No. 12.
Honderd en achtste jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Illusies op staathuishoodkuodig gebied.
MAANDAG
15 JANUARI.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonuiuumer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HEKMs. COSTEK ZOON, Voordam C 9.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeellngen.
Uit de Pers.
Be geschiedenis van de oeconomie verdiende meer
beoefend te worden dan het geval is. Hare merkwaardig
heid ligt ook daarin, dat de geleerde schrijvers, die de
theorieëa opstelden, van het eene uiterste in het andere
vervallen bjj opvolging, en dat de toepassing hunner
systemen geheel andere gevolgen heeft, dan in de studeer
kamer werd verwacht.
Een beknopt opstel over dit onderwerp kan geen andere
strekking hebben, dan om den lezer tot eigen onderzoek,
zoo mogeljjk aan te sporen ten einde zich van de al of
niet juistheid dezer meening te overtnigon, en dit zal
althans het nuttig effect hebben, dat oeconomische
theorieën in het algemeen met meer onpartijdigheid
worden beoordeeld en naar waarde worden geschat.
Geljjk bekend is, verwachtte de cnde oeconomie alle
heil en zegen van de vrjje mededinging en de onthou
ding van het staatsgezag, ten aanzien der regeling van
do verhouding der bijzondere personen. Zjj was in be<
ginsfel geenszins gekant tegen de belangen van de hand
werkslieden. Integendeel, zjj was, geljjk de hoogleerair
Trenb het volkomen juist erkent, «arbeiterfreundlieb*.
Zjj strekte in de eerste plaats ooa den handarbeider er
boven op te helpen. Dit is zeer verklaarbaar. Gedurende
eenwen achtereen had de stedelijke overheid de nijver*
heid beschermd en tegelijkertjjd zoo aan banden gelegd
dat de groote meerderheid er hevig onder leed. Boor
middel van de gilden we kunnen bet ons thans bjjna
niet meer voorstellen werd het recht op arbeid zeer
beperkt.
Oorspronkeljjk was het doel der gilden menscblievend
geweest. Het strekte om de verbruikers te beschermen
tegen slecht werk en slechte wee-. Doch van de 15de
eenw af, beginnen zjj te ontaardon in vereenigingen,
die maar één belang hebben voor te staan en te verde
digen, het belang der in het gild vereenigde meesters.
Vooral na de middeleeuwen beoogden do gilden, om
de meesters te beschermen tegen mededinging van onder
op. Be meeater-proef, die oorspronkeljjk ten doel had
om onbekwamen te weren, werd misbruikt, óm de toe
treding tot het gild onmogelijk te maken voor allen, die
met de meesters minder goed bevriend waren. Een boog
entrée-geld verlangde men met hetzelfde oogmerk. Ten
slotte konden alleen de welgestelden meesters worden. Be
reglementeering van de wjjze, waarop het bedrjjf uitge
oefend mooht worden, hield alle verbetering nit den aard
der zaak tegen.
Om kort te gaan, toen aan het einde der 18e eenw de
winstgevende bedrijven waron gemonopoliseerd, toen het
recht om te arbeiden totaal werd miskend, toen de indas-
triësle vooruitgang op allerlei wjjze werd belemmerd, toen
de oeconomisch zwakkeren door de overheid eerder omlaag
gedrnkt werden, dan gesteand en de loonen kunstmatig
laag werden gehouden, toen had dit alles tot noodzake
lijk gevolg, dat de zncht tot vrjjheid ontwaakte en dat
in vipheid van handel en bedtjjf het eenige en aange
wezen middel werd gezien om aan den arbeider geljjke
voordeelen te verschaffen ale de gildemeesters genoten.
Adam Smith was het, die de diepgevoelde behoefte
tot meerdere vrijheid op wetenschappelijke wijze betoogde.
De veelgesmade school van het .laisser faire" beoogde
daarmede geenszins de welgestelde stedelijke autoriteiten
te helpen. Neende handwerksman zonde door deze
staatsonthouding gebaat worden. Hjj voorzag niet en kon
niet voorzien de nadeelen, die veel later de algemeene
concnrrentie zonde veroorzakenhet werk verscheen in
1776. En het staat ooomstooteljjk vast, dat de toepas
sing der beginselen van Smith in Engeland en elders in
hooge mate den bloei van handel en ng verheid hebban
bevorderd en dat ook hier te lande deze zelfde leer door
de Leidsche boogescbool bij monde van bekwame man
nen als Vissering, Buys enz. verspreid, rjjke vruchten
heeft afgeworpen.
