No. 77 Honderd en achtste jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR .ALKMAAR EN OMSTREKEN. DERBY. ZATERBAG 31 MAART. FEUILLETON. Amsterdamsche Brieven. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk t I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnuw «er 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Grpote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. „Vereeniging tot steun van Verwaarloosden en Gevallenen Een mooi geschrift mooi zoowel om wat er in te lezen staat, opdat dit ernstig overdacht zou worden, als door de 8 plaatjes die er in zijn opgenomen mij dezer dagen gezonden en welk boekje bedoelt meer ere bekendheid te geven aan bovengenoemde vereeniging, geeft me ongezocht aanleiding er hier iets uit na te vertellen, hopend daardoor een heel klein steent je bij te dragen tot die zoozeer gewenschte meerdere bekendheid. De vereeniging uTot steun* zóo wordt zjj kortweg genoemd werd gesticht in 1886 door mannen die gevoelden, dat er groote behoefte bestond aan een inrich ting, zooals de reeds sedert lang bestaande Heldring gestichtenmaar dan in vrijzinnigchristelijken geest. Zij strekt hare hulp uit tot verwaarloosde kinderen en oudere meisjes en tot hen, die strenger en beter leiding noodig hebben dan ouders of voogden vaak geven. Men wil dien personen door opneming in een gezin schenken, wat zjj tot nu moesten missenden gezegenden invloed van een vriendeljjken en zedeljken huiseljjken kring. De noodzakelijkheid, het kind door waarneming gedu rende eenigen tjjd te leeren kennen, alvorens men het aan een gezin kan toevertrouwen, deed de vereeniging doorgangshuizen oprichten. Zulke zjjn thans er drie: Veldzicht en Boschzicht te Apeldoorn en Beekzicht te Epe. De beide eerste inrichtingen zijn bestemd voor meisjes de eerste voor die boven 15 jaarin de tweede worden jongere kinderen verpleegd. Beekzicht hoofdzakelijk voor jongens tot 14 jaar bestemd werd een proeve van co-educatie, welke proef geslaagd mag heeten, want de directeur zelf ver klaart dat de invloed van het samenleven van jongens en meisjes zeer gunstig op beide groepen werkt. De „%>oorg«ng»hiilzen." Hoe spreken deze van de moeite, het geduld en de zelfverloochening welke het kost, om die kinderen, die niet wilden deugen, tot flinke menschen te doen opgroeien en hen te leeren, later op fatsoenlijke manier in eigen onderhoud te voorzien Welk een liefdevollen, maar zwaren arbeid legde de vereeniging zich op. Gelukkig dat dit reddingswerk op heerljjke vruchten mag wijzen, al ontbreken hoe zou het anders kunnen? de teleurstellingen niet. Het eerste en voornaamste, waarop een kind recht heeft, is liefde. Maar allen die werden opgenomen misten dat wat zjj voor alles behoefdenden heerljjken invloed van een reine omgeving, de trouwe zorg en liefde der ouders. Zjj kwamen uit gezinnen waar ót de vader óf de moeder óf beiden aan den drank verslaafd waren. Een anderen keer was het ontucht die het huisgezin vernietigde. Hoevelen dier ongelukkigen doolden 's avonds rond totdat de straat leeg werd, om dan in een portaal den nacht door te brengen 1 Hoevelen der verpleegden stonden aan den rand van een afgrond of waren reeds zinkende 1 Jeugdigen van jaren, maar soms al oud in ervaring op zondig gebied. Ze traden binnen vol van booze hartstochten niet zelden, d Veldzicht* en Boschzicht* waren voor niet weinigen een gezegend toevluchtsoord, een huis der redding en herstelling. De reine omgeving, de liefde en toewijding aan hen betoond, werken weldadig op den ruwen knaap en het in woord en verbeelding vroegrjjpe meisje. De