Honderd en achtste jaargang. 4906 DAGBLAD VOOR ALSMAAR EN OMSTREKEN. Dit mif Maat oit 2 i\o. 412. ZATERDAG 12 MEI. Hinderwet. Drankwet. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk t I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. TelefooBBaamer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij V|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam O 9. Uit de Pers. Rechtzaken. ALKMAARSC COURANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen, ingevolge art. 8 der Hinderwet, ter algemeens kennis, dat zjj bij besluit van 10 Mei 1.1. voorwaaideljjk ver gunning hebben verleend aan J. HEINIS, aldaar, tot bet oprichten van een stoomketel van 4 atmos:h»eren drnk tot het verwarmen van melk en het drjjven van een machine van 1 P. K., dienende tot het ontroomen van melk, in het perceel Bleekerslaan, E no. 7. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 11 Mei 1906. L. VAN DER VEGT, lo. Secr. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter openbare kennis, dat bp hoc ooilege is in gekomen een verzoekschrift van C. RENTENAAR aldaar, ter bekoming van verlof tot den verkoop van alcohol vrijen drank in het winkel vertrek van het perceel Stuart- atraat, E. No. 88. Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen van kot verlof schriftelijke be zwaren indienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, lo. Sscr. Alkmaar, 11 Mei 19G6. U. I. de Koningin op het I.oo. Omtrent een mogelgk bszoeken van de Utreehtscho lustrumfeesten door II. M. de Koningin is nog geen vaste beslissing genomen. Dit geldt evenzeer voor de andere uitstapjes waarvan tot hedon sprake is geweest. Dokter Pot legt iederen voormiddag zjjn gewoon bezoek aan 't Loo af. Des Zaterdags komt dokter Roessingh uit 's-Gravenhage zijn medisch bezoek brengen. X. K. H. de Prins op reis. Gemeld wordt, dat Z. K. H. Prins Hondrik zieb den 28eu dezer voor eenige dagen naar zjjn landgoed Dobbin in Mecklenburg zal begeven. De Koningin-Moeder in gevaar. HM. de Koningin-Moeder maakte Maandag met de vorsteljjke familie te Burgsteinfurt een auto-tocht. De eerste auto kwam aldaar in aanraking met een slagerskar, waardoor H.M. en de Vorst van Bentheim uit de auto werden geslingerd. Zjj kwamen gelukkig met den schrik vrjj en het tochtje naar Bentheim werd voortgezet. Tweede Maaier. Io de zitting dor Kamer van gisteren was het eerst aan de orde een interpellatie van den heer De Ridder (A.-r.) over de uitvoering van de Kinderwetten. De heer De Ridder zeide dat de toepassing der kinderwetten niet kan geschieden in particulate gestich ten en inrichtingen van weldadigheid, Hjj wees op de nadeelen ervan, omdat voor een goede werking der wetten overheid en particulieren dienen samen te wei ken. Op- zending naar particuliere gestichten heelt niet plaats, omdat de regeering nog geen gestichten aanwees. Dat is een pjjnljjke teleurstelling. De regeering kan voorwaarden stellen, maar geen eischon, die niet voor inwilliging vatbaar zjjn. Die voorwaarden betreffen de gezondheid, de zedeljjkheid en bet onderwjjs. De voorschriften, neer gelegd in een bestuursmaatregel van 15 Juli 1905, achtte spr. by/.onder kras. De eiscb der afzondering werd door hem gecritiseerd. Het systeem der kleine kamertjes is niet goed en niet bevorderljjk aan de zedelijkheid. In dit opzicht streven de kinderwetten haar doel voorbg, wat door verschillende deskundigen wordt beaamd. Zjj allen keuren het stelsel der kleine kamertjes af. Waarom gaat de regeering Kier tegen die allen in 7 Ook de tweede eisch, de uitsluiting der ca-educatie, is ongemotiveerd, terwjjl eveneens de voorwaarde, dat de betrokken ver- eenigingen een