No. 36
Honderd en achtste jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Beoefeniog der welspr
SÏAAKBAC
12 FEBRUARI.
BUITENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeelingen.
In de 17de en 18de eenw werd, zooaU bljjkt nit de
geschiedenis onzer letterkunde, bgna uitsluitend de
poëzie beoefend. Een groot aantal meer of minder bekende
dichters, staat tegenover een zeer klein aantal met lot
bekende prozaschrijvers. Het proza scheen niet te ver-
dienen, dat men er zich aan Alleen Hooft
Brandt in de 17de, de dames Wolft en Deken en de
bekende schrjjver van den Spectator Van Effen, in de
18du eeuw, begrepen het anders. De 19de eeuw
bracht hierin verandering. Johannes Henricus van der
Palm, komt ontegenzeggelijk de groote verdienste toe,
dat h'jj het proza in eere hersteld heeft. Men heeft hem
ook jaren na zgn dood wel verweten, dat zgn stjjl te
bedaard, te gematigd en te eentoonig was te voorzichtig
en te kleurloos, volgens het oordeel zgner tgdgenooten,
bereikte hjj als prozaschrijver en als redenaar, het mees
terschap. Dit gunstig oordeel is begrypelgk en op zich
zelf volkomen juist. Want van der Palm was een voor
ganger, een baanbreker, bjj bracht het Nederlandeche
proza tot zjjn recht, de kanselwelsprekendheid tot hooger
peil, hg had gevoel voor de taal, hg had het volle besef,
welk een machtigen invloed van den redenaar kan uit
gaan en welke verantwoordelijkheid derhalve op hem rust.
In een zjjner redevoeringen, noemde hg de Bpraak het
on waardeerbaarste en tevens het wonderbaarste van al
onze vermogens. In diezelfde rede, over den waren aard
der welsprekendheid, zegt hg de behartigingswaardige
woorden, die we in den voorgang van elk schoollokaal
zouden willen gegrift zien »de allereerste eigenschap
van wel te spreken, is duideljjk te spreken*.
En hjj licht dit toe Men spreekt, zegt hii, »om ver-
Btaan te wordenom zonder moeite of inspanning ver
staan te worden. Wees duideljjk in nw voordracht. Hg
die wel spreekt zal bg de klaarheid der uitdrukking ook
juistheid voegen. Het is deze netheid en nauwkeurigheid
in het spreken, deze keus van het meest geschikte woord,
de meeBt gepaste zegwyze om zgue meening met ge-
makkelgkheid uit te drukken, waaraan men den man
van beschaafden geest en omgang aanstonds onderscheidt
Het is inzonderheid, in het gelukkig getroffene, het
beduidende en schilderachtige van woord en uitdrukking,
dat men den meester in de kunst van welsprekendheid
herkent*.
Wanneer men in het oog houdt, hetgeeD zoceven
werd herinnerd, dat eerBt in den loop der 19de eeuw
hier te lande het proza meer met zorg werd beoefend,
dat er eenigen tjjd moesl verloopen, voordat men zich
los kon maken van ren zinbouw, die niettegenstaande
sommige goede eigenschappen, toch wel wat zwaar op
de hand was, die in ieder geval, niet meer passend is
voor onzen tjjd, rgker aan emoties en teerhartiger in
gevoelenswanneer men tevens bedenkt, dat het aantal
Nederlandscbe redenaars van naam zeer gering is ge
bleven tot heden, dan behoeft niemand het zich aan te
trekken ais hg in de kunst van wel te spreken 't niet
ver gebracht heelt, maar tegelgkertjjd moet bg toegeven,
dat het jongere geslacht in dit opzicht betere onderleg
ging behoelt, dan die welke het oudere mocht ten deel
vallen.
Wie aan een gaBtmaal of bruiloft heeft aangezeten,
moet den volgenden dag tot de erkentenis komen, dat
goede toosten on gekeerd evenredig waren met het
aantal toosten dat de sprekers, de oen r.a den ander,
verklaarden het gras voor eikaars voeten te hebb -n weg
gemaaid; dat hunne beeldspraken misschien goed ge
meend, maar allesbehalve nieuw warendat de zenuwen
van enkele redenaars hen zoo te pakken namen, als
waren de monden der overige gasten, plotseling veranderd
in evenzooveel vuurmonden van een vgandelykcn Japan
schen batterij in Mandschoerge.