Be gouden regen, dien Adam Smith en zjjn school
verwachtten, is nedergedaald, Vergeljjkt men den fiaan-
oieelen toestand van ons vaderland, na de Fransche over-
heerEching, met dien van heden, dan is er op elk gebied
vooruitgang en verbetering en wel van zoodanigen omvang,
dat deze alleen tegen beter weten in, kan genegeerd
worden. In één adem moet men evenwel hierbjj voegen,
dat de gouden regen niet nederatortte op den breeden
zoom der samenleving, die in theorie juist 't meest be
gunstigd zoude zjjn.
De groater vrjjheid voor handel en bedrjjf, de verbetorde
verkeersmiddelen, de vooruitgang op wetenschappoljjk
gebied, dit alles bevorderde tevens de grootindustrie.
Be bevolking nam snel toe en de behoeften der toeg.nomen
bevolking stegen nog in hoogere mate.
Indien Adam Smith nog leefde zonde hjj wellicht ver
wonderd staan te kjjken. Naarmate toch ieder vrjjer blijft
in de nastrevicg zjjner eigen belangen, heeft hg het
resultaat van zjjn streven wel meer in eigen hand, maar
gevoelt hjj zich minder verantwoordelijk voor hetgeen
met oen ander geschiedt. Ba theoretische vrjjheid geelt
geen practische boterham waarom 't toch te doen was.
Be groote verdienste vau den profeet der socialisten,
Matx, is geweest, dat hij de onmiskenbare nadeelen der
onde individualistische Staathuishoudkunde heeft ingezien,
op een tjjdstip, dat zelfs hooggeleerden er niet aan dachten.
En die nadeelen schenen hem zoo overwegend, dat de
btaat tot taak heeft, daaraan voor goed een einde te
maken. Hg komt derhalve tot de conclusie, dat de Staat
eigenaar moet worden van alle productie-middelen en de
ieiding moet verkeggen van de geheele voortbrenging.
Wat Smith verwachtte van vrjjheid en Staatsonthouding,
hoopt Mail te bereiken door dwang en Staatsalmacht
Be patient die zwaar ziek is, wordt door den eenen
dokter de vrge natunr ingestuurd met de boodschap,
dat hjj zelf maar moet zien hoe hg er boven op komt;
1.) Zie mr. M. W. F. Treub, Hoofdstukken uit de geschie
denis der staathuishoudkunde blz. 62 vl.
de andere dokter legt hem te bed, met verbod van elke
vrjje beweging met een aantal verplegers en recepten en
hg mag voortaan geen vinger verroeren in stijjd met
de voorschriften. Be zieke, aan wien men alle medicjjn
onthield, wil men nu een groote hoeveelheid bittere pillen
dosn slikken. Bat zulk een radicale verandering van
régime voor een patient evenmin gevaarloos kan zjjn als
voor de samenleving, behoeft o. i. geen betoog. Boch
dit doet thans minder ter zakedan het feitdat
een op zichzelf wellicht zeer verdienstelijke oeconomische
beschou wings wjjze wordt aangezien voor de absolute
waarheid op staathnishondkundig gebied. Zjj wordt aan
gehangen met een hartstocht, die alle kritiek bniten
slnit. Bat op s ciaal gebied verschil van meening eu
inzicht hforscht is by uitstek gelukkig. Het hondt ons
wakker en wekt de belangstelling op. Maar dat aan
theorieën zoodanig geloof wordt geschonken, dat men
andersdenkenden niet kan aanhooren, dat is ten allen
tijde voor een samenleving een ramp geweest. Ook vóór
het jaar 1000 is het vourgekomen, dat algomeen geloofd
werd aan een tjjdperk van ongestoorden vrede en volks
gelnk. Volgens de chiliasten zonde dit tjjdperk met het
jaar 100Ö beginnen Toer, er niets gebeurde, ging men
opnieuw berekeningen maken, en er was zelfs iemand,
Bengel gebeeten, die het begin van het tjjdperk stelde in
1836. Do geschiedenis der staathuishoudkunde kan ons
leeren, dat de toepassing der theorieën geheel andere ge
volgen hbd, dan men zich te goeder trouw had voorge
steld. Geen enkele leer is er tot heden uitgevonden waar
door alle maatschappelijke kwalen, als sneeuw voor de
zon, zullen verdwjjnen. Met welk recht mag men dit in
de toekomst verwachten Moet aan een dergelijke ver
wachting niet geljjke waarde worden toegekend als aan
het chiliasme, het aanbreken van het dnizend-jarig rjjk
Wanneer men boeken leest als van Laurence Gronlnnd,
•de Socialistische Maatschappg" 2de druk, (vertaald door
Hngenholtz) dan bljjkt het op elke bladzjjde, dat de kri
tiek op bestaande toestanden zeer scherp is, maar tevens
dat de goede eigeusohappen der voorgestelde organisatie
veeleer berusten op geloof, dan op foiten.
