No. 409.
Honderd en achtste jaargang.
4900
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
WOENSDAG
9 MEI.
BINNENLAN D.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feostdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kjjk t I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoon nimmer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
V|h. HEKMs. CJOSTEK ZOONVoordam C 9.
Uit de Pers.
Rechtzaken.
lArrondlgsementa-Rechtbank te Alkataar.
ALKMAAR
COURANT.
De Koninklijke familie.
Een particuliere correspondent van de Tel. meldt, dat
Hare Majesteit er voorloopig niet aan denkt Het Loo
te verlaten. De Koningin zag er gisteren bij aankomst
op Het Loo bleek en vermoeid uit. Vóór het vertrek
van H. M. naar Amsterdam bracht dokter Roessingh
een bezoek op Het Loo.
Men meldt uit Utrecht
Zoowel H. M. de Koningin als H. M. de Koningin-
Moeder en Z. K. H. de Prins der Nederlanden hebben de
hoop uitgesproken, bp gelegenheid der in Juni te Utreoht
te vieren lustrumfeesten, de Romeinsche wagenrennen te
zullen bjjwonen.
Tweede Kamer.
In de zitting van gisteren werd de behandeling voortge
zet van het Arbeidscontract. Aan de orde waren de artt.
1638c en 1638ij (gevallen waarin het loon behouden
wordt en verpleging van inwonende arbeiders bij ziekte.)
Na de sprekers, genoemd in ons telegram van gisteren
I de heeren De Savornin Lohman (Chr. Hist.) en
Heemskerk (Anti-rev.), die verschillende bezwaren
ontwikkelden tegen de voorgestelde regeling werd het
woord gevoerd door den heer B1 o o k e r (L.) Spr.
achtte de aanneming van deze beide artikelen zonder
wjjziging ongewenscht, vooral met het oog op bezwaren
die zich bjj aanneming zouden voordoen in depraktjjk.
Tegen ziekte-verzekering was spr. niet, maar wel tegen
de regeling daarvan zooals die hier wordt voorgesteld.
Drie maanden geleden is in de Eerste Kamer door den
minister van Landbouw verklaard dat het ontwerp ziek
te-verzekering weldra gereed is. Is het nu wel raadzaam,
vroeg spr., daar nu op vooruit te loopen Die fout is ook
begaan bjj de Ongevallenwet en laat ons die fout nu niet
ten tweede male [maken. Artikel 1638c zou bovendien
in strijd zjjn met de Ongevallenwet. Ook de geneesheeren
zullen bjj de uitvoering dezer wet weer geplaatst worden
tusschen de keuzehun beurs of hun geweten, evenals
dit geschied bjj de uitvoering der Ongevallenwet. Het
afgeven van attesten is soms zoo moeieljjk. Typhus komt
b.v. niet ineens op. Soms voor tien dagen en meer
gevoelt de patiënt zich onwel. Moet een geneesheer dan
denken aan simulatie?
De heer Roodhnyzen (U.-L.) zou, wat betreft ge
vallen yan simulatie, voor een »Karenz-Zeit" zjjn met
terugwerkende kraoht en loonbetaling, wanneer bljjkt,
dat er niet gesimuleerd is. Spr. was voorts van meening,
dat een arbeider, die hechtenis ondergaat, ook recht zal
hebben op loon, want ook bjj voldoet aan een wettelijke
verplichting. Wat de verpleging betreft betoogde spr.
de wenscheljjkheid om zedeljjkheidsplichten bjj de wet
te regelen, waar die bljjken niet nagekomen te worden.
Men vreest voor den ondergang der kleine werkgevers,
maar spr. zou t een weldaad achten, als er wat van
die kleine werkgevers verdwenen, die maar baasje spelen,
zonder de kraoht er voor te hebben.
