ST AD SN IEU WS. "TnTezonden stukken. Nieuwst ij dingen. Gemengd Nieuws, den pers-proces. toestanden bij het onderwijs in de hoofdstad opnieuw beginnen. Het Handelsblad roert dan ook alwoer de trom, waar het schrijft: Hoe is het mogelijk dat op een gemeenteschool zoo langen tijd zulke schandelijke toestanden konden heerschen als op school letter T het geval is ge weest? zoo, dat op die eene school, gelijk de arr. schoolopziener de heer J. Postmus verklaart, „op voeders zijn, die met verzaking van de elementaire beginselen van fatsoen en wellevendheid ora hun inzicht door te drijven, het over hen gestelde hoofd der school der school op zulk een geheel onbehoor lijke en niet te vergoelijken wijze den voet dwars zetten, het leven ondragelijk verbitteren en het hem onmogelijk maken zijn arbeid voor de school met opgewektheid en naar eisch te verrichten." Bedroevend noemen wij het bovendien, dat zulke toestanden maanden mogelijk waren zonder dat aanstonds degenen, die de tucht op school onder mijnden, verwijderd werdendat een hoofd, „een braaf en ijverig man, die meer hart had voor de school dan 't heele overige personeel te zamen'kon worden weggesard terwijl hem het vervullen van zijn plicht als schoolhoofd is onmogelijk gemaakt, zonder dat eenige maatregel tegen die sarrende onderwijzers genomen werd. En toch was het in onderwijzerskringen zoozeer bekend hoe de onderwijzers op school letter T hun hoofd het leven vergalden, dat verschillende hoofden, aangezocht van die school de leiding te aanvaarden, weigerden, omdat zjj hun »gemoodsrast en gezondheid te lief hebben". Is er dan, toen de heer Koning zjjn ontslag nam niets geschied, opdat zjjn opvolger de heer Holtzappel niet werd blootgesteld aan de behandeling, die men kon ver wachten dat hjj ondervinden zon? Waarom heeft men en dat is het ergste de kinderen op school letter T opnieuw in da gelegenheid gesteld znlke weerzinwekkende voorbeelden van tuchteloosheid en grof gebrek aan eerbied voor het hoofd der school to zien als op school letter T te verwachten waren en ook inderdaad gegeven zjjn? Wjj noemen alleen het voorbeeld van den onderwjjzer Traan- berg, die volgens het verslag op zeer dnideljjke wjjze kinderen te kennen geeft, dat volgens hem het hoofd der school dommer is dan zij aller; van den onder- wjjzer Edelman, die met zjjn hoed op, in een nonchalante honding op een bank liggend, het hoofd zijner school, terwjjl deze les geeft, trotseert. Niet wat strafbaar wordt geacht en thans bestraft zal worden achten wjj het meest bedroevend. Neen, wat maanden lang ongestraft geschied is, reeds ondor het hoofd De Koning, wat onder het hoofd Holtzappel voorviel en zonder de buitensporigheden van de onder wijzers Edelman en Traan berg tot geen enkele berisping schijnt aanleiding te hebben gegeven, achten wjj de meest onrnstbarende teekenen van een ongezonden toestand op sommige lagere scholen. Duidelijk blijkt immers dat een onderwijzer tegen een jongen kan zeggen: »ik heb niets te maken met wat je moeder aan De Koning (het hoofd) heelt verteld, ze moet bij mjj komen, anders kom je er niet in«, zonder dat dien onderwjjzer krachtig wordt beduid, dat het hoogst afkeurenswaardig is en tuchte loosheid kweekeu moet, een schooljongen mede te deelen dat hjj niets te maken heeft met wat zijn hoo'd als zoodanig zegt. Van het schoolhoofd Da Koning is door den gemeen telijken inspecteur getuigd, dat hjj