ST AD SN IEU WS.
"TnTezonden stukken.
Nieuwst ij dingen.
Gemengd Nieuws,
den pers-proces.
toestanden bij het onderwijs in de hoofdstad opnieuw
beginnen. Het Handelsblad roert dan ook alwoer de
trom, waar het schrijft:
Hoe is het mogelijk dat op een gemeenteschool
zoo langen tijd zulke schandelijke toestanden konden
heerschen als op school letter T het geval is ge
weest? zoo, dat op die eene school, gelijk de arr.
schoolopziener de heer J. Postmus verklaart, „op
voeders zijn, die met verzaking van de elementaire
beginselen van fatsoen en wellevendheid ora hun
inzicht door te drijven, het over hen gestelde hoofd
der school der school op zulk een geheel onbehoor
lijke en niet te vergoelijken wijze den voet dwars
zetten, het leven ondragelijk verbitteren en het hem
onmogelijk maken zijn arbeid voor de school met
opgewektheid en naar eisch te verrichten."
Bedroevend noemen wij het bovendien, dat
zulke toestanden maanden mogelijk waren zonder dat
aanstonds degenen, die de tucht op school onder
mijnden, verwijderd werdendat een hoofd, „een
braaf en ijverig man, die meer hart had voor de
school dan 't heele overige personeel te zamen'kon
worden weggesard terwijl hem het vervullen van
zijn plicht als schoolhoofd is onmogelijk gemaakt,
zonder dat eenige maatregel tegen die sarrende
onderwijzers genomen werd.
En toch was het in onderwijzerskringen zoozeer bekend
hoe de onderwijzers op school letter T hun hoofd het
leven vergalden, dat verschillende hoofden, aangezocht
van die school de leiding te aanvaarden, weigerden, omdat
zjj hun »gemoodsrast en gezondheid te lief hebben".
Is er dan, toen de heer Koning zjjn ontslag nam niets
geschied, opdat zjjn opvolger de heer Holtzappel niet
werd blootgesteld aan de behandeling, die men kon ver
wachten dat hjj ondervinden zon? Waarom heeft men
en dat is het ergste de kinderen op school letter T
opnieuw in da gelegenheid gesteld znlke weerzinwekkende
voorbeelden van tuchteloosheid en grof gebrek aan eerbied
voor het hoofd der school to zien als op school letter T
te verwachten waren en ook inderdaad gegeven zjjn? Wjj
noemen alleen het voorbeeld van den onderwjjzer Traan-
berg, die volgens het verslag op zeer dnideljjke wjjze
kinderen te kennen geeft, dat volgens hem het hoofd der
school dommer is dan zij aller; van den onder-
wjjzer Edelman, die met zjjn hoed op, in een nonchalante
honding op een bank liggend, het hoofd zijner school,
terwjjl deze les geeft, trotseert.
Niet wat strafbaar wordt geacht en thans bestraft
zal worden achten wjj het meest bedroevend. Neen,
wat maanden lang ongestraft geschied is, reeds ondor
het hoofd De Koning, wat onder het hoofd Holtzappel
voorviel en zonder de buitensporigheden van de onder
wijzers Edelman en Traan berg tot geen enkele berisping
schijnt aanleiding te hebben gegeven, achten wjj de
meest onrnstbarende teekenen van een ongezonden
toestand op sommige lagere scholen.
Duidelijk blijkt immers dat een onderwijzer tegen
een jongen kan zeggen: »ik heb niets te maken met
wat je moeder aan De Koning (het hoofd) heelt
verteld, ze moet bij mjj komen, anders kom je er niet
in«, zonder dat dien onderwjjzer krachtig wordt
beduid, dat het hoogst afkeurenswaardig is en tuchte
loosheid kweekeu moet, een schooljongen mede te
deelen dat hjj niets te maken heeft met wat zijn
hoo'd als zoodanig zegt.
Van het schoolhoofd Da Koning is door den gemeen
telijken inspecteur getuigd, dat hjj niet opgewassen
was tegen de zware taak hom door zjjn «medewerkers*
opgelegd en dat hjj «laakbare zwakheid* heeft getoond.