Nadat nog het woord was gevoerd door don heer
V e r h e y, (U.-L.) beantwoordde de Minister van
Justitie, de heer van Raalte, eenige der gemaakte
op- en aanmerkingen. Spr. wees er op, dat uitstel van
deze kwestie tot de komende ziekte-verzekering onnoodig
is. Het geldt hier loon en geen ziekte-verzekering. Er is
hier geen sprake van een langdurige ziekte, maar van
een gewone ziekte, die iemand enkele dagen of een paar
weken ongeschikt maakt zjjn arbeid te doen. Met alle
bescheidenheid geeft de minister den tegenstanders in
overweging zich nog eens te beraden. Men kan niet vol
staan met te zeggen, wjj zullen die zaak later wel regelen,
neen na moet zjj geregeld worden. Spr. kwam tot de
slotsom, dat deze materie moet geregeld worden in over»
eenstemming met do geldende rechtsovertuiging. Doet
men dit dan zal men niet praejudicieeren op de ziekte
verzekering.
De Minister van Landbouw, de heer Veegens,
wiens oordeel door de Kamer gevraagd was, bepaalde
zich tot eene korte verklaringDe Kamer zal bjj de
regeling der ziekte-verzekering niet door de op dit artikel
te nemen beslissing gebonden kunnen worden. De ziekte-
vereemging zal zich op geheel ander terrein dan het
Arbeidscontract bewegen en de artikelen van het Arbeids
contract zullen in geen enkel opzicht door de ziekte
verzekering gewjjsigd behoeven te worden. Spr. zou zich
door den inhoud van dit artikel niet gebonden achten bjj
ue ïegeling der ziekteverzekering, noch wat de personen,
noch wat de kosten, noch wat de nitkeering, noch wat
het tgpstip der nitkeering betreft. Hier geldt het een
verplichting des patroons, ginds eene regeling van schade
loosstelling krachtens bestaande verzekering.
replieken werd door den heer Tydeman
(O. L.) nog betoogd de noodzakeljjkheid van een Karenz-
Zeit voor een organ satie der ziekte-verzekering.
Aan de korte veiklauug van den Minister van Landbouw
zeide spr.hecht ik slechts betrekkeljjk waarde, want
wat hebben wy aan Legeonngsverklaringen omtrent een
ontwerp, dat met voor ons ligt? Het is toch niet de
vraag wat de Itegeoring zal doen maar wat wii zullen
doen, J
Ken onderscheiding.
Hare Majesteit de Koningin heeft den burgemeester
van Amsterdam mr. W. F. van Leeuwen, benoemd tot
commandeur in de huisorde van Oranje.
Hoogst nangeslagenen.
in de Staatscourant van j.l Zaterdag zjjn opgenomen,
de vooiloopig door Ged. Staten der verschillende provin
ciën vastgestelde ljjsten van hoogst aangeslagenen in de
Rjjk8 directe belastingen, verkiesbaar tot leden der Eerste
Kamer. Het aantal der hoogstaangeslagenen en bedraagt
dén op de 1500 zielen.
Uit de Ijjsten bljjkt o.m„ dat Zuid-Holland 762, Noord-
Holland 645 en Drenthe 99 verkiesbaren heeft, terwjjl
het laagete gezamtnljjke bedrag van aanslagen, dat tot
plaatsing heeft geleid, voor deze provincies achtereen
volgens bedraagt: f 1082,69, f973,88, f 3.13.65s. Voor
Drenthe is dit bedrag het laagst, voor Utrecht het hoogst
n.l. f 1223.14.
Liberale Hlesvereeniglag.
Don 30sten Mei wordt een algemoene vergadering
gehouden te Binnenwijiend van de centrale liberale
kiesvereeniging in het district- Enkhniten. Do afgevaar
digde van het district, mr. Goeman Borgesias zal op de
vergadering aanwezig zjjn en heeft zioh bereid verklaard
om vragen te beantwoorden.
Vrijheid van crlilek.
