No. 15. Honderd en achtste jaargang. Donderdag 48 Jan. 4906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. b üïtenlandT Zitting van den Gemeenteraad UIT ZWITSERLAND. Algemeen Overzicht. E COURANT. Abounemrntsprjjs per 3 maanden voor Alkmaar f 0.80; franco p. post; f 1.—. Afzonder jjke nnmmers 3 cent. P'jjs der Advertentiën per re<r«l 10.10 Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdr. HERMs. COSTER ZOON. VAM ALKMAAR, op Woensdag, 17 Januari 1006, das namiddags 2 nar. Vervolg.) Aan de orde komt thans nog Pont 5: „Physfca". Voorstel van B, en W. tot het treffen van eene dading met het Natnnr- en letterkundig genootschap »Solus Nemo Satis Sapit». Bjj schrjjven van 10 November 1.1. hebben B en W. zich in verband met den door den Raad uitgesproken wensch, gewend tot bet Natnnr- en letterkundig Genootschap «Solus Nemo Satis Sapit« met het verzoek, de indertjjd toegezegde ledenvergadering zonder meerder uitstel te beleggen en het door de vergadering genomen beslait te hnnner kennis te brengen, waarbjj zij hebben ingesloten bet Rapport der Raadscommissie ad hoc. In antwoord daarop ontvingen B, en W. een scbrjjven van bet bestnnr van bedoeld genootschap d.d. 9 Januari 1.1., waarin wordt bench', dat in de op 8 Januari ge houden algemeene ledenvergadering besloten werd aan het bestuur, voor zooveel noodig, machtiging te verleenen tot het aangaan van eene dading met bet Gemeentebe stuur, betreffende den afstand der rechten op het lokaal, tegen een jaarljjksche uitkeericg van f 100, gedurende den dnur van het Genootschap. Dit scbrjjven is door B. en W. met alle overige ter zake dienende stukken, terstond in handen gesteld van de bovenbedoelde raadscommissie ad boe, welke bjj monde van haren voorzitter aan B. en W. heeft te kennen ge geven zich te zullen neerleggen bjj een voorstel van B. en W. aan den Raad tot het treffen van een dading, onder nader door B. en W. in overleg met het bestuur van bet Genootschap vast te stellen grondslagen. In dien zin stellen dan ook B. en W. den Raad voor te besluiten. De Voorzitter zegt, dat 't buiten de schnld van B. en W. is, dat de Bjjlage zoo laat is verschenen, Spr. geeft eenige toelichtingen en spreekt de hoop uit, dat de heeren het aan de orde stellen niet als een overval zullen beschouwen. De heer Glinderman, over dit punt het woord erlangende, wil over deze zaak maar een enkel woord zeggen en wel dit, dat naar zjjoe meening men nu niets verder is dan drie jaar geleden, en geeft te kennen, dat het rapport der destjjds benoemde commissie weinig heeft gebaat. De Voorzitter, dat ten daele toegevende, wjjsl er echter op, dat het resultaat van het onderzoek der commissie toch dit is, dat men nu beslist weet, dat bet beter is niet verder op de zaak in te gaan. De heer Glinderman herinnert er aan, dat de commissie destjjds benoemd werd, om de rechten van het Genootschap te onderzoeken, daar men aan die rechten twjifelde en nu weet men daaromtrent nog niets. De heer K r a a k m an zegt, dat men wel een stapje verder is gekomen. »Pbysica« heeft thans het voorstel van B. en W. aanvaard. Van de leden van »Physica« had men echter wel mogen verwachten, dat zij ca een honderdjarig gebruik van het lokaal, dit met dank baarheid zouden hebben teruggegeven die leden zjjn toch ook Alkmaarders. Dat heeft men echter niet van hen kunnen verkrjjgen. Regenten van het stadsziekenhuis, die steeds getracht hebben de verzorging dier zieken zoo goed mogeljjk te doen zjjn, hebben alleen dat belang op het oog gehad. Men beeft met »Pbysica" daarom overlegd, doch met de hardvochtige leden van het Ge nootschap heeft men niet de gewilde