No. 167.
Honderd en zevende jaargang. Vrijdag 3 Nov. 1905.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
mm
DE RUNXPUT.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
Met belangstelling en erkentelijkheid heb ik kennis
genomen van hot door H. E. v. G in aw geëerd blad
gepubliceerde betreffende da Rucxput
In het naschrift, dat Uwe radactie onder dit artikel
plaatste, zegt U gaarne gastvrijheid roe aan hen die in
deze een andere meening zouden hebben en van die
gastvrijheid wil ik gaarne gebruik maken.
Echter niet om tegenover des Heeren v. G. a meaning
betreffende de identiteit van het gevonden putje eene
andere te stellen, met ZEd. ben ik, en de in deze zaak
het meest gezaghebbende, het volkomen eens, dat daar
omtrent grond tot redelijken twgfel bestaat en men niet
van absolute zekerheid mag spreken, zoolang ook niet
het geheele kapelland onderzocht ia. Nu echter het
zoogenaamde kapelland te Heilo meer en meer bezocht
wordt en de pers zich met dit bezoek bezig houdt, is
het nuttig en goed, duidelijk toe te lichten wat is ge
schied en wat men verwacht.
Hiertoe diene het volgende
Ter plaatse, in de gemeente Heiloo bekend onder den
naam »Kapel«, stond reeds in de Middeneeuwen een
kapel toegewjjd aar de H. Maagd Maria, die daar werd
vereerd onder den titel van O. L. V. ter Nood. Bjj die
kapel bevond zich volgens de overlevering een put ge
naamd >de Rnnxput*van daar sprak men over het
Heiloër kapelletje, als van de kapel van O. L. V. ter
Nood of ter Runxputte.
Met de reformatie verdween, zooals bekend is, en nu
nog onlangs door Pater Janssen in de N. N,-H. werd
verhaald, de kapel en de pnt.
De Katholieken echter bleven, zooals sjj dat vroeger
hadden gedaan, ter bedevaart gaan, naar da plaats waar
de kapel had gestaan, zelfs toen èn kapel èa put ver
dwenen waren.
Zjj deden dit niet omdat er e8ne devotie bestond voor
de put, maar uit devotie tot de H. Maagd Maria, van
wier voorspraak zij van God vooral daar hnlp ver
wachtten.
Die bedevaarten hadden, ondanks de daarop betrekking
hebbende plakaten, plaats tot in het begin der vorige
eeuw. alhoewel tot op den dag van heden kapel*, al
was het dan ook slechts door enkelen, bezocht bleef.
De kapelgrond was in den loop der tijden, na lang
in andere handen te zijn geweest, weder in het bezit
gekomen van de R. K. Parochie van Heilo en sinds
jaren was het een lievelingsidee van de Katholieken, dat
daar ter plaatse, waar eenmaal de kapel van O. L. V.
ter Nood had gestaan, een nieuw bedehuis zoude wosden
gesticht. Die plannen hebber, dit jaar vaster vorm aan
genomen en nu was het natuurlijk dat men trachtte om
zoo mogeljjk de fundeeringen te vinden van de oude
kapel, omdat, alhoewel het ter zake niets afdoet, men
het nieuwe bedehuis het liefst op de eigen plek zonde
zien waar eens het oude kapelletje stond. Ten dien einde
hadden opgravingen plaats en een gedeelte van het onde
kapelland werd onderzocht. Was het wonder, dat toen
men daar een van ouden datum getuigende put vond,
de eerste gedachte was, dat de onde Rnnxput was ge
vonden
De kerkeljjke overheid van hetgeen geschied was op
de hoogte gesteld, maande aanstonds tot groote voorzichtig
heid aan, en drong er op aan om zich wel te vergewissen
of men de oude put had of niet en Uwe geachte redaotie
zal zich waarschjjnljjk wel herinneren, dat wjj op uw
bureau over deze zaak sprekende er op gewezen hebben
dat bet slechts een vermoeden was, dat de ge ronden put
de Rucxput zoude zjjn. Om hieromtrent zekerheid te
hebben, kon men zich zeker niet beter wenden dan tot
de H.H, C. W. Bruinvis en Dr. van Gelder, onzen kon
digen archivaris eu adjunct-archivaris, die beiden met de
moest mogeljjke welwillendheid inlichtingen verstrekten
en zich voor de zaak interesseerden; genoemde Heeren
weten dat men in deze alleen de waarheid zocht en met
de grootst mogelijke voorzichtigheid te werk wilde gaan.
