No. 33
Honderd en achtste jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DONDERDAG
FEBRUARI.
Zitting van den Gemeenteraad
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
van AliKKAAU,
op Woensdag, 7 Februari 1906,
des namiddags 1 aar.
(Vervolg.)
2. Voortzetting der behandeling van bet werk
lieden-reglement. Tweede lening.
Aan de orde is tbaas:
Art. 24. Do leden tan het scheidsgerecht kiezen een
Voorzitter en een Secretaris nit hnn midden.
Het scheidsgereoht is bevoegd de uitgesproken straffen
zoowel te verzwaren als te verlichten, zoowel te beves
tigen als op te heffen.
Het ia bevoegd den appellant alsook het hoofd van
den tak van dienst waarbjj hij werkzaam is óf den
ambtenaar of de ambtenaren die deze in zijn plaats aan
wijst, te hooren. Het stelt zoowel den gestrafte ala bet
hoofd van den 'ak van dienst, in de gelegenheid, ge
tuigen aan te wjjzon en hoort voorts al diegenen van
wie het meent inlichtingen over de zaak te kunnen
krjjgen.
De wijze van behandeling der zaken, wordt door het
scheidsgerecht naar eigen goedvinden geregeld.
Van de uitspraken wordt onmiddellijk aan Burge
meester en Wethouders en aan den apellant schriftelijk
kennis gegeven.
De heer de Groot vraagt of hier bepaald moet
worden hoe groot het salaris der leden is.
De heer Glinderman gee t in overweging in het
artikel een amendement op te nemen luidende:
Het hnisboudeljjk reglement, goedgekeurd door B. en
W. regelt de behandeling van zaken door het scheids
gerecht, de aftreding der leden, de vergoeding van
kosten en wat meer voor een richtige uitvoering van dit
reglement noodig is;
Ds heer Kraakman waagt, of het niet beter is,
dat B. en W. dat hnishoudeljjk reglement vaststel-
1 e n, terwjjl de beer Ooheu Stuart meent, dat het
scheidsgereoht. als zjjnde geen raadscommissie, dat regle
ment zelf moet ontwerpen.
De heer Kraakman voelt dat bezwaar niet en bjj
meent, dat de heer Glinderman met het door hem aan
gegeven denkbeeld wel kan meegaan.
De heer Glinderman vindt echter beter dat B. en W.
dafc reglement alleen goedkeuren. De invloed van B. en
W. daarop is dan voldoende en zonder hunne goedkeuring
zal dat reglement toch geen kracht hebben.
Na deze toelichting zegt de heer Kraakman met
het voorstel genoegen te nemen, als tenminste B. en W.
zich er ook mee vereenigen.
De Voorzitter zegt, dat het college unaniem er
voor is dat het bedoelde huishoudelijk reglement aau de
goedkeuring van B. en W. is onderworpen, dat vindt
men het meest practiscb. Alleen wjjst bjj er nog op, dat
de bedoeling van den beer Glinderman juister wordt
weergegeven, als in het amendement gelezen wordten
wat meer voor de richtige uitvoering van deze ver
ordening noodig is.
De heer Glinderman stemt dit gaarne toe, waarna
het amendement wordt goedgekeurd.
De heer Boelmans ter Spill merkt nog op naar
aanleiding van da vraag van den heer de Groot dat
er geen sprake is van bezoldiging noch van vacatiegelden,
doch alleen van de kosten.
De heer Van Bujjsen is van oordeel dat door de
aanneming van dit amendement de voorlaatste alinea van
het artikel kan vervallen. Die opmerking wordt juist
geacht, waarom dn bedoelde zinenede wordt geschrapt.
In behandeling komt thans:
Nieuw artikel.
Voois'el van den heer Van Bujjsen:
Deze verordening treedt in werking op een nader door
Burgemeester en Wethouders te bepalen dag, nadat aan
het voorschrift van art. 1 zal zjjn voldaan en de bestaande
bijzondere voorschriften, welke gelden voor de verschillende
diensttakken mot doze verordening in overeenstemming
zjjn gebracht.
De heer van Buijsen zegt ter toelichting, dat er
geen tjjdstip is bepaald, waarop de verordening in wer
king tieedt en daar volgens art. 1 door B. en W. de ljjst
wordt vaeteesteld vaa werklieden, die onder dezs veror
dening vallen, acht hjj het gewenseht, dat de datum der
inwoiking-treriing door B. en W. zal worden bepaald,
nadat geschied ie, Wiit in het artikel is aangegeven.