schikking knnnen treffen. Nn staat de raad voor bet voors'el van B »n W.een force majeure* Een beslissing is hoog noodig, vandaar dat de zaak thans afgehandeld moet worden. De heer Glinderman, voor deze toelichting erken telijk, keurt de houding van het Genootschap sterk af. De heer Van Bujjsan komt op tegen de uit drukking van den heer Kraakman hardvochtige leden V8n »Phys'ca''die kan bjj niet klakkeloos laten passeeren. Deze uitdrukking is geheel onjuist, wat hp, bekend als hp is met da quaestie, nader toelicht. De zaak is thans deze, dat »Pbysica« afstand doet van hare rechten voor een jaarljjksche toelage van f 1G0. Die rechten van bet genootschap worden betwjjfeld, doch als de vroedschap van Alkmaar in vroegeren tjjd bet genootschap niet de beschikking over een zaal, doeh een jaarljjksche toelage van f 100 had gegeven, dan zou men daar nu niet aan tornen. Het geven v«n een lokaal acht, spr. vijjwel het zelfde als een subsidie. >Pbysica« wil het lokaal thans verlaten voor f 100 per jaar, dus is er van tegenwerking geen sprake. Ten behoeve der gemeente, die bij het be staan van bet genooteohap toch ook belang heeft doet men afstand van een recht voor f 100, een bedrag dat voor de gemeente toch niet te boog is. De heer Vonk gelooft, dat de heer Van Bujjsen de zaak van den kunt van vPhysioac wat rooskleurig voor stelt. Gemeente-belang is bier bjj niet betrokken, 't is een genootschap, waar men voor het genoegen der leden voordrachten houdt. Waarom, zoo vraagt bjj, wil »Pbys ca* hare rechten joist omgezet zien in contant geld. De gemeente zou immers een ander lokaal beschikbaar kunnen stellen bjjv. een zaal in de Doelen, daardoor zou de gemeente een uitgaat van f 100 kunnen besparen. De heer de Groot is bet met den vozigen spreker geheel eens en vraagt voorts, of er wel eens een advies is ingewonnen buiten den raad om, zoo niet, dan zou bij er nog wel voor zjjn dit to doen, te meer daar men bior te doen beeft met een genootschap dat veel geld in kas heeft en dus de toelage niet noodig heeft. De heer Van Bujjsen antwoordt op hetgeen de heer Vonk heeft gezegd, dat het standpunt van »Pbysioa", eerst is geweest dat men zich met een ander geschikt lokaal wilds contenteeren, doch zoodanig lokaal was niet betchik- baur. Ook de bovenzaal van de Doelen, die juist op Maandag is bezet door bet Muziekkorps, kan niet in aan merking komen, terwpl het feit dat de Doelen nog al eens in gebruik is voor schoolklassen niet toelaat, dat daar bet genootschap met zjjn bezittingen wordt onder dak gebracht. Het is het genootschap geenszins te doen om het geld. Het zou tevreden zjjn met een goed lokaal. Wat de opmerking van den heer de Groot betreft, het genootschap is niet rpk. De inkomsten (er is thans ruim f 1000 overgespaard) bestaan uit niets dan de con- tributiedie 6 per lid bedraagt, wat een niet gerin-r bedrag is. Men moet het dus niet voorstellen, dat het genootschap rjjk is. Wat voorts het belang der gemeente betreft, hp acht hst wel degeljjk oen voordssl, dat er hier een genoo - echap bestaat, dat eonig is in ons land, dat door de intellectueelen wordt gewaardeerd. Da heer Boelmans ter Spill wil nog een en ander toevoegen aan betgeen de heer Kraakman heeft gezegd over het standpunt der commissie ad boe en zulks naar aanleiding van de vraag van den heer de Groot. Hjj meent zich niet te sterk uit te drukken, wanneer bjj zegt, dat de commissie in het algemeen een procedure afraadt, doch evenmin zegt hjj te veel, waaneer hji als hare meening weergeeft, dat de gemeente het in rechten zon winnon. Toch meent de commissie, dat de gemeente in het nadeel zou zjjn, daar ze