No. 420. Honderd en aehlste jaargang. 1906 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Familie-heriDneringeB van LeoTolstoï.-) DINSDAG 22 MEI. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. TelefooBKWHiter 3; Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij vjh. HERMs. COSTER ZOON, Voordam O 9. Alkmaab, 22 Mei. Wie tijdeus de spoorwegstaking van 1903 Duitscbe bladen las, stond verbaasd over da dwaasbeden, welke daarin voorkwamen, wanneer er gesobreven werd over onze spoorwegtoestandon. De oorrespondenten, inderhaast naar »het land van de mynheeren* gezonden, konden bljjk- baar evenmin spoedig op de hoogte komen van de ver houding tusschen onzen staat, en de maatschappijen, als de redacties van de bladen, waaraan zij hun zonderlinge telegrammen en correspondenties zondeu. In Daitschland heeft men, zooals bekend is staats exploitatie van de spoorwegen, evenals ia Oostenrjjk, in Frankrjjk en elders. Daar is veel voor te zeggen, vooral als de wet voorschrijft, dat de regeering er naar moet streven, de tarieven zoo goedkoop mogeljjk te maken. »Zoo goedkoop mogeljjk* is evenwel een zeer rekbaar begrip on ran die rekbaarheid is dezer dagen door de meerderheid van den Duitsohen Rjjksdag een ruim gebruik gemaakt. Het Duitsche rjjk heeft, hoofdzakelijk tengevolge van de groote vlootuit- kreiding, geld noodig en een van de middelen, welke de kas moeten stijven is verhooging van de indirecte belastingen op gebruiksartikelen. Er is een nieuw stelsel van indirecte belastingen aan genomen, dat met den poëtiechen naam van vSteuer bouquet«werd aangeduid. Een van de bloemen uit dezen tuil is een belasting op spoorkaarten, welke, na vrj: wat verzet, ten slotte verleden Vrijdag is aangenomen. Deze nieuwe belasting zal niet minder dan 50.0Ö0.G00 mark opbrengen, dat is dus ongeveer 1 mark per hoofd, of 5 mark per gezinshoofd. Er valt niet aan te twijfelen, of zjj zal zeer onpopulair zjjn en daarom op de Rjjksdag- verkiezirgen in 1908 terugwerken. Een paar staaltjes mogen dienen om aan te toonen, dat er inderdaad reden is voor ontevredenheid over het tot standkomen van deze wet. In zekeren zin is deze reisbelasting wij kennen dit woord ook, maar bjj ons wordt de opbrengst, uit vrjjwilüge gaven ontstaan, niet aangewend voor oorlogs schepen, maar voor het horstel van arme ziekea pro- gessief, De personen-ta'ieven klimmen in Daitschland op in omgekeerde volgorde van de klassen, dus de verhou dingsgetallen tusschen de prjjzen van le, 2e en 3e klasse zjjn 3, 2 en 1. De belasting klimt evenwel op als 4, 2 en 1. Verreist men 2 Mark in de eerste klasse dan moet men daarvoor voortaan 20 pfennig belasting betalen, in de tweede klasse 10, in de derde 5. Voor de tweede klasse betaalt men op een kaartje boven 3 mark 20 pf., boven 5 mark 40, boven 10 mark 80, boven 50 mark 4 mark belasting. De hoogsto be lasting is 8 mark, hetgeen een voordeel beteekent voor den man, die groote reizen maakt, dus in den regel niet voor den kleinen man. Dit is des te opvallender als men weet dat in Daitschland, blijkens een onlangs openbaar gemaakte statistiek, de eerste klasse door de weelderige, dure wjjze waarop zjj is ingericht en het geringe gebruik, dat ervan gemaakt wordt, op verre na niet zoo winst gevend is als de derde klasse welke zeer productief is. Een ander gevolg van de belasting zal zjjn, dat velen, Mjjn grootmoedor, Pelsgeja Nikolejawna was de doohter van prins Nicolaas Iwanowisch Gortschakow, die zeer rjjk was. Zoover ik me haar karakter herinneren kan, was zjj niet bjjzonder verstandig en gebrekkig op gevoed zjj kende echter zooals de meesten in haar tjjd beter Fransch dan Russisch en was bovenmatig verwend, eerst door haar vader, dan door haar man en later, in mjjn tjjd, door haar zoon. Mjjn grootvader, Ilja Andrejewitsch, haar man, was volgens mjj iemand