niet opgewassen was tegen de zware taak hom door zjjn «medewerkers* opgelegd en dat hjj «laakbare zwakheid* heeft getoond. Wjj meenen ook elders sporen van «laakbare zwak heid* te zien en vragen ons af: indien zalke toestanden op school letter T mogelijk waren en bekend waren zonder tot krachtig ingrjjpen te leid-n, welke zeker heid hebbon wjj dan dat niet op andore scholen even eens de hoofden gesard en tegengewerkt worden, zoo dat de leerlingen de nadeelige gevolgen van die tuchtoloosheid en het gebrek aan leiding moeten ondervinden. Bjj enkele candidaatstelling is tot lid van den Baad te Akersloot gekozen de heer K. Mejjne, die de benoe ming heeft aanvaard. Hij zal de vacature, ontstaan door het overigden van den heer J. Hollenberg, vervullen en moeten altreden in 1907; op Woensdag 20 Augustus zullen de kiezers uitspraak moeten doen tusschen de heeren J. Zeeman en W. Gignis, ter vervulling van do vacature W. Schermerhorn aftreding 1911. Te Schermerhorn is een tweede Rembrandt comité opgericht. Her eerst opgerichte bestaat uit eenige parti culiere ingezetenen het tweede wordt gevormd door de leden van de afdeeling Schermerhorn van de Maatschappg tot Nut van 't Algemeen. Tweede Kamer. Bij de behandeling der Begrooting van Buitenlandsche Zaken drong Zaterdag de heer Van Idsinga aan op eene- spoedige reorganisatie van het departement van Buiten landscbe Zaken. De heer Van de Velde wees op den tarievenstrjjd die overal opduikt, hjj vreesde, dat alB wjj achteraankomen, wjj tenslotte geen enkel middel van verweer meer zullen hebben. Onzen vrijhandels-politiek belet onze diplomaten zieh krachtig te doen gelden tegenover het buitenland. Spr. wees op de groote belangen die verschillende streken van ons land hebben bij den tarievc strjjd. De heer De Beaufort was, wat den algemeenen poli- tieken toestand betreft, noch optimist, noch pessimist. Wij verkeeren thans in een overgangstijdperk. Wij hebben het ongekend verschjjnsal waargenomen, dat een Euro- peesch volk door een Aziatisch is overwonnen. Het zwaartepunt dor gebeurtenissen is buiten Europa verplaatst en voor kleine landen als Zweden, Zwitserland enz. is dit geruststellend.Wjj met onze koloniën verkeeren echter in gevaarlijker positie. Voor ons is het daarom zaak bescheiden en verstandig te zjjn. Een goede verstand houding met alle Mogendheden, geen nauwere band met één, dat is voor ons de aangewezen weg. De eerste Vredesoonlerentie moge niet beantwoord hebben aan hot doel: algemeene ontwapening; toch heeft zjj geleid tot meerdere codificatie van ons volkenrecht. De heer Tak, sprekende over de bekende uitzetting van de heeren Cats van Aalten en Domola Nieuwenhuis, wees er op dat odzo consul te Keulen eerst 6 dagen nadat de gevangenneming van Domala Nieuwenhuis in de couranten had gestaan hem ging opzoeken. Hij verzoekt den minister in landen als Duitscbland en Rusland onze ambtenaren aan onze diplomatieke vertegenwoordigers op te dragen wat spoediger aansluiting met eventueel ge vangen gehouden Nederlanders te zoeken. Ook spr. sluit zich aan bjj den aandrang tot bescherming van het au teursrecht. Als men ziet hoe tegenwoordig de geesteljjke arbeid verminkt en zoo brntaal mogeljjk wordt overge nomen, soms in dagbladen den inhond van geheels boeken, dan wordt het dnideljjker dat scherper maatregelen ge nomen moeten worden dan tegenwoordig tegen de vrij buiters bestaan. Ten slotte kwam spr. tot