No. 33 Honderd en achtste jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DONDERDAG FEBRUARI. Zitting van den Gemeenteraad Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij vjh. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. van AliKKAAU, op Woensdag, 7 Februari 1906, des namiddags 1 aar. (Vervolg.) 2. Voortzetting der behandeling van bet werk lieden-reglement. Tweede lening. Aan de orde is tbaas: Art. 24. Do leden tan het scheidsgerecht kiezen een Voorzitter en een Secretaris nit hnn midden. Het scheidsgereoht is bevoegd de uitgesproken straffen zoowel te verzwaren als te verlichten, zoowel te beves tigen als op te heffen. Het ia bevoegd den appellant alsook het hoofd van den tak van dienst waarbjj hij werkzaam is óf den ambtenaar of de ambtenaren die deze in zijn plaats aan wijst, te hooren. Het stelt zoowel den gestrafte ala bet hoofd van den 'ak van dienst, in de gelegenheid, ge tuigen aan te wjjzon en hoort voorts al diegenen van wie het meent inlichtingen over de zaak te kunnen krjjgen. De wijze van behandeling der zaken, wordt door het scheidsgerecht naar eigen goedvinden geregeld. Van de uitspraken wordt onmiddellijk aan Burge meester en Wethouders en aan den apellant schriftelijk kennis gegeven. De heer de Groot vraagt of hier bepaald moet worden hoe groot het salaris der leden is. De heer Glinderman gee t in overweging in het artikel een amendement op te nemen luidende: Het hnisboudeljjk reglement, goedgekeurd door B. en W. regelt de behandeling van zaken door het scheids gerecht, de aftreding der leden, de vergoeding van kosten en wat meer voor een richtige uitvoering van dit reglement noodig is; Ds heer Kraakman waagt, of het niet beter is, dat B. en W. dat hnishoudeljjk reglement vaststel- 1 e n, terwjjl de beer Ooheu Stuart meent, dat het scheidsgereoht. als zjjnde geen raadscommissie, dat regle ment zelf moet ontwerpen. De heer Kraakman voelt dat bezwaar niet en bjj meent, dat de heer Glinderman met het door hem aan gegeven denkbeeld wel kan meegaan. De heer Glinderman vindt echter beter dat B. en W. dafc reglement alleen goedkeuren. De invloed van B. en W. daarop is dan voldoende en zonder hunne goedkeuring zal dat reglement toch geen kracht hebben. Na deze toelichting zegt de heer Kraakman met het voorstel genoegen te nemen, als tenminste B. en W. zich er ook mee vereenigen. De Voorzitter zegt, dat het college unaniem er voor is dat het bedoelde huishoudelijk reglement aau de goedkeuring van B. en W. is onderworpen, dat vindt men het meest practiscb. Alleen wjjst bjj er nog op, dat de bedoeling van den beer Glinderman juister wordt weergegeven, als in het amendement gelezen wordten wat meer voor de richtige uitvoering van deze ver ordening noodig is. De heer Glinderman stemt dit gaarne toe, waarna het amendement wordt goedgekeurd. De heer Boelmans ter Spill merkt nog op naar aanleiding van da vraag van den heer de Groot dat er geen sprake is van bezoldiging noch van vacatiegelden, doch alleen van de kosten. De heer Van Bujjsen is van oordeel dat door de aanneming van dit amendement de voorlaatste alinea van het artikel kan vervallen. Die opmerking wordt juist geacht, waarom dn bedoelde zinenede wordt geschrapt. In behandeling komt thans: Nieuw artikel. Voois'el van den heer Van Bujjsen: Deze verordening treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen dag, nadat aan het voorschrift van art. 1 zal zjjn voldaan en de bestaande bijzondere voorschriften, welke gelden voor de verschillende diensttakken mot doze verordening in overeenstemming zjjn gebracht. De heer van Buijsen zegt ter toelichting, dat