als aanvaller moet optreden bet genootschap zou als verdediger sterker staan en het proces zou dus van langen dnur zjjn. In de tweede plaats, al is er veel kans voor de gemeente, om te win nen, er is ook kans, dat ze bet verliest. Verliest »Pby sica" het, dan gaat hel er uit, maar verliest de gemeente het, dan is deze geheel aan het genootschap overgeleverd. De heer Dorbeck is het met deze redeneering geheel eens. Toob gelooft hjj, dat bet woord van protest van den heer Kraakman wel op zjjn plaats was Hjj verbaast zich dan ook over de hard.ësse van den heer Van Bnjjsen, om de houding van het genootschap nog te ver dedigen. De beer Van Bujjsen heeft zelf gezegd, dat er ruim f 1000 in kas was; van zoodenig genootschap vindt spr. het vreemd, dat het slechts drie jaar lang de retri butie van f40 die door de gemeente destjjds was bedongen beeft betaald en verder in gebreke is gebleven. De Voorzitter merkt op, dat dit niet geheel juist is, dat was voor een bnis. De heer Dorbeok bljjft toch van gevoelen, dat de heer Van Bnjjsen beter had gedaan, die pleitrede achter wege te laten. Spr. zal niet tegen stemmen, maar onder protest tegen de houding van het genootschap met de voordracht van B. en W. meegaan. De heer Glinderman, die meent, dat eon stem ming over de voordracht velen leden van den raad, die tevens lid zjjn van »Pbyaica« niet aangenaam zal zjjn, zou willen voorstellen over deze zaak geen stemming te honden. De beer Van den Bosch vindt, dat het wel wat hard klonk te sprffben over de hardieSBe van den heer Van Bupsen. Elko medaille heeft twee zjjdenzoo ook hier. Men moet aannemen, dat sPbysica" ook goed meent te doen, door deze houding aan te nemen. Hjj wil niet spreken over die f 100, maar spreekt de ver wachting nit, dat te gelegener tjjd het genootschap zal z'ggen wij hebban nu lang genoeg van die f 100 gepro fiteerd en znllen er nu van afzien. De heer De Groot sluit zich bjj die woorden aan. Op een vraag van den Voorzitter, of men stem ming o-er het voorstel verlangt, zegt de heer Dorbeck dat hij de zaak aan een hoofdeljjke stemming zoa willen onderwerpen. De heer De Groot vraagt of de leden van den raad, die lid zjjn van »Pbysica" dan niet buiten stemming moeten bljjven. De Voorzitter gelooft dat niet. De heer Glinderman meent toch ook, dat het hier hun persoonljjk belang geldt. De Voorzitter herinnert er aan, dat toen onlangs de qnaestie tnsechen het Algemeen- en het R. G. Weeshnis aan de orde was, de regenten dier inrichtingen die lid zijn van den raad toch ook meegestemd hebben. De heer Kraakman vindt, dat die vergelijking niet opgaat. Regenten hadden volstrekt geen persoonljjk belang bjj de zaak, maar hier betreft het een genootschap, waar van bjj opheffing de bezittingen aan de leden vervallen. De bezittingen van het genootschap zon dus mede han eigendom. De heer Van Bnjjsen verklaart na deze woorden zich van stemming te zullen onthouden. Waar hjj z.u hebben gestemd, zou hjj dat echter niet gedaan hebben als lid van Pbysica", maar als lid van den gemeenteraad. Het is in het belang der gemeente, dat zjj de beschikking krrigt over het lokaal en daarop alleen had bjj het oog. De heer Boelmans ter Spill meent ook, dat men de zaak zoo moet beschouwen, 't Geldt hier niet een toelage aan het genootschap, maar er wordt beslist of er een dading met het genootschap zal worden aan gegaan en het komt hem voor, dat elk lid van sPbysica" voor zich zelf moet beoordeelen, of die dading in het belang is der gemeente. De heer Kraakman zegt, dat dit niet wegneemt, dat men staat tegenover een vereeniging met een ver mogen, dat het eigendom is der leden. Die