de artikelen van de Petit bleu, waarin hjj gelezen heeft wat verschillende heeren welwil lend aan den schrjjver Baie hebben medegedeeld, Spr. heeft zieh daaraan geërgerd, want hg dacht zoo Begint na dat groot doen weer, waaraan wjj ons vier jaar geërgerd hebben? Had nu de betrokken minister tut dien journalist gezegd Ga zitten, meneer, steek een sigaar op, doch wilt ge iets weten over Nederlandecln toestanden, zoo moet ge wachten tot ik het aan de Nederlandeehe Volks vertegenwoordiging heb verteld en dan kunt ge het lezen. Wat het denkbeeld eener vereeniging met België betreft, daartegen moet spr. ernstig waarschuwen. Na zjjn wij een rustig land met een militaire macht zonder betee- kenis, bjj eene vereeniging met België zou die van be- teekenis worden en daardoor voor beide landen gevaar opleveren. Het geldt hier voorzichtig wezen, want er zjjn er nog altijd, die belang hebben bjj een verhoogd chauvinisme en een verhoogde militaire macht. Daarom, nog eens, laat ons voorzichtig zjjn. Nadat verder nog het woord was gevoerd door de heeren Plate, Van Karnebeek en Van Bylandt werden de verschillende sprekors beantwoord door den Minister van Baitenlandsche Zaken. Spr. zeide, den arbeid van con sulaire ambtenaren zeer hoog te stellen om zich op handels- teirein te oriënteeren maar als tnsschenpersuon voor den handel, consument en producent tot elkaar te brengeD, verwacht hij er niet zooveel van als anderen hier in de Kamer. Omtrent een centraal bureau voor Handel en Ngverheid zal de minister in overleg treden met zjjn ambtgenoot van Landbouw, Handel en Ng verheid. Omtrent de Berner-Conventie hondt de minister zich aan hetgeen hij in de Memorie van Antwoord heeft gezegd. Vior de toetreding moet eerst een meerderheid gevonden worden. Ook ten aanzien van het politietractaat houdt de minister zich aan het medegedeelde in de stnkken. Sluiting van dat traefcaat zal waarschijnlijk spoedig geschieden. Alvorens concessies op het Duitschc tarief te kannen bedingen, is het noodig na te gaan welke concessies kunnen worden gegeven. Da minister is het eens, dat de honding van Neder land in de bnitenlandsohe politiek moet zijn bescheiden, verstandig, 's Ministers ambtgenoot ïb het slachtoffer geweest van diens welwillendheid en onbescheidenheid van den redacteur van da Petit Bleu. Deze ontving slechts eenige onbeduidende mededee- liagen. De Regeering denkt er niet aan het régime te volgen, aangegeven door den schrjjver van de Petit Bleu. De minister dankt voor de welwillende ontvangst en hoopt aan de in hem gestelde verwachtingen te beant woorden. Zoetwater-vlsscherij. Te Grootebroek en te Rustenburg zjja respectievelijk opgericht de afdeelingen «Grootslag on Rustenburg* van de hoofdafdeeling «Zoetwatervisscherjj* der Ned. Heide maatschappij. De eerste telt 37, de tweede 25 leden. Tot leden van het bestuur van rie afdeeling Grootslag werden gekozen de heeren Jb. Broer te Andjjk, voor zitter; P. van Bleisem te Enkbnizen, secretarisP. van Meurs te Grootebroek, D. Steltenpool te Wervershoof en KI. Broer to H oogkarspel en van de afdeeling «Rus tenburg" de heeren H. Hain te Avenhorn, voorzitter J. Evers te Ursem, secretaris; C Mak te Hensbroek, P Brink te Wogmeer en J. IJ kei, te Oosterleek. Van Texel wordt ons van den 9en geschreven Heden vergaderde in 't ho*el «De Lindeboom" de af deeling Texel van het N. O. G. Na vaststelling der notu len van de voorgaande