No. 108.
Honderd en achtste jaargang.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DINSDAG
8 MEI.
Ter inleiding.
BINN EN L A N D
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk t I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
TelefooMBitMMer 3;
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Qroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HEKMs. COSTER ZOONVoordam 9.
Alkmaar, 8 Mei.
Met hulde te brengen aan de nagedachtenis van
den overleden hoofdrédacteur der Alkmaarsche
Courant, wenschen wij ons eerste artikel in dit
blad te beginnen. De heer Andriessen toch was
niet alleen een edel-denkend, hoog-staand mensch,
beminnelijk in den omgang, verzoeningsgezind van
karakter, maar daarnevens een journalist met er
kende capaciteiten. Zijn naam had een goede klank
onder de leden van de Journalistenkring, al is de
bescheiden drager ervan in dien kring niet op den
voorgrond getreden. Maar niet slechts in deze ver-
eeniging, niet ook alleen in Noord-Holland en meer
speciaal in Alkmaar, doch ook in andere provin
cies en steden was, zoo al niet de naam van den
heer Andriessen. dan toch zijn werk bekend. Als
schrijver van brieven uit de Hoofdstad heeft hij in
tal van provinciale en lokale bladen zeer gewaar
deerde bijdragen geleverd. En het is ons zeer aan
genaam er hier aan te kunnen herinneren, dat de
redactie der Nieuive Groninger Couranthet blad,
waaraan wij tot Zondag verbonden waren, zich vele
jaren gelukkig geacht heeft den heer Andriessen haar
Amsterdamsehen medewerker te mogen noemen.
Dit eerste artikel is zooals trouwens de lezer
spoedig zal zijn gebleken geen doorwrochte studie
noch een geschreven plechtige openingsrede en nog
veel minder een program-rede. Het is slechts een
inleidend praatje over journalistiek.
Oorspronkelijk d.w.z. in het begin van de zeven
tiende eeuw had de pers een inlichtend karakter.
Zij was louter bericht-gevend. De couranten van
dien tijd waren klein van formaat en bevatten be
richten welke soms maanden oud waren. Terloops
zij opgemerkt, dat de advertenties bijna als iets over
tolligs werden beschouwd men plaatste ze op
den rand.
Dank zij de verbetering in het verkeerswezen, den
reuzen-vooruitgang der techniek en de zoozeer ge-
wenschte toename van kennis en ontwikkeling is
de courant in het algemeen gesproken van inhoud
en vorm veranderd. Het formaat is vergroot, de
inhoud verbeterd. De courant is langzamerhand van
beteekenis geworden. Zij heeft een taak gekregen,
welke steeds moeilijker en steeds meer omvattend
werd. Een courant moet aldus zou men kunnen
formuleeren een getrouw beeld geven van de
belangrijkste gebeurtenissen en de gewichtigste ver
schijnselen van den dag op politiek, sociaal, weten
schappelijk, kunst-, handels- en industrieel gebied,
Zij moet de kroniek van den dag geven.
Yves Guyot, hoofdredacteur van de Siècle en
oud-minister van openbare werken in Frankrijk is
zelfs van meening, dat de pers feiten en niets dan
teiten moet mededeelen, dat de couranten geen
andere taak hebben, dan nieuws-leveranciers te zijn.
Maar leveranciers van welk nieuws Het is gemak
kelijker te vragenmaar van welk nieuws niet
immers een dagblad moet ongeveer elk gebied be
treden, al zal niet ieder lezer iedere rubriek met
evenveel genoegen lezen. Er zullen er zijn, die de
voorkeur geven aan het politieke nieuws, die precies
willen weten wat er thans in Egypte gebeurt en
hoe de Kamer-verkiezingen in Frankrjjk zijn uit
gevallen. Anderen lezen het liefst mededeelingen
over kunst en wetenschap, vernemen gaarne hoe
het Bouwmeester in Indië gaat, hoe het nieuwste
stuk van Lemaitre te Parijs is opgenomen, wat men
nu weer met radium heeft gedaan.