met een gering verstand, maar zeer beminnenswaardig, opgeruimd en grootmoedig. Op zjjn landgoed Poljani in 't district Beljefski, hadden onop- boudeljjk feesten plaats; tooneelopvoeringen, bals, feest gelagen en buitenpartjjeu volgden elkaar op. Er werd zeer veel hombre en whist gespeeld en hoog ingezet op aandringen van grootvader, die zelf evenwel niet speelde, maar zooveel geld leende of schonk, dat zelfs het groote landgoed van zjjn vrouw eindeljjk bezwaard was en 't er treurig gesteld was. Grootvader wist toen een gou- verneurszetei in Kazan te bemachtigen, wat hem spoedig gelukte door zjjn vele relaties. Grootvader nam, zooals men mjj vertelde, nooit geschenken aan, ofschoon dat toen toch een algemeen gebruik was, uitgezonderd van wjjakaudelaren, en maakte zich boos, als men hem iets aanbood. Grootmoeder nam echter dikwjjls iets aan zonder dat grootvader 't wist. Hun jongste dochter, Pelageja, trouwde in Kazan, de oudste, Alexandra, was in Petersburg met graaf Ü3ten- Saoken gehuwd. Na den dood van haar man en 't huweljjk van mjjn vader, nam grootmoeder bjj dezen haar intrek in Jasnaja Poljaua en ik kan me haar nog zeer goed voorstellen. Zjj hield veel van mjjn vader en van ons, haar klein kindereu, waarmede zjj dikwjjls speeldemjjn tante mooht zjj niet erg graag lijden, ook van mjjn moeder hield zjj, geloof ik, niet erg veel, zjj vond m'n vader te goed voer haar en was erg jaloeisch op zjjn teederheid jegens moeder. Tegenover het dienstpersoneel was zjj veeleischend, dit beschouwde haar dan ook als do hoofdpersoon in huis en bediende haar op hare wenken. Haar kamermeisje Gascha had het meest last van haar grillen,grootmoeder sprak haar wel meestal aan met «liefje», maar verlangde de onmogeljjkste dingen van haar en martelde haar op allerlei manieren. Dit scheen aanstekeljjk op Gascha te werken, want zjj was tegen de kindaren en de dieren, die zjj kon bevelen, Zooeven is vTolstoï's biographie en herinneringen* uitgegeven, 't Berl. Tagebl. was echter reeds in staat er iets uit te pnblioeeren, en bioraan ontleenen wjj eenige feuilletons. vooral uit den middenstand, die vroeger dorde klasse reisden, thans met de vierde klasse zullen gaan. Ziehier enkele der bezwaren welke tegen deze belasting zjjn ingebracht en welke onder het Duitscho volk gevoeld worden. Van vele zjjdea hebben wjj dan ook voortdurend protesten gelezen en een dar Berljjnsche bladen heoft zelfs aangeraden, tot obstructie over te gaan. Meu her innert zich dat de obstructie met veel succes is toege past door de Italiaaneche spoorwegbeambten. Zjj komt in hoofdzaak neer op het uiterst nauwkeurig uitvoeren van de voorschriften, welke van ouden datum zjjn en dus niet iu overeenstemming met het moderne verkeer, zoodat de geheele troinenregeling totaal in de war geraakt. Het Berljjnsche blad wilde evenwel de obstructie niet laten uitgaan van de beambten, maar van de reizigers. Het sloeg het volgende voorieder reiziger maakt gebruik van zjjn reoht op het gratis vervoer van bagage door leege doosjes mee te nemen. Het reoht op Freigep&ck gaat tot een maximum van 25 kilo, dat is 250 leege doosjes, welke afzondorljjk zouden moeten wor den beplakt en ingeschreven. Komen de reizigers 10 minuten voor het vertrek van een trein, dan moet alles mee. Men begrjjpt dat geen enkele trein op tjjd zon vertrekken en dat de autoriteiten met de handen in het haar zouden zitten, wanneer de reizigers overeenkomstig dit voorstel handelden, wat wel niet gebeuren zal. De spoorweg-politiek is een lastige politiek. Men merkt dat niet alleen in Daitschland of in Italië, waar de regeering alle mogeljjke belemmeringen ondervindt in baar streven om tot staatsexploitatie over te gaan, maar ook ia Japan. Wjj hoorden in den laatsten tjjd weinig over »het land van de Rjjzonde zou.