Wjj meenen ook elders sporen van «laakbare zwak
heid* te zien en vragen ons af: indien zalke toestanden
op school letter T mogelijk waren en bekend waren
zonder tot krachtig ingrjjpen te leid-n, welke zeker
heid hebbon wjj dan dat niet op andore scholen even
eens de hoofden gesard en tegengewerkt worden, zoo
dat de leerlingen de nadeelige gevolgen van die
tuchtoloosheid en het gebrek aan leiding moeten
ondervinden.
Bjj enkele candidaatstelling is tot lid van den Baad
te Akersloot gekozen de heer K. Mejjne, die de benoe
ming heeft aanvaard. Hij zal de vacature, ontstaan door
het overigden van den heer J. Hollenberg, vervullen en
moeten altreden in 1907; op Woensdag 20 Augustus zullen
de kiezers uitspraak moeten doen tusschen de heeren
J. Zeeman en W. Gignis, ter vervulling van do vacature
W. Schermerhorn aftreding 1911.
Te Schermerhorn is een tweede Rembrandt comité
opgericht. Her eerst opgerichte bestaat uit eenige parti
culiere ingezetenen het tweede wordt gevormd door de
leden van de afdeeling Schermerhorn van de Maatschappg
tot Nut van 't Algemeen.
Tweede Kamer.
Bij de behandeling der Begrooting van Buitenlandsche
Zaken drong Zaterdag de heer Van Idsinga aan op eene-
spoedige reorganisatie van het departement van Buiten
landscbe Zaken.
De heer Van de Velde wees op den tarievenstrjjd die
overal opduikt, hjj vreesde, dat alB wjj achteraankomen,
wjj tenslotte geen enkel middel van verweer meer zullen
hebben. Onzen vrijhandels-politiek belet onze diplomaten
zieh krachtig te doen gelden tegenover het buitenland.
Spr. wees op de groote belangen die verschillende streken
van ons land hebben bij den tarievc strjjd.
De heer De Beaufort was, wat den algemeenen poli-
tieken toestand betreft, noch optimist, noch pessimist.
Wij verkeeren thans in een overgangstijdperk. Wij hebben
het ongekend verschjjnsal waargenomen, dat een Euro-
peesch volk door een Aziatisch is overwonnen. Het
zwaartepunt dor gebeurtenissen is buiten Europa verplaatst
en voor kleine landen als Zweden, Zwitserland enz. is
dit geruststellend.Wjj met onze koloniën verkeeren echter
in gevaarlijker positie. Voor ons is het daarom zaak
bescheiden en verstandig te zjjn. Een goede verstand
houding met alle Mogendheden, geen nauwere band met
één, dat is voor ons de aangewezen weg. De eerste
Vredesoonlerentie moge niet beantwoord hebben aan hot
doel: algemeene ontwapening; toch heeft zjj geleid tot
meerdere codificatie van ons volkenrecht.
De heer Tak, sprekende over de bekende uitzetting
van de heeren Cats van Aalten en Domola Nieuwenhuis,
wees er op dat odzo consul te Keulen eerst 6 dagen nadat
de gevangenneming van Domala Nieuwenhuis in de
couranten had gestaan hem ging opzoeken. Hij verzoekt
den minister in landen als Duitscbland en Rusland onze
ambtenaren aan onze diplomatieke vertegenwoordigers op
te dragen wat spoediger aansluiting met eventueel ge
vangen gehouden Nederlanders te zoeken. Ook spr. sluit
zich aan bjj den aandrang tot bescherming van het au
teursrecht. Als men ziet hoe tegenwoordig de geesteljjke
arbeid verminkt en zoo brntaal mogeljjk wordt overge
nomen, soms in dagbladen den inhond van geheels boeken,
dan wordt het dnideljjker dat scherper maatregelen ge
nomen moeten worden dan tegenwoordig tegen de vrij
buiters bestaan.
