No. 17. Honderd en achtsle jaargang. Zaterdag 20 Jan. 1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uil aifflsi' tetsal nil 2 ölaüi.
Amsterdamsche Brieven.
BUITENLAND,
Algemeen Overzicht.
ALKNIAARSCHE COURANT.
IX.
Over de tentoonstelling „Kind en Koost."
„Willen wij in de toekomst een Maatschappij,
waar het Ware, Goede en Schoone ten troon zal
zitten, dat wjj dan den kinderen naar de mate
onzer kraohten in alles geven, wat waar, goed en
sohoon is in het algemeen en verbizonderd in de
voorwerpen, waarmee wjj het omringen."
B. W. WIERINK.
Als ge 't goedvindt, geachte Lezer, neem ik u heden
mee naar het Gemeentelijk Museum in onze hoofdstad
Daar is deze maand iets moois te zieneen tentoon
stelling, bedoelende een overzicht te geven van wat er
gedurende de laatste jaren gedaan is, om de kunst tot
liet kind te brengen.
Kind en kunst.
Ik zou mijn Alkmaarsche Lezers beleedigen, wanneer
k ging betoogen, dat deze twee iets met elkaar te maken
hebben. Mocht er echter, ergens in een vergeten hoekje
van Alkmaar of omstreken iemand gevonden worden,
die meenen mocht, dat het kind het wel zonder de
kunst kan stellen en de kunst zonder het kind, dan ben
ik zoo vrij hen te verwijzen naar het motto boven
dezen brief.
Kind en Kunst.
Herinnert ge u nog, waarde Lezer, welk aandeel de
Kunst had in de prenten en boeken, waarmee ouders,
bloedverwanten en vrienden U rijk maakten Mis
schien niet. In dat geval evenwel kunt ge op het oogen-
blik in het Gemeentelijk Museum uw geheugen nog
eens opfrisschen.
Daar liggen ze nog, de oude prenten, gedrukt met
gebrekkige en blijkbaar jammerlijk afgesleten cliché's
de oude prenten met haar tweeregelige rijmpjes van
Jan de Wasscher en zijn Griet
Vechten hier, gelijk gij ziet.
Of:
Tetjeroen kookt paardev gen,
Om er drankjes van te krijgen;
rjjmpjes, met Gothische, voor kinderen bjjna onleesbare
letters gedrukt en waaraan de gedachte, om de kleinen
op te voeren naar het schoone, goede en ware, ten
eenenmale vreemd scheen.
En toch wil ik er geen kwaad van zeggen evenmin
als ik het wil doen van de prentenboeken onzer jeugd.
We hebben ervan genoten. Wat dachten wij aan ge
brekkige illustratieaan slechte en onaangename letter
typen aan onsmakelijke en onaesthetische uitvoering
van het boekWij lazen, wjj verslonden wij ge
noten. Ook van de plaatjes. Natuurlijk, daar waren we
kinderen voor. Nog herinner ik mij mjjn «Robinson
Crusoë« met zijn gekleurde prentjes; dat eerste b.v.,
voorstellende, hoe Crusoë op het onbewoond eiland wordt
geworpen. Zoo ver liggen mjjn kinderjaren nog niet
achter mjj, dat ik me niet weer zou kunnen te binnen
brengen den ontzaglijken indruk, dien dit plaatje op
mij maakteDie zee, met haar torens van golven,
beukend het hulpeloos wrak, dat met gebroken masten
den laatsten strjjd om het bestaan voerde die woeste,
dreigende lucht, waaruit woedend de vernielende blik
semschichten neerpriemden, die de zee in vuur en vlam
zettenRobinson zelf, beeld van gebroken kracht, neer-
gesmakt op het eenzaam strand, bleek, uitgeput het
water druipende uit kleeren en haren
Ik zat er op te staren; ik zat er over te mijmeren
uren lang en steeds nam het tafreel voor mijn oogen
toe in ontzettende bekoorlijkheidhet boeide mjjn
zinnen, het beheerschte mijn droomen
Onlangs zag ik het terug, mjjn lieve, goede ouë boekje
en het wekte vriendelijke en weemoedige herinneringen
in mjjn geest; herinneringen aan het ouderlijk huis,
waarvan geen steen meer op den anderen gelaten is
aan de lieve moeder, die mjj met stralend gelaat het
boekje vereerdetreffende illustratie van de schoone
waarheid, dat het zaliger is te geven, dan te ontvan
gen aan het lief gezin, later uiteengespat als een
zeepbel, de leden ervan verstrooid over een groot deel
van het aardoppervlak
En toch moest ik glimlachen toen ik mjjn »Robinson«
weerzag.