Daarentegen lezen derden in de allereerste plaats
gemengde berichten over onweders in ons land, over
schouwburg-branden in Amerika, scheepsrampen op
den Allantischen Oceaan, aardbevingen in Italië en
hongersnooden in China, geboorte, sterfte, trouw- en
ondertrouw-berichten uit de buurt, enz. Maar alle lezers
willen in hun courant hun nieuws vinden. En met
die uiteenloopende wenschen van haar lezers heeft
de courant rekening te houden. Zij moet zooveel
mogelijk allen bevredigen. Zij behoeft echter dien
tengevolge allerminst een vulnisbak te zijn, waarin
van alles wat geworpen wordt, zooals we eens hebben
hooren beweren. Integendeel ze moet een uit
gezochte verzameling zijn van het beste nieuws.
Uitgezocht in de dubbele beteekenis van het woord,
immers het nieuws is steeds uitgebreider geworden,
het formaat van de courant nam niet in gelijke
mate toe, dus moest er een keuze gedaan worden.
Er stonden twee wegen open: de redactie kon, wan
neer eigen artikelen, correspondenties en berichten
opgegeven waren, zoo lang knippen en plakken, tot
dat de meesterknecht zei dat het genoeg was óf
zij kon meer systematisch te werk gaan, de beschik
bare ruimte over de verschillende rubrieken ver-
deelen en dan de uitknipsels inkorten en bewerken.
De laatste methode beeft de overhand behaald
en dat is waarlijk geen wonder. Daardoor toch liet
de courant zich prettiger lezen en kon zjj op grooter
debiet rekenen. Want de lezer is op geestelijk ge
bied een smuller geworden. Wat hij moge beschou
wen als hoofdschotel en wat ook alB toespijs, hij
heeft twee wenschenhij wil niet alleen vlug worden
bediend, maar zijn voedsel moet ook smakelijk toe
bereid zijn.
De courant heeft echter naast een inlichtend ook
een voorlichtend karakter gekregen. Zjj geeft naast
kroniek ook kritiek. Zij tracht niet alleen nieuwtjes,
maar ook denkbeelden te leveren. Zij kan zelfs
leiding geven aan de publieke opinie althans
dat wordt wel eens beweerd door menschen. die
in een courant de school voor voortzettingsonderwijs
voor velen en in de presse d'opinion de pers van
de toekomst zien. „De pers zoo schreet de La
Haye Cormenin spreekt eiken dag en zij is te
vergelijken met den waterdroppel, die neervallend,
steeds door neervallend, tenslotte het hardste ge
steente doorboort."
In elk geval een courant kan ontwikkelend zijn
of ze kan het niet zijn.
De moderne journalistiek tracht dit wel te zijn
en daardoor is haar beteekenis toegenomen en hier
mede is gepaard gegaan een toename van de ver
antwoordelijkheid van degenen, die zich in haar
dienst hebben gesteld en die een ernstige opvatting
van hun taak hebben.
Wij gevoelen op dit oogenblik die verantwoor
delijkheid bijzonder zwaar. Niet alleen zullen wij
moeten voldoen aan de algemeen geldende eischen.
maar daarnevens zullen wij hebben te zorgen, dat
de Alkmaarsche Courant behoudt dat eigenaardige
karakter, hetwelk de heer Andriessen er aan heeft
gegeven. En dit laatste is voor ons zoo moeieljjk
Uit den aard der zaak zijn wij nog niet van
de toestanden in Alkmaar op de hoogte en al hopen
wij dat dit maar zeerzeer kort het geval zal zijn,
eenige tijd zal er toch moeten verloopen voor dat
Alkmaar en zijn omgeving ons, en wij Alkmaar
kennen. Tot heden was deze kleine maar sierlijke
stad voor ons als een kennis, die wij enkele malen
ontmoetten, die bij elke nieuwe ontmoeting een
aangenamer indruk maakte en van wie wij steeds
prettiger herinneringen naar bet Noordoosten van
ons land meenamen. Nu het ons thans gegeven is
met die kennis nauwere betrekkingen aan te knoopen,
hopen wij, dat wij spoedig met deze vertrouwelijk
zullen zijn.