vergadering en het behandelen van eenige ingekomen stnkken, werd overgegaan tot kiezen van een bestuurslid vice-voorzitter waartoe met 9 stemmen, trgen 7 op het aftredend lid (den heer Daalder), werd gekozen de heer van Donwen. Alnn kwam aan het woord de heer P. J. Quakkelaar, die in kenrigen vorm eene aardige beschouwing gaf over «De zelfstandigheid van den Onderwijzer in de School", wat tot debat aanleiding gaf. Hierna leverde de heer Heeroma Jr. eene lenke bjjdrage fragment uit «Wonter P eterse" door Multatuli. Van de rondvraag maakte de heer Maller, gebruik om af scheid te nemen van de afdeeling, waarin hg meer dan 30 jaren was werkzaam geweest. Da voorzitter sprak - uit naam van de gansche vergadering eenige woorden van waar- deeiing over het werk van den heer H., die ruim 40 jaren het onderwjjs met liefde heeft gediend. Spreker wenschte den vertrekkende», krassen grjjsaard, nog eenige jaren van welverdiende rust toe. Naar men ons welwillend mededeelt, hebben zich voor de vacante betrekking van onderwjjzeres aan de O.L. S. te Oude-Schild 6 sollicitanten aangemeld, voor die van H. d. S te Midden-Eierland 5 sollicitanten, waaronder één met ncte landbouw. Indertjjd verscheen in het te Schagen verscbjjuende blad, het Nieuws- en Advertentieblad voor Schagen c.a., uitgegeven door de heeren C. Burger en G. Plakker een Ingezonden Stuk van den volgenden inhoud Mjjnheer de Red. In de Sohager Ort. van heden Donderdag, lees ik onder *t Raadsverslag van de gemeente Sint Maarten een na schrift aan 't adres van den hoer Slot, raadslid van ge noemde gemeente. Mjj dankt, de heer Trapman schermt daarin met heele groote woorden. Of behoort hot tot het oprecht-christeljjk zjja van een uitgever, dat hjj its zjjn conrant plaats rmmt voor vuile vieze advertenties, zooals mjjnheer Trapman dat doet met de advertentie »G"en bedrog» Mij dunkt Mjjnheer de Redacteur, dat geen brave, maar slechts enkel lieden van verdacht allooi propaganda knnnen maken voor gemeene praktijken. Vindt dat ook niet? Dankbaar voor de plaatsruimte, Uw dienaar, X.. Naar aanleiding hiervan werd door den heer Mr. F. H. G. van der Hoeven te Alkmaar namens de Schaq. Ct. tegen genoemde uitgevers een borgerljjke rechtsvordering voor de Arrondissements-Recfatbank ta Alkmaar ingesteld, strekksnde tot betering van bot nadeel in eer en goeden naam geleden en tot vergoeding der geleden schade. Da Schag. Ct. deelt hieromtrent verder onder meer het volgende mee Nadat de heer Mr. H. P. M. Kraakman to Alkmaar zich tot procureur voor de beide uitgevers van het Nienws- en Adverten ieblad voor Schagen c.a. had gesteld en de schrifteljjke behandeling der zaak was aangevangen, deelden die uitgevers bjj genomen conclnsie mede, dat de schrjjver van dat, beleedigende, anonieme stnk was de onderwjjzer J. J. van der Menlen t-> Schagen, en verzochten de toestemming van de rechtbank, om dezen in het aanhangige geding in vrjjwaring te mogen roepen. De eischer verzette zich daartegen op grond, dat hjj den eisch niet had ingesteld tegen den schrjjver, maar tegen de uitgevers van het genoemde Nienws- en Advertentieblad, die de conranten, waarin het beleedigende artikel was afgedrukt, hadden verspreid. De rechtbank op dit incident recht doende, weigerde het gedaan verzoek, waarna partgen voortprccedeerden. Ploiaooien werden gehouden, waarna de Rechtbank de uitspraak bepaalde op 7 December 1.1. Bjj dat vonnis zjjn de beide middelen van niet-ont- vankeljjkheid afgewezen, werd door de Rechtbank ver klaard dat het ingezonden stnk is beleedigend voor den eisoher, voorts gelast dat ten koste der gedaagden het vonnis te Schagen aan het aanplakbord zal worden aan geplakt en de gedaagden veroordeeld in de kosten van het proces, en in de koBten aan de zjjde van den eischer, door de Rechtbank vastgesteld op f 180.