eigen gesticht moeten bezitten, feiteljjk niet houdbaar zal blgken te zgn. Welke paedagogische belangen drgven de rageering er toe, dezen eiech te stellen? Prof. Van Hamel en »Pro Juventute* keuren dezen eisch af. Weet de regeering het beter dan zjj De veresnigingen worden vlengellam geslagen. Men drjjft haar tot gezinsverpleging, en die deugt niet. Ten slotte stelde interpellant der regeering de vraag, of tg bereid is aan de geopperde praktische bezwaren tegemoet te komen. De Minister van Justitie, de heer Van Raalte ging allereerst na de wjjze van totstandkomen der bepa lingen van den Algemeenen Bestuursmaatregel van Juni 1905, waartegen de interpellant zjjne grieven richtte. De door hem bestreden eischen van uitsluiting van co- edueatie en nachteljjke afzondering zjjn opgenomen over eenkomstig advies van de Commissie van Bgstaud voor Rjjks-OpvoedingsgestichtenNu de Regeering voor hare eigen gestichten die eischen doorvoert, moet zjj van dat standpunt bezien, in het belang van de eenvormigheid, deze eischen ook voorschrgven voor paiticuliere gestich ten om voor opneming van kinderen in aanmerking te komen. Echter is door ganoemde Commissie bjj uit zondering voor bedoelde particuliere gestichten naast het absoluut verbod van co-educatie toegestaan opneming van jongens en meisjes in éénzelfde inrichting, mits in geheel van elkander gescheiden afdeeiingen. De algemeens be stuursmaatregel schrgft vooi aan welke voorwaarden de particuliere ge«t:chten moeten voldoen. Echter laat art. 154 eenige rnimte toe, zoodat het mogelijk is dat reeds kinderen worden afgestaan aan dergelgke gestichten, al voldoen zg nog niet aan alle eischen, mita zg over zeki ren termgn wel aan de gestelde voorwaarden beantwoorden. Dj Minister, die van den aanvang ai met hart en ziel het systeem van samenwerking tusschan overheid eu particulier initiatief is toegedaan, wil zelfs eene ruime toepassing van art. 154 geven. Echter dient de ervaring te worden afgewacht. Op pressie van enkelen kan niet tot wetswgziging worden overgegaan. Dit geldt ook wat betreft de handhaving van den eisch dat veraenigingeu moeten hebben een eigen gesticht. De heer Regou t (R-K.) drong echter aaa op wg- ziging in de uitvoering van de Kinderwetten. Spr. betreurde dat de Minister door de praetgk niet tot de overtuiging was gekomen, dat de tot dusver gevolgde toepassing gewgzigd moet worden. Door don eisch, dat vereeniging, om voor voogdg van kinderen subsidie te krjjgen, de beschikking over een eigen gesticht moet hebben, is de algemeene bestuursmaatregel in strgd met de wet. Het ie zeer onlogisch, dat de bestuursmaatregel hierdoor voogdijkinderen geljjk stelt met jeugdige delinquenten. Spr. bestreed in dit opzicht 's Ministers opvatting van de wet, die duidelgk spreekt van verpleging in en buiten de gestichten. Wanneer er niet spoedig wjjziging wordt gebracht, dan voorzag spr. een fiasco der Kinderwetten. De heer Ter Laan (S.-D.) gaf eenige wenken in het belaag van het toezicht in gestichten. De heer T a 1 m a (A.-r.), sloot zich bg het betoog van den heer Regout. aan. De heer De Ridder handhaafde zgne bezwaren. De Minister handhaafde zgn standpunt, maar ver zekerde toch ernstige overweging en studie van de geopperde denkbeelden. Er bestaat bjj de Regeering niet anders dan oprechte innige wensch tot samenwerking daarvan kan men verzekerd zgn. Na nog eenig debat was deze interpellatie geëindigd. Aan de orde was hierna een interpellatie van den heer van der Zwaag (S.