er geen tjjdstip is bepaald, waarop de verordening in wer king tieedt en daar volgens art. 1 door B. en W. de ljjst wordt vaeteesteld vaa werklieden, die onder dezs veror dening vallen, acht hjj het gewenseht, dat de datum der inwoiking-treriing door B. en W. zal worden bepaald, nadat geschied ie, Wiit in het artikel is aangegeven. De heer Glinderman meentdat de heer van Bujjsen er wel genoegen mee kon nemen, als het bepalen van den datum van het inwerking treden aan B. en W. wordt overgelaten on stelt voor het artikel aldus te lezen Deze verordening treedt in werking op een door B. en W. nader te bepalen dag. Da hee- van Bujjsen vereenigt zich daarmede, waarna hit artikel aldoa wordt goedgekeurd. Da Voorzitter herinnert er aan, dat thans nog dient te worden teruggekomen op art. 3. Do beslissing tooh over het amendement Uitenbosoh-van den Bcseli werd bjj een vorige behandeling der verordening aan- gebouden. Dat amendement luiddeVoor stokers en machinisten der gasfabriek ie ao werktjjd niet langer dun 8 uur per dag. De Voorzitter deelt thans mede, dat B. en W. geen termen bunnen vinden om het amendement over te nemen het werk der machinisten is, naar hp mede deelt niet zoo zwaar en de stokers staan geen volle negen uur voor het vuur, er zjjn betrekkelijk lange tjjden van rust. Vooral des zomers kunnen zj) het best af en kan men ze dan ook herbaaldeljjk op bnu gemak hun pjjp zien rooken en hebben zjj tjjden, dat ze desnoods een courant knnnen lezen. De heer Uitenbosch wil gaarne aannemen, dat wat de Voorzitter zegt correct is, maar, vraagt hjj, weten B. en W. en de gascommissie precies hoeveel uren de stokers aan dn fabriek werken. Zjj vtagen in hun verzoek oen warktjjd van 56 uur per week (8 uur pe' dag). Daarmede is hun werktjjd altjjd nog bslacgrjjh langer dan die der overige gemeentewei' liedon. Da Voorzitter: Zjj worken 60 uur per week. De heer Uitenbosch deelt eciter mede, dat de verschillende ploegen 61 uur per week werken dat is 3172 uur per week, terwjjl aiudere wcblieden dar ge meente, rfgezian van do feestdagen, slechts 2620 aar werken, dat is dus 552 uren miorier dan de stokers aau de gas fabriek. Het is daarom dat. deze vragen een werktjjd van 56 uur per jaar. De Voorzitter heeft gezegd ze hebben nu en dan een paar ur n rust, miar als men den werklieden er zelf eens naar vraagt on niet all-en afgaat op de mededeelingen van den dirrcteur dan zon men kunnen weten, dat zjj in die zoogenaamde rusttjjden ander werk moeten doen, bikken of iets anders en vooral onder dezen directeur worden die vrije uren nog a< wet beperkt. Volgens de meening der werklieden zou de werk tjjd zonder nadeel voor het betlrjjf w»l geregeld kunnen worden, zooals zjj dat wenschen. Onnoodig is het dan ook, meent spr., dat de tweede ploeg al om 11 uur opkomt, terwjjl de eerste pas te 2 uur vertrekt. Verder acht spr. het wenscbeljjk, dat voor overuren een belooning wordt uitgekeerd geljjk aan l/eo van het weekloon, terwjjl dit aan de gasf abriek slechts 15 cent bedraagt; ook voor de timmerlieden is dat loon '/6I van het weekloon. Do Voorzitter merkt op dat de stokers in de overuren niot het gewone werk verrichten, doch dat van losse arbeiders, dat maakt verschil. Verder zegt hjj dat de twarde ploeg om 11 uur in dienst komt op hun eigen verzoek. Ze gaan dan van 12 tot 1 weor naar huis om te eten. Juist in do uren van 11 tot 2 heeft men veel memchen noodig, dat is aan deze fabriek nu eenmaa zoo en bet kan niet anders, dan dat die werkzaamheden bljjven opgedragen aan de sfokers. Wat do looneu aangaat wjjst spr. vorder nog op de fooien, die aan do gasfabriek worden