No. 77
Honderd en achtste jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR .ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DERBY.
ZATERBAG
31 MAART.
FEUILLETON.
Amsterdamsche Brieven.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk t I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnuw «er 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Grpote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
„Vereeniging tot steun van
Verwaarloosden en Gevallenen
Een mooi geschrift mooi zoowel om wat er in te
lezen staat, opdat dit ernstig overdacht zou worden, als
door de 8 plaatjes die er in zijn opgenomen mij
dezer dagen gezonden en welk boekje bedoelt meer ere
bekendheid te geven aan bovengenoemde vereeniging,
geeft me ongezocht aanleiding er hier iets uit na te
vertellen, hopend daardoor een heel klein steent je bij te
dragen tot die zoozeer gewenschte meerdere bekendheid.
De vereeniging uTot steun* zóo wordt zjj kortweg
genoemd werd gesticht in 1886 door mannen die
gevoelden, dat er groote behoefte bestond aan een inrich
ting, zooals de reeds sedert lang bestaande Heldring
gestichtenmaar dan in vrijzinnigchristelijken geest. Zij
strekt hare hulp uit tot verwaarloosde kinderen en
oudere meisjes en tot hen, die strenger en beter leiding
noodig hebben dan ouders of voogden vaak geven.
Men wil dien personen door opneming in een gezin
schenken, wat zjj tot nu moesten missenden gezegenden
invloed van een vriendeljjken en zedeljken huiseljjken
kring.
De noodzakelijkheid, het kind door waarneming gedu
rende eenigen tjjd te leeren kennen, alvorens men het
aan een gezin kan toevertrouwen, deed de vereeniging
doorgangshuizen oprichten.
Zulke zjjn thans er drie:
Veldzicht en Boschzicht te Apeldoorn en Beekzicht te Epe.
De beide eerste inrichtingen zijn bestemd voor meisjes
de eerste voor die boven 15 jaarin de tweede worden
jongere kinderen verpleegd.
Beekzicht hoofdzakelijk voor jongens tot 14 jaar
bestemd werd een proeve van co-educatie, welke
proef geslaagd mag heeten, want de directeur zelf ver
klaart dat de invloed van het samenleven van jongens
en meisjes zeer gunstig op beide groepen werkt.
De „%>oorg«ng»hiilzen."
Hoe spreken deze van de moeite, het geduld en de
zelfverloochening welke het kost, om die kinderen, die
niet wilden deugen, tot flinke menschen te doen opgroeien
en hen te leeren, later op fatsoenlijke manier in eigen
onderhoud te voorzien
Welk een liefdevollen, maar zwaren arbeid legde de
vereeniging zich op. Gelukkig dat dit reddingswerk op
heerljjke vruchten mag wijzen, al ontbreken hoe zou
het anders kunnen? de teleurstellingen niet.
Het eerste en voornaamste, waarop een kind recht
heeft, is liefde.
Maar allen die werden opgenomen misten dat
wat zjj voor alles behoefdenden heerljjken invloed
van een reine omgeving, de trouwe zorg en liefde der
ouders. Zjj kwamen uit gezinnen waar ót de vader óf
de moeder óf beiden aan den drank verslaafd waren.
Een anderen keer was het ontucht die het huisgezin
vernietigde.
Hoevelen dier ongelukkigen doolden 's avonds rond
totdat de straat leeg werd, om dan in een portaal den
nacht door te brengen 1
Hoevelen der verpleegden stonden aan den rand van
een afgrond of waren reeds zinkende 1 Jeugdigen van
jaren, maar soms al oud in ervaring op zondig gebied.
Ze traden binnen vol van booze hartstochten niet zelden,
d Veldzicht* en Boschzicht* waren voor niet weinigen
een gezegend toevluchtsoord, een huis der redding en
herstelling. De reine omgeving, de liefde en toewijding
aan hen betoond, werken weldadig op den ruwen knaap
en het in woord en verbeelding vroegrjjpe meisje. De
woeste natuur komt tot kalmte, de losbandige ondergaat
den invloed van regel en orde. Goed zjjn en goed doen
moeten allengs gewoonte worden. Onder heilzame leiding
hebben de deerniswaardigen gelegenheid tot zich zeifin
te keeren, de eerste stap op een nieuwen weg.
