen worden. Gieterenmorgen echter staakten de caisson-arbeiders, 50 of 60 in getal, plotseling het werk. De loonen waren tot na toe bepaald op 40 50 cent per nnr voor werk tot op een diepte van 10 meter, 50 cent voor een diepte van 10 tot 20 meter. Thans eischen allen 50 cent. De terrein werkers, ruim 100 in getale, verklaarden zich solidair met de caisson-arbeiders en eiecbten tegeljjk een loonsverhooging van 23 op 25 oent per nar.*' Het werk ligt stil. Tot onderwfzer aan de R. K. Jongensscholen alhier is benoemd de heer A. Smits te Helenaveen. Alkmaarsche Tooneelvereenlglng. Wjj moeten schrjjven over de prenfère in dit seizoen van de Alkmaarsche Tooneelvereeniging, over de uit voering van gisteravond in de Harmonie*, over het ten- tooneele-brengen van het tooneelspel »Nieuwe Rjjkdom* door Lodewjjk Slock. En als we terugdenken aan dien avond, dan is het niet met genoegen dat we daar iets over gaan zeggen onze verwachting is niet bevredigd. Dat lag niet aan den inhoud van het stuk en ook het spel is het niet waar we het oog op hebben, maar er is iets anders. We willen in de eerste plaafs vragen is het goed dat er gelachen wordt om ernstige dingen Neen niet waar en toch was dat gisteravond herhaalde malen het geval. Maar moeten de ernstige dingen, die een tooneelspelschrijver in zjju werk weett, ook niet als zoo danig worden weergegeven, zoodat er geen aanleiding is tot lachen Maar, zal misschien worden gezegd, dat hebben de dilettanten gisteravond toch gedaan. En dat is waar wg op willen komen. Zeker, alle lof aan de spelers, zij hebben gestreefd om de ernstige momenten ernstig te doen zjju, maar de meesten deden die momenten niet tot hun recht komen er werd gelachen, omdat bjj de meesten onzer niet het feit, maar de wjjze waarop het feit voor oogen wordt gesteld de impressie geep. Zie, dat is wat ons meermalen van dilettanten ver wondert, dat ze hun kracht vaak overschatten. Wij bedoelen daarmee nie dat dilettanten niet mogen in- studeeren en opvoeren moeieljjke, hoogere stukken. Maar laat en zich vóór een uitvoering toch eens afvragen: laat ik mjjn uitbeelding, den ernst, het mooie, het leeïjjke dat ik weer moet geven wel tot zjju recht komen Is dit zoo, welnu, dan is er geen bezwaar maar dat ge beurt zoo dikwgls niet, omdat gehoopt sncces zoo iets verleidelgks is. Volgers onze meening moesten dilettanter-tooneelisten zich meer op het bljjspel toeleggen, 't Bljjspel I maar dat is zoo lacherig, zoo vroolijk altijd t Als die uitroep waarheid bevatte, was 't blgspel dan verkeerd Dan één vraag: wanneer komen we met meer bljjdschap in ons thuis, ais we een avond vrooljjk hebben zitten lachen, of als we voor ons hebben gezien het droeve f In 't algemeen genomen natuurljjk. Maar bovendien de be doelde uitroep ;s volgens onze opvatting vol onwaarheid: het blgspel doet niet altijd lachen. Wat is het goede blijspel Het blijspel geeft het dageljjksch leven geeft 't contrast van wat daarin gewoon en ongewoon heet, maar de ernst ontbreekt er niet in, het zal vaak tot ernst brongen. Dat voorspiegelen van kleinzieligheid die contrasten, dat aantoonen van faien van onze karakters, zal vaak brengen tot het gaan voelen van wat is waar, wat is goed. Wg znllen hier thans niet verder over doorgaan en weer tot de uitvoering van gisteravond terugkoeren. Reeds verscheidene stukken hebben we gezien van d»ze tooneelvereeniging on 't is op grond daarvan dat wc