* Toen het »Banzai Nippon», het »leve Japan,* na den oorlog verstomd was, is het eilandenrjjk van het wereldtooneel als verdwenen. Wel eigenaardig verleden jaar vroegen Rusland en Japan in hooge mate de aandacht, Rusland vult nog steeds de kolommen van de bladen, maar over Japan wordt bjjna geheel gezwegen. Men meene daarom niet, dat er niets gebeurt. Er zjjn ook daar groote plannen en ook daar wordt ernstig aan staatsexploitatie van de spoorwegen gedacht. De ijjn van de hoofdstad Tokio naar de haven op de Oostkust van het eiland Hondo, Kobe, wordt reeds door den staat geëxploiteerd. Zjj munt evenwel, volgens reisbeschrjjviugen, in alle slechte eigenschappen uit. Dagen te voren moet een plaats in een slaapwagen worden besproken en dikwjjls ia er geen plaats, maar van het aankoppelen van meerdere wagens is geen sprake, evenmin als van het inleggen van treinen. Verlichting en verwarming laten alles te wenschen over, een klachten- boek is er niet. Sneltreinen rjjdcn er alleen op het traject TokioYokohama, omdat er in concurrentie met den staatsspoorweg tusschen deze beido steden een elee- trische ljjn aangelegd is. Met Van Alphen zou men dus zoo zeggen, dat deze perzik van staats-exploitatie van spoorwegen in Japan niet naar meer zou smaken. In het Japai Bche parlement deukt men er anders over. Het Lagerhuis nam een wets ontwerp, betreffende staats-exploitatie, reeds aan, het minstens zoo grillig als grootmoeder tegen haar. De eerste herinneringen, die ik van grootmooder bes houden heb, zjjn in drie sterke indrukken samen t- vatten. De eerste teekeut mjj grootmoeder, terwjjl zjj zich waschte met haar lekkere zeep, waarmede zjj op haar handen allerlei mooie zeepbellen kon tooveren, waartoe naar 't mjj toescheen, zjj alleen maar in staat was. Wjj mochten altjjd bjj haar komen, als zjj zich wasohte en zjj had er groot pleizier in om onze oogen vol ver wondering naar baar zeepbellen te zien kjjken. Ik her- inners mjj haar zeer goed, zooals ze daar stond in haar wit Ijjfje, haar onderrok, met haar oude, blanke handen vol zeepbellen en haar tevreden lachend gezicht. Dan zie ik haar nog, zooals ze met de lakeien van mjjn vader uitging, die in plaats van paarden het gele wagentje moesten trekken, 't wagentje, waarin wjj dik wjjls met onzen gouverneur uit rjjden gingen. Zjj liet zich dan naar hst notenbosohje brengen, om noten in te zamelen, waarvan er daar zeer veel waren. Ik zie nog de dichte struiken, welker twjjgen door do lakeien, Petrnscha en Matjuscha, naar beneden werden gebogen, opdat grootmoeder de noten kon verzamelen, die zjj in een grooten zak deed. Wjj plukten zelf ook vaak noten terwjjl wjj moeite deden om de twjjgen wat naar beneden te halen en onzon gouverneur bewonderden, die dikke takken kon buigen. Hoeveel noten we er ook afhaalden en inzamelden, steeds zagen we er nog aan zitten als we de tukken loslieten en zo weer naar boven schoten. Ik herinner me nog, boe warm 't e. was op de zonnige plekjes, hoe haerljjk koel in de schaduw, waar men den scherpen geur van de hazelnoten inademde. Wjj deden ze in onze zakken, in de plooien van onze buisjes en brachten ze grootmoeder, die oub preas en ze in den zak stortte. Wat er gebeurde, als we dan thuis kwamen, weet ik niet meer. Evenals 't mjj scheen, dat grootmoeder alleon de zeap- bollen kon tooveren, schsea 't mjj ook dat zjj alleen 't boschje, 't wagentje, de noten en bjj dat alles de zon, kon te voorschjjn roepen. De sterkste indruk echter dien ik van grootmoeder heb behouden, is dien vau een nacht, dien ik met Leo Stepanowitch in haar slaapkamer doorbracht. Deze Leo Stepanowitch was een blinde man, die verhalen vertelde en al heel oud was toen ik hem leerde kennen, Hjj was overgebleven uit grootvaders tjjd en vertelde geschiede nissen, welke men hem tweemaal voorgelezen had, woord voor woord weder. Hjj woonde ergens iu ons