Toen vooral, dank zjj de onderzoekingen van den Heer
v. G,, die zich ten dien einde meermalen naar het kapel
land had begeven, er gegronde twijfel bestond, of de ge
vonden pnt wel de onde Rnnxput was, werden van de zjjde
van den Z.Eerw. Heer Pastoor, zoowel als van de
zjjde van hen die zich voor den bouw van de nieuwe
kapel interesseerden, de menschen er op gewezen dat er
geen absolute zekerheid bestond dat de gevonden put de
Rnnxput was, en ware het niet dat er eene vergissing
of verzuim gepleegd was, de put zou niet hooger opge-
metseld gebleven zijn dan het maaiveld. Er was s.tn 1.
een gift ingekomen om de gevonden pnt te restanreeren
eu met wat al te grooten jjver was daarmede een aanvang
gemaakt, maar op verzoek van bovengemelde personen,
werd het werk gestaakt en nog kan men zich alle dagen
overtuigen dat de put onafgewerkt staat in afwachting
dat verders nasporingen meerdere zekerheid zullen hebben
verstrekt. Ter plaatse echter waar naar alle waarschjjc-
Ijjkheid de oude kapel heeft gestaan, Is esn eenvoudig
kruis geplant en een bidbank gesteld en die plek is het
Naar het Fransch van Tliéodore Cahn.
11)
Eene bijna niet merkbare aandoening doortrilde de
markiezin.
«Arm kind,« sprak ze.»En |wie heeft ja dan groot ge
bracht ?c
«Ik werd aan den kant van eene sloot gevonden met
nog een ander meisje; lang heb ik gedacht, dat zij
mijne zuster was. Naderhand vernam ik pas, dat het
een kind was van den man, die mij gevonden had. Wij
moesten toen leeren bedelen, we moesten toch aan den
kost komen: Later werden we door hem aan eene vrien
delijke dame te Parijs afgestaan. Zij heeft toen verder
voor onze opvoeding gezorgd, en uit haar huis ben ik
getrouwd.®
»En hoe heet die dame
«Gravin de Valdieu. Zij is altijd voor mij eene goede
tweede moeder geweest.«
»En heb je geen enkele herinnering aan je vroegere
kinderjaren
«Ja, wel wat, maar dan toch heel vaag; er staat mjj
die do Katholieken ook nu tot bazoek aantrekt. Het is
zeker ook waar, dat er velen zjjn, die iu de hoop, dat
de bestaande put de oude Rnnxput mocht zjjn, daarvan
water halen on dit gebruiken, maar dan zij hier ook
opgemerkt, dat de Katholieken noch aan dit, noch aan
ander water als zoodanig wonderbare kracht tosschrjjven,
maar het alben gebrniken vertrouwende op God's Al
macht en de voorspraak van de H. Maagd Maria en,
alhoewel dit gebrnik op geen enkele wjjze wordt bevorderd
of aangemoedigd, daar de officieele sanctie in deze niet
is gevraagd of verleend, kan er in geen geval sprake zjjn
van geloovigen die slachtoffers worden van de devotie
tot den put.
Dit echter behoort niet tot des Heeren v, G.'s terrein
en dankbaar nemen wij dan ook akte van zijne verklaring,
dat hjj de devotie zelve geheel in haar waarde laat en
eerbiedigt.