Was dat nu hetzelfde plaatje, dat eertjjds mijn ver
beelding zóó had geprikkeld, mjjn schoonheidszin zóó
had bevredigd De zee een plek groenachtige stijfsel,
hier en daar bedekt met wat vuilwitte schimmelde
bliksemstralen een paar kromme spelden, hangend
uit een laag Amsterdamsche modderhet wrak een
hoop bibberend koekbakkersdeegRobinson een on
benullige Sinterklaasvrijer, uitgestrekt op een panne-
koekkleurige vlakte
Zoo deea zich thans het eertijds zoo hevig bewonderde
plaatje aan mjj voor.
Nogmaals geen kwaad van onze oude prenten en
prentenboekenmaar met de kunst leefden ze en
dat mag gezegd worden op een hoogst gespannen voet.
't Was een gelukkige gedachte van de mannen en
vrouwen, die zich beijverden voor het slagen dezer ten
toonstelling, een kleine historische verzameling aan te
leggen van wat jaren geleden onder den naam van lees-
en prentenboeken den kinderen in handen werd ge
geven. Een vergelijking van deze collectie met den voor
raad van overheerlijke prentenboeken en soms verbijste
rend mooi verluchte leesboeken op de tafels daartegenover,
is in hooge mate leerzaam en overtuigt ons, zoo 't nog
noodig ware, dat het kind en de kunst in onze jeugd
en daarvóór slechts de beginletter gemeen hadden, maar
dat in later dagen de kunst tot het kind is gebracht en
in het kinderleven reeds een belangrijke rol speelt.
Evenwel niet al te veel waardeering mogen we
uitsprekenZeker een woord van warmen lof en
hartelijken dank, voor wat in dit opzicht voor het kind
gedaan is en gedaan wordt, aan schrijvers, teekenaars
en uitgevers, die het niet beneden zich achten, hun
gaven ten dienste van het kind te stellenaan allen,
die het kind meevoeren in de schoone en liefelijke stre
ken, waar de kunst hoogtjj viert maar toch niet al
te veel waardeeren nog
Daarvoor behoedt ons trouwens een belangrijk ge
deelte der tentoonstellingde tafel met tegenstellingen
geen tegenstellingen tusschen oud en nieuw, tusschen
verleden en heden, tusschen wat onze jeugd en die onzer
kinderen op 't gebied van kinderboeken te genieten
gaf maar tegenstellingen tusschen hedendaagsche en
hedendaagsche kinderuitgaven; tusschen datgene wat
ook nog tegenwoordig door sommige uitgevers als «kin
dergoed» aan de markt wordt gebracht en 't geen
mannen van goeden smaak en goeden zin den kinderen
aanbiedende eersten door hun uitgaven metterdaad
aantoonende, hoe ze nietde laatsten, hoe ze wel
moeten zijn.
De tafel met tegenstellingen aandachtig beschouwende,
merken we veel afgrijselijks op naast dingen van groote
schoonheid. Zie dien leeuw uit «Kransje vlechten.» »'t
Is een dik, slaperig beest,zeg ik mevr. Kruijt- Hoger-
zeil gaarne na, »met keurig onderhouden manen, die
als een slaapmuts om zijn kop staan.» Maar nu de
leeuw in het prachtig dierenboek van Walter Crane-
«Zie de lenigheid in het edele ljjf« aldus weer mevr.
Kr.H.De kracht in het uitstrekken van den ge
spierden voorpoot, de macht in den staart, die je al
door de lucht hoort zwiepen.»
En zoo "ou ik kunnen doorgaan, met veel leeljjks
inleelijks, tegenover veel moois te plaatsen.