Zooveel wij kunnen zullen wij hiernaar streven,
vertrouwende, dat wij den steun van velen, die
voor ons onontbeerlijk is, zullen krijgen. Wij zullen
en voornamelijk in den eersten tijd wel eens
op hoogen prijs stellen het oordeel van degenen,
die van de plaatselijke toestanden en verhoudingen
volkomen op de hoogte zijn. Wij zullen af en toe
gaarne inlichtingen wenschen van personen, die in
een of andere zaak of vak uitmunten. En wanneer
wij op hun kennis of op hun ervaring een beroep
komen doen, dan hopen wij, dat zij ons niet zullen
teleurstellen maar ons behulpzaam willen zijn.
Mocht het zijn, dat er iemand aan ons iets te
vragen heeft gaarne zullen wij haar of hem,
's morgens tusschen 9 en 12 uur, aan het bureau
der courant ontvangen. Ook zullen zij, die niet ietB
komen vragen, maar iets brengen hetzij een of
ander artikeltje, een berichtje, een aanwijzing voor
een artikel of bericht natuurlijk eveneens zeer
welkom zijn.
Wanneer deze samenwerking ontstaat, zullen wij
dat speciale karakter van de Alkmaarsche Courant
kunnen bewarenen haar naast nieuwsblad ook
plaatselijk blad doen blijven.
E. C. H. Chr. BRUINS.
De Prijsvraag voor het Vredespaleis.
N-ar aanleiding van het berichtje dat er onder de
inzendingen in verband neet dezen prjjsvraag znlke
schitterend uitgevoerde ontwerpen zjjn, zegt de Qaagsche
hoefjjzer-correspondent van het Hbl., dat eommige archi
tecten vreeton dat de jury zich min of meer zal laten
verbgBteren door «schitterende uitvoering* in stede van
uitsluitend, zooals door recht ér aesthetiek natuurIjjk
gevorderd wordt, te letten op de werkeljjke waarde van
de ontwerpen. Hjj wijst op het gevaar dat er dreigt van
de zijde der architectenbureaus, opgericht door beroemde
architecten die een geheelen staf van medewerkers hebben
en feiteljjk hun naam aan een ontwerp geven, dat door
ondergeschikten is vervaardigd.
Eon geval als de zaak-Van Beers, dat etteljjke jaren
geleden in België ie voorgevallen en waarbjj bleek dat
Van Ëters eenvoudig zjjn naam toekende op schilderjjen
van zjjn leerlingen waaraan hg nauwelijks wat geretou-
oheerd had doch die hem alleen door da handteekening
grof geld opbrachten, zon ook in de bouwwereld niet
onmogeljjk zjjn.
Er is, aan zulk een quaestie, natuurljjk een moreele,
maar óók een aestheticche kant. Want het spreekt vanzelf
dat ontwerpen van een aichiteoten-burean, waaraan door
velen is gearbeid, altjjd min of meer kaos bieden op een
minder sterken persoonlijken stempel, op minder eigen
heid, dat wil zeggen op wat minder van die eigenschap
die juist de ziel van alle schoonheid is.
Aanhalende eenige bepalingen van de »regeliug van
prijsvragen* die de Amsterdamsche vereeniging Architec-
tura et Amicitia aan het Londensche Congres wnscht
te onderworpen, komt de sobrijver tot de slotsom, dat
het daidoljjk is dat Architectura et Amicitia jaist de
«schitterende uitvoeringen» wil weren, als niet bevor
derlijk voor een beoordeeling die uitsluitend let op het
wezen van het ontwerp
lm verband net de Vredesconferentie.
Voor kosten van ontvangst van de afgevaardigden tot
da te 's-Gravenhage te houden tweede Vredes-Conferentie
en van alle verdere met die conferee tie in verband staande
uitgaven, is aan de Tweede Kamer f 75,000 aangevraagd,
dezelfde som als is toegestaan in 1899.
