No. 71
Honderd en achtste jaargang
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
isastaat ail 3
DERBY,
ZATERBIG
Prijs der gewone advertentiën
24 MAART,
Zenuwachtigheid-
FEUILLETON.
Amsterdamsche Brieven.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het gebeele Rijk T I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefooniinmaier
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N,|V. Boek- en Handelsdrukkerij
V|h. HBRMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
De vraag, of men tegenwoordig zenuwachtiger is
dan vroeger, wordt bjjna altijd grif bevestigend
beantwoord. Men voegt er dikwijls in één adem bij
„vroeger hoorde men niet van zenuwen.'
Aangezien dezer dagen hier ter stede een nieuw
gebouw werd geopend in het bijzonder voor zenuw
lijders bestemd, mogen naar aanleiding van die i
vraag, eenige opmerkingen hier plaats vinden, ook
omdat menigeen overtuigd, dat zenuwlijden de kwaal
is van onzen tijd, geneigd is, tevens aan te nemen,
dat hij er mede behept moet zijn.
Doch al kwamen zenuwziekten niet veelvuldiger
voor dan vroeger, in ieder geval mogen we dank
baar zijn, dat het bestuur van het St.-Elisabeths-
gesticht, in onze omgeving de gelegenheid open
stelde, om zenuwlijders te verplegendaarvoor
verdient het aller hulde en erkentelijkheid en niet
het minst van de patiënten, wier kans op genezing
vergroot wordt.
De vraag of zenuwlijden thans veelvuldiger voor
komt dan vroeger, is op verre na niet zoo gemak
kelijk te beantwoorden, als het schijnt.
Vooreerst omdat zenuwlijden een zeer algemeen
en uitgebreid begrip is. Tal van ziekteverschijnselen
vallen daaronder, en al schreef men wekelijks een
opstel over dit onderwerp, dan zoude het in een
jaar tijds nog niet zijn uitgeput.
Een vorm van zenuwlijden, welke thans naar meD
beweert veelvuldig voorkomt, in de handboeken
bekend onder den naam neurasthenie, vormt ten
minste een meer begrensd begrip.
De beschrijving daarvan werd het eerst gegeven
door een geneesheer te New-York, Dr. Beard, die
aanvankeljjk meende, een speciaal aan Amerika
eigen ziekte te hebben ontdekt.
Het beeld der neurasthenie beschreef hij in 1868.
Sedert heelt men opgemerkt, dat zij voorkomt niet
in Amerika alleen, maar ook overal in Europa.
Omdat evenwel de nauwkeurige beschrijving van
jongen datum is, kan ieder begrijpen hoe moeielijk
het is om met zekerheid uit te maken, dat onze
voorouders er niet of wel aan leden.
In het „Traité de Médecine van Bouchard-Brissaud,"
het bekende standaard-werk over pathologie, wordt
de veronderstelling geopperd dat neurasthenie wel
ten allen tijde bestaan zal hebben.
De verklaring waarom men tegenwoordig meer
zenuwlijdend zoude zijn dan vroeger, ligt schijnbaar
voor de hand. Men zegt en ook in het hoofdartikel
van „Het Nieuws van den Dag" van 6 Maart j.l.,
wordt dit aangevoerd, men zegt, wij leven
sneller. Alles wordt ingericht, bestuurd, gedreven
met het oog op snelheid. Niet alleen de vervoer
middelen, niet alleen de communicatiemiddelen, niet
alleen de fabricage, ook de leerboeken beoogen het
voorgestelde doel te bereiken in den minst moge
lijken tijd. Yan langzaam rijpen is nog maar weinig
sprake. Ons tegenwoordig leven vordert meer van
onze zenuwkracht.
Zeer velen zijn er, die er zoo over denken. Er
zal dus voor deze meening wel wat te zeggen zijn.
Toch vragen we ons af, of hierbij geen zinsbedrog
in 't spel moet zijn Immers het reizen per spoor
waarin men stil zit, maakt een gewoon mensch
niet zenuwachtig. Ook niet de vrees om te laat aan
het station te komen. Over een uur vertrekt er ge
woonlijk een andere trein waar men ook mee
thuis kan komen. Hoe de telegraaf ons verschrikken
kan, is evenmin duidelijk. Een brief, aan een steen
bevestigd, door den schipper gebracht, gelijk voor
50 jaren gebruikeljjk was, moet onze voorouders
die weinig schreven, veel meer verschrikt hebben
dan ons een telegram. Het schelletje van den tele
foon, klinkt voor iemand die 't toestel heeft, niet
schrikwekkender dan de huisschel. Vroeger werden
rustige bewoners nog wel eens geagiteerd door
huisjebei in den winternacht, maar dit genoegen
der jeugd raakte in onbruik, omdat in een 20ste
eeuwsch huishouden den geheelen dag aan de bel
wordt getrokken en niemand er dus meer van schrikt.
