No. 36 Honderd en achtste jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Beoefeniog der welspr SÏAAKBAC 12 FEBRUARI. BUITENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Algemeen Overzicht. Gemengde Mededeelingen. In de 17de en 18de eenw werd, zooaU bljjkt nit de geschiedenis onzer letterkunde, bgna uitsluitend de poëzie beoefend. Een groot aantal meer of minder bekende dichters, staat tegenover een zeer klein aantal met lot bekende prozaschrijvers. Het proza scheen niet te ver- dienen, dat men er zich aan Alleen Hooft Brandt in de 17de, de dames Wolft en Deken en de bekende schrjjver van den Spectator Van Effen, in de 18du eeuw, begrepen het anders. De 19de eeuw bracht hierin verandering. Johannes Henricus van der Palm, komt ontegenzeggelijk de groote verdienste toe, dat h'jj het proza in eere hersteld heeft. Men heeft hem ook jaren na zgn dood wel verweten, dat zgn stjjl te bedaard, te gematigd en te eentoonig was te voorzichtig en te kleurloos, volgens het oordeel zgner tgdgenooten, bereikte hjj als prozaschrijver en als redenaar, het mees terschap. Dit gunstig oordeel is begrypelgk en op zich zelf volkomen juist. Want van der Palm was een voor ganger, een baanbreker, bjj bracht het Nederlandeche proza tot zjjn recht, de kanselwelsprekendheid tot hooger peil, hg had gevoel voor de taal, hg had het volle besef, welk een machtigen invloed van den redenaar kan uit gaan en welke verantwoordelijkheid derhalve op hem rust. In een zjjner redevoeringen, noemde hg de Bpraak het on waardeerbaarste en tevens het wonderbaarste van al onze vermogens. In diezelfde rede, over den waren aard der welsprekendheid, zegt hg de behartigingswaardige woorden, die we in den voorgang van elk schoollokaal zouden willen gegrift zien »de allereerste eigenschap van wel te spreken, is duideljjk te spreken*. En hjj licht dit toe Men spreekt, zegt hii, »om ver- Btaan te wordenom zonder moeite of inspanning ver staan te worden. Wees duideljjk in nw voordracht. Hg die wel spreekt zal bg de klaarheid der uitdrukking ook juistheid voegen. Het is deze netheid en nauwkeurigheid in het spreken, deze keus van het meest geschikte woord, de meeBt gepaste zegwyze om zgue meening met ge- makkelgkheid uit te drukken, waaraan men den man van beschaafden geest en omgang aanstonds onderscheidt Het is inzonderheid, in het gelukkig getroffene, het beduidende en schilderachtige van woord en uitdrukking, dat men den meester in de kunst van welsprekendheid herkent*. Wanneer men in het oog houdt, hetgeeD zoceven werd herinnerd, dat eerBt in den loop der 19de eeuw hier te lande het proza meer met zorg werd beoefend, dat er eenigen tjjd moesl verloopen, voordat men zich los kon maken van ren zinbouw, die niettegenstaande sommige goede eigenschappen, toch wel wat zwaar op de hand was, die in ieder geval, niet meer passend is voor onzen tjjd, rgker aan emoties en teerhartiger in gevoelenswanneer men tevens bedenkt, dat het aantal Nederlandscbe redenaars van naam zeer gering is ge bleven tot heden, dan behoeft niemand het zich aan te trekken ais hg in de kunst van wel te spreken 't niet ver gebracht heelt, maar tegelgkertjjd moet bg toegeven, dat het jongere geslacht in dit opzicht betere onderleg ging behoelt, dan die welke het oudere mocht ten deel vallen. Wie aan een gaBtmaal of bruiloft heeft aangezeten, moet den volgenden dag tot de erkentenis komen, dat goede toosten on gekeerd evenredig waren met het aantal toosten dat de sprekers, de oen r.a den ander, verklaarden het gras voor eikaars voeten te hebb -n weg gemaaid; dat hunne beeldspraken misschien goed ge meend, maar allesbehalve nieuw warendat de zenuwen van enkele redenaars hen zoo te pakken namen, als waren de monden der overige gasten, plotseling veranderd in evenzooveel vuurmonden van een