Wordt deze kunst beter beoefend in de rechtszaal
Zjjn de pleidooien niet monigmaal wanhopig lang eu
omslachtig en gaven de pleiters zich den vereischten tjjd
en de noodige moeite om kort te zim
Viert de eloquentie hoogtjjd in raadzaal en vergade
ringen
Een briefschrijver van het Nieuws van den Dag» (van
17 Januari) deelt mede, dat hg een vergelijkende „bab
belstatistiek'' hal gemaakt, van de verslagen van den
gemeenteraad van den Haag, oneigenlijk, zegt hg,
worden doze »handelingen" genoimd. In 1884 besloegen
zjj 283 bladzjjden, doch in 1905, 755 bladzjjden druks.
Hg verwijt de laden van den gemeenteraad (van den
Haag) hun wauwelzucht. Komt het bg zjjne lezers op,
om tegen deze aantgging te protesteeren f
Is die wauvelzncht niet het gevolg van een lacune in
onze opvoeding? Wordt op de lagere school de goede
uitspraak der taal, met zorg onderwezen Zoude meu
er niet wel bg varen, indien de kunst om in bsknopten
vorm zich verstaanbaar uit te drukken, meer werd
aangeleerd, dan thans geschiedt
De vraag is derhalve niet, of bjj voorbeeld, aan een
inrichting van onderwjjs als de Cadettenschool, een ver
loren uur moest gebruikt worden, om de jongelieden
wat beter te leeren redekavelen. Neen, men moet veel
verder gaan. Een der hoofdvakken van het onderwjjs
zal moeten zjjn, zoowal aan het Gymnasium als aan de
Cadettenschool of Burger schooi, methodisch onderricht in
het spreken en voor meer gevorderdeu in het debat en
in de welsprekendheid.
De officier der toekomst zal zjjn de militaire opvoeder
In de militaire wereld gebruikt men, om de vorming
tot soldaat aan te duiden het karakteristieke woord
«africhten». Welnu, bjj zal er niet meer mede kunnen
volstaan om de ondergeschikten zelf af te rechten of te
laten af rich ten». Op den olficier van onzen tjjd, rust
meer en meer de plicht, om zjjne manschappen op te
voeden, te vormen en op te leiden. Alleen wanneer hij
is meester in de taal, kan hjj meester zjjn van het ge
moed, kan bjj zjjn ondergeschikten door het woord ba
zielen en niet slechts door zjjn voorbeeld, kan hg zjjne
beogeie ontwikkeling en kennis, dienstbaar maken
da uitoefening van het gezag.
Voor aanstaande rechtsgeleerden is in een demoora-
tiBohen staat, onontbeerljjk bjj verschillende gelegen
heden, ook in een volksvergadering of politieke bjjeen-
kom8t, het. woord gemakkelijk te knnnen voeren, en niet
door afwezigheid te schitteren of te luisteren geljjk men
't noemt, met den mond vol tanden. Begint men met
deze oefening niet in de schooljaren, dan komt er later
niets van terecht. Willen we dan van al onze gymna
siasten, vrouwelijke incluis, allemaal Demostenessen of
Cicero's kweeken Daarvoor behoeft geen vrees te wor-
l den gekoesterd. Doch indien een aantal leden der zwak-
kere kunne, wil mededingen om in de maatschappij eeu
zelfstandige betrekking in te nemen, dan gaat het niet
aan dat zjj onmond'g bly.en in dit opzicht.
Brood noodig is het, dat iemand wien men een titel
toekent, in bet- openbaar kan spreken en geljjk van dei-
Palm opmerkt, aan klaarheid van uitdrnkkiug, netheid
en nauwkeurigheid voegt. Het diploma van de Hoogere
burgerschool stelt deze nisch evenmin. Het is een
maatschappelijk nadoel. Hier te lande zjju de meer
ontwikkelden, in het algemeen niet zoodanig welbe
epraakt, dat zij gelgk staan met den eerste de beste
die door toevallige omstandigheden, in de gelegenheid
geweest is, zich eeniger mate in het spreken te oelenen.
Dag aan dag zjjn tal van leeraars met grooten geer
bezig, een zeker quantum kennis bjj een of ander
examen vereischt, men vergeve deze ve-lgebiuikte
beeldspraak, hun leerlingen in te pompen. Zon minder
geleerdheid niet meer voldoen, indien de ingepompte
kennis bg de leerlingen opwelde, geljjk het klare water
uit de bron
De intellectneolen, die toch in Staat on Maatschappy
den toon moeten aangeven en de leiding moesten aangeven
hebben tengevolge van dit gebrek in de oovoeding, alle
neiging om schriftgeleerden te worden. De tjjd is niet
meer ver, dat de menigte hen niet meer verstaat en
beprjjpt.
