No. 420.
Honderd en aehlste jaargang.
1906
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Familie-heriDneringeB van LeoTolstoï.-)
DINSDAG
22 MEI.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
TelefooBKWHiter 3;
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HERMs. COSTER ZOON, Voordam O 9.
Alkmaab, 22 Mei.
Wie tijdeus de spoorwegstaking van 1903 Duitscbe
bladen las, stond verbaasd over da dwaasbeden, welke
daarin voorkwamen, wanneer er gesobreven werd over
onze spoorwegtoestandon. De oorrespondenten, inderhaast
naar »het land van de mynheeren* gezonden, konden bljjk-
baar evenmin spoedig op de hoogte komen van de ver
houding tusschen onzen staat, en de maatschappijen, als
de redacties van de bladen, waaraan zij hun zonderlinge
telegrammen en correspondenties zondeu.
In Daitschland heeft men, zooals bekend is staats
exploitatie van de spoorwegen, evenals ia Oostenrjjk,
in Frankrjjk en elders.
Daar is veel voor te zeggen, vooral als de wet voorschrijft,
dat de regeering er naar moet streven, de tarieven zoo
goedkoop mogeljjk te maken. »Zoo goedkoop mogeljjk*
is evenwel een zeer rekbaar begrip on ran die rekbaarheid
is dezer dagen door de meerderheid van den Duitsohen
Rjjksdag een ruim gebruik gemaakt. Het Duitsche rjjk
heeft, hoofdzakelijk tengevolge van de groote vlootuit-
kreiding, geld noodig en een van de middelen, welke
de kas moeten stijven is verhooging van de indirecte
belastingen op gebruiksartikelen.
Er is een nieuw stelsel van indirecte belastingen aan
genomen, dat met den poëtiechen naam van vSteuer
bouquet«werd aangeduid. Een van de bloemen uit dezen
tuil is een belasting op spoorkaarten, welke, na vrj: wat
verzet, ten slotte verleden Vrijdag is aangenomen. Deze
nieuwe belasting zal niet minder dan 50.0Ö0.G00 mark
opbrengen, dat is dus ongeveer 1 mark per hoofd, of 5
mark per gezinshoofd. Er valt niet aan te twijfelen, of
zjj zal zeer onpopulair zjjn en daarom op de Rjjksdag-
verkiezirgen in 1908 terugwerken. Een paar staaltjes
mogen dienen om aan te toonen, dat er inderdaad reden
is voor ontevredenheid over het tot standkomen van deze
wet. In zekeren zin is deze reisbelasting wij kennen
dit woord ook, maar bjj ons wordt de opbrengst, uit
vrjjwilüge gaven ontstaan, niet aangewend voor oorlogs
schepen, maar voor het horstel van arme ziekea pro-
gessief, De personen-ta'ieven klimmen in Daitschland op
in omgekeerde volgorde van de klassen, dus de verhou
dingsgetallen tusschen de prjjzen van le, 2e en 3e klasse
zjjn 3, 2 en 1. De belasting klimt evenwel op als 4, 2 en 1.
Verreist men 2 Mark in de eerste klasse dan moet
men daarvoor voortaan 20 pfennig belasting betalen,
in de tweede klasse 10, in de derde 5.
Voor de tweede klasse betaalt men op een kaartje
boven 3 mark 20 pf., boven 5 mark 40, boven 10 mark
80, boven 50 mark 4 mark belasting. De hoogsto be
lasting is 8 mark, hetgeen een voordeel beteekent voor
den man, die groote reizen maakt, dus in den regel niet
voor den kleinen man. Dit is des te opvallender als men
weet dat in Daitschland, blijkens een onlangs openbaar
gemaakte statistiek, de eerste klasse door de weelderige,
dure wjjze waarop zjj is ingericht en het geringe gebruik,
dat ervan gemaakt wordt, op verre na niet zoo winst
gevend is als de derde klasse welke zeer productief is.