De minister geeft in de toelichting tot deze credietaan-
vrage de verzekering, dat bij alle uitgaven zoodanige
zuinigheid zal worden betracht al vereonigbaar zal zjjn
met de eischen eener waardige ontvangst.
Watersnood ln Zeeland.
By de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp
tot voorziening in den toestand van den spoorwegdam
door den Bathpolder bjj Rilland na den jongsten waters
nood in Zeeland. Het wetsontwerp dient tot aanvalling
en verhooging van het IX Hoofdstuk (Waterstaat) der
Staatsbegrooting voor 1906 met f 250,000 als bjjdrage
in de kosten van herstel en versterking van de bedgking
van den Eersten Bathpolder.
De Hollandsche predikant te Smyrna, de heer L. Ie
Bouvier, heeft in handen van den heer S. P. van Eeghen
te Amsterdam, gestort de som van f 102, gecollecteerd
in de Hollandsche kerk te Smyrna voor de noodlijdenden
in Zeeland.
btailsbnrean voor handclslnllchtlngeu.
Naar de N. Ct. verneemt, is de opriohting van een
staatsburean voor handelsinlichtingen bjj de regeering in
voorbereiding of althans in ernstige overweging.
De Ueneenten en de Ongevallenwet.
In verband met de pogingen, die worden aangewend
om de gemeenten te vereenigen tot bet onderling dragen
van het risico, voortvloeiende uit de Oagevallenwot 1901,
zal door de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeente
belangen den 19 Mei e.k. des nam. 2 uur, h het Haagsche
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen een buiten
gewone vergadering gehouden worden ter bespreking van
de vraag: >Op welke wjjze voldoen de gemeenten het
best en het voordeeligst aan de geldeljjke verplichtingen
welke de Ongevallenwet 1901 haar oplegt De heer
Anth. van Dujjn, hoofdinspecteur van «Dj Nieuwe Eerste
Nederlandsche» heeft op zich genomen de bespreking in
te leiden.
Gemengd Nieuws.
De Aaesterdaatsehe Jeugd.
Versohenen is het Verslag van de Plaatseljjke Commissie
vtn Toezicht, uitgebracht aangaande den toestand van
het Lager Onderwijs te Amsterdam gedurende het iaar
1906."
Daarom is bet volgende ontleend
Sedert de invoering der Leerplichtwet hebben onze
scholen der eerste klasse en daarmee geljjk te stellen
bjjzondere scholen met de vagebondeerende jeugd te kampen
gehad. Een enkele van dat soort is dikwjjls voldoende
om den rustigen gang van het onderwjja onmogeljjk te
maken en den onderwgzer te pijnigen op de dagen, dat
het den zwerver goeddunkt de school te bezoeken.
Tegenover die kinderen stond de school machteloos,
voorcameijjk wanneer ook van de ouders geen steun te
verwachten was, omdat zjj niet wilden, of niet bjj machte
waren dien te verbenen. Da nieuwe wetten stellen tal
van middelen ten dienste van vereenigingen en personen
om de school van deze ongelukkigen te verlossen, of hen
die te doen bezoeken onder andere, gunstiger omstandig
heden. Reeds nu zjjn bjj de AmBterdamsche voogdjjraden
gevallen in onderzoek, d>e kunnen leidon tot ontzetting
of ontheffing van de ouderljjke macht of tot plaatsing op
eon tuchtschool. Onder de 19 leerlingen, die van de
openbare en de 25, die dit jaar van de bjjzondere scholen
wegens ernstig wangedrag zgn verwjjderd of de 6, die
van de eene openbare school naar de andere om dezelfde
rtden zgn overgeplaatst, schuilen er verscheidene, die
voor de torpassing vah zulke maatregelen in aanmerking
komon.
Meer of minder verwilderd, zjjo ook de 425 leerlingen
van wie het bekend is, dat zjj neiging hebben de school
van tjjd tot tjjd niet te bedoeken, en zwerftochten langs
't IJ, den Amstel en 't Abattoir verkiezen boven het
geregeld schoolbezoek.
