BTADBMIE IJ W S. Het Koninklijk Fchtgtaar. H. M. de Koningin en Prins Hendrik hebben gisteren Baden verlaten en zijn naar Stuttgart vertrokken. De groothertog en de groothertogin namen zeer hartelijk afscheid van hunne gasten. Ze bleven nog eenigen tijd na het vertrek van den trein op het perron en wuifden de Koningin tot afscheid toe. Het publiek bracht hartelijke ovaties aan de Koningin. Omtrent de aankomst te Stuttgart wordt vandaar aan de N. R. Ct. geseind Kort na half een kwamen Koningin Wilhelmina en prins Hendrik der Nederlanden met een extra-trein hier aan. Aan het hoofdstat'on waren de Koning en Koningin van Wurtemberg met holhoudingen, voorts de hertogen Albrecht, Robert en Ulrich, de erfprins en de orfprinses Von Wied en prins Ernst van Saksen- Weimar. Dr eeredionst bij de Koningin is opgedragen aan den commandant van Stuttgartluitenant-generaal Von Marchtaler, die bij prins Hendrik aan den commandant van het regiment dragonders te Stuttgart, kolonel Von Buch. De Koningin en prins Hendrik de laatste in de uniform van Nederlandsch admiraal werden door den Koning en de Koningin van Wurtemberg hartelijk wel kom geheeten. Bij den tocht naar het slot werden de Koninklijke gasten door een dichte menigte levendig toegejuicht. Onmiddellijk na de aankomst had in het Wilhelmspaleis een dejeuner plaats in den kring der Koninklijke familie. Voor het gevolg werd maarschalkstafel gehouden in het residentie-slot. W, Ichermerhorn. f Uit Akersloot wordt ons van Maandag geschreven Heden omstreeks twee uur had alhier de teraarde bestelling van het stoffelijk overschot van den heer W. Schermerhorn, in leven Wethouder onzer Gemeente, plaats. Vele rijtuigen volgden de lijkkoetstal van familieleden en vrienden woonden de plechtigheid bij de Burgemeester, die met den heer Kraakman, Wethouder en enkele Raadsleden ook aanwezig was, sprak aan de groeve eenige korte, waardeerende woorden voor den overleden Wethouder, die gedurende meer dan 30 jaren naar zijn beste krachten do gemeentebelangen had gediend. Namens de geheele familie Schermerhorn zeide éen hunner dank voor de woorden van den Burgemeester He Woningwet. In de verleden jaar te Alkmaar door de »Nederland- sche Vereeniging voor gemeentebelangen« gehouden algemeene vergadering, werden ter sprake gebracht de bepalingen van 2 der Woningwet, betreffende de aangifte van verhuurde woningen met drie of minder woonvertrekken. Verschillende sprekers gaven toen te kennen, dat het door den wetgever met die bepalingen beoogde doel het verspreiden van licht omtrent bestaande woning toestanden niet wordt bereikt. Men oordeelde zelfs de aangiften, zoowel voor de gemeentebesturen als voor de gezondheidscommissiën zonder eenig practisch nut en meende dat het overweging zou verdienen bij de Regeering aan te dringen op intrekking van de desbe treffende bepalingen, welke in het bijzonder voor de gemeentebesturen vele kosten en administratieve werk zaamheden met zich brengen. Alvorens in deze richting stappen te doen, heeft het bestuur der Vereeniging liet oordeel gevraagd van 23 gemeentebesturen en even zoovele gezondheidscommis siën in de verschillende provinciën des lands. Van 20 gemeentebesturen en 17 gezondheidscommissiën werd daarop antwoord ontvangen. Deze antwoorden zijn in drie rubrieken te rang schikken 4 Gezondheidscommissiën achten de aangiften in meerdere of mindere mate van nut-4 gemeentebe sturen en 6 gezondheidscommissiën achten het tijdstip nog niet gekomen om een oordeel uit te spreken 10 gemeentebesturen