No. 17. Honderd en achtsle jaargang. Zaterdag 20 Jan. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uil aifflsi' tetsal nil 2 ölaüi. Amsterdamsche Brieven. BUITENLAND, Algemeen Overzicht. ALKNIAARSCHE COURANT. IX. Over de tentoonstelling „Kind en Koost." „Willen wij in de toekomst een Maatschappij, waar het Ware, Goede en Schoone ten troon zal zitten, dat wjj dan den kinderen naar de mate onzer kraohten in alles geven, wat waar, goed en sohoon is in het algemeen en verbizonderd in de voorwerpen, waarmee wjj het omringen." B. W. WIERINK. Als ge 't goedvindt, geachte Lezer, neem ik u heden mee naar het Gemeentelijk Museum in onze hoofdstad Daar is deze maand iets moois te zieneen tentoon stelling, bedoelende een overzicht te geven van wat er gedurende de laatste jaren gedaan is, om de kunst tot liet kind te brengen. Kind en kunst. Ik zou mijn Alkmaarsche Lezers beleedigen, wanneer k ging betoogen, dat deze twee iets met elkaar te maken hebben. Mocht er echter, ergens in een vergeten hoekje van Alkmaar of omstreken iemand gevonden worden, die meenen mocht, dat het kind het wel zonder de kunst kan stellen en de kunst zonder het kind, dan ben ik zoo vrij hen te verwijzen naar het motto boven dezen brief. Kind en Kunst. Herinnert ge u nog, waarde Lezer, welk aandeel de Kunst had in de prenten en boeken, waarmee ouders, bloedverwanten en vrienden U rijk maakten Mis schien niet. In dat geval evenwel kunt ge op het oogen- blik in het Gemeentelijk Museum uw geheugen nog eens opfrisschen. Daar liggen ze nog, de oude prenten, gedrukt met gebrekkige en blijkbaar jammerlijk afgesleten cliché's de oude prenten met haar tweeregelige rijmpjes van Jan de Wasscher en zijn Griet Vechten hier, gelijk gij ziet. Of: Tetjeroen kookt paardev gen, Om er drankjes van te krijgen; rjjmpjes, met Gothische, voor kinderen bjjna onleesbare letters gedrukt en waaraan de gedachte, om de kleinen op te voeren naar het schoone, goede en ware, ten eenenmale vreemd scheen. En toch wil ik er geen kwaad van zeggen evenmin als ik het wil doen van de prentenboeken onzer jeugd. We hebben ervan genoten. Wat dachten wij aan ge brekkige illustratieaan slechte en onaangename letter typen aan onsmakelijke en onaesthetische uitvoering van het boekWij lazen, wjj verslonden wij ge noten. Ook van de plaatjes. Natuurlijk, daar waren we kinderen voor. Nog herinner ik mij mjjn «Robinson Crusoë« met zijn gekleurde prentjes; dat eerste b.v., voorstellende, hoe Crusoë op het onbewoond eiland wordt geworpen. Zoo ver liggen mjjn kinderjaren nog niet achter mjj, dat ik me niet weer zou kunnen te binnen brengen den ontzaglijken indruk, dien dit plaatje op mij maakteDie zee, met haar torens van golven, beukend het hulpeloos wrak, dat met gebroken masten den laatsten strjjd om het bestaan voerde die woeste, dreigende lucht, waaruit woedend de vernielende blik semschichten neerpriemden, die de zee in vuur en vlam zettenRobinson zelf, beeld van gebroken kracht, neer- gesmakt op het eenzaam strand, bleek, uitgeput het water druipende uit kleeren en haren Ik zat er op te staren; ik zat er over te mijmeren uren lang en steeds nam het tafreel voor mijn oogen toe in ontzettende bekoorlijkheidhet boeide mjjn zinnen, het beheerschte mijn droomen Onlangs zag ik het terug, mjjn lieve, goede ouë boekje en het wekte vriendelijke en weemoedige herinneringen in mjjn geest; herinneringen aan het ouderlijk huis, waarvan geen steen meer op den anderen gelaten is aan de lieve moeder, die mjj met stralend gelaat het boekje vereerdetreffende illustratie van de schoone waarheid, dat het zaliger is te geven, dan te ontvan gen