vgandelykcn Japan schen batterij in Mandschoerge. Wordt deze kunst beter beoefend in de rechtszaal Zjjn de pleidooien niet monigmaal wanhopig lang eu omslachtig en gaven de pleiters zich den vereischten tjjd en de noodige moeite om kort te zim Viert de eloquentie hoogtjjd in raadzaal en vergade ringen Een briefschrijver van het Nieuws van den Dag» (van 17 Januari) deelt mede, dat hg een vergelijkende „bab belstatistiek'' hal gemaakt, van de verslagen van den gemeenteraad van den Haag, oneigenlijk, zegt hg, worden doze »handelingen" genoimd. In 1884 besloegen zjj 283 bladzjjden, doch in 1905, 755 bladzjjden druks. Hg verwijt de laden van den gemeenteraad (van den Haag) hun wauwelzucht. Komt het bg zjjne lezers op, om tegen deze aantgging te protesteeren f Is die wauvelzncht niet het gevolg van een lacune in onze opvoeding? Wordt op de lagere school de goede uitspraak der taal, met zorg onderwezen Zoude meu er niet wel bg varen, indien de kunst om in bsknopten vorm zich verstaanbaar uit te drukken, meer werd aangeleerd, dan thans geschiedt De vraag is derhalve niet, of bjj voorbeeld, aan een inrichting van onderwjjs als de Cadettenschool, een ver loren uur moest gebruikt worden, om de jongelieden wat beter te leeren redekavelen. Neen, men moet veel verder gaan. Een der hoofdvakken van het onderwjjs zal moeten zjjn, zoowal aan het Gymnasium als aan de Cadettenschool of Burger schooi, methodisch onderricht in het spreken en voor meer gevorderdeu in het debat en in de welsprekendheid. De officier der toekomst zal zjjn de militaire opvoeder In de militaire wereld gebruikt men, om de vorming tot soldaat aan te duiden het karakteristieke woord «africhten». Welnu, bjj zal er niet meer mede kunnen volstaan om de ondergeschikten zelf af te rechten of te laten af rich ten». Op den olficier van onzen tjjd, rust meer en meer de plicht, om zjjne manschappen op te voeden, te vormen en op te leiden. Alleen wanneer hij is meester in de taal, kan hjj meester zjjn van het ge moed, kan bjj zjjn ondergeschikten door het woord ba zielen en niet slechts door zjjn voorbeeld, kan hg zjjne beogeie ontwikkeling en kennis, dienstbaar maken da uitoefening van het gezag. Voor aanstaande rechtsgeleerden is in een demoora- tiBohen staat, onontbeerljjk bjj verschillende gelegen heden, ook in een volksvergadering of politieke bjjeen- kom8t, het. woord gemakkelijk te knnnen voeren, en niet door afwezigheid te schitteren of te luisteren geljjk men 't noemt, met den mond vol tanden. Begint men met deze oefening niet in de schooljaren, dan komt er later niets van terecht. Willen we dan van al onze gymna siasten, vrouwelijke incluis, allemaal Demostenessen of Cicero's kweeken Daarvoor behoeft geen vrees te wor- l den gekoesterd. Doch indien een aantal leden der zwak- kere kunne, wil mededingen om in de maatschappij eeu zelfstandige betrekking in te nemen, dan gaat het niet aan dat zjj onmond'g bly.en in dit opzicht. Brood noodig is het, dat iemand wien men een titel toekent, in bet- openbaar kan spreken en geljjk van dei- Palm opmerkt, aan klaarheid van uitdrnkkiug, netheid en nauwkeurigheid voegt. Het diploma van de Hoogere burgerschool stelt deze nisch evenmin. Het is een maatschappelijk nadoel. Hier te lande zjju de meer ontwikkelden, in het algemeen niet zoodanig welbe epraakt, dat zij gelgk staan met den eerste de beste die door toevallige omstandigheden, in de gelegenheid geweest is, zich eeniger mate in het spreken te oelenen. Dag aan dag zjjn tal van leeraars met grooten geer bezig, een zeker quantum kennis bjj een of ander examen vereischt, men vergeve deze ve-lgebiuikte beeldspraak, hun leerlingen in te pompen. Zon minder geleerdheid niet meer voldoen, indien de ingepompte kennis bg de leerlingen opwelde, geljjk het klare water uit de bron De