No. 36 Honderd en achtste jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR AT,OTA AR EN OMSTREKEN. DONDERDAG 8 MAART. Zitting van den Gemeenteraad Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. TelefoonHUHMer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. t„De»fyrrrI!1tt0r,antwOOrdt daar°P' da* er niets toe afdoet, of de zaak tot stand zal komen. De storting ALKMAAR COURANT. van ALHSAAB, op Woensdag, 7 Haart 1006, das namiddags 1 nar. Vervolg.) Aan de orde is 7. Ie suppletolre begrooting dienst lOOft. Deze begroo'ing sluit in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 181278.48 met een post voor onvoorziene uitgaven van f 2344 69. Onder de inkomsten komt voor een som van f 168809 als bedrag van een geldleening ter bestTgding van buitengewone uitgaven, waaronder f 150.000 voor de uitbreiding van de gasfabriek, waartoe in de zitting van 29 Maart 1905 werd besloten. De heer de Lange merkt naar aanleiding van de geldleening groot f 168800 op, dat de gasfabriek zelve wel f 50.000 in de kosten der nitbreiding zal kunnen bgdragen en stelt daarom voor het bedoelde volgnummer te splitsen in een geldleening van f 118800 en een bjjdrag* van de gasfabriek van 1 50.000. De Voorzitter zegtdat bet hem spjjt, dat de burgemeester, die tevens voorzitte* der gasoommissie is, niet heeft medegedeeld, wat de beer de Lange thans zegt. De heer Bosman is het met den heer de Lange eens, dat de gasfabriek wel f 50 000 kan bjjdragen, daarom zou de leening voor de fabriek wel op f 100.000 kunnen worden gesteld. De heer Kraakman vindt ook, dat men het bedrag der leening wel ban verminderen, doeh na toelichting van den heer de Lange, dat het juister en beter is den post te splitsen en het bedrag zoo te laten, kan hg met het voorstel van dezen wel meegaan. De heer Ëoelmans ter Spill wjjst er nog op, dat de begrooting niets meer is dan een raming} in verband met de bjjdrage van de gasfabriek kan het juiste bedrag later worden vastgesteld. De heer Bosman zou er vóór zjjn de grootere lee ning zoo lang mogelijk uit te stellen en een tpdelpke leening aan te eaan. De heer de Lange kan er in meegaan een tjjdeljjke leening te stellen op de begrooting voor 1906 en die later te dekken door een groote leening. De Voorzitter merkt op, dat op de soppletoire begrooting voor 1906 reeds een tpdrlgke leeniog voor komt voor den aankoop van het land van den heer Beg- man bp de Friescbe brug, waartoe in geheime zitting werd besloten. De heer Boelmans ter Spill is er voor het bedrag op deze begrooting zoo te laten. Er moet nog een en ander worden betaald aan buitengewone uitgaven ongeveer een totaal van f 53000. Met het oog daarop is het bedrag der leening wat ruim. Hjj acht het gewensoht bjj deze begrooting de toeslemming te geven tot een definitieve leening. De heer de Lange is toch van oordeal, dat dan da bijdrage van de gasfabriek dient te komen, als ontvangst op de begrooting van 1905. De heer Kraakman vraagt of het dan niet beter is de leening voor de gasfabriek met f 50,000 te ver minderen. De heer de Lange acht dat administratief minder juist, daar de gemeente leent voor de gasfabriek en de bijdrage van de gasfabriek in de gemeentekas vloeit. De Voorzitter gelooft, dat het daarom ook beter is het bedrag te laten zoo als het is, men kan dan later zien hoeveel er precies geleend behoeft te worden als de bjjdrage der gasfabriek juist bekend is. Dat zal ook zeker de opvatting van den burgemeester geweest zjjn. De heer Boe mans ter Spill is het daarmede eens. De heer de Lange meent toch dat de ontvangst van de gasfabriek vooikomen moet op de begrooting voor 1905, omdat ook do