Een ander gevolg van de belasting zal zjjn, dat velen,
Mjjn grootmoedor, Pelsgeja Nikolejawna was de
doohter van prins Nicolaas Iwanowisch Gortschakow, die
zeer rjjk was. Zoover ik me haar karakter herinneren
kan, was zjj niet bjjzonder verstandig en gebrekkig op
gevoed zjj kende echter zooals de meesten in haar
tjjd beter Fransch dan Russisch en was bovenmatig
verwend, eerst door haar vader, dan door haar man en
later, in mjjn tjjd, door haar zoon.
Mjjn grootvader, Ilja Andrejewitsch, haar man, was
volgens mjj iemand met een gering verstand, maar zeer
beminnenswaardig, opgeruimd en grootmoedig. Op zjjn
landgoed Poljani in 't district Beljefski, hadden onop-
boudeljjk feesten plaats; tooneelopvoeringen, bals, feest
gelagen en buitenpartjjeu volgden elkaar op. Er werd
zeer veel hombre en whist gespeeld en hoog ingezet op
aandringen van grootvader, die zelf evenwel niet speelde,
maar zooveel geld leende of schonk, dat zelfs het groote
landgoed van zjjn vrouw eindeljjk bezwaard was en 't
er treurig gesteld was. Grootvader wist toen een gou-
verneurszetei in Kazan te bemachtigen, wat hem spoedig
gelukte door zjjn vele relaties.
Grootvader nam, zooals men mjj vertelde, nooit
geschenken aan, ofschoon dat toen toch een algemeen
gebruik was, uitgezonderd van wjjakaudelaren, en maakte
zich boos, als men hem iets aanbood. Grootmoeder nam
echter dikwjjls iets aan zonder dat grootvader 't wist.
Hun jongste dochter, Pelageja, trouwde in Kazan, de
oudste, Alexandra, was in Petersburg met graaf Ü3ten-
Saoken gehuwd. Na den dood van haar man en 't huweljjk
van mjjn vader, nam grootmoeder bjj dezen haar intrek in
Jasnaja Poljaua en ik kan me haar nog zeer goed voorstellen.
Zjj hield veel van mjjn vader en van ons, haar klein
kindereu, waarmede zjj dikwjjls speeldemjjn tante
mooht zjj niet erg graag lijden, ook van mjjn moeder
hield zjj, geloof ik, niet erg veel, zjj vond m'n vader te
goed voer haar en was erg jaloeisch op zjjn teederheid
jegens moeder.
Tegenover het dienstpersoneel was zjj veeleischend, dit
beschouwde haar dan ook als do hoofdpersoon in huis
en bediende haar op hare wenken. Haar kamermeisje
Gascha had het meest last van haar grillen,grootmoeder
sprak haar wel meestal aan met «liefje», maar verlangde
de onmogeljjkste dingen van haar en martelde haar op
allerlei manieren.
Dit scheen aanstekeljjk op Gascha te werken, want zjj
was tegen de kindaren en de dieren, die zjj kon bevelen,
Zooeven is vTolstoï's biographie en herinneringen*
uitgegeven, 't Berl. Tagebl. was echter reeds in staat
er iets uit te pnblioeeren, en bioraan ontleenen wjj
eenige feuilletons.
vooral uit den middenstand, die vroeger dorde klasse
reisden, thans met de vierde klasse zullen gaan.
Ziehier enkele der bezwaren welke tegen deze belasting
zjjn ingebracht en welke onder het Duitscho volk gevoeld
worden. Van vele zjjdea hebben wjj dan ook voortdurend
protesten gelezen en een dar Berljjnsche bladen heoft
zelfs aangeraden, tot obstructie over te gaan. Meu her
innert zich dat de obstructie met veel succes is toege
past door de Italiaaneche spoorwegbeambten.