huis, maar was den ganschen dag niet te zien, 's avonds evenwel begaf hjj zich naar grootmoeders slaapkamer, een klein vertrekje, waarheen twee trappen voerden. Hjj ging daar in een vensterbank zitten, waar hem zjjn avondeten gebracht word, Hjj wachtte dan op grootmoeder, die in tegenwoordigheid van den blinden man mst een gerust hart haar nacht toilet maken kon. Op een keer, dat 't mjjn beurt was, Hoogerhuis volgt dit voorbeeld. Men prjjst het voordeel van centralisatie in het bestuur, verlaging van de tarieven, verbetering van het troepen-vervoer in geval van oorlog. Er is onder het Japansche volk een heftige oppositie tegen dit wetsontwerp ontstaan en dat ljjkt zeer verklaar baar. Japan toch heeft, evenals Daitschland, veel geld noodig en het is do financieelo nood, welke de Japansche regoering er toe drjjft de exploitatie ter hand te nemon. Hoe dit nu gorjjmd kan worden met goedkoop vervoer zal de toekomst moeten leeren. Of zouden de Japansche toestanden ook in dit opzicht geheel anders zijn dan de Europeesche Hofberichten. De buitengewone missie, die H. M. de Koningin ver tegenwoordigen zal bjj de huwelijksplechtigheid van Z. M. den Koning van Spanje op 31 dezer begoeft zich Zaterdag 26 dezer naar Madrid, om aldaar deu 28 d.a.v. aan te komen. Niet 23 Juni zooals wjj gisteren meidden maar 23 dezer wordt in het Hotel des lodes te 's Gravenhage de Deensche missie verwacht, die aan H. M. de Koningin van de troonsbestijging van den nieuwen Koning komt kennisgeven. Tweede Maner. In de Kamerzitting van gisteren is do boraadslaging voortgezet over artikel 1638 p (loonregel ng bij stuk werk) gelijk het laatstelijk door de Rogeering is ge wijzigd met de daarop voorgestelde amendementen. De heer Schaper (S.-D.) lichtte een amendement toe, strekkende om het volle normaal weekloon uit te betalen met aftrek van de dagen dat de arbeider niet gewerkt heeft door eigen willekeurig verzuim. Regel moet zijn dat de patroon het volle normale weekloon uitbetaalt. De heer De K 1 e r k (U. L.) handhaafde zijn amen dement en meende dat het amendement-Schaper moei lijkheden zal opleveren. De heer Drucker (V.-D.) zette uit een waarom de Commissie van Rapporteurs beide amendementen ontraadt. De heer N o 11 i n g (Y.-D.) zeide dat tot nog toe gebruik is, dat de werkgever ook bij stukwerk het volle loon uitbetaalt, wanneer het Rogooriagsartikel werd aangenomen zou de werkgever hiermee gaan breken. Ook zal men met het artikel in botsing komen met de bestekbepalingen. De heer Schaper, nader zijn amendement verde digend zei dat men het hier over boeten heeft die in het ellendige, achterlijke Rusland geringer zijn dan hier. Thans zwijgt men echter over het buitenland, hoewel men daar bij iedere gelegenheid anders mee aankomt. De heer R o o d h u y z e n (U. L.) was van oordeel dat het Regee ingsartikel nog meer gewijzigd moet worden. om op grootmoeders kamer te slapen, zat Leo Stepano- witech reeds met zjjn groote, witte oogen, en gekleed in een lange blauwe jas voor zjjn avondmaal in de venster bank. Ik herinner me niet meer waar grootmoeder zich uitkleedde in deze kamer of in een andere, ook niet hoe men mjj naar bed bracht: Alleen zie ik 't oogenblik voor me, dat de kaars uitgeblazen werd, een klein, zwak lichtje bleef voor 't vergulde heiligenbeeld brandt n en grootmoeder, die zelfde wonderbare grootmoeder, die zulke mooie zeepbellen kon te voorschjjn tooveren daar lag, geheel in 't wit gekleed, op wit liggend en met wit bedekt, een wit nachtmutsje op 't zilverwitte haar, hoog op de kussens eu dat daar bjj 't venster altjjd door maar de zachte, eentonihe stem klonk van Leo Stepano- witsch, die zulke vreemde geschiedenissen kon vertellen. xWilt gjj, dat ik nog verder vertel?