Dat de fabricage sneller geschiedt dan vroeger,
is zeker waar, maar dat het fabriceeren met behulp
van machines veel gemakkelijker gaat en minder
inspanning der werklieden vereischt, is niet minder
waar. Het argument in genoemd artikel betreffende
de leerboeken die men thans gebruikt, dunkt ons.
is evenmin sterk. De leerboeken zijn veel practischer
ingericht dan vroeger wij zien niet in, hoe zij ons
zenuwziek kunnen maken.
Ook wordt de zenuwzwakte geweten aan het ge
bruik of misbruik van alcohol en tabak. (Zie o.a.
Contemoorary Review van Februari 1906). De
schrijver Dr. Rankin beweert ook, dat de meer ge
goede dames er meer aan lijden dan de armere.
Daar tegenover staat dat vroeger het gebruik van
wijn en andere alcoholica zeker veel meer algemeen
was dan thans. Onze voorouders dronken bjj gast
malen hoeveelheden op, waar wij geen denkbeeld
van hadden en rookten pijpen naar hartelust.
De een beweert dat neurasthenie meer bij vrouwen,
de ander dat zij meer bij mannen voorkomt. Zoo
vond een geneesheer bij 828 patiënten 604 manne
lijke en 224 vrouwelijke neurasthenici.
Deze statistiek is zeker opmerkelijktal van
kleine onaangenaamheden die iemands zenuwgestel
in de war kunnen brengen, komen veel meer voor
bij de bezigheden der teedere sexe, dan bij die der
mannen. De vrouw heeft meestal weinig voldoening
van haar werk nauwelijks heeft ze 't eten klaar,
of het wordt verorberd. Het is luk-raak dat zij
ieders smaak heeft bevredigd. Ruimt ze den boel
op, dan komen de andere huisgenooten opnieuw
wanorde stichten. Heeft ze het broekje of de kousen
der kinderen gestopt, dan is er veel kans op, dat
't zoontje denzelfden dag met een grooter scheur
erin thuiskomt enz.
Deze neurasthenie-veroorzakende omstandigheden
bestonden evenwel vroeger ook. Hetzelfde geldt
van den bestaansstrijd, waar men 't tegenwoordig
zoo druk over heeft. Of meent men, dat onze verre
voorouders, tijdgenooten van den mammouth en
andere voorwereldlijke dieren en hagedissen zoo
groot als oliphanten, geen bestaansstrijd hadden
Is er een gegronde reden, om aan te nemen, dat
SPORTROMAN
door W. 9KIJKRFöHSTWH.
12)
sik heb een mensch noodig, die ik vertrouwen kan
als mezelf, die ik de hand kan drukkeneerlyk en
oprecht, zonder bijgedachten. In de wereld, waarin ik
mij beweeg, bestaat geen vriendschap en nog minder
oprechtheid. De menschen overschatten mij en om mijn
plaats te behouden moet ik even hard strijden als de
kleinste man van zaken. Het maakt me gelukkig, dat
ik iemand gevonden heb dien ik ten volle vertrouwen
kan en God weet, hoe noodig ik zulk een man heb.»
Brandes gaf Konrad de hand en zonder een woord
meer te zeggen nam hy zijn hoed en verliet het vertrek.
HOOFDSTUK VIII.
Brandes had te Nizza groot geluk, zijn kleuren won
nen keer op keer. Maneer White, zijn oude trainer,
was maar met drie paarden naar het Zuiden gekomen
dat dappere trio echter hield het glorieus uit tegen de
Parysche en Engelsche strijdmachten en behaalde prys
op prijs.
De prins ton Reichenberg had evenals de andere
Duitschers met het wedden groote sommen gewonnen
want ,de Duitsche heeren hielden zich bij de paarden
van hun landgenoot en behoefden zich deze patriotische
neiging niet te berouwen.
K&thchen was maar één keer mede naar de tribune
geweest. Ze kreeg hevige hartkloppingen toen de beurt
aan de paarden van haar vader was en bjj den laatsten,
beslissenden rit was haar opgewondenheid zoo groot,
dat op raad van den dokter Brandes zjjn dochter niet
meer meenam.
moeheid, angst, slapeloosheid, hoofdpijn, haarpijn,
duizeligheid, oorsuizen, zwakheid en ongeschiktheid
voor dagelijkschen arbeid, melancholieke en afwis
selende gemoedstemming, alle verschijnselen van
neurasthenie, allemaal nieuwe kwalen zijn, en vroeger
niet hebben bestaan
Het schjjnt ons minstens twijfelachtig, dat met
gegronde argumenten deze redeneering zoude kunnen
volgehouden worden. De ziekte is niet nieuw, maar
de herkenning daarvan is nieuw en een gelukkig
gevolg van de vermeerdering van kennis.