gegeven en het mud cokes per week, waarvoor slechts 25 ot. wordt betaald. De hoer Uitenbosch vindt het vreemd, dat, waar ia zoovele andere plaatsen, de gevraagde werktjjd ingevoerd, men daar hier niet toe kan komen, er zjjn reeds 15 A 16 fabrieken, waar het wel mogeljjk ïb. De Voorzitter zegt daarop, dat de directie niet verantwoord is, als de fabriek op eeu oogeublik zonder volk is. De heer Uitenbosch meent, dat zulks ook niet het geval behoeft te zjjn als de retorten gevuld zjjn ban de verwisseling der groepen gevoegeljjk plaats hebben. De heer Gohen Staart gaat met B on W. mede, waar de fabriek is ingericht naar bet model op grooteie plaatsen dan Alkmaar is hjj er van ove tuigd, dat de regeling der werktjjden niet anders is te maken. Ea als bet waar is, dat de arbeiders nog wel 4 uur per «eek gemist kunnen worden, dan zou bjj zeggen Waarom betaalt, de gemeente ze dan voor die 4 uur. De heer Uiteubosoh vindt deze redeneering wel zonderling. Zou men dan de arbeiders loon wilLn ont houden voor de rusttjjden De beer Cohen Staart antwoordt hierop, dat dn heer Uitenbosch hem niet heelt begtepen. Hij heelt, alleen willen aantoonan dat de heer Uitenbosch met zich zelf in tegenspraak is. Hjj zegtze moeten langen hatd werken en ze kunnen bet in 56 uren wel sf, wat ze nu in 60 doen, die overige uren kannen ze dan toch mets uitvoeren. Da Voorzitter ziet in het verzoek der arbeiders, een poging om door de ovei uren hun loon te verboogen, waarin ze celjjk hebben; voor de 56 uur willen ze hun gewone weekloon ontvangen. De heer Uitenbosch zegt, dat bet dat niet is. Eerder is het hun te doen, om vrijgesteld te wotden van ander werk dan bet gewone, zonder loonsverhooging op het oog te hebben. Da Voorzitter gelooft, dat de werklieden zalf ook wel weten, dat het niet ander» kan. Wat hun be halve hun gewone werk wordt opgedragen is het zoo genaamde plaatswerk, en daarvoor kau men toch niet een tjjdeljjk werkman aanstellen voor een paar uur per dag. Voorts meent bjj dat weikeljjk de positie van do ver zoekers niet zoo erg is, en hjj geeft den raad in over weging thans niet daarop in te gaan. Mogeljjk kan men aan een wjjjiging in de werktjjden gaan denken als de watergaefabriek eens in werking is, en is dan een andere regeling mogelijk en wecscheljjk, dan zul de directeur of de gascom missie daar zeker mee komen. De heer Vso den Bosoh wil dan ook thins het amendement niet handhaven. Als de Voorziiter zegt, dat de invoering van een wrktjjd van 8 uur thans niet mogeljjk is, dau legt, hij zich daarbjj neer, ofscb >oo hjj anders meent, dat vooral d ze menschen niet langer dan 8 uur moeten werken, die tjjd is meer dan voldoende. De Voorzitter legt er tiog eens den nadruk op, dat men het zich niet moet voorstellen, alsof aio men- ectaen den geheelen tjjd voor de varen staan. Als de retorten vol zjjn, bljjven ze vier unr dicht. Daar bet amendement niet voldoende gesteund woidt, vervalt het en wordt artikel 8 goedgekeurd. De beer Uitenbosch wijst nog eens op het aires der werklieden in zako het loon voor overuren, en merkt J nog op dat. er in de verordening geen bepaling staat, wuarnit bljjkt, wat onder uurloon wordt verstaan. De beer Glinderman beaamt die laatste opmerking en zegt, dat er tooh over uurloon wordt gesproken in enkele artikelen. Da Voorzitter zegt, dat dit bjj do tweede lering, die bjj gaarne tot eon volgende vergadering zou willen uitstellen besproken kan worden. Dan komt ook het amend-ment van den heer Uitenbosoh inzake het nit betalen van loon bij overigden ter sprake. Alzoo wordt besloten, waarna wordt overgegaan tot het volgende punt der agenda. 