No. 103. Honderd en achtste jaargang. 1906 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DERBY, Prijs der gewone advertentiën WOENSDAG 2 MEI, BUITEN L AND. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor At/kmaau. f 0,80 franco door het geheele Rijk I I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. groote contracten rabat. Groote TetefoOMMHiter 3. Per regel f 0,10. Bjj letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam O 9. Algemeen Overzicht. 42) Gemengde Mededeelingen. ALKNIAARSCHE COURANT. Posterijen. Belanghebbenden wordt bekend gemaakt, dat de lichting van de bussen op den Djjk, aan dan Accqdstuen, de Viscbmarkt, den Geestersingel en het Kennemerpatk, met ingang van heden is vervroegd van 8.35 m. op 8.20 m. Alkmaar, 1 Mei 1906. Da Directeur van h t Postkantoor, S. VAN DELDEN. Hoe de dag van gisteren in Frankrijk is afgeloopen, zullen wjj eerst morgen kunnen weten, maar van Parjjs weten wjj althans zoove.l dat het er heel rumoerig was, maar dat er tot twaalf uur verder reiken onze be richten niet geeu ernstige dingen zijn gebeurd. De groote winkels en magazjjnen waren open, maar er werd niet op straat nitgestald, alles bleef blnnoo, wat zich zeer natuurljjk laat verklaren. De stations in en om Parjjs werden door troepen bewaakt, terwjjl de verdere troepen overal onder dak waren gebracht in de gebouwen van den openbaren dienst. In den morgenstond was het overal nog tameljjk rustig, maar tegen 10 uur heereohte er een opgewonden stemming in den buurt van de Arbeidsbeurs en daar werden dan ook eenigo personen, die niet door wilden loopen, in hechtenis genomen. De achturige werkdag scbjjnt de leuze van de stakers te zijn en velen dragen die op hoed of pet. Hoe later het in den morgen werd, des te meer nam ook de drukte toe, er werden veel daden van verzet gepleegd. Er werd met steenen geworpen naar de Kazernes en ook naar op rjjwielen gezeten politie-agent, zoodat deze genoodzaakt waren af te stjjgen en hun revolvers ter hand te nemen. Tegen halftwaal hadden er talrjjko botsingen, en dien tengevolge ook talrjjke aanhoudingen plaats. Er vormen zich hoe langer zoo meer groote oploopen, en waar deze voorbjj trekken worden de winkels gesloten. Het weer was niet zeer gunstig voor botoogingan, want het regende en mitschien zal dit er meer toe bjjdragen om groote wanordelijkheden te voorkomen en de stakers naar hun huis te drjjven, dan de groote ontwikkeling van troepen. Van het beruchte (1) complot hoort men al niet veel meer en niemand hecht er eenig geloof aan, ofschoon het natuurljjk niet aan dagbladent onbreekt die er nog altjjd op los raisonneeren en het bestaan van een samen zwering der menigte op de mouw willen spelden. Ernstige kranten lachen er mede, en beschouwen de geheele geschiedenis als een erg minne kiesmanoeuver. Zoolang wjj niet van het tegendeel overtuigd worden, zullen wjj het ook als zoodanig beschouwen. In Oostenrjjk is eon ministerieele crisis uitgebro ken, die evenwel al zeer Bpoedig beëindigd is; minister von Gautsch heeft zjjj portefeuille neer gelegd en als zjjn opvolger is prins Kontad tn Hohenlohe SchillingslQrst opgetreden. De nienwe eerste-minister is in 1863 te Weecen ge boren. Hg trad in 1888 in den staatsdienst. Als ambte naar trok hg het eerst do aandacht in 1894, toen bij aan 't hoofd van het district Teplitz met groot beleid tjjdens een ernstige werkstaking optrad. Ia 1899 ging by over naar het ministerie van binnealandsche zaken. In April 