leden be slissen of de dading in het belang van beide partgen is. Spr. verlangt niet dat de heeren tegen zullen stemmen, maar do bevoegdheid om tot bet beslait mede te werken hebben ze niet. De Voorzitter bljjft van meening, dat allen kunnen meestemmen; de toelichting op het desbetreffende artikel der gemeentewet, waarvan hij voorlezing doet is z.i. duidelpk genoeg. De heer Kraakman gelooft niet, dat »Pbysioa" van zjjn leden zal verlangen, dat ze mee stemmen en acht het een beter standpunt, dat zjj zich onthouden. Boven dien merkt hij op, dat er geen directs oppositie tegen bet voorstel is. De beer de Groot verlangt geen stemming. Als de leden van »Pbysioa" wat meer sympathie gevoelden voor Alkmaar, zouden zjj zeker van die toelage afzien. De h» er Dorbeck zegt, dat hjj, om den raad uit de mosielpkheden die thans gerezen zjjn, te helpen, zjjn voorstel om booideljjk te stemmen wel wil intrekken. Het voorstel van B. en W. woidt daarna zonder hoof- deljjko stemming goedgekeurd. De tg nda is hiermede afgehandeld. Ilondvraag. De hter van den Bosch vestigt nog even de aan dacht op het ingekomen r.dres van den heer O. Piet. De verzoeker is voornemens zjjn woning te vergrooten en nu zou spr. wel van B. en W de toezegging wilien hebben, dat zjj bjj di eventueel te verleenen vergunning voor het bonweu er voor zullen z. rgen, dat do te maken aan bouw niet aan het mooie van dat plekje mat den molen afbrenk zal doen. De Voorzitter belooft, dat daarop gelet zal worden. Daar niemand meer het woord verlangt, wordt de openbare veigadering gesloten en gaat de raad over in geheime zitting tot behandeling van belasting-reclames. F a 11 i r e s heeft de zege behaald, die hem was voorspeldmet 449 stemmen is hij gisteren g e k o z o n tot President der Fransche Republiek, terwijl zijn tegen-candidaat Doumer 371 stemmen verkreeg. Te één uur werd de Nationale Vergadering in het anders om dezen tijd van het jaar zoo stille, maar nu zeer drukke Versailles geopend. Onder driewerf her haalde toejuichingen en bravogeroep van linkerzijde en centrum, terwijl van rechts rumoerige kreten werden gehoord, las Fallières als voorzitter van den senaat het besluit ter bijeenroeping van de vergadering voor, waarop onder groote beweging de stemming begon. Bjj bet overhandigen van het procesverbaal aan Fal- i 1 res hield de onder-voorzitter Antoine Dubost een rede voering, waarin hjj zeide, dat het oongros door hem tot president te kiezen beantwoord haff aan de verwachtingen van het repnhlikeinsehe Frankrjjk, dat aan het hoofd slechts wenschon kon een dienaar bezieid met eerbied ▼oor en tronw aan de grondwet en de wetten des lands. Wjj brengen dus met diepgaando voldoening onzegeluk- weoschen over aan de regeeriDg, die hjj begroet in Fal- lèr-s, door de republikeinsche meerderheid gekozen. Fallidres antwoordde, dat zjjne ontroering en dankbaar heid even diepgevoeld en levendig waren als de republi- teinsche openbaring schitterend is geweest. De grondwet zal bjj nauwgezet opvolgen en alle verplichtingen, die zjj hem oplegt vervallen en zoo de keaze van het congres rechtvaardigen, terwpl hjj steeds zal bljjven de toegewjjde dienaar van 's lands instellingen en van het vaderland. Hg braeht de beproevingen in herinnering, die hjj met Ronvier heeft doorgemaaktbjj hoopte, dat deze omstan digheden zich niet opnieow zonden voordoen, maar dat in zulk geval Ronvier aan zjjnn zijde zon s'aan. Uit het leven van den nieuwen President hebben wij dezer dagen de voornaamste feiten meegedeeld, zoodat daarvoor nu geen reden meer is Interessanter is 't dat nog aan den vooravond der verkiezingen het bezadigde Journal