i
Haarlem 9 T^aiige b eerstraat 39
ALKMAAR
BERLITZ SCHOOL OF LANGUAGES,
EET NOOIT
iziiige mmm
BEBLITZ-1ETHC3S,
St. NICO LA AS.
Banketletters
J. B. SOECKER,
en Boterstukjes
Langestraat 20, Telefoon 169.
^Wereldtentoonstelling Parijs 1900 2 GOUDEN en 2 ZILVEREN MEDAILLES,
ftijssel 1902OrOIJOEIV MEDAIT »T ■E s Zurich 1902.
St. JLouis 1904. GRAND PH.I3E I^uik 1905.
Zooals uit de voor eenige dagen verzonden circulaires te lezen iszullen in den eerst volgen den tijd in
OITJBLStlSSEW in vreemde Talen gegeven worden.
Rekening houdende met het tegenwoordig noodzakelijke vereischteverschillende Talen machtig te zijn
en niet het minst ook met betrekking tot de voortreffelijkheid der
die door de vele en hoogste bekroningengunstige getuigschriften van de voornaamste professoren, enz., als
de snelste en gemakkelijkste spraakleermethode erkend wordthopen wij op Uwe geëerde belangstelling.
1$ e eerstvolgende Proeflessen
geven aan iedereen gelegenheid zichzelf daarvan te overtuigen dat na de eerste lessen zich de snelvor-
derende werking erkennen laat.
De Proeflessen zijn gratis en zonder eenige verplichting. Prospectussen worden gaarne verstrekt en zijn
aan het Secretariaat der Berlitz-School te Haarlem, Lange Weerstraat 32, verkrijgbaar.
De lessen worden in een bijzonder lokaal of in de woning van den leerling gegeven.
Tot verdere inlichtingen gaarne bereid zijndezijn wij hoogachtend
DE DIRECTIE DER
Haarlem, JLauge 1/eerstraat 32. p
fijne Chocolade- en Suikerwerken,
Wed. M. F. BEUDEKER,
anders dan VAN DER VEEN's
bekroond met de hoogste onderscheiding,
Fnidsen C 71. Telefoon 74
Hagelijks Uerschs
Boterbanket,
Boterletters,
Borstplaat.
Ontvangen de nienwe Bonbons „HELLER,"
Hollandsche IJzeren
Spoorweg-Maatschappij
FEUILLETON.
LETTEHS
vervangt
«wswsawwsr>w
SS*
Evan als vorige jaren weder ruim voorzien van
zoomede een groote partij
welke weer zeer ooncurreerend door mij verkocht zullen
worder. Beleefd aanbevelend,
Uterniölilens 1.U31CHHAAS
en ROOttBRTRR (Rjjkscontiöle.)
ifSej. C R. KUffiOÜ»,
Leeraren Plano en Theorie.
Mient 0 15, ALKMA-R.
In het kantoor van den Stoomtramweg Haarlem
Alkmaar, gelegen aan den Nieowlander Singel te
Alkmaar, is voor het aannemen van Bestelgoederen
en van orders tot bet afhalen van Bestel 1)1- en
vrachtgoederen een bestelhuis der Maatschappij
gevestigd.
Amsterdam, November 1905.
Naar het Fransch van Théodore Cahn.
28)
Ik herhaal nogmaals, dat zoo ik mijne vrouw dit alles
niet geopenbaard heb, ik dan gehandeld heb volgens
bepaalden wensch van den dokter, die anders voor haar
leven niet durfde instaan. Het ondergeschoven kind,
dat voor mijne .fulia is doorgegaan, kan men natuurlijk
voor die misdaad niet verantwoordelijk stellen. Ik
vermaak daarom aan haar eene lijfrente, waarvan de
som door den notaris kan worden vastgesteld met het
oog op de tijdsomstandigheden.
Ben negentienden September 1866.
Markies de Montgrand.«
Na voorlezing van dit belangrijke stuk vroeg notaris
Brunet aan de markiezin of ze ook Lapioche over dit
punt wenschte te hooren.