Bovendien mag men zich afvragen, of de gonden regen
in dit stelsel juist zal nederdalen op de hoofden der
genen, die in de studeerkamer daarvoor zijn aangewezen.
De geschiedenis der staathuishoudkunde, geeft deze
bet recht om te gelooven aan een ontdekking, welke voor
goed aan alle misstanden een einde zal maken Zal de
staat beter bij machte zjjn, dan de stad der middeleeuwen,
om naar billijkheid ieder zooveel te geven, als we wel
zonden wenschen? Zal de staat, zelfs rjjk voorzien van
arbeidsbons, die thans niet bij machte is een leger be
staande nit volwassen individnen van goed voedsel en
practische kleeding en huisvesting te voorzien, dit wel
kunnen doen voor een geheele bevolking, bestaande
grootendeels uit vrouwen, kinderen en zieke en onde
mensohen
Hoeveel takken van staatsdienst werken thans tot
algemeene tevredenheid? Is het geloof in de goede uit
werking der staatsonthouding niet op geljjke ljjn te
stellen als het geloof in het voortreffelijke van staats
almacht Is de eene theorie iets anders dan een reactie
op de andere Is het geen nieuwe illusie in de plaats
van eene onde, die vervluchtigt?
Het komt ons voor, dat het bgkans plicht wordt, om
tegenwoordig kennis te nemen van de bekende werken
op staathnishondkundig gebied, in welken kring der
samenleving men verkeert. Alleen in zelfstandig onder
zoek ligt een voorbehoedmiddel tegen suggestie.
A. P. H.
De week, die wij zijn ingetreden, belooft veelszins
belangrijk te worden.
De verkiezingen in Engeland zijn be
gonnen en hebben tot dusverre een groote overwinning
aan de liberalen gebracht, doch veel valt daarop nog
niet te bouwen, want er zijn nog maar enkele uitslagen
bekend successievelijk zullen de andere bekend
worden.
Voorts is er de conferentie te Algeciras, die met
zooveel spanning wordt verbeid.
In Frankrijk staat bovendien de Presidents
verkiezing voor de deur, die op Woensdag a.s.
bepaald is. In eene Vrijdag gehouden bijeenkomst van
den ministerraad, onder voorzitterschap van president
Loubet gehouden, werd het besluit hiertoe genomen
en onderteekend. Deze datum iB vastgesteld ingevolge
artikel 8 van de Grondwet van 16 Juli 1875, waarin
bepaald wordt, dat de Nationale Vergadering uiterlijk
een maand voor het eindigen van het mandaat van den
president moet bijeenkomen. President Loubet werd 18
Februari 1899 gekozen.
Wijl er geen aangewezen eandidaat is, kan deze
verkiezing tot groote verrassingen leiden.
De republikeinsche leiders hebben besloten op den
dag voor de verkiezing een algemeene vergadering der
republikeinsche groepen te houden, ten einde te bepalen
wie de eandidaat der republikeinen wezen zal. Natuur
lijk kwam dadelyk de vraag aan de orde, of de gematigden
of progressisten aan die vergadering zullen deelnemen,
dat wil zeggon of zij als republikeinen zullen worden
aangezien, nadat zij in de laatste jaren voortdurend
tegen den republikeinscben linkervleugel hebben gewerkt
en gestemd. De uiterste linkerzijde is dan ook zeer
geneigd hen uit te sluiten, doch de republikeinen van
den Senaat en de democratische unie in de Kamer
hebben reeds tot hunne toelating besloten. De republi
keinsche unie beeft bovendien zelf reeds besloten aan
de vergadering der republikeinsche groepen deel te
nemen.