uitgave voor de uitbreiding daar op staat, anders zal dat nog weer bjj suppletoire begrooting geregeld moeten worden. De Voorzitter zegt, dat er nog wel een supple toire begrooting noodig zal zjjn. De heer de Lange verklaart ten flotte er zich bjj te kunnen neerleggen, dat de post onverandera blyft. De heer Oohen Staart merkt nog op dat het wenecheljjk ware geweest, dat B. en W. destpds hadden medegedeeld, dat de post van f 925 voor de herstelling Ta° k't uur werk der Groote Kerk was overschreden tot i 10o0,69 De heer de Groot maakt de opmerking, dat onder de uitgaven nog voorkomt een post van f 2000 als s orting van 10 van de deelname in het aandeelen-kapitaal van den stoomtramweg Alkmaar—Schagen-Zppe. Hn U^rzekerd dö zaekstaat: of de tot standkoming moet plaats hebben ingevolge het bepaalde bp de statuten. De heer de Groot meent toch, dat indien het rpk weigerde den gevraagden steun te verleeneu, dt tram er waaisobpnlpk met komen zal en daarom vraagt hn of de Btorting nu wel noodig is. De heer Cohen Staart zegt, dat de gemeente aandeelhoudster xs en dus in de voorloopige kosten ook moet meed) agen. Komt de zaak niet tot stand, dan zal zg haar dsel in do kosten moeten botalen en de rest der gelden terug ontvangen. De heer Boelmans ter Spill wpst er op dat de storting der aandeelen regelmatig moet geschieden JNu is het wel waar, dat enkele aandeelnoudeis met die siorting wachten, doch er is geen reden voor de gemeente dat te doen. De heer Bosman meent, dat het volgens het Wetboek van Koophandel moet plaats hebben en dat indien de 10 met is volgestort, de maatsohajpp eigenljjk niet bestaat. Voorts meent bp dat het met de totstandkoming van de tram niet zoo ongunstig staat. De begrooting wordt daarna goedgekeurd. 3. Uitgaven uit den poat voor onvoorzien, dienst 190A B. en W. stellen voor met den post voor onvoorziene uitgaven, dienst 1905 te voldoen eenige uitgaven, tot een gezamenljjk bedrag van f 307,63]. Goedgekeurd. 9. Ie suppletolre begrooting voor den dienst 1906. Deze begrooting sluit in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van f 279800. Goedgekeurd. 10. Begrootl der huishoud- en Industrie school. lllenat 1906. De commissie voor de belastingzaken enz. stelt voor de bi grooting, in ontvang en uitgaaf sluitende op f 13385 voor kennisgeving aan te nemen en het bestuur mede- deeling te doen van de gemaakte opo erking, dat het wnnschelpk is op de begrooting op te nemen de bedragén van opname en sfLssing der tjjdeljjke leening. Conform besloten. 12. Het ellandfe. Aan de orde is thans een mo deling voorstel van den heer Dorbeok tot intrekking van s' raads besluit van 6 Deo. 1.1. tot wegroimirg van het eilandje in de Singel gracht bjj de Bergerbrng. Da heer D o r b e c k beeft tot zjjn bevreemding bemerkt, dat een voorstel in deze quaestie op zjjn naam staat. In bet offioieele raadsverslag van 20 Deo. 1.1. staat toch, dat van B. en W. een nader voorstel zou worden ingewacht en daarom gelooft bjj niet dat men handelt conform het besluit van 20 Dec. Do raad dient thans van B. en W. te vernemen, wat zjj wenschen voor te stellen. De V o o r z i t't e r zegt, dat de heer Dorbeck in de vergadering van 20 Dec. een mondeling voorstel heeft gedaan, om op het beeloit, om het eilandje weg 'e ruimen, terug te komen, en dat er toen geen verzoek aan B. en W. is gekomen, om een nader voorstel te doen. De heor Dorbeck is het met den voorzitter niet eess. Ic de discussie op 20 Deo. is spr.'s voorstel geb «3 op den achtergrond gedrongen, doordat van B. en W op voorstel van den beer Kraakman een nader voorstel in zake het eilandje zou worden verwacht, ook omdat de