als onze overtuiging uitsprekenin de comedie ligt haar kracht. En nu het stuk. Nieuwen rjjkdom heeft een fabrikant gevonden in de vervaardiging van een nieuwerwetsche kleurstof zjjn ververg bloeit. Een scheikundige, die zjjn uitvinding booger stelt, dan haar gevolgen wjjst hem den weg. Beiden vergeten hun arbeiders, die uitteren en ziek worden door de verpestende damper, dia bij-da nieuwe bereiding niet zjjn af te wendeD. De fabrikant voelt wel dat het niet geheel goed is zoo. De arbeiders komen in op=tard en hg wordt gekwetst en sterft. Zjjn dochter treedt dan op en handelt met als principe: ik geen rgkdom ten koste van een andermans levenen het verderfeljjk systeem wordt door baar te niet gedaan. Dat zjjn de hoofdtrekken. De rollen van de dochter, den fabrikant, den zoon van dezen, en den scheiknndige werden verdienstelijk weergegeven. Het tooneel was keurig verzorgd. d. B. Het traas-ongelnk. Uit het bericht omtrent het ongeluk met den tram bg de Heilooërpoort, opgenomen in ons vorig nummer, zou men kunnen opmaken, dat de bestuurder van den tramwapon niet geheel vrjj van Fchuld was. Het trgeu- dsel is echter waar. Het kind, dat aan de hand van een meisje liep, werd plotseling losgelaten en kwam toen voor de paarden te loepen. Juist door de flinke tegen- wootdigheid van geest van den bestuurder, die krachtig remde, werd erger onheil voorkomen. Hem komt dan ook lot toe voor de flinke wjjze, waarop hg optrad. GEBOREN. 1 Nov. Elisabeth, d. van Jan Frederik Jansen en Maria Oom. OVERLEDEN. 31 Oct. Maartje van der Sluis, eehtgen. van Nicolaas Hoogland, 50 jaar. TAM ALKMAAR, op Woensdag, 1 Hovenher 1905, 's namiddags te 1 nur. Voorzitter: de heer G. Ripping, Burgemeester. Secretarisde heer C. D. Donath. Tegenwoordig 14 leder. Afwezig met kennisgeving de heeren Kool en Glinderman. De notnlen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter zegt, dat 't hem met groot leed wezen vervult, dat hjj bg bet convoceeren van de ver gadering van heden niet heeft gedacht aan den Katho lieken feestdag. Hij heeft bg den wensch om de begroo- ting af te doen zich niet dezen dag herinnerd. Intns- schen geeft bjj gaarne de verzekering, dot in het vervolg daaimae rekening zal worden gehonden. Spr. dankt de Katholieke leden, dat zjj toch zjjn opgekomen. De heer Kraakman maakt een enkele opmerking, waarvoor de Voorzitter hem dank zegt. 2. Brëedlglag van het nieuw gekozen lid den heer C. van Buijsen. Op voorstel van den Voorzitter wordt allereerst over gegaan tot de beëddiging van het nienw gekozen lid van den raad, den heer O. van Bnjjsen. Door den Sscretaris binnengeleid worden door bot nienwe lid de bij art. 89 der Gemeentewet voorgeschreven eeden afgelegd. De Voorzitter verzoekt daarna den heer Van Bnjjsen de plaats te willen innemen van den heer Moens en wenscht hom geluk met het door de kiezers in hem gestelde vertrouwen. Aanwezig zjjn nu 15 leden. De geloofsbrieven quaestie. De Voorzitter neemt het woord tot het doen van de volgende medeeling In de vorige vergadering is door de heer Glinderman namens de commissie ad hoe medegedeeld, dat de verkla ring bg den geloofsbrief van den heer Van Bnjjsen niet in overeenstemming was met de wet. Spr. heeft toen gezegd, dat hij bereid was de noodige wjjzigicg in de redactie aan te brengen, 't Is echter gebleken, dat de heer Glinder man niet heeft griet op de wijziging van het desbetreffend artikel war ruit volgt, dat