No. 116.
Honderd en achtste jaargang.
1906
DAGBLAD V00B ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Zonderlinge candidaten.
DONDERDAG
W aarschu wing.
bevonden IToor werpen.
BINNE N LAND
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk t I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
TelefoOMtmmMer 3,
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HEKMs. COSTER ZOON Voordam C 9.
17 MEI.
Rechtzaken,
llollftndsche Hypotheekbank.
Ge m e u g d Nieuws.
Do COMMISSARIS VAN POLITIE te ALKMAAR,
waarsohnwt de ingezetenen niet te ge70u aan die instel
lingen ran liefdadigheid of personen, die zjj niet kennen,
omdat dezer dagen wederom is gebleken, dat van de
goedgeloovigheid der Alkmaarders misbruik wordt ge
maakt.
Alkmaar, De Commissaris van Politie,
16 Mei 1906. S. M. S. MODDERMAN Jr
Terug te bekomen aan het Politiebureau van 9—12 uur.
Een dolkmesje, twee zilveren dameshorloge's, een
rol ijzerdraad, een taalboekje, een kinderboezel.-ar, een
springtouw, een rol nieuwe matten, een broche, twee
gouden ringen, een band van een kinderwagen, een
lorgnet, een dop met rozenkrans, een mand met kip
peneieren, een jongensbaret, een roode jongenshoed,
een medaillon, drie huissleutels, een koperen houtschroef,
een tortelduif, een beursje met eenig geld, een gouden
trouwring, een schroeibeitel, een portemonnaie mot
eenig geld, een duimstok en een vrouwenrok.
Alkmaar, De Comm. van Politie,
16 Moi 1906, S. M. S. MODDERMAN.
Stedelijk Museum
Het Stedeljjk Mnsenm is zonder vertoon tan toegangs
bewijs voor onvermogenden kosteloos te bezichtigen op
Zondag 20 Mei a.s,, 's middags van 1—3 nar.
Kinderen beneden 15 jaar worden niet toegelaten.
Hofberichten.
II. M. de Koningin-Moeder is Dinsdag in besten
welstand aangekomen te König in het Olensralf bjj de
orfprinses van Erbacb, hare zuster. H. M. maakte een
kort oponthoud te Frankfort waar zjj de Meunier-ten
toonstelling bezocht.
Tweede Hamer.
De Kamer heeft gisterenmiddag het debat voortgezet
over het Arbeidscontract en wel over artikel 1688<f,
dat luidt
»Ook verliest de arbeider zjjn aanspraak op het over
eengekomen naar tjjdrnimte vastgesteld loon niet, indien
hjj bereid was den bedongen arbeid te verrichter, doch
de werkgever daarvan geen gebruik heeft gemaakt, hetzjj
door eigen schuld, of zelfs tengevolge van hem persoon
lijk betreflende, toevallige verhindering.''
Op dit artikel was een amendement voorgesteld door
den heer A a 1 b e r s e c.s. (R.K.) luidende
»De arbeider heeft aanspraak op het. halve loon, indien
bjj bereid was de bsdongen arbeid te verrichten, doch
de werkgever daarvan door overmaoht geen gebruik heeft
gemaakt."
De heer Rups de Beerenbronck (R.K.) lichtte
het amendement, toe. De voorstellers wgzigden het, zoo-
dat de aanhef luidt»De arbeider heeft gedurende be-
trekkeljjk korten tjjd enz.''
Da heer van Nispen tot Sevenaer (R.K.) wees
op verschillende bezwaren, die zich in de praktjjk, bjj
aanneming van het amendement zonden voordoen.
De heer de Klerk (U.L.) zon zjjn stem echter wel
aan het amendement knenen geven.
De Minister van Justitie, de heer van Raalte,
kon het amendement niet stennen.
Ook do heer D r u c k e r (V.D.) voorzitter der Oom
missie van Rapporteurs ontraadde de aanneming van
het amendement.
In stemming gebracht word hut verworpen met
43 tegen 18 stemmen.
Het artikel werd daarna zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Aan de orde was daarna artikel 1638e, dat luidt
«Bestaat het loon voor het geheel of voor een gedeelte
in een bedrag dat afhankelijk is gesteld van eenig ge
geven, dat uit des werkgevers boekhouding moet kunnen
bljjken, dau heeft de arbeider het recht van den werk
gever medideeling te verlangen van zoodanige bewjje-
stukken als voor hem noodig zjjn om tot de kennis van
dat gegeven te geraken.