en 9 gezondheidscommissiën achten de aangiften zonder nut, of het nut niet geëvenredigd aan de kosten en den omslag. Ytsschen met den wonderkntl. Onder leiding van het lid der Tweede Kamer, den heer Duymaer van Twist, werd gisteren te Amsterdam eene druk bezochte vergadering gehouden van visschers aan de Zuiderzee. De vergadering was samengeroepen door een comité, bestaande uit de heerenJ. de Veen, Enkhuizen; C. Koster, HoornJ. Jongman, VollenhovenK. Kes, Marken, en B. J. Gelder, Groningen, secretaris, met het doel om voor- en tegenstanders te hooren over het visschen met den kwak- of wonderkuil, ook wel moord kuil genoemd. Zeer lang werd hierover beraadslaagd. Uit de stemming bleek ten slotte, dat zich verklaarden vóór afschaffing van alle kuilen: Enkhuizen, Marken, Hoorn, Lemmer, Burgerdam, Wieringen, Molkwerum, Stavoren, Andijk, Kolhorn, Huizen, Bunschoten, Vollen hoven, Hemelen. Urk en Volendam hielden zich buiten stemming, Harderwijk wenschte behoud van alleen den dwarskuil. Ken verzoek om genade vooreen overijlde daad, De Besturen van den Bond van werklieden in dienst der gemeente 's-Gravenhage en den Bond van Neder landsche Gemeentewerklieden, afdeoling 's-Gravenhage, hebben zich met een request tot Hare Majesteit de Koningin gericht, waarin zij mededeelen dat bij arrest van het Haagsche gerechtshof P. F Dame, lid van eerstgenoemden Bond, veroordeeld is tot eene gevange nisstraf van zes weken, ter zake dat hij den opzichter bij de openbare reiniging Schumie met een riekvork lichtelijk aan hoofd en arm heeft verwond. Zij wijzen er op dat Dame in een oogenblik van op gewondenheid het feit pleegdedat hij overigens een oppassend huisvader is, die nooit met politie of justitie in aanraking kwam en die 15 achtereenvolgende jaren in gemeentedienst werkzaam was dat Dame, wordt de straf ten uitvoer gelegd, zijn gezin broodeloos achter laat, terwijl 't hem onmogelijk zal worden opnieuw een betrekking te vindon en ten slotte dat de mishandelde opzichter Schumie onder de werklieden gehaat is, en ook in een adres aan B. en W. over diens optreden (plagerijen) werd geklaagd. Requestranten verzoeken H. M. om al deze redenen, uit naam van meer dan duizend georganiseerde gemeente werklieden, Dame kwijtschelding van straf te verleenen of althans de hem opgelegde straf in een kleine geld boete te veranderen. Algemeene Vereeniging voor Bloem bollencultuur. De 109ds algemeene vergadering van deze vereeniging had gisteren plaats op de bovenzaal der Sooiëteit-Vai- eeniging te Haarlem, onder leiding van den voorzitter, den heer J. H. Wentholt. Vertegenwoordigd waren 27 afdeelingen. Uit de mededeeling van de stemljjst bleek, dat de Vereeniging thans bestaat uit 2307 contiibueerende, of 70 meer dan tijdens het houden der vorige algemeene vergadering. In ijjn openingsrede vestigde de voorzitter er de aan dacht op, dat nit de statistiek omtrent de verzending van bloembollen blijkt, dat gedurende de maanden Jnii, Augustus en September 1905 21 pet. meer aan bloem bollen werd verzonden dan gedurende diezelfde maanden van het voorafgaande jaar, terwjjl tedert 1897 het cjjfer van den uitvoer gedurende die drie maanden bjjna ver dubbeld is. In dit jaar werden gedurende de aangegeven maanden 8 754,600 K.G. bloembollen uitgevoerd. Daarna was aau de orde de behandeling van de reke ning en verantwoording van den penningmeester over het jaar 1904. Deze was door eene oommissie uit het hoofd bestuur en door afgevaardigden van do afdeelingen Heems kerk, Akersloot en Oegstgeest en