«— Wat de gevorderde schadevergoeding betreft, overwoog de Rechtbank, dat, zooals de eischer hal opgemerkt, de bsstanddeelen der schade niet behoeven gesteld te worden, doch dat in dat geval de eischer daardoor te keunen aeefï, dat hjj de bepaling van het schadebedrag aan den Rechter overlaat. Daar nu de schadefactoren in de procedure niet genoemd waren, miste de Rechtbank alle gegevens, om het bedrag dier schade te bepalen en stelde dus die schade op «nihil De eisoher had door zjjn advocaat bjj pleidooi laten mededeelen, dat de tot na toe geleden schade was ge bleken uiterst gering te zjjn en dat het hem met hen aanleggen dezer procedure in de eerste plaats te doet was om eerherstel te krjjgen op de wijze, bjj de burger lijke wet aangegeven. Aanbestedingen. Da vergrooting van de R K. Kerk te Bovenkarspel is pabliek aanbesteed. Vac de ongeveer 25 inscbrjjvers was de laagste de Heer Dessing, te Gouda, voor f50,700. Bjj de te Spjjkerboor gehouden aanbesteding van onder houdswerken van het waterschap Starnmeer en Kamerhop in 1906, werden aannemeis de laagste inschrijvers, per- cel 1 Onderhond molens R. K. Koppen en Zoon te Wost- Graftdjjk voor f1148, perceel 2, Onderhoud gebouwen, brnggen en wegen gebr. Groot te de Wonde, gem. Aker sloot vo ir f 721.18, perceel 3 verfwerk M. Louw te Knollendam, gem. Wormer voor f 112. Onze stadgenoot, de heer C. Casaretto, na zich gedu rende de laatste drie jaren op het Bacteriologisch Hygië nisch Laboratorium van Dr. F. Basenau te Amsterdam theoretisch en praktisch bekwaamd te hebben, promo veerde te Berlijn tot doctor in de Bacteriologie op aca demisch proefschrift: «Ueber die bactericiden Eigen schaften frischer Milch«. In de Zaterdag gehouden vergadering van de Tweede Kamer kwam onder meer in een adres van mr. J. S. L. Aghina, advocaat en procureur te Alkmaar, houdende verzoek hem te benoemen tot commiesgriffier der Kamer. Stads-verfraaiing f Toen Zoeher voor de Spaarnestad Twee eilandjes geschapen had, Zich badend in de S ngelgracht, Werd dat door ieder schoon geacht, En te Alkmaar zuchtte menigeen Och hadden wjj hier ook maar één 1 't Werd vaak g*zegd en 't duurde wat, Aleer de Raad besloten had Welk punt hg 't meeBt verk CBljjk vond Men schonwde 't Paarden wed in 't rond, Maar, komend bjj de Bergerpoort, Werd toen aldra 't besluit gehoord, Dat daar, in 't watervlak, zoo breed, Een eiland stellig goed voldeed. Men toog aan 't werk en 't nieuwe land Werd met verschillend hout beplant, En wie langs brng of vest moest gaan Was over 't kleine ding voldaan. De tijd verliep en nieuwe bén, Die anders dan de vroegre zien, Zjjn nu gezeteld in den Raad. (.Of het daarom wel beter gaat?) Wjjl 't zielental wat is vermeerd, Vindt men gednrig iets verkeerd Dit is te smal en dat te klein, 't Moet alles breeder, ruimer zjjn En open voor de felle zon, Waar m' eens in schaduw wandlen kon. Wat werd gemaakt door 't voorgeslacht Wordt na veroordeeld en veracht, Verwoest, gesloopt, ten dood gewjjd, Beminnaars vaD het schoon ten