«Neen mijnheer de notaris«, antwoordde ze, laten
we dat liever achterwege laten. Lapioche zou me niet
meer kunnen vertellen, dan wat ik van Jean Leroux
zelve weet.®
«Jean Leroux l« riep de barones ontsteld uit, «maar
wat is dat dan voor man?®
«Het is je vadergilde mevrouw de Montgrand,
«de grootste bandiet hier uit den geheelen omtrek.®
«Jean Leroux,stamelde Julia verslagen in diepe wan
hoop hare handen in den schoot latende vallen, »dat ik
dat alles niet heb kunnen vermoeden l«
»Ja,« hernam de markiezin droevig, «Jean Leroux, je
vader, heeft mij alles in de gevangenis te Aix verteld,
en ondanks dat alles zoudt ge door het uiterlijk mijne
dochter gebleven zijn, wanneer ge uwen plicht hadt
begrepen tegenover je zuster, mijne Lucie
Julia scheen niet meer te begrijpen.
«Ik had gezworen®, vervolgde de markiezin, «mijnen
schoonzoon en kleinzoon te redden, ik wilde voor immer
voor hen verzwijgen, dat barones de Candolle de dochter
van een schurk was. Langen tijd heb ik je ook als
mijne dochter beschouwd. Zelfs tegenover jou zou ik
nog gezwegen hebben, maar gij hebt dit alles zelve
gewild, je hebt je zelve in het ongeluk gestort door je
verregaande hebzucht.«
Bij deze woorden werd Julia dol van woede, met
vlammende oogen keek zij de markiezin aan en hijgde
«Dochter van een boefl Wat zou dat? Toch blijf ik
barones de Candolle I®
XIX.
Het duurde langen tijd voor de baron weer tot be
zinning was gekomen, de slag was ook te hevig geweest.
Vincent bleef al dien tijd bij hem, angstig al zijne
bewegingen gade slaande, en met ongeduld den dokter
verbeidende, die uit Saint-Tropez gehaald werd. Hij
had hem wat opwekkends laten ruiken en hem met
behulp van de oude Marie met azijn verfrischt.
Eindelijk opende de baron de oogen en keek ver
baasd om zich heen.
«Waar ben ik toch? Wat is er gebeurd vroeg
hij met toonlooze stem.
Vincent keek hem vriendelijk, medelijdend aan, niet
wetende wat te moeten antwoorden. Wat moest hij
aan dezen ongelukkigen man zeggen, die plotseling zoo
ruw getroffen werd in het liefste wat hij had, zijne
vrouw en kind, in zijnen trots van edelman.
Zeker, hij had zich niets te verwijten, maar men had
hem diep in zijne eer getast. Die wondeplek was onge
neeselijk, hij was voor altijd geketend aan de dochter
van eenen bandiet, voor de wet barones de Candollé 1
De baron streek eenige malen met de hand over het
voorhoofd en het scheen of de waarheid in al hare ver
schrikking voor hem opdoemde. Een ijskoude rilling
doortrilde hem van het hoofd tot de voeten. Hij zweeg
nog eenige oogenblikken, toen greep hjj de hand van
Vincent en mompelde: «Is dan alles waar? Is het
geen droom
Juist trad de dokter binnen. Hij ging naar het bed,
waarop men den armen man had neergelegd.
«Och dokter,® sprak hij droevig, «hier is al uwe kennis
nutteloos. Niemand kan die zielewonden heelen.®
Tot antwoord drukte de dokter hem innig de hand
en vroeg alleen toch een beetje zijn voorschrift op te
volgen. Hij wist nog niets, maar hij vermoedde, dat een
vreeselijke slag den baron getroffen had. Hij schreef
tot den volgenden morgen volslagen rust voor.