woeste natuur komt tot kalmte, de losbandige ondergaat den invloed van regel en orde. Goed zjjn en goed doen moeten allengs gewoonte worden. Onder heilzame leiding hebben de deerniswaardigen gelegenheid tot zich zeifin te keeren, de eerste stap op een nieuwen weg. SPORTROMAN dook W, BEIJEn-F»B8TEU 17) De beide vrouwen waren als verblind; toen kwam Griotte met zjjn hoogste troefhjj haalde geld uit zjjn zak. geld, al meer geld, guldens, rjjksdaalders, gouden tientjes en als de kioon op dat alles een bankbiljet dat het getal honderd droeg. «Telt het eens na,® zeide hjj, en met bevende vingers telden zjj: «Twintig, dertig, veertig, vjjftig, zestig, zeventig, honderd, twee honderd I« «Twee honderd «Twee honderd »Ja, twee honderd. Als een extra voorschot voor de inleiding der onderhan elingen. En als de zaak tot stand komt en Brandes den schouwburg koopt, dan krjjgt de tooneelspeler Griotte twaalf honderd gulden benevens een contract als eerste regisseur met een vast salaris van vjjf honderd gulden in de maand. Juffrouw Griotte stond met moeite op en ging met wankelende schreden naar haar man toe. Zij legde snikkend de armen om zjjn hals en toen hij enkele minuten tevergeefs getracht had haar wat op te vroo- ljjken, brak ook zjjn stem. Het geluk was eindeljjk daar en nu was het schier te plotseling gekomen. Nadat juffrouw Griotte eenigszins bedaard was, begon zjj allerlei dwaze \ragen te doen: of ze dadelijk een ander huis zouden zoeken en nieuwe meubels koopen, of Konrad Eckert mooi gekleed was, en of hjj nog zoo beleefd en vriendelijk en goed was. «Je kunt je geen van beiden een voorstelling maken van Konrad,® zeide Griotte. »Hjj ziet er uit als een Men tracht de nadeelen van het gestichtsleven nooit geheel op te heffen zoo gering mogelijk te doen wezen. Wie Veldzichtverlaat, heeft een goeden leertijd doorgemaakt. Liefde won wederliefde, vertrouwen, open- I artigheid, oprechtheid. Van genegenheid tot het huis getuigen dan ook de brieven van oud-verpleegden, waarin gedankt en menigmaal om raad gevraagd wordt. De resultaten vallen beslist mee, bljjkens de verslagen. Beekzicht* en Boschzicht* hebben niets van een gesticht. Van buiten als villa's, van binnen groote huisge zinnen. De kinderen dezer inrichtingen bezoeken de openbare lagere school, terwjjl men na 4 uur aan allerlei bezigheid den tjjd besteedt. Een groot gezinFeestdagen worden er gevierd. Alles echt huiseljjk. Het godsdienstonderwijs te Apeldoorn zoowel als te Epe wojxit allerminst op den achtergrond geschoven pn als iets bijkomstigs beschouwd. In geenen deele. Het geschiedt in vrjjzinnig godsdienstigen geest, zoodat er geen reden is om te zuchten: «Ik wou dat hjj hen tegenkwam die kinderen in zijn armen nam En vast wat anders leerde.® Vrijzinnig, want men maakt geen propaganda voor eenige richtingmaar tracht een vroomheid aan te kweeken, die wars van leerstelligheid boven ge- loofsverdeeldhei l staat. De vereeniging «tof steunacht zich gelukkig voor de 3 inrichtingenmenschen te hebben gevondendie berekend zjjn voor hun taak en hun geluk zoeken in den arbeid voor anderer heil. De „Oezlnsverpleglog." Eerst in een Doorgangshuis*, maar dan in een gezin 1 Wat de kinderen in eigen tehuis (?)misten wordt zooveel mogeljjk vergoed door ze te brengen bjj liefderjjke pleeg ouders. De vereeniging zoekt dus voortdurend geschikte ge zinnen. In verschillende plaatsen wordt de taak van het bestuur verlicht door gemachtigden, die behulpzaam zijn in het zoeken van plaatsing en die door hun persoonlijke bekendheid met de gezinnen de gewenschte personen zjjn om het toezicht