intellectneolen, die toch in Staat on Maatschappy den toon moeten aangeven en de leiding moesten aangeven hebben tengevolge van dit gebrek in de oovoeding, alle neiging om schriftgeleerden te worden. De tjjd is niet meer ver, dat de menigte hen niet meer verstaat en beprjjpt. In Engeland en in Amerika schamen de hoogBte staatsdienaren en geleerden z'ch niet in volksvergaderingen het woord te voeren. Zjj echamen zich niet, omdat zg er tos in slaat zjjn. De sport en lichaamsoefeningen namen wg over van onze buren over de zee. Kon het zjju, dat de westewind ook deze allerbeste geestesgymnastiek tot ons bracht. Kon het zjjn, dat zg die onze onderwijs inrichtingen besturen, het groote voordeel er van inziende, in eere herstelden het levende woord dat ons zelf en onze omgeving bezielt, dat de zenuwbanen onzer hersenen leDig maakt en tot tegenweer bereid, gelgk het football- pel onze spieren. A. P. H. toelieten moeten daarvoor de verantwoordelijkheid drngen En Sembat wees er op, dat in het bnitenland de meeding van de pers beschouwd wordt als de meeniug der regeeriug; in het Duitsche Witboek worden zelfs dagbladartikelen aangehaald. Na de vjrklaring van Rouvier trokken de voorstellers de interpellatie in. Na deze ouidelgke verklaring kan toch niet meer worden aangenomen dat de artikelen van de Frauscbe pers de meening van de Reeering weergeven, niettemin maken die vaak bitse uitlatingen en de te groote beteekenis welke de Pransche gedelogeerden te Algecirns er aan geven, dat de verhouding tusschen de Republiek en Duitschland er niet beter op wordt, waartoe de Duitsche bladen het hare mededoen. Da Vom Ztg., hoewel uiteenzettend dat Rouvier de conferentie niet had kunnen goedkeuren, zoo bjj de inter nationale regeling van het politie-toezicht onmogelijk achtte, vraagt thans: Wa^ zal er gebeuren, zoo de confe rentie daarop schipbreuk ljjdt Is dan de oorlog onver- mjjdeljjk Op die vraag wil het blad ontkennend antwoorden. Duitschland, zoo zet bet uiteen, heeft niet rie mirst.e aanleiding om naar het zwaard te grjjpen. Zijn posi'ie is niet verandord het heeft geen nederlaag geleden. Het wenscht: gemeenscbappeljjk goedgekeurde hervormingen of behond van den tegenwoordigsn toestand. Maar voor Frankrjjk wordt de toestand anders. Daar gaat het dan om de vraag: of de Ergelsch-Fransohe overeenkomst van 1904 betreffende Marokko onuitgevoerd zal blijven, dan wel, of legen Dnitschland een actie zal worden ondernomen. De Voss. Ztg. vraagt, nuof de Republiek ter wille van Morokko een oorlog met Duitschland zal beginnen? Het bi d ziet nists, wat 'net vermoed in wettigt, dat daarvoor plannen bestaan. Duitschland beeft Frankrjjk niet gekwetst, niet uitgedaagd bet heeft alleen nango drongen op gemeenschappelijk verandering »an den toe stand en geweigerd die aan da R-publiek alleen op te dragen. Is dat een aanleiding tot, een oorlog Dat zon geen aanleiding slechts een lichtzinnig voorwendsel zjjn. En de Vees. Ztg. vertrouwt, dat Regeering en be. volking van Frankrjjk te verstand^ zullen zgn om lichtvaardig een strgd to beginnen, die meer op het spel q zetten dan het lot van geheel Marokko. Dat is nu alle» wel zeer mooi geredeneerd van Tante Vo»s, zooals bedoeld blad sobertsender wjjze weleens ge noemd wordt, maar wat zal er gebeuren als de Conferen tie na eens op niets uitloopt, en Frankrijk, zonder Duitsch land te erkennen, krachtens de overoenkomst n.et Engeland de politie-regeling in Marokko uit eigen beweging en zonder Europeesoh mandaat op zich neemt Dat is het brandende vraagstuk van welks beantwoording alles zal afhangen oorlog of vrede. Hopen wjj dat de politieke balans naar rechts moge overslaan. Ah men zoo naleest wat de buitenlandsche per», met name de Duitsche over de conferentie te Algeoiras zegt, dan is het of daaruit reeds de reuk