* vroeg bjj tusschen- beide. »Ja, gaarne", was 't antwoord van de witte gedaante. «Liefste zuster, zeide zjj«, begon Leo dan weer met zjjn verhaal met dezelfde eentonige oude-mannen- stem, doe ons eens een van die boeiende verhalen, welke gjj zoo prachtig kunt vertellen. Gaarne, antwoordde Scheherrzade, wil ik a een van die merkwaardige geschiedenissen van prins Ramaralzaman vertellen, als onze gebieder 't mjj beveelt. En als zjj de toestemming van don Sultan verkregen had, begon Sche berezade aldus Er was eens een machtig Koning, die een cenigen zoon had, een beeldachoonen prins en Leo Stepanowitch vertelde woord voor woord de geschiedenis van Kamaralzaman. Ik luisterde er niet naar en verstond niet, wat hjj zeide, zoo hield mij de geheimzinnige gestalte van mjjn witte grootmoeder iu 't witte bed bozig, ik lag dan stil naar den schaduw op den muur en naar den ouden grgzen man met zjjn holle witte oogen te kjjken, die daar maar in de vensterbank zat en met zjjn langzame stem de vreemde verhalen vertelde, welke grootmoeder zoo graag hoorde, daar, in de donkere, kleine slaapkamer, waarin alleen da lichtjes voor de heiligenbeelden eanig trillend licht wierpen. Ik viel dan waarschjjnljjk in slaap, want ik kan verder me mets meer in 't geheugen brengen van zoo'n avond, alleen weer don volgenden morgen, als grootmoeder de tooverbellen weer op haar handen had, terwjjl ze zich waschte. Marie weet er echter meer van en verteP, dat het gehoor van den ouden blinde zóó scherp was, dat hjj precies den loop van de muizen na kon gaan en zeggen in welke richting ze liepen. In grootmoeders kamer had de olie in de lampjes voor de beeldjes een groote aantrekkingskracht voor een. De oude man, die 's nachts vertelde, brak soms plotseling zjjn verbaal af en zeide met de zelfde eentonige stem »Uwe Excellentie, zooevon is een kleine muis naar 't olielampje getrippeld en heelt zich aan do olie te goed gedaan.* Dan vervolgde hjj zjju vei haal weder. Van mjjn grootvader weet ik, dat hjj de hooge positie, De heer Tal ma (A.-r.) meende dat door do aan neming der amendementeh een onbillijke bepaling in de wet zou worden gebracht voor den arbeider. De Minister van Justitie zei dat het ameu- dement-Sehaper een bron van strijd zal worden. De Minister zou het artikel gaarne ongewijzigd laten. De heer De Klerk trok zijn amondement in. Het amendement-S chaper werd na nog eenig debat verworpen met 43 tegen 12 stemmen artikel 1638 p werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Aan de orde was daarna artikel 1638 g (rentetoe kenning aan den arbeider bij vertraagde uitbetaling van het loon). De heer L o h m a n (C.-H.) zou er niets tegen hebben een hooge boete op te leggen, wanneer een werkgever niet betalen wil, maar hij komt ernstig op tegen het opleggen van een boete aan een patroon die niet betalen kan. een geval dat zich dagelijks voordoet en voordoen kan. Men dient ook niet uit het oog to verliezen, dat deze bepaling slaat op dienstboden. Buitendien is de boete die men hier oplegt buitensporig hoog. Een werkgever die bijvoorbeeld aan een arbeidor honderd gulden verschuldigd is en na twee maandeu niet betaald, is honderd vijftig gulden verschuldigd. In het gewone leven zou men dit woeker noemen. Spr. kon zieh met deze bepaling dan ook niet vereenigen. De Minister stelde de groote moeilijkheden in het licht, waarin een arbeider gebracht wordt door het niet op tijd ontvangen ven het hem verschuldigde loon daarom zijn buitengewone strafmaatregelen noodig. De maatregel is ook van preventie ven aard, want de werk gevers zullen er nu wel voor zorgen, dat er geld is als zij loon moeten uitbetalen. Celebes. Wjj ontvingen gisteren te laat om het nog op to nemen het volgende telegram Blijkens bjj het departement van koloniën ontvangen telegrammen is in het landschap Doeri op Celebes de rotsstelling Bonto-Baton na hardnekkige verdediging genomen. Omtrent de geleden verliezen is