aan het lief gezin, later uiteengespat als een zeepbel, de leden ervan verstrooid over een groot deel van het aardoppervlak En toch moest ik glimlachen toen ik mjjn »Robinson« weerzag. Was dat nu hetzelfde plaatje, dat eertjjds mijn ver beelding zóó had geprikkeld, mjjn schoonheidszin zóó had bevredigd De zee een plek groenachtige stijfsel, hier en daar bedekt met wat vuilwitte schimmelde bliksemstralen een paar kromme spelden, hangend uit een laag Amsterdamsche modderhet wrak een hoop bibberend koekbakkersdeegRobinson een on benullige Sinterklaasvrijer, uitgestrekt op een panne- koekkleurige vlakte Zoo deea zich thans het eertijds zoo hevig bewonderde plaatje aan mjj voor. Nogmaals geen kwaad van onze oude prenten en prentenboekenmaar met de kunst leefden ze en dat mag gezegd worden op een hoogst gespannen voet. 't Was een gelukkige gedachte van de mannen en vrouwen, die zich beijverden voor het slagen dezer ten toonstelling, een kleine historische verzameling aan te leggen van wat jaren geleden onder den naam van lees- en prentenboeken den kinderen in handen werd ge geven. Een vergelijking van deze collectie met den voor raad van overheerlijke prentenboeken en soms verbijste rend mooi verluchte leesboeken op de tafels daartegenover, is in hooge mate leerzaam en overtuigt ons, zoo 't nog noodig ware, dat het kind en de kunst in onze jeugd en daarvóór slechts de beginletter gemeen hadden, maar dat in later dagen de kunst tot het kind is gebracht en in het kinderleven reeds een belangrijke rol speelt. Evenwel niet al te veel waardeering mogen we uitsprekenZeker een woord van warmen lof en hartelijken dank, voor wat in dit opzicht voor het kind gedaan is en gedaan wordt, aan schrijvers, teekenaars en uitgevers, die het niet beneden zich achten, hun gaven ten dienste van het kind te stellenaan allen, die het kind meevoeren in de schoone en liefelijke stre ken, waar de kunst hoogtjj viert maar toch niet al te veel waardeeren nog Daarvoor behoedt ons trouwens een belangrijk ge deelte der tentoonstellingde tafel met tegenstellingen geen tegenstellingen tusschen oud en nieuw, tusschen verleden en heden, tusschen wat onze jeugd en die onzer kinderen op 't gebied van kinderboeken te genieten gaf maar tegenstellingen tusschen hedendaagsche en hedendaagsche kinderuitgaven; tusschen datgene wat ook nog tegenwoordig door sommige uitgevers als «kin dergoed» aan de markt wordt gebracht en 't geen mannen van goeden smaak en goeden zin den kinderen aanbiedende eersten door hun uitgaven metterdaad aantoonende, hoe ze nietde laatsten, hoe ze wel moeten zijn. De tafel met tegenstellingen aandachtig beschouwende, merken we veel afgrijselijks op naast dingen van groote schoonheid. Zie dien leeuw uit «Kransje vlechten.» »'t Is een dik, slaperig beest,zeg ik mevr. Kruijt- Hoger- zeil gaarne na, »met keurig onderhouden manen, die als een slaapmuts om zijn kop staan.» Maar nu de leeuw in het prachtig dierenboek van Walter Crane- «Zie de lenigheid in het edele ljjf« aldus weer mevr. Kr.H.De kracht in het uitstrekken van den ge spierden voorpoot, de macht in den staart, die je al door de lucht hoort zwiepen.» En zoo "ou ik kunnen doorgaan, met veel leeljjks inleelijks, tegenover veel moois te plaatsen. Wanneer zal het publiek toch ophouden, uitgevers van smakelooze en slechte kinderboeken, van hun min derwaardige producten af te helpen 't Is waar goede en smaakvolle kinderboeken zijn over 't algemeen nog niet goedkoop er zijn er zelfs bjj, waarvan de prjjs in 't geheel niet op een burgermans-beurs bere kend is Maar waarom zich niet liever beperkt tot één enkel goed boek, dan