Inmiddels zjj het hier nog eens dnidsljjk herhaald;
niet het zoeken van of het bevorderen van eerbied of
devotie voor een pnt, is doel geweest van hetgeen te
Heilo is geschied, men wensoht alleen te bevorderen de
devotie tot de H. Maagd Maria, die daar ter plaatse
sinds eeuwen op bjjzondere wjjze is vereerd en dit te
doen, zoo mogeljjk door het stichten van een kapel of
bedehuis. Wanneer verdere opgravingen de Rnnxput
zouden doen vinden op de door den Heer v. G. als de
meest waarschjjnljjk geachte plaats, dan moge dit uit
historisch oogpunt beschouwd, een zeker zeer merkwaar
dige vondst zjjn, maar men zal wel doen zich dan te
herinneren dat het zoeken van den put geen doel was en
zou die put gevonden worden er dan ook niet meer
waarde aan toe te kennen dan door de kerkeljjke over
heid zal worden gedaan. Men hoede zich in deze even
als in alles voor overdrijving, en daarom is het hier wel
licht hier de geschikte plaats, om een enkele opmerking
te maken, n.l. deze: Wanneer eenmaal, en wjj Katho
lieken, hopen spoedig, op »Kapel« een nieuw bedehuis
zal verrijzen, dan zal ongetwijfeld het bezoek, dat nn
reeds groot is, nog belangrjjk toenemen, maar dit wettigt
toch niet, dat men nu reeds argelooze koopers bjj adver
tentie tracht te verschalken om daar grond te koopen,
onder voorgeven dat ter plaatse hotels en pensions waar
schjjnljjk wel noodig zullen zjjn. Een ieder wachte zich
voor schade en men zjj voorzichtig en wachte liever af
wat de toekomst zal brengen.
Ten slotte nog dit. De Heer v. G. heeft door het plaat
sen van zjjn artikel een zeer nuttig werk gedaan, door
met zjjn gezag te steunen, hetgeen zooals hierboven
reeds is opgemerkt van den beginne af door de Katho
lieke geestelijken, meer bjjzonder door den Zeer Earw.
Heer pastoor van Heilo en auderen aan bet volk is voor
gehouden, n.l. dat het zsor onzeker is, dat de gevonden
put de Ruuxput is en dat men dus wel zal doen daar
omtrent meerdere zekerheid te verlangen. Daarom kan
hetgoen Z.Ed, in het belang dezer zaak heeft gedaan,
niet genoeg op prjjs worden gosteld, terwjjl bovendien
zijne aan wijzingen waarscbjjnljjk van groot nut zullen
bljjken te zjjn bjj verdere opgravingendaarom zjj hem
hier gaarne openljjk en van harte dank gezegd voor zjjn
artikel en voor zjjne vele bemoeiingen in deze. En hier
mede neem ik afscheid van dan belangstellenden lezer,
echter niet zonder ook een woerd van dank te richten
tot uwe geachte redactie voor de zoo welwillend aange
bodene gastvrjjheid, die ei kenteljjk is aanvaard geworden.
A. v, d. B.
Waar op het oogenblik de correspondenten derbuiten-
landsche bladen in Rusland als om s'riji seinen, dat zij
uit den toestand, waarin Rusland verkeert,
niet goed wjjs kunnen worden, daar is 't kwalijk van
ons te ve gen, dat wjj hier te Alkmaar daarover een
beider licht zullen ontsteken.
Wat wjj alleen knanea zeggen is, dat or naast teekenen
van terngkeerende kalmte ook verschijnselen van toe
nemende aanwakkering der hartstochten zjjn.
Gtaaf Witte weet zelf niet wat de afloop zal zjjn van
de crisis, die Rusland thans doorleeft. Uit den mond
van een boezemvriend van den minister heeft da Peters
burgsche correspondent vun de Temp» vornomen, dat
Witte vertrouwen blijft op de zegepraal van het gezond
verstand en het politiek tactgevoel, eigen aan het Rus
sisohe volk. De revolutionnairen zoo oordeelde de
minister eischten een cocstitueerende vergadering
anders dreigende met voortzetting van de algemeene
werkstaking, maar zonden zjj die bedreiging knnnen uit
voeren Zonden de werklieden soms altjjd willen bonge
reu De graaf verwachtte veel goeda van zjjne door den
Keizer goedgekeurde wjjziging van het Doema-ontwerp,
welke de Doema in de gelegenheid stelde, haar reglement
zelf te herzien naar den eisch der omstandigheden, zoo
dat de Doema op slot van rekening niet zou ve'schillen
van de verlangde constitneerende vergadering. De zegs-
man van den oorrespondent der Temp», door dezen ge-
nog iets voor den geest van een kasteel, mooie meubels,
schilderjjen en o ja, in het park eene kleine kapel,
en dikwijls zat ik bij eene vriendelijke, mooie dame op
schoot.«
De markiezin luisterde met toenemende belangstelling.