De heer Glinderman meentdat de heer van
Bujjsen er wel genoegen mee kon nemen, als het bepalen
van den datum van het inwerking treden aan B. en W.
wordt overgelaten on stelt voor het artikel aldus te lezen
Deze verordening treedt in werking op een door B. en W.
nader te bepalen dag.
Da hee- van Bujjsen vereenigt zich daarmede,
waarna hit artikel aldoa wordt goedgekeurd.
Da Voorzitter herinnert er aan, dat thans nog
dient te worden teruggekomen op art. 3. Do beslissing
tooh over het amendement Uitenbosoh-van den Bcseli
werd bjj een vorige behandeling der verordening aan-
gebouden.
Dat amendement luiddeVoor stokers en machinisten
der gasfabriek ie ao werktjjd niet langer dun 8 uur
per dag.
De Voorzitter deelt thans mede, dat B. en W.
geen termen bunnen vinden om het amendement over
te nemen het werk der machinisten is, naar hp mede
deelt niet zoo zwaar en de stokers staan geen volle
negen uur voor het vuur, er zjjn betrekkelijk lange tjjden
van rust. Vooral des zomers kunnen zj) het best af en
kan men ze dan ook herbaaldeljjk op bnu gemak hun
pjjp zien rooken en hebben zjj tjjden, dat ze desnoods
een courant knnnen lezen.
De heer Uitenbosch wil gaarne aannemen, dat
wat de Voorzitter zegt correct is, maar, vraagt hjj,
weten B. en W. en de gascommissie precies hoeveel uren
de stokers aan dn fabriek werken. Zjj vtagen in hun
verzoek oen warktjjd van 56 uur per week (8 uur pe'
dag). Daarmede is hun werktjjd altjjd nog bslacgrjjh
langer dan die der overige gemeentewei' liedon.
Da Voorzitter: Zjj worken 60 uur per week.
De heer Uitenbosch deelt eciter mede, dat de
verschillende ploegen 61 uur per week werken dat is
3172 uur per week, terwjjl aiudere wcblieden dar ge
meente, rfgezian van do feestdagen, slechts 2620 aar werken,
dat is dus 552 uren miorier dan de stokers aau de gas
fabriek. Het is daarom dat. deze vragen een werktjjd
van 56 uur per jaar. De Voorzitter heeft gezegd ze
hebben nu en dan een paar ur n rust, miar als men
den werklieden er zelf eens naar vraagt on niet all-en
afgaat op de mededeelingen van den dirrcteur dan zon
men kunnen weten, dat zjj in die zoogenaamde rusttjjden
ander werk moeten doen, bikken of iets anders en vooral
onder dezen directeur worden die vrije uren nog a< wet
beperkt. Volgens de meening der werklieden zou de werk
tjjd zonder nadeel voor het betlrjjf w»l geregeld kunnen
worden, zooals zjj dat wenschen. Onnoodig is het dan
ook, meent spr., dat de tweede ploeg al om 11 uur
opkomt, terwjjl de eerste pas te 2 uur vertrekt.
Verder acht spr. het wenscbeljjk, dat voor overuren
een belooning wordt uitgekeerd geljjk aan l/eo van het
weekloon, terwjjl dit aan de gasf abriek slechts 15 cent
bedraagt; ook voor de timmerlieden is dat loon '/6I van
het weekloon.
Do Voorzitter merkt op dat de stokers in de
overuren niot het gewone werk verrichten, doch dat
van losse arbeiders, dat maakt verschil. Verder zegt hjj
dat de twarde ploeg om 11 uur in dienst komt op hun
eigen verzoek. Ze gaan dan van 12 tot 1 weor naar huis
om te eten. Juist in do uren van 11 tot 2 heeft men
veel memchen noodig, dat is aan deze fabriek nu eenmaa
zoo en bet kan niet anders, dan dat die werkzaamheden
bljjven opgedragen aan de sfokers.
Wat do looneu aangaat wjjst spr. vorder nog op de
fooien, die aan do gasfabriek worden gegeven en het mud
cokes per week, waarvoor slechts 25 ot. wordt betaald.