Wanneer zal het publiek toch ophouden, uitgevers
van smakelooze en slechte kinderboeken, van hun min
derwaardige producten af te helpen 't Is waar
goede en smaakvolle kinderboeken zijn over 't algemeen
nog niet goedkoop er zijn er zelfs bjj, waarvan de
prjjs in 't geheel niet op een burgermans-beurs bere
kend is Maar waarom zich niet liever beperkt tot
één enkel goed boek, dan tot verscheidene, die niets
doen om den goeden smaak van het kind te verfijnen
niets, om hun zin voor het schoone en ware te be
vredigen niets om ze, zij 't dan ook trapsgewijze en
langzamerhand op te voeren tot de hoogte, vanwaar ze,
op volwassen leeftijd gekomen, met welgevallen den
blik kunnen slaan op wat kunst kan te genieten geven
Waarlijk het publiek dat nog slechte kinderboe
ken koopt en we hebben hier evenzeer het oog op
den inhoud als op het uiterlijk kan zich niet ver
ontschuldigen met te spreken van armoede aan goede
en mooie kinderlectuur, 't Is waar van rijkdom
kunnen we in dit opzicht nog niet spreken, maar het
zou mij toch niet moeilijk vallen, u een lijstje van een
goede honderd uitnemende kinderwerkjes thuis te sturen 1
Een verrukkelijk gezicht die lange tafels met
artistieke kinderuitgaven. Er liggen Fransche, Duitsche,
Engelsche en Hollandscheen zonder ook maar eenigs-
zins te vreezen, voor een chauvinist te worden aange
zien, zeg ik het hier met blijde ingenomenheid: 1 olland
kan ook in deze materie de vergelijking met het buiten
land doorstaan. Meer nog: Hollandsche illustrators
het is mij op deze tentoonstelling gebleken verluchten
Duitsche boeken.
Ook onder de Hollandsche kinderboeken zijn ware
juweeltjes.
En hoe kan het anders l
We hebben Nelly Bodenheimwe hebben Hoytema,
Wenckebach, Vaarzon Morel, Braakensiek, Heukelom,
Wierink, Veth, Koning, Nieuwenhuis. Klaver, Doudelet,
Hahn we hebben schrijvers en schrijfsters van talent
we hebben ondernemende en artistieke uitgevers, een
van wie het mij in de Alkmaarsche Courant niet ongepast
schjjnt, den naam te noemen. Ik bedoel uw stadgenoot,
den heer P. Kluitman, die met zijn keurige en wel
verzorgde uitgaven en ik heb hier vooral op het
oog Frits Wardland, Dik TromIndische sprookjes en
Uit mijn jongensjaren een welverdiende reputatie heeft
verworven. Zijn boeken ontbreken dan ook niet op de
tentoonstelling Kind en Kunst en maken er een uitstekend
figuur.
Kind en Kunst.
O, ik weet het er wordt overdrevener wordt
misbruik gemaakt van schoone en in zich zelf juiste
stellingenvoor een stelling b.v., als de bekende«Het
beste is voor onze kinderen niet te goed,» die echter,
helaas, niet zelden wordt toegepast op een wijze, die
twjjfel doet rjjzen, of ze niet moet leiden tot kinder
ongeluk, waar kinder^efcti bedoeld wordthet is immers
maar de vraag en een vraag, die zoo hoogst verschil
lend wordt beantwoordWat houdt ge, met het oog
op uw kinderen, voor het beste
Maar wat ons allen wel zal vereenigen het is de
overtuiging, dat, waar we er naar streven het geluk
bnzer kinderen te bevorderen, de kunst voor ons een
krachtig hulpmiddel iskunst in hun boekenkunst
in hun speelgoedkunst in hun zang.
Ja ook in hun zang.
En hier moet ik tot mijn spijt een leemte consta-
teeren in de tentoonstelling Kind en Kunst. Wien, die
overtuigd is, dat zang voor het kind zoowel behoefte is,
als genot, komen hier niet de namen te binnen van een
Catharina van Rennes, van een Hendrika van Tussen
broek de begaafden, die een liefeljjken regen van
zoete liedekens over de kinderwereld hebben uitgestort?
Liedekens, dankbaar aanvaard door de kleinen voor wie
ze werden geschreven, erkentelijk genoten door de
grooten, die er naar luisteren. Op een tentoonstelling,
die het verband wil aantoonen, dat allengs ontstaan is,
tusschen het kind en de kunst, had deze liederenschat
niet mogen ontbreken.
