No. 122.
Honderd en achtste jaargang.
1906
DAGBLAD VOOR AT/KM A AR. EN OMSTREKEN.
Faiiiilie-lierinneriipvai] Leo Tolstoï.")
bTnnënlaïTd.
VRIJDAC
25 MEI.
Nationale Militie.
Gevonden Voorwerpen.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
TelofooHaamwer 3;
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat, üroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij
vlh. HEKMs. COSTEK ZOON, Yoordam O 9.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR ge
laat, krachtens bekomen aanschrjjving, de onderstaande,
hier wonende verlofgangers, om zich Ier bijwoning der
herhallngs-oefeningen, *s namiddags vóór 4 ore, bjj
hun korps te vervoegen
2e Regiment Veld-artillerie, lichting 1901, Leger
plaats bij Oldebroek
5 Jnni 1906. CORNELIS FREDERIKUS WINDER.
2e Regiment Veld-artillerie, lichting 1900, garnizoen
te 's Graven hage
25 Jani 1906. JACOB HOEK.
5e Regiment Infanterie, lichting 1899, garnizoen te
Amersfoort
23 Jnli 1906. WILLEM PREDERIK WILHELM
JANSEN.
Alkmaar, De Burgeme ster van Alkmaar,
21 Mei 1906. G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen tor kennis van belanghebbendendat in het
Gemeenteblad van Alkmaar, No. 200, is opgenomen het
besluit van den Raad dezer gemeente van 2 Mei 1906,
waarbjj is vastgesteld eene
Verordening, regelende de rechtsposi
tie van de werklieden In dienst der ge
meente Alkmaar.
Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie
maanden voor een ie er ter lezing is nedergelegd ter
gemeente-secretarie en aldaar tegen betaling van f 0.30
in afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
23 Mei 1906. DONATH, Secretaris.
Terug te bekomen aan het Politiebureau van 9—12 uur.
Een vaatje, een zakmesje, twee ceintuurs, een gemerkte
postduif, een paar glacé handschoenen, een duimstok, een
rozenkrana, een vrouwenzak, inhoudende portemonnaio
enz., een defecte vnlpenhouder, een zakje met eenig geld,
een voetbal, drie portemonnaiee met eenig geld, een
z:lveren ringetje met gouden plaatje, een hondenhalsband
en een loupe.
Alkmaar, De Commissaris van Politie,
23 Mei 1906. S. M. S. MODDERMAN Jr.
Alkmaar, 25 Mei.
sChristiania 23 Mei. Hendrik Ibsen is
hedenmiddag te half drie overlede n."
Zoo luidde in lakonieke kortheid het telegram in bet
blad, dat zoo juist was binnengebracht. Zal ieder bjj
het overlijdensbericht van zoo groot een mau min ol meer
worden getroffen door een eigenaardige omstandigheid
maakte het op ons een zeer bjjzonderen indruk.
Wjj hadden even voor het openslaan van het bovenbe
doelde dagblad in Duitsche bladen zitten lezen over het
verblijf van dien anderen Noorschen dichter en denker
Björnstjerne Björnson, wiens naam in niet-uitgebreide
ii.
Van mjjn moeder herinner ik me totaal niets meer
Ik was pas anderhalf jaar, toen zjj stierf. Door een
zeldzaam toeval is er geen enkelef beeltenis van haar
bewaard gebleven, zoodat ik mg haar lichamelgk niet
voor kan stellen. In zeker opzicht is mg dit echter lief,
daar de voorstelling, die ik mg nu alleen geestelgk van
haar maak, goed en mooi is, daar allen, die met mg
over mjjn moeder spraken, niets dan zeer veel goeds en
edels van haar wisten te vertellen. Overigons heb ik
niet alleen van mjjn moeder, maar van alle menschen
die ik in mgn jeugd gekend heb, van mgn vader af tot
zjjn koetsier toe, een indruk behouden, alsof zjj buiten
gewoon goed waren. Waarschjjnljjk wierp mgn eigen
gevoel toen een heldere lichtstraal op 't goeie in den
mensch.
Mjjn moeder was niet schoon van uiterlijk, maar zjj
was voor dien tjjd zeer goed ontwikkeld. Behalve dat
zjj, in tegenstelling met de toenmaals heerachende dom
heid, 't Russisch vlot kon sohrgveu, was zjj nog vier
vreemde talen machtigFransch, Duitsch, Engelsch en
Itsliaanscb. Zjj speelde piano en hare vriendinnen zeiden,
dat zjj een meesteres was in 't verhalen van boeiende
geschiedenissen, die zjj zelf fantaseerde, 't Dienstpersoneel
vertelde, dat ze wel opvliegend van aard was, maar zich
uitermate goed wist te beheerschen. Zjj kon vuurrood
worden, zelfs tranen in de oogen krjjgen, zonder dat er
een hard woord over haar lippen kwam.