spjjt. Groot doen, groot toonen scbjjnt de lens, Al werd dus nooit een dwerg tot rans. Gelijk een moordnaar in den nacht Zjjn prooi bespringt, zoo on erwacht Niet voorbereid door eenig schrift, Zelfs op de agenda niet gegrift, Nam onze Raad een forsch besluit, Dat als verdict ten doode lnidt. De blik op 't water moest versterkt, Door geen belemmering beperkt, En 't nitz'cht kon nog wat vergroot, Als 't eiland 'fc oog geen rustpunt bood. Vier stemmen pleitten voor 't behoud, Maar elf, voor hnn bezwaren kond, Beslisten, na kort overleg Het eilandje moest uit den weg Vond men zoo'n plekje vroeger schoon, Wjj zingen thans nit andren toon. Gister maken, heden breken 01 daar wjjsheid uit mag spreken P Fip roaot «bravo! 't gaat zoo goed, Dus blijft werk in overvloed." Maar wie denkt een weinig na Meentja, goed voor Abdera. SPECTATOR. He uitvoering der Kinderwetten. Het Weekblad van het Recht schrijft Opnieuw werd het gerucht verbreid, dat de regeering de bedoeling zou hebben alle kinderen, die door den rechter te harer beschikking worden gesteld, eerst in het rijksopvoedingsgesticht te Alkmaar te doen opnemen en eerst daarna over de opdracht aan particulieren te beslissen. In het K. B. van 15 Juni is die bedoeling niet uitgesproken. Integendeel, de mogelijkheid van onmiddellijke opdracht aan particuliere verzorging wordt drukkelijk ondersteld. Het tegendeel ware dan ook in beslisten strijd met art, 39 bis, zooals het mede op voorstel van den lateren minister van justitie Loeff werd vastgesteld. Wij nemen daarom vooralsnog niet aan dat het gerucht waarheid zegt. "Wij hopen, dat bij de aanstaande behandeling van de begrooting van justitie den minister daaromtrent inlichtingen zullen worden gevraagd. Voor het onverhoopte geval, dat de be doeling inder daad zou zijn zooals het gerucht vertelt, kunnen wij daartegen niet ernstig genoeg protesteeren. Het is onze oprechte overtuiging, dat indien de nieuwe wetgeving op deze wijze zal worden uitgevoerd, hare mogelijke goede werking bij voorbaat wordt verlamd. Voorshands bepalen wij ons tot deze paar woorden. Mogen onze afgevaardigden niet verzui men aan de ongetwijfeld ernstige quaestie hunne volle opmerkzaamheid te schenken. Voetbal. Nu hebben we waarachtig alwéér onverdiend verloren onverdiend zekerdo Amsterdammers bakenden het zelf. Alcmaria Vietrix I heeft nu vijf matches voor dan Ned. V. B. gespeeld, waarvan zjj er twee won en drie verloor. Van deza drie nederlagen was slechts éesi, die tegen Haarlem II, verdiend, maar doe nu eens iets tegen Pech! 'tWas prachtig weer en een vroolgb gezicht op het veld, toen de roodgehemde Amsterdammers en de in het frissche wit gestoken Alkmaarders zich om twee nnr voor zeer tal.jjk publiek opstelden. Alcmaria had den toss gewonnen en verkoos met het oog op den loop der zon voor de rust het doel aan de Zandurslootzjjde in te spelen. A. F. C. II trapt af, maar al dadelijk zit de Alk- maar8che voorhoede voor het Amsterdamsohe doel, de bal gaat echter vlak langs de rechterpaal uit. Na de uittrap tracht A. F. C. er van door te gaan, maar zjj stuit op de vrjj goede Alcmaria-verdediging. Na een paar vergeefsche aanvallen van beide zjjden, opent M. A. de Lange de score voor Alcmaria, als hg van verre een mooi, onverwacht schot lost. A. F. C. maakt echter vrjj spoedig geljjk en verkrjjgt dan zeer gelokkig de leiding, die zjj na eenigen tjjd zelfs nog weet te ver- grooten (31). Bjj