des Débats zich vierkant tegen Fallières verklaarde, omdat hij de candidaat was van „het bloc", d i. van de voorstanders der politiek k la Combes, zoodat, volgens het blad geen liberaal op hem stemmen kon. Met verwondering en leedwezen zag zij hem alzoo de banierdrager worden van de radicaal- socialistische partij, want generaal André en e oud minister van marine Camille-Pelletan hebben hem onlangs te Agen aanbevolen zonder dat hij in 't aller minst daartegen opgekomen is, sfschoon het aanbren- gerijstelsel bij 't leger in verband met die aanbeveling verdedigd werd. En in zijne eigen rede, waarmee hij 't voorzitterschap des Senaats aanvaardde, heeft hij dezer dagen feitelijk de bloc-politiek zonder eenige aanmerking beaamd, ook voor de toekomst. De heer Doumer daarentegen, voorhoen door de Débats om zijne fiscale denkbeelden bestreden, is, verklaarde zij, nooit anti-liberaal noch onverdraagzaam 'eweest. Hij is bovendien vurig vaderlander en weet en erkent dat een krachtig, geëerd en geliefd leger voor 's lands grootheid onmisbaar is. En nu de keuze staat tusschen hem en den heer Faliéres, behoorden de liberalen te stemmen op hem. Hij toch had het eerst den stouten moed gehad om „het bloc" de slagen toe te brengen die het deden wankelen Zijne verkiezing tot voorzitter der Kamer verleden jaar was de dood geweest van den heer Combes, verloste Frankrijk van een Kabinet dat leger en vloot ontredderde, de republiek onteerde, Frankrijk weerloos maakte tegenover den vreemdeling. De ov rwinning, eindigde de Débats, zal zijn voor de partij die te Versailles het meest de tucht eerbiedigt. Het oogenblik is ernstig Het geldt niets mindor dan de oer der republiek, de veiligheid des vaderlands Waaruit men concludeeren mag, dat de nieuwe President al dadelijk begint met een krachtige partij tegenstanders. President Loubet zal gisteren wel gezegd hebben Ocb, och, als Fallières eens wist wat hij begon! Fallières heeft met Loubat gemeen, dat, hjj nit bet Zuiden komt, en hij is wel bespraakt en mededeelzaam, zooals de Zuidfranschen zijn. Zga vader was griffier vao het kantongerecht, maai- zjjn grootvader was boer en in de opgaande Ijjn treft men verder een heele rjj van voor vaderen, die boeren waren. Het boerenhuis, waar zjjn grootvader gewoond heeft, hondt Fallières nog altgd iu groote eer. Daar pleegt hjj, in den familiekring, zijn va- cauties door te brengen. Ook 'swinters placht Fallières dikwijls naar zjjn geboorteland te gaan van Vrjjdig tot Maandag, en dan bleef bjj, als het eenigszins kou, den Maandag over. Dan kan hjj in 't vervolg als president van de republiek niet meer doen. Om zoo te zien is Fallières het tegendeel van een dandy, Meu verdenkt bem er van dat hjj zjjn hoeden uit Nèrac betrekt. Hij schijnt er bjjzonder op gesteld zpD hoe i droog te houden, men kan hem bjjna nooit tegenkomen zonder parapluie. De triomf van de liberalen bjjdever- kiezingen in Engeland dnurt voort. Ue Daily News spreekt van «the tory Waterloo,» het b'ad vestigt vooral de aandacht op de schitterende herkiezing van John Burns te Battersea met de meerderheid van 1G00 stemmen. De ovatie hem, trots het slechte weer, gebracht toen de uitslag bekend was, was overwoldigend. Van bo- teekenis ia ook, dat te Warwick de oud-minister Lyt- telton, uit bet vorig kabinet, bekend door zjjn verdediging van den invoer der Chinsesche werkkrachten m Zuid- Afrika, voor den liberaal moest wjjken. Te Liverpool wonnen de liberalen twee zetels; ook Newcastle under Lyae werd voor de liberalen gewonnen door Josiah Wedgwood, den fabrikant van het bekende aardewerk. Sir Henry Campbell Bannerman, die