Ik heb veel van haar brieven aan mgn vader en mgn
mgn tante bewaard, ook een dagboek, waarin zg over
Nikolaas, mgn oudsten broer, die zes jaar oud was, toen
zg stierf, schreef en die meer dan een van ons op haar
moet hebben geleken.
Zjj hadden beiden een grooten trek gemeen, dien ik
uit de brieven mjjner moeder ontdekt heb, en die ik
bjj mjjn broer zelf heb waargenomen, een groote onver
schilligheid voor 't oordeel van de wereld en een be
scheidenheid, die de gaven des geestes, ziel en opvoeding,
waardoor zjj zich van anderen onderscheidden, verborg,
't Was of zg zich over deze gaven schaamden. Ik kende
deze eigenschappen goed van mgn broeder, van wien
Turger.iew zoo terecht zeide, dat hjj niet de fouten
Zooeven is «Tolstoï's biographie en herinneringen»
uitgegeven, 't Berl. Tagell. was echter reeds in staat
er iets uit te pnblioseren, en hieraan ontleenen wjj
eenige feuilletons.
geschiedenisboeken met dien van Hendrik Ibsen op één
:jjn en tussohen twee haakjes wordt geplaatst, als er
sprake is van de grootheid van het jonge Noorwegen
op letterkundig gebied. Björnson had te Berljjn esn rede
voering gehouden tot zjjn landslieden, die met hem de
nagedaohtenia van den Noorschen componist Richard
Nordraak kwamen eeren. Als met jeugdige geestdrift
sprak over het land en het volk der Norendeze oude
man, die al ver in de zeventig is en desondanks zoo
helder van geest en krachtig van lichaam. En wg her
innerden ons wel eens gelezen te hebben waar weten
we niet meer dat ook Ibaen te Berljjn waB geweest,
dat men ook hem daar een hartoljjke ontvangst had
bereid en het leven er aangenaam had gemaakt evenals
thans Björnson.
Nog geen uur later lazen we zgn doodsbericht, dat,
zooals meestal een overlijdensbericht, onverwacht kwam.
Want wel wisten we dat Ibens zwak en oud was, wel
word reeds verleden jaar de toestand buitengowoon ernstig
beschouwd zoodat er destjjds reeds geseind werd, dat
hjj op sterven lag maar in des laatstan tjjd had men
van een verergering niet gehoord.
Wanneer man een doodsbericht ontvangt, verbinden
zich daaraan natuurljjk esn reeks van gedachten. Zoo
daohten wjj allereerst aan het uiterljjk van Ibsen, zooals
wjj hem honderden malen hadden zten afgebeelddat
manneke, met zjjn zonderling gevormd hoofd. Maar dit,beeld
verdween spoedig, en werd gevolgd door een reeks anderon,
die ons lbsen op zjjn grootst dedou zien. Tal van her
inneringen kwamen er te voorschjjn, herinneringen aan
uren, doorgebracht in het geestelijk: gezelschap van Ibsen,
hetzjj in de stilte van hst studeervertrek of in de dikwjjls
nog inniger omgeving van de natuur, hstzjj in de schouw
burgzaal. En dan die uren van nadenken over Ibsens
ideeën, of het uitwisselen van gedachten over die denk
beelden
Wannesr het anderen gegaan is als ons dan hebben ze
gewichtige zjj het dan ook dikwjjls troostelooze
uren met hem doorleefd. En ze hebben met diepen
eerbied en hoog ontzag opgezien naar dion Noorschen
reusdie den Titanen-worstelicg tegen levenslengen,
conventie en egoïsme, aanvaardde en vjjftig jaren streed,
zonder iets van zgn individualisme te verliezen, integendeel
gehard werd in dien strjjd.
Hg bleef stevig als de Noorsohe rotsen, hoo de golven
van de publieke opinie hem ook beukten. Zjjn devies,
had kunnen zjjnik ben er, ik bljjf er.
Reeds als jongeling bond hjj, die den 20sten Maart
1828 in Skion geboren word, den strjjd tegen de verdorven
heid in de maatschappij aan. Hjj schreef zgn Catilina,
waarvan nauweljjks, 30 exemplaren werden verkocht!