omstreken volgens een door ken uitgebracht rapport, in orde havenden. Uit de rekening bljjkt, dat de ontvangsten met inbe grip van het voordeelig saldo van 1908 groot ƒ7552,50, hebben bedragen ƒ14477,885, waarvan aan contributiëa j 6473.50, aan intressen f 193,63®, aan subsidie van het Rjjk voor onderzoek kwade plekken f 200 en a« pak huishuur voor het aanzegshuis 58,25. De uitgaven hebben bedragen f 6 078,305 waaronder uitkeericg aan de afdeelingen f 2157.57 en snbsidie aan de afdeeling Noordwjjk voor onderzoek dar kwaie plekken f 330,03'. Het voordeelig saldo bedraagt f 8399,58. Een belangrijk deel van dit saldo zal echter noodig zjjn ter betaling van de onkosten, vallende op de in 1905 gehouden groote tentoonstelling. Thans kwam aan de orde de voorloopige behandeling van een voorstel van het hoofdbestnnr, om in principe te besluiten tot toetreding van do vereeniging tot den Noderlandschen Tninbouwbond. Het voor en het tegen omtrent dit punt werd uit voerig besproken. Over deze aangelegenheid zal in esne volgende vergadering worden beslist. Bjj de rondvraag drongen de afgevaardigden der afdeelingen Bovorwjjk en Castricnm er op aan, dat het hoofdbestnnr stappen zou doen om te verkrijgen dat de bloembollen nit Noordholland niet via Amsterdam werden verzonden. De afgevaardigde der afdeeling Hillegom vroeg of er geen maatregelen waren te nemon om de vele diefstallen van bloembollen te voorkomeneen en ander zal door het hoofdbestuur worden overwogen. Gemengd Nieuws. Het de Koordenon. Te Wieringerwaard is de makelaar P. de K. dezer dagen met nalating van verschillende financieele ver plichtingen, met de noorderzon vertrokken. (N. v. d. D.) Vreemdelingenverkeer te Kantpoort. Te Santpoort is de vorige week opgericht "eene ver eeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer. Onder de personen die toezegging deden te zullen me dewerken ter bevordering van het doel, behoorde ook de directeur van de stoomtram HaarlemAlkmaar. He Zoeterwoudsche schatzoekers. Men meldt uit Leiden Ongeveer een halfuur ten oosten dezer gemeente on der Zoeterwoude, ten zuiden van het water de Zwiet, stond reeds voor 1400 het huis te Zwieten van een adellijk geslacht van dien naam. Dit huis met 25 H.A. land heeft ook toebehoord aan Frank van Borselen, graaf van Oostervant, en aan Lamoraal van Egmond. In het begin der 18e eeuw kwam het in bezit van mr. Gerard Bicker van Zwieten, baanderheer der hooge Heorlijkheid Kessel, Raad der stad Amsterdam, die het huis, dat veel geleden had tijdens de Hoeksehe en Ka- belauwsche twisten en later bij het beleg van Leiden, naar de eischen des tijds liet verbouwen. Het heeft echter den revolutiestorm niet kunnen weerstaan en werd in 1800 gesloopt. Thans herinnert een groote vij - ver midden in een stuk weiland nog aan deze mid- deleeuwsche Heerlijkheid. De legende loopt echter in de gemeente Zoeterwoude dat deze vijver toegang geeft tot een onderaardsehen kelder en dit laatste denkt men er licht bij dat deze kelder schatten bevat. "Welnu, eenige werklieden hebben verlot van den eigenaar gevraagd den vijver te mogen leegpompen en zijn daarmede nu reeds een week dag en nacht bezig, onder toeloop van vele nieuwsgierigen. Over een week hoopt men er mee klaar te zijn. Boer en werklieden zullen de schatten samen deelen Be elevator-staking te Botterdam. Deze staking duurt nog steeds voort. Wellicht komt er toenadering, nu een financieel gevaar dreigt. Uit Mannheim wordt nameljjk geseind De door het bestnnr van de Mannheimer Goederen beurs