Ten slotte kwam spr. tot de artikelen van de Petit bleu,
waarin hjj gelezen heeft wat verschillende heeren welwil
lend aan den schrjjver Baie hebben medegedeeld, Spr. heeft
zieh daaraan geërgerd, want hg dacht zoo Begint na
dat groot doen weer, waaraan wjj ons vier jaar geërgerd
hebben? Had nu de betrokken minister tut dien journalist
gezegd Ga zitten, meneer, steek een sigaar op, doch
wilt ge iets weten over Nederlandecln toestanden, zoo
moet ge wachten tot ik het aan de Nederlandeehe Volks
vertegenwoordiging heb verteld en dan kunt ge het lezen.
Wat het denkbeeld eener vereeniging met België betreft,
daartegen moet spr. ernstig waarschuwen. Na zjjn wij
een rustig land met een militaire macht zonder betee-
kenis, bjj eene vereeniging met België zou die van be-
teekenis worden en daardoor voor beide landen gevaar
opleveren.
Het geldt hier voorzichtig wezen, want er zjjn er nog
altijd, die belang hebben bjj een verhoogd chauvinisme
en een verhoogde militaire macht. Daarom, nog eens, laat
ons voorzichtig zjjn.
Nadat verder nog het woord was gevoerd door de
heeren Plate, Van Karnebeek en Van Bylandt werden de
verschillende sprekors beantwoord door den Minister van
Baitenlandsche Zaken. Spr. zeide, den arbeid van con
sulaire ambtenaren zeer hoog te stellen om zich op handels-
teirein te oriënteeren maar als tnsschenpersuon voor den
handel, consument en producent tot elkaar te brengeD,
verwacht hij er niet zooveel van als anderen hier in de
Kamer. Omtrent een centraal bureau voor Handel en
Ngverheid zal de minister in overleg treden met zjjn
ambtgenoot van Landbouw, Handel en Ng verheid.
Omtrent de Berner-Conventie hondt de minister zich
aan hetgeen hij in de Memorie van Antwoord heeft
gezegd. Vior de toetreding moet eerst een meerderheid
gevonden worden. Ook ten aanzien van het politietractaat
houdt de minister zich aan het medegedeelde in de
stnkken. Sluiting van dat traefcaat zal waarschijnlijk
spoedig geschieden.
Alvorens concessies op het Duitschc tarief te kannen
bedingen, is het noodig na te gaan welke concessies
kunnen worden gegeven.
Da minister is het eens, dat de honding van Neder
land in de bnitenlandsohe politiek moet zijn bescheiden,
verstandig, 's Ministers ambtgenoot ïb het slachtoffer
geweest van diens welwillendheid en onbescheidenheid
van den redacteur van da Petit Bleu.
Deze ontving slechts eenige onbeduidende mededee-
liagen. De Regeering denkt er niet aan het régime te
volgen, aangegeven door den schrjjver van de Petit Bleu.
De minister dankt voor de welwillende ontvangst en
hoopt aan de in hem gestelde verwachtingen te beant
woorden.
Zoetwater-vlsscherij.
Te Grootebroek en te Rustenburg zjja respectievelijk
opgericht de afdeelingen «Grootslag on Rustenburg* van
de hoofdafdeeling «Zoetwatervisscherjj* der Ned. Heide
maatschappij.
De eerste telt 37, de tweede 25 leden.
Tot leden van het bestuur van rie afdeeling Grootslag
werden gekozen de heeren Jb. Broer te Andjjk, voor
zitter; P. van Bleisem te Enkbnizen, secretarisP. van
Meurs te Grootebroek, D. Steltenpool te Wervershoof
en KI. Broer to H oogkarspel en van de afdeeling «Rus
tenburg" de heeren H. Hain te Avenhorn, voorzitter
J. Evers te Ursem, secretaris; C Mak te Hensbroek,
P Brink te Wogmeer en J. IJ kei, te Oosterleek.
Van Texel
wordt ons van den 9en geschreven
Heden vergaderde in 't ho*el «De Lindeboom" de af
deeling Texel van het N. O. G. Na vaststelling der notu
len van de voorgaande vergadering en het behandelen
van eenige ingekomen stnkken, werd overgegaan tot
kiezen van een bestuurslid vice-voorzitter waartoe
met 9 stemmen, trgen 7 op het aftredend lid (den heer
Daalder), werd gekozen de heer van Donwen.