Zjj komt in hoofdzaak neer op het uiterst nauwkeurig
uitvoeren van de voorschriften, welke van ouden datum
zjjn en dus niet iu overeenstemming met het moderne
verkeer, zoodat de geheele troinenregeling totaal in de
war geraakt. Het Berljjnsche blad wilde evenwel de
obstructie niet laten uitgaan van de beambten, maar van
de reizigers. Het sloeg het volgende voorieder reiziger
maakt gebruik van zjjn reoht op het gratis vervoer van
bagage door leege doosjes mee te nemen. Het reoht op
Freigep&ck gaat tot een maximum van 25 kilo, dat is
250 leege doosjes, welke afzondorljjk zouden moeten wor
den beplakt en ingeschreven. Komen de reizigers 10
minuten voor het vertrek van een trein, dan moet alles
mee. Men begrjjpt dat geen enkele trein op tjjd zon
vertrekken en dat de autoriteiten met de handen in het
haar zouden zitten, wanneer de reizigers overeenkomstig
dit voorstel handelden, wat wel niet gebeuren zal.
De spoorweg-politiek is een lastige politiek. Men merkt
dat niet alleen in Daitschland of in Italië, waar de
regeering alle mogeljjke belemmeringen ondervindt in
baar streven om tot staatsexploitatie over te gaan, maar
ook ia Japan. Wjj hoorden in den laatsten tjjd weinig
over »het land van de Rjjzonde zou.* Toen het »Banzai
Nippon», het »leve Japan,* na den oorlog verstomd was,
is het eilandenrjjk van het wereldtooneel als verdwenen.
Wel eigenaardig verleden jaar vroegen Rusland en Japan
in hooge mate de aandacht, Rusland vult nog steeds de
kolommen van de bladen, maar over Japan wordt bjjna
geheel gezwegen. Men meene daarom niet, dat er niets
gebeurt. Er zjjn ook daar groote plannen en ook daar
wordt ernstig aan staatsexploitatie van de spoorwegen
gedacht. De ijjn van de hoofdstad Tokio naar de haven
op de Oostkust van het eiland Hondo, Kobe, wordt reeds
door den staat geëxploiteerd. Zjj munt evenwel, volgens
reisbeschrjjviugen, in alle slechte eigenschappen uit.
Dagen te voren moet een plaats in een slaapwagen
worden besproken en dikwjjls ia er geen plaats, maar van
het aankoppelen van meerdere wagens is geen sprake,
evenmin als van het inleggen van treinen. Verlichting
en verwarming laten alles te wenschen over, een klachten-
boek is er niet. Sneltreinen rjjdcn er alleen op het
traject TokioYokohama, omdat er in concurrentie met
den staatsspoorweg tusschen deze beido steden een elee-
trische ljjn aangelegd is.
Met Van Alphen zou men dus zoo zeggen, dat deze
perzik van staats-exploitatie van spoorwegen in Japan
niet naar meer zou smaken. In het Japai Bche parlement
deukt men er anders over. Het Lagerhuis nam een wets
ontwerp, betreffende staats-exploitatie, reeds aan, het
minstens zoo grillig als grootmoeder tegen haar.
De eerste herinneringen, die ik van grootmooder bes
houden heb, zjjn in drie sterke indrukken samen t-
vatten. De eerste teekeut mjj grootmoeder, terwjjl zjj
zich waschte met haar lekkere zeep, waarmede zjj op
haar handen allerlei mooie zeepbellen kon tooveren,
waartoe naar 't mjj toescheen, zjj alleen maar in staat was.
Wjj mochten altjjd bjj haar komen, als zjj zich wasohte
en zjj had er groot pleizier in om onze oogen vol ver
wondering naar baar zeepbellen te zien kjjken. Ik her-
inners mjj haar zeer goed, zooals ze daar stond in haar
wit Ijjfje, haar onderrok, met haar oude, blanke handen
vol zeepbellen en haar tevreden lachend gezicht.