1903 werd hjj met het bestuur van de Bokowina belast. Hjj verwierf daar door zjjn strenge onpartijdig heid en rechtvaardigheid spoedig en allerwege sympathie. In 1904 werd prins Hohenlohe stadhouder van Tries en vandaar is hjj nu geroepen tot den post van eerste- minister in Oostenrjjk. Daar hjj ook de portefeuille van binnenlandtche Z'ken SPORTROMAN dook W. BUIJER-fsbstmii. Konrad nam het blad en verzond het telegram. «Brandes' geluk is onmeteljjk,» zeide de menschen. De zon zonk langzaam in het Westen toen de wed rennen afgeloopen waren en de menschenstroom te voet, per rjjtuig, per spoor en per tram naar Hamburg terugvloeide, tn de bierhuizen te Horn en Wandsbeek dronken de bezoekers op «Coriolan» en Brandes, terwjjl in het voornaamste hotel te Hamburg het fijne diner werd aangericht, dat de gelukkige eigenaar van «Coriolan» zjjn vrienden en kennissen aanbood. De laatste rijtuigen rolden weg en toen meneer Kalm en baron von Rosse over de groene renbaan liepen was het er zoo stil en eenzaam, alsof hier nooit paarden gestreden en hartstochten gewoed hadden. Alleen het platgetreden gras getuigde hoe hier kort geleden veel duizenden heen en weer geloopen hadden. Het was stil, de krekels piepten zacht een mooie vredige zomeravond, die de menschen vrooljjk en vriendeljjk stemt. Drie uur hadden meneer Kalm en de baron bjj een droge sloot gezeten, vanwaar men slechts uit de verte de renbaan en de tribunes zag. Nog nooit was meneer Kalm in zulk oen weemoedige stemming geweest, als toen hjj onmiddellijk na de nederlaag zjjn arm op dien van den baron gelegd en hem gesmeekt hadBreng me wegWeg van hierTrots zjjn eigen ontzettende teleurstelling had de oude baron medeljjden met den man. «Ik kan niet meer naar Hamburg,* kreunde Kalm, »ik schaam me halfdood.» Het klonk bjjna tragisch. Meneer Kalm die zich neemt, gaat met von Gmtscb ook bljjkbaar graai Bylandt- Rh*idt been. Alle andere ministers bljjven en von Gantsch' kiesrrchthervormirg eveneens Ook dn parlementarisatie van hot kabinet gaat door. Een andere belangrijke han deling van het ministerie Hohenlohe zal zjjn de indiening van een ontwerp tot naasting van den Noorder spoorweg n Hongarjje zijn de verkiezingen voor den nieuwen Rjjfesraad begonnen die tien dagen znllen doren, Andrassy, de miaister van binnenlandsche zaken, heeft een oirculaire aan de ambteuaren in de comitaten uit gevaardigd, waarin hen wordt aangezegd geen ambteljjke pressie nit te oefenen, maar het oog te houden op de geesteljjkheid en het «terrorisme der nationaliteiten." Zjj moeten ieder ariesteeren, die zioh schuldig maakt, aan »anti-migyaarsch terrorisme". Als gevolg van die aan schrijving zjjn er in het Roemeeusehe deel des lands ver scheiden person-n opgepakt, ofschoon de verkiezingsstrijd daar hoofdzakelijk door middel van brochures wordt gevoerd en niet in vergaderingen en dergeljjke, omdat den sprekers toch de mond wordt gesnoerd, zoodra zjj maar één anti-magyaarsche uitdrukking durven bezieen. De garnizoenen zjjn overal versterkt en zelfs uit Weenen zijn troepon gezonden. De uitalig was Maandag ora drie uur, dat geko'.en waren 118 onafhankeljjken, 26 oonstitutioneelon, 11 le den der volkspartg, 3 Serviërs, 3 Skksers, l Roemeniër, 1 demooraat. Wjj zeiden eenige dagen geleden dat in Italië de toestand van de vloot zeer sl?oht was en nn zegt het verslag van de erqoëte-commissie, dat dezer dagen aan de Kamers zal overgelegd worden, o. a. het volgende Sedert twintig jaar, is de