bjjeengeroepsn vergadering van belanghebbenden bjj don Rotterdamschen graanhandel was druk bezocht. Be halve vertegenwoordigers van de Mannheimer Beurs waren afgevaardigden aanwezig van de graanbenrzen en markten van Frankfort, Keulen, Duisburg, Dortmund, Krefeld en Mainz. Met algemeene stemmen werd de volgende motie aan- genoaen Nadat de poging van de Boven-Rjjnscha en de Rnnsch-Westfaalscho graanbenrzen en -markten, om door uitzending van gedelegeerden mede te werken tot de bjjlegging van het conflict in de Rotterdamsche haven, is mi8lnkt, raden wjj onzen collega's drirgend aan, geen verzendingen meer naar Rotterdam te doen, maar deze over andere havens te leiden, totdat te Rotterdam weder geregelde toestanden heerschen. Stofvrije schoollokalen. Het. Gemeentebestuur te Venhuizen heeft in zijn laatst gehouden vergadering besloten, in de aanstaande Kerst- vacantie proeven te nomen om door middel van Seral de schoollokalen stofvrjj te maken. Het getob te Velgen. De pont te Velsen is wear eens stak. De duiker is er bjj. Het verkeer gaat over de brng. Het mishandelde klad. Men sehrjjft aan de Tel. uit Deventer De zaak contra mej. Fenema bljjft hier ter stede algo- meeno belangstelling wekken. Ofschoon velerlei geruchten over deze zaak eu de persoon van mej. F. de ronde doen, doet men goed deze niet an sérienx te nemen. Als met alle soortgeijjke zaakjes spoelt ook bier den menschen pbantasie of overdrjjving parten. Zoo verluidt, dat de kelders onder het buiten de >Menop» zonden zijn onderzocht en omgowoeld, naar er bijgevoegd wordt, om te zoeken naar verborgenheden of sporen van begaan misdrjjf. Zalks echter is geheel baiten de waarheid om. Wel denkt men met deze ge schiedenis eon of ander geheime drjjfveer te zullen ont dekken, doch eerst, na grondig onderzoek en voor de rechterlijke macht zal hiervan moeten blijken. Mej. F. staat bjj de Bathmensche bewoners niet, zoo als men allicht zon denken, io een kwaden reuk. Welis waar werden vele harer handelingen vreemd gevonden, doch daartegenover stond, dat zjj ook hare goede eigen schappen bezat, tengevolge waarvan zjj bjj velen z.g. voor een »goed mensch* doorging. Achteraf nu blijkt, dat zulks slechts zeer oppervlakkig was. Zjj dwong hare om geving, waarop zjj door haar bezittingen en haar geld veel invloed uitoefende, naar hare pjjpen te dansen. Zoo was dit ook het geval mot de dochter van V. Doze V. woont niet, zooals beweerd werd, en ook in ons blad is verhaald, op een plaatsje van mej. F. en was haar dan ook geen geld schuldig. V. hoist op een plaatsje van zekeren N., die aan mej. F. een som geld schnldig is. Mej. F. dwong nu N. om V. te dreigen van zjjn plaatsje te zullen worden gezet, indien niet de dochter van V. bjj haar kon bljjven. Hierop hadden de onders van het meisje dan ook niets tegen. Wel bevreemdde het hnn, dat zjj haar nooit zagen, doch mej. F. beweerde alfjjd, dat het kind het zoo goed bjj haar hkd. Toch deed de moeder horhaaldeljjk pogingen om haar te zien, wat echter door allerlei praatjes door mej. F. werd verhinderd. Ook de vader deed znlks, en met beter resultaat. Hg mocht het kind, in het midden van dit jaar, zientwee dagen achter elkaar heeft hjj zjjn dochter gezien,,... doch niet gesproken, behalve een gewonen groet. Mej. F. zorgde bjj deze ontmoeting tegenwoordig te zjjn. Zjj wist vooraf van deze ontmoeting en zorgde daarom, dat het vertrek tenminste zindeljjk was en het kind te bed lag. Hoe het kind er nit zag, kon ook de vader niet zien, daar het geheel onder de dekens lag bjj