3. Teruggaal van betaald rloolgeld. B. en W. stellen voor om op billjjkhe'dsgronden te besluiten, tot de teruggaaf of vrjjstelling te verleeuen van betaald of te betalen rioolrecht voor huizen ten noorden van de eindput van het gemeenteriool in de Nienwpoortslaan en dus aan verschillende huiseigenaren een gezamenlijk bedrag vau f 450 terug te betalen. Con'orra beslo'en. 4. Afstand van grond op liet «roote Bolwerk. Door B. en W. wordt voorgesteld om, evenals in de vergadering van £0 Augustus 1899, afwjjzend te beschik ken op het verzoek van C. Piet om hem grond in erf pacht af te staan, n^bij zjjn molen, ten einde daarop een bjjbonw te doen verrijzen. De heer Oohen Stuart zegt, dat hjj met gemengde gevoelens dit voors'el heeft ontvangon. Eenerzjjds gevoelt hjj veel voor het bozwaar, dat er een peperbusje aan den moleu wordt, geplakt. Dat zal bet geheel daar zeker schaden. Anderzijds deelt hjj als secretaris der gezondheidscommissie het bezwaar, dat de woning voor een groot huisgezin te klein is. Diaram vraagt hjj, of er geen mogeljjkheid is, dat, de uitbreiding vao de woning wordt toegestaan zonder dat het aan leiding geeft tot latere moeiljjkheden. De heer Boelmans ter Spill antwoordt, daarop dat als het kan B. ea W. den verzoeker wel ter willo willen zjjn, maar nu kunnen ze dat niet. De heer Bosman betoogt, dat de moleu eigenljjk niet voor woning geschikt is. Buiten den molen heeft Piet geen duim grond. I» de woning te klein, laat hjj dan een andere woning huren, dat kan ge»n bezwaar voor heu opleveren. Het bolwerk is nu al niet zoo fraai moer als 't geweest is van den molen komt al te veel te z;en en daarom is hjj er erg tegen, dat er nu nog een bjjbonw wordt tegen aan gezet. De heer Cohen Stuart merkt op, dat niet ieder zoo gelukkig, dat bjj een woning kan boren naar de behoeften van zjjn gezin. Hjj zei het al, bjj doet, het met gemengde gevoelens, maar hjj geeft B. en W. in overweging als het half kan den man te heioen. D« Voorzitter gelooft dat Piet met d«zen bjjbonw •en kamer van 3£ bjj 3} M. al heel weinig is geholpen. Die bjjbonw zal zooals bjj is ontworpen, bet geheel zeker ontsieren en daarom kan men op dit verzoek niet ingaan. De heer Cuhen Stuart is het met dat laatste ge heel eens. Da hoer Glinderman zegt dat Piet de kamer wel grooter ontworpen zou hebben, als gjj gemeend had m«or grond te kannen vragen. Voorts zegt spr., dat, werke lijk het huren van een ander huis 's mans financieels krachten te boven gaat. Hjj sluit zich gaarne aan bjj hetgeen- de heer O'hen Siuart heeft gezegd en gelooft voorts, dat een bjjbonw niet het geheele plantsoen zal ontsieren. Men vergete ook niet, dat men rekoning moet houden met de Woningwet. De Voorzitter vindt dat de man meer geholpen zou zjjo, als hjj zjjn wagenbergplaats tot woning in richtte. De heer Boelmans ter Spill is van oordeel, dat niet elke bjjbonw behoeft te worden geweigerd; als Piet een ander plan indient, kan dat opnieuw worden over wogen. Da heer Bosman blijft er togen om eenige uitbrei ding van de woning toe te staan. De Voorzitter is het met den heer Boelmans ter Spill eens. Da heer Kraakman, die eerst er voor was, om eerst een ar der pl in in te wachten, alvorens te beslissen kan er zich ten slotte mee vereenigen dat d i t verzoek verworpen wordt. Daarna werd conform het voorstel van B. en W. brsloten. 