particuliere indnstrie in Italë begunstigd ten nadeele van den staat en da nationale weerbaarheid. Gevolg is, dat de ItaliaaDSche zeemacht thans geheel minderwaardig is tegenover die van ander» volkeren. Da commissie elsoht, dat de contracten, die nog loopen mot de fabrieken van Terni, worden verbroken in het buitenland worde besteld en in 't algemeen in alle takken van dienst bjj de marine grondige hervor mingen worden ingevoerd. Na het theatrale altreden van president Gast r o werd nit Venezuela niet veel meer vernomen, thans deelt de New-Yorksohe Correspondent van de Goiobe het volgende mede i De Vecezokansche zaken trokken hier weer de aandacht, wegens den zonderlingen toestand waarin Venezuela verkeert. Gastro heeft den titel van president der repu bliek behouden, al heeft hjj zich met veel vertoon nit bet openbare leven terngg«trokken, zoodat de leiding van 's lands zaken nn bernst bjj den waarnemenden president Gomez. Naar 't heet is alles rustig, en als men de amteljjke telegrammen gelooven mag. is Veneznela op 't oogenbl k zoo goed als e*n aardsch Paradjjs Zeker is 't, dat al de handelende kwestiën, zoowel met Enropeesche landen als met de Vareenigdo Staten, opgeschort bljjven, wat wel merkwaardig is als men bedoakt dat ze nog kort geleden tot zooveel opgewoudeuhoid aasleiding ge geven hebben. Menschen dia Castro goed kennen, zgn ovrr nigd (vol gens den correspondent) dat hjj zich gereedmaakt, het land te verlaten na hjj zjjn schaapjes op het droge hoeft, ten deele ook omdat hjj in den laatsten tjjd minder ftrjjdvaardig is geworden en geen trek heeft in een nieuwen burgeroorlog. Gomez wordt door geen der Vene- zolaansche partgen vertrouwd behalve door zjjn eigen partij, welke ook die van Gastro is. Hjj is waarschjjnljjk de eenige man in de politiekop wien Castro meent te kunnen rekenen en mocht de president in raste toch schaamt I Inderdaad had hjj op een alle grenzen te buiten gaande manier gebluft en iedereen zoo herhaal delijk verzekerd«mjjn paard wint den Derby» dat een moreele gedruktheid wel op zijn plaats was. De oberkellner in het hotel, de kapper, de kleermaker, grooten en kleinen waren door Kalm in het ongeluk gestort, zij allen hadden hun spaarpenningen op »Lucifer» gewed en zouden hem nu verwenschen en vervloeken. Deze gedachte, hoe verschrikkelijk en onaangenaam ze ook was, had toch ook iets verzoenends voor Kalm. Hjj was althans niet de eenige teleurgestelde en be drogene, en toen hjj zich hun toestand voorstelde, plooide een grjjnslach zjjn mond. Ze gingen naar Horn waar «Lucifer» stond en ont moetten meneer George, die toezag op het voederen der dieren. Hij vergezelde de heeren naar den stal en daar stond nu die zwarte «Lucifer» en vrat, vrat, vrat vrat Kalms duur betaald haver en bekommerde zich geen haar om het ongeluk van zijn meester. «Monster!» riep Kalm. By het hooren van zijn stem draaide het dier zich snel om. «Monster I» Het zoo even nog rustige paard trok aan zjjn ketting en begon te steigeren en te slaan. Kalm wjjdde in den breede er over uit hoehinderljjk en onaangenaam dat ellendige beest hem altjjd geweest was, ten slotte besluitend dat het zou worden doodge schoten. Vandaag nog. Het kostte niet weinig moeite hem deze kinderachtig heid uit het hoofd te praten, en alleen de bewering, dat de geheele wereld er om lachen zou, was in staat hem op zijn voornemen te doen terugkomen. Ze gingen verder en plotseling, dicht bjj Wandsbeek, overkwam Kalm een bui van wanhoop