No. 409. Honderd en achtste jaargang. 4900 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. WOENSDAG 9 MEI. BINNENLAN D. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feostdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kjjk t I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoon nimmer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij V|h. HEKMs. CJOSTEK ZOONVoordam C 9. Uit de Pers. Rechtzaken. lArrondlgsementa-Rechtbank te Alkataar. ALKMAAR COURANT. De Koninklijke familie. Een particuliere correspondent van de Tel. meldt, dat Hare Majesteit er voorloopig niet aan denkt Het Loo te verlaten. De Koningin zag er gisteren bij aankomst op Het Loo bleek en vermoeid uit. Vóór het vertrek van H. M. naar Amsterdam bracht dokter Roessingh een bezoek op Het Loo. Men meldt uit Utrecht Zoowel H. M. de Koningin als H. M. de Koningin- Moeder en Z. K. H. de Prins der Nederlanden hebben de hoop uitgesproken, bp gelegenheid der in Juni te Utreoht te vieren lustrumfeesten, de Romeinsche wagenrennen te zullen bjjwonen. Tweede Kamer. In de zitting van gisteren werd de behandeling voortge zet van het Arbeidscontract. Aan de orde waren de artt. 1638c en 1638ij (gevallen waarin het loon behouden wordt en verpleging van inwonende arbeiders bij ziekte.) Na de sprekers, genoemd in ons telegram van gisteren I de heeren De Savornin Lohman (Chr. Hist.) en Heemskerk (Anti-rev.), die verschillende bezwaren ontwikkelden tegen de voorgestelde regeling werd het woord gevoerd door den heer B1 o o k e r (L.) Spr. achtte de aanneming van deze beide artikelen zonder wjjziging ongewenscht, vooral met het oog op bezwaren die zich bjj aanneming zouden voordoen in depraktjjk. Tegen ziekte-verzekering was spr. niet, maar wel tegen de regeling daarvan zooals die hier wordt voorgesteld. Drie maanden geleden is in de Eerste Kamer door den minister van Landbouw verklaard dat het ontwerp ziek te-verzekering weldra gereed is. Is het nu wel raadzaam, vroeg spr., daar nu op vooruit te loopen Die fout is ook begaan bjj de Ongevallenwet en laat ons die fout nu niet ten tweede male [maken. Artikel 1638c zou bovendien in strijd zjjn met de Ongevallenwet. Ook de geneesheeren zullen bjj de uitvoering dezer wet weer geplaatst worden tusschen de keuzehun beurs of hun geweten, evenals dit geschied bjj de uitvoering der Ongevallenwet. Het afgeven van attesten is soms zoo moeieljjk. Typhus komt b.v. niet ineens op. Soms voor tien dagen en meer gevoelt de patiënt zich onwel. Moet een geneesheer dan denken aan simulatie? De heer Roodhnyzen (U.-L.) zou, wat betreft ge vallen yan simulatie, voor een »Karenz-Zeit" zjjn met terugwerkende kraoht en loonbetaling, wanneer bljjkt, dat er niet gesimuleerd is. Spr. was voorts van meening, dat een arbeider, die hechtenis ondergaat, ook recht zal hebben op loon, want ook bjj voldoet aan een wettelijke verplichting. Wat de verpleging betreft betoogde spr. de wenscheljjkheid om zedeljjkheidsplichten bjj de wet te regelen, waar die bljjken niet nagekomen te worden. Men vreest voor den ondergang der kleine werkgevers, maar spr. zou t een weldaad achten, als er wat van die kleine werkgevers verdwenen, die maar baasje spelen, zonder de kraoht er voor te hebben. Nadat nog het woord was gevoerd door don heer V e r h e y, (U.