Doch de jeugdige apothekersbediende in Grimstad,een
klein plaatsje aan de zuidknst van Noorwegen, hield
goeden moed. Hg bleef werken, werd door eigen in
spanning student, kon toen evenwel niet in zgn onder
houd voorzien, ging weer schrjjven en werd eindcljjk
direóteur, regisseur en tooneeldichter van het nieuw-
opgerichte Nationaal-theater te Bergen. In 1857 werd
hjj leider van den Noorweogsehan schouwburg in Chris-
tiania en huwde een jaar later Magdalene Thoresen.
Maar hjj was niet in de eerste plaats schouwburg-directeur,
bezat, die voor een schrjjfer onontbeerljjk zgn. Ik her
inner me nog, boe eens een dom en hateljjk mensch, een
adjudant van den gouverneur hem op de jacht in mjjn
tegenwoordigheid belacheljjk maakte, waarover mgn broer
echter goedmoedig lachte. Uit de brieven mjjner moeder
bemerkte ik dezelfde eigenschap. Zjj stond ongetwjjfeld
hooger dan mjjn vader en zjjne familie, misschien Tatiana
Jergolsky, waarmede ik de helft van mgn leven heb
doorgebracht, uitgezonderd. Nog één ding hadden zjj
gemeen, waardoor 't hun gemakkeljjk viel hun onver
schilligheid voor 't oordeel dar wereld te behouden: zg
veroordeelden nooit iemand. Van mgn broeder weet ik
dit zeker. De sterkste uiting bestond bjj hem in een
goedmoedigen spot en een zelfde lachje. >Het leven der
heiligen* van Dumitri Rostowski bevat een korte ver
telling, die mjj steeds bjjzonder aangreep Het handelt
over een zekeren monnik, die, zooals al zgn medebroe
ders wisten met vele fouten behept was en die een ouden
monnik in den droom verschsen op een eereplaats te
midden der heiligen.
De verbaasde oude man vroeg»Hoe kan deze monnik
met zjjn vele fouten zulk een hooge belooning ontvangen.*
Het antwoord luidde«Omdat hjj nooit Iemand voroor-
deeld heeft.*
Bestond er zulk een belooning, dan zonden mjjn moeder
en broeder deze zeker hebben gekregen. Wat m'n moeder
van den kring ondertoheidde, die haar omgaf, was hare
waarheidsliefde én haar ongekunstelde brieven. Men ge
bruikte in dien tjjd juist zoo de overdreven toon in
brieven. «Onvergeteljjke, goddeljjke, vreugde van mjjn
leven, onuitsprekeljjk dierbare* en dergeljjke uitdruk
kingen waren onder vrienden zeor gebruikeljjk en hoe
inniger zjj klonken, hoe onoprechter ze gewoonljjk ge
meeud waren.
Mgn vader hield hier ook van, al was 't dan niet in
hooge mate. Hjj schreef aan mgn moederMgn aller
liefste vriendien, Ik denk slechts aan 't geluk bjj u te
zgn. Moeder daarentegen begon altjjd >Mjjn waarde
vriend,* en zeide dan eerljjk »De tjjd valt me lang
zonder jou, ofschoon wjj, om je de waarheid te zeggen,
niet veel van je gezelschap genieten, als je hier bent.* Zjj
onderteekende altjjd op dezelfde eenvoudige wjjze: Je
toegenegen Marie".
Moeder bracht haar jeugd, deels in Moskou, deels op 't
land door met mgn grootvader Wolkonsky. Men zegt,
dat hjj zeer veel van m'n moeder hield en mjj altjjd
»m'n kleine Benjamin* noemde.
Ik geloof, dat haar liefde voor haar gestorven bruide
gom zulk een pcKtische liefde is geweest, als jonge meisjes
maar eenmaal in hun leven gevoelen. Haar huweljjk met
mgn vader was door de beide families besloten.
Zjj was een rjjke, niet meer jongen wees en mgn vader
verwekte bovendien ergernis bjj zjjn conservatieve land-
genooten en verliet in 1867 Noorwegen om in hot
zonnige Zaiden te vinden wat hjj in het verre Noorden
tevergeefs had gezocht.
In een van zgn vele kleinere gedichtjes, welke minder
bekend maar des ondanks niet minder mooi zgn dan zgn
drama's vertelt Ibsen van de eidergans die haar nest
bouwt in Noorwegen en dat nost zacht en warm maakt
met de donsveeren die zjj plukt van haar borst. Een
visscher komt, die geen teederheid kent en het nest
plundert tot aan het laatste donsveertje. Maar de vogel
trekt nog eenmaal de veeren uit zgn borst en weer
neemt men het dons weg en weer plukt de vogel zich
kaal. Als hij evenwel ten derde maal beroof! wordt,
vliegt hjj met bloedende borst door den nacht van nevelen
naar het Zaiden waar een helderder-hemel hem tegen
lacht.