In Engeland en in Amerika schamen de hoogBte
staatsdienaren en geleerden z'ch niet in volksvergaderingen
het woord te voeren. Zjj echamen zich niet, omdat zg
er tos in slaat zjjn.
De sport en lichaamsoefeningen namen wg over van
onze buren over de zee. Kon het zjju, dat de westewind
ook deze allerbeste geestesgymnastiek tot ons bracht.
Kon het zjjn, dat zg die onze onderwijs inrichtingen
besturen, het groote voordeel er van inziende, in eere
herstelden het levende woord dat ons zelf en onze
omgeving bezielt, dat de zenuwbanen onzer hersenen
leDig maakt en tot tegenweer bereid, gelgk het football-
pel onze spieren. A. P. H.
toelieten moeten daarvoor de verantwoordelijkheid drngen
En Sembat wees er op, dat in het bnitenland de meeding
van de pers beschouwd wordt als de meeniug der regeeriug;
in het Duitsche Witboek worden zelfs dagbladartikelen
aangehaald. Na de vjrklaring van Rouvier trokken de
voorstellers de interpellatie in.
Na deze ouidelgke verklaring kan toch niet meer worden
aangenomen dat de artikelen van de Frauscbe pers de
meening van de Reeering weergeven, niettemin maken
die vaak bitse uitlatingen en de te groote beteekenis welke
de Pransche gedelogeerden te Algecirns er aan geven,
dat de verhouding tusschen de Republiek en Duitschland
er niet beter op wordt, waartoe de Duitsche bladen het
hare mededoen.
Da Vom Ztg., hoewel uiteenzettend dat Rouvier de
conferentie niet had kunnen goedkeuren, zoo bjj de inter
nationale regeling van het politie-toezicht onmogelijk
achtte, vraagt thans: Wa^ zal er gebeuren, zoo de confe
rentie daarop schipbreuk ljjdt Is dan de oorlog onver-
mjjdeljjk
Op die vraag wil het blad ontkennend antwoorden.
Duitschland, zoo zet bet uiteen, heeft niet rie mirst.e
aanleiding om naar het zwaard te grjjpen. Zijn posi'ie
is niet verandord het heeft geen nederlaag geleden. Het
wenscht: gemeenscbappeljjk goedgekeurde hervormingen
of behond van den tegenwoordigsn toestand.
Maar voor Frankrjjk wordt de toestand anders. Daar
gaat het dan om de vraag: of de Ergelsch-Fransohe
overeenkomst van 1904 betreffende Marokko onuitgevoerd
zal blijven, dan wel, of legen Dnitschland een actie zal
worden ondernomen.
De Voss. Ztg. vraagt, nuof de Republiek ter wille
van Morokko een oorlog met Duitschland zal beginnen?
Het bi d ziet nists, wat 'net vermoed in wettigt, dat
daarvoor plannen bestaan. Duitschland beeft Frankrjjk
niet gekwetst, niet uitgedaagd bet heeft alleen nango
drongen op gemeenschappelijk verandering »an den toe
stand en geweigerd die aan da R-publiek alleen op te
dragen. Is dat een aanleiding tot, een oorlog Dat zon
geen aanleiding slechts een lichtzinnig voorwendsel
zjjn. En de Vees. Ztg. vertrouwt, dat Regeering en be.
volking van Frankrjjk te verstand^ zullen zgn om
lichtvaardig een strgd to beginnen, die meer op het spel
q zetten dan het lot van geheel Marokko.
Dat is nu alle» wel zeer mooi geredeneerd van Tante
Vo»s, zooals bedoeld blad sobertsender wjjze weleens ge
noemd wordt, maar wat zal er gebeuren als de Conferen
tie na eens op niets uitloopt, en Frankrijk, zonder Duitsch
land te erkennen, krachtens de overoenkomst n.et Engeland
de politie-regeling in Marokko uit eigen beweging en
zonder Europeesoh mandaat op zich neemt
Dat is het brandende vraagstuk van welks beantwoording
alles zal afhangen oorlog of vrede. Hopen wjj dat de
politieke balans naar rechts moge overslaan.
Ah men zoo naleest wat de buitenlandsche per», met
name de Duitsche over de conferentie te Algeoiras
zegt, dan is het of daaruit reeds de reuk van het kruit
opwalmt en de donder van het geschut u t.gendreunt.