de ontmoeting. Ook was het vertrek uiterst donker. Toch was de vader na deze ontmoeting niet ongerust, en van gedaehte, dat het kind 't wel maakte. Hoe goed echter het meisje 't gehad heeft moge bijjken ais wjj mede deelen, dat 't bij hare ontsnapping op handen en voeten nit haar hok is geslopen, en zoo, kruipende laags den weg, naar hare onders vluehtte, die op pl.m. 800 meter van de »Menopc wonen. Daar aangekomen at ze gulzig een groote hoeveelheid voedsel, zeer ten nadeele van hare gezondheid. Die gulzig heid is te verklaren nit het feit, dat het meisje niets anders te gebruiken kreag de laatste zes maanden dan thee, water en z.g. knoppalkoek; don eersten tjjd kreeg zjj nog driemaal daags een kop melk er bjj. Herhaalde- Ijjk vroeg zjj jnffrouw F. om ander eten, doch znlks weid geweigerd, omdat dat niet goed voor baar maag was, zei mej. F. Het hok, waar zjj in huisde, was in één woord erger dan een beestenstal, Het vertrek heelt één raam, dat zorgvuldig was dichtgespjjkerd en waarv >or een zeer vervuild gordjjn hing. In het vertrek zjjn twee deuren, waarvan de eene leidde naar een onder het vertrek zgnden kelder. Deze kelder staat blank van het water, is zeer vuil en verspreidt een ondraagljjkeu stank, die door de denrreten binnen het vertrek drong. Bovendien werd dit hol nooit gereinigd, faecaliën werden niet wegge haald, oude lappen en vnile vodden bleven er liggen. En tot overmaat van vervuiling huisden in dit hol nog twee geiten, die 's morgens door mej. F. werden weg gehaald, om er 's avonds weer in gebracht te worden. In dit hol nu heeft 't kind altjjd doorgebracht; zij werd met Argnsoogen bewaakt. Letterljjk heeft mej F., als zjj er eens uit, morst, deze deuren, dubbel gesloten, nog van zegels voorzien, om te weten, of er ook aan ge raakt was. Hoe ook het meisje klaagde, zjj werd ge vangen gehonden en zelfs geslagen cn geschopt, waarvan het lichaam nog de teekens draagt. Nog op het oogenblik is het kind zóó zwak, dat zij 't bed moet houden en er zelfs niet af kan om hare be hoeften te doen. Da dokter echter geeft alle hoop op volledig herstel." Handen en bennen zwollen rg op, toen het meisje weer pas thuis was, doch znlks komt, naar 's dokters meoning, van het ongewone voedsel voor het verzwakte lichaampje. Om de twee uur gebruikt het nu wat licht verteerbaar voedsel. Zooals gezegd, moet nog worden uitgemaakt, wat de drjjfveer is geweest vcor de handelwjjze van mej, F. Dat een te intieme verstandhouding, die het kind ont dekte, als oorzaak is te beschouwen, is, naar uit latere verklaringen is op te maken, niet waarschijnlijk. Mej. F. zelf heeft hierover nog niets lo gelaten. Ook reeds twee andere personen zjjn gehoord, doch deze hebben niets positiefs verklaard. Hoe excentriek mej. F. is, moga blijken uit de volgende voorbeelden Aangetroffen werd in hst vertrek, waar zjj als slaapplaats had een canapé, een zestal honden, katten es..,., kippen. Eu op een nacht werd zjj aangetroffen, terwjjl ze zelf hare koeien melkte bjj het licht van een lantaarn. Enz. Alsvorens de zitting der Rechtbank heden een aan vang nam, werd de Heer H. Feisser als Kantonrechter plaatsvervanger beeëdigd. Naar wij vernemen is onze stadgenoot, de heer M. Ruiter, lid van het stedelijk muziekkorps alhier, benoemd tot eersten violist bjj het orkest onder leiding van Kriens te Haarlem. Arrondlsseuents-Stechtbank tc Alkmaar. Uitspraken van heden, D. T., Schagen, diefstal van een fiets, 4 maanden gevangenisstraf. J. van W., Bergen, verduistering van gelden ten nadeele der