van het kruit opwalmt en de donder van het geschut u t.gendreunt. Tot voor wein ge dagen bestond gegronde hoop, dat bet netelige pant van de politie-orgamsatie tot woder- giieche instemming van Frankrijk en Doiteobland zou be slist wordenmaar de woorden van den oud-miuister de Linessan, die wjj in ons overzicht van Donderdag mededeelden hebben de Fransche vertegenwoordigers aanleiding gegeven om van taktiek te veranderen, zood t zij onverwacht den eisoh stelden dat de politie-regeling het eerst zon worden geregeld. Daarmede was het gev&arljjke pnnt aengeroerd, het punt, waarop ernstig verschil van meening bestaat tus. scben Frankrjjk eu Daitschland. Frankrjjk toch wenscht met de geheele regeling der politie in Marokko belast te worden, ook buiten de Alge rjjnsche grensdistricten. Duitscaland staat op he; stand punt dat bet dit onmogeljjk kan toestaan. Duitschland kan geen voorstel goedkeuren, waarvan de TuniBsering van de geheele kust van Marokko het gevolg zou zijn, omdat daardoor de plannen van Frankrgk tot inljjving van Marokko zonden worden gediend en Duitschland juist tegen deze plannbn heeft geprotesteerd De Fransche pers heeft du aanleiding gevonden krach tiger dan ooit voor den Frantchen eisch op te komen. De Figaro verklaart: dat Frankrgk elk voorBtel om een mternatronale politie-regeling in Marokko in te voeren, moet verwerpen. Tal van andere bladen Blaan denzelfden toon aan. Zelts Clemenceau zegt in de AuroreHet voorstel van de Lmessac, dat den Saltan in staat zou stellen Duitsche officieten bij de Matokkaansohe politie aan te stellen, is onaannemeljjk. «Duitschland zou daardoor in staat zgn, tjjdecs een Earopeescben oorlog, eon opstand in Algiers te do«n on8taan. Frankrjjk mag een post van groot etrateg ach belang niet uitleveren aan een land, dat zelfB in een tjjd toen er geen eokole reden voor een confl.ot war, Frank rgk bedreigde." Olemeuceau kan slechts ëéa oplossing goedkeuren dut aan Frankrgk en Spanje, onder controle van Europa, de regeling der politie wordt opgedragen. Het is begi jjpeljjk dat in de Fransche K'»mer deze uitlatingen der parB zouden besproken worden en Sembat; Joaièj en Vaillant interpelleerden daarover do regeering j en voegen of deze de verant woordelijkheid aanvaardt toor - deze pers-campagne togen Daitschland gevoerd. De minister-president Rouvier verklaarde geen discussie daarover te kannon aannemen, zoo kort na de verklaringen over de bnitenlandsche politiek, die door de Kamer een- stemming weiden goedgekeurd. De pers is volkomen vr jj, zeide hjj ea de Rrgeeriog kan geen invloed op baar arti kelen uitoefenen eo stelde aan de Kamer voor, de inter pellatie voor onbepaaiden tjjd uit te stellenwat met nadere woorden wil zeggen maar in den doofpot stoppen. Jamèi zeide in antwoord hierop: dat hjj in de hond ng der pers oen gevaar ziet. Degenen, die dubbelzinnigheden densche Tribune wordt van 8 dezer uit Hongkong ge meld, dat de Engelsche zendingspost te Tsjang-poe bjj Amoi door de Chineezen aangevallen, geplunderd en verwoest is. De zendelingen, op tjjd gewaarschuwd, had den gelukkig kunnen vluchten. Een medewerker van het Berliner Tageblatt heett een onderhoud gehad met den Chineeschen gezant te Berljjn, generaal-luitenant Yintschang, om bijzonderheden te vragen over den Europeesch-vjjandeljjken geest, welke thans in China sterk aan den dag komt. De gezant ontkende het bestaan van dien haat niet. «Deze vjjandige gevoelens zijn de voorboden van wat gebeuren moet in China. Zooals het nu is, kan het niet blijven. China heett door de ondervinding van de laatste jan-n geleerd dat krachtige hervormingen, vooral van leger en vloot, dringend noodig zijn. Door deze hervor mingen moet allereerst het nationaal bewustzjjn van den Chinees versterkt worden.