onderhandelingen met den >iemand«, die op 6 Deo. had aangeboden kosteloos het eilandje weg te ruimen waren afgesprongen. Hjj wenscht nu niet op to treden als handhaver van een voorstel, dat op den achtergrond is gedrongen. De Voorzitter meent, dat, al ia de onderhandeling met den persoon in quaestie mislokt, de raad toch had besloten, dat het eilandje zou opgeruimd worden. De voorwaarde, dat dat door iemand kosteloos zou geschieden, is niet den grond waarop bet beslnit werd genomen. Het gevoelen van de meerderheid van den raad was, dat het, uit het oogpunt van schoonheid van den singel, weg moest. Toen is in de volgende vergadering gekomen het voorstel van den heer Dorbeck om op het besluit terug te komen. De heer de Groot herinnert er aan, hoe het besluit van 6 Deo. tot stand kwam. Het werd onverwachts in den raad gebracht en er werd bjj gezegd, dat de wegruiming geen geld zou kosten. Spr. heeft tegen ge stemd en daarom is het hem aangenaam dat de wegruiming nog niet beeft plaats gehad. E*n bewps, dat het weg moest, heeft men niet. gegev-n, dat ligt ook niet in het advies van den heer Springer. Na de zitting van 6 Dec. is gebleken, dat wel der burgerjj er voor is om het te behouden (hilariteit). Men heeft wel eens gezegd dat Bpr. geen schoonheids gevoel heeft, maar hp meent van wel. Als men alle adviezen van den heer Springer volgt, dan zou men overal de boomen moeten wegnomen, die het gezicht belerimeren, dat doet men in een polder ook. Als het eilandje netjes wordt onderhouden en men het geen wilde boel laat worden, dan staat het niet leeljjk. Ook in Amsterdam en zelfs in Haarlem heeft men zulke eilandjes, in Haarlem zelfs 'wee. Daar laat men z oh niet influenceeren door den heer Springer. Met kracht wenscht hjj er tegen op te komen, dat men op diens advies, dat niet bewjjst, dat het eilandje wez moet, gaat zeggen: het hoort er niet. Dit verschillende bladen heeft men kunnen zien, hoe de burgerjj er over denkt: de heer Springer hebben we in dezen niet noodig. Spr. zal meegaan met een voorstel om het eilandje niet op te ruimen. De heer Dorbeok zou bet aangenaam vinden zoo'n medestander te hebben als de heer De Groot, ais er een voorstel was. Hjj meent echter, dat men thans eerst moet uitmaken wat er besloten is in de vergadering van 20 Dec. Het ljjkt hem vreemd, dat men van hen een mondeling voor stel verwacht en hjj gelooft, dat de zaak eerst weer b han- deld kan worden als er een nieuw vo rstel is van B en W. De Voorzitter meent echter, dat er wel over de zaak te praten valtde heer Dorbeck beeft toch op 20 Deo. het voorstel gedaan, het besluit van 6 Deo. in te trekken. De heer Dorbeck: Dat voorstel is geheel op deu achtergsond gedrongen. De heer Cohen Stuart gelooft, dat de zaak zich wat anders heeft toegedragen dan in het officieel ver slag staat. Hjj wpst er op, dat bjj in de veigad«ring van 20 Deo. heeft gezegdlaten we nu de zaak maar uitmaken en stemmen over het voorstel Dorbeok. De heer Kraakman achtte dat toen ontjjdig en het is niet geschied. Het voorstel is dus aangehouden in afwachting van andere voorstellen in zake de opiuiming van B. en W. Spr. laat thans een paar photografieën, een met en en zon !er het eilandje vervaardigd door den lieer Van der Aa zien, en zegt voor de wegruiming te zullen stemmen. Hjj wil zjjne meening aan niemand opdringen, de heer Dorbeck zal mogelijk voor eiland en groepen >jjn, ma r hjj zou zeggen: laten we er niet meer over praten, doch stemmen over het voorstel Dorbeck. De heer Dorbeck zal geen voorstel doen. Hjj verwacht een voorstel van B. en W. De Vooizitter acht het ondoenlijk voor B. en W. nu weer een nieuw voorstel te