enkel gemeld net sneuvelen van één Europeeschen sergeant en de verwonding van twee officieren, de luitenant M. J. Berckenhoff en C. F. J. Pape, beiden licht gewond, en vier Europeesche militairen beneden dien rang. Natnrallsalie. Het voorloopig verslag is uitgeb-acht over de aan hangige naturalisatie-ontwerpen. Daarin worden enkele opmerkingen gemaakt van al- gemeene strekking. Een daarvan komt op tegen het gebruik, om deze wetsvoorstellen bjj een aantal tegeljjk in te dienen, zoodat de aanvragers wachten moeten. Men geeft in overweging, elk voorstel afzonderlek in te dienen, zoodra het gereed is. Dit gebeurt nu alleen wanneer de aan vrager het uitdrukkelijk heeft gevraagd. Voorts wordt gevraagd naar de Zwitsersche wetgeving in verband met de gewoonte om aan vreemdelingen- welke hg als opperbevelhebber bekleedde onder do regeering van Catharina, plotseling verloor, omdat hjj weigerde Potemkins nicht, Warenka Eugelbardt te huwen, 't Gevolg hiervan was niet slechts zjjn vernielde carrière, men benoemde hem tot goavernenr van Arohangel, wat hg «enigen tjjd bleef, hg trok zich geheel terug. Toen hg kort daarop prinses Catharina Trubetzkoi huwde, vestigde hg zich op zjjn landgoed Jasnaja Poljana, dat hg van zjjn vader geërfd had. Prinses Catharina stierf jong en liet grootvader een eenig doohtertje achter, waarvan hg heel veel hieldmet deze dochter en haar vriendin, een Fratijiise, leefde hg tot zjjn dood. Hg was een streng man, maar nooit heb ik ervan gehoord, dat hg wreede straffen oplegde, wat in zjju tjjd gebruikelijk was. Zgn bedienden en onderhoorigen prezen hem omdat hun welzjjn hem zoo ni aan 't harte lag. Hg liet flinke huizen voor hen bouwen, en zorgde er niet alleen voor, dat zjj goed voedsel kregen, maar ook voor hun kleeding en hnn geluk. Op feestdagen zorgde hg voor hnn vermaken. Zooals ieder verstandig grondbezitter in dien tjjd, was hjj voor de welvaart van den boerenstand, en deze bloeide te meer, daar de hooge positie van grootvader - e politie en andere autoriteiten ontzag inboezemde. Hjj bezat ook kunstgevoel. De woningen, die hjj liet zetten, waren niet alleen solide, maar ook buil ongewoon mooi. 'f Zelfde kon men van 't park zeggen, dat hg voor zgn hnis liet aanleggen. Van muziek schjjnt hjj ook veel gehouden te hebben, hjj hield er ei>n klein orchest op na, uitsluitend voor zgn pleizier on dat mjjoer mosder. Ik herinner me nog een reuzenolm, dicht bjj de Linden- laan, waaromheen banken en lessenaars stonden voor de muzikanten. Hg wandelde dan 's morgeus in de laan eu luisterde naar de muziek. Van sport hield hjj niet, maar hjj voelde veel voor bloemen en kasplanten. Het noodlot wilde, dat hg later met dezelfde Warenka Engeihardt in aanraking kwam, die hij geweigerd had te huwen. Warenka huwde met prins Sergies Galitzin, wien niervoor verschillende orden, belooningen en bevor deringen ten deel vielen. Met doze Ssrgius Galitzin en zjjne familie, dus ook met Warenka, word grootvader zoo bevriend, dat mjin moeder roods in haar jéagd aan een van G.litzin's zeven zoons werd verlooid en dat de ouders portrotten met elkaar ruilden, zoodat de portretten der Gulitzins nog in ons huis hangen, waaronder zich ook die van prins Sergius Galitzin en die van zgn gemalin, de dikke, vette, roodharige Warenka als hofdame gekleed, bevinden, 't Huweljjk tusschen mjjn moeder on Leo Galitzin werd niet voltrokken, daar Leo voor dien tjjd aan koorts stierf. Mjjn tante vertelde mjj, dat deze Galitzin Leo heette, dit kan echter niet, daar Sergius Galitzin geen zoon had van dien naam; mjjn moeder is echter wel met een zoon van Galitzin, die gestorven is, verloofd geweest, 't is oohter niet waar, dat ik naar dezen genoemd ben. .ttcA ■rHhr-ifafryarnt'tartariii..:iawnT.va«*i in 8U-Ntu— hmiwh )it«ruaa»K>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1