over de verpleegden te oefenen en in te grjjpen of bjjstand te verleenen, waar dit noodig mocht zjjn. Liefst zoekt men die gezinnen op het platte land of in kleine steden, waar goede scholen zjjn en ook gelegenheid is tot verdere ontwikkeling in maatschappeljjk ongees telijk opzicht. De vereeniging behoeft meer gemachtigden. Zijn er ook hier die haar zotiden willen helpen door als tusschenpersonen op te treden T Denkt er eens over en ziet èens rond in uwe kringen 1 »'t Is in menig opzicht een dankbaar werk. Hier is een klein gezin, waar nog wel een plaatsje is voor 'n huisgenootginds een ledige plaats, welke ingenomen kan worden door een pleegkindelders voelt men be hoefte een kind te redden. Wilt gij zulk 'n kind ontvangen, 't zij tegen vergoeding, 't zij om niet t Kent gij zulke gezinnen die daartoe bereid zijn Meldt u aan en geeft uw bemiddeling en toezicht bij de uitbesteding Een korte verpleging in een doorgangshuis en dan in een huisgezin, zietdaar de middelen om kinderen voor ondergaan te behoeden. Gedurende bijna 20 jaar werkt deze vereeniging Tot steun.* Nog steeds groeit het aantal verpleegden. Er is benopfte aan een nieuw doorgangshuis, voor jongens boven de 14 jaar. Daartoe is noodig veel, heel veel geld. Welnu, steunt de vereeniging. Zendt uw gaven. Wordt lid van haar. 't Gaat om het behoud der jeugd, 't Geldt de ver waarloosde, de verstooten, de afgedwaalde kinderen. Redden en vallen vóórkomen. Dat wil deze vereeniging. »Niet Óen der kleinen ga verloren l« Alkmaar, Maart 1906. J. F. TERNOOIJ APÊL. Zich aan te melden bjj den Heer J. A. Prins i Epe. te Epe XVIII. 't Wordt mjj tegenwoordig wèl gemakkelijk gemaakt I Eerst neemt; een koetsier der eleotr scbe tram mjj np mijn "erzoek het werk uit de hand (zie Amsterd. Br. no. XIV) en sohijjft een brief, waarin ik alleen enkele tadion'en te verbaleren heb en thans ontvang ik een -onrjj -eo van een Amsterdamsotten jongen, m t verzoek het in de Atkmaa-sche C rnrant te plaa'sen. Aangezien di ze brief beet op te komen tegen een beschuldiging, ol beter een reeks van bescheid gingen, in mjju eersten AinBterd. Brief, mean ik verplicht te zjjn, erdeRed.ctie een plaatsje voor te vragen. Evenals m het icbrjjvon van Girrit, ben ik ook met dezen brief bier en daar lonterend te werk gegaan. Eo thans geef ik het woord aan mijn geachte» be&tijjder. Meheer, Ik noem het ren stiekeme streek van u, om mg en m'n vrinden achter on en rng zuo te bebsbbelan, als n leelt in de Alkmaarsohe Courant van 30 September 1905 Als u wat van ons te zeggen hebt, moest n het lte-.er in ons gezicht doen; maar ik wed om een handvol daaien, dat o dat niet durft, al verkoopt u nog zulke mooie pi aatj is. 'k Won dat ik wist, waar o woonde, dan zon ik eens een klinker door nw rnit-m komen Keilen, of net zoolang aan de bel luien, dat n d'r gek «an wordt. Zro, worden wjj den koniug van de straat genoemd? Kjjk, wat 'n mop I Jt, we hebben nog «1 wat te zeggen! H»eft me nog niet gisteren een smeris z'n stok over m'n rag gelegd, dat ik vandaag temet niet rechtop kon zitten in m'n bank op ach ol En wat had ik ged .an Niks bijzonders, ten minsts niks, om er 'a striem met 'n stok voor o er m'n corpas te krjjgen. Ik bad alleen maar een emmer water omgeschopt, die voor een kelder stond, waar een schoes zat schoen rn te flikken en toen kreeg bjj al het water in z'n schoot. Is dat noa z o'a verschrikkelijkheid Mag een jongen dan tegenwoordig niet eens meer ereis een lolletje hebben De kerel kon er toob niet dood van gaan U moet ereis weten hoe dikwijl* ik al door en door nat ben ge woest van m'n leven I