doen. Hij wjjst er verder op, dat in de vergadering van 6 Dec de raad niet verrast is. Ieder kon een meening hebben over het eilandje. Er was gelegenheid het op te ruimen. B. en W. waren er voor: hebben die gelegenheid aan- gep'kt, het voorstel werd ingediend en aangenomen. Toen is de heer Dorbeck later gekomen met een voor stel om het besluit in te trekken. Hjj acht het dus beter thans over dat voorstel te stemmen. De heer Van den Bosch zegt, dat het raadsbe sluit van 6 Dec. nog niet door B. en W. kon worden uitgevoerd. Daarom zou hjj willen voorstellen B. en W. te machtigen het eilandje op te ruimen zonder bezwaar voor de gemeentekas al? zjj daartoe de gelegen heid hebben, wanneer dan ook. Wanneer B. en W. dan eenmaal dat zullen voorstellen, dan zal hjj voor stemmen, niet omdat de heer Springer de wegneming aanbeveelt, maar omdat door dezen wordt bevestigd eene opinie die spreker reeds lang had, evenals de andere leden der plantsoencommissie. Herhaaldelijk is door de commissie, dat gevoelen uitgesproken, doch om de kosten er aan verbonden, heeft men nooit voor gesteld het op te ruimen. Ook de vroegere adviseur de heer Jurissen deelde het gevoelen der commissie. De Voorzitter heeft reeds in den beginne ge zegd, dat het besluit genomen was onder zekere voor waarden. Die voorwaarde: kostelooze opru'ming, te handhaven, daartegen bestaat bjj B. en W. geen bezwaar. De heer Glinderman houdt met den heer Dor beck vol, dat een nader voorstel moet komen van B. en W., of de i pruiming geld zal kosten is eei andere quaestie. Voor alle zekerheid in zake het besluit van 20 Dec. wil hjj de notulen raadplegen. (De notulen worden gehaald). De heer Cohen Stuart acht het juist wat de heer Van den Bosch heeft gezegd. Het besluit was niet gekoppeld aan den persoon, die de wegruiming had aangeboden. Hadden B. en W. een ander kunnen vinden voor 20 Dec. dan was het eilandje al weg geweest. Indien men op het besluit wil terugkomen, dan moet daartoe een voorstel worden gedaan door degenen, die op 6 Dec. tegen hebben gestemd. B. en W. kunnen niet gaan zeggennu brengen we dat besluit nog eens in stemming. De heer de Groot wil het voorstel Dorbeck wel overnemen of er desnoods zelf wel een maken. De heer Dorbeck acht deze manier van doen niet conform eene goede handeling van den raad. Hjj wenscht niet te zien, dat een voorstel op die wjjze in den raad komt, en protesteert tegen het in stemming brengen of het overnemen van een voorstel, dat hjj in deze ver gadering niet heeft gedaan. De heer Kraakman zegt, dat, nagaande wat thans bespioken is, hjj niet weet, waar men heen gaat, als men de goedgekeurde notulen gaat stellen tegenover het gedrukte verslag. Het wezen der zaak nagaande herinnert hjj er aan, dat hjj in de vergadering van 6 Dec. kwam, toen de discussie over het voorstel van B. en W. bijna was geëindigd. Toen is het besluit ge nomen, doch het is niet uitgevoerd kunnen worden, door de voorwaarde er aan verbonden. 20 Dec. kwam de zaak opnieuw ter sprake en nu staat de raad nog in dezelfde verhouding als toen, dat er een raadsbesluit is, niet voor uitvoering vatbaar. Onder deze omstan digheden acht spr. het niet wenscheljjk een positieve beslissing te nemen. Beter vindt hjj het de zaak te laten, zooals ze is. Als B. en W. te eeniger tjjd een besluit willen oordragen, dan hebben ze daartoe steeds de bevoegdheid. Wil men zich echter op het standpunt stellen, dat een raadsbesluit dat niet uitvoerbaar is, als vervallen moet worden beschouwd, dan kan men een nieuw voor stel doen en bjjv. zeggen, dat B. en W. gemachtigd worden ter gelegener ure over te gaan tot de oprui ming, mits