Dinsdagavond in «Albert Hall» een rede hield, Bprak daar de overtuiging uit, dat de winst voor de liberalen beslist voortvloeide uit de fiscale politiek van het vorig Kabinet; zeker hadden velen die niet liberaal denken of wien de politiek tot duavrrre kond liet, daarom bet vorige Kabinet veroordeeld. Het Eagelsche volk aldus het llbl. beeft tbans getoond, hoe juist het den toestand inziet. Het hondt afrekening. De oorlog met de beide Znid-afrikaansche republieken, de behandeling vau vrouwen en kindereu in concentratiekampen, da imperialistische staatkunde, de verarming van het rpk, de toenemende werkloosheid, de vooi gespiegelde protectie en de belasting op de eerste levensmiddelen, thee, suiker en graan alles wordt na weg.espodd door de hoogslsande golven der volks veront waardiging. De groole afrekenicgsdag is gekomen, en Bleurt Balfour, zjjn broeder Gerald, de ministers Long en Lyttleton, Gibson Bowles en vele andere unionistische leiders mede. Do Engeleohe bladen spreken reeds van »de grootste politieke revolutie sedert 1832" en voorzien dat de zegetocht der liberalen, nn eens de bres ib gemaakt, niet meer zal zjjn tegen te houdn. Een Engelsch parlement met een groote liberale meerderheid zal nn eers avn het werk knnnen gaan, niet meer belemmerd door noemens« waardigen tegenstand, niet meer genoodzaakt altoos en overal met de leren rekening te houden, maar volkomen in staat om met alle kracht te werken voor de volvoering van het liberale program. Vannacht om 1 uur was de s'and Gekozen 171 libe ralen, 27 arbeidersafgevaa'digden, 73 unionisten en 50 Ier=cbe nationalisten. De liberalen hadden toen 87, de arbeiders 21 en de unionisten 2 zetels gewonnen. Te Wost Birmingham is Chamberlain met zeer groote meer derheid herkozen. Wat te duohten viel I De telegrammen-stroom uit Algeeiras ia begon nen en zal vooreerst nog wel aanbonden. In het plaatsje zelve heerecht in de laatste dagen een org^wone drukte. De Spaansche regeering beeft uit SevTla een groot aantal rjj'uigen laten komen naar Al geeiras en die rjjtuigen hoeft zjj ter beschikking van de vertegenwoordigers der mogendheden gesteld. De heeren hebben van het aanbod ruim gebrnik gemaakt en het stadje dreunde van de koetsen. Men is over de heele inrichting, de vergaderzaal in het raadhuis en de hotels behoorlijk tevreden. Soms wordt Algeeiras opgeschrikt door ren salvo saluutschoten van de oorlogsschepen, die in de haven liggen. Er is een stroom van pleizierreizigera uit Amerika aangekomen. Volgens berichten uit Petersburg, aan de Petit Bleu, neemt de Russische regoering de zorgvuldigste maat regelen om op alle mogeljjkheden voorbereid te zjju op 22 Januari a.s. De stad is in secties verdeeld, ieder onder het commando van een officier geplaatst, die artillerie, cavalerie, infan terie en twen sotnias kozakken te zjjner beschikking heeft. Het oppercommando is toevertrouwd aan den garni- zoens commandant van St. Petersburg. Ds wegen, die van de werkliedonwjiken naar het centrum der stad voeren, zullen bewaakt worden door artillerie. Reeds nu zjjn er batterjjen opgesteld in particuliere woningen tot die wjjken beboorend. Ondanks de ongerustheid, die deze voorbereidselen tot onderdrukking schijnen te verraden, gaat men in St. Petersburg door met te gelooven, dat de dag van 22 Januari, verjaardag van de eerste gruwelen, vreedzaam zal verloopen. Particuliere Correspondentie. ST. MORITZ, 8 Janaari 1906. Eindelijk heeft het in den afgeloopen nacht dan toch gesneeuwd. Gisterenavond kwamen blauwe dreigende wolken opzetten, hulden den Julier, den Piz Nair en den Forola sur Lex in dichten neveleen kende sneeuw- wind