Want als b.v. de mannen van de Vecbtleiding komen, om de straten nat te spuiten, staan we geregeld onder den straal en denkt o, dat wij daar zoo'n kabaal om maken, als d e echoes Ja, non 'k er over echrjjf, mort ik er toch weer om lachen, zoo'n gezmht als de veet zette, toe. bjj van schtik met z'n driepoot onders'e boven viel. Maar set toen ik tegen hem riep: »Vraag je vronw om een droog hompie pats! daar kreeg ik een »eeg over n'n mg, dat ik dacht, d .t ik in tweettn moest. Zio'n geniepige smeris, om een fatsoecljjken jongen onverwachts en dan nog wel van achter, aan z'n ljjt te komen! Non, ik aan dm loop; maar dat ik 'm nit de vette z'n hnid heb volgescholden, daar kan u etcaar van zjjn, al zal o d't wel weer schande van spreken in de krant. Dat had u niet gedacht hè meheertje, dat die brief over de Amsterdamsche straatjougens in mijn handen zoo komen? Dan moest ik geen tante in Alkmaar hebben wonrn, die ons van igd tot tjjd pakk es stoort en zoo kwam er verleden week weer een pakkie met de Alkmaarscbe attaché, zoo fijn En dan die equipage, die schimmels, die koetsier, die bediende, die lichtgrijze handschoenen, hij lijkt wel een sprookje I® Annie, die geen woord geuit had en wier hart klopte alsof het bersten zou, dwong zich tot een vraag «En hjj zei, dat we hem eens moesten opzoeken «Ja, en dat zullen we doen ook. En Annie, hjj vroeg in de eerste plaats naar jou. Van dien jongen heett men nog eens plezierHij is natuurlijk veranderd, voor namer, gedistingeerder geworden, maar in den grond is hjj nog geheel de oude.® Annie was gelukkig. Ja, hjj moest nog de oude zjjn, anders zou hjj in dte deftige equipage zittend haar vader niet geroepen en zoo harteljjk toegesproken hebben. Er was een tjjd geweest toen zjj dacht dat Konrad meer voor haar voelde dan alleen vriendschap, en hoe gelukkig had die gedachte haar gemaakt I Die droom was weliswaar lang voorbjj, maar zjjn beeld leefde nog in haar hart, nog scho ner geworden door de herinne ring en trouw bewaakt als een kleinood dat niet ver loren mocht gaan. Tot de armoedige omgeving waarin zjj leefden, zou Konrad niet terugkeeren en dus ook nooit tot haar, dit wist zjj reeds lang. Hjj scheen voor goed voor haar verloren en slechts in haar droomen hield zjj zich met hem bezig. En nu drong in deze duisternis haars levens waarin zjj had leeren berusten, een eerste heldere lichtstraal. Haar vader had Konrad gesproken en die ontmoeting alleen reeds was de oorzaak, dat anderen hem groote aanbiedingen hadden gedaan, als slechts een deel dier heerlijke vooruitzichten werkelijkheid werd en zjj dus langzamerhand een paar sporten hooger op den maat schappeljjken ladder klommen, wat dan? Dit hooger beteekende toch ook dichter bjj Konrad. Zoo zou zij hem al meer en meer nader komen, altjjd nader tot hij haar tot zich nemen zou om Annie Griotte nimmer meer te verlaten. Op dezen gelukkigen avond had Griotte het gevoel of hij grooter geworden was. Zich uitrekkend zeide hjj «Vijftig jaar l Een oude comediant, die reeds voor drie vierden door het leven en de planken versleten is, en «WSTBrcSBCMBBal nu opent zich in den herfst nog eens een nieuwe toe komst voor mjj en misschien kinderen, het is te veel l Deze dag overstelpt mjj. Hij at een stuk worst, dronk een flesch bier, en her vatte toen zjjn wandeling door de kamer. «Verbeeldt je, dat ik dit ellendige comediantenleven nog eens vaarwel zal kunnen zeggen Zacht nam hjj Annie's hoofd tusschen zjjn handen «Alles wat ik door mjjn arbeid verwerven zal, is voor jou. Zij hebben wel duizendmaal tegen mjj gezegd Laat het meisje toch bjj het tooneel gaan, zg is mooi, frisch, zjj zal wel carrière maken. Maar ik antwoordde steedsneen. Al moet ik ook steenen kloppen en droog brood eten, op de planken komt zjj niet. En nu zal misschien alles nog goed worden, mjjn kleine, lieve Annie, en wat je vader aan de fjrtuin ontwringen kan is alles voor jou, alles.