Bjj schriftelijk aangegane overeenkomst of bij regle-
mont kan worden bepaald, dat mededeeling van de ge
noemde bewijsstukken in plaats van aan iederen arbeider
afzonderlijk zal geschieden aan een bepaald aantal arbei
ders in dienst van den workgever of aan oen of meer
deskundigen in zake boekhouding, allen door de arbeiders
schriftelijke keuze aan te wjjzon.
De mededeeling van de bewijsstukken door of vanwege
den werkgever geschiedt desvarlangd onder uitdrukkelijke
verplichting van geheimhouding door den arbeider en
dengene, die hom overeenkomstig het vorige lid vervangt
deze kan echter nimmer tot geheimhouding tegenover
den arbeider worden verplicht."
Da verplichting tot geheimhouding 's voor zoover
noodig opgehoven, ndien de opgave in rechte wordt
betwist.
De heer Plate (L.) stelde als amendement voor aan
het artikel toe te voegen een laatste lid luidende „Voor
zoover de gegotens, in het eer.-Ie lid bedoeld, betreffen
de winst, in des werkgevers onderneming of eoa deel
daarvan behaald, kan van de bepalingen van dit artikel
bjj schriftelijke aangegane overeenkomst of bjj reglement,
ook op andere wjjze dan in het twerde lid omschreven,
worden afgeweken.
De M i n i s t o r wees er op dat de Hooge Raad heelt
beslist dat men bjj participatie in de winst geen recht
heeft rekening en verantwoording te vorderen. Die juris
prudentie moet gehandhaafd bljjven. Wel mag contróle
worden uitgeoefend doch men moet geen medezegging
schap geven. Den arbeider moet gelegenheid gegeven
worden om te verifiseren het bedrag dat hem wordt
uitbetaald overeenkomstig do aangegane verbintenis Da
minister gaf den heer Plate in overweging zjjn amende
ment te wjjzigen in dien zin dat bepaald wordt dat de
arbeider het recht heeft zoodanige schriftelijke opgaven
te verlangen enz. (de bewijsstukken worden dan dns
vervangen door schriftelijke opgaven).
De heer L o h m a n (C.H.) meent, dat 't artikel niet
als dwingen recht is te beschouwen en er eigenljjk weer
een bevoegdheid aan den arbeider wordt gegeven.
De heer Plate (L.) zag in dit artikel wel een dwin
gend reobt en handhaaida vooralsnog zjjn amendement.
De minister waarschuwde nogmaals tegen de aan
neming van bet amendement Plate. Veel achtte de minis
ter te zeggen voor de interprefat'e van den heer Lohmann,
dat 't artikel geen dwingend recht is.
De hear van Idsinga (C.H.) zei, dat dit voor do
stemming moest worden vastgesteld oa verzocht de ver
dere beraadslaging over 't artikel tot heden te schorsen.
De Voorzitter mseade, dat, waar er verschil van
meening is gebleken, aanhonding tot heden wenscheljjk
is en verdaagde de vergadering in het belang eener goede
oplossing.
Mldden-Koropeesche ll|d
Naar mes verneemt, is een wetsontwerp bjj den Raad
van State irgekomen tot invoering van den Midden-
Europee3chen tjjd in ons land.