-D.) omtrent gevan genneming en uitzetting van den Span jaard José Vinas. De heer van der Zwaag herinnerde aan de arresta tie van Vinas te Utrecht. Volgens spr.'s meening heeft die zonder rechtmatige reden plaats gehad en is de Ulrechtsehe politie onrechtmatig opgetreden. Spr. vroeg aan de RegeeringOp grond van welke wets- of ver dragsartikelen heeft de uitzetting en de vasthoudiog van Vinas plaats gehad Zoo geen bepalingen daartoe noopten, is de Regeering dan geneigd in de toekomst dergeljjke gevallen te voorkomen De Minister van Justitie zeide, dat de feiten door den heer van der Zwaag medegedeeld niet juist zgn. De man in quaestie is geen Spanjaard en heet niet Vinas. De feiten zjjn dezeOp zekeren dag bevond zich een jonge man met verdacht uiterljjk op den weg in Utrecht en vroeg aan een politie-agent om het adres van een wisselkantoor. De agent had daar weinig zin in en nam hem eenvoudig mee naar het politie-bureau, waar hg verklaarde ^e heston Ubarles Jean Julien Baptiste Poireau, vuurwerkmaker te Parjjs. Hjj had als legimitatiebewgs een trouwboekje van zgn vrouw, anders niets. Hg ver telde voorts, dat hjj, anti-militarist, uit Frankrjjk was weggegaan om zgn dienstplicht te ontkomen. Voorts toonde hjj een pas ten name van Vinas, afgegeven door El capita no dell polizia te Barcelona ei had vele brief- kaarten bg zich, aan het adres van Maurice Bombardon. Hg verklaarde deze verschillende namen, omdat hg niet onder zjjn waren naam bekend wilde worden. Hg had ook visitekaartjes ten name van »Jules'\ Hjj vertelde voorts in Spanje in een anarchisten historie betrokken te zjjn geweest. Zgn middelen van bestaan bestonden uit 5 b. 6 gulden en uit den binnenzak van zgn vest haalde bg een pon jaard te voorschgn. Dit Parjjs werd den Minister berioht dat daar een zekere Poireau bekend was, die zich her haaldelijk aan drankwetovertredingen had schuldig ge maakt. De uitzetting had dan ook plaats op last van des procureur-generaal te Amsterdam. De heer Van der Zwaag betreurde dat bg ver keerd was ingelicht en dat hjj van den persoon van Vinas heeft gesproken, Toch heeft de politie te Utrecht verkeerd gehandeld. Is nu het Nederlandsehe recht toegepast. Spr. kon zulks nog niet toegeven. De Minister van Justitie constateerde, dat niet de minste reden bestaat om aan zgne mededeelingen te twgfelen. Vinas is niet meegenomen, maar meegegaan met den politie-agent. De wet is correct toegepast. Aan de orde kwam voorts o.a. nog goedkeuring van don afstand door den Staat van eigen domsrechten op het Amstel-Aarkacaal en bgbe- hoorende werkon ten behosve van de provinciëo Noord en Zuid-Holland. De heer Hubrecbt (U.L.) merkte op, dat in het wetsontwerp geen voorziening is getroffen voor de rente, die, indien de toegezegde betaling eerst later kan volgen, aan de waterschap vervalt. Ook die rente over f 147 500 behoort de Staat te betalen. De Minister van Waterstaat ad interim achtte de rege ling dezer sinds jaren hangende aangelegenheid in het belang van waterschap en provincie en brengt, zga voor ganger hulde. Wat betreft de rente, achtte spr. h«t billgk dat de betrokken provinciën die dragen, ofschoon geen nitdrukkeljjk beding daaromtrent, bestaat. Voorzichtig achtte spr. echter bet artikel 1 aan te vulbn, zoodat de rente ten laste der provinciën komt, hetwelk bg dan ook voorstelt te doen. De heer De Waal Malefgt, (Ch.H.) voorzitter der Commissie van Rapporteurs had geen bezwaar tegen de wgziging. Het wetsontwerp weid daarop zonder hoofdelgke stem ming aangenomen. Nog werden enkele verslagen goedgekeurd, waarna de behandeling van het Arbeidscontraot werd voort gezet. Aan de orde was artikel 1638g, (verpleging van inwonende zieke arbeiders). De beer Van Doorn (U.L.) kreeg het woord tot toelichting van een amendement, strekkende om de ver plichting tot verpleging nimmer langer dan tot het einde der arbeidsovereenkomst te doen duren. Da heer D r n c k e r (V.