en barstte hy in een hartverscheurend gesnik uit. «Niets gelukt mjj. Ik ik, ongelukkig mensch Den goeden ouden baron, die zich niet herinnerde ooit een man in tranen te hebben gezien, overviel een oprecht medeljjden. Hjj nam hem mede naar een kleine herberg en in besluiten, het bewmd te hervatten, dan zou Gomez zich geen oogenblik daartegen verzetten. Naschrift. Nadere berichten, die tot gisterenavond laat loopen, vermelden dat de le Mei in geheel Frankrjjk en met name in Parjjs, zonder ernstige conflicten is afgeloopen. Evenwel schjjnt het dat de Reittei- telegram men de zaak wel wat al te optimistisch voorstellen, want naast de verzekeringen dat alles zijn gewonen gang gaat en de drukte niet veel grooter is dan gewoon- ljjk op de Zondagen, leest men telkens dat militairen of politie-agenten moesten chargeeren en dat vele ge wonden vielen en tal van arrestaties plaats hadden. Dat is dus toch wel iets meer dan gewone Zondags- drukte, wil ons toeschjjnen. Ook te Brest, Marseille, Lyon en zeker ook nog wel elders, hadden botsingen plaats, waarbjj gewonden vielen en arrestaties gedaan werden. Betrekkelijk is het dus nog al goed afgeloopen en tot een soort revolutie, waarvoor men vreesde, is het niet gekomen. Hennig, de Duits he Frans Rosier. Ter wijl men in ons land nog altijd bezig is met Frans Rosier als een zuigeling te voeden, en polemiseert over zijn al of niet verantwoordelijkheid, maar nog niets hoort van zijn proces is men in Duitschland al veel verder met de zaak-Hennig, niet tegenstaande dit heerschap nog na Rosier gesnapt is, zoodat hij reeds voor zijn rechters is verschenen. Dat Hennig een brutaal heer is en niet op zijn mondje gevallen, en er zelfs een soort galgen-humor op na houdt, die niet onvermakelijk is, blijkt zonneklaar uit zijn eerste verhoor. In '93 werd Hennig veroordeeld tot zes jaren tucht huis wegens diefstal. Nauwelijks ontslagen, werd hij tot vier jaren tuchthuis veroordeeld, weer wegens dief stal. Terwijl hij deze straf nog onderging werd hij weer veroordeeld, tot 7 maanden, wegens muntmisdrijf, eeu poging; om valsche thalors te maken. Den 13en Maart 1905 werd bij uit de gevangenis ontslagen, met een uitgangskas van zeventig mark. Voorzitter„Heb je toen getracht je te verzoenen met je vader Beklaagde: „Ik kon niet by mijn vader blijven. Hij was hertrouwd in dien tijd, en behandelde mij niet vriendelijk." Voorzitter„Had je gedacht dat je vader je dadelijk om den hals zon vallen, nadat je je moeder in het graf gebracht had P Heb je gezegd „Vader, vergeef het mij, ik zal mijn leven beteren." Beklaagde„Nee Voor de 70 mark had Hennig zich eerst een paar schoenen, daarna een revolver gekocht. Hij ontkende zich schuldig gemaakt te hebben aan den moord op den kellner Gierroth en aan valschheid in geschrifte. Alleen bekende hij een rijwiel gestolen eu geschoten te hebben op den politieagent, die hem wilde arresteeren. Om de behandeling der zaak ingewikkelder te maken, betoogde hij dat de moord op Giernoth gepleegd was door een „onbekende" of een zekoren „Franz", den zelfden, die getracht had hem over te halen een ouden heer in den trein te berooven. (Hij bedoelde de bekende berooving van den heer Von Zitzewitz.) Voorzitter«Dit verhaal heb je verteld, toen je den 15en Maart te Stettin gevangen genomen werd, dus eerst na de geschiedenis Von Zitzewitz. De Berliner Lolcal Anzeiger heeft melding gemaakt van dit misdrijf. „Damn de Lokal Anzeiger is eenmaal je lievelings blad (ontzettend