dit punt waren de opinies verdeeld omtrent een al of-niet out zjjn van den bal een oogenblik te voren. Ondanks al dezen tegenspoed, bljjft de Alcmaria- voorhoede heftig aanvallen en weldra brengt P. ter Spill door een prachtig schot den stand op 2—3. Dan is de benrt aan A. F. C., om alweer een vrjj gelukkige goal te scoren (2—4). Alcmaria geeft echter niet op, en valt hevig aan. Eindelijk krjjgt zij een penalty; een interessant moment; de nemer ziet zich hoopjes rondjes toegezegd bij 'een eventueel succes het fluitje gaat, een dof gelnid en dan een ontzettend gebrul; hoeden, petten, gaan ins Blaue hinein de stand is 8—4 geworden. Dit geeft weer moed. Maar 't gelnk is met de Amsterdamsche rood baadjse en zjj scoren nogmaals, het eenige van al hun punten, dat werkeljjk, op een mooie wjj ze werd gemaakt. Gedurende de rust die met 5—3, zeer geflatteerd voor de Amsterdammers intreedt; heeft de traditioneele londwandelin j der toe schouwers plaats. Na een 5 minuten gaat het fluitje weerda spelers en de toeschouwers zoeken hnn plaatsen weder op en 't begint weer. De Alcmaria-voorhosde zet er nu alles op, voorloopig echter zonder succes. Totdat na een tiental minnten A. Hoek nit een corner van rechts de vierde en helaas ook laatste goal scoort. Want hoe Alcmaria ook werkt en hoe het pabliek zjjn favo rieten aanmoedigt, 't bljjft maar 45. Een paar maal scheelt het anders slechts een paar centimeter ook de doelpalen, die voor de rust de Amsterdammers bjj bjjna al hunne goals hielpen, zjjn den A.F.C.ers ook nu weer goedgnns'ig maar thans bij het verdedigen. Een beer was het al heel erg Een hooge bal komt van verre op hot A.F.C.-doel aanvliegen de keeper kan den bal slechts in de hoogte slaan, waarna hjj (niet de keeper, maar de balop de lat terecht komt, daarop een paar maal op en neer springt en dan tot groote verlichting van heel A. F. C,, achter het doel neervalt. De tjjd kruipt voort en 't pabliek brult er lastig op los, maar 't schijnt of Alcmaria niet mag winnen, want hoe haar voorhoede ook zwoegt, 't bljjft maar 4—5. A. F. C. doet intu88cben telkens vinnige uitvallen, maar steeds wordt het gevaar tjjdig bezworen. Zoo nadert het einde, nog een paar laatste, wanhopige pogingenalles ver geefs en als de referee voor de laatste maal fluit, is A. F. O. nog steeds met 54 voor en heeft Alcmaria ten tweeden male zeer onverdiend verloren 't Was een aardig gezicht vanaf het veld, toen de talrjjke, enthou siaste toeschouwers in dichte drommen langs de Zander- sloot hniswaarts keerden, met de ondercraande zon op den achtergrond PEAR. Wor*tel wed*trjjd. Wjj hebben gisteravond in da schouwburgzaal van «Harmonie* bovengenoemden wedstrjjd bjjgewoond, die door eenige specialiteiten-nummers werden voorafgegaan. Wjj hoorden eerst een Hollandsche cbanfense, daarna kregen wjj gymnastische oefeningen, door drie jongens en één meisje te zien, een beel aardig ensemble, zoo ook kregen wjj nog een aardige voordracht te hooreu, tusschen een dame en een heer genaamd «de vronweljjke advocaat*. De zaal was fl nk bezet. Hoe de namen der medewerkende personen waren, wij weten het niet, want er was geen programma, en ook van den impresario, zoo zullen wij bem maar noemen, konden wjj dit niet te weten komen. Eindelijk deelde de impresario mede (wjj hadden lang zitten wachten, het publiek werd eveneens ongednldig, en liet dit bljjken door flink te stampen) dat met de wedstrjjden