-D.) lichtte toe een amende ment strekkende om als uitersten termjjn te stellen voor do verpleging 6 woken. Da heer Zglma (U.L.) lichtte een ameudemt 'oe, strekkende om van de verplichting bg achrifteigk beding afwjjking toe te laten. De zitting werd hierna verdaagd tot Dinsdag 11 uur. 11e reis van de fierste Kamerleden. Donderdagavond, met den sneltrein van halfelf, kwamen de Eerste Kamerleden die een re's door Noord Holland maken, in den Helder aan. Na Vrijdagmorgen te zgn ontvangen door den vice- admiraal Wentholt in het directie-gebouw, werd van 9 tot 10 uur een zeetochtje gemaakt mot de Hercules. Daarna werd een bezoek gebracht aan 's Rjjkswerf, waar verschillende inrichtingen zeer belang! tellend in oogenschonw werden genomen en aan Hr. Ms. pantser- schip »Tromp.« Omstreeks 12 uur was het bezoek aan de werf afge- loopen en werd gelnneht in Hotel »Dan Burg,na afloop waarvan werd uitgereden tot het bezichtigen van de forten >Erfprins< en «Kgkduin." 's Avonds dineerden do heoren in de Mariueolub. Hedenochtend werd bet Zoölogisch Station van de Nederl. Dierkundige Vereoniging bezichtigd en vanmiddag met den trein van halfeen vertrokken de heeren weier De reis is hiermede volbracht. Out werp-Vredespaleis. De nitslag van de prjjsvraig voor den baaw van een Vredespaleis met bibliotheek is: Eerste prjja, f 12000L. M Gardenier, ts Rjjssel tweede, f 9000, A. Marcel, te Pargsderde, f 7000, Fr. Wendt, te Charloltenburgvierde, f 5000, O. Wag ner, te Weenen vjjfde prjjs, f 8000, Howard Gresnley en H. S. Olin, te New-York en zesde prjjs, idem, aan F. Sohwechter, te Berlgn. De 48 jarige winnaar van den hoofdprgs is een zoon van een timmerman-aannemer. Hjj was ook de eerste prgswinner bg de prgsvraag in 1885 voor de Beurs te Amsterdam, welk ontwerp echter nimmer is uitgevoerd. Het bekroond ontwerp Vredespaleis is uitgevoerd in den stgl der kasteelen in het Noorden van Frankrgk en in baksteen en bergsteen opgetrokken, met 3 k 4 torens, waarvan twee aan den voorgevelwaartusschen de middenbouw verrjjst. C. J. de Vrlese. f Gisternacht is te 's-Gravenbage overleden de schout* bjj-nacht C. J. de Vriese, inspecteur -generaal van bet loodswezen. Geboren te Kampen 24 Nov. 1848, Irtd de overledene in 1864 als adelborst 3e klasse bg het Kon. Instituut der Marine te Willemsoord in dienst. Als luitenant ter zee 2e klasse verwierf hg eerst het eere- teeken Atjeh 1878/6 en daarna ter zake van zjjn gedrag bg de operatiën tegen Ssmpang Olim (Atjah) 1876/7 het ridderkruis der Militaire Willemsorde 4e klasse. Later, in 1898, verleende H. M. hem ock het officierskruis der Oranje-Nassaa-orde. Nadat hg in het begin v.n 1892 was belast geworden met de waarneming van de betrekking van inspecteer over het loodswezen enz. in het dist'ict Delfzgl, in ver band waarmede bjj eervol werd afgevoerd uit bet korps zee-officieren der Nederlandsehe zeemacht, werd hem kort daarna definitief de betrekking van inspecteur over het loodswezen opgedragen en wel in het 3e en 4e district te Rotterdam, waarna in 1904 volgde zgne benoeming tot inspecteur-generaal van het loodswezen en tot perma nent commissaris voor het gemeenschappelgk toezicht op de betonping en bebakening en het loodswezen op do Schelde, onder toekenning van den titolairen rang van schout-bjj-naoht. Houw- en woonverordeulng. Aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is een adres gezonden, waarin eenige bedenkingen worden ontwikkeld tegen de daarin opgenomen bepaling dat in elke woning (ook de kleinste en dus voor het overige slechts uit één vertrek