Onderlinge Vee verzekering-Maatschappij Almelo, 1 maand gevangenisstraf. J. M. C., gedomicilieerd te 's Gravenhage, thans ge detineerd in het huis van bewaring te Alkmaar, diefstal 2 maal^ gepleegd, '1 maand gevangenisstraf. G. S., Hoorn, diefstal bij recidive, 10 maanden ge vangenisstraf. II. K., Hoorn, diefstal, 2 maanden gevangenisstraf. P. Z., Alkmaar, verduistering van een handwagen, 14 dagen gevangenisstraf. Pensioen aan geiaeente-ambienaren en hunne weduwen en weezen. In de Bij lagen tot het verslag der Handelingen van den Gemeenteraad" is een hoogst belangrijke voordracht opgenomen. Zij heeft betrekking op het verleenen van pensioen aan gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen. Deze zaak is hier al meer dan twee jaar aan de orde. In de vergadering van 1 September 1903 deelden B. en W. mede, dat zij een pensioenregeling hadden ont worpen en zij vroegen toen een crediet aan den Raad om over hun cijfers het oordeel van een wiskundige in te winnen, doch op den aandrang van den Raad werd het desbetreffende voorstel ingetrokken. Twee maanden later werden daarop de bedoelde ver ordeningen den Raad aangeboden. Er kwamen toen amendementen in van de heeren Vonk en Uitenbosch, terwijl de heer J. de Lange C.Jz. nu het voorstel deed het advies in te winnen van een deskundige en daartoe aan B. en W. een blanco crediet toe te staan, hetgeen thans door den Raad, in zjju zit ting van 27 Januari 1904, werd goedgekeurd. Bovendien werd door den Raad den 16en Maart 1904 nog een lijst vastgesteld van ambtenaren, die eventueel voor pensioen in aanmerking zouden komen. B. en W. togen toen verder aan den arbeid en pleeg den in deze materie overleg met den heer J. L. Kok, chef van het gemeentelijk pensioen-bureau en secretaris der pensioen-commissie te Rotterdam. Eene met dezen heer op 21 Mei 1904 gehouden conferentie had tot re sultaat, dat de wenschelijkheid bleek om, alvorens tot het maken van becijferingen over te gaan, de ontwerp regelingen, met uitzondering van de ontwerp-verordening, houdende bepalingen omtrent het gemeentelijk pensioen fonds, waarin geene wijzigingen werden noodig geacht aan eene herziening te onderwerpen. Na ampele be raadslaging vereenigden B. en W. zich met diverse amendementen. Toen dit was afgeloopen kon de adviseur met zijne becijferingen een aanvang maken. Zijn rapport was den Hen Maart 1905 gereed. Blijkens dat rapport zou eene pensioenregeling voor de ambtenaren zeiven en eene voor hunne weduwen en weezen, gezamenlijk eene ge meentelijke bijdrage vorderenwelke voor de eerste jaren op niet minder dan f 19625 'sjaars mag worden geschat. Geen kleinigheid voorwaar l Alleszins begrijpelijk is 't dan ook, dat B. 'en W. er eerst voor terugdeinsden het gemeentelijk budget met een vast bedrag van meer dan f 19000 te bezwaren. In verband daarmede achtten wij en'nu volgen wij verder den tekst van de voordracht het raadzaam opnieuw met onzen deskundige te overleggen ot niet, b.v. door verlaging der pensioenen van de oudere amb tenaren of door het eischen van hooger bijdragen der ambtenaren, een oplossing van het pensioen-vraagstuk kon gevonden worden, welke ons bevredigde en waarbij de van de gemeente gevraagde offers een weinig lager konden worden gesteld. Dat overleg had plaats in onze vergadering van 20 Mei 1905. De bjj die gelegenheid gehouden besprekingen hebben ons de overtuiging geschonken, dat het niet gewenscht is in verlaging der pensioenen van de oudere ambtenaren eene oplossing te vinden. Immers zouden vele pensioenen