uitdrukkeljjk gesproken wordt van de kosten. Dan zal de raad daarover zelfstandig kunnen oordeelen en na nadere overweging zelfstandig kunnen beslissen. Dergeljjk voorstel zou kunnen inkomen van den heer Dorbeck. Lat kon echter niet tengevolge hebben, dat er een ander voor in de plaats wordt gesteld. Komen B. en Wniet met zoodanige voordracht, dan is er geen besluit tot opruiming. Deze discussie z >u spreker thans niet willen voortzetten en de eenvoudige weg daartoe zou zjjn, dat als het voorstel werd teruggenomen. Inmiddels zjjn de notulen van 20 Dec. ter tafel ge bracht. Daaruit bljjkt, dat het voorstel Dorbeck niet in behandeling is gekomen. Van een te verwachten voor stel van B. en VV. staat er niets in. De beer Dorbeck haudbaatc tooh zjja meening, dat zpn voorstel is verdrongen door den wensch naar eon aader voorstel van B. en W. De beer Ooheu Staart is het daarmee niet eens. Voorla zegt hjj, dat door terugname van het voorstel Doibeok, de voorstanders van bet behoud van het eilandje in het gedrang komen. Do V o rzitteris van oordeel, dat het besluit tot opruiming er tbans nog is en als men weer iemand anders dan den persoon van 6 Dec. had kannen vinden, dan zou het besluit uitgeroerd zjjn. De heer Glinderman meent dat dat een onwet tige handeling zou zpn, waarop de Voorzitter zegt dat hp bedoelt, als het had kunnen gebeuren voor 20 Deo., toen men met meer dan een persoon in onderaan deling was. De heer Kraakman meent dat B. en W. nu wel niet tot de wegruiming zullen overgaan. De Voorzitter: Dat spreekt van zelf. Da heer Dorbeok vraagt, wat er tegen is de zaak aan te houden. De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. er prjjs op stellen, dat de cilandeiquaestie van de baan komt. Daarom wil hjj ook deu heer De Groot gelegenheid geven zjjn voorstel in te dienen. De neer Dorbeok protesteert er teaen, dat nu een besluit zal worden genomen naar aanleiding van een voorstel, dat in deze zitting wordt gedaan. Daartoe zal hjj niet medewerken en hp houdt zioh voor om indien een raadsbesluit komt den weg te b-wandalen, die in de geljjke gevallen is aaugew zen. Hg verzoekt dit in de no'ulea op te nemen en hoopt, dat ook de pers hiervan nota neemt. De heer De Groot doet tbans geen voors'el, doch beveelt B. en W. ten zeerste aan voor het onde-houd van het eilandje te zorgen. Als men de boel verwaar loost, om het daarna te kannen opruimen, neet de raad met waar mon blijft. Dan voorziet hg vele polderge- ziohten in onze omgeving. De heer Van den Bosch, er op wpzende. dat de raad t >ch een beslissing wil en er noch ran B. en W. noch van de tegenstanders van bet besla t van 6 Dec. een voorstel is te wachten, om te besluiten B. en W. te machtigen het eilandje op te rnimen, indien die opruiming geene of geen noemenswaardige kosten met zioh brengt. Dit voorstel wordt ondersteund door de hoeren Oohen Stuart en Van Bujjgsn. De heor Kraakman vraagt of het bestaanbaar is, dat dit voorstel, dat geen amendement is in stemming komt. Hp meent, dat e n voorstel door een lid van den raad vooraf schrifteljjk moet worden ingediend. Hjj heeft voorgesteld de zaak thans te laten rasten en een goed omschreven tooi stel van B. en W. at te wachten. Houdt dit voorstel van den heer Van den Bosch in een handhaving van het beslait van 6 Deo. of is het oen nienw voorstel? 