SPORTROMAN
dook W, BEIJEn-F»B8TEU
17)
De beide vrouwen waren als verblind; toen kwam
Griotte met zjjn hoogste troefhjj haalde geld uit zjjn
zak. geld, al meer geld, guldens, rjjksdaalders, gouden
tientjes en als de kioon op dat alles een bankbiljet dat
het getal honderd droeg.
«Telt het eens na,® zeide hjj, en met bevende vingers
telden zjj: «Twintig, dertig, veertig, vjjftig, zestig,
zeventig, honderd, twee honderd I«
«Twee honderd
«Twee honderd
»Ja, twee honderd. Als een extra voorschot voor de
inleiding der onderhan elingen. En als de zaak tot stand
komt en Brandes den schouwburg koopt, dan krjjgt de
tooneelspeler Griotte twaalf honderd gulden benevens
een contract als eerste regisseur met een vast salaris
van vjjf honderd gulden in de maand.
Juffrouw Griotte stond met moeite op en ging met
wankelende schreden naar haar man toe. Zij legde
snikkend de armen om zjjn hals en toen hij enkele
minuten tevergeefs getracht had haar wat op te vroo-
ljjken, brak ook zjjn stem.
Het geluk was eindeljjk daar en nu was het schier
te plotseling gekomen.
Nadat juffrouw Griotte eenigszins bedaard was, begon
zjj allerlei dwaze \ragen te doen: of ze dadelijk een
ander huis zouden zoeken en nieuwe meubels koopen,
of Konrad Eckert mooi gekleed was, en of hjj nog zoo
beleefd en vriendelijk en goed was.
«Je kunt je geen van beiden een voorstelling maken
van Konrad,® zeide Griotte. »Hjj ziet er uit als een
Men tracht de nadeelen van het gestichtsleven nooit
geheel op te heffen zoo gering mogelijk te doen
wezen. Wie Veldzichtverlaat, heeft een goeden leertijd
doorgemaakt. Liefde won wederliefde, vertrouwen, open-
I artigheid, oprechtheid. Van genegenheid tot het huis
getuigen dan ook de brieven van oud-verpleegden, waarin
gedankt en menigmaal om raad gevraagd wordt.
De resultaten vallen beslist mee, bljjkens de verslagen.
Beekzicht* en Boschzicht* hebben niets van een
gesticht. Van buiten als villa's, van binnen groote huisge
zinnen.
De kinderen dezer inrichtingen bezoeken de openbare
lagere school, terwjjl men na 4 uur aan allerlei bezigheid
den tjjd besteedt. Een groot gezinFeestdagen worden
er gevierd. Alles echt huiseljjk.
Het godsdienstonderwijs te Apeldoorn zoowel als te
Epe wojxit allerminst op den achtergrond geschoven
pn als iets bijkomstigs beschouwd. In geenen deele.
Het geschiedt in vrjjzinnig godsdienstigen geest, zoodat
er geen reden is om te zuchten:
«Ik wou dat hjj hen tegenkwam
die kinderen in zijn armen nam
En vast wat anders leerde.®
Vrijzinnig, want men maakt geen propaganda voor
eenige richtingmaar tracht een vroomheid aan te
kweeken, die wars van leerstelligheid boven ge-
loofsverdeeldhei l staat.
De vereeniging «tof steunacht zich gelukkig voor de
3 inrichtingenmenschen te hebben gevondendie
berekend zjjn voor hun taak en hun geluk zoeken in
den arbeid voor anderer heil.
De „Oezlnsverpleglog."
Eerst in een Doorgangshuis*, maar dan in een gezin 1
Wat de kinderen in eigen tehuis (?)misten wordt zooveel
mogeljjk vergoed door ze te brengen bjj liefderjjke pleeg
ouders.
De vereeniging zoekt dus voortdurend geschikte ge
zinnen. In verschillende plaatsen wordt de taak van het
bestuur verlicht door gemachtigden, die behulpzaam zijn
in het zoeken van plaatsing en die door hun persoonlijke
bekendheid met de gezinnen de gewenschte personen
zjjn om het toezicht over de verpleegden te oefenen en
in te grjjpen of bjjstand te verleenen, waar dit noodig
mocht zjjn.
Liefst zoekt men die gezinnen op het platte land of in
kleine steden, waar goede scholen zjjn en ook gelegenheid
is tot verdere ontwikkeling in maatschappeljjk ongees
telijk opzicht.