Dan zie ik haar nog, zooals ze met de lakeien van
mjjn vader uitging, die in plaats van paarden het gele
wagentje moesten trekken, 't wagentje, waarin wjj dik
wjjls met onzen gouverneur uit rjjden gingen. Zjj liet
zich dan naar hst notenbosohje brengen, om noten in te
zamelen, waarvan er daar zeer veel waren.
Ik zie nog de dichte struiken, welker twjjgen door do
lakeien, Petrnscha en Matjuscha, naar beneden werden
gebogen, opdat grootmoeder de noten kon verzamelen,
die zjj in een grooten zak deed. Wjj plukten zelf ook
vaak noten terwjjl wjj moeite deden om de twjjgen wat
naar beneden te halen en onzon gouverneur bewonderden,
die dikke takken kon buigen. Hoeveel noten we er ook
afhaalden en inzamelden, steeds zagen we er nog aan
zitten als we de tukken loslieten en zo weer naar boven
schoten. Ik herinner me nog, boe warm 't e. was op de
zonnige plekjes, hoe haerljjk koel in de schaduw, waar
men den scherpen geur van de hazelnoten inademde.
Wjj deden ze in onze zakken, in de plooien van onze
buisjes en brachten ze grootmoeder, die oub preas en ze
in den zak stortte. Wat er gebeurde, als we dan thuis
kwamen, weet ik niet meer.
Evenals 't mjj scheen, dat grootmoeder alleon de zeap-
bollen kon tooveren, schsea 't mjj ook dat zjj alleen 't
boschje, 't wagentje, de noten en bjj dat alles de zon,
kon te voorschjjn roepen.
De sterkste indruk echter dien ik van grootmoeder
heb behouden, is dien vau een nacht, dien ik met Leo
Stepanowitch in haar slaapkamer doorbracht. Deze Leo
Stepanowitch was een blinde man, die verhalen vertelde
en al heel oud was toen ik hem leerde kennen, Hjj was
overgebleven uit grootvaders tjjd en vertelde geschiede
nissen, welke men hem tweemaal voorgelezen had, woord
voor woord weder.
Hjj woonde ergens iu ons huis, maar was den ganschen
dag niet te zien, 's avonds evenwel begaf hjj zich naar
grootmoeders slaapkamer, een klein vertrekje, waarheen
twee trappen voerden. Hjj ging daar in een vensterbank
zitten, waar hem zjjn avondeten gebracht word, Hjj
wachtte dan op grootmoeder, die in tegenwoordigheid
van den blinden man mst een gerust hart haar nacht
toilet maken kon. Op een keer, dat 't mjjn beurt was,
Hoogerhuis volgt dit voorbeeld. Men prjjst het voordeel
van centralisatie in het bestuur, verlaging van de tarieven,
verbetering van het troepen-vervoer in geval van oorlog.
Er is onder het Japansche volk een heftige oppositie
tegen dit wetsontwerp ontstaan en dat ljjkt zeer verklaar
baar. Japan toch heeft, evenals Daitschland, veel geld
noodig en het is do financieelo nood, welke de Japansche
regoering er toe drjjft de exploitatie ter hand te nemon.
Hoe dit nu gorjjmd kan worden met goedkoop vervoer
zal de toekomst moeten leeren. Of zouden de Japansche
toestanden ook in dit opzicht geheel anders zijn dan de
Europeesche
Hofberichten.
De buitengewone missie, die H. M. de Koningin ver
tegenwoordigen zal bjj de huwelijksplechtigheid van Z.
M. den Koning van Spanje op 31 dezer begoeft zich
Zaterdag 26 dezer naar Madrid, om aldaar deu 28 d.a.v.
aan te komen.
Niet 23 Juni zooals wjj gisteren meidden maar
23 dezer wordt in het Hotel des lodes te 's Gravenhage
de Deensche missie verwacht, die aan H. M. de Koningin
van de troonsbestijging van den nieuwen Koning komt
kennisgeven.
Tweede Maner.
In de Kamerzitting van gisteren is do boraadslaging
voortgezet over artikel 1638 p (loonregel ng bij stuk
werk) gelijk het laatstelijk door de Rogeering is ge
wijzigd met de daarop voorgestelde amendementen.