Tot voor wein ge dagen bestond gegronde hoop, dat
bet netelige pant van de politie-orgamsatie tot woder-
giieche instemming van Frankrijk en Doiteobland zou be
slist wordenmaar de woorden van den oud-miuister
de Linessan, die wjj in ons overzicht van Donderdag
mededeelden hebben de Fransche vertegenwoordigers
aanleiding gegeven om van taktiek te veranderen, zood t
zij onverwacht den eisoh stelden dat de politie-regeling
het eerst zon worden geregeld.
Daarmede was het gev&arljjke pnnt aengeroerd, het
punt, waarop ernstig verschil van meening bestaat tus.
scben Frankrjjk eu Daitschland.
Frankrjjk toch wenscht met de geheele regeling der
politie in Marokko belast te worden, ook buiten de Alge
rjjnsche grensdistricten. Duitscaland staat op he; stand
punt dat bet dit onmogeljjk kan toestaan.
Duitschland kan geen voorstel goedkeuren, waarvan
de TuniBsering van de geheele kust van Marokko het
gevolg zou zijn, omdat daardoor de plannen van Frankrgk
tot inljjving van Marokko zonden worden gediend en
Duitschland juist tegen deze plannbn heeft geprotesteerd
De Fransche pers heeft du aanleiding gevonden krach
tiger dan ooit voor den Frantchen eisch op te komen.
De Figaro verklaart: dat Frankrgk elk voorBtel om een
mternatronale politie-regeling in Marokko in te voeren,
moet verwerpen. Tal van andere bladen Blaan denzelfden
toon aan. Zelts Clemenceau zegt in de AuroreHet
voorstel van de Lmessac, dat den Saltan in staat zou
stellen Duitsche officieten bij de Matokkaansohe politie
aan te stellen, is onaannemeljjk.
«Duitschland zou daardoor in staat zgn, tjjdecs een
Earopeescben oorlog, eon opstand in Algiers te do«n
on8taan. Frankrjjk mag een post van groot etrateg ach
belang niet uitleveren aan een land, dat zelfB in een tjjd
toen er geen eokole reden voor een confl.ot war, Frank
rgk bedreigde."
Olemeuceau kan slechts ëéa oplossing goedkeuren dut
aan Frankrgk en Spanje, onder controle van Europa, de
regeling der politie wordt opgedragen.
Het is begi jjpeljjk dat in de Fransche K'»mer deze
uitlatingen der parB zouden besproken worden en Sembat;
Joaièj en Vaillant interpelleerden daarover do regeering j
en voegen of deze de verant woordelijkheid aanvaardt toor -
deze pers-campagne togen Daitschland gevoerd.
De minister-president Rouvier verklaarde geen discussie
daarover te kannon aannemen, zoo kort na de verklaringen
over de bnitenlandsche politiek, die door de Kamer een-
stemming weiden goedgekeurd. De pers is volkomen vr jj,
zeide hjj ea de Rrgeeriog kan geen invloed op baar arti
kelen uitoefenen eo stelde aan de Kamer voor, de inter
pellatie voor onbepaaiden tjjd uit te stellenwat met
nadere woorden wil zeggen maar in den doofpot stoppen.
Jamèi zeide in antwoord hierop: dat hjj in de hond ng
der pers oen gevaar ziet. Degenen, die dubbelzinnigheden
densche Tribune wordt van 8 dezer uit Hongkong ge
meld, dat de Engelsche zendingspost te Tsjang-poe bjj
Amoi door de Chineezen aangevallen, geplunderd en
verwoest is. De zendelingen, op tjjd gewaarschuwd, had
den gelukkig kunnen vluchten.
Een medewerker van het Berliner Tageblatt heett een
onderhoud gehad met den Chineeschen gezant te Berljjn,
generaal-luitenant Yintschang, om bijzonderheden te
vragen over den Europeesch-vjjandeljjken geest, welke
thans in China sterk aan den dag komt.
De gezant ontkende het bestaan van dien haat niet.