De vereeniging behoeft meer gemachtigden.
Zijn er ook hier die haar zotiden willen helpen door als
tusschenpersonen op te treden T
Denkt er eens over en ziet èens rond in uwe kringen 1
»'t Is in menig opzicht een dankbaar werk. Hier is
een klein gezin, waar nog wel een plaatsje is voor 'n
huisgenootginds een ledige plaats, welke ingenomen
kan worden door een pleegkindelders voelt men be
hoefte een kind te redden.
Wilt gij zulk 'n kind ontvangen, 't zij tegen vergoeding,
't zij om niet t
Kent gij zulke gezinnen die daartoe bereid zijn Meldt u
aan en geeft uw bemiddeling en toezicht bij de uitbesteding
Een korte verpleging in een doorgangshuis en dan in
een huisgezin, zietdaar de middelen om kinderen voor
ondergaan te behoeden. Gedurende bijna 20 jaar werkt
deze vereeniging Tot steun.* Nog steeds groeit het
aantal verpleegden.
Er is benopfte aan een nieuw doorgangshuis, voor jongens
boven de 14 jaar.
Daartoe is noodig veel, heel veel geld.
Welnu, steunt de vereeniging. Zendt uw gaven. Wordt
lid van haar.
't Gaat om het behoud der jeugd, 't Geldt de ver
waarloosde, de verstooten, de afgedwaalde kinderen.
Redden en vallen vóórkomen. Dat wil deze vereeniging.
»Niet Óen der kleinen ga verloren l«
Alkmaar, Maart 1906. J. F. TERNOOIJ APÊL.
Zich aan te melden bjj den Heer J. A. Prins
i Epe.
te Epe
XVIII.
't Wordt mjj tegenwoordig wèl gemakkelijk gemaakt I
Eerst neemt; een koetsier der eleotr scbe tram mjj np
mijn "erzoek het werk uit de hand (zie Amsterd. Br.
no. XIV) en sohijjft een brief, waarin ik alleen enkele
tadion'en te verbaleren heb en thans ontvang ik een
-onrjj -eo van een Amsterdamsotten jongen, m t verzoek
het in de Atkmaa-sche C rnrant te plaa'sen. Aangezien
di ze brief beet op te komen tegen een beschuldiging, ol
beter een reeks van bescheid gingen, in mjju eersten
AinBterd. Brief, mean ik verplicht te zjjn, erdeRed.ctie
een plaatsje voor te vragen. Evenals m het icbrjjvon
van Girrit, ben ik ook met dezen brief bier en daar
lonterend te werk gegaan.
Eo thans geef ik het woord aan mijn geachte» be&tijjder.
Meheer,
Ik noem het ren stiekeme streek van u, om mg en
m'n vrinden achter on en rng zuo te bebsbbelan, als n
leelt in de Alkmaarsohe Courant van 30 September
1905 Als u wat van ons te zeggen hebt, moest n het
lte-.er in ons gezicht doen; maar ik wed om een handvol
daaien, dat o dat niet durft, al verkoopt u nog zulke
mooie pi aatj is. 'k Won dat ik wist, waar o woonde, dan
zon ik eens een klinker door nw rnit-m komen Keilen,
of net zoolang aan de bel luien, dat n d'r gek «an wordt.
Zro, worden wjj den koniug van de straat genoemd?
Kjjk, wat 'n mop I
Jt, we hebben nog «1 wat te zeggen!
H»eft me nog niet gisteren een smeris z'n stok over
m'n rag gelegd, dat ik vandaag temet niet rechtop kon
zitten in m'n bank op ach ol
En wat had ik ged .an
Niks bijzonders, ten minsts niks, om er 'a striem met
'n stok voor o er m'n corpas te krjjgen.
Ik bad alleen maar een emmer water omgeschopt, die
voor een kelder stond, waar een schoes zat schoen rn te
flikken en toen kreeg bjj al het water in z'n schoot.