»Heb je geen enkel souvenir aan dien tijd? Geen
medaillon, geen kettinkje
«Neen niets, mevrouw.«
«En zou je het heerlijk vinden je moeder terug te
vinden
»Och mevrouw, dat behoeft u me toch zeker niet te
vragen.®
«Misschien zou ik je kunnen helpen,«
«Mevrouw, zou ik u genoeg kunnen danken voor dat
vriendelijk aanbod?®
«Je heet toch Marguérite, hé Iemand in onze familie
heeft jaren geleden ook een dochtertje verloren, maar
dat droeg een anderen naam.«
«Mijn naam is me ook gegeven door mevrouw de
Valdieu. Ik heb niet altijd Marguérite geheeten.«
De markiezin kreeg een flauwe hoop, maar misschien,
dacht ze bij haar zelve, is het een berekend gezegde.
«Toen ik door mevrouw de Valdieu aangenomen
werd, heette ik Lucie,® voegde de jonge vrouw er bij.
«Lucieriep de markiezin uit, terwijl ze uit haar
stoel opsprong met wijd geopende oogen. Maar dadelijk
dwong ze zich tot kalmte, en sprak op gewonen toon:
«Ik geloof, dat het kindje, dat ik bedoel, ook Lucie
heette, maar zeker weet ik het niet."
Haar dochtertje heette inderdaad zoo, maar misschien
kon het hier niets dan bloot toeval zjjn.
Mevrouw de Montgrand had haar plan gemaakt;
vraagd, of bjj zelf dacht, dat hst volk zoolang gedold
zon willen oefenen, antwoordde mistroostig»Neen, wij
komen te laat. Wjj knnnen hoogstens hopen, dat wij het
nienwe werk ten einde mogen brengen, maar de zeker
heid ontbreekt oub wjj arbeiden in de duisternis en in
't onbekende." Deze ontmoedigende woorden kwamen
den correspondent des te opmerkeljjker voor, omdat zjj
volgens hem cok de werkeljjke gemoedsgesteldheid van
graaf Witte zelf zouden weerspiegelen.
Over het algemeen luiden de berichten uit Peters-
burg wel iets gunstiger. »De meerderheid des volks,*
zegt dr. Dillon in de Daily Telegraph, »begint te beseffan
de wjjde strekking dor zegeningen hun toegedacht, waar
van zjj nog niet begonnen zijn te genieter. Alom vraagt
men thans rust. Petersburg krjjgt weer zjjn gewoon
aanzien. Da straatgerechten tnsschen de »rcoden« en
witten* zjjn niet bloedig meerzjj eindigen meestal
met de overwinning de «witten* wier aantal toeneemt.*
De treinen bereiken ook Petersburg wsder, wat bewjjst
dat de spoorwegstaking verzwakt.
Te Moskon is insgeljjks de dienst weer op ver
schillende lijnen hervat. Daarentegen komen er uit andere
deelen des Rjjks erbarmeljjke berichten.
Zoo wordt uit Odessa geseindEr heerscht
hier volslagen anarchie. De stad is in de maGht van
honderden fielten, die met de politie kameraadschappelijk
omgaan en de hoofdstraten doortrekken met vlaggen,
portretten van den Keizer en heiligenbeelden, het volks
lied zingende en alles wat hnn in den weg komt ver
nielende. Tal van winkels en huizen zijn verwoesthet
bureel van de radicale courant is leeggeplunderd. De be
volking, door een paniek aangetast, durft hare woningen
niet verlaten. Den heelen dag gaat het vnren door. Er
komen telkens hospitaalwagens voorbjj met dooden en
gewonden.