joeg van den kant van Maloja do-»r den Engadin en weldra begon het te sneeuwen eerst heel bescheiden, maar gauw daarop kwam de sneeuwjacht. De bergen aan den overkant van de St. Moritzer See waren niet meer te zien, de maan was weggedoezeld, kortom het sneeuwde, »als moest de Engadin ondergaan*, zooals men hier zegt. Vanochtend was het sneeuwen gedaan, hoewel de lucht nog altijd grjjs was; de menschwn, die het weer hier kennen, beweren echter, dat binnen eenige dagen het opnieuw begint en dan langer, totdat er ongeveer een vjjf voet sneeuw ligt en men van uit bet fcö'el door middel van een in de sneenw uitgegraven trapje, op straat kan komen. Eerder is men hier in St. Moritz ook niet tevreden. De hoeveelheid die er nu ligt en al sinds 6 weken de berge" en dalen eu bev-oren meren bedekt, zon in Holland al heel wat verbazing wekken, terwjjl men er bier misnoegd de schouders voor ophaalt. Dit jaar is bjjzonder karig met sneeuw, iedereen verlangt er naar dat maar spoedig da 5 A 6 voet. die men ga- woon is, er ligt. Niet het minst de ski-loopers en de beoefenaars van de bobsleigh- en toboggan-sport. Als er bier ook geen sneeuw lag, zou, om het zoomaar eens uit te drukken, St. Moritz niet St. Moritz zjjn. Voor bet ver keer in het gebergte, b. v. de postverbinding met Italië, over den Maloja-pas met Chiavenna en over den Barnina- pas met Tirano, heeft men geen wagens, maar sleden. Zoolang ik bier ben, beb ik, behalve bjj den trein, hier nog geen wielen gezien. Alles gaat per sledemen ziet ze hier van elke grootte, van elk modelvan de zware bö'el-omnibus af, tot onze Hollandsche arreslede toe. Men kan van uit St Moritz wel twintig verschillende sledetoeren in het gebergte maken. Ds langste tooht, dien men doen kan, is r.aar de Bernina-pas deze neemt den gaoschen dag in beslag, dooh loont de moeite en een baetje koude, die men Ijjdt, wel degeljjk. Om 9 uur stapt men in de sledegoed warm in allerlei bont- eu pelswer< gewikkeld, met een paar plaids over de beenen, een warme stoof onder de voeten hropt men zich tegen bevriezen Ie vrjjwaren. Om 11 uur komt de zon eerst boven de bergen en die 2 uurtjes van 9 tot 11 zjjn verbazend frisch. Ongelukkig genoeg had ik nu juist eeu dag getroffen met bewolkten hem-1, zoo dat de zonnewarmte dien dsg nogal achterwege bleef, Never mind», zeide mjjn Eagelsche tochtgenoot, »it is such a fiae tour»en daar legde ik rnjj dau ook bjj neer. Over Celeiina en Ponteresina, beide plaatsjes, waar 's zomers vesl gasten komeii, doch 's winters niet, daar er te wsinig zon bomt en bet er dus veel te koud is, gaat men naar de Bsrnina. Ponteresina ligt een uurtje van St. Moritz, na dien tjjd komt men tot aan de pleisterplaats op de Beinina-pas hoogstens een of twee huisjes voorbp. Het is dan ook een vrjj onher bergzaam oord, dit deel van den Engadin, donkere dennenboze :hen, afgronden, gevaarlpke gletsobers, kale bergen met scherpe spitsen en bergkammen, en datalei nu diep onder de sneenw. Hoe hooger men komt, hoe meer sneeuw er ligt. Ds weg wordt steeds smaller en wauneer men de boomgrens gepasseerd ia eu niets meer om zich heen heeft dan de woeste kale bergen, is da weg zoo smal, dat er maar plaats is voor een slede met één paard. Aan dan eenen kant van dau weg is een diepe kloof, aan den anderen kant loopt het terrein zacht glooiend op. Komt men nu een slede tegen, dan moet een van beiden naar dezsn laats'en kant uitwijken; en dat is iets, waar nog al wat tjjd mede verloren gaat, want de paarden zakken in de hooge, rulle suceuwlaag tot aan de borst en verder, weg. De arme dieren beb-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1