Is dat noa z o'a verschrikkelijkheid Mag een jongen
dan tegenwoordig niet eens meer ereis een lolletje hebben
De kerel kon er toob niet dood van gaan U moet
ereis weten hoe dikwijl* ik al door en door nat ben ge
woest van m'n leven I Want als b.v. de mannen van de
Vecbtleiding komen, om de straten nat te spuiten, staan
we geregeld onder den straal en denkt o, dat wij
daar zoo'n kabaal om maken, als d e echoes Ja, non
'k er over echrjjf, mort ik er toch weer om lachen, zoo'n
gezmht als de veet zette, toe. bjj van schtik met z'n
driepoot onders'e boven viel. Maar set toen ik tegen
hem riep: »Vraag je vronw om een droog hompie
pats! daar kreeg ik een »eeg over n'n mg, dat ik dacht,
d .t ik in tweettn moest. Zio'n geniepige smeris, om een
fatsoecljjken jongen onverwachts en dan nog wel van
achter, aan z'n ljjt te komen! Non, ik aan dm loop;
maar dat ik 'm nit de vette z'n hnid heb volgescholden,
daar kan u etcaar van zjjn, al zal o d't wel weer schande
van spreken in de krant.
Dat had u niet gedacht hè meheertje, dat die brief
over de Amsterdamsche straatjougens in mijn handen zoo
komen? Dan moest ik geen tante in Alkmaar hebben
wonrn, die ons van igd tot tjjd pakk es stoort en zoo kwam
er verleden week weer een pakkie met de Alkmaarscbe
attaché, zoo fijn En dan die equipage, die schimmels,
die koetsier, die bediende, die lichtgrijze handschoenen,
hij lijkt wel een sprookje I®
Annie, die geen woord geuit had en wier hart klopte
alsof het bersten zou, dwong zich tot een vraag
«En hjj zei, dat we hem eens moesten opzoeken
«Ja, en dat zullen we doen ook. En Annie, hjj vroeg
in de eerste plaats naar jou. Van dien jongen heett
men nog eens plezierHij is natuurlijk veranderd, voor
namer, gedistingeerder geworden, maar in den grond
is hjj nog geheel de oude.®
Annie was gelukkig. Ja, hjj moest nog de oude zjjn,
anders zou hjj in dte deftige equipage zittend haar vader
niet geroepen en zoo harteljjk toegesproken hebben.
Er was een tjjd geweest toen zjj dacht dat Konrad
meer voor haar voelde dan alleen vriendschap, en hoe
gelukkig had die gedachte haar gemaakt I Die droom
was weliswaar lang voorbjj, maar zjjn beeld leefde nog
in haar hart, nog scho ner geworden door de herinne
ring en trouw bewaakt als een kleinood dat niet ver
loren mocht gaan.
Tot de armoedige omgeving waarin zjj leefden, zou
Konrad niet terugkeeren en dus ook nooit tot haar, dit
wist zjj reeds lang. Hjj scheen voor goed voor haar
verloren en slechts in haar droomen hield zjj zich met
hem bezig. En nu drong in deze duisternis haars levens
waarin zjj had leeren berusten, een eerste heldere
lichtstraal.
Haar vader had Konrad gesproken en die ontmoeting
alleen reeds was de oorzaak, dat anderen hem groote
aanbiedingen hadden gedaan, als slechts een deel dier
heerlijke vooruitzichten werkelijkheid werd en zjj dus
langzamerhand een paar sporten hooger op den maat
schappeljjken ladder klommen, wat dan? Dit hooger
beteekende toch ook dichter bjj Konrad. Zoo zou zij
hem al meer en meer nader komen, altjjd nader tot
hij haar tot zich nemen zou om Annie Griotte nimmer
meer te verlaten.
Op dezen gelukkigen avond had Griotte het gevoel of
hij grooter geworden was. Zich uitrekkend zeide hjj
«Vijftig jaar l Een oude comediant, die reeds voor drie
vierden door het leven en de planken versleten is, en
«WSTBrcSBCMBBal
nu opent zich in den herfst nog eens een nieuwe toe
komst voor mjj en misschien kinderen, het is te
veel l Deze dag overstelpt mjj.
Hij at een stuk worst, dronk een flesch bier, en her
vatte toen zjjn wandeling door de kamer.