Uit Rostof aan den Don wordt gemeld, dat de
door de gees tel jjkheid aangewende poging om de ge
moederen door een kerkeljjkon ommegang te kalmeeren,
vrnchteloos is geweest. De uitspattingen worden steeds
dolzinniger. De plundering gaat door. De stad is in
handen van het gepeupel. Onophoudelijk wordt er ge
schoten. De gasthuizen liggen vol gekwetsten en dooden.
't Is gevaarljjk op straat te komen.
Uit Kazan wordt gemeld, dat daar ter stede een
uit 400 werkliedeu en studenten saamgestslde militie is
opgericht, die met aan de politie ontnomen wapens is
uitgerust. Gedurende den nacht trokken patrouilles van
deze militie door de straten. De rust werd nergens
gestoord.
Te Warschau werd Woensdag om negen nur een
volksmenigte voor de gevangenis uiteengejaagd door ko
zakken en ulanee, waaibij 16 menschen gedood en 30
zwaar gewond werden. Volgens de bevalen, nit Peters-
burg ontvangen, worden de troepen in de kazernes terug
getrokken. De stad is thans rustiger.
Een particulier telegram aan de Daily Mail u i t
Kief meldt, dat de volksmeaig-.e het stadhuis binnen»
drong en de keizerlijke emblemen vernietigde. De troepen
doodden 40 personendriehonderd menschen werden
in hechtenis genomen vele soldaten werden gedood. De
advocaat Rattner sneed nit een levensgroot portret van
den Czar het hoofd en stak door de opening zjjn eigen
gezichtzoo hield hjj een redevoering. De plundering
van de winkels en huizen der Joden is in vollen gang;
de troepen en de politie nemen daaraan deel.
Ook de Finnen doet zich krachtig gelden. De parti
culiere correspondent van de Matm te Helsingfors
seint dat op 31 October prins Obolensky en de Senaat
officieel, op een publieke plaats, in tegenwoordigheid dor
geheele bevolking, afstand gedaan hebben van het gezag.
De Finsche vlug waait overal. Dit vorhaal wordt ongeveer
bevestigd door wat de Petersburgsche correspondent van
do Petit Parisien vernam van een reiziger, die pas nit
Finland is aangekomen. Volgens dezen hadden de sens»
toren zich reeds onderworpen en hnn verklaring in hel
publiek afgelegd. Prins Obolensky had beloofd hetzelfde
te doen. Ia werkelijkheid bestond geen Russisch bestuur
meer. De correspondent voegt daaraan toe, dat de minister
voor Finland hem de waarheid van dit verhaal bevestigde.
Wat een bedenkeljjk verscbjjnsel is te noemen is dat
T r e p o f, wel verre van afgedankt te worden, over meer
macht dan ooit schijnt te beschikken. Hjj tracht, naar
't heet, Witte's invloed te ondermjjnen door beurtelings
het volk iets toe te geven en dan uitingen van het
volk te onderdrukken. De hofpartij schijnt de jongste
gebeurtenissen niet te kannen verkroppen. Dat blijkt ook
hieruit, dat Woensdag slechts weinigen de dankzegging
in de Kazansche kerk to Petersburg bjj woonden, ofschoon
de Czar het bevel tot den dienst gegeven bad. Behalve
een tweehonderd garde-officieren waren er sleohts een
driehonderd burgers bjj tegenwoordig.
Overigens ontkomt men ook bij de tegenwoordige on
lusten in Rusland niet aan het feit, dat er wel eens
ernstiger berichten worden verspreid dan met de waarheid
overeenstemt. Men weet, om een voorbei-ld te noemen,
nog wol wat er gemeld wordt omtrent do Zwarte
ofschoon ze zeer zenuwachtig was, wilde ze zich, het
kostte wat het wilde, bedwingen, ze moest eerst met
zekerheid weten of ze hier niet met eene intrigante
te doen had.
Als het eens allemaal gelogen was, wat die vrouw
haar vertelde Maar neen, ze kon dat niet gelooven.
Ze herinnerde zich, dat hare Lucie op den rechterarm
een vlek had, die de dokter haar bij de geboorte ge
wezen had.
»Toe«, zei ze, «zou je me eens je rechter arm willen
laten zien
Marguérite voldeed aan dit verzoek.