Alnn kwam aan het woord de heer P. J. Quakkelaar,
die in kenrigen vorm eene aardige beschouwing gaf over
«De zelfstandigheid van den Onderwijzer in de School",
wat tot debat aanleiding gaf. Hierna leverde de heer
Heeroma Jr. eene lenke bjjdrage fragment uit «Wonter
P eterse" door Multatuli.
Van de rondvraag maakte de heer Maller, gebruik om af
scheid te nemen van de afdeeling, waarin hg meer dan 30
jaren was werkzaam geweest. Da voorzitter sprak - uit naam
van de gansche vergadering eenige woorden van waar-
deeiing over het werk van den heer H., die ruim 40
jaren het onderwjjs met liefde heeft gediend. Spreker
wenschte den vertrekkende», krassen grjjsaard, nog eenige
jaren van welverdiende rust toe.
Naar men ons welwillend mededeelt, hebben zich voor
de vacante betrekking van onderwjjzeres aan de O.L. S.
te Oude-Schild 6 sollicitanten aangemeld, voor die van
H. d. S te Midden-Eierland 5 sollicitanten, waaronder
één met ncte landbouw.
Indertjjd verscheen in het te Schagen verscbjjuende
blad, het Nieuws- en Advertentieblad voor Schagen c.a.,
uitgegeven door de heeren C. Burger en G. Plakker een
Ingezonden Stuk van den volgenden inhoud
Mjjnheer de Red.
In de Sohager Ort. van heden Donderdag, lees ik onder
*t Raadsverslag van de gemeente Sint Maarten een na
schrift aan 't adres van den hoer Slot, raadslid van ge
noemde gemeente.
Mjj dankt, de heer Trapman schermt daarin met heele
groote woorden.
Of behoort hot tot het oprecht-christeljjk zjja van een
uitgever, dat hjj its zjjn conrant plaats rmmt voor vuile
vieze advertenties, zooals mjjnheer Trapman dat doet met
de advertentie »G"en bedrog»
Mij dunkt Mjjnheer de Redacteur, dat geen brave,
maar slechts enkel lieden van verdacht allooi propaganda
knnnen maken voor gemeene praktijken. Vindt dat
ook niet?
Dankbaar voor de plaatsruimte,
Uw dienaar,
X..
Naar aanleiding hiervan werd door den heer Mr. F.
H. G. van der Hoeven te Alkmaar namens de Schaq. Ct.
tegen genoemde uitgevers een borgerljjke rechtsvordering
voor de Arrondissements-Recfatbank ta Alkmaar ingesteld,
strekksnde tot betering van bot nadeel in eer en goeden
naam geleden en tot vergoeding der geleden schade.
Da Schag. Ct. deelt hieromtrent verder onder meer het
volgende mee
Nadat de heer Mr. H. P. M. Kraakman to Alkmaar
zich tot procureur voor de beide uitgevers van het
Nienws- en Adverten ieblad voor Schagen c.a. had
gesteld en de schrifteljjke behandeling der zaak was
aangevangen, deelden die uitgevers bjj genomen conclnsie
mede, dat de schrjjver van dat, beleedigende, anonieme
stnk was de onderwjjzer J. J. van der Menlen t-> Schagen,
en verzochten de toestemming van de rechtbank, om
dezen in het aanhangige geding in vrjjwaring te mogen
roepen. De eischer verzette zich daartegen op grond,
dat hjj den eisch niet had ingesteld tegen den schrjjver,
maar tegen de uitgevers van het genoemde Nienws- en
Advertentieblad, die de conranten, waarin het beleedigende
artikel was afgedrukt, hadden verspreid.
De rechtbank op dit incident recht doende, weigerde
het gedaan verzoek, waarna partgen voortprccedeerden.
Ploiaooien werden gehouden, waarna de Rechtbank de
uitspraak bepaalde op 7 December 1.1.