«Verbeeldt je, dat ik dit ellendige comediantenleven
nog eens vaarwel zal kunnen zeggen
Zacht nam hjj Annie's hoofd tusschen zjjn handen
«Alles wat ik door mjjn arbeid verwerven zal, is voor
jou. Zij hebben wel duizendmaal tegen mjj gezegd
Laat het meisje toch bjj het tooneel gaan, zg is mooi,
frisch, zjj zal wel carrière maken. Maar ik antwoordde
steedsneen. Al moet ik ook steenen kloppen en droog
brood eten, op de planken komt zjj niet. En nu zal
misschien alles nog goed worden, mjjn kleine, lieve
Annie, en wat je vader aan de fjrtuin ontwringen kan
is alles voor jou, alles.®
Hjj nam een gouden tientje en legde het in haar
hand«Ziedaar, daar is je eigendom, en je kunt er mee
doen wat je wilt.®
Zjj bekeek het goudstuk, nog nooit in haar leven had
zjj zooveel geld bezeten, en de indruk welke het geschenk
en het gevoel van bezit op haar maakten was zoo groot,
dat de vreugde daarover voor een korten tjjd alle andere
gedachten terugdrong.
Den volgenden dag kwam er een brief van Konrad,
waarin hjj onder meer, schreef
«Als het u schikt, komt mij dan de volgende week
hier in Hoppegarten opzoeken. Het is het beste als ge
met den vroegtrein komt. Dan kunt ge eerst de paarden
zien draven op de renbaan en zijt daarna mgn gasten.
Ik vraag u zoo vroeg te komen, omdat het hier 's mor
gens het mooist is en wijl ik 's middags weinig of geen
tjjd heb. De hartelijkste groeten aan juffrouw Annie en
mijn beleefde complimenten aan juffrouw Griotte.®
„De harteljjkste groetenAnnie las den brief wel
tienmaal over en die drie woorden nog wel een outel
baar aantal keeren meer. Zij telde de dagen, de uren
en de minuten, die haar nog scheidden van het oogenblik
dat zjj Konrad zou weerzien
De directer was wel wat teleurgesteld toen hjj hoorde,
dat de conferentie van Griotte met den secretaris van
C mrant van 3 i Sapi-mber 19 '5 nr omheen. Ik Ovb toen
meteen mijn tante een brief gesobreven en haar gevraagd,
of z? eens een stok in de krant won echrjj*en, om te
vertellen, dat n een praatjesmaker bent en dst d* men-
soben in Alkmaar niks moeten gelooven van wat n ze
blieft te vertollen van de Amsterdamsche jongens; en dat
we heel n«'jes en fatsoenlij® zjjn, al maken we soms een
lolle je. Miar m'n tanto schreef terne, dat z« oen zw-or
an 'r reenter wjjsvireer beeft en dat ze ook joist geen
inkt genoeg in 'r fl-ssie bad, maar dat ze anders dien
Amsterdamsohen pi aa'jasmaker, die kwaa-I vaa 'r no fli
■ertflt, eens ler!ijk te kjjk zon zetten. Noa ik heb
geen zweer aan m'a vinger en inkt genoeg in m'n flessie
anders döa ik er maar wat water bjjen 'k zal n dau
ereis vertellen, meheer, dat n net zooveel veistand bebt
»an een Ams'erdamsoben jongen, als ik »an de wasch.
vertelt bgvoorbeeld aan de menschen in Alkmaar,
dat we do politieagenten in Amsterdam smeris noemen
maar waarom rer'elt u niet de arde e namen, die we
ze geven, zooals klabak an kip en koperen bout
Omdat u ze niet k-nt, meheer de bnetscbrjjver En zoo
krjjgt u non ereis een gratis lessio in de Nederlandsche
taal van een Amste'datr-scben jongen 1
En vindt u knop smeris knolsmeris er knop-knol smeris
znlke rare n -men W 1 w-| O 'iod' brigadier en bereden
agent en brigadier bij de bereden politie zeker mooier 1
l)*c heb ja met, znlKe lai als o; za gebruiken graag
deftige stadhuiswoorden, maar bet kwaadspreken kunnen
ze niet laten.