zou worden aangevangen. Deelnemers waren Carlo, van Riel, Mac Maifé (neger), Rooze, allen uit Amsterdam Boogaard en Zwart nit Alkmaar. De impresa rio noodigde twee personen nit het pabliek nit, dia con- stateeren moesten, dat de worstelingen volgens de regelen zonden geschieden. Hoewel er personen in de zaal waren, die daartoe zeer go«d in staat waren te achtenwil den zij zich toch hiertoe niet leenen, en aldns kwamen ten slotte, na lang vragen van den impresario twee jongens ten tooneele, die als juryleden zonden fnngeeren. Wjj hebben van 't worstelen geen verstand, doch deze juryleden ook niet, want één hunner zat op den voor hem gereserveerden stoel te beven als een riet, zeker bang zjjnde om omver gegooid te worden, door den neger Mao pn den dikken Carlodie danig met elkaar aan de gang waren, en waarvan de neger ten laatste overwinnaar van den strjjd werd. Dtverend applaus van 't pabliek. Nu kwam een strijd tusschen van Riel, Amsterdam, en Boogaard, Alkmaar. Deze strjjd werd met vollen ernst gadegeslagen, dnnrde zeer lang, doch werd niet beslecht. Opnieuw werd later de strijd hervat. Ook weder de volle attentie van het pabliek. Na langen, vinnigen strijd was de Alkmaarder geklopt, en van Riel overwinnaar. Stemmen nit het pabliek valech, valsch, valsche greep. Gefluit, gesis, geschreeuwover, over, niet eerlijk. De luidjas op het schellinkje zjjn ook niet tevreden, het is daar een lawaai, men fluit, roept, schreeuwt, gooit me sinaasappelenschilleo naar benedenin één woord dt bijeenkomst is rnmoerig. De jnry staat machteloos, de impresario wil over laten worstelen dc worstelaar st immen hiermede in, maar het pnbliek roeptn*e, nees valsche greep". Wjj verlaten lachend den schouwburg, denkend, zoo'n worstelavond is toch wel gezellig geweest, P Hen opsporing. In den laatsten tijd werden hier ter stede diverse kleine diefstallen gepleegd. Zoo werden o.a. klompen, brandewijn, grenadine, tabak, taarten en nog vele andere zaken ontvreemd, 't ls thans aan de politie gelukt de twee daders G. en H. op te sporen. CORRESPONDENTIE. J. P., Alkmaar. Mogen wjj den brief, dien U ons hebt toegezonden, als Ingezonden Stuk opnemen of is deze voor ons persoonljjk bedoeld? „Het plttoresque plekje grond* In het water bij de Berger poort." Ik heb de woorden overgeschreven uit uw »Van Week tot Week« van j.l. Zaterdag, en kijk ze nog eens aan, Mijnheer de Redacteur. Er is geen twijfel aan, ze zijn door u ernstig gemeend. Iets verder spreekt gij van «een weelderigen plantengroei daar midden in het water bij de Bergerpoort® en van seen stukje echte natuur® dat «bijdroeg tot het schilderachtige van onze stad.« Voor de warmte, die in uwe ontboezeming doorstraalt, heb ik, als altjjd waardeering. Maar is uwe beschouwing wel juist, uit een oogpunt van goeden smaak Wat zijn onze Singelgrachten De oude Stadsgrach ten, niet waar, waarvan de wallen herschapen zijn in plantsoenen. De oorspronkelijke aanleg daarvan is zeer smaakvoler is gebruik gemaakt van het hoog en laag telkens komt het pad te voorschjjn en verdwijnt Tiet weer achter een klein eikenboschjedaardoor lijkt het plantsoen veel grooter dan het is en heeft men overal een mooien uit- en doorkijk. De-Singelgrachten zjjn breed en vrjj goed van lijnen. Later heeft men dien oorspronkelijken aanleg en de gedachte, waarvan men is uitgegaan, niet meer begrepen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 2