Bjj dat vonnis zjjn de beide middelen van niet-ont-
vankeljjkheid afgewezen, werd door de Rechtbank ver
klaard dat het ingezonden stnk is beleedigend voor den
eisoher, voorts gelast dat ten koste der gedaagden het
vonnis te Schagen aan het aanplakbord zal worden aan
geplakt en de gedaagden veroordeeld in de kosten van
het proces, en in de koBten aan de zjjde van den eischer,
door de Rechtbank vastgesteld op f 180.«—
Wat de gevorderde schadevergoeding betreft, overwoog
de Rechtbank, dat, zooals de eischer hal opgemerkt, de
bsstanddeelen der schade niet behoeven gesteld te worden,
doch dat in dat geval de eischer daardoor te keunen
aeefï, dat hjj de bepaling van het schadebedrag aan den
Rechter overlaat.
Daar nu de schadefactoren in de procedure niet genoemd
waren, miste de Rechtbank alle gegevens, om het bedrag
dier schade te bepalen en stelde dus die schade op «nihil
De eisoher had door zjjn advocaat bjj pleidooi laten
mededeelen, dat de tot na toe geleden schade was ge
bleken uiterst gering te zjjn en dat het hem met hen
aanleggen dezer procedure in de eerste plaats te doet
was om eerherstel te krjjgen op de wijze, bjj de burger
lijke wet aangegeven.
Aanbestedingen.
Da vergrooting van de R K. Kerk te Bovenkarspel is
pabliek aanbesteed. Vac de ongeveer 25 inscbrjjvers was
de laagste de Heer Dessing, te Gouda, voor f50,700.
Bjj de te Spjjkerboor gehouden aanbesteding van onder
houdswerken van het waterschap Starnmeer en Kamerhop
in 1906, werden aannemeis de laagste inschrijvers, per-
cel 1 Onderhond molens R. K. Koppen en Zoon te Wost-
Graftdjjk voor f1148, perceel 2, Onderhoud gebouwen,
brnggen en wegen gebr. Groot te de Wonde, gem. Aker
sloot vo ir f 721.18, perceel 3 verfwerk M. Louw te
Knollendam, gem. Wormer voor f 112.
Onze stadgenoot, de heer C. Casaretto, na zich gedu
rende de laatste drie jaren op het Bacteriologisch Hygië
nisch Laboratorium van Dr. F. Basenau te Amsterdam
theoretisch en praktisch bekwaamd te hebben, promo
veerde te Berlijn tot doctor in de Bacteriologie op aca
demisch proefschrift: «Ueber die bactericiden Eigen
schaften frischer Milch«.
In de Zaterdag gehouden vergadering van de Tweede
Kamer kwam onder meer in een adres van mr. J. S.
L. Aghina, advocaat en procureur te Alkmaar, houdende
verzoek hem te benoemen tot commiesgriffier der Kamer.
Stads-verfraaiing f
Toen Zoeher voor de Spaarnestad
Twee eilandjes geschapen had,
Zich badend in de S ngelgracht,
Werd dat door ieder schoon geacht,
En te Alkmaar zuchtte menigeen
Och hadden wjj hier ook maar één 1
't Werd vaak g*zegd en 't duurde wat,
Aleer de Raad besloten had
Welk punt hg 't meeBt verk CBljjk vond
Men schonwde 't Paarden wed in 't rond,
Maar, komend bjj de Bergerpoort,
Werd toen aldra 't besluit gehoord,
Dat daar, in 't watervlak, zoo breed,
Een eiland stellig goed voldeed.
Men toog aan 't werk en 't nieuwe land
Werd met verschillend hout beplant,
En wie langs brng of vest moest gaan
Was over 't kleine ding voldaan.
De tijd verliep en nieuwe bén,
Die anders dan de vroegre zien,
Zjjn nu gezeteld in den Raad.
(.Of het daarom wel beter gaat?)
Wjjl 't zielental wat is vermeerd,
Vindt men gednrig iets verkeerd
Dit is te smal en dat te klein,
't Moet alles breeder, ruimer zjjn
En open voor de felle zon,
Waar m' eens in schaduw wandlen kon.
Wat werd gemaakt door 't voorgeslacht
Wordt na veroordeeld en veracht,
Verwoest, gesloopt, ten dood gewjjd,
Beminnaars vaD het schoon ten spjjt.
Groot doen, groot toonen scbjjnt de lens,
Al werd dus nooit een dwerg tot rans.