Waarom de dichter zgn geboorteland heeft verlaten
behoeft na den inhoud van het gedicht zeker niet meer
te worden verteld. Eerst op zeer laten leeftjjd (in 1891)
is Ibsen naar zgn vaderlaud teruggekeerdwaar hjj in
stille eenzaamheid heeft geleefd totdat dezer dagen een
beroerte aan het langzaam-minder worden eon einde
maakte.
Vóór zgn vrijwillige ballingschap, niet alleen in Italië
maar ook in Müachen doorgebracht, had hjj o. m. ge
schreven, »De Comedie dor Liefde* en wel in den tjjd,
waarin de Vrouwenkwestie in Noorwegen aan de orde
was gesteld en een bekende romanschrjjfster een aantal
ongelukkige moderne* huweljjken bad geschilderd. Zjj
weet het ontbreken van het geluk in die huweljjken aan
uilerljjke omstandigheden. Toen kwam Ibsen met zgn
«Oomedie der Liefde*, waarin hij deed zien, dat de oor
zaak dieper zit, niet in het niterljjke, doch in het inner-
1 jjke, niet schuilt onder de toestanden, maar onder de
menschen.
Na dit stuk verscheen «Brand,dat tot veel misver
stand aanleiding heeft gegeven, o. a. bjj de vroegere
lasdgenooten van den schrjjver. Eenige jaren later kwam
Nora", wel eenSj genoemd »oen overwinning op den
dramatischen vorm, zooais het laatst der negentiende
eeuw er weinige kan aanwjjzen.* In dit bekende drama
behandelt de sohrjjver de levenslengen tussohen een man
en een vrouw. Als die leugen aan het licht komt is het
met het huwelijksleven gedaan; wanneer de oogeu der
vrouw geopend zgn, gaat zjj in het oorspron kei jjke
stuk. Want op lateren leeftjjd heeft Ibsen het slot ver
anderd en dat heeft des te meer verwondering gewekt,
omdat de schrjjver in zgn »Spoken< juist heeft doen zien,
hoe het zou zjjn afgeloopen als zg werkeljjk gebleven
was. Dit stuk was een antwoord aan het adres van de
publieke opinie, welke zich tegen »Nora« had verzet.
In «Spoken* deed de dichter uitkomen dat een onge
lukkig getrouwde vrouw, aan wie de oogen zjjn opengegaan
tevergeefs tracht haar kind in de goede richting op to
voeden ook die leugen wordt door de waarheid ach
tervolgt.
De «publieke opinie* verhief weer haar afkeurende
stem en toen schreef Ibsen zjjn «Vjjand des Volks*.
En hier is Ibsen niet meer de zachte heelmeester, maar
de chirurg, die diep in het lichaam kerft en de zieke
een levendige jonge man met schitterenden naam en vele
relatieswiens vermogen echter door m'n grootvader
Tolstoi aanzienljjk verminderd was. Ik geloof wel, dat
moeder van vader hield, maar meer omdat hg haar
echtgenoot was en de vader van hare kinderen, want
verliefd is zg nooit op hem geweest. Werkeljjke liefde
heeft zjj, voorzoover ik weet, drie- of viermaal in haar
leven ondervonden; de oerste maal voor haar gestorven
bruidegom dan koesterde zjj een teedere vriendschap
voor een Frazy aise mademoiselle Enissienne. Deze eindigde
in een ontgoocheling. Enissienne huwde een ueef mjjner
moeder, prins Miohael Wolkonsky, grootvader van den
tegenwoordigen drager van dien naam. Mgn moeder
zelf schildert haar vriendschap voor deze dame, terwjjl
ze over twee meisjes spreekt, die bjj haar inwoonden
«Ik kan mot beiden zeer goed overweg. Ik musiceer,
lach en scherts met de eene en spreek met de andere
over gevoeligheid en veroordeel de lichtzinnige wereld.
Zjj houden bjjzonder veel van mjj en maken mg tot haar
vertrouwde. Ik verzoen hen met elkaar, als ze twist
hebben gehadik heb nooit zonderlinger vriendschap
gezien dan de hare. Zjj bestaat nit, een aaneenschakeling
van koppig of weenend doorgebraohto uren, afgewisseld
door verzoeningenhateljjk heden en teedere liefdesbe
tuigingen, in één woord't is een weerspiegeling van
de romantischo, hooggeroemde vriendschap, die mgn eigen
leven meerdere jaren geprikkeld en bedroefd heeft. Ik
benjjd haar dikwjjls om haar illuBies, die ik wel niet
meer deelen kan, maar waarvan ik de bekoring ken
Dikwjjls echter lach ik haar uit, omdat ze zoo kinder
achtig zgn."