het bedoelde stuk wel in overeer- stemming was met de wet, waarom de gevraagde redactie wijziging niet noodig is geworden, daar de verklaring geheel met de wet in overeenstemming is. 3. Mededeellngen en Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat zjjn ingekomen a. een schrjjven dd. 19 Oct. 11. van don heer P. J. Glasz, houdende verzoek om eervol ontslag als lid van het col lege van cnratoren van het Gymnasium. Eervol verleend. b. alsvoren, een schrjjven dd. 26 October 11. van den heer P. J. Glasz, houdende bericht der aanneming van zjjne benoeming tot leeraar in de Hebrcenwsche taal aan het Gymnasium. De Voorzitter stelt voor dit schrjjven voor kennis geving aan te nemen. De heer Kraakman vraagt, of het belang van het Gymnasium 't niet gewenscht maakt een uitzondering te maken en of de heer Glasz niet opnieuw tot curator kan worden benoemd. Daarna wordt het schrjjven voor kennisgeving aan genomen. c. alsvoren, een schrjjven dd. 25 October 11. van den heer S. de Lange P.Bz., houdende bericht dor aanneming van zjjne benoeming tot plaatsvervangend lid der Com missie van aanslag in de Bedrjjfsbelasting, Aangenomen voor kennisgeving. d. alsvoren, een schrjjven dd. 25 October 11. No. 14 van de Gedeputeerde Staten ten geleide van het goed gekeurde eerste suppletoir© kohier van den Hoofdeljjken omslag, dienst 1905, Idem. e. alsvoren, een adres dd. 23 October 11. van de heeren M, A. Bender c.s. om het kreupelhout in de Zniderhont- laan vóór hunne woningen te doen verwjjderen. Gesteld in handen van B. en W. ter afdoening. B. en W. zullen de Commissie voor de plantsoenen raadplegen. f. alsvoren, een adres dd. 26 October 1.1. van de heeren J. en H. Ringers, houdende het verzoek om het eigen domsrecht der gemeente op de stukjes grond ten kadaster bekend Sectie E, Ns. 1723 en 2159 aan hen over te dragen voor eene som van f 19. Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad. g. alsvoren, een adres dd. 30 October 1.1. van F. Böttger, houdende bericht, dat er zjjnerzjjds geen bezwaar bestaat tegen aanwjjziDg eener rooilijn nevens zijne huizen aan den straatweg dan die, welke als rooiljjn most worden beschouwd. Aangenomen voor kennisgeving. h. alsvoren, een adres dd. 29 October 1.1. van Jan Pot, houdende het verzoek een onpartjjdig onderzoek te doen instellen naar den toestand van het telefoonnet in deze gemeente. De heer De Groot stelt voor, dit adres dadeljjk te behandelen en voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten. i'. alsvoren, een schrjjven dd. 30 October 1.1. van Mr. J. L. Steenlack, houdende bericht der aanneming zjjner benoeming tot lid der Commissie tot wering van rchool- verzuim. Voor kennisgeving aangenomen. j. alsvoren, een adres, heden ontvangen, van den heer Jan Pot, waarin de wer scheljjkheid wordt uitgesproken van de benoeming van een deskundige aan de gasfabriek, die voor zijne adviezen wordt betaald. De heer Bosman, die dit adres ook heeft ontvangen, zegt, dat daarin voorkomen verschillende beschuldigingen aan het adres der gasoommissie, die zooveel mogeljjk heeft getrecht het bedrjjf zoo goed mogelgk te behartigen. Als 't waar was, wat de heer Pot zegt, zou de com missie zich aar. verzaim hehboo sohaldig gemaakt. Hjj wil alles laten voor rekening van den heer Pot, maar acht het niet ongewenscht, toch te verklaren, dat de commissie alles heeft gedaan om het bedrjjf zooveel mogelgk aan de eischen