Men kan nog verder gaan en desverkiezende'aan
de hand van een Duitschen Oberstabarzt. Dr. Drenk-
hahn(Die Nervositeit in früheren Jahrhunderten)
beweren, dat de algemeene geschiedenis en de litta-
ratuur wemelen van zenuwljjders. Zenuwachtige
geschiedkundige figuren, zijn als men er naar zoekt,
om 't grijpen. Dr. Drenkhahn begint met Saul over
wien de booze geest vaardig werd, die midden in
het huis profeteerde en voor wien David op de harp
moest spelen om hem te kalmeeren. Saul, wiens
gemoedstemming zoo afwisselend was, dat hij David
met de spies aan de wand wilde spitten, en die
dan ook na een minder gelukkigen strijd met de
Filistijnen zelfmoord beging door zich in zjjn eigen
zwaard te doen vallen.
Voorts haalt de schrjjver uit de oude en nieuwe
geschiedenis een aantal voorbeelden aan. Zelfs kwam
meermalen voor dat een geheele bevolking zenuw
ziek werd, gelijk geschied is b.v. in 1600, bij
Freiburg in Zwitserland, toen men in bovenmatige
angst leefde voor den ruigen weerwolf, die kinderen
verslond. 900 Personen verklaarden, als ruige weer
wolven allerlei misdaden te hebben begaan en
werden dientengevolge op eigen bekentenis door
den rechter veroordeeld.
Doch de lezer zal ons dank weten, indien we
deze zenuwachtige geschiedvorsching van Dr. Drenk
hahn niet vervolgen, hoewel deze lezenswaard is
inderdaad verkrijgt men den indruk, dat in vroegere
tiiden minstens evenveel zenuwlijden bestond als
tegenwoordig. In ieder geval, kan het tot kalmte
stemmen, dat men tegenwoordig op wetenschappe
lijke wijze de zenuwzieken behandelt, den aard der
neurasthenie als ziekte van het centrale zenuwstelsel
tracht te onderkennen en de gelegenheid opent om
door rust en goede verpleging te herstellen.
Tegelijkertijd kan en moet individueel ook meer
gedaan worden, om niet zenuwziek te worden. Niet
alleen is dit een zaak van gezonde levenswijze,
maar ook van eigen wil en geestkracht.
Zeer zeker, aangezien zenuwlijden tal van ver
schijnselen heeft eri waarschijnlijk tal van oorzaken,
zal 't aanbeveling verdienen tijdig den deskundige
te raadplegen. Maar daarnaast is niet minder noodig
om zelf ook eeoige moeite te doen.
Het is gevaat lijk zich zelf te suggereereu dat
men aan neurasthenie lijdt, en dat dit wel zoo zal
zijn, omdat de kwaal thans algemeen is en een
noodzakelijk gevolg van leerboeken of spoorwegen.
Zorgeloosheid is ongetwijfeld een ondeugd. Maar
hoeveel zijn er die zich alles maar gelieven aan te
trekken, zich zorgen scheppen en zich overal over
ergeren. "Wie eenige geestkiacht nog over zich
»Het meisje ziet er sterker uit dan ze is. Zij moet
met de meeste zorg behandeld worden en behoed voor
moreele aandoeningen.»
»Haar heeft nog nooit iets gescheeld,» zeide Brandes,
diep terneergeslagen, »van haar geboorte af was ze vol
komen gezond.»
Hij stelde zich gerust met de overtuiging dat deFran-
sche dokter te zwaartillend was, maar besloot toch na zyn
terugkomst te Berlijn professor Leyden te consulteeren.
Op den dag van de groote steeple-chase kwam de
prins von Reichenherg naar het hotel Anglais om Bran
des af te halen. Kathchen zat met Konrad op het balkon,
verdiept in e Duitsche couranten en brieven die zoo
juist met de Duitsche post waren gekomen. Zij zag er
uit alsof ze zich verveelde, maar toen de prins kwam
en verzocht eenige oogenblikken te mogen plaatsnemen
was ze aanstonds opgeruimd en in de beste stemming.