«Deze vjjandige gevoelens zijn de voorboden van wat
gebeuren moet in China. Zooals het nu is, kan het niet
blijven. China heett door de ondervinding van de laatste
jan-n geleerd dat krachtige hervormingen, vooral van
leger en vloot, dringend noodig zijn. Door deze hervor
mingen moet allereerst het nationaal bewustzjjn van
den Chinees versterkt worden.*
»Het is te hopen dat China gespaard blijve voor
een optreden tegen vreemde mogendheden. Doch komt
het eenmaal zoover dan zal de wereld zeer verbaasd zijn
over China. Want ik ben overtuigd dat wjj onzen man
staan. Onze soldaten doen lichaamlijk niet voor de Euro-
peesche onder. En wij kunnen wat de karakter-ei gen
schappen betreft ook een vergeljjking doorstaan. Onze
mannen hebben zelfs één ding van gewicht vóór: zjj
hebben geen zenuwen. Onze artillerie is een eet ste-klasse.
Ook de cavalerie is volkomen op de hoogte van haar
taak. De marine is voorloopig bjjzaak. Want allereerst
is het te doen om de indringers te houden buiten het
rjjk. Maar de marine zal goed worden. Wjj hebben geld
genoeg.*
»Na de defensie-hervormingen zal gedacht moeten
worden aan het finantie-wezen, het muntstelsel, aan het
aanleggen van spoorwegen, uitbreiden van handelsre
laties. Wjj wenschen een levendigen handel met het
buitenland. Doch wjj hebben het liefst te doen met
k «oplieden van die staten, die geen koloniën willen be
zitten in China, Oostenrijk bijvoorbeeld.*
»De schuld van den vijandigen geest jegens de vreem
delingen ligt niet aan de Chineezen. Onze heiligste ge
voelens zijn eeuwenlang geminacht en gekwetst. Na
tuurlijk komt het eens tot een reactie. In de allereerste
plaats zijn verantwoordelijk de zendelingen, die geen
rekening houden met onze gevoeligheid. Wie laten zich
door de zendelingen de Protestantsche en Katholieke
die met elkander overhoop liggen uit concurrentie-strjjd
bekeeren Achterop geraakte menschen, die bedacht
zijn op materieel voordeel. Hoe belachelijk is dit zende-
lings wezen. Er is in Eurooa zooveel te verbeteren, dat
de Europeanen hun heiligen ijver niet behoeven te be
steden aan de minderwaardige Chineezen.*
J De Chioeesche draak was ingeslapen. De Europeanen
hebben het dier wakker geplaagd. Nu zal hjj niet meer
inslapen.*
In deHongaarsoheorisisis nog weinig ver-
anderirg gekomen, alleen wordt gem'ld dat de ontbinding
van den Hongaarschon Rijksdag nog in den loop dezer
maand zon zgn te wachten en wel zonder bepaling »an
eenig tjjdstip voor nieuwe verkiezingen. eene feiteljjke
schorsing dus der grondwettelijke Volksvertegenwoordi-
gi°8.
Door den oud-Minister Barffy moet aan den Keizer
een soort van twaalfjarig bestand zjjn voorgesteld, waarbij
men alle quaeaMes tot 1919 zou laten rusten, om dan
eebter tot definitieve scheiding over te gaan.
Of de Keizer daarin ooit zal bewilligen is zeer twjj
felacbtig.
Uit Boedapest wordt aan de Köln. Ztg. gemeld: Ver
schillende, met de oppositie in verbinding staande, bladen,
wjjzen er op dat de jongste poging om vrede te sluiten
mislukt is ten gevolge van misverstanden bg de uitlegging
van de don Koning voorgelegde vredesvoorwaarden. Zjj
verlangen daarom ter opheldering van deze misverstanden
de voortzetting der vredesonderhandelingen. De aange
kondigde reis van baron Fejarvary naar Weenen staat
in verband met een voorgenomen wijziging in de samen
stelling van het kabinet. De aanstaande aftreding van
den minister van binnenlandsche zaken Kristoffy wordt
algemeen beveetigd. Ook andere wjjzigiugeu in het mi
nisterie worden verwacht. Zoo zal ook het voorloopig
nog door baron Fejarvay beheerde departement van
financiën een chef krjjgen.
Er gaat bijna geen dag voorbij of er komen uit R u s-
1 a n d berichten over politieke moorden. Zoo wordt nu
weer uit Sebastopol gemeld dat de opjoerbevelhebber
der Zwarte Zee-vloot, Admiraal Tschukain, eergisteren
in zijn Kabinet door eene onbekende vrouw met vier
revolverschoten doodelijk gewond werd. De daderes is
door den wachthebbenden officier neergeschoten.
In een herberg der St.-Peterburgsche voorsteden heeft
eene hoogst ernstige bomontploffing plaats gehad, waar
door het gebouw werd verwoest. Twee menschen zijn
gedood, zeventien gewond.