Ik mag echter dezen brief met eindigen met een
klachthet zou van weinig erkentelijkheid getuigen
tegenover de mannen en vrouwen, die het initiatief
namen en hun medewerking verleenden tot het houden
der schoone en belangrijke tentoonstelling, waarop ik
uw aandacht vestigde. Ze verdient hooge lijk te worden
gewaardeerd en wordt dat dan ook, getuige het over-
talrijk bezoek, dat haar te beurt valt.
Wellicht kan dit schrijven voor een of meer mjjner
lezers de aanleiding zijn, zelf eens een kijkje te komen
nemen. Het zal hun dan blijken, dat ik, wat ook niet
in mijn bedoeling lag, geen volledig overzicht der ten
toonstelling heb gegeven, de afdeeling speelgoed b.v.
moest ik met het oog op mijn bestek onbesproken laten
maar tevens zal het hun, vermoed ik, evenals mij een
openbaring zijn, te zien, welke plaats thans reeds de
kunst ten opzichte van het kind inneemt.
Elders in dit blad vindt men een beschouwing van
De Nederlander over de zegeningen van het erfelijk Ko
ningschap. De meesten, die dat entrefilet lezen, zullen
geneigd zjjn er toestemmend bij te knikken. Daarom is
't te meer van belang hiernaast het oordeel te leggen
van een zoo gezaghebbend en gematigd blad als de
Temps.
De verkiezing te Versailles, zegt dit orgaan
biedt een schouwspel aan van de democratie, zich uitende
in mannelijke kracht. In welke monarchie, koninkrijk
of keizerlijk, zou de troonsopvolging minder koortsachtig
in het werk gaan? Vergelijk met die vergadering van
17 Januari de kuiperij en de onzekerheid, die het re
gentschap of de minderjarigheid van den souverein mee
bracht, of de troonsbestijging van een vorst van wiens
inlichten niemand op de hoogte was. Als de royalisten
smadelijk spreken over de vergadering te Versailles,
en zij willen een vergelijking trekken met vroegere
eeuwen, dan herinnert de Temps aan het sterfbed van
Lodewijk XIV, verlaten door de hovelingen, die niets
zochten dan hun eigen baat. Neen, de vergadering te
Versailles is niet geschikt om de trouw aan de republi-
keinsche instellingen aan 't wankelen te brengen. En
het einde van het zevenjarig tijdvak van Loubet is
bovendien geen geschikt oogenblik om stemming te
maken tegen de republiek. Nooit is Frankrijk door het
buitenland zooveel gehuldigd in zoo korten tjjd als
onder het presidentschap van Loubet. De crisis van
den laatsten tijd (Marokko) is daar om te bewijzen,
hoezeer men onze vriendschap zoekt. Loubet, die zich
de achting heeft weten te verwerven van alle staats
hoofden en van alle volken, heeft een schoone bladzjjde
verdiend in de geschiedenis, als loon voor den ijver,
de vaderlandsche toewijding en den hoogen tact, waar
mede hjj zijn rol als Frankrijks vertegenwoordiger tegen
over het buitenland heeft vervuld.
In haar verdere beschouwingen zegt dan de Temps
blijkens een daarvan gegeven uittreksel in de N. R. Ct.