® Hjj nam een gouden tientje en legde het in haar hand«Ziedaar, daar is je eigendom, en je kunt er mee doen wat je wilt.® Zjj bekeek het goudstuk, nog nooit in haar leven had zjj zooveel geld bezeten, en de indruk welke het geschenk en het gevoel van bezit op haar maakten was zoo groot, dat de vreugde daarover voor een korten tjjd alle andere gedachten terugdrong. Den volgenden dag kwam er een brief van Konrad, waarin hjj onder meer, schreef «Als het u schikt, komt mij dan de volgende week hier in Hoppegarten opzoeken. Het is het beste als ge met den vroegtrein komt. Dan kunt ge eerst de paarden zien draven op de renbaan en zijt daarna mgn gasten. Ik vraag u zoo vroeg te komen, omdat het hier 's mor gens het mooist is en wijl ik 's middags weinig of geen tjjd heb. De hartelijkste groeten aan juffrouw Annie en mijn beleefde complimenten aan juffrouw Griotte.® „De harteljjkste groetenAnnie las den brief wel tienmaal over en die drie woorden nog wel een outel baar aantal keeren meer. Zij telde de dagen, de uren en de minuten, die haar nog scheidden van het oogenblik dat zjj Konrad zou weerzien De directer was wel wat teleurgesteld toen hjj hoorde, dat de conferentie van Griotte met den secretaris van C mrant van 3 i Sapi-mber 19 '5 nr omheen. Ik Ovb toen meteen mijn tante een brief gesobreven en haar gevraagd, of z? eens een stok in de krant won echrjj*en, om te vertellen, dat n een praatjesmaker bent en dst d* men- soben in Alkmaar niks moeten gelooven van wat n ze blieft te vertollen van de Amsterdamsche jongens; en dat we heel n«'jes en fatsoenlij® zjjn, al maken we soms een lolle je. Miar m'n tanto schreef terne, dat z« oen zw-or an 'r reenter wjjsvireer beeft en dat ze ook joist geen inkt genoeg in 'r fl-ssie bad, maar dat ze anders dien Amsterdamsohen pi aa'jasmaker, die kwaa-I vaa 'r no fli ■ertflt, eens ler!ijk te kjjk zon zetten. Noa ik heb geen zweer aan m'a vinger en inkt genoeg in m'n flessie anders döa ik er maar wat water bjjen 'k zal n dau ereis vertellen, meheer, dat n net zooveel veistand bebt »an een Ams'erdamsoben jongen, als ik »an de wasch. vertelt bgvoorbeeld aan de menschen in Alkmaar, dat we do politieagenten in Amsterdam smeris noemen maar waarom rer'elt u niet de arde e namen, die we ze geven, zooals klabak an kip en koperen bout Omdat u ze niet k-nt, meheer de bnetscbrjjver En zoo krjjgt u non ereis een gratis lessio in de Nederlandsche taal van een Amste'datr-scben jongen 1 En vindt u knop smeris knolsmeris er knop-knol smeris znlke rare n -men W 1 w-| O 'iod' brigadier en bereden agent en brigadier bij de bereden politie zeker mooier 1 l)*c heb ja met, znlKe lai als o; za gebruiken graag deftige stadhuiswoorden, maar bet kwaadspreken kunnen ze niet laten. Eo wat praat u toch van het ruiten ingooien in de Amsterdamsohe scholen I Denkt n missohion, dat we 't er zoo pleizierig hebban Zit ik er niet iederen dag m'a gal op te eien, als de meestrr ons al dien onzin leert van sterke en zwakke werkwoorden en van ljjdeid voorwerp en gezegde en weet ik al meer 't Is me 'n vent, die meester van me I Hjj kan niet eens uitrekenen, hoe zwaar de staart van e-n kolder moet wezen en laatst wist hjj niet wat. okkies 'j zjjn t En die heeft nou zooveel examens gedaan 1 Eo d >n treifert nij