daardoor zoo laag worden, dat zij geheel onvoldoende moeten worden geacht. Ook zou het noodig zijn de pensioenen van de ambtenaren, die reeds vele dienstjaren hebben, met een hooger percentage te ver lagen dan van de ambtenaren met weinige dienstjaren, waardoor de regeling, welke toch reeds ingewikkeld genoeg is, nog ingewikkelder zou worden. Bovendien zou in dat geval een nieuw wiskundig rapport moeten worden opgemaakt. Met onzen wiskundigen adviseur waren wij echter van oordeel, dat in verhooging van de bijdragen der ambtenaren gedeeltelijk eene oplossing zou te vinden zijn. De heer Kok vooral achtte het, ook uit een practisch oogpunt, meer gewenscht de bijdrage voor alle ambte naren, onverschillig of zij hooge of lage wedden genieten, te stellen op eenzelfde percentage van het traktement, waardoor de administratie tevens eenvoudiger zal worden. Dit percentage zou dan voor alle ambtenaren, voor het eigen pensioen en het weduwen- en weezen-pensioen gezamenlijk, kunnen worden gesteld op 6 pet. Wel zal hiervan het gevolg zijn, dat de laagste salarissen eenige verhooging zullen moeten ondergaan, doch die verhoo ging behoeft niet gelijk te zijn aan het verschil tusschen 6 pet. der wedde en lè pet. der wedde, zooals door ons aanvankelijk was voorgesteld. Dientengevolge werd met den adviseur overeengekomen alsnog de volgende wijzi gingen in de ontwerpen te brengen Ontwerp A. In artikel 32 volgt achter het woord sin- gehouden" in den tweeden regelvan 2 ten honderd. De daarop volgende vier regels komen te vervallen. Ontwerp B. In artikel 6 volgt achter het woord sin- gehouden" in den tweeden regel: van 4 ten honderd. De daarop volgende vier regels komen te vervallen. Ten aanzien van de noodzakelijk geachte bijzonder hooge bijdrage uit de gemeentekas, als boven is aange geven, zij opgemerkt, dat voor de ambtenaren, welke op den datum van het in werking treden der verorde ningen, in dienst zullen zijn (in het wiskundig rapport oude-leden genoemd) eerst van dien datum af zal worden bijgedragen. Dat de bijdragen voor die ambtenaren belangrijk hooger moeten zijn dan voor de later aan te stellen ambtenaren (zoogenaamde nieuwe-leden), voor wie van den datum af van hun in dienst treden wordt bijgedragen, springt in het oog als men bedenkt, dat er onder de oude ambtenaren zijn van wie men thans reeds zeggen kan, dat zij waarschijnlijk zeer korten tijd na het in werking treden der verordeningen, dus nadat zij nog slechts zeer korten tijd hebben bijgedragen, in het genot van pensioen zullen worden gesteld. Voor die oude leden is in het wiskundig rapport, evenals voor de nieuwe leden eene zoodanige verdeeling der bijdra gen over de verschillende jaren voorgesteld, dat jaarljjks door de gemeente en de ambtenaren gezamelijk wordt bijgedragen een constant-percentage van de som der loonen, in casu 20.37 pet., welk percentage voor de nieuwe-leden slechts 11.29 pet. bedraagt. Dit stelsel brengt mede, dat de gemeentelijke bijdrage voor de owde-leden na verloop van jaren afneemt, daar die groep van amb tenaren, door ontslag met of zonder pensioen en door overlijden, gaandeweg verdwijnt. Voor de oude-leden, die om een der bovengenoemde redenen uittreden, komen nieuwe-leden in de plaats, voor wie de bijdrage geringer is. Neemt men voor een oogenblik aan, dat de som der loonen, welke jaarlijks aan de ambtenaren (oude en nieuwe leden) worden uitbetaald, een zeer groot aantal jaren achtereen constant bljjft, dan zal dus bij dit stelsel de gemeentelijke bijdrage jaarlijks