Gelijk een moordnaar in den nacht
Zjjn prooi bespringt, zoo on erwacht
Niet voorbereid door eenig schrift,
Zelfs op de agenda niet gegrift,
Nam onze Raad een forsch besluit,
Dat als verdict ten doode lnidt.
De blik op 't water moest versterkt,
Door geen belemmering beperkt,
En 't nitz'cht kon nog wat vergroot,
Als 't eiland 'fc oog geen rustpunt bood.
Vier stemmen pleitten voor 't behoud,
Maar elf, voor hnn bezwaren kond,
Beslisten, na kort overleg
Het eilandje moest uit den weg
Vond men zoo'n plekje vroeger schoon,
Wjj zingen thans nit andren toon.
Gister maken, heden breken
01 daar wjjsheid uit mag spreken P
Fip roaot «bravo! 't gaat zoo goed,
Dus blijft werk in overvloed."
Maar wie denkt een weinig na
Meentja, goed voor Abdera.
SPECTATOR.
He uitvoering der Kinderwetten.
Het Weekblad van het Recht schrijft
Opnieuw werd het gerucht verbreid, dat de regeering
de bedoeling zou hebben alle kinderen, die door den
rechter te harer beschikking worden gesteld, eerst in
het rijksopvoedingsgesticht te Alkmaar te doen opnemen
en eerst daarna over de opdracht aan particulieren te
beslissen. In het K. B. van 15 Juni is die bedoeling
niet uitgesproken. Integendeel, de mogelijkheid van
onmiddellijke opdracht aan particuliere verzorging wordt
drukkelijk ondersteld. Het tegendeel ware dan ook in
beslisten strijd met art, 39 bis, zooals het mede op
voorstel van den lateren minister van justitie Loeff werd
vastgesteld. Wij nemen daarom vooralsnog niet aan
dat het gerucht waarheid zegt. "Wij hopen, dat bij de
aanstaande behandeling van de begrooting van justitie
den minister daaromtrent inlichtingen zullen worden
gevraagd. Voor het onverhoopte geval, dat de be
doeling inder daad zou zijn zooals het gerucht
vertelt, kunnen wij daartegen niet ernstig genoeg
protesteeren. Het is onze oprechte overtuiging,
dat indien de nieuwe wetgeving op deze wijze zal worden
uitgevoerd, hare mogelijke goede werking bij voorbaat
wordt verlamd. Voorshands bepalen wij ons tot deze
paar woorden. Mogen onze afgevaardigden niet verzui
men aan de ongetwijfeld ernstige quaestie hunne volle
opmerkzaamheid te schenken.
Voetbal.
Nu hebben we waarachtig alwéér onverdiend verloren
onverdiend zekerdo Amsterdammers bakenden het zelf.
Alcmaria Vietrix I heeft nu vijf matches voor dan Ned.
V. B. gespeeld, waarvan zjj er twee won en drie verloor.
Van deza drie nederlagen was slechts éesi, die tegen
Haarlem II, verdiend, maar doe nu eens iets tegen Pech!
'tWas prachtig weer en een vroolgb gezicht op het
veld, toen de roodgehemde Amsterdammers en de in het
frissche wit gestoken Alkmaarders zich om twee nnr
voor zeer tal.jjk publiek opstelden. Alcmaria had den
toss gewonnen en verkoos met het oog op den loop der
zon voor de rust het doel aan de Zandurslootzjjde in te
spelen. A. F. C. II trapt af, maar al dadelijk zit de Alk-
maar8che voorhoede voor het Amsterdamsohe doel, de
bal gaat echter vlak langs de rechterpaal uit. Na de
uittrap tracht A. F. C. er van door te gaan, maar zjj
stuit op de vrjj goede Alcmaria-verdediging. Na een
paar vergeefsche aanvallen van beide zjjden, opent M.
A. de Lange de score voor Alcmaria, als hg van verre
een mooi, onverwacht schot lost. A. F. C. maakt echter
vrjj spoedig geljjk en verkrjjgt dan zeer gelokkig de
leiding, die zjj na eenigen tjjd zelfs nog weet te ver-
grooten (31). Bjj dit punt waren de opinies verdeeld
omtrent een al of-niet out zjjn van den bal een oogenblik te
voren. Ondanks al dezen tegenspoed, bljjft de Alcmaria-
voorhoede heftig aanvallen en weldra brengt P. ter Spill
door een prachtig schot den stand op 2—3.
Dan is de benrt aan A. F. C., om alweer een vrjj
gelukkige goal te scoren (2—4). Alcmaria geeft echter
niet op, en valt hevig aan. Eindelijk krjjgt zij een
penalty; een interessant moment; de nemer ziet zich
hoopjes rondjes toegezegd bij 'een eventueel succes
het fluitje gaat, een dof gelnid en dan een ontzettend
gebrul; hoeden, petten, gaan ins Blaue hinein de stand
is 8—4 geworden. Dit geeft weer moed. Maar 't gelnk
is met de Amsterdamsche rood baadjse en zjj scoren
nogmaals, het eenige van al hun punten, dat werkeljjk,
op een mooie wjj ze werd gemaakt. Gedurende de rust
die met 5—3, zeer geflatteerd voor de Amsterdammers
intreedt; heeft de traditioneele londwandelin j der toe
schouwers plaats. Na een 5 minuten gaat het fluitje
weerda spelers en de toeschouwers zoeken hnn plaatsen
weder op en 't begint weer. De Alcmaria-voorhosde zet
er nu alles op, voorloopig echter zonder succes. Totdat
na een tiental minnten A. Hoek nit een corner van
rechts de vierde en helaas ook laatste goal scoort. Want
hoe Alcmaria ook werkt en hoe het pabliek zjjn favo
rieten aanmoedigt, 't bljjft maar 45. Een paar maal
scheelt het anders slechts een paar centimeter ook de
doelpalen, die voor de rust de Amsterdammers bjj bjjna
al hunne goals hielpen, zjjn den A.F.C.ers ook nu weer
goedgnns'ig maar thans bij het verdedigen.
Een beer was het al heel erg Een hooge bal komt van
verre op hot A.F.C.-doel aanvliegen de keeper kan den
bal slechts in de hoogte slaan, waarna hjj (niet de keeper,
maar de balop de lat terecht komt, daarop een paar
maal op en neer springt en dan tot groote verlichting
van heel A. F. C,, achter het doel neervalt. De tjjd
kruipt voort en 't pabliek brult er lastig op los, maar
't schijnt of Alcmaria niet mag winnen, want hoe haar
voorhoede ook zwoegt, 't bljjft maar 4—5. A. F. C.
doet intu88cben telkens vinnige uitvallen, maar steeds
wordt het gevaar tjjdig bezworen. Zoo nadert het einde,
nog een paar laatste, wanhopige pogingenalles ver
geefs en als de referee voor de laatste maal fluit, is A.
F. O. nog steeds met 54 voor en heeft Alcmaria ten
tweeden male zeer onverdiend verloren 't Was een
aardig gezicht vanaf het veld, toen de talrjjke, enthou
siaste toeschouwers in dichte drommen langs de Zander-
sloot hniswaarts keerden, met de ondercraande zon op
den achtergrond PEAR.
Wor*tel wed*trjjd.
Wjj hebben gisteravond in da schouwburgzaal van
«Harmonie* bovengenoemden wedstrjjd bjjgewoond, die
door eenige specialiteiten-nummers werden voorafgegaan.
Wjj hoorden eerst een Hollandsche cbanfense, daarna
kregen wjj gymnastische oefeningen, door drie jongens
en één meisje te zien, een beel aardig ensemble, zoo ook
kregen wjj nog een aardige voordracht te hooreu, tusschen
een dame en een heer genaamd «de vronweljjke advocaat*.
De zaal was fl nk bezet. Hoe de namen der medewerkende
personen waren, wij weten het niet, want er was geen
programma, en ook van den impresario, zoo zullen wij
bem maar noemen, konden wjj dit niet te weten komen.