ons den beelen dag met: »R-cbt zitten »Jo moed bonen U «Niet afkyk«n 1» on m-er *an dat moo s N 'U hij treitert ons, wij doen bet hem en toen hjj gisteren evemjes wat op bet bord te scb jjv&n bad, gooide ik 'm een mop klei op z'n mooie letters, dat je de klets wel op straat kon hooren. Nttunrljjk beeft hjj me daarvoor ongenad g te pakken gehad dat w 1 zeggen met strafregels. Want slaan mag hjj Diet. Als bjj dat durfde te do*n, werd hjj woggejaagd dat ia 't eenige ware woord dat in uw brief stond. Ik moest voor straf honderd reg«U sch-jjven, maar 't stond geljjk met wel twee honderd, want ze waren allergemeenst lang. En zou je bjj zoo'n bebandelmg niet eens een paar ruiton van die mooie school mogen ingooien Je moet wel een tr«urig sohepeel wezen, om zio iets te kunnen zeggen! Ei zoo ziet u dan meteen, hoe ik over u denk I Maar u b*nt nog niet van me af 1 U wllrie ook, dat de smerissen o is m-er achter de vodden zaten 1 Alsof we geen ranse! genoeg k-ijzen en alsof ik een week of w.t g-dedon niet van 's avonds vier tot zeven in 't politiebureau gezeten heb, omdat ik stilletjes de pen u>t de as v«n eeu sinaasappelen kar bad gebaald, zonder dat de koopmau bet had gemerkt, zoodat. een buis of wat verder de heele aantekraam onderstebiven ging en do sent stond te schreeuwen, omdat al zjjn mooie sinaasappeltje in de modder ]ng*n. Maar 't ge- neenste was, dat toon m'n moeder me om zeven uur kwam halen, zooals de O immiasaris haar door een kip bad laten zeggen, die valsche kerel, haar opstookte, me thu s een pak slaag te geven wat ze dan ook weraeljjfc Brandes eerst na een week zou plaats hebben, maar Griotte was zoo zeker van een goed su- ces dat hij in het uitstel berustte. Er werd besloten dat hjj aan het uitstapje naar Hoppegarten zou deelnemen, dan konden de onderhandelingen misschien dadelijk geopend worden. Den volgenden Zondag ondernam Grintte met zijn dames de tocht naar Werder. Des Zaterdags was het te Berlijn weliswaar somber weer, maar den braven Griotte brandde het geld in den zak. «Het schoonste wat er in de maand Mei voor de Berlijners te zien is,® zeide hjj met zijn guldens ram- me.end, «is Werder met zjjn bloeiende bonnen. Dat moet je beiden eens zien, je moet het voorjaar toch ook begroeten, je zult er van opkijken.® Zij kochten brood, boter, worst en Zwilsersche kaas, maakten er een stapel boterhammen van, pakten die in het dagblad en verdeelden za over de verschillende zakken. De lente en Werder vertoonden zich op hun schoonst voor de drie, die in jaren geen akkers, weiden en bloeiende bonnen gezien hadden. In de tuinen en op de heuvels om de kleine Brandenburgsche stad stonden de boomen in vollen bloei; waar men ook heen zag, overal prjjkten de witte en roode bloesems. Boven op den berg speelden muzikanten en toen het avond werd gingen ze naar de stad, die op een eiland in de Havel ligt, liepen door de straten en traden een herberg binnen, waar zjj bessenwjjn dronken. Deze schuimde als champagne en gaf Griotte het gevoel van een gentleman, die met zijn familie in een vreemd land reist. Geen van drieën kon bessenwijn verdragen. Griotte kwam er door in een dramatische stemming, waarin hjj aanhalingen deed uit Shakespeare; juffrouw Griot e werd zeer aangedaan en Annie lyrisch gestemd. Laat in den avond wandelden zij met honderden andere Berlijners over de bloeiende heuvelen naar het station. Er waren menschen bjj die schreeuwden en twisten, maar do meisjes begonnen eerst hier en daar een enkele, later allen te samen het oude lentelied te zingen. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1