tot verscheidene, die niets doen om den goeden smaak van het kind te verfijnen niets, om hun zin voor het schoone en ware te be vredigen niets om ze, zij 't dan ook trapsgewijze en langzamerhand op te voeren tot de hoogte, vanwaar ze, op volwassen leeftijd gekomen, met welgevallen den blik kunnen slaan op wat kunst kan te genieten geven Waarlijk het publiek dat nog slechte kinderboe ken koopt en we hebben hier evenzeer het oog op den inhoud als op het uiterlijk kan zich niet ver ontschuldigen met te spreken van armoede aan goede en mooie kinderlectuur, 't Is waar van rijkdom kunnen we in dit opzicht nog niet spreken, maar het zou mij toch niet moeilijk vallen, u een lijstje van een goede honderd uitnemende kinderwerkjes thuis te sturen 1 Een verrukkelijk gezicht die lange tafels met artistieke kinderuitgaven. Er liggen Fransche, Duitsche, Engelsche en Hollandscheen zonder ook maar eenigs- zins te vreezen, voor een chauvinist te worden aange zien, zeg ik het hier met blijde ingenomenheid: 1 olland kan ook in deze materie de vergelijking met het buiten land doorstaan. Meer nog: Hollandsche illustrators het is mij op deze tentoonstelling gebleken verluchten Duitsche boeken. Ook onder de Hollandsche kinderboeken zijn ware juweeltjes. En hoe kan het anders l We hebben Nelly Bodenheimwe hebben Hoytema, Wenckebach, Vaarzon Morel, Braakensiek, Heukelom, Wierink, Veth, Koning, Nieuwenhuis. Klaver, Doudelet, Hahn we hebben schrijvers en schrijfsters van talent we hebben ondernemende en artistieke uitgevers, een van wie het mij in de Alkmaarsche Courant niet ongepast schjjnt, den naam te noemen. Ik bedoel uw stadgenoot, den heer P. Kluitman, die met zijn keurige en wel verzorgde uitgaven en ik heb hier vooral op het oog Frits Wardland, Dik TromIndische sprookjes en Uit mijn jongensjaren een welverdiende reputatie heeft verworven. Zijn boeken ontbreken dan ook niet op de tentoonstelling Kind en Kunst en maken er een uitstekend figuur. Kind en Kunst. O, ik weet het er wordt overdrevener wordt misbruik gemaakt van schoone en in zich zelf juiste stellingenvoor een stelling b.v., als de bekende«Het beste is voor onze kinderen niet te goed,» die echter, helaas, niet zelden wordt toegepast op een wijze, die twjjfel doet rjjzen, of ze niet moet leiden tot kinder ongeluk, waar kinder^efcti bedoeld wordthet is immers maar de vraag en een vraag, die zoo hoogst verschil lend wordt beantwoordWat houdt ge, met het oog op uw kinderen, voor het beste Maar wat ons allen wel zal vereenigen het is de overtuiging, dat, waar we er naar streven het geluk bnzer kinderen te bevorderen, de kunst voor ons een krachtig hulpmiddel iskunst in hun boekenkunst in hun speelgoedkunst in hun zang. Ja ook in hun zang. En hier moet ik tot mijn spijt een leemte consta- teeren in de tentoonstelling Kind en Kunst. Wien, die overtuigd is, dat zang voor het kind zoowel behoefte is, als genot, komen hier niet de namen te binnen van een Catharina van Rennes, van een Hendrika van Tussen broek de begaafden, die een liefeljjken regen van zoete liedekens over de kinderwereld hebben uitgestort? Liedekens, dankbaar aanvaard door de kleinen voor wie ze werden geschreven, erkentelijk genoten door de grooten, die er naar luisteren. Op een tentoonstelling, die het verband wil aantoonen, dat allengs ontstaan is, tusschen het kind en de kunst, had deze liederenschat niet mogen ontbreken. Ik mag echter dezen brief met eindigen met een klachthet zou van weinig erkentelijkheid getuigen tegenover de mannen en vrouwen, die het initiatief namen en hun medewerking verleenden tot het houden der schoone en belangrijke