Het doel der gematigden is de verkiezing van Fallières
te beletten, omdat de verkiezing van den Senaatspresi-
uent als de overwinning der radicalen besohonwd kan
worden. De gematigden zouden het liefst Doumer be
noemd zien, maar wijl zij de kans hierop niet groot
achten, zouden zij een derden eandidaat aanwijzen, van
wien zij aannemen, dat hij de meerderheid voor Fallières
zou kunnen verzwakken, zoodat dan zoowel Fallières
als Doumer plaats zouden moeten maken voor oen
derden eandidaat.
Voor het oogenblik echter is de linkerzijdo nog vast
overtuigd van baar meerderheiden in den uitslag der
verkiezingen van voorzitters van den Senaat en van de
Kamer ziet zij het onweerlegbaar bewgs, dat haar
eandidaat in Versailles de overwinning zal behalen
Met 173 stemmen van Senaatsleden en 269 van Kamer
leden heet Fallières de absolute meerderheid in het
congres. Bovendien woonden 25 radicale senatoren de
zitting niet bij, maar op bet congres zullen zij hunne
stemmen wel uitbrengen, zoodat Fallières minstens
46) stemmen kan verkrijgen. Doch de conservatieven
wjjzen er op, dat Fallières thans 26 stemmen minder
kreeg dan bij de vorige verkiezing, waaruit zij afileiden,
dat er nog verrassingen kunnen voorkomen.
De gematigden, die, zooals wij zeiden, een derden
eandidaat willen stellen, om de kansen voor Fallières
te verzwakken, zouden daarvoor Rouvier, Ribot of
Deschanel willen stellen. De aanhangers van Fallières
zijn daardoor eenigszins beangst geworden, en dringen
er bij Rouvier op aan, zich niet voor zulke intriges te
leenen. Het heet, dat Rouvier een belofte in dien zin
heeft gedaan.
De Liberté is daarentegen van oordeel, dat de beer
Sarrien, die bij de verkiezing voor president van de
Kamer 269 stemmen op zich vereenigde, de meeste
kans op het presidentschap der republiek heeft, voor
het waarschijnlijk geval, dat de eerste stemming tot geen
resultaat leidt. De heer Sarrien is een intieme vriend
van Brisson en tot dusver werd bij iedere kabinets
vorming en bij het nemen van belangrijke beslissingen
steeds zijn oordeel ingeroepen.
De socialisten hebben besloten aan de verkiezing
deel te nemen, hoewel zij in beginsel tegen het
presidentschap zijn. Dat brengt dus alweder meer
onzekerheid in de stemming.
Volgens den Parijschen correspondent van de Lokal-
ameiger zou president Loubet aan zijn persoonlijke
vrienden, die er bij hem op aandrongen zijn toestemming
te verleenen om hem bij vernieuwing eandidaat voor
het presidentschap te stellen, geantwoord hebben:
„Neen, neen en nogmaals neen, dan nog liever dood 1"
Na afloop der verkiezing zal de gekozen President,
die, zooals gezegd, eerst op 18 Februari in functie
treedt, ditmaal niet met het escorte van kurassiers den
oigenaardigen triomfantelijken rit van Versailles naar
Parijs maken. Maar de minister van Binnenlandsche
Zaken zal toch, met eenige zijner ambtgenooten, het
gekozen Staatshoofd met eenige staatsie naar zijne
woning geleiden.
Ia ons nummer van Zaterdag konden wii oog melding
maken van de nederlaag, door het Belgische
Kabinet goled on.
Het amendement-Rnzctte, dat do regeering bad aange
nomen, heeft de Kamer nameljjk verworpen en bet amen-
dement-Hellepntte, waar de regeering beslist tegen was
gekant, beeft zg aangenomen. Het amendement-Ruzette
werd verworpen bg staking van stemmen, het .amende
ment-Helleputto aangenomen met 25 stemmen meerderheid.
De minister van financiën, graaf De Smet de Naeyer,
en generaal Gonsebant d'Alkemade werden na de Kamer
zitting ten paleize ontboden eu hadden daar een langdnrig
onderhond met den Kaning. Naar verluidt werd besloten
omtrent het al of niet aftreden van het Kabinet eerst
beslissing te nemen, nadat in de eerstvolgende zitting der
Kamer een nieuwe stemming zal hebben plaats gehad.