Op bet laatste congres van de sooiaal-democratische
arbeiderspartij te Utrecht beeft de groote meerderheid
der aanwezigen een conclusie uangenomen, waardoor, in
verband met de critiek der redactie van de Nieuwe Tijd
>aan elk partjjgenoot de plicht werd opgelegd om
die critiek te houden binnen dusdanigs perken, dat de
partjjgenooten elkanders waardigheid en de eenheid der
partij hooghouden, c
Het genoemde maandschrift, het orgaan derMa'xiiteu
bevat thans de volgende verklaring, onderteekend door
mevr. Roland Holst en de heereu Van der Goes en dr.
Gorter
«Deze conclusie was tegen de Marxisten en vooral
tegen de drie redaotenren van dit tjjdschrift gericht,
en werd met groote meerderheid aangenomen.
»Daar tegenover constateeren wjj
»dat inderdaad in de laatste jaren sommige partjj
genooten o. i. trachten de partjj af te voeren van een
oonseuqant en scherp voeren van den klassenstrjjd en
te bewegon tot het doen van ooncessies aan burgerljjke
groepen. Wjj herinnenn hier slechts, hoewel ook vroeger
reeds herhaaldeljjk die richting zich openbaarde, aan
wat in den iaatston tjjd voorvielVliegen's houding
in zake staatspeEsionneering, Troelstra's uitingen over
vrouwen-kiesrecht, en het niet verdedigen der arbei-
uerseiscben door de Kamerfractie bjj het Arbeidscontract.
In al deze punten is ons strjjdprogram door deze
partjjgenooten verlaten.
»Wjj constateeren dus dat, hoewel wjj nooit hebben
betwijfeld, dat deze van de onze afwjjkende, maar in
alle landen bestaande richting, meende hiermede het
best het belang der parjj te dienen, de benamingen
van opportunisme en revisionisme, overal aan dergeljjke
pogingen van partjjgenooten gegeven, door ons met
reoht ook op hen zjjn toegepast, en dat er slechts
van stelselmatigheid in het gebruik der namen sprake
kan zjjn, voor zooverre het zaken betrof, waarin wjj
afwijking van beginsel of van program aanwezen.
»Wjj constateeren dat, waar deze door ons gebruikte
woorden derhalve volkomen juist waren en het Congres
ze nu toch gebrandmerkt heeft alt »een misbruik van
de vrjjheid van critiek,* deze uitspraak van het Congres
dus klaarbljjkeljjk slechts in scbjjn de vrjjheid van
critiek handhaaft, maar inderdaad tracht ons den
mond te sluiten en een wapen geeft in de handen
dier opportunisten, die te recht konden worden ge
troffen door onze oritiek
»Wjj verklaren dat wjj desniettegenstaande de volle
en waarachtige vrjjheid van critiek bljjven eischen en
haar overal waar noodig, evenals vroeger, zullen bljjven
handhaven.*
Zitting van Dinsdag 8 Mei.
B e d e 1 a r jj.
Den 15en April ontslagen uit de Rjjks-werkinrichting
te Veenhuizen met een nitgangskas van f 13.was hjj
naar Egmond aan Zee gegaan en bedelde hg daar op 18
April weder. Dit bekende de eerste beklaagde Uiltje H.,
26 jaar, zonder vaste woonplaats, geboren to Lammer,
en thans gedetineerd in het huis van bewaring te Alkmaar,
toen hem door dan president gevraagd werd, of bjj zioh
op genoemden datum te Egmond aan Zee aan bedelarjj
opnieuw had schuldig gemaakt. Bjj den onderwjjzer Bos,
belde hij aan en vroeg om een kleinigheid om er de reis
naar Amsterdam van te kannen betalen. De brigadier
titulair der Rjjksveldwacht Johan Frederik Dekker, dit
ziende verbaliseerde hem dientengevolge en heden hoorde
hjj door dea O. v. J. tegen zich eischen een hechtenis
van 2 dagen en opzending naar de Rjjks-werkinrichting
voor den tjjd van 3 jaar.
Wederspannigheid en ernstige
mishandeling.