De markiezin zag nu duidelijk, zonder een spier in
haar gelaat te vertrekken, de bewuste plek.
«Geen twijfel meer mogelijk®, dacht ze bij zichzelve.
«Welk eene marteling hieronder kalm te moeten
blij ven,Haar hart dreigde te bersten.
«Maar om Julia te overtuigen,sprak ze bij zichzelve,
«moet ik nog sprekender bewijzen hebben, doch. laat
het voor vandaag genoeg zijnwelke aandoeningen
overstelpen me. Ik wil nog heden naar gravin de Val
dieu schrijven, die me misschien eenige inlichtingen
kan geven."
Hierna zeide ze Marguérite goeden dag, haar op het
hart drukkende de voorstelling van morgen niet te ver
geten. Ze vertelde van dit onderhoud niets aan hare
dochter noch aan haren schoonzoon, maar onmiddellijk
schreef ze eenen brief aan mevrouw de Valdieu, dien
ze zelf op de post bracht. Ze stelde de gravin eenige
vragen met het vriendelijk verzoek, die zoo spoedig
mogelijk te beantwoorden.
Vier dagen later ontving ze een antwoord, beves-
Zee-vloot. Ea z'ot, thans bericht een telegram dat
deze vloot, onder de vlag van den Minister van Marine,
admiraal Birilef, voltallig te Sebastopol is teruggekeerd.
Vrijdagmorgen, Het nieuwe manifest van de Russische
regeering dat zich tot de gemeenschap wendt met het
verzoek om mede te werken tot het herstellen van een
ordeljjken staat van zaken, moet in de Petersburgsche
kringen een gunstige u i t w o r k i n g hebben. Da
Petereburgsehe correspondenten van de Vossische Zeitung
en het Berliner Tagehlatt berichten althans dat, er aldaar
verbetering in den toestand valt waar te nemen.
De Moskonscbe correspondent van de Standard maakt
melding van een merkwaardigen ommekeer in de ge
voelens van het volk. Een algemeene verbroe
dering is in de plaats getreden van den vroegeren
ouderlingen wrok onder de burgers. Lieden, die elkaar
geheel vreemd zjjn, omarmen elkaar. De restanrants en
koffiehuizen zjjn stampvol. Vergeven en vergeten schijnt
voor het oogenblik de lenze. Talrjjke benden nit bet
volk trekken door de straten ender het roepen van
vrjjheid vrjjheiden onder het zingen van het, lied
leve de Czar I gevolgd door de „Marseillaise". Talrjjke
vrouwen doen mede.
Daarentegen komen uit Odessa, Warschau en andere
plaatsen nog steeds berichten over plundering en
anarchie. Ook Finland verkeert in volslagen
oproer. De Russische soldaten te Uleaborg hebben
zonder eenigen tegenstand hnnne wapens uitgeleverd.
De Russische naambordjes aan de straten werden over
geschilderd. Te Tornea gaven zich 150 vrijwilligers op
voor het handhaven van de orde. Gisteren werden te
Tornea, Kemi en Uleaborg Finsche vlaggen uitgehangen,
gisterenavond waren alle steden in Finland geïllumineerd.
De democratische en revolutionaire
p a r t jj e n hebben thans haar minimnm-eischen kenbaar
gemaakt. Deze zijn1. geheime stemming2. kiesrecht
voor alle manneljjke meerderjarige onderdanen3. alge-
beele afschaffing van het tegenwoordige regeerstelsel
4. afstand van den Czar5. instelling van een republiek
op socialistischon grondslag.
De twee partgen hebben den stenn van de groote
massa van de werkende klassen, de >Boendisten«, do
uiterste liberalen, den ontwikkelden boerenstand eu bjjna
alle Polen en Finnen, en zjj vinden ook instemming bij
een klein gedeelte van leger en vloot.
Men herinnert zich wellicht nog, dat wij te Alkmaar
van den zomer op 'n Vrijdag een invasie van Denen
hebben gehad. Wij hebben meegeholpen om het
gezelschap inlichtingen te verschaffen. Dat is een dank
baar werk, want voor hetgeen men vertelt krjjgt men
ruimschoots mededeolingen terug, die men als journalist
te eeniger tijd kan te pas brengen.