De heer Schaper (S.-D.) lichtte een amendement
toe, strekkende om het volle normaal weekloon uit te
betalen met aftrek van de dagen dat de arbeider niet
gewerkt heeft door eigen willekeurig verzuim. Regel
moet zijn dat de patroon het volle normale weekloon
uitbetaalt.
De heer De K 1 e r k (U. L.) handhaafde zijn amen
dement en meende dat het amendement-Schaper moei
lijkheden zal opleveren.
De heer Drucker (V.-D.) zette uit een waarom
de Commissie van Rapporteurs beide amendementen
ontraadt.
De heer N o 11 i n g (Y.-D.) zeide dat tot nog toe
gebruik is, dat de werkgever ook bij stukwerk het
volle loon uitbetaalt, wanneer het Rogooriagsartikel
werd aangenomen zou de werkgever hiermee gaan
breken. Ook zal men met het artikel in botsing komen
met de bestekbepalingen.
De heer Schaper, nader zijn amendement verde
digend zei dat men het hier over boeten heeft die in
het ellendige, achterlijke Rusland geringer zijn dan
hier. Thans zwijgt men echter over het buitenland,
hoewel men daar bij iedere gelegenheid anders mee
aankomt.
De heer R o o d h u y z e n (U. L.) was van oordeel
dat het Regee ingsartikel nog meer gewijzigd moet
worden.
om op grootmoeders kamer te slapen, zat Leo Stepano-
witech reeds met zjjn groote, witte oogen, en gekleed in
een lange blauwe jas voor zjjn avondmaal in de venster
bank. Ik herinner me niet meer waar grootmoeder zich
uitkleedde in deze kamer of in een andere, ook niet hoe
men mjj naar bed bracht: Alleen zie ik 't oogenblik
voor me, dat de kaars uitgeblazen werd, een klein, zwak
lichtje bleef voor 't vergulde heiligenbeeld brandt n
en grootmoeder, die zelfde wonderbare grootmoeder, die
zulke mooie zeepbellen kon te voorschjjn tooveren daar
lag, geheel in 't wit gekleed, op wit liggend en met
wit bedekt, een wit nachtmutsje op 't zilverwitte haar,
hoog op de kussens eu dat daar bjj 't venster altjjd door
maar de zachte, eentonihe stem klonk van Leo Stepano-
witsch, die zulke vreemde geschiedenissen kon vertellen.
xWilt gjj, dat ik nog verder vertel?* vroeg bjj tusschen-
beide. »Ja, gaarne", was 't antwoord van de witte
gedaante. «Liefste zuster, zeide zjj«, begon Leo dan weer
met zjjn verhaal met dezelfde eentonige oude-mannen-
stem, doe ons eens een van die boeiende verhalen, welke
gjj zoo prachtig kunt vertellen.
Gaarne, antwoordde Scheherrzade, wil ik a een van die
merkwaardige geschiedenissen van prins Ramaralzaman
vertellen, als onze gebieder 't mjj beveelt. En als zjj de
toestemming van don Sultan verkregen had, begon Sche
berezade aldus Er was eens een machtig Koning, die een
cenigen zoon had, een beeldachoonen prins en Leo
Stepanowitch vertelde woord voor woord de geschiedenis
van Kamaralzaman.
Ik luisterde er niet naar en verstond niet, wat hjj
zeide, zoo hield mij de geheimzinnige gestalte van mjjn
witte grootmoeder iu 't witte bed bozig, ik lag dan stil
naar den schaduw op den muur en naar den ouden grgzen
man met zjjn holle witte oogen te kjjken, die daar maar
in de vensterbank zat en met zjjn langzame stem de
vreemde verhalen vertelde, welke grootmoeder zoo graag
hoorde, daar, in de donkere, kleine slaapkamer, waarin
alleen da lichtjes voor de heiligenbeelden eanig trillend
licht wierpen. Ik viel dan waarschjjnljjk in slaap, want
ik kan verder me mets meer in 't geheugen brengen
van zoo'n avond, alleen weer don volgenden morgen, als
grootmoeder de tooverbellen weer op haar handen had,
terwjjl ze zich waschte.
