No. 211. Honderd en zevende jaargang. Zaterdag 30 Dec. 1905. DAGBLAD VOOR .ALKMAAR EN OMSTREKEN. mwim V.S OHMSTEDEJCzn, Het oudste adres Leesgezelschappen, a¥ v ¥r tent i e nT~" BERLIJNSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Faillissement DAMBRINK. MANGELMACHINES WASCHMACHINES, WRINGMACHINES, Cheavin's Waterfilters Vleeschliakmachines, ROLTAPIJTSCHUIERS, Salter's Familieschalen enz. ®«k- ALKMAAR. »»k W. G. E. VALK. G. W. VAN DER VEEN, G. S< Groenewoud. No. 2 k f 2,50 No. 3 k f 2,50. No. 1 f 3,75 Nalezers Voorhanden in de Magazijnen van Werktuigen en Gereedschappen van W V raag prygconranteu. SAUCIJZEBROODJES. AMANDELBROODJES. APPELBOLLEN. ZOUTE KRAKELINGEN. CHOCOLADE-BESCHUITJES. Saucijzebroodjes. Kalfsvleeschbroodjes. Palingbroodjes. Amandelbr oodj es. Roombroodjes. Appelbollen. Sneeuwballen. Weihnachtstollen, Tnlband, Zonte Krakelingen, Chocolade-beschnitj es. Tevens wordt om de 14 dagen een R 0- MAN verstrekt. E COURANT. Abonnemfntsprjjs per 3 maanden voor Alkmaar f 0.80; franco p. post f 1.—. Afzonder jjke nnmmers 3 cent. Prjjs der Advertentiën per regel f 0.10 Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handalsdr. HEKMs. COSTER ZOON. (Particuliere Correspondentie). Berlijn, 28 December 1905. Kruidenierspolitiek is aan de staatslieden van het tegenwoordige Duitschland vreemd. Alles gaat hier sen gros.® Zoo onder meer het schulden maken. De rijkskanse lier vorst Bülow, verklaarde in zijne rede van den bden December j.l. dat niettegenstaande de grootst mogelijke zuinigheid op ieder gebied heerschte, het tekort in de rijkskas voor het volgende jaar op ongeveer 100 millioen mark geschat werd. Hier verstaan ze onder de grootst mogelijke zuinigheid echter heel wat anders als bij U. Wat werd het meuwe Nederlandsche Ministerie hardgevallen over de f 100.000 die voor aanbouw van nieuwe stallen met koetshuizen op Het Loo waren aangevraagd. En hier De grootst mogelijke zuinigheid sluit niet uit dat een kwart millioen mark (f 150.000) voor vernieuwing van het paleis van den rijkskanselier op de begrooting voorkomen. Aanmer kingen op zulke posten hoort men nietze gaan er in den rijksdag grif door. Nu is het paleis Wilhelmsstrasse no. 77, dat thans Bülow bewoont, nog al eene oude kast. Het werd in de jaren 1738 en 39 in navolging van de Fransche'paleizen voor den generaal on Schulen- burg gebouwd, was daarna jaren lang in het bezit van de vorsten Radziwill en werd in den tijd van het ontstaan van het Keizerrijk door „den Staat aangekocht. Met de f 150.000, die thans ter beschikking gesteld worden, kan Bülows dienstwoning een der eersten worden in de reeks der prachtige regeeringsgebouwen, die hier ter beschikking van ministers en grootwaardigsheidsbe- kleeders zjjn. Minder gelukkig is de vorst van Schwarzburg-Rudol- stadt. Zijn landdag heeft hem de verhooging van zijn jaarl jjksch inkomen, die hij liet aanvragen, geweigerd. 'De 93.000 inwoners van zijn rijkje betaalden hem jaarlijks slechts 305.000 Mark uitterwijl de 8000 inwoners van het zusterrijk Schwarzburg—Sondershausen voor hunnen vorst jaarlijks 550.000 Mark_ opbrengen. Per hoofd der bevolking is dit ongeveer 7 Mark. De Rudolstadters wenschen dit voorbeeld echter niet te volgen en vinden eene belasting van 3£ Mark per hoofd en per jaar ruim voldoendeze gunnen de Sondershausens in dezen gaarne den voorrang. Neen, dan zijn we er hier in Pruisen beter aan toe. Wilhelm krijgt als Koning van Pruisen 16 millioen Mark 'sjaars. Per hoofd der bevolking is dit ongeveer 50 Pfennige. Keizer is hij alleen maar voor deneer. Als zoodanig ge niet hij geen inkomen, doch beschikt slechts over ongeveer 2£ millioen Mark, die hem voor liefdadige doeleinden ter beschikking worden gesteld. Alle Duitsche regeerende vorsten ontvangen te zamen over de 27 millioen Mark. Dat is een heele som, vooral als men in aanmerking neemt dat het nationale vermogen hier nog niet zoo heel groot is en dat zeer vele leden uit vorstelijke familiesde hoogste en best betaalde posities in het leger innemen en nu en dan ook tot andere posten geroepen worden. Prins Albrecht van Pruisen, de zoon van onze prinses Marianne, is behalve legerinspecteur ook nog regent over Brunswijk. Een prins van Reuts was gezant te Weenen en de erfprins van Hohenlohe, met eene Coburgsche prinses gehuwd, wordt minister van Koloniën. De regeerende vorsten zelf schijnen hunne jaarlijk- sche inkomsten echter nog niet voldoende te vinden. De vorst van SchwarzburgRudolstadt volgde slechts het voorbeeld van zooveel anderen. Oldenburg gaf het sein. De tegenwoordige groothertog verklaarde bij zijne troonsbestijging niet meer te kunnen rondkomen met het inkomendat zijn vader Peter genoten had. Koning George van Saksen vroeg na den dood van zijnen broeder Albert eene verhooging van zijne civiele ljjst aan, alsmede van die van de Koningin-weduwe, van den Kroonprins en van zijne dochterprinses Mathilde. Alles te zamen genomen beliep de verhooging 7 a 8 ton. De loonbeweging onder de vorsten plantte zich ook naar het zoo behoudende Mecklenburg over. Daar werd voor den jongen groothertog 800.000 Mark 'sjaars aan gevraagd. In dat land, nog steeds zonder grondwet, kende men tot voor korten tjjd geen civiele lijst. De inkomsten werden zoo'n beetje over de verschillende posten van uitgaaf verdeeld, en zoo kreeg ook de vorst Naar het Fransch van Theodore C a h n. 58) Frangoise had den baron geld af willen persen, maar ze had de geschiedenis van het rijtuig vergeten, en er niet aan gedacht, dat het in elk geval zekerder zou zijn zich op een afstand te houden van baron de Candolle. »Het is toch ook om dol te worden,snikte ze, »als men tienduizend gulden al in de hand heeft, en alles wordt weer in duigen gegooid door zoo'n ellendigen hond.« Toutou zou daar zeker op hebben kunnen antwoor den «als men mij niet mee had genomen naar de Morgue, zou ik nooit het kind herkend hebben. XX Aan advocaat Pincinas werd de verdere leiding aan gaande het onderzoek in deze treurige zaak toever trouwd. Veertien dagen later onderging elk der beklaagden voor hem een afzonderlijk verhoor. Calixte Garaud en Frangoise bleven bij hunne be kentenis. Alleen de grootmoeder, die dacht zich daardoor te redden, bleef voortdurend ontkennen. Om haar dus tot spreken te bewegen achtte mijnheer Pincinas het noodig haar samen met Frangoise te brengen. Hij dacht en zeker niet ten onrechte, dat wanneer deze beide vrouwen elkander weer zagen, zjj in hare woede misschien iets zouden loslaten. Hij wilde weten in hoeverre de grootmoeder mede plichtige was, hopende, dat ze dan eindeljjk zou be kennen. Zoodra moeder Garaud dan ook Frangoise een paar zijne portie. Door het groothertogelijke inkomen's jaars op 800.000 Mark vasttestellen, moesten de belastingen aanmerkelijk verhoogd worden, wat zelfs den trouwen Mecklenburgers aanleiding tot morren gaf. De beste betaling onder zijne collega's* geniet echter ongetwijfeld de vorst van Lippe-Detmold. Dat landje waarom zoo heftig gekibbeld werd, is 21 vierk. G. M. groot en hiervan bezit de vorst 1/5'gedeelte als domein. Van de inkomsten, die op meer dan een millioen mark geschat worden, behoeft hij slechts 60 000 Mark in de landskas te storten; de rest is ^voor hem. Tot heden sloot de nieuwe vorst zich nog niet bjj de voormelde vorsten-loonbeweging aan. De kansen dat enkele van de kleinste Duitsche staatjes zullen samen smelten, staan op het oogenblik nog al gunstig. De oudere lijn van het huis Reuss sterft uit, zoodat haar land aan de jongere ljjn komt en deze beide peuterstaatjes weder onder een hoofd worden vereenigd. Ook