* »Het is te hopen dat China gespaard blijve voor een optreden tegen vreemde mogendheden. Doch komt het eenmaal zoover dan zal de wereld zeer verbaasd zijn over China. Want ik ben overtuigd dat wjj onzen man staan. Onze soldaten doen lichaamlijk niet voor de Euro- peesche onder. En wij kunnen wat de karakter-ei gen schappen betreft ook een vergeljjking doorstaan. Onze mannen hebben zelfs één ding van gewicht vóór: zjj hebben geen zenuwen. Onze artillerie is een eet ste-klasse. Ook de cavalerie is volkomen op de hoogte van haar taak. De marine is voorloopig bjjzaak. Want allereerst is het te doen om de indringers te houden buiten het rjjk. Maar de marine zal goed worden. Wjj hebben geld genoeg.* »Na de defensie-hervormingen zal gedacht moeten worden aan het finantie-wezen, het muntstelsel, aan het aanleggen van spoorwegen, uitbreiden van handelsre laties. Wjj wenschen een levendigen handel met het buitenland. Doch wjj hebben het liefst te doen met k «oplieden van die staten, die geen koloniën willen be zitten in China, Oostenrijk bijvoorbeeld.* »De schuld van den vijandigen geest jegens de vreem delingen ligt niet aan de Chineezen. Onze heiligste ge voelens zijn eeuwenlang geminacht en gekwetst. Na tuurlijk komt het eens tot een reactie. In de allereerste plaats zijn verantwoordelijk de zendelingen, die geen rekening houden met onze gevoeligheid. Wie laten zich door de zendelingen de Protestantsche en Katholieke die met elkander overhoop liggen uit concurrentie-strjjd bekeeren Achterop geraakte menschen, die bedacht zijn op materieel voordeel. Hoe belachelijk is dit zende- lings wezen. Er is in Eurooa zooveel te verbeteren, dat de Europeanen hun heiligen ijver niet behoeven te be steden aan de minderwaardige Chineezen.* J De Chioeesche draak was ingeslapen. De Europeanen hebben het dier wakker geplaagd. Nu zal hjj niet meer inslapen.* In deHongaarsoheorisisis nog weinig ver- anderirg gekomen, alleen wordt gem'ld dat de ontbinding van den Hongaarschon Rijksdag nog in den loop dezer maand zon zgn te wachten en wel zonder bepaling »an eenig tjjdstip voor nieuwe verkiezingen. eene feiteljjke schorsing dus der grondwettelijke Volksvertegenwoordi- gi°8. Door den oud-Minister Barffy moet aan den Keizer een soort van twaalfjarig bestand zjjn voorgesteld, waarbij men alle quaeaMes tot 1919 zou laten rusten, om dan eebter tot definitieve scheiding over te gaan. Of de Keizer daarin ooit zal bewilligen is zeer twjj felacbtig. Uit Boedapest wordt aan de Köln. Ztg. gemeld: Ver schillende, met de oppositie in verbinding staande, bladen, wjjzen er op dat de jongste poging om vrede te sluiten mislukt is ten gevolge van misverstanden bg de uitlegging van de don Koning voorgelegde vredesvoorwaarden. Zjj verlangen daarom ter opheldering van deze misverstanden de voortzetting der vredesonderhandelingen. De aange kondigde reis van baron Fejarvary naar Weenen staat in verband met een voorgenomen wijziging in de samen stelling van het kabinet. De aanstaande aftreding van den minister van binnenlandsche zaken Kristoffy wordt algemeen beveetigd. Ook andere wjjzigiugeu in het mi nisterie worden verwacht. Zoo zal ook het voorloopig nog door baron Fejarvay beheerde departement van financiën een chef krjjgen. Er gaat bijna geen dag voorbij of er komen uit R u s- 1 a n d berichten over politieke moorden. Zoo wordt nu weer uit Sebastopol gemeld dat de opjoerbevelhebber der Zwarte Zee-vloot, Admiraal Tschukain, eergisteren in zijn Kabinet door eene onbekende vrouw met vier revolverschoten doodelijk gewond werd. De daderes is door den wachthebbenden officier neergeschoten. In een herberg der St.