Marie weet er echter meer van en verteP, dat het
gehoor van den ouden blinde zóó scherp was, dat hjj
precies den loop van de muizen na kon gaan en zeggen
in welke richting ze liepen.
In grootmoeders kamer had de olie in de lampjes voor
de beeldjes een groote aantrekkingskracht voor een. De
oude man, die 's nachts vertelde, brak soms plotseling
zjjn verbaal af en zeide met de zelfde eentonige stem
»Uwe Excellentie, zooevon is een kleine muis naar 't
olielampje getrippeld en heelt zich aan do olie te goed
gedaan.* Dan vervolgde hjj zjju vei haal weder.
Van mjjn grootvader weet ik, dat hjj de hooge positie,
De heer Tal ma (A.-r.) meende dat door do aan
neming der amendementeh een onbillijke bepaling in
de wet zou worden gebracht voor den arbeider.
De Minister van Justitie zei dat het ameu-
dement-Sehaper een bron van strijd zal worden. De
Minister zou het artikel gaarne ongewijzigd laten.
De heer De Klerk trok zijn amondement in.
Het amendement-S chaper werd na nog eenig
debat verworpen met 43 tegen 12 stemmen artikel
1638 p werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Aan de orde was daarna artikel 1638 g (rentetoe
kenning aan den arbeider bij vertraagde uitbetaling
van het loon).
De heer L o h m a n (C.-H.) zou er niets tegen hebben
een hooge boete op te leggen, wanneer een werkgever
niet betalen wil, maar hij komt ernstig op tegen het
opleggen van een boete aan een patroon die niet
betalen kan. een geval dat zich dagelijks voordoet en
voordoen kan. Men dient ook niet uit het oog to
verliezen, dat deze bepaling slaat op dienstboden.
Buitendien is de boete die men hier oplegt buitensporig
hoog. Een werkgever die bijvoorbeeld aan een arbeidor
honderd gulden verschuldigd is en na twee maandeu
niet betaald, is honderd vijftig gulden verschuldigd. In
het gewone leven zou men dit woeker noemen. Spr.
kon zieh met deze bepaling dan ook niet vereenigen.
De Minister stelde de groote moeilijkheden in
het licht, waarin een arbeider gebracht wordt door het
niet op tijd ontvangen ven het hem verschuldigde loon
daarom zijn buitengewone strafmaatregelen noodig. De
maatregel is ook van preventie ven aard, want de werk
gevers zullen er nu wel voor zorgen, dat er geld is
als zij loon moeten uitbetalen.
Celebes.
Wjj ontvingen gisteren te laat om het nog op to
nemen het volgende telegram
Blijkens bjj het departement van koloniën ontvangen
telegrammen is in het landschap Doeri op Celebes de
rotsstelling Bonto-Baton na hardnekkige verdediging
genomen. Omtrent de geleden verliezen is enkel gemeld
net sneuvelen van één Europeeschen sergeant en de
verwonding van twee officieren, de luitenant M. J.
Berckenhoff en C. F. J. Pape, beiden licht gewond, en
vier Europeesche militairen beneden dien rang.
Natnrallsalie.
Het voorloopig verslag is uitgeb-acht over de aan
hangige naturalisatie-ontwerpen.
Daarin worden enkele opmerkingen gemaakt van al-
gemeene strekking.
Een daarvan komt op tegen het gebruik, om deze
wetsvoorstellen bjj een aantal tegeljjk in te dienen,
zoodat de aanvragers wachten moeten. Men geeft in
overweging, elk voorstel afzonderlek in te dienen, zoodra
het gereed is. Dit gebeurt nu alleen wanneer de aan
vrager het uitdrukkelijk heeft gevraagd.