Te Tschita in Mantchourije is, volgens eene mede-
deeling van Generaal Linjewilch een gevaarljjke samen
zwering ontdekt, waarin ook soldaten van het spoorweg
bataljon betrokken waren. Men legde beslag op een
geheel arsenaal van wapenen en nam 20 aanvoerders
gevangen, waarna de rust zonder bloedvergieten werd
hersteld.
De economische toestand laat in het geheele rjjk nog
zeer veel te wenschen over
De nood onder de arbeiders te St. Petersburg wordt
steeds grooter. Talrijke fabrieken in de hoofdstad zjjn
gesloten en andere hebben de helft van hun personeel
afgedankt, zoo o. a. de Putilof-fabriek. De heengezon
denen hebben nu tot den Gemeenteraad dringende
beden om hulp gericht.
Bjj honderden worden nog steeds beambten aan de
spoorwegen weggezonden.
De uitbarstingen van haat tegen de vreemdelingen iu
China openbaren zich telkens opnieuw. Aan de Lon-
Het nieuwe Kabinet in Portugal zal een zeer
kortstondig bestaan hebben. Toen de minister president
Luciano de Castro het nieuwe Kabinet aan de Kamer
voorstelde, werd het door de oppositie vjjandig ontvan
gen, die zulk een rumoer verwekte dat de voorzitter de
zitting verdagen moest. De ministers hielden daarop
eene vergadering, waarna de heer De Castro zich naar
den Koning begaf om zich over de schandelijke wijze
waarop hij met zijne ambtgenooten bejegend was te be
klagen. Z. M. verklaarde zich bereid om de Kamer te
ontbinden, waartoe het besluit, den Raad van State ge
hoord, haar Vrijdag zou worden voorgelezen.
Dit is reeds de tweede maal dat na herhaalde schor
singen en verdagingen der zitting tot dien maatregel
moet worden overgegaan en de reden is nog altjjd het
tabaksmonopolie, dat de Kamer|maar steeds weigert goed
te keuren.
De Chineezen iu Transvaal. Bij de Tador-
mjja aan den Wester Rrnd is, naar men van Donderdag
uit Johannesburg meldt, een winkelier door een troep
Chineezen met messteken vermoord. De daders namen de
vlucht voordat ze nog den winkel badden kannen plande-
ren. Vier verdachten zgn in hechtenis genomen.
Het geheele getal Chineezen in Transvaal op 81 Januari
11. was 47118, sedert zgn er 1943 aangevoerd en op 't
oogenblik zgn er nog 1500 onderweg.
Onlusten in Natal. Bjj Richmond in Natal is
de politie bg 't innen van hoofdgeld met inlanders slaags
geraakt, waarbjj een inspecteur en eau bereden agent
gedood warden. Zjs agenten werden vermiat. Men vreesde
dat de beweging zich zou uitbreiden.
Bg het Zweedsohe leger is een veldtelephoon
ingevoeld, eene uitvindig van Luit. Ljangman, met behulp
waai van infanterie en cavalerie te velde voortdurend in
gemesuschap kannen bljjven met den Geuoralen Stuf.
De lichte toestellen worden door een der manschappen
op de borst of den tng meegedragen. De draad rolt van
zelf van de klossen af onder het verder gaan eo bljjft
op den grond liggen, of men maakt dien onderweg aan
boomtakken vaat.
In h8t kamp te Aldershot zgn ook proeven genomeo
met dazen veldtelephoon en de Britsche Ragaering onder
handelt over de invoering daarvan bg het Engelsche leger.
Een moedige daad. De wijawerkers van Click-
mannan (Schotland), wien het gelukte hunne vgf levend
begraven makkers allen te redden, hebban mot oewjjding
en heldenmoed daarvoor gewerkt.
Jaist toen zg gemeenschap met de levendbegraveDen
hadden verkregen, kwam er een stroom verstikkend gas,
waardoor de lichten werden uitgedoofd en zg teruggedreven
werden om z ch van cxygeen te voorz-en. Maar een jong
arbeider, John Horne genaamd, ging niet terug.
Maakt u maar niet ongerust nep hg. »Ik laat n
niet in den steek 1" en bg ging gverh? door met hakken.
»Geen Victoria-krnis'', zegt de Wettmmster Oazetie
werd ooit door dapperder daden verdiend."
Het huweljjk van Koning Alfonso.
Volgens eeu bericht uit Madrid is dit huweljjk than*
officieel vastgesteld op den 2en Juni.