te doen bear twoo* den. De heer de Groot zegt, dat boven het adres staat »van den raad" en dat het das niet aan den raad is gericht. De heer de Groot «telt voor ook dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Da heer Bosman zon tevens willen voorstellen over te gaan tot de orde van den dag. De hrer Kraakman vindt, dat dat niet aangaat. De heer Bosman trekt daarna zjjn voorstol in, waarna conform het voorstel van den heer de Groot wordt besloten. k. alsvoren, een schrjjven ven het Bestuur van bet Stads-Ziekenhuis, betreffende verbouwing van de bedoelde ioïichting. Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad. I. alsvoren, een rapport, heden ingekomen van de raadscommissie ad hoc in zake het lokaal, in gebrnikbjj bet G' nootschap Solos Nemo Satis Sapit." De Voorzitter stelt voor dit rapport te doen drukken en in een volgende vergadering te behandelen. Aldus besloten. m. een voorstel, heden ingokomen, van het lid dezer vergadering, den beer van Bnjjsen, verband houdende met de voorgenomen reorganisatie van de Meisjesschool cn de Burgersohool. Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad, B. en W. zullen dan tegeljjk hierover adviseeren met het rapport, dat van het onderzoek iu de secties wordt opgemaakt. 4. Benoeming van een lid der commissie voor de belastingzaken enz. In plaats van het afgetreden lid, den heer Moens, wordt tot lid dezer commissie benoemd de heer Kool met 9 stemmen. Er bljjkt een vergissing plaats te hebben gehad, daar er één stem te veel is uitgebracht. Deze stem heeft echter geen invloed gehad op den uitslag der stemming (het bljjkt dat de heer van den Boech ook zijn stembriefje voor de volgende benoeming in de bus heeft gedaan). De stemming wordt na een opmerking van den heer Kraakman geldig verklaard. 5. Benoeming van een Ud der commissie voor de plantsoenen. In plaats van bet afgetreden lid, den heer Moens, wordt bg tweede vrjje stemming tot lid dezer commissie be noemd de heer Glinderman met 8 stemmen. 6. Beroep op den Raad van een beslissing van B. en W. met betrekking tot een rooilijn. Het voorstel luidt om aan den heer J. Dorregeest als i atwoord op zjjn adres in beroep d.d. 14 October j.l., dat in de vergadering van 18 October in handen van B. en W. werd gesteld om advies, te berichten, dat art. 29 der Bonw- en Woningverordening geen anderen uitleg toelaat dan dien, welke bereids door B. en W. is gegeven. De Voorzitter zegt ter toelichting, dat het in de bedoeling ligt de bouw- en woningverordening in ver band met dit adres te herzien. Door den heer Dorregeest, is medegedeeld, dat door een commissie van aannemers zal worden nagegaan, welke wijzigingen in de verordening noodig zjjn. Nog geeft de Voorzitter te kennen, dat door B. en W. ook opdracht is gegeven aan den gemeente-architect B. en W. te dezer zake van advies te dienen. De heer Uitenbosch zegt, dat nit de toelichting van B. en W. bljjkt, dat Dorregeest niet anders zon knnnen bonwen. De Raad zou toch een wjjziging kunnen brengen. Zoolang de verordening niet is gewjjzigd, kan Dorregeest du niet gaan bouwen. De Voorzitter zegt, dat aan Dorregeest in over weging is gegeven in de Nieuwpoortslaan te beginnen. Aanvankeljjk had hjj daarnaar wel ooren, maar later niet. Met sloopen kan alvast begonnen worden. De heer Uitenbosch antwoordt dat het zeer wel mogelgk is, doch dat de heer Dorregeest van plan is het oude gebouw te sloopen. De