bestaande) een keuken moet aanwezig zgn van ten minste 7 vierkante Meter terwgl voor hot woonvertrek met 15 vierkante Meter genoegen wordt genomen. Gevreesd wordt dat een dergelgke ruimte niet zal worden geb uikt voor het verrichten van huishoudelijk werk, omdat de bewoners van kleine woningon niet in staat ziju een afzonderlgke kookkachel in de keuken en een verwarmingskachel in de huiskamer e stoken, omdat die ruimte tot woonruimte wordt bestemd, torwijl de eigenlijke woonkamer zoogenaamd „aan kant" wordt gehoudon, een uitvloeisel van netheid of gemakzucht der huisvrouwen, waarmede de mannon meestal weinig ingenomen zgn en dat in elk geval hoogst onhygiënisch is. In het adres wordt voorts gnzegd, dat het in elk geval nog beier is dat er gewasschen wordt in een flinke woonruimte dan dat er gewoond wordt in een kleine waschruimtedat er dan ook door den inspecteur van het woningwezen en de gezondheidscommissie met klem van redenen is aangedrongen op hot vergroo en der minimum ruimte van de woonkamer en het ver kleinen van de minimummaat van do keuken beide met 3 vk. M., en dat de indeeling van een minimum woning als voorgeschreven in de Haagsche Verordening de strekking heeft de woonzeden hier ter stede te verslechteren. Ten slotte wordt verzocht de Bouw- en Woon veror dening niet goed te keuren, dan nadat de voor de woonzeden en uit hygiënisch oogpunt verderfelgke bepaling omtrent de minimummaat der keuken en van het eenige vertrek gewgzigd is. Partij groepeerlag. Terwgl vóór de verkiezingen van verleden jaar van sociaal-democratische zjjde werd voorspeld, dat in de naaste toekomst in ons land een andere pari jj-groepeering zon ontstaan, n.l. conservatieve elementen eenerzjjds en democratische elementen acderzjjds, wordt in den laatsten tgd ook van den kant der ond-liberalen en der vrgzinnig- democraten de waarscbgnljjkheid van een dergeljjke wgziging in de partjj-verhondingen betoogd Mr. J. Limburg (Vrgz.-dem.) schreef een artikel over deze zaak in het laatste nummer van >De Gids* eu tgdens de begrootingsdebatten liet de heer mr. Tydeman (oud-lib) zich in denzelfden geest uit. Do anti-rev. Standaardeen hoofdartikel aan een eventaeele party groepeering wjjdecde vindt dat er in die beschouwingen een element van waarheid zit «Ontkend toch kan niet worden, dat in iedere partjj, zooals die naar de tegenstelling van «christelijk" en «modern* is gevormd, twee stroomingen waar ce nemen, met de bekende namen gauche (de linkerzgde) en droits (de rechterzgde) aangeduid. Doch al wordt dit toegegeven, daarmee is nog niet gezegd, dat de conclusie, waartoe de heeren Tydeman en Irmburg komen, juist is of overeenstemt met de practjjk des levens. Laat ons aannemen, dat de ehrietelgke partjjen bereid zgn om voortaan niet meer de christelijke geginselen, maar de red", het menscheljjk verstand en vernnft als kompas te aanvaarden voor de regeering des lands. Dan komt echter de moeielgkbeid, om uit te maken wie conservatief en wie demooratisoh is. Die moeieljjkhoid heeft men ook vroeger ondervonden, toen do Christelgke partgon niet aan de staatkunde deelnamen en het alleen óf liberaal óf conservatief was. Liberalen deden dikwerf erg conservatief, en conser vatieven waren meermalen zeer liberaal.