Daarna stond tereoht Jan E., 32 jaar, landbouwer te
Blokker, omdat hjj zich aan bovengenoemde feiten bad
schuldig gemaakt. Mr. van Gigh nit Amsterdam stond
beklaagde bjj de bandelicg zjjner zaak als raadsman ter
zjjde. De eerste getuige, Dirk van den Bsrg, en de tweede
getuige, Jentje Rieetsma, beiden RjjksveldwaabtarB, legden
de volgende verklaringen af. Toen zjj Woensdag den
23sten Maart op het Vierpad te Blokker liepen, hoorden
zjj op onge?eer 1GOO M. afstand iemand, die voor hen uit
liep, schreeuwen. Op den weg kwamen zjj, op het geluid
afgaande, beklaagde tegen, dio op zjjn vrouw stond te
schelden, omdat deze niet ihuis was. Omdat hjj buren-
gerecht maakte (het was als kwart over tienen) en daar
te Blokker de nachtrust was ingegaau, maanden de veld
wachters hem aan kalm naar huis te gaan. Beklaagde
was dronken en wilde niet naar buis, doch toen zjjn
vrouw er bjj kwam, brachten de veldwachters hem goed
schiks naar zjjn woning. Binnen zjjnde sloeg hg op de
deur en voegde den veldwachters, de woorden toe:
»Smeerlappsn, schooiers, als jelui er in komen, sla ik
jelui dood!* De vrouw die bang voor baar man was,
durfde niet in huis blijven, en de veldwachters raadden
haar aan, naar baar moeder te gaan. Daarna kwam be
klaagde weer buiten, begon opnieuw te schelden eu te
schreeuwen, waarop de veldwachters hem uangrepen, om
hem naar 't arrestantenlokaal te brengen, doch hier
verzette hjj zich hevig tegen. Alle drie kwamen al
worstelend op den grond te liggen. E. trok zjjn snoeimee
en bracht Van den Berg vier verschillende sneden op
arm, been, pols en wang toe, ten gevolge waarvan deze
hevig bloedde. De veldwachters maakten daarna ook
gebruik van hun sabel, en beklaagde kreeg van een
hnnuer een klap op zjjn hand. Het gelukte hun tenslotte
hem het mes ai te nemen, dat hjj open in zijn zak had,
en met de hulp van eenige burgers, werd beklaagde naar
't arrestantenlokaal overgebracht.
Van do zjjde van den verdediger waren 4 getuigen A
décharge gedagvaard, doch geen hunner was verschenen,
zoodat pleiter den president verzocht hiervan aanteekening
te doen op 't audiëntieblad.
Beklaagde, gevraagd of hg aanmerking op de verkla
ringen dor Rjjksveldwachters heeft, antwoordt hierop
bevestigend en geeft ern geheel andere voorstelling der
zaak. Hjj erkent dien avond een borreltje gedronken te
hebben en zegt dat de veldwachters zjjn vrouw het
huis hadden uitgehaald. Ontkennen doet hjj, dat hg
Van den Berg wonden heeft toegebracht. Voorts weet
hjj niet of het mos dat ter terechtzitting aanwezig is,
en hem door den deurwaarder Amoureus vertoond is,
het zjjne is. Tevens zegt beklaagde, dat hjj gisteren reeds
wist, dat de getnigen niet zouden komen, want de politie te
Hoorn had hnn gezeed ,dat zjj niet behoefden te komen.
Van den Berg deeld> daarop nog mede, dat de vader
van een der getuigen hem hierover had gesproken en hjj
daarop geantwoord heeftwendt U zich tot den deur
waarder die uw zoon gedagvaard heeft.
De O. v. J. vangt zjjn requisitoir ook aan over de niet
verschjjning der getuigen a décharge een enkel woord te
spreken. Spreker weet niet of de verdediger deze beslist
wenscht te doen hooren, daar hunne getuigenissen eerder
verzwarend voor beklaagde zouden zjjn. De feiten der
mishandeling en der wederspannigheid nagaande, acht
Z. E. A., hoewei niet voldoende bewezen is dat beklaagde
zich in staat van kenueljjken dronkenschap bevond, zelfs
ai luidt de dagvaarding in dien geest, het bewjjs ge
leverd.