5. Overneming van straten en rloleu. Het door B. en W. ingediende voorstel strekt om aan rnvj. de wed. S. P Kiptejjn geb. R-skam, ouder intr-k- k ng voor zooveel noodig van 's raads besluit d.d. 4 Mei 1898, de door adre3saate ontworpen straten enz. kosteloos over te nemen, doch ouder de voorwaarden op te nemen deze bepaling: Voor zooveel bij dit besluit van de vergunningen en ver- plichtingen gegeven en opgelegd bij raadsbesluit van 4 Mei '898 No 15 niet wordt afgeweken, blijven deze onver anderd van k'acht. De Voorzitter deelt mede dat de woorden voor z'ove-l noodig dienen te worden vervangen door: voor zooverre daarvan big deze wordt afgeweken. Daarna wornt het voorsei na een» opmerking van don heer De Groot, dat net niet gewenseht is de straten over te nemen tenzjj de riooleering enz. geheel in orde is, aangenomen. 6. Aanvaarden van een legaat. B. en W. stellen den raad voor te aanvaarden het bedrag, groot f 200, door mevr. Klaasje N'jj, weduwe van den heer E. J. G. van der Sande, gewoond hebbende te Ginneken en aldaar overleden 28 Nov. 1904, am de gemeente gelegateerd met bepaling dat de renten dier som zullen worden aangewend tot voortdurend onderhoud van het graf van wjjlen haar echtgenoot Gerrit Keizer, op de Algemeene Begraafplaats. Zonder hoofdelgke stemming goedgekeurd en het be doelde legaat dus aanvaard. 7. Onderzoek omtrent den eigendom van een gedeelte van de Zanderslout en de Bleekersloot. Naar aanleiding van een verzoek der Nederl&ndsche Bonwmaatscbuppjj te Amsterdam, waarbjj aan de ge meente ter overname worden aangeboden, de te maken wegen en straten, ontworpen in een bouwterrein nabjj genoemde slooten, stellen B. ea W. voor om, alvorens in deze een beschikking te nemen, eon recbtskncd'g advies in te winnen omtrent de vraag, wie de eigenares is van de Zandersloot en de Bleekersloot, voor zoover het pol derbestuur vau Oveidie en Acbteimeer daarop reebten laar. gelden. Daartoe geven zjj in overweging do zaak te stellen in banden van een commissie bestaande uit de rechtsge leerde leden van den raad, en da beslissing omtrent hot verzoek dei bovengenoemde maatsohappjj te verdagen. De heer Dor beek wjjst er op dat het de bedoeling is de ztak in bauden te stellen der rechtsgeleerde ledeu van den raad ten einde advies in te winnen over de »raag of men een reohtskundig advies zal inwinnen. Moet nn de beslissing omtrent de overname der straten aangehouden worden tot hot eerste advies is verkregen of tot het tweede? De V oorzi'. ter zegt, dat het eerste advies eigenljjk voor den raad afdoende is; men behoeft het rechtskundig advies niet at te wachten, om te beslissen over het ver zoek der maatschappjj. De heer Van den Bosch vindt het dan beter te bepalen, dal de besl ssing wordt aangehouden totdat het vvoorloopigc advies is ingewonnen. De Voorzitter heoft daar geen bezwaar tegen. De heer Boelmans ter Spill gelooft, dat het onderzoek der commissie uit deu raad zich ook al zal bezig honden met de vraag of een procedure gewenseht is. De boer Dorbeok neemt na deze inlichtingen ge noegen mat het voorstel. Nadat door den heer Boelmans ter Spill nog is opgemerkt, dat de raadscommissie ook met de Bouw maatschappij kan confereereu, wordt conform het voorstel besloten. 8. Hulling van grond. B. en W. stellen voor een ruiling van grond aan te gaan met de heeren K. Bakker Dz. en P. Vorst en wel in dien zin, dat een strook gemeentegrond nabjj de Lindstraat ter grootte van 70 MJ geruild wordt tegen een even groote strook, ten name van adressanten. Goedgekeurd. 