Het algemeene stemrecht heeft in Frankrijk gesproken,
maar er is natuurljjk weer zoo ongelijkmatig gestemd
dat men het hier en daar nog eens moet overdoen. Van
de 591 Kamerzetels, welke ingenomen moesten worden,
bleven er nog 154 onbezet, zoodat eerst na de her
stemmingen, den 20sten Mei, ietsjmet zekerheid omtrent
de samenstelling der Kamer zal zjjn mee te deelen. Uit
een politiek oogpunt is de uitslag der verkiezingen
echter niet twijfelachtigwant in hetgeen bij de eerste
stemming is tot stand gebracht, zal de tweede slechts
weinig verandering brengen. Maar dit neemt niet weg
dat de candidaten en zjj die propaganda voor hen maken
met onvermoeiden ijver de kiezers blijven bewerken,
la, de gedachte aan de mogelijkheid der tegenpartij een
vlieg af te vangen, doet hen nu, op het laatste oogen-
blik, nog eens dubbele krachten inspannenmen maakt
zich warm en beschimpt elkaar van weerszijden. Een
gespannen verhouding is er langzamerhand gekomen en
hoe nader de grooie dag komt, des te dreigender wordt
de houding der partijen. Tot het eindelijk zoover is dat
de stembussen geleegd worden, de stembriefjes geteld
de uitslag wordt bekend gemaakt en dadelijk daarop
komt er rust en vrede in het geheele land. Zij, die
uitgemaakt zjjn voor landverraders, beschouwt men weer
als patriotten, met hen wien men in geestdrift bij een
verkiezingsrede allerlei beschuldigingen naar het hoofd
heeft geslingerd, gaat men weder om als met mannen
van eer, kortom de oorlogsbijl wordt weder begiaven.
Alleen de gestelde candidaten kunnen de eerste nachten
na de stembus-opening nog niet rustig sluimeren de
gekozenen kunnen geen oog dicht doen van vreugde,
ue geslagenen niet van afgunst en spijt. En wat deze
laatsten betreft, zjjn ze getrouwd, dan moeten ze boven
dien nog het geklaag verduren van hunne vrouwen, die
zich in stilte al verheugd hadden in het vooruitzicht
Frankrjjk een beetje mee te kunnen regeeren. Want
niet een ieder is zoo philosophisch aangelegd als mijn
vriend, de zaalwachter van het Ministerie van Binnenland-
sche zaken, die de laatste jaren van het Keizerrijk reeds
op zjjn post was én na dien in den kringloop der tjjaen
reeds zooveel heeft meegemaakt, zooveel sterren heeft
zien vallen en nieuwe uit de duisternis te voorschijn
komen, dat hem, evenals Koning Salomo, alles jjdelheid
chjjnti
Zondag, tegen middernacht, heb ik hem weer gesproken
op de Place Beanvean,
Het groote benedenvertrek waar den journalisten de
uitslag van de verschillende stemmingen, steeds na het
aanko n van nieuwe telegrammen, werd medegedeeld
was voi nieuwsgierigen, die ts ongeduldig waren om de
opgaven in de ochtendbladen af te wachten. Da monschen
drongen elkaar achteroit en praatten met groote levendig
heid alleen de oude maalwaehter was kalm. Ik sprak er
mjjn verwondering over nit dat hg te midden van al die
beweging zoo rustig kon bljjven, waarop hg zei: «Hoe
zon ik anders kunnen of nn dèie gekozen wordt of die
het besft goed beschouwd, zoer weinig te beteekenen
de wereld bljjft er hetzelfde om. Het is waarljjk geen
krachtigs uiting, een stemming, 't is een vluchtige daad
in een vliedend nnr. Dj aarde draait er even geregeld
om.... Heeft n al champagne gehad?" voegde hg er
aan toe.
Er was daar n.l. champagne te krjjgen. Op den ver
kiezingsdag stelt de Minister de vertegenwoordigers
van de pers, die bjj hem inlichtingen omtrent de ver
kiezing komen vragen, in de gelegenheid om iets te
gebruiken. Hetgsen men krjjgt is bjj de verschillende
Ministers niet even goed. Zoo deed de Minister Baffet
b. v. zjjn veelbelaorendon naam weinig oer aan: bg hem
kregen <'e journalisten slechts limnoade. Tijdens het pre
sidentschap van Mac Mahon werd Siciliaanscbe wjjn
aangebeden. Waldeck-Rousseau liet de champagne fDssche
knallen en voorzag de hongerigen bovendien van een
broodje, welk voorbeeld door Olémenceau gevolgd is.
Maar dit was alles nog niets bjj wat de journalisten
genoten in de dagen toen Oonstans op de Placo Beanvean
h6ereohte. Die gouden dagen zullen bg den Parjjsohen
reporter lang in herinnering bljjven. Toen kon men langs
de wanden allerlei stillevens zien (en het brhoefde gelukkig
niet louter gezichtsgenot te bljjven) van gebakken viscb,
gebraad, taarten en vruchten. Wanneer men hiervan
iets genomen had, kon men een glaasje fijnen wjjn ge
bruiken, teiwjji elders thee en koffis te krjjgen was.