De hoer Uitenbosch vindt het vreemd, dat, waar
ia zoovele andere plaatsen, de gevraagde werktjjd
ingevoerd, men daar hier niet toe kan komen, er zjjn
reeds 15 A 16 fabrieken, waar het wel mogeljjk ïb.
De Voorzitter zegt daarop, dat de directie niet
verantwoord is, als de fabriek op eeu oogeublik zonder
volk is.
De heer Uitenbosch meent, dat zulks ook niet
het geval behoeft te zjjn als de retorten gevuld zjjn
ban de verwisseling der groepen gevoegeljjk plaats hebben.
De heer Gohen Staart gaat met B on W. mede,
waar de fabriek is ingericht naar bet model op grooteie
plaatsen dan Alkmaar is hjj er van ove tuigd, dat de
regeling der werktjjden niet anders is te maken. Ea als
bet waar is, dat de arbeiders nog wel 4 uur per «eek
gemist kunnen worden, dan zou bjj zeggen Waarom
betaalt, de gemeente ze dan voor die 4 uur.
De heer Uiteubosoh vindt deze redeneering wel
zonderling. Zou men dan de arbeiders loon wilLn ont
houden voor de rusttjjden
De beer Cohen Staart antwoordt hierop, dat dn
heer Uitenbosch hem niet heelt begtepen. Hij heelt,
alleen willen aantoonan dat de heer Uitenbosch
met zich zelf in tegenspraak is. Hjj zegtze moeten
langen hatd werken en ze kunnen bet in 56 uren wel
sf, wat ze nu in 60 doen, die overige uren kannen ze
dan toch mets uitvoeren.
Da Voorzitter ziet in het verzoek der arbeiders,
een poging om door de ovei uren hun loon te verboogen,
waarin ze celjjk hebben; voor de 56 uur willen ze hun
gewone weekloon ontvangen.
De heer Uitenbosch zegt, dat bet dat niet is.
Eerder is het hun te doen, om vrijgesteld te wotden
van ander werk dan bet gewone, zonder loonsverhooging
op het oog te hebben.
Da Voorzitter gelooft, dat de werklieden zalf
ook wel weten, dat het niet ander» kan. Wat hun be
halve hun gewone werk wordt opgedragen is het zoo
genaamde plaatswerk, en daarvoor kau men toch niet
een tjjdeljjk werkman aanstellen voor een paar uur
per dag.
Voorts meent bjj dat weikeljjk de positie van do ver
zoekers niet zoo erg is, en hjj geeft den raad in over
weging thans niet daarop in te gaan.
Mogeljjk kan men aan een wjjjiging in de werktjjden
gaan denken als de watergaefabriek eens in werking is,
en is dan een andere regeling mogelijk en wecscheljjk,
dan zul de directeur of de gascom missie daar zeker
mee komen.
De heer Vso den Bosoh wil dan ook thins het
amendement niet handhaven. Als de Voorziiter zegt,
dat de invoering van een wrktjjd van 8 uur thans niet
mogeljjk is, dau legt, hij zich daarbjj neer, ofscb >oo hjj
anders meent, dat vooral d ze menschen niet langer dan
8 uur moeten werken, die tjjd is meer dan voldoende.
De Voorzitter legt er tiog eens den nadruk op,
dat men het zich niet moet voorstellen, alsof aio men-
ectaen den geheelen tjjd voor de varen staan. Als de
retorten vol zjjn, bljjven ze vier unr dicht.
Daar bet amendement niet voldoende gesteund woidt,
vervalt het en wordt artikel 8 goedgekeurd.
De beer Uitenbosch wijst nog eens op het aires
der werklieden in zako het loon voor overuren, en merkt J
nog op dat. er in de verordening geen bepaling staat,
wuarnit bljjkt, wat onder uurloon wordt verstaan.
De beer Glinderman beaamt die laatste opmerking en
zegt, dat er tooh over uurloon wordt gesproken in enkele
artikelen.
Da Voorzitter zegt, dat dit bjj do tweede lering,
die bjj gaarne tot eon volgende vergadering zou willen
uitstellen besproken kan worden. Dan komt ook het
amend-ment van den heer Uitenbosoh inzake het
nit betalen van loon bij overigden ter sprake.
Alzoo wordt besloten, waarna wordt overgegaan tot
het volgende punt der agenda.