tentoonstelling, waarop ik uw aandacht vestigde. Ze verdient hooge lijk te worden gewaardeerd en wordt dat dan ook, getuige het over- talrijk bezoek, dat haar te beurt valt. Wellicht kan dit schrijven voor een of meer mjjner lezers de aanleiding zijn, zelf eens een kijkje te komen nemen. Het zal hun dan blijken, dat ik, wat ook niet in mijn bedoeling lag, geen volledig overzicht der ten toonstelling heb gegeven, de afdeeling speelgoed b.v. moest ik met het oog op mijn bestek onbesproken laten maar tevens zal het hun, vermoed ik, evenals mij een openbaring zijn, te zien, welke plaats thans reeds de kunst ten opzichte van het kind inneemt. Elders in dit blad vindt men een beschouwing van De Nederlander over de zegeningen van het erfelijk Ko ningschap. De meesten, die dat entrefilet lezen, zullen geneigd zjjn er toestemmend bij te knikken. Daarom is 't te meer van belang hiernaast het oordeel te leggen van een zoo gezaghebbend en gematigd blad als de Temps. De verkiezing te Versailles, zegt dit orgaan biedt een schouwspel aan van de democratie, zich uitende in mannelijke kracht. In welke monarchie, koninkrijk of keizerlijk, zou de troonsopvolging minder koortsachtig in het werk gaan? Vergelijk met die vergadering van 17 Januari de kuiperij en de onzekerheid, die het re gentschap of de minderjarigheid van den souverein mee bracht, of de troonsbestijging van een vorst van wiens inlichten niemand op de hoogte was. Als de royalisten smadelijk spreken over de vergadering te Versailles, en zij willen een vergelijking trekken met vroegere eeuwen, dan herinnert de Temps aan het sterfbed van Lodewijk XIV, verlaten door de hovelingen, die niets zochten dan hun eigen baat. Neen, de vergadering te Versailles is niet geschikt om de trouw aan de republi- keinsche instellingen aan 't wankelen te brengen. En het einde van het zevenjarig tijdvak van Loubet is bovendien geen geschikt oogenblik om stemming te maken tegen de republiek. Nooit is Frankrijk door het buitenland zooveel gehuldigd in zoo korten tjjd als onder het presidentschap van Loubet. De crisis van den laatsten tijd (Marokko) is daar om te bewijzen, hoezeer men onze vriendschap zoekt. Loubet, die zich de achting heeft weten te verwerven van alle staats hoofden en van alle volken, heeft een schoone bladzjjde verdiend in de geschiedenis, als loon voor den ijver, de vaderlandsche toewijding en den hoogen tact, waar mede hjj zijn rol als Frankrijks vertegenwoordiger tegen over het buitenland heeft vervuld. In haar verdere beschouwingen zegt dan de Temps blijkens een daarvan gegeven uittreksel in de N. R. Ct. Loubet is president geworden op een zeer ongunstig oogenblik en om zijn vastberadenheid in dat tijdsge wricht heeft hij recht op onze dankbaarheid. De moei lijkheden, waar Loubet aanvankelijk voor stond, zal Fallières niet hebben te overwinnen. De weg ligt voor hem open, niets zal den pogingen in den weg staan, die hij stellig zal aanwenden om de republikeinen tot een heid te brengen. Zelfs het godsdienstvraagstuk is op gelost door de scheiding van kerk en staat. Deze maat regel, die alle republikeinen in theorie wenschten, ver ontrustte een groot deel der onzen, omdat die er een bron van beroering in zagen. Maar thans is de schei ding door de wet uitgesproken en de wet is per slot vrjj liberaal uitgevallen en als zij met wijsheid wordt toegepast dan zal het niet moeilijk vallen haar ingang te doen vinden. Welke andere oorzaak van tweedracht zou er nog kunnen zijn onder republikeinen En dan noemt de Temps als zulk een oorzaak het »combisme« en het blad omschrijft dat alsde geest van geweld en onbeschaamdheid. Wie