De baron gat na zijn vertrek strenge order de deur
voor iedereen gesloten te houden, zelfs voor zijne vrouw
en zijn zoon. Hij wilde geheel alleen zijn met zijne
gedachten
Hij bracht een vreeselijken nacht door, door geen slaap
ondei broken. Ilij vroeg zich onophoudelijk af, hoe zich
verder te moeten gedragen tegenover zijn vrouw.
Den volgenden morgen was zijn besluit genomen. Hij
liet zijn vrouw roepen.
Julia ook had een angstigen nacht doorgebracht,
zich vol onrust afvragende, hoe dat drama zou eindigen.
Ze was bij hare binnenkomst erg zenuwachtig.
De baron zag nog bleek, met diepe kringen onder zijne
oogen van dezen vreeselijken, slapeloozen nacht. Schijnbaar
was hij kalm. Hij liet zijn vrouw tegenover zich plaats
nemen. «Julia,® zoo begon hij, «luister naar mij zonder
mij in de rede te vallen. Gij zijt, natuurlijk onschuldig
aau dat vreeselijke drama hier afgespeeld voor ongeveer
vijf en twintig jaar. Jou kan ik dat natuurlijk niet
verwijten, en hoewel het mij ontzettend zwaar is geweest,
wil ik daarover tegen jou nooit eenigen wrok koesteren,
maar ik ben niet alleen, ik heb nog een zoon, en nooit
wil ik hebben dat hij zijn moeder gaat verachten.®
«Ik durfde zooveel niet van je goedheid hopen,
hernam Julia al halt gerustgesteld.
«Maar wat ik je nooit kan vergeven,® hernam de
baron, «is, dat je al onze smeekingen, al den goeden
raad van onzen vriend Brunet heb afgeweerd. Hij mocht
niet meer zeggen, maar liet toch zoo duidelijk door
schemeren, dat hij je smeekte in je eigen belang. Nooit
zal ik je je verregaande hebzucht vergeven, die je nu
in het ongeluk heeft gestort, maar die toch ten doel
had je zuster alles te ontnemen.«
Julia boog getroffen het hoofd.
«Je hebt nu de gevolgen gezien van je onverant
woordelijk gedrag; De uitkomst heeft niet aan je ver
wachtingen beantwoord Maar het is geschied, alles wat
mogelijk was heeft mijnheer Brunet in het werk gesteld
om het te verhoeden, het heeft niet mogen zijn. Wij
moeten nu beslissen wat te doen.®
Hij zweeg eenige oogenblikken en vervolgde toen:
«Luister dus, welke gedragslijn ik in de toekomst ons
heb voorgeschreven. Gij zijt en blijft voor het oog der
wereld barones de Candolle, maar gij gaat hier voor
altijd vandaan uit belang van onzen zoon. Onze ver
houding blijft uitwendig dezelfde, maar een niet te
overbruggen afgrond scheidt ons voortaan. Hoe denkt
ge daar over?®
«Ik leg mij er bij neer,« antwoordde Julia.
«Dan is het goed. Morgen gaan we van hier. Maak
dat je gereed bent.«
«Én waar gaan we heen?®
«Naar Parijs, waar we tot nadere plannen zullen
blijven.®
Julia ging heen.
Mijnheer de Candolle ging daarna naar de markiezin,
die hem vol deelneming ontving. Hij deelde haar zijn
onherroepelijk besluit mede.
«Ik durf er je niet van af te houden, mijn kind«
sprak ze ernstig, «het is een vereischte, dat je vrouw
van hier gaat, door eigen schuld heeft ze dat alles over
zich gebracht, maar blijf altijd gedenken, dat jij in mij
nog eene moeder hebt, en je kind ten allen tijde eene
grootmoeder. Ik heb innig met je te doen, en had ik
het kunnen verhoeden, dan was dit groote leed je ge
spaard gebleven.«
«Ik weet het, beste moeder, ik zal u altijd danken
voor al uwe goedheid.
(Wordt vervolgd.)
S'oomdruk Hsrmi, Ooi tor Zoon, Alkm-itr.