3. Teruggaal van betaald rloolgeld.
B. en W. stellen voor om op billjjkhe'dsgronden te
besluiten, tot de teruggaaf of vrjjstelling te verleeuen
van betaald of te betalen rioolrecht voor huizen ten
noorden van de eindput van het gemeenteriool in de
Nienwpoortslaan en dus aan verschillende huiseigenaren
een gezamenlijk bedrag vau f 450 terug te betalen.
Con'orra beslo'en.
4. Afstand van grond op liet «roote Bolwerk.
Door B. en W. wordt voorgesteld om, evenals in de
vergadering van £0 Augustus 1899, afwjjzend te beschik
ken op het verzoek van C. Piet om hem grond in erf
pacht af te staan, n^bij zjjn molen, ten einde daarop een
bjjbonw te doen verrijzen.
De heer Oohen Stuart zegt, dat hjj met gemengde
gevoelens dit voors'el heeft ontvangon.
Eenerzjjds gevoelt hjj veel voor het bozwaar, dat er
een peperbusje aan den moleu wordt, geplakt. Dat zal
bet geheel daar zeker schaden. Anderzijds deelt hjj als
secretaris der gezondheidscommissie het bezwaar, dat de
woning voor een groot huisgezin te klein is. Diaram
vraagt hjj, of er geen mogeljjkheid is, dat, de uitbreiding
vao de woning wordt toegestaan zonder dat het aan
leiding geeft tot latere moeiljjkheden.
De heer Boelmans ter Spill antwoordt, daarop
dat als het kan B. ea W. den verzoeker wel ter willo
willen zjjn, maar nu kunnen ze dat niet.
De heer Bosman betoogt, dat de moleu eigenljjk
niet voor woning geschikt is. Buiten den molen heeft
Piet geen duim grond. I» de woning te klein, laat hjj
dan een andere woning huren, dat kan ge»n bezwaar
voor heu opleveren. Het bolwerk is nu al niet zoo fraai
moer als 't geweest is van den molen komt al te veel
te z;en en daarom is hjj er erg tegen, dat er nu nog
een bjjbonw wordt tegen aan gezet.
De heer Cohen Stuart merkt op, dat niet ieder
zoo gelukkig, dat bjj een woning kan boren naar de
behoeften van zjjn gezin. Hjj zei het al, bjj doet, het
met gemengde gevoelens, maar hjj geeft B. en W. in
overweging als het half kan den man te heioen.
D« Voorzitter gelooft dat Piet met d«zen bjjbonw
•en kamer van 3£ bjj 3} M. al heel weinig is geholpen.
Die bjjbonw zal zooals bjj is ontworpen, bet geheel zeker
ontsieren en daarom kan men op dit verzoek niet
ingaan.
De heer Cuhen Stuart is het met dat laatste ge
heel eens.
Da hoer Glinderman zegt dat Piet de kamer wel
grooter ontworpen zou hebben, als gjj gemeend had m«or
grond te kannen vragen. Voorts zegt spr., dat, werke
lijk het huren van een ander huis 's mans financieels
krachten te boven gaat. Hjj sluit zich gaarne aan bjj
hetgeen- de heer O'hen Siuart heeft gezegd en gelooft
voorts, dat een bjjbonw niet het geheele plantsoen zal
ontsieren. Men vergete ook niet, dat men rekoning moet
houden met de Woningwet.
De Voorzitter vindt dat de man meer geholpen
zou zjjo, als hjj zjjn wagenbergplaats tot woning in
richtte.
De heer Boelmans ter Spill is van oordeel, dat
niet elke bjjbonw behoeft te worden geweigerd; als Piet
een ander plan indient, kan dat opnieuw worden over
wogen.
Da heer Bosman blijft er togen om eenige uitbrei
ding van de woning toe te staan.
De Voorzitter is het met den heer Boelmans ter
Spill eens.
Da heer Kraakman, die eerst er voor was, om
eerst een ar der pl in in te wachten, alvorens te beslissen
kan er zich ten slotte mee vereenigen dat d i t verzoek
verworpen wordt.
Daarna werd conform het voorstel van B. en W.
brsloten.