En tnsschen do tafels lagen bergen sigaretten en bonbons,
bg 't gebruiken waarvan men zich de matigheid niet tot
UiJksMlddeleii.
April is voor de sohatkist van bet Rjjk een vrjj voor-
deelige maand geweest. Bjjna alle belastingen en
heffingen hebben meer ingebracht dan in April 1905, te
zamen bijna 5f ton er boven.
Het greotste aandeel daarin hadden ditmaal de accjjnsen,
n.l. bjjra 2J ton.
Op da directe bjlastingen werd vooral aan b drjjfa-
en vermogensbelasting f 141.000 meer aangezuiverd
dan in April 1905aan invoerrechten is f 30.000, aan
domeinen f 11.600, aan posterijen f 53.000, aan telegraphie
23.000, aan loodsgelden f 20.000 meer ontvangen.
De indirecte belastingen toonea eon vooruitsrang van
slechts f 45.500, omdat wel do zegelrechten f 37.000 en
de registratie f25.000 meer gaven, maar de successie
rechten f12.000 en de hypotheekrechten f4000 minder.
Overziet men do opbrengst der vorloopen vier maanden,
dan toont zjj al een sfjjgiug van ruim 16 ton b ven
1905. Bij een dorde deel der raming voor het geheele
jaar is zjj echter nog ruim 5i millioan ten achter. Dit
sohnilt ailoreerst in do directe belastingen, die ongeveer
evenveel minder gaven, wat echtor in de laatste maanden
van het jaar terecht komt. Voorts zjjn de successie
rechten in 1906 nog J nrllioen ruim ten achter bjj
1905, zoodat de overige middelen te zamen al millioen
boven eon derde hunner raming hebben opgebracht.
Daaronder hebben ook de acojjnzen op nog geen f 3000
na het ramingscjjfer bereikt. De domeiuen zjjn nog
f21.000 ten achter bjj 1905.
He Katholieken en het Kfesrechtvraagstuk.
Te Utrecht wordt den 28st n de jaarvergadering ge-
honden van den algemeenen bond van Roomach-Kath.
Kiesvereenigingen. 21 aangesloten vereenigingen hebben
moties ingediend betreffende het kiosreohtvraagstuk. Het
hoofdbestuur heeft de daarin vervatte wensehen geresu
meerd en opgenomen in één motie van den volgenden
inhoud:
»de Algemeene Bond van R.-K. Kiesvereenigingen in
Nederland;
overwegende, dat door de tegenwoordige Regeering in
de naaste toekomst in het vooruitzicht is gesteld een
voorstel tot Grondwetsherziening, o.a. ten doel hebbende
de regeling van het kiesrecht, aan den gewonen wetgever
over te laten
dat bet mitsdien te eeniger tjjd wenscheljjk en zelfs
noodzakeljjk kan bljjken, dat de Algem. Bond van R.-K.
Kiesvereenigingen in Nederland zich uitspreke over
wjjzigingen in de wetteljjke bepalingen, regelende het
kiesreoht, aan te brengen
dat aan een dengdeljjke bespreking dezer quaostie in
de kiesvereenigingen en den Bond een echrifteljjke voor
bereiding zeer bevorderljjk moet zjjn;
beslnit een commissie te benoemen van vjjf leden,
aan welke wordt opgedragen de quaestie van het kieS'
recht aan eon nauwkeurige stndie te onderwerpen, waar
over eeu uitvoerig rapport nit te brengen en dit in te
leveron bij het bestuur, uiterljjk binnen zes maanden na
heden. Dit rapport worde door het bestuur, al of niet
voorzien van zjjn opmerkingen, ter bespreking toegezonden
aan de aangesloten kiesvereenigingen, ten einde een
vrnchtbare discussie op de eerstvolgende algemeene ver
gadering mogeljjk te maken.*
Candidaten voor den
Amsterdaaschen Uemecnteraad.
Ondor leiding van haren voorzitter, den heer J. Ver-
sluys, hield gisteravond de kiesvereeniging De Grondwet
te Amsterdam een vergadoring tot het stellen van can-
didaten voor den gemeenten raad, vacatures-Polak (dis
trict 3), N. IJzerman en Blooker (distriot 6). De voor
zitter zeide dat DeJGrondwet in district 3 geen eigen oan-
didaat zal stellen. Voor de vaoature-Blooker (aftreding
1907) was als candidaat opgegeven jbr. mr. W. F. Rttall,
directeur van de Maatschappij voor gemeentecrediet en
schoolopziener te Amsterdam Jhr. mr. Röell werd tot
candidaat van Grondwet in de vaoature-Blooker gepro
clameerd.
Voor de vacature-IJzerman werd aanbevolen de heer
G. B. Posthumus Meyes. Deze werd met 1 stem tegen
candidaat gesteld (aftredirg 1911).
Do voorzitter deelde mede dat mr. Röell bericht heeft
gezonden een eventneele candidatnnr te zallen aanvaar
den, en dat er mede reden is te veronderstellen dat er ook
bjj den heer Posthumus Meyes geen bezwaren bestaan.
plicht behoefde te rekenon. Geen der reporters liet de
gelegenheid natuurlijk ongebruikt voorbjjgaan, allen
smnlden en den volgenden morgen werd den heer
Oonstans in de bladen evenveel onaangenaams gezegdjals
gewoonljjk.
Deze ondankbaarheid bevestigde weer eens de waatheid
van het gezegde dat de politiek het karakter slechter
maakt. Dat is echter niet zoo erg dau wanneer de politiek
niet kon samengaan met een goed humeur. Doch hiervoor
bestaat geen gevaar. Dat wjj in goede stemming bljjven
hebben wjj te danken aan dia bravo lieden, die bij het
begin van iedere verkiesings campagne overal opduiken
eu in den Btrgd om de gnnst van de kiezers znlke gekke
bokkrsprongen maken, dat wij niet mot strakke gezichten
kannen toezien en er do sombere, zwaar op-de handsche
redevoeringen van de meer ernstige kiezers-wervers door
vergeten. Deze weldoeners der menscbheid zjjn zoo talrjjk
en het is zoo zeker dat ze bij iedere verkiezing zich
weer zallen vertoonen, dat de Fracschen hun een naam
meenden te moeten geven n.l, «Ciudidafs excentor'ques.»
Van dit goaro candidaten zjjn de z.g «Loustic,* dn het
in 't geheel er niet om te doen is een Kamerzetel te
bsmac'atigen, doeh die slechts reclame-maken, die hnn
'naam rueoidena bekendheid willen gever, de minst interes
santé. Dezulken geven min of meer flauwe aardigheden
ten besto, waar men even om zal glimlacheu misschien
of de schouders ophalen, al naar dat men is aangelegd
maar die niets-zeggend bljjven.
Anders is het met die candidaten, bjj wie de ongewilde
honnr en de drang om zich op den voorgrond te plaatsen
roortspruit uit heilige overtuiging. Dezulken behandelt
men geheel anders omdat or in hun leeft em kinderlgk
idealisme, dat soms aantrekt. Dat idealisme n t zich
dikwgls in gezegden, ondoordacht, doch waarbjj toch
het doel nitt geheel uit bet oog verloren is in de
meeste gevallen echter laten zij hun phantasie zoo geheel
den vrjjen loop, dat men slechts met wanhopige inspan
ning er in slaagt het griezeltje werkeljjkheid, dat door
zoo dik een navel is omhuld, in hetgeen zjj zeggen te
ontdekken.
Een Puijjsch verzameiaar, de heer Simon Brugal, had
volhardingsvermogen genoeg om te onderzoeken, beter
uit te pluizen, hetgeen deze miskende philantropen in
hun programma's hebben neergelegd. Dat is een om
In de gisteren gehouden zitting van de Eerste Kamer
der Rechtbank te Amsterdam, diende de procedure van
de effecten-firma S. van Marle Se Co., contra de Hol-
landsche Hypotheekbank.
Deze firma heeft de Directie van de Holl. Hypotheek
bank gedagvaard tot afgifte van een nieuw couponbiad
voov een in haar bezit zijnden pandbrief, De Holl. Hypo
theekbank weigerde dit, omdat deze pandbrief behoort
tot de zoogenaamde «gesignaleerde* stukken en stelde
als tegeneisch afgifte van den pandbrief door de firma
Van Marle, op grond dat die zon zjjn ontvreemd.