Door den verdediger zal worden aangevoerd, dat de
feiten niet op den openbaren weg zjjn geschied en op het
erf van beklaagde, doch de getuigenis van Van den Berg
heeft het eerste bevestigd. Beklaagde houdt zioh ter
tereohtzitting van den domme, maar van te voren was
hjj door de veldwachters gewaarschuwd. Weinige ernstige
gevallen van dien aard komen in dit Arrondissement
voor. Beklaagde heeft zeker beseft dat zjjn daad ernstig
was, want eerst is hjj naar een docter geweest en daarna
heeft hjj er een professor bjjgehaald om hem terzjjde te
staan. Resumeerende eischt Z.E.A. voor de gepleegde
feiten beklaagdes veroordeeling tot 8 maanden gevangennis-
straf.
Mr. van Gigh, daarna het woord verkrjjgende vangt
aan met te zeggen, dat hetgeen gemakkeljjke taak is het
woord te voeren, waar het.slot van het requisitoir van
het O. M. hierop neer komt, dat beklaagde een ander
advooaat als zjjn raadsman heeft'genomen dan een der
leden van de Alkmaarsche Balie. Als pleiter had knnnen
vermoeden dat het lot van dezen beklaagde hierdoor zou
verergeren, sou hjj niet gekomen zjjn, doch hjj gelooft
dit niet. Laten wij de zaak als een Alkmaarsch advo
caat, zoo vervolgt spr., kalm behandelen. Beklaagde-
iemand die nooit met de Justitie in aanraking is ge
weest, heeft dien avond oen borreltje op, er is een familie,
kwestie, oneenigheid met zjjn vronw en is dien avond
een beetje aan 't spectakel maken geweest. Een onge
wone zaak op 't platteland. Op 1000 Meter afstand
hooren de veldwachters (die op een uitstekend gehoor
kunnen bogen) dit. Beklaagde wilde in opgewonden toe
stand zjjn vronw thuis hebben, is dit niet billjjk Beter
was het geweest om dien man naar zjjn woning te
brengen. Het bewjjs is volgens pleiter niet geleverd, en
beklaagde ontkent eveneens het feit. Spreker stelt de
vraag, waren de beambten in de rechtmatige nitoefening
banner bediening, en dit ontkent Pleiter, waar het feit
op 't erf van beklaagde is gescbied.
Van 't vorige gebeurde hadden zjj proces-verbaal
kannen opmaken, maar zjj hadden het recht niet op dat
erf te komen. Beklaagde is ook verwond en mishandeld
door de sabelslagen Het onderzoek is ter terreohtzitting
niet volledig. Vier getuigen waren door mjj gedagvaard,
allen bljjven weg. De officier feliciteert beklaagde hier
mede. Pleiter stelde de vraag hoe weet Z. E. A. dit
Waar vier getuigen zoo eenstemmig wegbljjven, vervolgt
Pleiter, daar is zeker iets verborgen. Op 't platteland
weet men heel goed dat als men als getnige is gedag
vaard, men moet komen, en waar zjj beklaagde eveneens ga-
trapt hobbon, daar bad Van der Berg moeten zeggen jelui
moet komen, en hen niet moeten verwjjzen naar den
deurwaarder. Waar moet hot heen als de getuigen z:cb
het reoht toeë genen om weg te bljjven. Het betreft bier
een fatsoenljjk man en ieder lid der Alkmaarscbe Balie
zou hetzelfde zeggen als Pioi'jr. Spr. wil niet op uitstel
aandringen daar bet O. M. het wettig bewjjs n et heelt
kannen leveren en viaagt d. rbalvu voor zjjn cliënt vrjj-
spraak. Een enkel woord wil Pleiter over de strafmaat
zeggen, die eisch ia niet gerechtvaardigd, een dergeljjke
eisch woidt gedaan voor iemand, die meer met de Justitie
in aanraking is geweest. Aangezien de woorden onbe
duidend waren en beklaagde een schoon strafregister
heeft, vindt Pleiter die eisch te hoog.