* Dit behoeft, voegt De Stand, hier aan toe, natuurljjk niet uit te sluiten samenwerking van «behoudsmannemc of van »vooruitstrevenden«Jvoor een bepaald aangewezen belang, dus een tjjdeljjke samenwerking. Het is, mei kt h t blad op, denkbaar, dat ten opzichte van eenig actueel vraagstuk voorstanders van de ééne strooming zich ver eenigen tegenover die van de andere strooming, en dat alsdan twee [andere coalitiën zich vormen, coalities ad hoe. Toch oordeelt het blad, dat de ervaring in 1894 bjj de kieswet-Tak opgedaan, noch voor de droite noch voor de gauche van ieder der Christelgke partjjen een aan beveling is om naar een dergelgke samenwerking ver langend uit te zien. De heeren Tydeman en mr. Lim burg, zoo betoogt het blad dan verder, achten, dat de Christeljjke beginselen hoegenaamd geen waarde hebben voor de politiek; dat alle vraagstukken, welke de aan dacht van Regeering en Volksvertegenwoordiging eischen, buiten die Christelgke beginselen liggen en dat daarom naar eene geheel andere partjjgroepeering behoort te worden uitgezien. Met. zulk een standpunt echter kan het blad zich niet vereenigen. Het houdt h. i. met de werkeljjkheid geen rekening. Doch dit wenscht het blad ihans niet in den breede uit en te zetten en evenmin wil het betoogen hoe het steeds meer op den voorgrond treden van materialisme en ongeloof, al meer in schier alle landen de beljjders van eiken positieven grondslag dringt zich te vereenigen. Wel echter wenscht het blad de aandacht te vestigen op het anti clericalisme van de heeren Tydeman en Limburg, die de anti-revolutionairen, verzoeken| in hun conservatief-vrjjzinnige of in hun de mocratisch-vrjj zinnige gelederen plaats te nemen: #Anti-clericaal zjjn die heeren. Niet slechts in dezen zin, dat zjj godsdienst en politiek absoluut van elkander wenschen gescheiden te zien maar ook in dit opzicht, dat zjj steeds weigerden' recht en billijkheid te be trachten tegenover de rechtmatige wenschen en ver langens der »clericalen«. Wel heeft de heer Limburg de houding der vrjjzinnigen ten opzichte van de Hooger Onderwijswet niet warm toegejuicht, doch ten aanzien van de Onderwgs-novelle stond hjj met mr. Tydeman aan de zjjde der frontmakers. Alvorens in te gaan op hun uitnoodiging om met ons verleden te breken en om het heil van land en volk te zoeken bjj hun partjjen, zou het toch noodig zjjn, dat zjj zich duidelijk uitspraken omtrent hun voornemens inzake ons volkonaerwjjs. Dat is de heeren zullen het ons toegeven stellig één der voornaamste vraagstukken, waarmede Regeering en Volksvertegenwoordiging zich Hebben bezig te houden. Welnu bljjven ze front maken voor het onrecht en de onbillijkheid Zullen zjj nooit tornen aan onze rechten, die wjj op schoolgebied niet dan na jaren- langen eu dikwerf bangen strijd door de macht van stemmencjjfer eindelijk hebben verkregen? Zullen zjj met ons ijveren voor subsidieering van de bjjzondere inrichtingen voor middelbaar onderwjjs En dit niet alleen. Maar wanneer een sterke aan drang mocht komen om het Burgerljjk wetboek te wjjzigen in een richting, die strijdt met onze nationale traditiën, met onze christeljjk-historische beginselen zullen zjj dan naast ons staan om dien aandrang te bestrijden? Hoe zal 't gaan met de Armenwet? Zullen zij,ons ten gelieve, ervoor waken, dat een nieuwe Armenwet geen inbreuk maakt op de zelfstandigheid van de kerk van Christus? Deze vragen zijn met vele andere aan te vullen. Er blijkt genoeg uit, dat ook, afgezien van de ver loochening onzer beginselen, die men van die zjjde van ons eischt, er tal van moeielgkheden zjjn, die eerst uit den weg behoorden geruimd te worden, alvorens op hun verlangen te kunnen ingaan.« Was er uaaar geen telefoon geweest.... Een slager en een bakker te Hilversum, beiden zeer gunstig bekend staande, woonden naast elkaar als goede buren, in onverstoorde vriendschap. Den '20sten Maart gebeurde er echter iets, dat de vrede voor een oogenblik kwam bedreigen. Een broertje van den bakker een acht jarig ventje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1