Loubet is president geworden op een zeer ongunstig
oogenblik en om zijn vastberadenheid in dat tijdsge
wricht heeft hij recht op onze dankbaarheid. De moei
lijkheden, waar Loubet aanvankelijk voor stond, zal
Fallières niet hebben te overwinnen. De weg ligt voor
hem open, niets zal den pogingen in den weg staan, die
hij stellig zal aanwenden om de republikeinen tot een
heid te brengen. Zelfs het godsdienstvraagstuk is op
gelost door de scheiding van kerk en staat. Deze maat
regel, die alle republikeinen in theorie wenschten, ver
ontrustte een groot deel der onzen, omdat die er een
bron van beroering in zagen. Maar thans is de schei
ding door de wet uitgesproken en de wet is per slot
vrjj liberaal uitgevallen en als zij met wijsheid wordt
toegepast dan zal het niet moeilijk vallen haar ingang
te doen vinden. Welke andere oorzaak van tweedracht
zou er nog kunnen zijn onder republikeinen
En dan noemt de Temps als zulk een oorzaak het
»combisme« en het blad omschrijft dat alsde geest
van geweld en onbeschaamdheid. Wie zou naar zulk
een toestand terug verlangen? Wie heeft er smaak in
persoonlijke plagerijen, in aanbrenging en kleinzielige
dwangmaatregelen Fallières kan het stellig niet hebben
Dat Fallières de candidaat van den gehaten Pelletan,
een der ergste combisten, is geweest, komt er niet op
aan. Dergelijke steun, bij gelegenheid verstrekt, komt
voor de beoordeeling van den man die gesteund wordt
niet in aanmerking tegenover de 20 jaren aan de po
litiek gewijd. Verscheiden gematigde republikeinen heb
ben op Fallières gestemd, anderen op Doumer. Die
laatsten hebben meer eraan gedacht, dat Doumer zu.k
een verklaard vijand van Combes was geweest, terwijl
zij hun keuze liever hadden moeten bepalen op Fallières,
hun geestverwant en medestrijder vanouds. Maar de
republikeinen die niet op Fallières gestemd hebben zullen
zijn verkiezing, zeker zonder spijtigheid hebben zien
geschieden. Verschil van meening, stroomingen, zullen
er onder de republikeinsche partjj wel altijd blijven, dat
is noodzakelijkmaar op het Elysée zal er in de plaats
van den ouden republikein zonder smet of blaam, een
ander komen, die om zijn verleden en zijn natuurlijke
neigingen de aangewezen man was om de rol van ver
zoener en scheidsrechter te spelen en die aan deze rol
al de krachten van zjjn geest en zjjn hart zal wijden.
De vooronderstelling, dat de verdere uitslagen van de
verkiezingen in Engeland wel eens minder
schitterend konden zjjn voor de liberalen, is niet be
waarheid. Integendeel, tal van overwinningen, waarop
ternauwernood gehoopt durfde worden, zijn wederom
behaald.
Eenige zeer sprekende feiten zijn, dat Guilford den
oud-minister van oorlog St.-John Brodrick niet herkoos,
en dat Sleaford den grooten protectionist Chaplin voor
een liberaal verving. Beide heeren hadden langer dan
twintig jaren voor die districten zitting gehad. Opmer
kelijk is ook, dat in Glasgow de liberalen vijf zetels van
de zeven op de conservatieven hebben veroverd.
Niet minder dan elf leden van het oude parlement,
die in de laatste conservatieve ministeries zitting hadden,
zijn reeds gevallen.
In een vergelijkend overzicht wjjst de' Daily News
er op, dat thans door de liberalen 235.942 stemmen
werden uitgebracht tegen 136 526 in 1900 en door de
conservatieven 217.471 tegen 190.818 in 1900. Het aantal
der gekozen liberalen is nu 40, tegen 8 in 1900 en dat
der conservatieven 18, tegen 51 in 1900. Alleen de
City is voor de Tories behouden gebleven.
De kiezers worden door de hun bewezen voorkomend
heden niet weinig verwend. Zoo heeft in Harrow een
kiezer verklaard, dat hjj zou stemmen voor den eersten
candidaat, die hem in een automobiel liet afhalen. Met
een ander rijtuig ging hij niet mede.
Uit den aard der zaak trekt de uitslag der verkie
zingen in Engeland da aandaent van heel de internatio
nale pers. De Voss. Ztg. kuoopt daaraan de vraag vast,
waarom in Engeland, dat de ondate en beste arbeider.-
organisaties heeft, in hst klassieke land der industrie,
de sociaal-demooratie lang niet znlk een invloed heeft
als in Dait80hland. En dit nog wel, terwijl Marx en
Engels en andere leiders der sociaal-demoo a'ie ja st in
Engeland gewoond en han theorieën ve.koadigd höb on.
De arbeiders-partij heeft bjj deze verkiezing voor het
eerst een eemgBzins grooter aantal parlementsleden aan
gewezen en deze zjjn voor het meerendeel naar han
eigen bekentenis, peen socialisten.