-L.) beantwoordde de Minister van Justitie, de heer van Raalte, eenige der gemaakte op- en aanmerkingen. Spr. wees er op, dat uitstel van deze kwestie tot de komende ziekte-verzekering onnoodig is. Het geldt hier loon en geen ziekte-verzekering. Er is hier geen sprake van een langdurige ziekte, maar van een gewone ziekte, die iemand enkele dagen of een paar weken ongeschikt maakt zjjn arbeid te doen. Met alle bescheidenheid geeft de minister den tegenstanders in overweging zich nog eens te beraden. Men kan niet vol staan met te zeggen, wjj zullen die zaak later wel regelen, neen na moet zjj geregeld worden. Spr. kwam tot de slotsom, dat deze materie moet geregeld worden in over» eenstemming met do geldende rechtsovertuiging. Doet men dit dan zal men niet praejudicieeren op de ziekte verzekering. De Minister van Landbouw, de heer Veegens, wiens oordeel door de Kamer gevraagd was, bepaalde zich tot eene korte verklaringDe Kamer zal bjj de regeling der ziekte-verzekering niet door de op dit artikel te nemen beslissing gebonden kunnen worden. De ziekte- vereemging zal zich op geheel ander terrein dan het Arbeidscontract bewegen en de artikelen van het Arbeids contract zullen in geen enkel opzicht door de ziekte verzekering gewjjsigd behoeven te worden. Spr. zou zich door den inhoud van dit artikel niet gebonden achten bjj ue ïegeling der ziekteverzekering, noch wat de personen, noch wat de kosten, noch wat de nitkeering, noch wat het tgpstip der nitkeering betreft. Hier geldt het een verplichting des patroons, ginds eene regeling van schade loosstelling krachtens bestaande verzekering. replieken werd door den heer Tydeman (O. L.) nog betoogd de noodzakeljjkheid van een Karenz- Zeit voor een organ satie der ziekte-verzekering. Aan de korte veiklauug van den Minister van Landbouw zeide spr.hecht ik slechts betrekkeljjk waarde, want wat hebben wy aan Legeonngsverklaringen omtrent een ontwerp, dat met voor ons ligt? Het is toch niet de vraag wat de Itegeoring zal doen maar wat wii zullen doen, J Ken onderscheiding. Hare Majesteit de Koningin heeft den burgemeester van Amsterdam mr. W. F. van Leeuwen, benoemd tot commandeur in de huisorde van Oranje. Hoogst nangeslagenen. in de Staatscourant van j.l Zaterdag zjjn opgenomen, de vooiloopig door Ged. Staten der verschillende provin ciën vastgestelde ljjsten van hoogst aangeslagenen in de Rjjk8 directe belastingen, verkiesbaar tot leden der Eerste Kamer. Het aantal der hoogstaangeslagenen en bedraagt dén op de 1500 zielen. Uit de Ijjsten bljjkt o.m„ dat Zuid-Holland 762, Noord- Holland 645 en Drenthe 99 verkiesbaren heeft, terwjjl het laagete gezamtnljjke bedrag van aanslagen, dat tot plaatsing heeft geleid, voor deze provincies achtereen volgens bedraagt: f 1082,69, f973,88, f 3.13.65s. Voor Drenthe is dit bedrag het laagst, voor Utrecht het hoogst n.l. f 1223.14. Liberale Hlesvereeniglag. Don 30sten Mei wordt een algemoene vergadering gehouden te Binnenwijiend van de centrale liberale kiesvereeniging in het district- Enkhniten. Do afgevaar digde van het district, mr. Goeman Borgesias zal op de vergadering aanwezig zjjn en heeft zioh bereid verklaard om vragen te beantwoorden. Vrijheid van crlilek. Op bet laatste congres van de sooiaal-democratische arbeiderspartij te Utrecht beeft de groote meerderheid der aanwezigen een conclusie uangenomen, waardoor, in verband met de critiek der redactie van de Nieuwe Tijd >aan elk partjjgenoot de plicht werd opgelegd om die critiek te houden binnen dusdanigs perken, dat de partjjgenooten elkanders waardigheid en de eenheid der partij hooghouden, c Het genoemde maandschrift, het orgaan derMa'xiiteu bevat thans de volgende verklaring, onderteekend door mevr. Roland Holst en de heereu Van der Goes en dr. Gorter «Deze conclusie was tegen de Marxisten en vooral tegen de drie redaotenren van dit tjjdschrift gericht, en werd met groote meerderheid aangenomen. »Daar tegenover constateeren wjj »dat inderdaad in de laatste jaren sommige partjj genooten o. i. trachten de partjj af te voeren van een oonseuqant en scherp voeren van den klassenstrjjd en te bewegon tot het doen van ooncessies aan burgerljjke groepen. Wjj herinnenn hier slechts, hoewel ook vroeger reeds herhaaldeljjk die richting zich openbaarde, aan wat in den iaatston tjjd voorvielVliegen's houding in zake staatspeEsionneering, Troelstra's uitingen over vrouwen-kiesrecht, en het niet verdedigen der arbei- uerseiscben door de Kamerfractie bjj het Arbeidscontract. In al deze punten is ons strjjdprogram door deze partjjgenooten verlaten. »Wjj constateeren dus dat, hoewel wjj nooit hebben betwijfeld, dat deze van de onze afwjjkende, maar in alle landen bestaande richting, meende hiermede het best het belang der parjj te dienen, de benamingen van opportunisme en revisionisme, overal aan dergeljjke pogingen van partjjgenooten gegeven, door ons met reoht ook op hen zjjn toegepast, en dat er slechts van stelselmatigheid in het gebruik der namen sprake kan zjjn, voor zooverre het zaken betrof, waarin wjj afwijking van beginsel of van program aanwezen. »Wjj constateeren dat, waar deze door ons gebruikte woorden derhalve volkomen juist waren en het Congres ze nu toch gebrandmerkt heeft alt »een misbruik van de vrjjheid van critiek,* deze uitspraak van het Congres dus klaarbljjkeljjk slechts in scbjjn de vrjjheid van critiek handhaaft, maar inderdaad tracht ons den mond te sluiten en een wapen geeft in de handen dier opportunisten, die te recht konden worden ge troffen door onze oritiek »Wjj verklaren dat wjj desniettegenstaande de volle en waarachtige vrjjheid van critiek bljjven eischen en haar overal waar noodig, evenals vroeger, zullen bljjven handhaven.* Zitting van Dinsdag 8 Mei. B e d e 1 a r jj. Den 15en April ontslagen uit de Rjjks-werkinrichting te Veenhuizen met een nitgangskas van f 13.was hjj naar Egmond aan Zee gegaan en bedelde hg daar op 18 April weder. Dit bekende de eerste beklaagde Uiltje H., 26 jaar, zonder vaste woonplaats, geboren to Lammer, en thans gedetineerd in het huis van bewaring te Alkmaar, toen hem door dan president gevraagd werd, of bjj zioh op genoemden datum te Egmond aan Zee aan bedelarjj opnieuw had schuldig gemaakt. Bjj den onderwjjzer Bos, belde hij aan en vroeg om een kleinigheid om er de reis naar Amsterdam van te kannen betalen. De brigadier titulair der Rjjksveldwacht Johan Frederik Dekker, dit ziende verbaliseerde hem dientengevolge en heden hoorde hjj door dea O. v. J. tegen zich eischen een hechtenis van 2 dagen en opzending naar de Rjjks-werkinrichting voor den tjjd van 3 jaar. Wederspannigheid en ernstige mishandeling. Daarna stond tereoht Jan E., 32 jaar, landbouwer te Blokker, omdat hjj zich aan bovengenoemde feiten bad schuldig gemaakt. Mr. van Gigh nit Amsterdam stond beklaagde bjj de bandelicg zjjner zaak als raadsman ter zjjde. De eerste getuige, Dirk van den Bsrg, en de tweede getuige, Jentje Rieetsma, beiden RjjksveldwaabtarB, legden de volgende verklaringen af. Toen zjj Woensdag den 23sten Maart op het Vierpad te Blokker liepen, hoorden zjj op onge?eer 1GOO M. afstand iemand, die voor hen uit liep, schreeuwen. Op den weg kwamen zjj, op het geluid afgaande, beklaagde tegen, dio op zjjn vrouw stond te schelden, omdat deze niet ihuis was. Omdat hjj buren- gerecht maakte (het was als kwart over tienen) en daar te Blokker de nachtrust was ingegaau, maanden de veld wachters hem aan kalm naar huis te gaan. Beklaagde was dronken en wilde niet naar buis, doch toen zjjn vrouw er bjj kwam, brachten de veldwachters hem goed schiks naar zjjn woning. Binnen zjjnde sloeg hg op de deur en voegde den veldwachters, de woorden toe: »Smeerlappsn, schooiers, als jelui er in komen, sla ik jelui dood!* De vrouw die bang voor baar man was, durfde niet in huis blijven, en de veldwachters raadden haar aan, naar baar moeder te gaan. Daarna kwam be klaagde weer buiten, begon opnieuw te schelden eu te schreeuwen, waarop de veldwachters hem uangrepen, om hem naar 't arrestantenlokaal te brengen, doch hier verzette hjj zich hevig tegen. Alle drie kwamen al worstelend op den grond te liggen. E. trok zjjn snoeimee en bracht Van den Berg vier verschillende sneden op arm, been, pols en wang toe, ten gevolge waarvan deze hevig bloedde. De veldwachters maakten daarna ook gebruik van hun sabel, en beklaagde kreeg van een hnnuer een klap op zjjn hand. Het gelukte hun tenslotte hem het mes ai te nemen, dat hjj open in zijn zak had, en met de hulp van eenige burgers, werd beklaagde naar 't arrestantenlokaal overgebracht. Van do zjjde van den verdediger waren 4 getuigen A décharge gedagvaard, doch geen hunner was verschenen, zoodat pleiter den president verzocht hiervan aanteekening te doen op 't audiëntieblad. Beklaagde, gevraagd of hg aanmerking op de verkla ringen dor Rjjksveldwachters heeft, antwoordt hierop bevestigend en geeft ern geheel andere voorstelling der zaak. Hjj erkent dien avond een borreltje gedronken te hebben en zegt dat de veldwachters zjjn vrouw het huis hadden uitgehaald. Ontkennen doet hjj, dat hg Van den Berg wonden heeft toegebracht. Voorts weet hjj niet of het mos dat ter terechtzitting aanwezig is, en hem door den deurwaarder Amoureus vertoond is, het zjjne is. Tevens zegt beklaagde, dat hjj gisteren reeds wist, dat de getnigen niet zouden komen, want de politie te Hoorn had hnn gezeed ,dat zjj niet behoefden te komen. Van den Berg deeld> daarop nog mede, dat de vader van een der getuigen hem hierover had gesproken en hjj daarop geantwoord heeftwendt U zich tot den deur waarder die uw zoon gedagvaard heeft. De O. v. J. vangt zjjn requisitoir ook aan over de niet verschjjning der getuigen a décharge een enkel woord te spreken. Spreker weet niet of de verdediger deze beslist wenscht te doen hooren, daar hunne getuigenissen eerder verzwarend voor beklaagde zouden zjjn. De feiten der mishandeling en der wederspannigheid nagaande, acht Z. E. A., hoewei niet voldoende bewezen is dat beklaagde zich in staat van kenueljjken dronkenschap bevond, zelfs ai luidt de dagvaarding in dien geest, het bewjjs ge leverd. Door den verdediger zal worden aangevoerd, dat de feiten niet op den openbaren weg zjjn geschied en op het erf van beklaagde, doch de getuigenis van Van den Berg heeft het eerste bevestigd. Beklaagde houdt zioh ter tereohtzitting van den domme, maar van te voren was hjj door de veldwachters gewaarschuwd. Weinige ernstige gevallen van dien aard komen in dit Arrondissement voor. Beklaagde heeft zeker beseft dat zjjn daad ernstig was, want eerst is hjj naar een docter geweest en daarna heeft hjj er een professor bjjgehaald om hem terzjjde te staan. Resumeerende eischt Z.E.A. voor de gepleegde feiten beklaagdes veroordeeling tot 8 maanden gevangennis- straf. Mr. van Gigh, daarna het woord verkrjjgende vangt aan met te zeggen, dat hetgeen gemakkeljjke taak is het woord te voeren, waar het.slot van het requisitoir van het O. M. hierop neer komt, dat beklaagde een ander advooaat als zjjn raadsman heeft'genomen dan een der leden van de Alkmaarsche Balie. Als pleiter had knnnen vermoeden dat het lot van dezen beklaagde hierdoor zou verergeren, sou hjj niet gekomen zjjn, doch hjj gelooft dit niet. Laten wij de zaak als een Alkmaarsch advo caat, zoo vervolgt spr., kalm behandelen. Beklaagde- iemand die nooit met de Justitie in aanraking is ge weest, heeft dien avond oen borreltje op, er is een familie, kwestie, oneenigheid met zjjn vronw en is dien avond een beetje aan 't spectakel maken geweest. Een onge wone zaak op 't platteland. Op 1000 Meter afstand hooren de veldwachters (die op een uitstekend gehoor kunnen bogen) dit. Beklaagde wilde in opgewonden toe stand zjjn vronw thuis hebben, is dit niet billjjk Beter was het geweest om dien man naar zjjn woning te brengen. Het bewjjs is volgens pleiter niet geleverd, en beklaagde ontkent eveneens het feit. Spreker stelt de vraag, waren de beambten in de rechtmatige nitoefening banner bediening, en dit ontkent Pleiter, waar het feit op 't erf van beklaagde is gescbied. Van 't vorige gebeurde hadden zjj proces-verbaal kannen opmaken, maar zjj hadden het recht niet op dat erf te komen. Beklaagde is ook verwond en mishandeld door de sabelslagen Het onderzoek is ter terreohtzitting niet volledig. Vier getuigen waren door mjj gedagvaard, allen bljjven weg. De officier feliciteert beklaagde hier mede. Pleiter stelde de vraag hoe weet Z. E. A. dit Waar vier getuigen zoo eenstemmig wegbljjven, vervolgt Pleiter, daar is zeker iets verborgen. Op 't platteland weet men heel goed dat als men als getnige is gedag vaard, men moet komen, en waar zjj beklaagde eveneens ga- trapt hobbon, daar bad Van der Berg moeten zeggen jelui moet komen, en hen niet moeten verwjjzen naar den deurwaarder. Waar moet hot heen als de getuigen z:cb het reoht toeë genen om weg te bljjven. Het betreft bier een fatsoenljjk man en ieder lid der Alkmaarscbe Balie zou hetzelfde zeggen als Pioi'jr. Spr. wil niet op uitstel aandringen daar bet O. M. het wettig bewjjs n et heelt kannen leveren en viaagt d. rbalvu voor zjjn cliënt vrjj- spraak. Een enkel woord wil Pleiter over de strafmaat zeggen, die eisch ia niet gerechtvaardigd, een dergeljjke eisch woidt gedaan voor iemand, die meer met de Justitie in aanraking is geweest. Aangezien de woorden onbe duidend waren en beklaagde een schoon strafregister heeft, vindt Pleiter die eisch te hoog. Na repliek van het O. M. en den verdediger was deze zaak afgeloopen en werd pauze gehouden. Appèl zaak Kantongerecht. Na de pauze stond het eerst te recht Jan B. 36-jarig koopman te Alkmaar, en wel om de volgende reden. Op 16 Maait had hij voor 't Kantongerecht terecht gestaan, ter zake van 't bonden van een onwettige loterjj. De Kantonrechter had hem van alle reohtsvervolging ont slagen, omdat zijn zaak niet ouder de nieuwe loterjjwet viel, doch de ambtenaar van het O. M bjj het Kanton gerecht, was bjj de Rechtbank van dit vonnis in booger beroep gekomen. Mr. A. Prins, die hens bjj bet Kanton gerecht had verdedigd, stond hem heden weder als raads man terzjjde. Beklaagde die zich noemde direotenr der Ned. Vereeniging »de Gondberg* gevestigd te Alkmaar, deelt de Rechtbank mede, dat hg voor 7jaar deze zaak is begonnen. Tegen een wekeljjksche contributie van 5 oont heelt men recht op voorworpen. Men krjjgt een kaart en 52 maal moet betaald worden. Is langs dezen weg ƒ2.60 voldaan, dan kan men een enveloppe uit een trommeltje trekken, hierin bevindt zich een stuk papier, waarop vermeld staat het artikel dat men krjjgt. Men mag het, zoo gewsnscht, ook voor iets anders ruilen. De waarde der prjjzen, zno wordt voorgewend, loopen van 10 tot 15 cent boven de J 2.60. Beklaagde erkent, dat hjj geen toestemming heeft en zegt dat het geen loterjj is. Vier dames als getuige gehoord, verklaren een dergelgke kaart van beklaagde genomen te hebben, na het bedrag voldaan te hebben, mochten ze trekken. Juffrouw D. W. Peereboom trok een blauwe pan en verruilde die voor een ganglantaarn. Juffrouw Zaegers viel een Bpiegel ten deel, en nam hiervoor een koffiekan in de plaats. Juffrouw Pauw trok een machinetafel en juffrouw Piersma trok een rirten stoel, die met een surplus van 15 cent voor een wekkerkiok werd iDgeruild. De Officier van Justitie na deze mededeelingen zjjn requisitoir in deze zaak nemende, kon zich niet vereenigen met het vonnis van den Kautonreohter en vroeg daarom vernietiging van dat vonnis. Spreker zegt, de dagvaarding spreekt van een ongeoorloofde loterjj. De vraag is nu is dit een loterjj of een verkoop van roerende goederen. Een tombola zonder nieten is evengoed een loterjj als een loterjj met nieten. De speler betaalt wel f 2.60, maar de prjjs die men trekt, vertegenwoordigt volgens Z.E.A. dit bedrag niet. Waar beklaagde meer dan voor f 100 aan goederen in zjjn hnis had, daar is Z.E.A. van meening dat hg zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding der loterjjwet, niettegenstaande de verdediger bg de behan deling der zaak voor 't Kantongerecht, zioh op art. 10 der Loterjjwet heeft beroepen. Resumeerende eischt Z.E.A. beklaagdes veroordeeiing tot f 5 boete, subidiair 5 dagen hechtenis, evenals het O. M. bjj het Kantongerecht. Mr. A. Prins daarna bet woord verkrjjgende gaat in details na hoe beklaagde heeft gehandeld. Hjj woont aan den Sohelphoek, heeft een winkel, en de zaak komt in 't kort hieropneer, dat deze winkelier zjjn aitikel aan iemand verkoopt, die weet wat bjj krjjgt. Van een loterjj is geen sprake. Beklaagde heeft een winkel, men kan ook koopen. Pleiter kan zich dus volkomen vereenigen met de uitspraak van den kantonrechter, het is een ver koop, waar een eigenaardigheid aan verbonden is. Een andere winkelier maakt reolame, en beklaagde verdient op dezelfde wjjze als een andere winkelier. Winstbejag is er niet, men krjjgt waarde voor zjjn prjjs, en waarde- looze voorwerpen zjjn het ook niet. Art. 1 der Loterjjwet spreekt van mededingen, en ook hiervan is geen sprake. Gesteld, zoo vervolgt Pleiter, er was één bepaald voor werp van ieder artikel, waarna men dingt, maar ook dit is niet bet geval, van alle artikelen zjjn er vele voorradig. Pleiter bljjft volhouden, dat hjj op al die gronden heeft aangetoond, zjjn cliënt geen loterjj er op na houdt, maai noemt zjjn handeling nogmaals een verkoop, waar een eigenaardigheid aan verbonden is, en vraagt vrjjspraak voor zjjn cliënt. Diefstal. David H., $9 jaar, koopman te Uitgeest, stond daarna terecht, beklaagd zich eenige stukken afval van een koe te hebben toegeëigend. Ook deze beklaagde had Mr. A. Prins tot raadsman. Volgens de verklaring van Pieter Brandjes te Uitgeest was de zaak als volgt in zijn werk gegaaD. Brandjes had een doode koe, die leverziekte had. Brandjes liet de koe slachten, en H. vroeg om 't afval. Ja, antwoordde Brandjes, dat zal ik later wel eens zien. eerst moet de veearts er geweest zijn. Dus 4 April ging beklaagde des avonds naar Brandjes, doch trof deze niet thuis. Hij sprak echter diens broer en deze zeideIk heb geen toestemming van mijn broeder gekregen, om U dit mede te geven, doch uit medelijden voor beklaagdes honden, die in geen week eten hadden gehad, gaf hij hem toch een stuk nier, en een stukje darm Hjj zou den volgenden dag als zijn broer het toestond, de rest wel kunnen halen, doch beklaagde kwam niet en hield heden ter reoht- zitting vol dat Brandjos hem permissie had gegeven Het afval was vuil, lag in 't zand en was bedorven, reden waarom hij het den volgenden dag niet kwam halen, en het gekregene terugbracht. De O. v. J. zeide in zijn requisitoir dat beklaagde de zaak zoo nietig mogelijk voorstelt. Hij zegt dat het afval verrot was, maar toch doet hij moeite om het te krijgen. Waar hij geen toestemming van Brandjes had. waar hij uit zuivere hebzucht gehandeld heeft, met het oogmerk zich dat afval toe te eigenen, acht Z.E.A. het wettig bewijs geleverd en eischt overeen komstig art. 310 W. v. S. beklaagdes veroordeeling tot een boete van f 20, bij niet voldoening hiervan to vervangen door 10 dagen hechtenis. Mr. Prins zegt daarna, dat beklaagde in do meening was dat hjj dat afval mocht hebben. Pleiter vindt do straf te zwaar. Beklaagde staat goed aangeschreven. Wat is weggenomen heeft bijna geen waarde. Pleiter leest een brief voor van den burgemeester van Uitgeest, waarin deze verklaart, H. 13 jaar te Uitgeest woon achtig is ijverig en oppassend bekend staat, en hij hem tot het gepleegde misdrjjf niet in staat acht. Op die gronden verzoekt Pleiter vrijspraak, subsidiair do geringste geldboete. Beleediging. Niet verschenen was Pieter 054 jaar, werkman te Castricum. Hij had op 25 Maart te Castricum de brigadier der Rijks veld wacht Wiebe Dijkstra woorden toegevoegd als slampamper, kreng enz. Ter zake van deze beleediging eischt de O. v. J. het wettig bewijs geleverd achtend. f 10 boefe, subsi diair 10 dagen hechtenis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1