Door de Holl. Hypotheekbank werd in den loop van
het geding geconcludeerd tot verhoor op vraagpunten
van de leden der eischende firma, teneinde te doen uit
komen, dat zjj den bedoelden pandbrief van een der voor
malige directeuren der Bink of van beide in beleening
had genomen. De firma Van Marle achtte de gestelde
vraagpanten niet ter zake dienende en drong derhalve
aan op afdoening der zaak zelve, oonclndeerende tot
toewjjzing der ingestelde vordering en niet-ontvankeljjk-
verklariug van den eiech in reconventie (afgifte van den
pandbrief.)
De pleidooien, gevoerd door mrs. Garoli en Hazelhofl
Roelfsema, liepen niet over de hoofdzaak, maar over het
te berde gebrachte incident tot verhoor op vraagpanten.
Mr. Roelfsema trad op namens de Hollandeche Hypo
theekbank.
Pleiter concludeerde tot afdoening van de ineidenteele
vordering verhoor op vraagpunten zonder dat door
de Rechtbank daarbjj op de hoofdzaak een beslissing zal
worden genomen.
Raad te Schemerhorn.
Men schrjjft ons
Maandag vergaderde de Raad van onze Gemeente.
Aanwezig waren alls leden. Na opening door den voor
zitter, waarbjj deze mededeelde, dat thans voor <3e eerste
maal een vertegenwoordiger der pers de zitting bijwoonde,
werden de notulen van de vorige vergadering gelezen,
onveranderd goedgekeurd.
De Secretaris deed daarna mededeeling dat bg de
kas verificatie op 27 Maart 1.1. aanwezig was een bedrag
van f 1954 57s bjj den Gemeente-Ontvanger, hetwelk
vangrjjke stndie geweest, want. reeds van het begin van
het parlementaire leven in Frankrjjk, is de «Candidat
excentriqae» opgemerkt. Toen heette hjj Jacques of
zooals hg zichzelf noemde «Cousin Jacques» en deed bg
reeds pogingen om een zetel te bekomen in de Staten-
generaal. Dit zou voor hem het middel zjjn om eeu
reeks van hervormingen op de aarde tot stand te brengen.
Dat was de eerste en hjj heeft een heir van volgelingen
gekregen.
Zoo wordt o.a. in het archief van den heer Btugal
genoemd zekere Ciiailemagne Bejot. Deze wilde allen
mannen de verplich'ing opleggen om voor huu 22ste jaar
in het huweljjs te treden en minstens om de twee jaar
nieuwe vadervreugde te beleven. Hoe deze grooionde
bevolking moest worden gevoed, vond Bejot geen vraag
die moeiljjkheden zon opleveren. Men behoefde slechts
alle landwegen in Frankrjjk met ooftboomen te beplanten,
met de vruohten daarvan kon do bevolking worden
gevoed.
Es» andere «Candidat exoeniriqua» Iiidor Cochon,
bjjgenuamd Chambertin, wilde onder de MiddellandEche
Z'.o door een bais laten aanleggjn, waardoor men de
wjjn van Algiers naa* Frankrjjk zon kannen voeren en
daar aftappen.
Tapon-Fougas stelde weer iets anders aan dan kiezers
voor. Hjj was enteur van dramatische werken of ver
beeldde zich tenmiüEte dat te zjjn. Ook de economie
was hem niet vreemd en het was hem zoodoende niet
ontgaan dat een te groots ecbuldenl st aan de ontwikke
ling der Republiek in den weg stond. Na zag hjj maar
éér redmiddel: het Parlement moest een wet tot stand
brengen, die alle Franache schouwburgen verplichtte
om slechts stukken van hem op te voeren. Het aandeel
in de winst voor don auteur zou hij afstaan aan den
Minister van Financiën, die op deze wgza «binnen 150
200 jaar» de Republiek van den sohaldenl.st zou
kunnen bevrijden. Om deze wet tot stand te doen komen
moest Fougas echter eon kamerzetel hebben, waar men
hem niet aan geholpen heeft.
Eigenaardig is het dat juist met deze laatste vevkie-
zingeu in Frankrjjk zion geen «Candidate exoentr.ques»
hebben vertoond.
(Naar Sigmund Feldman.)