Zoo reden wij 's avonds door de bosschon van Heiloo
in gezelschap van een der Denen. Er hingen donkere
luchten. Soms viel er een regenbuitje. Daar doet de
zon plotseling pogingen om nog even door de wolken
lagen heen te boren, zoodat wjj kregen dat eigenaardige
»valsche" licht. Toen zei onze Deen„Dat noemen wjj
bjj ons een Zweedsche zon". En in het verdere gesprek
vertelde hij, dat de Denen altijd de Zweden met achter
docht beschouwen.
Wjj dachten daaraan gisteren, toen wjj in een der
bladen het volgende bericht vonden, dat wjj nu onzen
lezers aanbieden
De Zweden, die thans vlaggen en feestvieren, schijnen
blijde te zjjn nu eindelijk het zoo lang hangende geschil
tot een oplossing gekomen is De opgewonden stemming
jegens de Noren, heeft nu plaats gemaakt voor een
onverschillige. Doch de Zweden zjjn minder
vriendelijk gezind jegens de Denen. Sedert
de Deensche trooncandidatuur voor Noorwegen aan
waarschijnlijkh'-id gewonnen heeft, nomen de uitvallen
van de Zweedsche pers togen Denemarken toe. Vooral
de zeer conservatieve bladen spreken do vrees uit dat
het Deensche Koningschap in Noorwegen leiden zal
tot een Deensch-Noorsch verbond teg n Zweden, zoodat
later niet meer Zweden, doch Denemarken de eerste
rol zal spelen onder de Skandinavische Staten. Zelfs drei
gen deze bladen om de Deensche trooncandidatuur te
verjjdelen met een oeconomischen strijd.
In Denemarken is men door deze vjjandsehap onaan
genaam getroffen. Het Deensche hof en de regeering
hebben, tijdens de onderhandelingen met Noorwegen,
de Zweedsche regeering steeds van alles op de hoogte
gehouden. En zeker zullen geen maatregelen getroffen
worden, die nadeelig werken op de Zweedsche belangen
of kwetsend zijn voor Zweedsche gevoelens. Wanneer
Denemarken het Noorsche aanbod sympathiek begroette,
aldus de Zweedsche correspondent van de Nat. Ztg.,
dan geschiedde dit niet het minst met het oog op de
belangen van het geheele Noorden. Overigens hoopt
men dat de Zweedsche ontstemming slechts van v.orbij-
gaanden aard zal zijD.
tigende alles wat Marguérite haar verteld had met nog
enkele bijzonderheden. Lucie was haar werkelijke naam,
en de man, die haar de kinderen had afgestaan had
haar later geschreven, dat hij nu weer te Saint-Tropez,
zijne geboorteplaats, woonde, hij noemde zich Jacques
Reijbaud.
«Dat die man uit Saint-Tropez afkomstig is®, sprak
de markiezin, nadat ze den brief gelezen had tot zich
zelve, «is dunkt mjj eene aanwijzing te meer, maal
laat ik vóór alles trachten dit verband op te sporen®.
Ze informeerde eens bjj haar personeel en vernam, dat
er werkelijk een Jacques Reijbaud te Saint-Tropez had
gewoond. Jaren geleden was hij verdwenen, tot dat hij
op eens weer uit de lucht was komen vallen en na
een kort verblijf naar Marseille vertrokken was, na
eenigszins met de justitie overhoop gelegen te hebben.
«Dan naar Marseille®, dacht de markiezin.
Dien avond deelde ze alles aan hare dochter en schoon
zoon mede en gaf als hare overtuiging te kennen, dat ze
eindelijk op het rechte spoor was.
De baron deelde volkomen het vermoeden zijner
schoonmoeder, maar vond toch ook, dat men, vóór nog
verdere stappen te doen, moest trachten dien Reijbaud
op te sporenhij was misschien de eenige, die ver
dere inlichtingen kon geven.
Julie sprak geen woord, alleen wierp ze zoo nu en
dan woedende blikken op hare moeder en haren man.
Wordt vervolgd.)