Na repliek van het O. M. en den verdediger was deze
zaak afgeloopen en werd pauze gehouden.
Appèl zaak Kantongerecht.
Na de pauze stond het eerst te recht Jan B. 36-jarig
koopman te Alkmaar, en wel om de volgende reden. Op
16 Maait had hij voor 't Kantongerecht terecht gestaan,
ter zake van 't bonden van een onwettige loterjj. De
Kantonrechter had hem van alle reohtsvervolging ont
slagen, omdat zijn zaak niet ouder de nieuwe loterjjwet
viel, doch de ambtenaar van het O. M bjj het Kanton
gerecht, was bjj de Rechtbank van dit vonnis in booger
beroep gekomen. Mr. A. Prins, die hens bjj bet Kanton
gerecht had verdedigd, stond hem heden weder als raads
man terzjjde. Beklaagde die zich noemde direotenr der
Ned. Vereeniging »de Gondberg* gevestigd te Alkmaar,
deelt de Rechtbank mede, dat hg voor 7jaar deze
zaak is begonnen. Tegen een wekeljjksche contributie
van 5 oont heelt men recht op voorworpen. Men krjjgt
een kaart en 52 maal moet betaald worden. Is langs
dezen weg ƒ2.60 voldaan, dan kan men een enveloppe
uit een trommeltje trekken, hierin bevindt zich een stuk
papier, waarop vermeld staat het artikel dat men krjjgt.
Men mag het, zoo gewsnscht, ook voor iets anders ruilen.
De waarde der prjjzen, zno wordt voorgewend, loopen
van 10 tot 15 cent boven de J 2.60. Beklaagde erkent,
dat hjj geen toestemming heeft en zegt dat het geen
loterjj is.
Vier dames als getuige gehoord, verklaren een dergelgke
kaart van beklaagde genomen te hebben, na het bedrag
voldaan te hebben, mochten ze trekken. Juffrouw D. W.
Peereboom trok een blauwe pan en verruilde die voor
een ganglantaarn. Juffrouw Zaegers viel een Bpiegel ten
deel, en nam hiervoor een koffiekan in de plaats. Juffrouw
Pauw trok een machinetafel en juffrouw Piersma trok
een rirten stoel, die met een surplus van 15 cent voor
een wekkerkiok werd iDgeruild.
De Officier van Justitie na deze mededeelingen zjjn
requisitoir in deze zaak nemende, kon zich niet vereenigen
met het vonnis van den Kautonreohter en vroeg daarom
vernietiging van dat vonnis. Spreker zegt, de dagvaarding
spreekt van een ongeoorloofde loterjj. De vraag is nu
is dit een loterjj of een verkoop van roerende goederen.
Een tombola zonder nieten is evengoed een loterjj als
een loterjj met nieten. De speler betaalt wel f 2.60, maar
de prjjs die men trekt, vertegenwoordigt volgens Z.E.A.
dit bedrag niet. Waar beklaagde meer dan voor f 100
aan goederen in zjjn hnis had, daar is Z.E.A. van meening
dat hg zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding der
loterjjwet, niettegenstaande de verdediger bg de behan
deling der zaak voor 't Kantongerecht, zioh op art. 10
der Loterjjwet heeft beroepen. Resumeerende eischt Z.E.A.
beklaagdes veroordeeiing tot f 5 boete, subidiair 5 dagen
hechtenis, evenals het O. M. bjj het Kantongerecht.
Mr. A. Prins daarna bet woord verkrjjgende gaat in
details na hoe beklaagde heeft gehandeld. Hjj woont aan
den Sohelphoek, heeft een winkel, en de zaak komt in
't kort hieropneer, dat deze winkelier zjjn aitikel aan
iemand verkoopt, die weet wat bjj krjjgt. Van een loterjj
is geen sprake. Beklaagde heeft een winkel, men kan
ook koopen. Pleiter kan zich dus volkomen vereenigen
met de uitspraak van den kantonrechter, het is een ver
koop, waar een eigenaardigheid aan verbonden is. Een
andere winkelier maakt reolame, en beklaagde verdient
op dezelfde wjjze als een andere winkelier. Winstbejag
is er niet, men krjjgt waarde voor zjjn prjjs, en waarde-
looze voorwerpen zjjn het ook niet. Art. 1 der Loterjjwet
spreekt van mededingen, en ook hiervan is geen sprake.