Da aanneming van het amendement-Hellepntte lght
anders een gedachte slag voor de regetiring, die ten
aanzien van da vestingwerken zooveel toegegeven had
als men maar mogeljjk achtte. Hellepntto stelde voor,
nit het militaire deel van het wetsontwerp op de wer
ken van Antwerpen, te lichten wat betrekking heeft op
dan veiligheidsgordel, opdat de kwestie van den veïlig-
heidsgordel in haar geheel naar de bjjzondere commissie
zon worden gezonden. Door de aanneming van het voor-
s'el-Hellepatte zal de commissie hebben te onderzoeken,
niet alloen, hoe de veiligheidsgordel zal worden gemaakt
of zjj zal bestaan uit forten en batterijen tnanchen de
foiteD, of er een gracht of kanaal langs zal loopou, en
dergelijke meer, maar ook zal de commissie nebben te
onderzoeken, of er een ve'.ligheidsgordel zal moeten wor
den gemaakt.
Ten aanzien van Rusland ontleenen wjj aan
het Hbl. de volgende vertaling van een deel van een tele-
8'arn van Gaston Leroox aan de Alatin «Berichten nit
Siberië melden, dat de Baikal—ceintuurbaan geheel en al
in banden der opstandelingen is, zoodat een geregeld
verkeer onmogelijk is. Ook deel ik u, maar ouder bg-
zoudor voorbehoud, mede, dat ur een gerucht loopt, dat
de gouverneur van Irkoetsk en het hoofd der politie aan
een aanslag ten offer zjjn gevallen.
1 rots deze slecete tjjdingen, bljjft de regeering, uu er
te Petersburg rust eu kalmte heersobeOj en te Moskou,
zjj het ook met geweldige inspanning, de orde is her
steld, zich optimistisch betoonen. Ze beeft de vaste
overtuiging, dat in den uaaston tjjl gei in werkstakingen,
ten minste in het hart des lands, wede r beroering znlleu
brengen.
Het schgnt, dat het ministerie W:itte roet glans do
moeilijke crisis te boven is gekomen, dat bet tenm nste
te Czarskoje»S»lo weder aan invloed b fgint te winnen en
ik geloof das, dat er veel te zeggen valt voor de opvat
ting, dat graaf Witte meester van d eu toestand zal bljj-
ven tot het oogenblik, dat kg zelf h eeft aangegeven, u.l.
tot aan de opening der Doema.
In mjjn laatste telegram heb ik r tede de verwachting
uitgesproken, dat de jaardag van den 2'2sten Januari
heel anders zou verloopon dan in revolntionnaire kringen
werd gehoopt thans staat het bjjoa vast, dat er niets
anders zal plaats hebben dan een kalme betoogingdie
meening schijnt ook het ministerie te deelen, want het
heeft den arbeiders toegestaan op dien dag in de voor
steden een doodenmis te doen opdragen en hnn tevens
beloofd, dat zoo de dag ordeljjk verloopt, op den vol
genden dag eenige fabrieken znllen worden geopend,
waar men tot dusver het werk geheel had laten stil
liggen.»
Wat orvan te gelooven. Een Japanscb be
richtgever van het Purjjsche Journal verbaalt, dat hg te
Tokio een onderhond heeft gehad met den Russischen
Admiraal-zenuwlijder Rodjestwensky, waarin deze hom
verzekerd heeft, nat hjj in Japan de bewjjzen heeft ge
vonden van de waatheid der veronderstelling dat er onder
de visschers bjj Doggersbank w irkeljjk Japanecbe torpedo-
booten waren. In het eerst werd bg, door de stellige
ontkenningen van Engeland en het opzien,' dat geval
verwekte, aan het twijfelen gebracht. Maar van verplegers
in het hospitaal te Tokio vernam hjj dat een Japansch
officier die daar eenigszins geheimzinnig werd bohandeld
en aan rheninatiek heette te ijjden, «met torpedobooten
naar Enropa was geweest en daar gewond werd*.
Andere gegevens datums enz., welke hg opdeed, be
vestigden hem in de overtuiging, dat die officier bjj
Doggersbank gewond moest zjjn.