de Sondershausens hebben geene erfgenamen in de rechte lijn, zoodat de Rudolstadters in de toekomst heer en meester zullen zijn over de beide Schwarzburgen. Of dan zoowel in Reuss en in Schwarzburg de civiele lijsten eenvoudig zullen worden saatngevoegd Deze zouden dan ook wel een wat bescheidener aanzien kunnen verkrijgen, want waarlijk de druk van het to taal der civiele lijsten van alle Duitsche bondsvorsten op hunne onderdanen, is tegenwoordig wat heel zwaar. We nemen dan heelemaal nog niet in aanmerking, dat de vele familieleden van die vorsten uit den staatsruif mee eten en dikwijls zwaar betaalde positiën innemen. Doch niet alleen dreigen de regeerende geslachten over Sondershausen en Greiz uit te sterven, ook in het groothertogdom Baden heeft men zijne troonzorgen. De groothertog is oud, de erfgroothertog kinderloos en den daarop volgenden neef Max heeft slechts een doch tertje. Ofschoon dit Prinsesje nog geen vier jaren oud is, vraagt men zich af wie er later over Baden regeeren zal, indien zij geen broertje meer krijgt. Want over Baden mogen alleen mannen regeeren. Nu heeft de groothertog nog een tweeden neef, geboren uit het huwelijk van zijnen jongsten broeder met de baronesse Von Beust. Deze neef, stammende uit een morganatisch huwelijk, heet tot heden, graaf VonRhena, evenals zijne moeder, die na haar huwelijk tot gravin Von Rhena verheven werd. Dezer dagen deed het be richt de ronde, dat de groothertog van Baden het voor nemen heeft opgevat de gravin en de graaf Von Rhena, moeder en zoon, tot prinses en prins van Baden te verheffen, met het recht van troonsopvolging voor den laatsten. Wanneer men nu bedenkt dat de prins Max van Baden 38 jaar en zijne vrouw eerst 26 jaren oud is, dan is men er vlug bij, om de erfopvolging in den zin van vorst en volk te regelen. Kan Nederland daaraan niet een voorbeeld nemen Anders kon het bij U wel eens gaan als in Wurtem- berg. Uit het huwelijk van Koning Wilhelm met een der oudste zusters van onze Koningin-Moeder is slechts een kind geboren, eene dochter, de tegenwoordige erfprinses Paulina Von Wied. Het tweede huwelijk van den Wurtembergschen Koning bleef kinderloos. De zoozeer beminde Prinses Pauline mag niet opvolgen. De kroon van het overwegend Protestantsche Wurtem- berg komt dientengevolge na den dood van den regee renden Koning aan ver verwijderde familieleden, aan de Katholieke Hertogen van Wurtemberg, die tot voor korten tijd in Oostenrijk woonden, in het leger aldaar dienden en in het gemoedelijke land der Schwaben vreemdelingen zjjn en ook wel zullen blijven. Eene poging die gewaagd is om de Kroon aan de dochter van den Koning te brengen, had geen succes. Nu leeft prinses Pauline, als vrouw van den erfprins Von Wied, betrekkelijk vergeten in een der voorsteden van Berlijn. De Wurtenbergers zouden zich moeilijk eene betere vorstin kunnen wenschen. Ze doet in zeer veel opzichten aan hare tante, onze Koningin-Moeder, den ken is een voorbeeld van plichtsbetrachting en van huiselijkheidze is eene lieve moeder en bijzonder eenvoudig in haar optreden. De prinses is als geknipt de Kroon te dragen van een gemoedelijk, democratisch- gezind volk, zooals nu bjjv. de Noren't Is een lust haar te midden van hare kinderen gadeteslaanmen kan ze bijna iederen morgen in den Zoölogischen Garten aantreffen. Doch niet eiken morgen tweemalen in de week komen de jonge prinsjes daar met hunne gouver nante. Dan neemt de erfprinses Von Wied les, les in de Nederlandsche taal, die ze al heel aardig moet be- heerschen. Jammer dat het erfprinseljjke echtpaar Von Wied, wat bloedverwantschap betreft in velerlei rich tingen zoo eng verwant aan onze Koningin, eerst in de minuten na haar zag binnentreden barstte ze in een vloed van scheldwoorden uit, ze wilde haar zelfs te lijf. De agenten hadden moeite haar van elkaar te scheiden, en de rechter raadde haar in haar eigen belang aan, zich kalm te houden. Deze raad werd evenwel niet al te nauwkeurig op gevolgd. »Jij bent van alles de schuld,gilde ze Frangoise toe met gebalde vuisten, sals jjj me er niet toe hadt aangedreven, had ik nooit eenen voet bij baron de Candolle gezet. Je bent een ellendig schepsel, je hebt ons allen in het ongeluk gestort.