Gesteld, zoo vervolgt Pleiter, er was één bepaald voor
werp van ieder artikel, waarna men dingt, maar ook dit
is niet bet geval, van alle artikelen zjjn er vele voorradig.
Pleiter bljjft volhouden, dat hjj op al die gronden heeft
aangetoond, zjjn cliënt geen loterjj er op na houdt, maai
noemt zjjn handeling nogmaals een verkoop, waar een
eigenaardigheid aan verbonden is, en vraagt vrjjspraak
voor zjjn cliënt.
Diefstal.
David H., $9 jaar, koopman te Uitgeest, stond daarna
terecht, beklaagd zich eenige stukken afval van een
koe te hebben toegeëigend. Ook deze beklaagde had
Mr. A. Prins tot raadsman. Volgens de verklaring van
Pieter Brandjes te Uitgeest was de zaak als volgt in
zijn werk gegaaD. Brandjes had een doode koe, die
leverziekte had. Brandjes liet de koe slachten, en H.
vroeg om 't afval. Ja, antwoordde Brandjes, dat zal
ik later wel eens zien. eerst moet de veearts er geweest
zijn. Dus 4 April ging beklaagde des avonds naar
Brandjes, doch trof deze niet thuis. Hij sprak echter
diens broer en deze zeideIk heb geen toestemming
van mijn broeder gekregen, om U dit mede te geven,
doch uit medelijden voor beklaagdes honden, die in
geen week eten hadden gehad, gaf hij hem toch een stuk
nier, en een stukje darm Hjj zou den volgenden dag
als zijn broer het toestond, de rest wel kunnen halen,
doch beklaagde kwam niet en hield heden ter reoht-
zitting vol dat Brandjos hem permissie had gegeven
Het afval was vuil, lag in 't zand en was bedorven,
reden waarom hij het den volgenden dag niet kwam
halen, en het gekregene terugbracht.
De O. v. J. zeide in zijn requisitoir dat beklaagde
de zaak zoo nietig mogelijk voorstelt. Hij zegt dat het
afval verrot was, maar toch doet hij moeite om het
te krijgen. Waar hij geen toestemming van Brandjes
had. waar hij uit zuivere hebzucht gehandeld heeft,
met het oogmerk zich dat afval toe te eigenen, acht
Z.E.A. het wettig bewijs geleverd en eischt overeen
komstig art. 310 W. v. S. beklaagdes veroordeeling
tot een boete van f 20, bij niet voldoening hiervan to
vervangen door 10 dagen hechtenis.
Mr. Prins zegt daarna, dat beklaagde in do meening
was dat hjj dat afval mocht hebben. Pleiter vindt do
straf te zwaar. Beklaagde staat goed aangeschreven. Wat
is weggenomen heeft bijna geen waarde. Pleiter leest
een brief voor van den burgemeester van Uitgeest,
waarin deze verklaart, H. 13 jaar te Uitgeest woon
achtig is ijverig en oppassend bekend staat, en hij
hem tot het gepleegde misdrjjf niet in staat acht. Op
die gronden verzoekt Pleiter vrijspraak, subsidiair do
geringste geldboete.
Beleediging.
Niet verschenen was Pieter 054 jaar, werkman
te Castricum. Hij had op 25 Maart te Castricum de
brigadier der Rijks veld wacht Wiebe Dijkstra woorden
toegevoegd als slampamper, kreng enz.
Ter zake van deze beleediging eischt de O. v. J.
het wettig bewijs geleverd achtend. f 10 boefe, subsi
diair 10 dagen hechtenis.