gelach) heb je het zeker gelezen." een afgelegen plekje van den tuin plaatsnemend, trachtte hjj hem tot bedaren te brengen met de mededeeling, hoe hjj zelf door de nederlaag tienmaal harder was getroffen. »U bent een rjjk man, meneer Kalm,« zeide hjj. «Wat u heden verliest, wint u wellicht binnen korten tjjd terug en zoo niet, dan is het verlies voor u niet zoo erg. Denk u eens in mijn toestand. De overwinning zou me tot een welgesteld man hebben gemaakt. Met een gerust hart had ik de toekomst tegemoet kunnen gaan, mogelijk ware het niet noodig geweest met angst aan mjjn ouden dag te denken. En nu ben ik arm.« Kalm hief het hoofd op, het onderwerp begon hem te interesseeren. «Arm Werkeljjk arm «Ja. Maar ik laat den moed niet zakken. Ik zal nog zuiniger zijn en wie weet of nog niet eenmaal het geluk me toelacht. Uit een naburig danslokaal klonken de tonen van een wals eu terwijl meneer Kalm er naar luisteide, ver helderde een trek van tevredenheid zjjn gezicht. Een heerljjke gedachte verdreef zijn droeve stemming als ware ze door een stormwind weggevaagd. «Hoe stelt u zich dat voor Zuinigheid Geluk Meent u samen met injj «Ja zeker «Komt niets van, baron,» zeide Kalm met nadruk. «Natuurljjk houdt dat nu op.» «Op?« «Ja, op. Het wordt me te duur. U bent nu een jaar in mijn dienst en ik kan niet anders zeggen dan dat het een goede, weloverwogen verbintenis is geweest. Hoofdzaak was voor mjj toegang tot voorname kringen te krjjgen dat heb ik nu. Én evenveel was er mjj aan gelegen groote wedrennen te winnen dat heb ik niet. Nu vraa.; ik uzelf, beste vriend, of onze ver bintenis nog recht van bestaan heeft In het geheel niet. Voor u ja, voor mjj neen. Ergo, ze moet ophouden. Het honorarium voor Juni is zeker al betaald De baron zag hem aan met wezenloozen blik. »U wilt mjj wegzenden Vandaag «Wegzenden ?a Kalm deed alsof hjj beleedigd was. Beklaagde: „Zeker heb ik het gelezen, en toen daoht ik dadeljjk „Dat moet Franz geweest zijn." Voorzitter„Wanneer je den len Maart gevangen genomen was, dan had je zeker niets gezegd van Franz en den ouden heer, maar Beklaagde: (hem in de rede vallend). „Met uw ver lof, dat ik niet eerder gevancren genomen ben, is toch niet mijn schuld". (Onbedaarlijk gelach). Voorzitter«Volkomen iuist». Beklaagde «Nu dan. Wjj moeten het eerst eens wor den over dien Franz.» Voorzitter: «Zeker, wjj moeten elkaar goed begrijpen, 't Gaat niet om een kleinigheid, 't Gaat om je hootd. Dat weet gjj dat weten wjj.» Beklaagde Dan zult u ook moeten toegeven, dat ik geljjk heb. (Gelach). Het verhaal van Hennig over de quaestie Giernoth komt op het volgende neer: Hjj, Franz en nog een, wiens naam hjj niet kende, zouden een herberg openen. Zjj zochten een buftet-chef, die borg zou moeten stellen. Giernoth reflecteerde op een advertentie, die zij in den Lokal Anzeiger plaatsten. Hennig onderhandelde met Gierno b, omdat hjj er 't netst in de kleeren uitzag. De borgstelling van Giernoth bleek later niet te bestaan uit baar geld, doch uit een spaarbankboekje. De defini tieve besprekingen zouden buiten plaats hebben. «Daar gekomen zeiden wjj drieën, de revolver trekkende, dat wjj hem zjjn geld wilden afnemen. Daarop gaf hjj ons zijn spaarbankboekje.» Franz en Hennig gingen naar Berljjn om het boekje te verzilveren. De onbekende bleef zoolang bij Giernoth. Voorzitter -. Giernoth was toch een flinke, jonge kerel. Zou hjj twee uren lang met zich hebben laten sollen door één man! Beklaagde): «Maar dan