® «Je bekent dus?« hervatte de rechter. «Ik bekennen? Wat zou ik bekennen dat ik bij baron de Candolle ben geweest 't Is mogelijk, maar dat gaat niemand aan. Dat is mijne zaak.® »Maar waarom zei je dan zoo juist tot je medeplich tige, dat ze jullie allen in het ongeluk had gestort? Als men onschuldig is, behoeft men daar toch niet bang voor te wezen.« «Wat ik daarmee bedoel Wel, als ik niet naar den baron was gegaan, had men nooit de hand op mij kunnen leggen. Ik zou dan ook nooit dien hond gezien hebben, die doet of hij mjj kent, net of men zoo'n beest gelooven moet.« Daar zou men in de Morgue van weten te vertellen. Kom beken nu maar.® «Ik Och u wilt geloof ik een loopje met me nemen. Ik ben nooit in de Morgue geweest. Ik heb niets met deze geheele zaak uit te staan. Ik heb altjjd getracht mijnen zoon te doen bedaren, als hij ruw tegen het kind optrad. En als hij het sloeg, dan verdiende het kind het dubbel en dwars, mijn zoon heeft overigens een veel te zacht karakter. »U overdrijft wat, sprak mijnheer Pincinas, uw zoon heeft zelve bekend, dat hij niet al te zachtaardig is. Die ezelMaar dan heeft dat schepsel hem zoo ge maakt, mijnheer de rechter.® «Ik oude lastertongJij hebt Calixte altijd willen dwingen alles af te geven, om daarvan jou Claudine goed te kunnen uithuwelijken.® «Venijnig schepsel 1 Net of jjj Calixte niet altijd tegen voorlaatste plaats tot den Nederlandschen troon geroepen zal worden. Bij vonnis van de Arrondissemenfs-Recbtbank van 28 December 1905, is H. W. DAMBRINK, koopman te Alkmaar, Tuinstraat 1, verklaard te verkeeren in staat van faillissement met benoeming van den E. A. Heer Mr. A. VAN WOUDENBERG HAMSTRA tot Rechter commissaris en van don ondergeteekende tot curator. Alkmaar, 29 Dec. 1905. H. P. M. KRAAKMAN beste constructie, lage prj|zcn. Aanbevelend, Gaarne bestellingen zoo vroeg mogelijk. Fernande hebt opgezet. Ja jij, die met alle geweld zelf met kleinen Piet naar het ziekenhuis wou gaan.« Frangoise viel uit: «Hoe durf jij zoo iets te zeggen. Je weet heel goed, dat jij met Calixte overlegd hebt, mij met den kleine er heen te zenden.« «Dus kleine Piet bestond tochmerkte de rechter op. «Zij is hetzelf die leugenaarster®, brulde moeder Ga raud, «die het kind heeft gemarteld, om haar zoon er voor in de plaats te brengen. Nu zal ik je eens aan de kaak gaan stellen. Mijnheer de rechter®, vervolgde ze, zich tot mijnheer Pincinas wendende, als dit schepsel er niet geweest was, dan zou mijn Calixte een heel andere man geworden zijn, en dan behoefde u hem nu zeker niet lastig te vallen. Jij bent de moordenaarsteroude tooverkolDat bewijst wel, dat jij het kind ergens in de straat wou neergooien. «En jjj, jij wou het in 't water werpen «Dat was in elk geval menschelijker. Dan zou het minder geleden hebben, en spoediger dood zjjn geweest.« «Durf nu nog eens volhouden, dat ik het kind mis handeld heb riep Frangoise buiten zich zelve van woede uit. «Kom, spreek nu op.« «Ik was niet altijd bjj jullie, dus kan ik ook niet zeggen wat er den geheelen dag door gebeurde. Ik be moeide me niet altijd met jullie aangelegenheden.® «Zoo, nu dat is wel gelukkig.