5. Overneming van straten en rloleu.
Het door B. en W. ingediende voorstel strekt om aan
rnvj. de wed. S. P Kiptejjn geb. R-skam, ouder intr-k-
k ng voor zooveel noodig van 's raads besluit d.d. 4 Mei
1898, de door adre3saate ontworpen straten enz. kosteloos
over te nemen, doch ouder de voorwaarden op te nemen
deze bepaling:
Voor zooveel bij dit besluit van de vergunningen en ver-
plichtingen gegeven en opgelegd bij raadsbesluit van 4 Mei
'898 No 15 niet wordt afgeweken, blijven deze onver
anderd van k'acht.
De Voorzitter deelt mede dat de woorden voor
z'ove-l noodig dienen te worden vervangen door: voor
zooverre daarvan big deze wordt afgeweken.
Daarna wornt het voorsei na een» opmerking van don
heer De Groot, dat net niet gewenseht is de straten over
te nemen tenzjj de riooleering enz. geheel in orde is,
aangenomen.
6. Aanvaarden van een legaat.
B. en W. stellen den raad voor te aanvaarden het
bedrag, groot f 200, door mevr. Klaasje N'jj, weduwe
van den heer E. J. G. van der Sande, gewoond hebbende
te Ginneken en aldaar overleden 28 Nov. 1904, am de
gemeente gelegateerd met bepaling dat de renten dier
som zullen worden aangewend tot voortdurend onderhoud
van het graf van wjjlen haar echtgenoot Gerrit Keizer,
op de Algemeene Begraafplaats.
Zonder hoofdelgke stemming goedgekeurd en het be
doelde legaat dus aanvaard.
7. Onderzoek omtrent den eigendom van
een gedeelte van de Zanderslout
en de Bleekersloot.
Naar aanleiding van een verzoek der Nederl&ndsche
Bonwmaatscbuppjj te Amsterdam, waarbjj aan de ge
meente ter overname worden aangeboden, de te maken
wegen en straten, ontworpen in een bouwterrein nabjj
genoemde slooten, stellen B. ea W. voor om, alvorens in
deze een beschikking te nemen, eon recbtskncd'g advies
in te winnen omtrent de vraag, wie de eigenares is van
de Zandersloot en de Bleekersloot, voor zoover het pol
derbestuur vau Oveidie en Acbteimeer daarop reebten
laar. gelden.
Daartoe geven zjj in overweging do zaak te stellen
in banden van een commissie bestaande uit de rechtsge
leerde leden van den raad, en da beslissing omtrent hot
verzoek dei bovengenoemde maatsohappjj te verdagen.
De heer Dor beek wjjst er op dat het de bedoeling
is de ztak in bauden te stellen der rechtsgeleerde ledeu
van den raad ten einde advies in te winnen over de
»raag of men een reohtskundig advies zal inwinnen.
Moet nn de beslissing omtrent de overname der straten
aangehouden worden tot hot eerste advies is verkregen
of tot het tweede?
De V oorzi'. ter zegt, dat het eerste advies eigenljjk
voor den raad afdoende is; men behoeft het rechtskundig
advies niet at te wachten, om te beslissen over het ver
zoek der maatschappjj.
De heer Van den Bosch vindt het dan beter te
bepalen, dal de besl ssing wordt aangehouden totdat het
vvoorloopigc advies is ingewonnen.
De Voorzitter heoft daar geen bezwaar tegen.
De heer Boelmans ter Spill gelooft, dat het
onderzoek der commissie uit deu raad zich ook al zal
bezig honden met de vraag of een procedure gewenseht is.
De boer Dorbeok neemt na deze inlichtingen ge
noegen mat het voorstel.
Nadat door den heer Boelmans ter Spill nog
is opgemerkt, dat de raadscommissie ook met de Bouw
maatschappij kan confereereu, wordt conform het voorstel
besloten.
8. Hulling van grond.
B. en W. stellen voor een ruiling van grond aan te
gaan met de heeren K. Bakker Dz. en P. Vorst en wel
in dien zin, dat een strook gemeentegrond nabjj de
Lindstraat ter grootte van 70 MJ geruild wordt tegen
een even groote strook, ten name van adressanten.
Goedgekeurd.
9. Verplaatsing Kleine Haasazarkt.
B. ea W. stellen voor om uan J. Veibuek Az. en 10
andereu, die hebben verzocht, de kleine kaasmarkt van
uit de Lvgestraat te verplaatsen naar de platte S eezen-
biug en een herziening hebben gevraagd in het heffen
der marktgelden, te beriohten, dat zoolang de meeningon
in zake het verplaatsen der bedoelde markt zoozeer uiteen-
loopan, die verplaatsing niet kan worden aanbevolen, en
dat eerlang zal worden nagegaan of er termen zjjn voor
de wijziging der Verordening op het neffea van marktgeld.