Voorzitter zegt daarop, dat hg dat gerust zal kannen doen- De heer Uitenbosch is echter van oordeel, dat wanneer de heer Dorregeest niet weet waar de rooiljjn kan komen hjj niet verder kan gaan, daar hg dan niet weet hoe groot zjjn woningen kannen worden. Hjj zou daarom willen, dat alvast de rooilgu werd vastgesteld. De V oorzitte r heeft daartegen bezwaar, waarop de heer Uitenbosch zegt, dat het wel mogelgk is dat do raad daar ter plaatse een nienwe rooiljjn vaststelt. De heer Bosman geeft in overweging om ter tege moetkoming aan de wenschen van den adressant en zijn pleitbezorger in den raad, den heer Uitenbosch, de bouw verordening voorloopig te wgzigen. Da heer Cohen Stuart noemt 'fc gevaarljjk aldus te gaan vooruit loopen. Spreker meentdat de Raad de rooiljjn zon kunnen bepalen. De heer Kraakman zegt, dat de Raad verplioht is de rooiljjnen aan te wjjzen. Wanneer de Raad de rooilijn voor dit gedeelte van den straatweg nog niet heeft bepaald acht hg 't niet mogelgk voor dit geval de rooilijn aan te wjjzen. Wellicht kunnen B. en W. den Raad voorstellen voor deze perceelen een bjjzondere rooiljjn vast te stellen. Deskundig bezwaar kan er niet zjjn, wat men in de heele gemeente kan doenkan ook daar. Voor dit geval is 't wenscheljjk wat spr. nader uiteenzet. Dan behoeft er bjj de nadering van den winter niet gestaakt te worden. De heer Van den B o s o h wil aan art. 29 een uitlegging geven, waardoor men geholpen is. Dan kan de Raad e»n rooiljjn vaststel'en. Beter is 't natuurljjk art. 29 later te wgzigen, opdat meer vrjjhoid gegeven worde aan B. en W., doch voor het oogen blik zouden de partgen gebaat zjjn. De Voorzittter zegt, dat de heer Van den Bosch dos verder wil gaan dan de heer Kraakman. Op de teekening worden verdere aanwijzingen gegeven waarop de discussie aan de tafel van B. en W. wordt voortgezet. De heer Kraakman geeft daarop als zjjn gevoelen te kennen, dat B. en W. moeten weten, wat ze te dezer zake zullen doen, daarom stelt hij voor, dat de rooiljjn door B. en W. zal worden vastgesteld zooals zjj meenen, dat het voor dit bjjzondere geval noodig is. De heer Bosman acht den Raad niet bevoegd de rooiljjn vast te stellen. Het middel van den heer Kraak man kan dus z.i. niet dienen. De heer Boelmans ter Spill zegt, dat de Raad zich op den verkeerden weg bevindt. Waar bljjft men, als de Raad hierin beslist Als B, en W. de verordening niet goed toepassen, kan men daartegen in beroep komen. Doch niemand kan zeggen, dat hier zoo'n geval aanwezig is. Nu wil men echter ter sluiks het artikel der Bouw verordening ter zjjde stellen. Die verordening geeft dui- ljjk aan, welke rooiljjn men moet nemen. Beter is 't, het bewuste artikel zoodanig te wgzigen, dat B. en W. ruimere hand krjjgen on afwjjkingen kunnen toestaan. Zoo'n wijziging is spoedig te ontwerpen en dan kan de heer Dorregeest zjjn gang gaan. De heer Cohen Stuart kan zich met een herziening vereeniger, niet mot den weg door den heer Bosman aange geven om de verordening te wjjzigeu en na overleg met de heer Dorregeest deze maar vaat gelegenheid te geven om voort te gaan. De wjjziging zal toch door den raad en Ged. Staten nog moet worden goedgekeurd. Daarom is 't gevaarljjk. Wat betreft hetgeen de heer Boelmans ter Spill heeft, gezegd, merkt hg op, dat de raad wel dogelgk bevoegd is die rooilijn vast to stellen. Wat zou den raad ze)Fa beletten desnoods een nieuwe rooiljjn vast te