-Peterburgsche voorsteden heeft eene hoogst ernstige bomontploffing plaats gehad, waar door het gebouw werd verwoest. Twee menschen zijn gedood, zeventien gewond. Te Tschita in Mantchourije is, volgens eene mede- deeling van Generaal Linjewilch een gevaarljjke samen zwering ontdekt, waarin ook soldaten van het spoorweg bataljon betrokken waren. Men legde beslag op een geheel arsenaal van wapenen en nam 20 aanvoerders gevangen, waarna de rust zonder bloedvergieten werd hersteld. De economische toestand laat in het geheele rjjk nog zeer veel te wenschen over De nood onder de arbeiders te St. Petersburg wordt steeds grooter. Talrijke fabrieken in de hoofdstad zjjn gesloten en andere hebben de helft van hun personeel afgedankt, zoo o. a. de Putilof-fabriek. De heengezon denen hebben nu tot den Gemeenteraad dringende beden om hulp gericht. Bjj honderden worden nog steeds beambten aan de spoorwegen weggezonden. De uitbarstingen van haat tegen de vreemdelingen iu China openbaren zich telkens opnieuw. Aan de Lon- Het nieuwe Kabinet in Portugal zal een zeer kortstondig bestaan hebben. Toen de minister president Luciano de Castro het nieuwe Kabinet aan de Kamer voorstelde, werd het door de oppositie vjjandig ontvan gen, die zulk een rumoer verwekte dat de voorzitter de zitting verdagen moest. De ministers hielden daarop eene vergadering, waarna de heer De Castro zich naar den Koning begaf om zich over de schandelijke wijze waarop hij met zijne ambtgenooten bejegend was te be klagen. Z. M. verklaarde zich bereid om de Kamer te ontbinden, waartoe het besluit, den Raad van State ge hoord, haar Vrijdag zou worden voorgelezen. Dit is reeds de tweede maal dat na herhaalde schor singen en verdagingen der zitting tot dien maatregel moet worden overgegaan en de reden is nog altjjd het tabaksmonopolie, dat de Kamer|maar steeds weigert goed te keuren. De Chineezen iu Transvaal. Bij de Tador- mjja aan den Wester Rrnd is, naar men van Donderdag uit Johannesburg meldt, een winkelier door een troep Chineezen met messteken vermoord. De daders namen de vlucht voordat ze nog den winkel badden kannen plande- ren. Vier verdachten zgn in hechtenis genomen. Het geheele getal Chineezen in Transvaal op 81 Januari 11. was 47118, sedert zgn er 1943 aangevoerd en op 't oogenblik zgn er nog 1500 onderweg. Onlusten in Natal. Bjj Richmond in Natal is de politie bg 't innen van hoofdgeld met inlanders slaags geraakt, waarbjj een inspecteur en eau bereden agent gedood warden. Zjs agenten werden vermiat. Men vreesde dat de beweging zich zou uitbreiden. Bg het Zweedsohe leger is een veldtelephoon ingevoeld, eene uitvindig van Luit. Ljangman, met behulp waai van infanterie en cavalerie te velde voortdurend in gemesuschap kannen bljjven met den Geuoralen Stuf. De lichte toestellen worden door een der manschappen op de borst of den tng meegedragen. De draad rolt van zelf van de klossen af onder het verder gaan eo bljjft op den grond liggen, of men maakt dien onderweg aan boomtakken vaat. In h8t kamp te Aldershot zgn ook proeven genomeo met dazen veldtelephoon en de Britsche Ragaering onder handelt over de invoering daarvan bg het Engelsche leger. Een moedige daad. De wijawerkers van Click- mannan (Schotland), wien het gelukte hunne vgf levend begraven makkers allen te redden, hebban mot oewjjding en heldenmoed daarvoor gewerkt. Jaist toen zg gemeenschap met de levendbegraveDen hadden verkregen, kwam er een stroom verstikkend gas, waardoor de lichten werden uitgedoofd en zg teruggedreven werden om z ch van cxygeen te voorz-en. Maar een jong arbeider, John Horne genaamd, ging niet terug. Maakt u maar niet ongerust nep hg. »Ik laat n niet in den steek 1" en bg ging gverh? door met hakken. »Geen Victoria-krnis'', zegt de Wettmmster Oazetie werd ooit door dapperder daden verdiend." Het huweljjk van Koning Alfonso. Volgens eeu bericht uit Madrid is dit huweljjk than* officieel vastgesteld op den 2en Juni.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1