zou naar zulk een toestand terug verlangen? Wie heeft er smaak in persoonlijke plagerijen, in aanbrenging en kleinzielige dwangmaatregelen Fallières kan het stellig niet hebben Dat Fallières de candidaat van den gehaten Pelletan, een der ergste combisten, is geweest, komt er niet op aan. Dergelijke steun, bij gelegenheid verstrekt, komt voor de beoordeeling van den man die gesteund wordt niet in aanmerking tegenover de 20 jaren aan de po litiek gewijd. Verscheiden gematigde republikeinen heb ben op Fallières gestemd, anderen op Doumer. Die laatsten hebben meer eraan gedacht, dat Doumer zu.k een verklaard vijand van Combes was geweest, terwijl zij hun keuze liever hadden moeten bepalen op Fallières, hun geestverwant en medestrijder vanouds. Maar de republikeinen die niet op Fallières gestemd hebben zullen zijn verkiezing, zeker zonder spijtigheid hebben zien geschieden. Verschil van meening, stroomingen, zullen er onder de republikeinsche partjj wel altijd blijven, dat is noodzakelijkmaar op het Elysée zal er in de plaats van den ouden republikein zonder smet of blaam, een ander komen, die om zijn verleden en zijn natuurlijke neigingen de aangewezen man was om de rol van ver zoener en scheidsrechter te spelen en die aan deze rol al de krachten van zjjn geest en zjjn hart zal wijden. De vooronderstelling, dat de verdere uitslagen van de verkiezingen in Engeland wel eens minder schitterend konden zjjn voor de liberalen, is niet be waarheid. Integendeel, tal van overwinningen, waarop ternauwernood gehoopt durfde worden, zijn wederom behaald. Eenige zeer sprekende feiten zijn, dat Guilford den oud-minister van oorlog St.-John Brodrick niet herkoos, en dat Sleaford den grooten protectionist Chaplin voor een liberaal verving. Beide heeren hadden langer dan twintig jaren voor die districten zitting gehad. Opmer kelijk is ook, dat in Glasgow de liberalen vijf zetels van de zeven op de conservatieven hebben veroverd. Niet minder dan elf leden van het oude parlement, die in de laatste conservatieve ministeries zitting hadden, zijn reeds gevallen. In een vergelijkend overzicht wjjst de' Daily News er op, dat thans door de liberalen 235.942 stemmen werden uitgebracht tegen 136 526 in 1900 en door de conservatieven 217.471 tegen 190.818 in 1900. Het aantal der gekozen liberalen is nu 40, tegen 8 in 1900 en dat der conservatieven 18, tegen 51 in 1900. Alleen de City is voor de Tories behouden gebleven. De kiezers worden door de hun bewezen voorkomend heden niet weinig verwend. Zoo heeft in Harrow een kiezer verklaard, dat hjj zou stemmen voor den eersten candidaat, die hem in een automobiel liet afhalen. Met een ander rijtuig ging hij niet mede. Uit den aard der zaak trekt de uitslag der verkie zingen in Engeland da aandaent van heel de internatio nale pers. De Voss. Ztg. kuoopt daaraan de vraag vast, waarom in Engeland, dat de ondate en beste arbeider.- organisaties heeft, in hst klassieke land der industrie, de sociaal-demooratie lang niet znlk een invloed heeft als in Dait80hland. En dit nog wel, terwijl Marx en Engels en andere leiders der sociaal-demoo a'ie ja st in Engeland gewoond en han theorieën ve.koadigd höb on. De arbeiders-partij heeft bjj deze verkiezing voor het eerst een eemgBzins grooter aantal parlementsleden aan gewezen en deze zjjn voor het meerendeel naar han eigen bekentenis, peen socialisten. Vanwaar die scherpe tegenstelling, vraagt het blad, taeschen Duitsche en Engelsche toestanden? Ea dan komt het volg nde antwoord «Daarover kan niemand, die hooren en zien wil, in twijfel verkeeren. Dj Engelsche arbeider heeft reden tot