De heer Glinderman kan met het voorstel van
B. en W. meegaan. Indien men echter de markt zou
moeten verplauseo, zon hjj de Nieuwesloot en het Hof
er een geschikte plaats voor achten.
De heer Uitenbosch noemt de laatste zin van het
voorstel eigenaardigB. en W. kunnen de verplaatsing
r.iet aanbavoleu, zoolang de meeningeu zoozeer uiteiii oop-n.
Verschil van meening zal er omtrent eene zaak bjj de
ingezetenen wel altjjd wezen. Dat was er ook omtrent
het abattoir en toch heeft de raad tot de oprichting
besloten. Spr. betoogt dat de markt er niet in de eersta
plaats is voor de winkeliers, maar wel voor do aanvoerders
der producten dut zjjn do meest geïnteresseerden en
eigenaardig neemt spr. hot, dat vele onderteekenaars van
net adros tegen verplaatsing, bewoners der Laugestnat,
vroeger vóór de verplaatsing waren Veider sluit hjj zich
aau bjj hetgeen do heer Glinderman heeft gezegd en is
net hem gebleken uit ean gesprek met enkele markt
bezoekera, dat een verplaatsing naar de Niauwesloot en
het Hof wel gewenseht zou zjjn. Daarom zon hjj B. en W.
in overweging willen geven met dio verplaatsing van de
kleine kaas-en eieren mm kt een proef te nemen.
De Voorzitter acht het een bezwaren, dat men
dan de eieren- en botermarkt, die zoo ongeveer door
dezelfde menschen wordt bezocht, te ver van elkaar brengt.
De beer Uitenbosoh merkt op, dat de aanvoer
ders van eieren voor 't moerendeel van don duinkant komen.
Voor hen is het niet gewenseht de markt ver de stad
in te brengen en is dus do Nieawcsloot wel geschikt.
Ook wgst hg er op, dat de orde in de Laugostraat des
Zaterdags wel eens te weascoen overlaat.
De heer Kraakman gslooft met, dat men nu
dit voorstel van B. on W. or is, verder op de zaak
moet ingaan. Da quiestis is moeilgk op te lossen. Dit
is zeker, dat het sedert meer dan een halve eenw bjj
den raad een constant gebruik is geweest, geen markt
te verplaatsen, ook spr. ia daar altjjd tegen goweest. Laat
nu de iaad oonlorm het voorstel van B. en W. ba»
sluiten. Wat de orde in de Langestraat betreft, daar
kau op worden toegezien en man kan genoeg vertrouwen
nebben iu d t opzicht in B ea W.
De Voorzitter zegt, dat hem geen geval bekend
is, «at er wanorde heerschte op de kleine kaasmarkt.
De heer Dorbeok meent toch, dat hst verkeer er
wel e^ns belemmerd woidt.
De Voorzitter onikent, dat. Waar de tram
rjjdt, wordt de weg open gehouden.
De heer D o r b e c k geeft dafc toe, maar wagens
kunneu «a.k mosiljjk pissee-an en rjjden dan tegen
stoepen, die daardoor worden beschid gd. Hij '8 in 't
algemeen ook tegen verplaatsing van oen ma kt, maar
waar de menschen er zalf om vragen, zou hjj met een
veiplaatsing naar het Hot en de Hieuwealoot wel knnnen
meegaan.
De hear Fortuin zegt, dat een paar j»ar geldende
toestand n de Lrngestraat onhoudbaar wis. Ia do laatste
jaren wordt er echter uitmantenU toez cht geboadeu door
de politie. Door oen verplaatsing naar het Hof zonden
de Hofbswoners bjj de vo rdeeleu, die ze hebben van de
tegenwoordige markt, daar ook do voordeelea genieten
van deze markt, terwgl men da bewoners der Laagesiraat
van die voordeeien geheel zou barooven. De w tnorde kan
geen mouei zijn voor veiplaatsing, alles gait geregeld,
en dat het er wat erg druk is, is m ar een enkel uur
van den ochtend het geval. Hjj meent dat, de raad de
neringdoende tn de Laugestraat bepaald zal verplichten
door het voorstel van B. en W. aan te nemen.