't Is spreker niet daideljjk. Hjj meent, dat het een nieuw voorstel is, maar dat thans te behandelen gaat niet aan. Hg geeft daarom den voorsteller in overweging het in te trekken. De heer Van den Bosch zegt, dat bet voorstel in zekeren zin bedoelt, eene nieuwe sanctie aan het raads besluit van 6 Deo. te geven. Volgens ert. 21 van hot reglement van orde is hp volkomen gerechtigd dit voorBel te doen, daar het niet vreemd is aan de orde van den dag. Zulke voorstellen heeft de raad meer in behandeling genomende heer Kraakman heeft ze zelf herbaaldelpk it. gediend. De heer Kraakman (zeer boos). Wanneer en welke Mpnheer Van den Bosch. »Ik protesteer er tegen, dat n zich op mg beroept. De hoer V an den Boseh meent dat de hser Kraak man de zaak verkeerd opneemt. Hjj bedoelt, dat meer malen gedurende de zittingen voorstellen worden gewpzigd en zelfs nieuwe voorstellen worden gedaan. Waar thans een voorstel niet wordt gehandhaafd, meent spr., dat hjj in dezelfde ljjn bljjft, als hg een ander voorstel doet. De heer Kraakman maakt zioh z.i. noodeloos boos. De heer Dorbeck acht het voorstel-Van den Bosoh bezijden iederen vorm van eene goeie behandeling »an zaken. Hjj teekent protest aan tegen de indiening en zal bjj stemming buiten stemming bljjven. De Voorzitter, een einde wenschende te mak6n aan deze disenssie verz ekt den heor Van den Bosch bet voorscel schriftelijk in te dienen voor de volgende ver gadering. De heer Van uen Bosch is daartoe bereid. De heer Dorbeck geeft nog in overweg ng geen photografieBn in don raadszitting te brengen. De heer Cohen Stuart zegt dien wenk ter harte te zullen nemen. 12a. Ontheffing van de bepalingen van nrt. SA der Bouw- en Woningverordening. B. en W. siellon voor om aan J C. B .an ontheffing te verleeneu van het bepaalde bjj art. 35 der bedoelde verordening en hem toe te staan de geve:s van zpn uit te breiden cacaofabriek te doen optrekken als »olgt dien aan de Mosterdsteeg tot 10 M. en dien aan de Span jaardstraat tot 12 M. boven de straat, met terugbouw van 1.40 M. in de Mosterdsteeg. De Voorzitter stelt voor in verband met het ingekomen adres van den heer Baan, dit punt aan te houden en bet adres te stellen in handen van B. en W. ten einde daarop nader advies in te winnen van den gemetnte-arobiteot. D« heer Kraakman beveelt aan, er tevens de commissie van bjjstaud over te hooren, waartegen de voorzitter geen bazwaar heeft, ofschoon hg 't niet bepaald noodig acht. De heer Bosman vraagt of het verzoek niet dadel jjk dan worden behandeld. Dat acht hjj gewensoht, daar voor den heer Bxan eenigen spied wel van belang zal zpn. Hjj zou er ook niet tegen hebben de zaak aan B. an W. over te laten. De heer Cohen Staart zou ter wille van den spoed daarm kunnen meegaan, maar vreest, dat ineu het dan B. en W. voor andere gevallen wel eens moeiljjk zou kannen maken, waar zjj dan me nen ook te kannen beslissen, zou de raad daar aanmerking op kunnen maken, wat voor hen onaangenaam zou zpn. De heer Uitenbosoh merkt op, dat hot op de teekening door den heer Baan ingeleverd, daideljjk te zien is wat deze wil, n 1. optrekking van den gevel in de Spanjaardstraat ea de Mosterdsteeg beide tot 12 M. Door B. en W. ig de zatk foutief opgevat en vandaar het adres. Spr. vindt dat dit voor B en W. gaen reden behoeft te zjjn den architect weer te hooren; wat voor de Spanjaardstraat is toegestaan, kan men ook toestaan voor de Mosterdsteeg. De heer Boelmans ter Spill is een beetje huiverig nu zonder overleg mot den architect mee te gaan met het nieuwe verzoek. De heer Uitenbosch meent, dat het geen nieuw verzoek geldt; het oorspronkelijke verzoek is niet goed opgevat door B en W. Da Voorzitter vindt, dat aan den adressant nog al een groote conosssia wordt verleend en heeft er be zwaar tegen het verzoek dadeljjk te behaadelen. De heer Uitenuosoh aoot het in verband met de hepal ngen der Bouwverordening niet noodig den arohiteot

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1