stellen. Dat staat den raad ten allen tjjde vrjj. Het artikel zegt het zelf. Als men het nu zoo opvat, dat de rooiljjn moest zijn vastgesteld voordat de verordening werd gemaakt, dan kan men met den heer ter Spill meegaan maar hjj betwijfelt of dat de bedoeling is. De verordening te wgzigen komt hem thans niet gewenscht voor. Vervolgens wjjst hjj nog op het verschil van ge voelen tusschen hem en den heer Ter Spill in zake het begrip rooilijn. Hij zegt tea slotte er voor te zjjn, dat de rooiljjn wordt vastgesteld door B. en W. nadat de rand daartoe de machtiging heeft verleend. De heer Van den Bosch zegt, dat 't hem ge noegen doet, dat ook de hoer Cohen Stuart meent, dat art. 39 kan worden uitgelegd als door hem is aan gegeven. Nu acht hjj 't beste ook aldus to handelen. Spr. wil dus, dat de rooilijn door den Raad wordt vastgesteld, zooals B. on W. die in overleg met den heer Dorregeest bepalen. De heer Kraakman wil, dat er gesproken zal worden vanna overleg. Hjj dringt er nogmaals op aan, dat B. en W. de rooilijn voor dit bijzondere geval zullen aangeven, waarna de Raad daarover zal beslissen. De heer Cohen Stuart kan wel met het voorstel van den heer Van den Bosch meegaan. Hjj meent dat het op hetzelfde neer komt. De heer Kraakman handhaaft zijn voorstel, waaruit blijkt dat de Raad eigenlijk de rooiljjn blijft vaststellen. De Voorzitter zegt, dat dan het doel van spoed niet wordt bereikt. Want dan moet er eerst weer een Raadsvergadering worden gehouden. Na eenige discussie richt de Voorzitter tot den heer Cohen Stuart het verzoek zjjn voorstel schrifteljjk in te dienen. De heer Bosman wil het voorstel nog eens hooren. De heer Cohen Stnart licht het nog eens toe, waarna het voorstel wordt aangenomen, zoodat dus na overleg met den heer Dorregee3t deze vergunning zal krjjgen om ten spoedigste met bonwen te beginnen. (De heer Glinderman is inmiddels ter vergadering gekomen.) 7. ©cweeiitefoegrootlng dienst 1900. Het totaal bedrag der inkomsten en uitgaven is ge raamd op I 469,626.91'/j. Algemeene beschouwingen. De Voorzitter geeft gelegenheid tot het houden van algemeene beschouwingen. De heer Kraakman zegt, dat de bedoeling van de opmerking naar aanleiding van de ontvangsten door een der secties gemaakt, de bedoeling heeft om alleen er op te wjjzen, dat er zuinigheid moet worden betracht. Hg wjjst er rp, hoe het batig saldo door deze begrooting geheel wordt opgebruikt. Het saldo van f 17C00 ruim wordt ingekort tot een post van onvoorzien van niet meer dan f 2670,88. Daarop heeft de sectie willen wjjzen, en anders niet. Ten slotte zegt bijlaten we zuinig zjjn en geen onnoodige uit gaven doen. De heer Vonk zegt, dat de cjjfers niet zoo ongunstig zjjn als 't wel Ijjkt. Het saldo is niet zoo belangrjjk ingekort, het bedrag van de onvoorziene uitgaven is steeds zeer klein geweest. De ontvangsten vloeiden steeds milder dan zjj werden geraamd. De vraag is slechts, of de ont vangsten zjjn opgeschroefd. Reden tot ongerustheid bestaat er z. i. niet. Uitgaven. Hoofdstuk 1. Kosten van huishoudelijk bestuur. Hot to taal van dit hoofdstuk is goraamd op f 222C0. Art. 14. Schrijf- en bureaubehoeften. De eerste sectie acht hft wenscheljjk, dat in drnk verschjjne een register op de vigeerende plaatseljjke verordeningen. De vernieu wing van het bestaande register wordt door B. en W. toegezegd. Goedgtkeurd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 2