Vanwaar die scherpe tegenstelling, vraagt
het blad, taeschen Duitsche en Engelsche
toestanden? Ea dan komt het volg nde antwoord
«Daarover kan niemand, die hooren en zien wil, in
twijfel verkeeren. Dj Engelsche arbeider heeft reden tot
tevredenheid, zijn loon is hoog, zjjn lerensmiddelen zijn
goodkoap, hjj geniet de moust onbeperkte vrjjoeid van
uiting, tig is gewaarborgd tegen politie-toezicht. In
Engeland beslaat geen invloedrijke jonkerpartjj in het
bestaar, geen bevoorrechting van den adel, geen be
moeilijking voor den ambtenaar om recht te krjjgen, geen
agranërsstaat die de wetgeving dienstbaar maakt aan
zjjn beianz. Dj bevolking heeft geen aanleiding om te
klagen over de onvoldoende rechtspleging niemand denkt
er aan de populaire jaryri-cbtbiuïou aan te vallen
processen wegens majesteitschennis zjjn er onbekend
n Engeland kortom ontbieekt zoowat alles, wat in
Daitschland aan de sociaal-demooratie de krachtigste
wapens levert.
»Iu Engeland moet een ministerie rekening honden
met den volkswil, wjjl het anders zjjn eigen graf graaft.
Het is een zegen >an hst parlementaire stelsel, dat het
misstanden opruimt, hervormingen eisoht. Ook dit is eeD
zeker middel om de soc aal-demiorat,ie te voorkomen.
Prins Bismarck heeft twintia jaar geleden de Engelsche
regeerings-verandaringen een veiligheidsklep genoem 1
en die uitspraak is volkomen jaiat. De vervanging van
de eene groote par t g door de andere van het bewind
maakt het noodig, de nauwste voeling te honden met de
meerderheid van het volk en met den wensoh met bet
volk rekening te bonden den is een veiligheidsklep
tegen elke beweging, die de grondslagen van den Staat
wil aantasten.
>Hoe geheel and^s zjjn de toestanden in Daitschland,»
vervolgt de Voss Ztg.
»Wjj hebben in aen jongsten tjjd gezien, hoe ds re zoo-
ring zich willens en wetens, zonder aarzelen, in tegenspraak
bevond met de overweldigende meerderheid van het parle
ment. Zio het in Engeland gebearde, dat een m nisterie
een bonding aannam, zooals de Rijkskanselier bjj de
behandeling der dnel-qoaestie het zon geen dag meer
kannen leven.
»Ea wanneer bet Engelsohe Lagerhnis met znlk een
meerderheid vergoeding voor de leden eisohte, als de
Dait8ohe Rjjksdag herhaaldeljjk en het laatste deze week
Woensdag nog deed. dan zon een Engelsch ministerie het
niet dnrven weigeren
«Maar bier te lande kan de meerderheid wensohen en
bezwaren uitspreken, eiscben stollen, zoo vaak zjj wil,
de regeering geeft het antwoord, dat Billow eens tegen
Chamberlain gebruikteGe bjjt op graniet.
>Dat is de oorzaak van de stemming, die jaar in, jaar
nit, veld wint en steeds meer leden dor bnrgerljjke partgen
in de armen der sociaal-democratie voert.
«Niet aan haar eigen kracht, noch aan die harer be
ginselen ontleent de Daitsohe sociaal-democratie haar
groei en bloei maar aan de fonten der regeering. In
Engeland kan geen ministerie bestaan, dat niet regeert
in overleg en in overeenstemming met de meerderheid
en daarom beteekent daar de sociaal-demooratie zoo weinig.
Dat is oen les, die de Engelsche verkiezingen ons geven
en die wel verdient geleerd te worden."
Bjj deze zeker belangrjjke beschouwing van ean zoo
aiterst kalm blad als Tante Voss sluit zich geheel aan
het feit, dat naarmate de 21ste Januari nadert, de jjver
der autoriteiten in Daitschland klimt om de tegen dien
dag aangekondigde socialistische demon-
stratiën voor algemeen stemrecht te
fnuiken. Allerwegen maakt de politie jacht op be-
zendingen van de als opruiend aangemerkte strooibiljet
ten en schrifturen, welke door toedoen van de socialisten
Zondag onder het volk verspreid zullen worden, 't Hon
den van demonstratiën op den openbaren weg is overal
verboden en te Leipzig is zelfs het beleggen ven ver
gaderingen in besloten localite ten den sooialis'en Zondag
niet toeg-staan voor welk verbod ds politie daar ter
stede meeat zioh op een bepaling van hst Saksische
recht van vereeniging te kunnen beroepen. Ds hulp der
militaire macht is reeds bij voorbaat in tal van iteden
ingeroepen en om den socialisten het meeste ontzag in
te boezemen heeft de commandant-generaal van het Iste
legerkorps te Koningsbergeu gelast, dat Zondag in alle
garnizoensplaatsen dar provincie Oost-Pruisen de troepen
in de kazernes geconsigneerd en van scherps patronen
voorzien moeten zjjn.