« »Ben je nu tevreden, nu je ziet, dat ik je niet meer beschuldig spotte de oude. Mijnheer Pincinas, die nu voldoende uit dezen woor denstrijd was te weten gekomen, gaf order Frangoise weg te brengen en Garaud voor te leiden. Calixte trad binnen tusschen twee agenten. Bij het zien van zijn moeder fronste hij de wenkbrauwen en kon eenen woedenden blik niet weerhouden. «Juffrouw Garaud®sprak mijnheer Pincinas, »uw zoon heeft alles reeds bekendde mishandelingen, het leggen van het kind in het rjjtuig, in één woord zijne geheele schuld. Gjj zijt zjjne medeplichtige. Waarom zjjt gij deze handelingen niet tegen gegaan, gjj, de grootmoeder van het ongelukkige kindje «Dat zjjn zaken, die mjjnen zoon aangaan. Iedere voor het leveren van DÉJEUNERS, DINERS en SOU PERS, BRUILOFTEN en PARTIJEN, koude en warme SCHOTELS, dageljjksche DINERS aan huis is: Fnidsen C 71. BanketbakkerKok. Aanbevelend, Verzoeke beleefd, bestellingen vroegtijdig op te geven. N./V. BOEK. en HANDELSDRUKKERIJ v/ta Herms. Coster Ac Zoon, Voordon C. 9, ALHHAAB, per kwartaal, per kwartaal, (Walecers f 1,25), (Italezers f 1,25), bevat bevat t Gids. Elsevier's Maandschrift. Holl. Revue. Nederland. Humoristisch Album. Eigen Haard. Fliegende Blatter. Gartenlaube. Ueber Land und Meer. London News. Gids. Elsevier's Maandschrift. Onze Eeuw. Tijdspiegel. Humoristisch Album. Eigen Haard. Fliegende Blatter. Gartenlanbe. Ueber Land nnd Mee.. Illustration. per kwartaal, (JNalezers f 1,25), bevat Gids. Elsevier's Maandschrift. Eigen Haard. Revne des Deux Mondes. Illustration. Tonr dn Monde. Magasin d'Education. Nord nnd Sild. Illustrirte Zeitnng. Gartenlanbe. Fliegende Blktter. Cornhill Magazine. Graphic. Punch. worden ten allen tyde aangenomen. Voor hen, wien het er niet aan gelegen isof zjj de tijdschriften wat later ontvangen staat TEW ALLEN TIJDE de gelegenheid open eene porteieutll e te ontvangen met de tijd schriften en romans No. 1 k f 1,15 en met die van Ns. 2 en 3 kf 1,25 per kwartaal. Voor geabonneerden bal ten de stad kanzoo noodig, de verwisseling van deze portefeuille op Zater- dag worden bepaald. De verwisseling der tijdschriften heeft des WOENSDAG! plaats. Voor alle nummers Is gelegenheid tot aansluiting. vader voedt zijn kinderen op op zjjn manier. Ik heb het hem evenwel meer dan eens verweten.« «Is dat waar Garaud?® vroeg de rechter. «Ja, dat is waar,® antwoordde Garaud, «maar het is ook waar,® sprak hij, daarbij zjjn moeder woedend aankijkend, «dat ge beter hadt gedaan, nooit een voet bij baron de Candolle te zetten. Wat moest ge daar toch uitvoeren?® «Je hadt geen werk,« mompelde de oude, «en daar de baron rijk is, dacht ik, dat hij je misschien zou kunnen helpen.® «Dat is wonderlijk,hervatte Calixte. «Baron de Candolle mjj helpen? Dan hadt je ook beter naar iemand anders toe kunnen gaan. Daar moet wat anders achter steken.® «Maar dat is de waarheid,stotterde de oude, die hierbij aan Claudine dacht. Ze wou liever sterven, dan haren zoon bekennen, wat zij bjj den baron had gedaan. «Had ik ook kunnen denken, dat die hond,...« «Al was er in 't geheel geen hond geweest,® riep Calixte woedend uit, «dan hadt ge nog niets bjj den baron te maken. Was je de geschiedenis van het rijtuig vergeten Je hebt ons verraden, verkocht, overgeleverd aan de justitie, dat heb jij moeder. Nu, je moogt er trotsch op zijn, je hebt je goed van je plicht gekweten.® Zij keek voor zich zonder te antwoorden. Calixte hield zich zooveel mogelijk in voor den rechter, maar zjjn oogen schoten vonken. Zijn moeder wilde zich vrjj pleiten door alle schuld op Frangoise te werpen, maar bjj hare eerste woorden reeds, viel Calixte haar barsch in de rede«Ik verbied je, Frangoise te belasteren, hoor je dat?® riep hjj woedend uit. «Als jij je niet met dat nietswaardige schepsel had ingelaten, zou alles goed zjjn gegaan. Die beste Fran goise van jou heeft ons in het ongeluk gestort.« Calixte vond het onnoodig hier verder op te ant woorden. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5