Thans is Rodjestwensky naar hjj verklaart, weder vast
overtuigd, dat er onder de Engelsche visschers vaart uit en
Japa' sche torpedobooten waren, welke na teruggedreven
te zjjn, «door do hngelschen werden verborgen, op een
vooraf in gereedheid gebrachte plaats aan de knst.«
Nieuwe strubbeling tasschen Tarkjje
en België. België heeft behalve de zaak-Joris nog
een quaestie met de Porte gekregen. Te Pera nameljjk
beeft de politie de hand gelegd op een Armeniër, een
Perzisch onderdaan, Sjirazi geheeten, die als Constanti-
nopelsch correspondent van de Illustrated London News
er Zondag was aangekomen. De eigenaar van bet hotel,
waar de arrtstatie plaats bad, was een Belg. Hjj ver-
z tte zich met nadrnk tegen de sohending van zjjn
domicilie, waarop Nedjib-pasja, voorzitter der Commissie
van onderzoek naar den aanslag van den 2 sten Jnli,
in Bige i persoon verscheen en den Armeniër, ondanks
dieBs wanhopigen tegenstand, liet wegslenren. De ge
zanten van België en Perzië hebben tegen dit door hen
voor willekeurig uitgekreten optreden der Tarksohe
politie geprotesteerd.
L o t e r g. De Praisisohe loterjj wet verbiedt ook bet
openbaar maken van prjjzen in buitenlandsohe loterjjen.
De redactenr van een blad, waarin het nnrnmer was op
gegeven waarop de hoogste prjjs van een Hessische loterjj
gevallen was, werd op grond van deze bepaling vervolgd.
De eerste rechter sprak hem vrjj, omdat de wet van
«prijzen" (Gewinnergebnisse) spreekt, in bet meervond,
en slechts één prjjsnummer w»s openbaar gemaaktdoor
zulk een enkele opgaaf werd bovendien het publiek niet
tot spelen uitgelokt. Maar de rochter in booger beroep
oordeelde anders: het veelvmdig voorkomend gebruik
van het meervond in de wet, slnit volstrekt niet nit dat
ook één enkel geval strafbaar is.
Nagemaakte spoorweg-obligat. iën. Te
Maryland en New-York zjjn zekere Seton en Humphreys
aangehonden die voor een 10 millioen galden aan voor-
treffaljjk nagemaakte valsche spoorwegobligatiën (van de
Norfolk-and Western-Maatschappjj) aan den man brachten.
Zg moeten er ook in Earopa vrjjwat «geplaatst'' hebben,
beweert men.
Brand en opstand. Een telegram nit New-York
van den 12en dezer bericht, dat bjj het departement van
bnitenlandEohe zaken aldns tjjding is ontvangen omtrent
een grooten brand, die de stad Panama teistert. De brand
is ontstaan in een chineeschen winkel door de onvoor
zichtigheid vau een inboorling, als beambte werkzaam
bjj de ontsmettingswerken. De bevolking is daardoor tot
opstand gekomen. De politie is onmachtig zoowel om het
vaar meester te worden als om den opstand te onder
drukken.
Tatoneeren van zuigelingen. Een En-
gelsch geneeskundig tjjdaohrift raadt aan, pasgeboren
zinderen, die aan hnn lichaam geen bjjzonder kenteeken
hebben, aanstonds met een naald en wat kleurstof te
merken. Bjj verwisseling of verloren gaan van kindereu
kan men ze dan gom kkeljjk terugvinden.
Predikanten ln de politiek.
Ook in de deier dagen gehonden veroudering van
Gereformeerde predikanten in Noord- Gn Zuid-Holland,
zjjn de politieke bemoeiingen van de predikanten als
sprake gekomen. Hef was ds. Sikkel nit Amsterdam,
die de vraag stelde: «Is de arbeid van predikanten ah
politici af te kenren en aan de gedachten wisseling,
die op zjjne inleiding volgde, namen verscheiden aan
wezigen deel. Wèl opmerkeljjk was, dat ook in dezen
kring het optreden van predikanten in dou poiitieken
strjjd. zooals men dat in de laatste jaren beleefd heeft,
veel meer afkeuring dan goedkeuring vond. Eigenljjk
wa# ds. Rudolph (zelf een der grootste politieke jj veraars
onder zjjne ambtgenooten) de eenige, die dat optreden
verdedigde. Met een beroep op de hhtorie verkondigde
hjj, dai de theologen meermalen op den voorgrond traden
in het staatsleven en dat de tjjden waarin dit geschiedde,
niet de slechtste waren.
't Is de N. R. Ct., die een en aiider releveert en voorts
esn overzioht geeft van de gebonden vergadering, waarbjj
het blad dun bet volgende aanteekent: