Honderd en achtste jaargang.
4906
DAGBLAD VOOR ALSMAAR EN OMSTREKEN.
Dit mif Maat oit 2
i\o. 412.
ZATERDAG
12 MEI.
Hinderwet.
Drankwet.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk t I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
TelefooBBaamer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
V|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam O 9.
Uit de Pers.
Rechtzaken.
ALKMAARSC
COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen, ingevolge art. 8 der Hinderwet, ter algemeens
kennis, dat zjj bij besluit van 10 Mei 1.1. voorwaaideljjk ver
gunning hebben verleend aan J. HEINIS, aldaar, tot
bet oprichten van een stoomketel van 4 atmos:h»eren
drnk tot het verwarmen van melk en het drjjven van
een machine van 1 P. K., dienende tot het ontroomen
van melk, in het perceel Bleekerslaan, E no. 7.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
11 Mei 1906. L. VAN DER VEGT, lo. Secr.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter openbare kennis, dat bp hoc ooilege is in
gekomen een verzoekschrift van C. RENTENAAR aldaar,
ter bekoming van verlof tot den verkoop van alcohol
vrijen drank in het winkel vertrek van het perceel Stuart-
atraat, E. No. 88.
Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een
ieder tegen het verleenen van kot verlof schriftelijke be
zwaren indienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, lo. Sscr.
Alkmaar, 11 Mei 19G6.
U. I. de Koningin op het I.oo.
Omtrent een mogelgk bszoeken van de Utreehtscho
lustrumfeesten door II. M. de Koningin is nog geen vaste
beslissing genomen. Dit geldt evenzeer voor de andere
uitstapjes waarvan tot hedon sprake is geweest.
Dokter Pot legt iederen voormiddag zjjn gewoon bezoek
aan 't Loo af. Des Zaterdags komt dokter Roessingh
uit 's-Gravenhage zijn medisch bezoek brengen.
X. K. H. de Prins op reis.
Gemeld wordt, dat Z. K. H. Prins Hondrik zieb den
28eu dezer voor eenige dagen naar zjjn landgoed Dobbin
in Mecklenburg zal begeven.
De Koningin-Moeder in gevaar.
HM. de Koningin-Moeder maakte Maandag met de
vorsteljjke familie te Burgsteinfurt een auto-tocht. De
eerste auto kwam aldaar in aanraking met een slagerskar,
waardoor H.M. en de Vorst van Bentheim uit de auto
werden geslingerd. Zjj kwamen gelukkig met den schrik
vrjj en het tochtje naar Bentheim werd voortgezet.
Tweede Maaier.
Io de zitting dor Kamer van gisteren was het eerst
aan de orde een interpellatie van den heer De
Ridder (A.-r.) over de uitvoering van de
Kinderwetten.
De heer De Ridder zeide dat de toepassing der
kinderwetten niet kan geschieden in particulate gestich
ten en inrichtingen van weldadigheid, Hjj wees op de
nadeelen ervan, omdat voor een goede werking der wetten
overheid en particulieren dienen samen te wei ken. Op-
zending naar particuliere gestichten heelt niet plaats,
omdat de regeering nog geen gestichten aanwees. Dat is
een pjjnljjke teleurstelling. De regeering kan voorwaarden
stellen, maar geen eischon, die niet voor inwilliging
vatbaar zjjn. Die voorwaarden betreffen de gezondheid,
de zedeljjkheid en bet onderwjjs. De voorschriften, neer
gelegd in een bestuursmaatregel van 15 Juli 1905, achtte
spr. by/.onder kras. De eiscb der afzondering werd door
hem gecritiseerd. Het systeem der kleine kamertjes is
niet goed en niet bevorderljjk aan de zedelijkheid. In dit
opzicht streven de kinderwetten haar doel voorbg, wat
door verschillende deskundigen wordt beaamd. Zjj allen
keuren het stelsel der kleine kamertjes af. Waarom gaat
de regeering Kier tegen die allen in 7 Ook de tweede
eisch, de uitsluiting der ca-educatie, is ongemotiveerd,
terwjjl eveneens de voorwaarde, dat de betrokken ver-
eenigingen een eigen gesticht moeten bezitten, feiteljjk
niet houdbaar zal blgken te zgn. Welke paedagogische
belangen drgven de rageering er toe, dezen eiech te
stellen? Prof. Van Hamel en »Pro Juventute* keuren
dezen eisch af. Weet de regeering het beter dan zjj De
veresnigingen worden vlengellam geslagen. Men drjjft
haar tot gezinsverpleging, en die deugt niet. Ten slotte
stelde interpellant der regeering de vraag, of tg bereid
is aan de geopperde praktische bezwaren tegemoet te
komen.
De Minister van Justitie, de heer Van Raalte
ging allereerst na de wjjze van totstandkomen der bepa
lingen van den Algemeenen Bestuursmaatregel van Juni
1905, waartegen de interpellant zjjne grieven richtte.
De door hem bestreden eischen van uitsluiting van co-
edueatie en nachteljjke afzondering zjjn opgenomen over
eenkomstig advies van de Commissie van Bgstaud voor
Rjjks-OpvoedingsgestichtenNu de Regeering voor hare
eigen gestichten die eischen doorvoert, moet zjj van dat
standpunt bezien, in het belang van de eenvormigheid,
deze eischen ook voorschrgven voor paiticuliere gestich
ten om voor opneming van kinderen in aanmerking te
komen. Echter is door ganoemde Commissie bjj uit
zondering voor bedoelde particuliere gestichten naast het
absoluut verbod van co-educatie toegestaan opneming van
jongens en meisjes in éénzelfde inrichting, mits in geheel
van elkander gescheiden afdeeiingen. De algemeens be
stuursmaatregel schrgft vooi aan welke voorwaarden de
particuliere ge«t:chten moeten voldoen. Echter laat art.
154 eenige rnimte toe, zoodat het mogelijk is dat reeds
kinderen worden afgestaan aan dergelgke gestichten, al
voldoen zg nog niet aan alle eischen, mita zg over zeki ren
termgn wel aan de gestelde voorwaarden beantwoorden.
Dj Minister, die van den aanvang ai met hart en ziel
het systeem van samenwerking tusschan overheid eu
particulier initiatief is toegedaan, wil zelfs eene ruime
toepassing van art. 154 geven. Echter dient de ervaring
te worden afgewacht. Op pressie van enkelen kan niet
tot wetswgziging worden overgegaan. Dit geldt ook wat
betreft de handhaving van den eisch dat veraenigingeu
moeten hebben een eigen gesticht.
De heer Regou t (R-K.) drong echter aaa op wg-
ziging in de uitvoering van de Kinderwetten. Spr. betreurde
dat de Minister door de praetgk niet tot de overtuiging
was gekomen, dat de tot dusver gevolgde toepassing
gewgzigd moet worden. Door don eisch, dat vereeniging,
om voor voogdg van kinderen subsidie te krjjgen, de
beschikking over een eigen gesticht moet hebben, is de
algemeene bestuursmaatregel in strgd met de wet. Het
ie zeer onlogisch, dat de bestuursmaatregel hierdoor
voogdijkinderen geljjk stelt met jeugdige delinquenten.
Spr. bestreed in dit opzicht 's Ministers opvatting van
de wet, die duidelgk spreekt van verpleging in en buiten
de gestichten. Wanneer er niet spoedig wjjziging wordt
gebracht, dan voorzag spr. een fiasco der Kinderwetten.
De heer Ter Laan (S.-D.) gaf eenige wenken in
het belaag van het toezicht in gestichten.
De heer T a 1 m a (A.-r.), sloot zich bg het betoog van
den heer Regout. aan.
De heer De Ridder handhaafde zgne bezwaren.
De Minister handhaafde zgn standpunt, maar ver
zekerde toch ernstige overweging en studie van de
geopperde denkbeelden. Er bestaat bjj de Regeering niet
anders dan oprechte innige wensch tot samenwerking
daarvan kan men verzekerd zgn.
Na nog eenig debat was deze interpellatie geëindigd.
Aan de orde was hierna een interpellatie van
den heer van der Zwaag (S.-D.) omtrent gevan
genneming en uitzetting van den Span
jaard José Vinas.
De heer van der Zwaag herinnerde aan de arresta
tie van Vinas te Utrecht. Volgens spr.'s meening heeft
die zonder rechtmatige reden plaats gehad en is de
Ulrechtsehe politie onrechtmatig opgetreden. Spr. vroeg
aan de RegeeringOp grond van welke wets- of ver
dragsartikelen heeft de uitzetting en de vasthoudiog van
Vinas plaats gehad Zoo geen bepalingen daartoe noopten,
is de Regeering dan geneigd in de toekomst dergeljjke
gevallen te voorkomen
De Minister van Justitie zeide, dat de feiten
door den heer van der Zwaag medegedeeld niet juist zgn.
De man in quaestie is geen Spanjaard en heet niet Vinas.
De feiten zjjn dezeOp zekeren dag bevond zich een
jonge man met verdacht uiterljjk op den weg in Utrecht
en vroeg aan een politie-agent om het adres van een
wisselkantoor. De agent had daar weinig zin in en nam
hem eenvoudig mee naar het politie-bureau, waar hg
verklaarde ^e heston Ubarles Jean Julien Baptiste Poireau,
vuurwerkmaker te Parjjs. Hjj had als legimitatiebewgs
een trouwboekje van zgn vrouw, anders niets. Hg ver
telde voorts, dat hjj, anti-militarist, uit Frankrjjk was
weggegaan om zgn dienstplicht te ontkomen. Voorts
toonde hjj een pas ten name van Vinas, afgegeven door
El capita no dell polizia te Barcelona ei had vele brief-
kaarten bg zich, aan het adres van Maurice Bombardon.
Hg verklaarde deze verschillende namen, omdat hg niet
onder zjjn waren naam bekend wilde worden. Hg had
ook visitekaartjes ten name van »Jules'\ Hjj vertelde
voorts in Spanje in een anarchisten historie betrokken
te zjjn geweest.
Zgn middelen van bestaan bestonden uit 5 b. 6 gulden
en uit den binnenzak van zgn vest haalde bg een pon
jaard te voorschgn. Dit Parjjs werd den Minister berioht
dat daar een zekere Poireau bekend was, die zich her
haaldelijk aan drankwetovertredingen had schuldig ge
maakt. De uitzetting had dan ook plaats op last van des
procureur-generaal te Amsterdam.
De heer Van der Zwaag betreurde dat bg ver
keerd was ingelicht en dat hjj van den persoon van Vinas
heeft gesproken, Toch heeft de politie te Utrecht verkeerd
gehandeld. Is nu het Nederlandsehe recht toegepast. Spr.
kon zulks nog niet toegeven.
De Minister van Justitie constateerde, dat
niet de minste reden bestaat om aan zgne mededeelingen
te twgfelen. Vinas is niet meegenomen, maar meegegaan
met den politie-agent. De wet is correct toegepast.
Aan de orde kwam voorts o.a. nog goedkeuring van
don afstand door den Staat van eigen
domsrechten op het Amstel-Aarkacaal en bgbe-
hoorende werkon ten behosve van de provinciëo Noord
en Zuid-Holland.
De heer Hubrecbt (U.L.) merkte op, dat in het
wetsontwerp geen voorziening is getroffen voor de rente,
die, indien de toegezegde betaling eerst later kan volgen,
aan de waterschap vervalt. Ook die rente over f 147 500
behoort de Staat te betalen.
De Minister van Waterstaat ad interim achtte de rege
ling dezer sinds jaren hangende aangelegenheid in het
belang van waterschap en provincie en brengt, zga voor
ganger hulde. Wat betreft de rente, achtte spr. h«t billgk
dat de betrokken provinciën die dragen, ofschoon geen
nitdrukkeljjk beding daaromtrent, bestaat. Voorzichtig
achtte spr. echter bet artikel 1 aan te vulbn, zoodat de
rente ten laste der provinciën komt, hetwelk bg dan ook
voorstelt te doen.
De heer De Waal Malefgt, (Ch.H.) voorzitter
der Commissie van Rapporteurs had geen bezwaar tegen
de wgziging.
Het wetsontwerp weid daarop zonder hoofdelgke stem
ming aangenomen.
Nog werden enkele verslagen goedgekeurd, waarna de
behandeling van het Arbeidscontraot werd voort
gezet. Aan de orde was artikel 1638g, (verpleging van
inwonende zieke arbeiders).
De beer Van Doorn (U.L.) kreeg het woord tot
toelichting van een amendement, strekkende om de ver
plichting tot verpleging nimmer langer dan tot het einde
der arbeidsovereenkomst te doen duren.
Da heer D r n c k e r (V.-D.) lichtte toe een amende
ment strekkende om als uitersten termjjn te stellen voor
do verpleging 6 woken.
Da heer Zglma (U.L.) lichtte een ameudemt 'oe,
strekkende om van de verplichting bg achrifteigk beding
afwjjking toe te laten.
De zitting werd hierna verdaagd tot Dinsdag 11 uur.
11e reis van de fierste Kamerleden.
Donderdagavond, met den sneltrein van halfelf, kwamen
de Eerste Kamerleden die een re's door Noord Holland
maken, in den Helder aan.
Na Vrijdagmorgen te zgn ontvangen door den vice-
admiraal Wentholt in het directie-gebouw, werd van 9
tot 10 uur een zeetochtje gemaakt mot de Hercules.
Daarna werd een bezoek gebracht aan 's Rjjkswerf,
waar verschillende inrichtingen zeer belang! tellend in
oogenschonw werden genomen en aan Hr. Ms. pantser-
schip »Tromp.«
Omstreeks 12 uur was het bezoek aan de werf afge-
loopen en werd gelnneht in Hotel »Dan Burg,na afloop
waarvan werd uitgereden tot het bezichtigen van de
forten >Erfprins< en «Kgkduin."
's Avonds dineerden do heoren in de Mariueolub.
Hedenochtend werd bet Zoölogisch Station van de
Nederl. Dierkundige Vereoniging bezichtigd en vanmiddag
met den trein van halfeen vertrokken de heeren weier
De reis is hiermede volbracht.
Out werp-Vredespaleis.
De nitslag van de prjjsvraig voor den baaw van een
Vredespaleis met bibliotheek is:
Eerste prjja, f 12000L. M Gardenier, ts Rjjssel
tweede, f 9000, A. Marcel, te Pargsderde, f 7000,
Fr. Wendt, te Charloltenburgvierde, f 5000, O. Wag
ner, te Weenen vjjfde prjjs, f 8000, Howard Gresnley
en H. S. Olin, te New-York en zesde prjjs, idem, aan
F. Sohwechter, te Berlgn.
De 48 jarige winnaar van den hoofdprgs is een zoon
van een timmerman-aannemer. Hjj was ook de eerste
prgswinner bg de prgsvraag in 1885 voor de Beurs te
Amsterdam, welk ontwerp echter nimmer is uitgevoerd.
Het bekroond ontwerp Vredespaleis is uitgevoerd in den
stgl der kasteelen in het Noorden van Frankrgk en in
baksteen en bergsteen opgetrokken, met 3 k 4 torens,
waarvan twee aan den voorgevelwaartusschen de
middenbouw verrjjst.
C. J. de Vrlese. f
Gisternacht is te 's-Gravenbage overleden de schout*
bjj-nacht C. J. de Vriese, inspecteur -generaal van bet
loodswezen. Geboren te Kampen 24 Nov. 1848, Irtd de
overledene in 1864 als adelborst 3e klasse bg het Kon.
Instituut der Marine te Willemsoord in dienst. Als
luitenant ter zee 2e klasse verwierf hg eerst het eere-
teeken Atjeh 1878/6 en daarna ter zake van zjjn gedrag
bg de operatiën tegen Ssmpang Olim (Atjah) 1876/7 het
ridderkruis der Militaire Willemsorde 4e klasse. Later,
in 1898, verleende H. M. hem ock het officierskruis der
Oranje-Nassaa-orde.
Nadat hg in het begin v.n 1892 was belast geworden
met de waarneming van de betrekking van inspecteer
over het loodswezen enz. in het dist'ict Delfzgl, in ver
band waarmede bjj eervol werd afgevoerd uit bet korps
zee-officieren der Nederlandsehe zeemacht, werd hem
kort daarna definitief de betrekking van inspecteur over
het loodswezen opgedragen en wel in het 3e en 4e district
te Rotterdam, waarna in 1904 volgde zgne benoeming
tot inspecteur-generaal van het loodswezen en tot perma
nent commissaris voor het gemeenschappelgk toezicht op
de betonping en bebakening en het loodswezen op do
Schelde, onder toekenning van den titolairen rang van
schout-bjj-naoht.
Houw- en woonverordeulng.
Aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is
een adres gezonden, waarin eenige bedenkingen worden
ontwikkeld tegen de daarin opgenomen bepaling dat
in elke woning (ook de kleinste en dus voor het overige
slechts uit één vertrek bestaande) een keuken moet
aanwezig zgn van ten minste 7 vierkante Meter terwgl
voor hot woonvertrek met 15 vierkante Meter genoegen
wordt genomen.
Gevreesd wordt dat een dergelgke ruimte niet zal
worden geb uikt voor het verrichten van huishoudelijk
werk, omdat de bewoners van kleine woningon niet in
staat ziju een afzonderlgke kookkachel in de keuken
en een verwarmingskachel in de huiskamer e stoken,
omdat die ruimte tot woonruimte wordt bestemd, torwijl
de eigenlijke woonkamer zoogenaamd „aan kant" wordt
gehoudon, een uitvloeisel van netheid of gemakzucht
der huisvrouwen, waarmede de mannon meestal weinig
ingenomen zgn en dat in elk geval hoogst onhygiënisch
is. In het adres wordt voorts gnzegd, dat het in elk
geval nog beier is dat er gewasschen wordt in een flinke
woonruimte dan dat er gewoond wordt in een kleine
waschruimtedat er dan ook door den inspecteur van
het woningwezen en de gezondheidscommissie met
klem van redenen is aangedrongen op hot vergroo en
der minimum ruimte van de woonkamer en het ver
kleinen van de minimummaat van do keuken beide
met 3 vk. M., en dat de indeeling van een minimum
woning als voorgeschreven in de Haagsche Verordening
de strekking heeft de woonzeden hier ter stede te
verslechteren.
Ten slotte wordt verzocht de Bouw- en Woon veror
dening niet goed te keuren, dan nadat de voor de
woonzeden en uit hygiënisch oogpunt verderfelgke
bepaling omtrent de minimummaat der keuken en van
het eenige vertrek gewgzigd is.
Partij groepeerlag.
Terwgl vóór de verkiezingen van verleden jaar van
sociaal-democratische zjjde werd voorspeld, dat in de
naaste toekomst in ons land een andere pari jj-groepeering
zon ontstaan, n.l. conservatieve elementen eenerzjjds en
democratische elementen acderzjjds, wordt in den laatsten
tgd ook van den kant der ond-liberalen en der vrgzinnig-
democraten de waarscbgnljjkheid van een dergeljjke
wgziging in de partjj-verhondingen betoogd
Mr. J. Limburg (Vrgz.-dem.) schreef een artikel over
deze zaak in het laatste nummer van >De Gids* eu
tgdens de begrootingsdebatten liet de heer mr. Tydeman
(oud-lib) zich in denzelfden geest uit.
Do anti-rev. Standaardeen hoofdartikel aan een
eventaeele party groepeering wjjdecde vindt dat er in die
beschouwingen een element van waarheid zit
«Ontkend toch kan niet worden, dat in iedere partjj,
zooals die naar de tegenstelling van «christelijk" en
«modern* is gevormd, twee stroomingen waar ce nemen,
met de bekende namen gauche (de linkerzgde) en droits
(de rechterzgde) aangeduid.
Doch al wordt dit toegegeven, daarmee is nog niet
gezegd, dat de conclusie, waartoe de heeren Tydeman
en Irmburg komen, juist is of overeenstemt met de
practjjk des levens.
Laat ons aannemen, dat de ehrietelgke partjjen bereid
zgn om voortaan niet meer de christelijke geginselen,
maar de red", het menscheljjk verstand en vernnft als
kompas te aanvaarden voor de regeering des lands.
Dan komt echter de moeielgkbeid, om uit te maken
wie conservatief en wie demooratisoh is.
Die moeieljjkhoid heeft men ook vroeger ondervonden,
toen do Christelgke partgon niet aan de staatkunde
deelnamen en het alleen óf liberaal óf conservatief was.
Liberalen deden dikwerf erg conservatief, en conser
vatieven waren meermalen zeer liberaal.*
Dit behoeft, voegt De Stand, hier aan toe, natuurljjk
niet uit te sluiten samenwerking van «behoudsmannemc
of van »vooruitstrevenden«Jvoor een bepaald aangewezen
belang, dus een tjjdeljjke samenwerking. Het is, mei kt
h t blad op, denkbaar, dat ten opzichte van eenig actueel
vraagstuk voorstanders van de ééne strooming zich ver
eenigen tegenover die van de andere strooming, en dat
alsdan twee [andere coalitiën zich vormen, coalities ad hoe.
Toch oordeelt het blad, dat de ervaring in 1894 bjj
de kieswet-Tak opgedaan, noch voor de droite noch voor
de gauche van ieder der Christelgke partjjen een aan
beveling is om naar een dergelgke samenwerking ver
langend uit te zien. De heeren Tydeman en mr. Lim
burg, zoo betoogt het blad dan verder, achten, dat de
Christeljjke beginselen hoegenaamd geen waarde hebben
voor de politiek; dat alle vraagstukken, welke de aan
dacht van Regeering en Volksvertegenwoordiging eischen,
buiten die Christelgke beginselen liggen en dat daarom
naar eene geheel andere partjjgroepeering behoort te
worden uitgezien. Met. zulk een standpunt echter kan
het blad zich niet vereenigen. Het houdt h. i. met de
werkeljjkheid geen rekening. Doch dit wenscht het blad
ihans niet in den breede uit en te zetten en evenmin
wil het betoogen hoe het steeds meer op den voorgrond
treden van materialisme en ongeloof, al meer in schier
alle landen de beljjders van eiken positieven grondslag
dringt zich te vereenigen. Wel echter wenscht het blad
de aandacht te vestigen op het anti clericalisme van de
heeren Tydeman en Limburg, die de anti-revolutionairen,
verzoeken| in hun conservatief-vrjjzinnige of in hun de
mocratisch-vrjj zinnige gelederen plaats te nemen:
#Anti-clericaal zjjn die heeren. Niet slechts in dezen
zin, dat zjj godsdienst en politiek absoluut van elkander
wenschen gescheiden te zien maar ook in dit opzicht,
dat zjj steeds weigerden' recht en billijkheid te be
trachten tegenover de rechtmatige wenschen en ver
langens der »clericalen«. Wel heeft de heer Limburg
de houding der vrjjzinnigen ten opzichte van de Hooger
Onderwijswet niet warm toegejuicht, doch ten aanzien
van de Onderwgs-novelle stond hjj met mr. Tydeman
aan de zjjde der frontmakers.
Alvorens in te gaan op hun uitnoodiging om met
ons verleden te breken en om het heil van land en
volk te zoeken bjj hun partjjen, zou het toch noodig
zjjn, dat zjj zich duidelijk uitspraken omtrent hun
voornemens inzake ons volkonaerwjjs. Dat is de
heeren zullen het ons toegeven stellig één der
voornaamste vraagstukken, waarmede Regeering en
Volksvertegenwoordiging zich Hebben bezig te houden.
Welnu bljjven ze front maken voor het onrecht
en de onbillijkheid Zullen zjj nooit tornen aan onze
rechten, die wjj op schoolgebied niet dan na jaren-
langen eu dikwerf bangen strijd door de macht van
stemmencjjfer eindelijk hebben verkregen? Zullen zjj
met ons ijveren voor subsidieering van de bjjzondere
inrichtingen voor middelbaar onderwjjs
En dit niet alleen. Maar wanneer een sterke aan
drang mocht komen om het Burgerljjk wetboek te
wjjzigen in een richting, die strijdt met onze nationale
traditiën, met onze christeljjk-historische beginselen
zullen zjj dan naast ons staan om dien aandrang
te bestrijden?
Hoe zal 't gaan met de Armenwet? Zullen zij,ons
ten gelieve, ervoor waken, dat een nieuwe Armenwet
geen inbreuk maakt op de zelfstandigheid van de kerk
van Christus?
Deze vragen zijn met vele andere aan te vullen.
Er blijkt genoeg uit, dat ook, afgezien van de ver
loochening onzer beginselen, die men van die zjjde
van ons eischt, er tal van moeielgkheden zjjn, die
eerst uit den weg behoorden geruimd te worden,
alvorens op hun verlangen te kunnen ingaan.«
Was er uaaar geen telefoon geweest....
Een slager en een bakker te Hilversum, beiden zeer
gunstig bekend staande, woonden naast elkaar als goede
buren, in onverstoorde vriendschap.
Den '20sten Maart gebeurde er echter iets, dat de
vrede voor een oogenblik kwam bedreigen.
Een broertje van den bakker een acht jarig ventje