Eo wat praat u toch van het ruiten ingooien in de
Amsterdamsohe scholen I
Denkt n missohion, dat we 't er zoo pleizierig hebban
Zit ik er niet iederen dag m'a gal op te eien, als de
meestrr ons al dien onzin leert van sterke en zwakke
werkwoorden en van ljjdeid voorwerp en gezegde en
weet ik al meer
't Is me 'n vent, die meester van me I Hjj kan niet
eens uitrekenen, hoe zwaar de staart van e-n kolder
moet wezen en laatst wist hjj niet wat. okkies 'j zjjn t
En die heeft nou zooveel examens gedaan 1 Eo d >n treifert
nij ons den beelen dag met: »R-cbt zitten »Jo
moed bonen U «Niet afkyk«n 1» on m-er *an dat
moo s N 'U hij treitert ons, wij doen bet hem en toen
hjj gisteren evemjes wat op bet bord te scb jjv&n bad,
gooide ik 'm een mop klei op z'n mooie letters, dat je
de klets wel op straat kon hooren. Nttunrljjk beeft
hjj me daarvoor ongenad g te pakken gehad dat w 1
zeggen met strafregels. Want slaan mag hjj Diet. Als
bjj dat durfde te do*n, werd hjj woggejaagd dat ia 't
eenige ware woord dat in uw brief stond. Ik moest
voor straf honderd reg«U sch-jjven, maar 't stond geljjk
met wel twee honderd, want ze waren allergemeenst
lang. En zou je bjj zoo'n bebandelmg niet eens een paar
ruiton van die mooie school mogen ingooien Je
moet wel een tr«urig sohepeel wezen, om zio iets te
kunnen zeggen! Ei zoo ziet u dan meteen, hoe ik over
u denk I
Maar u b*nt nog niet van me af 1
U wllrie ook, dat de smerissen o is m-er achter de vodden
zaten 1 Alsof we geen ranse! genoeg k-ijzen en alsof ik
een week of w.t g-dedon niet van 's avonds vier tot
zeven in 't politiebureau gezeten heb, omdat ik stilletjes
de pen u>t de as v«n eeu sinaasappelen kar bad gebaald,
zonder dat de koopmau bet had gemerkt, zoodat. een
buis of wat verder de heele aantekraam onderstebiven
ging en do sent stond te schreeuwen, omdat al zjjn
mooie sinaasappeltje in de modder ]ng*n. Maar 't ge-
neenste was, dat toon m'n moeder me om zeven uur
kwam halen, zooals de O immiasaris haar door een kip
bad laten zeggen, die valsche kerel, haar opstookte, me
thu s een pak slaag te geven wat ze dan ook weraeljjfc
Brandes eerst na een week zou plaats hebben, maar
Griotte was zoo zeker van een goed su- ces dat hij in
het uitstel berustte. Er werd besloten dat hjj aan het
uitstapje naar Hoppegarten zou deelnemen, dan konden
de onderhandelingen misschien dadelijk geopend worden.
Den volgenden Zondag ondernam Grintte met zijn
dames de tocht naar Werder. Des Zaterdags was het
te Berlijn weliswaar somber weer, maar den braven
Griotte brandde het geld in den zak.
«Het schoonste wat er in de maand Mei voor de
Berlijners te zien is,® zeide hjj met zijn guldens ram-
me.end, «is Werder met zjjn bloeiende bonnen. Dat
moet je beiden eens zien, je moet het voorjaar toch
ook begroeten, je zult er van opkijken.®
Zij kochten brood, boter, worst en Zwilsersche kaas,
maakten er een stapel boterhammen van, pakten die in
het dagblad en verdeelden za over de verschillende zakken.
De lente en Werder vertoonden zich op hun schoonst
voor de drie, die in jaren geen akkers, weiden en
bloeiende bonnen gezien hadden. In de tuinen en op
de heuvels om de kleine Brandenburgsche stad stonden
de boomen in vollen bloei; waar men ook heen zag,
overal prjjkten de witte en roode bloesems. Boven op
den berg speelden muzikanten en toen het avond werd
gingen ze naar de stad, die op een eiland in de Havel
ligt, liepen door de straten en traden een herberg
binnen, waar zjj bessenwjjn dronken. Deze schuimde
als champagne en gaf Griotte het gevoel van een
gentleman, die met zijn familie in een vreemd land
reist. Geen van drieën kon bessenwijn verdragen.
Griotte kwam er door in een dramatische stemming,
waarin hjj aanhalingen deed uit Shakespeare; juffrouw
Griot e werd zeer aangedaan en Annie lyrisch gestemd.
Laat in den avond wandelden zij met honderden andere
Berlijners over de bloeiende heuvelen naar het station.
Er waren menschen bjj die schreeuwden en twisten,
maar do meisjes begonnen eerst hier en daar een
enkele, later allen te samen het oude lentelied te zingen.
Wordt vervolgd.)