Jhleu slachtoffer ras /j)n plicht.
Men herinnert zich misschien nog dat na de ontgroe
ning der nieuwe leden van het Delftsch studentencorps
in 1904 een uitgangsavond werd gehouden naar het
circus Pfldging te Rotterdam. Het is er toen wat al te
studentikoos toegegaan. Er ontstond ruzie tusschen de
studenten en het overige deel van het publiek en de
eerstan moeBten worden verwjjderd.
Een politie-agent kreeg daarbjj een klap met een stoel,
waarvan de dader onbekend bleef. l)e man kon dienten
gevolge geen dienst meer doen en is op 1 Mei j.l. eervol
ontslagen.
De president van den Senaa' van het Delftsch Studen
tencorps, roept nu de hulp van de loden van hot corps
in om dsn man eenige hulp te verschaffen.
Ween irtseastaklng.
De eerste secretaris van den Geneeskundigen kling te
Amsterdam, de h ier G. Dornseiffen, schrijft dat er te
Gonda geen sprake kan zijn van een aitsenstaking. Hier
en in dergeljjke gevallen beteekect «staking* niet en
nooit: ophouden met arbeiden, doch niets anders dan:
opzeggen van een contract, losmaken van een verbintenis,
n.l. met de administratie van een ziekenfonds en niet
met de patiSnten.
«Wanneer bedoelde berichten waarheid bevatten, be-
hooit het bewuste ziekenfonds, alleen reeds om de samen
stelling van zgn hestnor, tot de vioieuze, waaraan geen
enkel medicus zich moest verbinden, maar de patiBnteu
zulten stellig van de «staking* nie'.s bemerken, zeker
geen nadeel, en aan de hun noodige raad oi behandeling
zal het bun met of zonder «staking* stellig niet ontbreken.*
Hondsdolheid of nletf
Een der rjjks-veldwachters, bewakers der befaamde
Gooitche Meent, hebben een hond doodgeschoten, welke
naar bij meende verscbjjnselen van dolheid vertoonde.
Da eigenaar kwam voor zgn doode bond op en toen
bad er ten gemeentehuize te Naarden een Ijjkschouw
plaats, welke verricht werd door twee >gks veeartsen.
Over de al of niet aanwezige symptomen van dolheid
werden de heeren het evenwel niet eens en nu is bet ge-
doode dier ter schouwing opgezonden naar de rjjksvee-
artsenjjsehool te Utrecht.
In het beschaafde Nederland!
De huisgsnooten van den heer v. E., te Amerongen,
zagen Vrjjdag, naar de Ttl. meldt, het driejarig zoontje
van v. d. B., dat kort te voren spelende gepasseerd was,
op den weg liggen. Toen men bjj bet scbjjnbaar slapende
kind kwam, bbek het bewusteloos te zgn, terwijl bloed
nit het mondje liep.
Het kind werd ijlings naar binnen gebracht en kwam
daar nog slechts even tot bewustzjjn, en stamelde van
«een kar.* Hieruit en uit 'n blauwe striem, welke over
het borstje liep, werd opgemaakt, dat het kind overreden
was, zonder dat de bestuurder van het voertuig naar de
kleine had omgezien.
Ongelooflik.
Een tweetal inwoners van Uithuizen, verdacht ruiten
te hebben verbrijzeld, schrijven in eenige bladen het
volgende
„Dinsdag van de vorige v eek kwamen twee mare
chaussees te Uithuizermeeden om een der ondergetee-
kenden nogmaals moe te nemen naar de kazerne to
Uithuizen, er bijvoegende: „Dit is de derde, entevens
de laatste keer, dat wij jou komen halen." Ze wisten
toen reeds zeker, dat wij onder de folteringen zouden
bezwijken, hetgeen zij goed hebben gezien.