Eindelijk deelde de impresario mede (wjj hadden lang
zitten wachten, het publiek werd eveneens ongednldig,
en liet dit bljjken door flink te stampen) dat met de
wedstrjjden zou worden aangevangen. Deelnemers waren
Carlo, van Riel, Mac Maifé (neger), Rooze, allen uit
Amsterdam Boogaard en Zwart nit Alkmaar. De impresa
rio noodigde twee personen nit het pabliek nit, dia con-
stateeren moesten, dat de worstelingen volgens de regelen
zonden geschieden. Hoewel er personen in de zaal waren,
die daartoe zeer go«d in staat waren te achtenwil
den zij zich toch hiertoe niet leenen, en aldns kwamen
ten slotte, na lang vragen van den impresario twee
jongens ten tooneele, die als juryleden zonden fnngeeren.
Wjj hebben van 't worstelen geen verstand, doch deze
juryleden ook niet, want één hunner zat op den voor
hem gereserveerden stoel te beven als een riet, zeker bang
zjjnde om omver gegooid te worden, door den neger Mao
pn den dikken Carlodie danig met elkaar aan de gang
waren, en waarvan de neger ten laatste overwinnaar van
den strjjd werd. Dtverend applaus van 't pabliek. Nu
kwam een strijd tusschen van Riel, Amsterdam, en
Boogaard, Alkmaar. Deze strjjd werd met vollen ernst
gadegeslagen, dnnrde zeer lang, doch werd niet beslecht.
Opnieuw werd later de strijd hervat. Ook weder de volle
attentie van het pabliek. Na langen, vinnigen strijd was
de Alkmaarder geklopt, en van Riel overwinnaar.
Stemmen nit het pabliek valech, valsch, valsche greep.
Gefluit, gesis, geschreeuwover, over, niet eerlijk. De
luidjas op het schellinkje zjjn ook niet tevreden, het is
daar een lawaai, men fluit, roept, schreeuwt, gooit me
sinaasappelenschilleo naar benedenin één woord dt
bijeenkomst is rnmoerig. De jnry staat machteloos, de
impresario wil over laten worstelen dc worstelaar
st immen hiermede in, maar het pnbliek roeptn*e, nees
valsche greep". Wjj verlaten lachend den schouwburg,
denkend, zoo'n worstelavond is toch wel gezellig geweest,
P
Hen opsporing.
In den laatsten tijd werden hier ter stede diverse
kleine diefstallen gepleegd. Zoo werden o.a. klompen,
brandewijn, grenadine, tabak, taarten en nog vele andere
zaken ontvreemd, 't ls thans aan de politie gelukt de
twee daders G. en H. op te sporen.
CORRESPONDENTIE.
J. P., Alkmaar. Mogen wjj den brief, dien U ons
hebt toegezonden, als Ingezonden Stuk opnemen of is
deze voor ons persoonljjk bedoeld?
„Het plttoresque plekje grond* In het
water bij de Berger poort."
Ik heb de woorden overgeschreven uit uw »Van
Week tot Week« van j.l. Zaterdag, en kijk ze nog eens
aan, Mijnheer de Redacteur. Er is geen twijfel aan, ze
zijn door u ernstig gemeend. Iets verder spreekt gij
van «een weelderigen plantengroei daar midden in het
water bij de Bergerpoort® en van seen stukje echte
natuur® dat «bijdroeg tot het schilderachtige van onze
stad.«
Voor de warmte, die in uwe ontboezeming doorstraalt,
heb ik, als altjjd waardeering.
Maar is uwe beschouwing wel juist, uit een oogpunt
van goeden smaak
Wat zijn onze Singelgrachten De oude Stadsgrach
ten, niet waar, waarvan de wallen herschapen zijn in
plantsoenen. De oorspronkelijke aanleg daarvan is zeer
smaakvoler is gebruik gemaakt van het hoog en
laag telkens komt het pad te voorschjjn en verdwijnt
Tiet weer achter een klein eikenboschjedaardoor
lijkt het plantsoen veel grooter dan het is en heeft men
overal een mooien uit- en doorkijk. De-Singelgrachten
zjjn breed en vrjj goed van lijnen.
Later heeft men dien oorspronkelijken aanleg en de
gedachte, waarvan men is uitgegaan, niet meer begrepen.