tevredenheid, zijn loon is hoog, zjjn lerensmiddelen zijn goodkoap, hjj geniet de moust onbeperkte vrjjoeid van uiting, tig is gewaarborgd tegen politie-toezicht. In Engeland beslaat geen invloedrijke jonkerpartjj in het bestaar, geen bevoorrechting van den adel, geen be moeilijking voor den ambtenaar om recht te krjjgen, geen agranërsstaat die de wetgeving dienstbaar maakt aan zjjn beianz. Dj bevolking heeft geen aanleiding om te klagen over de onvoldoende rechtspleging niemand denkt er aan de populaire jaryri-cbtbiuïou aan te vallen processen wegens majesteitschennis zjjn er onbekend n Engeland kortom ontbieekt zoowat alles, wat in Daitschland aan de sociaal-demooratie de krachtigste wapens levert. »Iu Engeland moet een ministerie rekening honden met den volkswil, wjjl het anders zjjn eigen graf graaft. Het is een zegen >an hst parlementaire stelsel, dat het misstanden opruimt, hervormingen eisoht. Ook dit is eeD zeker middel om de soc aal-demiorat,ie te voorkomen. Prins Bismarck heeft twintia jaar geleden de Engelsche regeerings-verandaringen een veiligheidsklep genoem 1 en die uitspraak is volkomen jaiat. De vervanging van de eene groote par t g door de andere van het bewind maakt het noodig, de nauwste voeling te honden met de meerderheid van het volk en met den wensoh met bet volk rekening te bonden den is een veiligheidsklep tegen elke beweging, die de grondslagen van den Staat wil aantasten. >Hoe geheel and^s zjjn de toestanden in Daitschland,» vervolgt de Voss Ztg. »Wjj hebben in aen jongsten tjjd gezien, hoe ds re zoo- ring zich willens en wetens, zonder aarzelen, in tegenspraak bevond met de overweldigende meerderheid van het parle ment. Zio het in Engeland gebearde, dat een m nisterie een bonding aannam, zooals de Rijkskanselier bjj de behandeling der dnel-qoaestie het zon geen dag meer kannen leven. »Ea wanneer bet Engelsohe Lagerhnis met znlk een meerderheid vergoeding voor de leden eisohte, als de Dait8ohe Rjjksdag herhaaldeljjk en het laatste deze week Woensdag nog deed. dan zon een Engelsch ministerie het niet dnrven weigeren «Maar bier te lande kan de meerderheid wensohen en bezwaren uitspreken, eiscben stollen, zoo vaak zjj wil, de regeering geeft het antwoord, dat Billow eens tegen Chamberlain gebruikteGe bjjt op graniet. >Dat is de oorzaak van de stemming, die jaar in, jaar nit, veld wint en steeds meer leden dor bnrgerljjke partgen in de armen der sociaal-democratie voert. «Niet aan haar eigen kracht, noch aan die harer be ginselen ontleent de Daitsohe sociaal-democratie haar groei en bloei maar aan de fonten der regeering. In Engeland kan geen ministerie bestaan, dat niet regeert in overleg en in overeenstemming met de meerderheid en daarom beteekent daar de sociaal-demooratie zoo weinig. Dat is oen les, die de Engelsche verkiezingen ons geven en die wel verdient geleerd te worden." Bjj deze zeker belangrjjke beschouwing van ean zoo aiterst kalm blad als Tante Voss sluit zich geheel aan het feit, dat naarmate de 21ste Januari nadert, de jjver der autoriteiten in Daitschland klimt om de tegen dien dag aangekondigde socialistische demon- stratiën voor algemeen stemrecht te fnuiken. Allerwegen maakt de politie jacht op be- zendingen van de als opruiend aangemerkte strooibiljet ten en schrifturen, welke door toedoen van de socialisten Zondag onder het volk verspreid zullen worden, 't Hon den van demonstratiën op den openbaren weg is overal verboden en te Leipzig is zelfs het beleggen ven ver gaderingen in besloten localite ten den sooialis'en Zondag niet toeg-staan voor welk verbod ds politie daar ter stede meeat zioh op een bepaling