«Morgen zijn er geen wedrennen, niet waar Dan
kunnen wig eindelijk eens naar Monte Carlo toe. Konrad,
je gaat toch ook mee Ik verheug ine al op ons uit
stapje
I e prins zag er bleek en vermoeid uit, met donkere
kringen onder de oogen.
Het zal me een groot, genoegen wezen,zeide hjj
met een lichte buiging. »Monte Carlo is heel mooi en
natuurlek moet men het gezien hebben. Nizza bekoort
me dit jaar heelemaal niet. Het plebs is sterk verte-
genwoi rdigd. vooral op de wedrennen, allemaal schur-
kentronies. Dat hebben wij aan Monaco te danken. Dat
gespuis wil geld verdienen en lsorat uit alle wereldstre
ken om hier zijn slag te slaan
«Daar kan men zich toch niet over verwonderen,*
meende Konrad.
De prins zag hem met vermoeide, half gesloten oogen
aan en knikte.
»Vroeger was het veel deftiger te Nizza. Toen ik voor
het eerst hier kwam het is al acht jaar geleden
toen zag men hier de groote wereld. Grootvorst Con-
siantjjn was er, de hertog van Connaught en half
Fiankryk. Het was hier vroeger zeer voornaam.®
»Wed u vandaag weer op papa's paarden?® vroeg
Kftthchen.
heeft, kan toch zorgen wel van zich afwerpen.
Daarom is de omgang met kinderen opwekkend
omdat het kind gemakkeljjker dan de volwassene
van gedachten verandert en het onaangename ver
geten kan. Toch zijn de indrukken die 't kind ont
vangt niet minder diep, dan bjj volwassenen.
Is daarentegen het zenuwgestel inderdaad zoo
geschokt dat de patiënt door eigen wilskracht niet
veel meer vermag, dan blijft er voor hem niets
anders over, dan zich onder deskundige leiding te
stellen, waarvoor nu beter dan vroeger gelegenheid
bestaatdoch dan is wel gewenscht, dat onze op
vatting zich wijzigt over inrichtingen bestemd voor
zenuwlijders. Immers thans is men geneigd den
neurasthenicus min of meer kwalijk te nemen, dat
hij die kwaal heeft. Bij andere ziekten kan men veel
meer rekenen op medelijden onzer natuurgenooten.
Menigeen wordt weerhouden om zich tijdig te laten
behandelen, omdat, wanneer goede vrienden en ken
nissen vertellen van iemand „hij is in een zenuw
inrichting," dat ongeveer gelijk staat als of men van
iemand zegt dat hij niet wel bij 't hoofd is. Zenuw
patiënten hebben evenals alle andere zieken recht
op onze meewarigheid en vriendeljjke bejegening.
Omdat men anatomisch nog niet kan aanwijzen uit
welke stoornis neurasthenie bestaat, volgt daaruit
toch niet, dat deze ziekte mag verweten worden.
Zenuwlijders hebben recht op hulp en tegemoet
koming hunner omgeving. Moge dit opstel er toe
medewerken deze meening meer algemeen ingang
te doen vinden.
A. P. H.
XVII.
Oeneraal Booth te Awsterila».
Het Leger des Heils verstaat de kunst van reclame
maken.
Daarmee wil ik echter niet geacht worden, iets ongun
stigs voor het »Leger* te bedoelen.
Integendeel er wordt vaak reclame gemaakt voor
zooveel onbeduidends, soms voor zooveel onedels en
onheiligs, dat het my goed doet, ook de groote trom te
hooren roeren voor een instelling die bedoelt, gevallenen
op te richten, zinkenden te grijpen, de schipbreukelingen
der maatschappij te redden en onder een veilig dak te
brengen.
En nu moge men verschillend oordeelen over wat de
heilssoldaten »on>e manieren® noemen over hun ceremo
niën, hun kleeding en wat hen verder van «gewone®
menschen onderscheidt het. komt, mij voor, dat thans,
een twintigtal jaren nadat het »L°ger« zijn intrede in
ons land, of, om in de legertaal te spreken, een aanval
op ons land heeft gedaan, het getuigenis mag worden
uitgesproken, dat het velen ten zegen is geweest.
Doch het is mijn bedoeling niet. de organisatie en
de verrichtingen van het heilsleger te bespreken. Ik
wenschte n.l. dezen keer iets te schrijven over het
bezoek van den heilsgeneraal William Booth aan onze
hoofdstad en de indrukken weer te geven, die ik ontving
op de »heilssamenkomst« van Zondagavond in het Paleis
voor Volksvlijt.
Voor de noodige reclame was alweer gezorgd.