Er komen tot dasverre uit Algeciras nog steeds
meer beschouwingen dan feiten.
Da cirrespondent van de Lokal-Anzeiger seint dat
niemand te Algeoiras ontkent, dat de toestand ernstig
is, hoezeer men dan ook vol hoop moge zjjn. Volgens
dezen correspondent zjjn vooral de Franschen zenuw
achtig. Berichten in de Framche bieden uit de provincie
in de nabgheid van de Daitsohe grens maken melding van
mobiliseering van het 'Daitsohe leger en deze berichten
vinden weerkli nk in de berichten der correspondenten
van Fransche bladen te Algeciras.
Het moeiljjke punt is de regeling der politie in Marokko.
Als men van Duitsche zjjde staat op een hervorming der
politie door de mogendheden gezamenljjk ten uitvoer
gebracht, dan zal men zeker niet tot een oplossing komeo.
Zoo denken, volgens de Lokal-Anzeigerdie Fransche
journaliten die met hun regeeiing voeling houden.
Mannen van gezag uit Du tscne kringen boaden daarentegen
wear vol, dat Daitschland de regeling der politie nooit
aan Frankrgk zal willen overlaten, daar dit met het
beginsel dar galjjke behandeling van alle mogendheden
in Marokko in st<jjd zou zjjn.
De Marokkanen ter conierentie verstaan bljjkbaar de
diplomatentaal nog niet volkomen. Althans toen hun
tolk de openingstoespraak vertaalde waarin gesproken
werd van de staatkunde der «open deur», vroeg een banner,
El Bmnis, of men daarmede de dear der vergaderzaal
bedoelde.
Orer den toestand in Rusland zjjn er in de
ochtendbladen verscheidene telegiammen van het Peters-
bargsche Telegraafagentschap. Uit Moskou wordt gemeld
van den 18den: In de Oboechofs iaat w-rd inde woning
van een jonge vroaw, die zich prinses Koslofska noemt,
een jjzeren kist gevonden, waarin zioh acht geladen bom
men bevonden. Ook vond men wapenen. Zooals uit een
eveneens ontdekte correspondentie bleek, hadden deze
bommen moeten d enen om tjjdens een kerkeljjke plechtig
heid een paniek te veroorzaken en een aanslag op den
goavernear te plegen. Behalve de genoemde Koslotska
werden nog twee vrouwen en een jonge man gearresteerd.
Een ander telegram zegt dat alles rustig is. De werklieden
verkla en de geruchten over een algemeene staking op
den 22e voor geheel onjuist. Op alle fabrieken te Moa-
kon zal dien dag worden doorgewerkt.
Uit St.-Petersbarg is er het volgende bericht, d.d. 19
Januari: Gedurende de beide laatste maanden waren
onder den in»loed van revolutionairen, die er naar streef
den door het veroorzaken van een economische rnïie de
bevolking tot vertwgfoling te brengen, veie particuliere
persoren en Russische handelshuizon begonnen hun ver
mogen naar het buitenland te zenden. Op da Beurs specu
leerden geldzuchtige lieden op de daling van Kassisobe
fondsen en van den roebelkoers. Zg verzekerden den
houders van Russische papieren, dat de Staatsbank ten
slotte niet meer in staat zou zjja de Russ.sohe waarden
tegen gond in te wisselen.
Naar den loop dien de zaken eohter in de laatste
weken namen, mag men aannemen dat de speculanten
zich in hou berekening vergist hebben en ten spoedigste
hu ce speonlatieve positiëi hebben geliquideerd.
Een telegram nit Tiflis zegt
Een militaire trein met twee oompagnieën infanterie