Voorts wordt gevraagd naar de Zwitsersche wetgeving
in verband met de gewoonte om aan vreemdelingen-
welke hg als opperbevelhebber bekleedde onder do
regeering van Catharina, plotseling verloor, omdat hjj
weigerde Potemkins nicht, Warenka Eugelbardt te huwen,
't Gevolg hiervan was niet slechts zjjn vernielde carrière,
men benoemde hem tot goavernenr van Arohangel, wat
hg «enigen tjjd bleef, hg trok zich geheel terug. Toen
hg kort daarop prinses Catharina Trubetzkoi huwde,
vestigde hg zich op zjjn landgoed Jasnaja Poljana, dat
hg van zjjn vader geërfd had. Prinses Catharina stierf
jong en liet grootvader een eenig doohtertje achter,
waarvan hg heel veel hieldmet deze dochter en haar
vriendin, een Fratijiise, leefde hg tot zjjn dood.
Hg was een streng man, maar nooit heb ik ervan
gehoord, dat hg wreede straffen oplegde, wat in zjju tjjd
gebruikelijk was. Zgn bedienden en onderhoorigen prezen
hem omdat hun welzjjn hem zoo ni aan 't harte lag.
Hg liet flinke huizen voor hen bouwen, en zorgde er
niet alleen voor, dat zjj goed voedsel kregen, maar ook
voor hun kleeding en hnn geluk. Op feestdagen zorgde
hg voor hnn vermaken.
Zooals ieder verstandig grondbezitter in dien tjjd, was
hjj voor de welvaart van den boerenstand, en deze bloeide
te meer, daar de hooge positie van grootvader - e politie
en andere autoriteiten ontzag inboezemde. Hjj bezat ook
kunstgevoel. De woningen, die hjj liet zetten, waren niet
alleen solide, maar ook buil ongewoon mooi. 'f Zelfde
kon men van 't park zeggen, dat hg voor zgn hnis liet
aanleggen. Van muziek schjjnt hjj ook veel gehouden te
hebben, hjj hield er ei>n klein orchest op na, uitsluitend
voor zgn pleizier on dat mjjoer mosder.
Ik herinner me nog een reuzenolm, dicht bjj de Linden-
laan, waaromheen banken en lessenaars stonden voor de
muzikanten. Hg wandelde dan 's morgeus in de laan eu
luisterde naar de muziek. Van sport hield hjj niet, maar
hjj voelde veel voor bloemen en kasplanten.
Het noodlot wilde, dat hg later met dezelfde Warenka
Engeihardt in aanraking kwam, die hij geweigerd had
te huwen. Warenka huwde met prins Sergies Galitzin,
wien niervoor verschillende orden, belooningen en bevor
deringen ten deel vielen. Met doze Ssrgius Galitzin en
zjjne familie, dus ook met Warenka, word grootvader
zoo bevriend, dat mjin moeder roods in haar jéagd aan
een van G.litzin's zeven zoons werd verlooid en dat de
ouders portrotten met elkaar ruilden, zoodat de portretten
der Gulitzins nog in ons huis hangen, waaronder zich
ook die van prins Sergius Galitzin en die van zgn
gemalin, de dikke, vette, roodharige Warenka als hofdame
gekleed, bevinden, 't Huweljjk tusschen mjjn moeder on
Leo Galitzin werd niet voltrokken, daar Leo voor dien
tjjd aan koorts stierf.
Mjjn tante vertelde mjj, dat deze Galitzin Leo heette,
dit kan echter niet, daar Sergius Galitzin geen zoon had
van dien naam; mjjn moeder is echter wel met een zoon
van Galitzin, die gestorven is, verloofd geweest, 't is
oohter niet waar, dat ik naar dezen genoemd ben.
.ttcA ■rHhr-ifafryarnt'tartariii..:iawnT.va«*i in 8U-Ntu— hmiwh )it«ruaa»K>