van hst Saksische recht van vereeniging te kunnen beroepen. Ds hulp der militaire macht is reeds bij voorbaat in tal van iteden ingeroepen en om den socialisten het meeste ontzag in te boezemen heeft de commandant-generaal van het Iste legerkorps te Koningsbergeu gelast, dat Zondag in alle garnizoensplaatsen dar provincie Oost-Pruisen de troepen in de kazernes geconsigneerd en van scherps patronen voorzien moeten zjjn. Er komen tot dasverre uit Algeciras nog steeds meer beschouwingen dan feiten. Da cirrespondent van de Lokal-Anzeiger seint dat niemand te Algeoiras ontkent, dat de toestand ernstig is, hoezeer men dan ook vol hoop moge zjjn. Volgens dezen correspondent zjjn vooral de Franschen zenuw achtig. Berichten in de Framche bieden uit de provincie in de nabgheid van de Daitsohe grens maken melding van mobiliseering van het 'Daitsohe leger en deze berichten vinden weerkli nk in de berichten der correspondenten van Fransche bladen te Algeciras. Het moeiljjke punt is de regeling der politie in Marokko. Als men van Duitsche zjjde staat op een hervorming der politie door de mogendheden gezamenljjk ten uitvoer gebracht, dan zal men zeker niet tot een oplossing komeo. Zoo denken, volgens de Lokal-Anzeigerdie Fransche journaliten die met hun regeeiing voeling houden. Mannen van gezag uit Du tscne kringen boaden daarentegen wear vol, dat Daitschland de regeling der politie nooit aan Frankrgk zal willen overlaten, daar dit met het beginsel dar galjjke behandeling van alle mogendheden in Marokko in st<jjd zou zjjn. De Marokkanen ter conierentie verstaan bljjkbaar de diplomatentaal nog niet volkomen. Althans toen hun tolk de openingstoespraak vertaalde waarin gesproken werd van de staatkunde der «open deur», vroeg een banner, El Bmnis, of men daarmede de dear der vergaderzaal bedoelde. Orer den toestand in Rusland zjjn er in de ochtendbladen verscheidene telegiammen van het Peters- bargsche Telegraafagentschap. Uit Moskou wordt gemeld van den 18den: In de Oboechofs iaat w-rd inde woning van een jonge vroaw, die zich prinses Koslofska noemt, een jjzeren kist gevonden, waarin zioh acht geladen bom men bevonden. Ook vond men wapenen. Zooals uit een eveneens ontdekte correspondentie bleek, hadden deze bommen moeten d enen om tjjdens een kerkeljjke plechtig heid een paniek te veroorzaken en een aanslag op den goavernear te plegen. Behalve de genoemde Koslotska werden nog twee vrouwen en een jonge man gearresteerd. Een ander telegram zegt dat alles rustig is. De werklieden verkla en de geruchten over een algemeene staking op den 22e voor geheel onjuist. Op alle fabrieken te Moa- kon zal dien dag worden doorgewerkt. Uit St.-Petersbarg is er het volgende bericht, d.d. 19 Januari: Gedurende de beide laatste maanden waren onder den in»loed van revolutionairen, die er naar streef den door het veroorzaken van een economische rnïie de bevolking tot vertwgfoling te brengen, veie particuliere persoren en Russische handelshuizon begonnen hun ver mogen naar het buitenland te zenden. Op da Beurs specu leerden geldzuchtige lieden op de daling van Kassisobe fondsen en van den roebelkoers. Zg verzekerden den houders van Russische papieren, dat de Staatsbank ten slotte niet meer in staat zou zjja de Russ.sohe waarden tegen gond in te wisselen. Naar den loop dien de zaken eohter in de laatste weken namen, mag men aannemen dat de speculanten zich in hou berekening vergist hebben en ten spoedigste hu ce speonlatieve positiëi hebben geliquideerd. Een telegram nit Tiflis zegt Een militaire trein met twee oompagnieën infanterie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1