had u dien onbekende eens moeten zien. I'at was een reus!» (gelach.) «Franz en ik kwamen te laat aan den trein, en moesten bjjna een uur' wac ten. Toen wjj daar stonden, kwam de derde. Ik schrikte Hjj zei: «Weest maar niet bang. Ik heb hem geboeid en vast gebonden.» «Den volgenden dag kreeg ik 500 mark op het spaar bankboekje en moest een quitantie teekenen, ten name «Giernoth». Voorzitter: «Dan beken je toch valschheid in geschrifte gepleegd te hebben.» Beklaagde «Daarvoor ben ik te weinig jurist.» On bedaarlijk gelach.) «Maar ik wist toen niet dat Giernoth dood was.» Daarna werd Henning ondervraagd over de bekende vlucht over de daken. Voorzitter: »U hebt de verhalen wel in de kranten gelezen. Die zjjn juist, niet waar?» Beklaagde: «Over het algemeen wel. Alle kranten overdrjjven natuurljjk een beetje.» (Onbedaarlijk gelach.) Hierna werd de zitting geschorst. Op borgtocht vrijgesteld. Carlo Waddingten die niet lang geleden te Brussel Balmaceda, den Chi- leenschen gezantschapssecretarisdoodschoot om zjjn zuster te wreken, is tegen borgtocht in vrijheid gesteld en van het huis van bewaring weer naar het Chileensche gezantschapshotel gegaan. Nog weer Gapon. Het laatste over Gapon is, dat hjj inderdaad is opgehangen, maar niet door revolutio nairen zooals men vertelde. Leden der geheime politie moeten het hebben gedaan op 10 April. In een brief vanjl4 April uit Kosjmak, een voorstad van St. Petersbuig, aan een te Londen vertoevend Russisch revolutionair wordt Gapons dood al gemeld. Daarin staat, dat Gapon door de revolutionairen niet meer werd gevreesd en dat de politie niets meer aan hem had omdat hjj geen ver trouwen meer had bjj zjjn menschen. Maar Gapon trachtte zich in een aanhangig gemaakt proces schoon te wasschen door zekere geheimen uit te brengen, waardoor de politie en eenige hooge ambtenaren zouden worden gecompro- «Wat een woord! Wjj verbreken een contract dat geen reden van bestaan meer heeft, anders niets. W ij scheiden als goede vrienden. U moet me nu en dan komen be zoeken en een sigaartje met me rooken. Wilt u eens opsteken «Dank u.« «Het is werkeljjk een prachtige avond. Ik zou wel lust hebben in den herfst nog een zeereisje te maken, het zal wel interessant zjjn.» >Ja.« En Kalm vertelde van Chicago van een zjjner vrien den die Van der Bilt voor zeven millioen bedroog, van een jong meisje dat hjj als twintig jarigen jongen had liefgehad en die nu waschvrouw was; van het onder scheid tusschen varkens uit Kentucky en Engelsche varkens en geraakte langzamerhand in den besten luim. Een koetsier, die aan een tafeltje dicht bij hen een glas bier dronk, nam op zich, voor één gulden vjjftig anders was het een rjjksdaalder de heeren naar Hamburg te rjjden, en met een zekere grootmoedigheid vroeg Kalm «Rjjdt u mee, baron? Ik betaal.» »Neen.« «Niet? Nu, zooals u wilt.» En zoo scheidden ze van elkaar. De zon ging onder en de mooie, groote Derby-dag was voorbjj. HOOFDSTUK XX. Een jaar verliep en op een strengen winter volgden zachte vriendelijke voorjaarsdagen. Konrad had gedurende het najaar en den winter half Europa gezien want een nerveusi'eit, waaraan Brandes vroeger niet leed, joeg hem voort van land tot land. Alleen naar het Oosten ging hjj niet. «Ik wil den prins nooit meer zien,» herhaalde hjj dag op dag, en telkens wanneer er brieven van Grenowo kwamen fronste hjj de wenkbrauwen en liet ze uren lang ongeopend liggen. Wordt vtrvolqd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1