Toen ondergeteekenden aankwamen in de kazerne,
werden eerst hun zakken uitgesohud. onder 't genot
van een vloed scheldwoorden
Vervolgens werd ieder in een oei gestopt, met de
mededeeling, dat wij daar zoo lang zouden zitten, tot
dat wij hadden bekend. Toen ze ons inlieten, kregen
wij een behoorljjken trap van de heeren in ons aehter
lichaamsdeel. Na een korte pauze moesten we er weer
uit in verhoor en wel in den paardenstal. Of we nu
geneigd waren te bekennen. We zeiden van neen, wij
konden niets bekennen of zeggen, want wij hadden
het niet gedaan, noch gezien. Maar dat wisten de
heeren beter. Eenige vuistslagen in den mond, zoodat
de lippen blauw en gezwollen waren, hadden niet het
gewensehte resultaat, zoodat men ons weer opsloot,
vergezeld van de noodige trappen.
Tien minuten later begon de pjjniging opnieuw,
maar toen hadden drie van de heeren zich gewapend
met oen ploertendooder, een stok en een stevig eind
touw en werd één van ons onder handen genomen,
zeker met het doel, dat drie van hen te weinig was
voor een van ons. Weer werd gevraagd of wij wilden
bekennen, waarop ontkennend geantwoord werd. Toen
echter kwamen de slagen als hagelsteenen op ons
neder. Wat heb ik eerbiedig naar hen gekeken, die
helden, die weerlooze slachtoffers durfden mishandelen
en bloedend verwonden.
Onze ruggen zijn opengestriemd en onze beenen
dito. Echter weer zonder resultaat. Eindelijk voor de
derde maal wilden de woestaards toonen, dat zij nog
niet waren uitgeput.
Met de mededeelingwij zullen een touw halen en
hangen jou op, verlieten ze ons en kwamen weldra
terug met het touw. Als je nu bekent, dan zul je
geen letsel hebben, doch zoo niet, dan weet je er alles
van. Weer werd ontkend. Toen werd het touw om
een van onze lichamen gebonden en daar tusschen de
armen stevig vastgesjord, zoodat wij thans geheel aan
de willekeur van onze beulen waren overgeleverd. Een
half uur hebben de beulen toen noodig gehad om ons
lichaam zoodanig te bewerken, dat ons eindelijk het
woord „ja" over de lippen kwam, om ons van onze
beulen te verlossen.
Waar zoo een bekentenis van kracht is, die door
mishandeling en verminking verkregen wordt, daar
zijn we voorgoed naar de middeleeuwen teruggezonken.
Doch wij schrijven dit neder, zooals het is gebeurd,
opdat de publieke opinie in Nederland eon o rdeelkan
vellen over zulk barbaarsch optreden, en ieder, die
verzocht of gel. st wordt op het bureau ia de kazerne
te komen, weet door dezen, wat hem te doen staat."
Niet heel snugger.
Dezer dagen werd gemeld dat in eeu kist met oude
boeken te Nijmegen door een kooper daarvan was ge
vonden een certificaat N. W. S. van f 1000.
Wat bljjkt echter Het geronden doen ment is een
brniloftunop, waarvan de inbond als volgt luidt„Nati
onale Werkeljjke Rantegevende Schuld Certificaat No. 26
Houder dezes heeft de Eer gehad de Howeljjks-Oader-
trouwparijj bjj Ie wonen van den heer B. Wouters en
mejuffrouw C. Wjjbenga, hetwelk hem meer genoegen
heeft gegeven dan een Kapitaal van Daizend Guldens.
Aangezien de Interest van deze beide Kapitalen de beste
rfsnltaten belooft in het Grootboek der Werkeljjke Hol
landsche Populatie, op naam der Liefde opgerigt door
Amor, Hymen en Compie, gevestigd in allo haweljjks-
gozmde Harten enz. enz.»
Het vetraderljjke lucifertje.
By du wed. H. te Mannekebnren werd onlangs door
de buren brand ontdekt in het rieten dak vau de subaar.
ALKHIAARSCHE
OURANT.