9. Verplaatsing Kleine Haasazarkt. B. ea W. stellen voor om uan J. Veibuek Az. en 10 andereu, die hebben verzocht, de kleine kaasmarkt van uit de Lvgestraat te verplaatsen naar de platte S eezen- biug en een herziening hebben gevraagd in het heffen der marktgelden, te beriohten, dat zoolang de meeningon in zake het verplaatsen der bedoelde markt zoozeer uiteen- loopan, die verplaatsing niet kan worden aanbevolen, en dat eerlang zal worden nagegaan of er termen zjjn voor de wijziging der Verordening op het neffea van marktgeld. De heer Glinderman kan met het voorstel van B. en W. meegaan. Indien men echter de markt zou moeten verplauseo, zon hjj de Nieuwesloot en het Hof er een geschikte plaats voor achten. De heer Uitenbosch noemt de laatste zin van het voorstel eigenaardigB. en W. kunnen de verplaatsing r.iet aanbavoleu, zoolang de meeningeu zoozeer uiteiii oop-n. Verschil van meening zal er omtrent eene zaak bjj de ingezetenen wel altjjd wezen. Dat was er ook omtrent het abattoir en toch heeft de raad tot de oprichting besloten. Spr. betoogt dat de markt er niet in de eersta plaats is voor de winkeliers, maar wel voor do aanvoerders der producten dut zjjn do meest geïnteresseerden en eigenaardig neemt spr. hot, dat vele onderteekenaars van net adros tegen verplaatsing, bewoners der Laugestnat, vroeger vóór de verplaatsing waren Veider sluit hjj zich aau bjj hetgeen do heer Glinderman heeft gezegd en is net hem gebleken uit ean gesprek met enkele markt bezoekera, dat een verplaatsing naar de Niauwesloot en het Hof wel gewenseht zou zjjn. Daarom zon hjj B. en W. in overweging willen geven met dio verplaatsing van de kleine kaas-en eieren mm kt een proef te nemen. De Voorzitter acht het een bezwaren, dat men dan de eieren- en botermarkt, die zoo ongeveer door dezelfde menschen wordt bezocht, te ver van elkaar brengt. De beer Uitenbosoh merkt op, dat de aanvoer ders van eieren voor 't moerendeel van don duinkant komen. Voor hen is het niet gewenseht de markt ver de stad in te brengen en is dus do Nieawcsloot wel geschikt. Ook wgst hg er op, dat de orde in de Laugostraat des Zaterdags wel eens te weascoen overlaat. De heer Kraakman gslooft met, dat men nu dit voorstel van B. on W. or is, verder op de zaak moet ingaan. Da quiestis is moeilgk op te lossen. Dit is zeker, dat het sedert meer dan een halve eenw bjj den raad een constant gebruik is geweest, geen markt te verplaatsen, ook spr. ia daar altjjd tegen goweest. Laat nu de iaad oonlorm het voorstel van B. en W. ba» sluiten. Wat de orde in de Langestraat betreft, daar kau op worden toegezien en man kan genoeg vertrouwen nebben iu d t opzicht in B ea W. De Voorzitter zegt, dat hem geen geval bekend is, «at er wanorde heerschte op de kleine kaasmarkt. De heer Dorbeok meent toch, dat hst verkeer er wel e^ns belemmerd woidt. De Voorzitter onikent, dat. Waar de tram rjjdt, wordt de weg open gehouden. De heer D o r b e c k geeft dafc toe, maar wagens kunneu «a.k mosiljjk pissee-an en rjjden dan tegen stoepen, die daardoor worden beschid gd. Hij '8 in 't algemeen ook tegen verplaatsing van oen ma kt, maar waar de menschen er zalf om vragen, zou hjj met een veiplaatsing naar het Hot en de Hieuwealoot wel knnnen meegaan. De hear Fortuin zegt, dat een paar j»ar geldende toestand n de Lrngestraat onhoudbaar wis. Ia do laatste jaren wordt er echter uitmantenU toez cht geboadeu door de politie. Door oen verplaatsing naar het Hof zonden de Hofbswoners bjj de vo rdeeleu, die ze hebben van de tegenwoordige markt, daar ook do voordeelea genieten van deze markt, terwgl men da bewoners der Laagesiraat van die voordeeien geheel zou barooven. De w tnorde kan geen mouei zijn voor veiplaatsing, alles gait geregeld, en dat het er wat erg druk is, is m ar een enkel uur van den ochtend het geval. Hjj meent dat, de raad de neringdoende tn de Laugestraat bepaald zal verplichten door het voorstel van B. en W. aan te nemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1