afnemen. Bij dit stelsel is uitgegaan van de gedachte, dat voor eiken ambtenaar, op den datum van in werking treden der pensioen-regelingen, de verzekering op dat tijdstip eerst een aanvang neemt en van dat tijdstip af voor elke verzekering eene premie wordt betaald, gelijk aan een contant percentage van het loon. Van een verschuiven van de lasten naar de toekomst kan bij dit stelsel geen sprake zijn. In zoover is dit dus voortreffelijk te achten, [daar het in de toekomst niet op teleurstelling kan uitloopen. Maar men kan het vraagstuk ook van eene andere zijde beschouwen en als volgt redeneeren. Ware voor de zoogenaamde oude-leden vroeger, van den datum hunner in diensttreding af, reeds voor hunne pension- neering bijgedragen in een fonds en wel eene premie gelijk aan die, welke thans voor de nieuwe-leden blijkt noodig te zijn (n.l. 11.29 pet.), dan zou op den datum, waarop de nu voorgestelde regelingen in werking zullen treden, eene zekere som in kas zjjn geweest en zou ook voor die oude-leden, na genoemden datum, evenals voor de nieuwe-leden slechts 11.29 pet. verschuldigd zjjn geweest. Wijl .evenwel door en voor genoemde oude leden tot nu toe niet is bijgedragen is een zeker tekort ontstaan. En het behoeft nu slechts de vraag te zijn op welke wijze dit te kort op de beste wijze kan wor den aangezuiverd. Bij de regeling der bijdragen, als in het wiskundig rapport is voorgesteld, zou het bedoelde tekort worden aangezuiverd door jaarlijks voor de oude-leden 20.37 pet. in plaats van 11.29 pet., het percentage voor de nieuwe leden verschuldigd, dus 9.08 pet. meer, bij te dragen. Voor de aanzuivering van het tekort, waarvan de con tante waarde op 1 Januari 1904 kon worden geschat ep pl.m. f 144000,*) zou dus in de eerste jaren veel meer worden bijgedragen dan b.v. over 20 a 25 jaren, als wanneer immers 9.08 pet. van de som der loonen voor de oude-leden veel minder bedraagt dan thans. Nu is onze adviseur met ons van oordeel, dat er geen bezwaar bestaat dit tekort aan te zuiveren, door een reeks van jaren achtereen, b.v. 50 jaren, een constant bedrag (in casu pl. m. 15930.op de gemeentebegroo- ting uit te trekken, waardoor dus in de eerste jaren minder en in latere jaren meer wordt bijgedragen dan naar het stelsel van meergenoemd wiskundig rapport. Het komt ons voor dat op die wijze de lasten meer gelijkmatig over de verschillende jaren zullen worden verdeeld. De becijfering wordt dan als volgt: Verschuldigde bijdrage voor oude leden 11.29 pet. van de som der loonen iJ 13130. Idem voor nieuwe-leden470. Aanzuivering tekort in het pensioenfonds 5930.— Te zamen f 19530. Af: bijdrage der ambtenaren, 6 pet» van de som der loonen i i j 6980. Gemeentelijke bijdrage 1ste jaar 12550. Tegen het vinden van dit bedrag bestaan, naar wij meenen, geene onoverkomelijke bezwaren. Wjj zullen, in onze [straks te formuleeren conclusie, uwe vergade ring dan ook voorstellen eene regeling, in den aange geven zin, vast te stellen. Daartegen bestaat te minder bezwaar, in verband met de groote waarschijnlijkheid, dat binnen korter of langer tijdsverloop eene pensioen regeling van Rijkswege zal tot stand komen, zoo niet voor alle, dan toch voor een belangrijke groep van Voor 1,Januari 1905 en 1 Januari 1906 kan, naar liet oordeel van onzen adviseur, voorloopig die contante waarde op hetzelfde bedrag worden geschat. Eventueele vereffenin gen kunnen bij het opmaken van de eerste wetenschappe lijke balans plaats hebben. -3fc 2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 2