Reosachtige borden, de komst van den grysaard melden
de. hadden reeds een paar weken van te voren geprijkt
vóór de gevels der onderscheidene «Kwartieren® in de
hoofdstad. Eveneens had ook eenige dagen van te voren
een ware optocht van handkarren onze stad doorkruist
»Ja, natuurlijk,® zeide de prins zich uit zjjn gemak
kelijke houding verheffend en met meer levendigheid
dan hij tot heden getoond had. «Als wij winnen is het
een zaak van belang.® Zich tot Konrad wendend, ver
volgde hy «Hebt u meneer White nog gesproken en
is hy over de paarden tevreden Ik wou dat meneer
Brandes kwam, we moeten zoo noodig vertrekkenook
diende ik de Jockey nog te spreken. Ik wou waarachtig
dat het avond was, mign zenuwen raken heelemaal van
streek. U hebt groot geljjk, juffrouw Brandes om niet
mee te gaan. Men moest eigenlyk nooit de wedrennen
bezoeken, nooit 1 Nooit
«Het is u toch niet slecht gegaan, niet waar ?U hebt
immers eiken dag gewonnen
Hij knikte.
«Ja, maar men riskeert niets. De rnenschen zyn
dikwyls dom en laten een goede gelegenheid vooi bij-
gaan en zy die op een ellendige kaait duizend louis
zetten, durven in de renbaan nauwelijks de helft wagen.
Pardon, juffrouw Brandes.®
Hy nam de monocle van zyn oog en streek eenigszins
verlegen met zyn hand over zijn voorhoofd.
«Excuseer me, julfrouw Brandes, dat ik over zulke
dingen sprak, daar kunt u toch geen belang insiellen.
U ziet er vandaag uitstekend uit. Wat heeft de dokter
gezegd Dat u ziek was Of zwak Zeg hem toch dat
hy een uil is
Zij lachte hartelijk.
«Neen, neen, zoo erg is het niet. Hij verbiedt me
enkel om naar de wedrennen te gaan. Het windt me
te veel op.«
«O, die wijze man zeide hijeen fijne glimlach gleed
over zijn gezicht en verleende zyn bloeke, magere
trekken iets zeer bekoorlijks. «Of hij gelyk heeft, juffrouw
Kaïhchen. Dat recept moest hij iedereen voorschryven.
My vooral.®
Rijtuig op rytuig reedt voorbij, de dames in prach
tige kleeding, vooijaarstoiletten met bont, viooltjes op
den hoed, viooltjes op de boa's, vioolijes aan de lantarens
der tijtuigen en viooltjes aan het tuig der paarden.
Brandes liet nog steeds op zich wachten en de prins
was blijkbaar zeer gejaagd
»Dan zou ik in uw plaats mezelf dat recept voor
schrijven.» schertste K&thchen. «Bljjf vandaag hier,
Doorluchtigheid en terwijl de anderen zich ergeren en
hun geld verliezen gaan wij wandelen of rjjden naar
Villefranche en zoeken mosselen.» Met een levendige
beweging sloeg ze de handen in elkaar, vol geestdrift
voor haar plotselingen inval. »Ja, laten wij dat wer
kelijk doen.»
De prins schudde lachend het hoofd. «Den volgenden
keer. juffrouw Kathchen, dan vast. Maar heden, neen,
waarlijk, heden gaat het niet. Ik moet er naar toe.»
Teleurgesteld zag ze hem aan en zeer uitvoerig begon
hy haar uiteen te zetten, dat zijn tegenwoordigheid in
de renbaan juist heden dringend noodzakelyk was.
Eensklaps viel hij zichzelf in de rede en met een blik
op de pendule stond hy op.
«Ik kan werkelijk niet langer wachten en zal maar
alleen gaan.»
Op dat oogenblik kwam Brandes. Hy verontschuldigde
zich over zjjn late komst, lachte om de al te groote
onrust van den prins, nam teeder afscheid van Kathchen,
vriendschappelijk als altjjd van Konrad en ging met den
prins de trap af naar het rijtuig.
Kithchen boog over de balustrade en zag bsiden in
stappen. Zy lachte hen toe en riep
«Veel geluk
De paarden trokken aan, de equipage rolde voort;
Brandes wendde zich om en bewoog groetend zijn hand,
prins keek ook om en knikte haar toe. Een diepe blos
kleurde haar wangen en lang nog staarde ze hen na.
Toen schreed ze langzaam naar het tafeltje en nam
haar plaats naast Konrad weer in. Beiden zwegen en
hielden zich met een courant bezig. Op de promenade
was het stil geworden, het geratel der laatste rytuigen
stierf weg, het terras was leeg en het kert geleden zoo
drukke hotel scheen uitgestorven.
Wordt vervolgd.)