Hare derde genegenheid,v misschien wel de innigste,
was de liefde, die zg voor mgn oudsten broer, Koko
koesterde, over wien zjj in 't Russisch een dagboek schreef.
Zjj teekende ar al zgn kleine misdaden in op, om ze hem
dan voor te lezen. Uit dit dagboek bemerkt men het
ideaal harer wenschen, n.i. om Koko de best mogeljjke
opvoeding te geven. Er bljjkt echter ook uit, dat zg er
geen begrip van had, vat hiervoor noodig was. Zoo ver-
wjjt ze hem bijvoorbeeld, dat hjj te gevoelig is en 't zien
van een ijjdend dier hem doet schreien. Een man, moest
volgens haar, steeds koelbloedig zgn. Een andere fout,
die zg hem af wilde leeren, was de droomerigheid, die
hem verstrooid maakte, zoodat hg meermalen inplaats
van «Goedonavond* of «Goedendag" tegen zjjn groot
moeder «Ik dank u« zeide.
Haar vierde groote genegenheid, was, zooals mjjne
tantes mjj verzekerden en ik hoop, dat het waar is
haar liefde voor mjj, die in de plaats van die voor
Koko kwam, toen zgn opvoeding met mjjne geboorte in
manneljjke handen was overgegaan. Zg had er behoefte
aan, iets buitengewoons te beminnen en de eene liefde
deelen er uit snjjdt en aan^het licht brengt. Hjj schreeuwt
het als het ware uit, dat onze geesteljjke levensbronnen
vergiftigd zgn en de bodem onder ons verpest is. En na
«Do Vjjand des Volks* kwam «De wilde Eend*, dat
troostelooze boek, waarin de schrjjver betoogt, dat de
leugen in ons het ons onmogeljjk heeft gemaakt de waar
heid en niets dan de waarheid te hoeren.
Ibsen beeft in zgn lange leven neg veel meer geschre
ven. Doch het was niet onze bedoeling hier een uitvoe
rige ljjst van zgn werken af te drukken, maar even,
voor zoover tjjd en ruimte dit mogeljjk maken, een klein
kjjkjo te geven op den strjjd, dien Ibsen heeft gevoerd:
Wjj mogen dan ook „De vrouw van de Zee", „Da steun
pilaren van de Maatschappjj" en de vele meerdere of
mindere bekende stukken overslaan om nog een korte
peos stil te staan bjj het «Als wjj dooden ontwaken*,
dat in 1900 verscheen. Want hierin komt een kunste
naar voor, achter wiens figuur men telkens en telkens
weer Ibsen zelf ziet staan. En die fignur spreekt „van
de wereld die niets weet en niets begrjjpt"; van „mensehen,
die in een kunstwerk iets zoeken, dat er niet in ligt en
er niet in vinden, wat de dichter er in heeft gelegd".
Het is niet onmogeljjk dat er na dit laatste werk van
Ibsen nog een «laatster* werk verscbjjnt, althans is er
in de laatste jaren herhaaldeljjk beweerd, dat de schrjjver
ondanks zgn hoogen leeftjjd, nog bezig was aan een nieuw
werk, dat ons misschien nog beter blik doet slaan op het leven
van dezen onvermoeiden strijder voor de waarheid en
bestrjjder van den leugen. Hoe men echter ook over
zgn veel-booordeelde en vaakveroordeelde werken moge
denken, over twee dingen zullen zeker allen het wel eens
zgn, n.i. deze, dat Ibsen een geniaal man wasdie zgn
individualiteit hoog hield, en dat zgn tooneeistukken
hetzjj dan direct of indirect in geheel Europa een
letterkundige (en misschien ook nog wel een andere)
omwenteling hebben veroorzaakt.
En van wien dit getuigd kan worden, kan ook worden
gazegd, dat hjj niet tevergeefs heeft geleefd.
De Noren hebben in de laatste jaren gevoeld, wat
Ibsen voor hen is geweest. Zjj hebben voor hem tjjdens
zjjn leven een standbeeld opgericht, zoodat niet van hem
gezegd kan worden als van zooveel andere genieën
menigeen steenigt men in zjjn leven en zet toch oen
steen op zgn graf. Het standbeeld voor Ibsen is in 1900
onthuld van het Nationaal-theater in Ghristiania.
En toen de mare van het overigden van den dichter-
denker bekend werd, heeft de Noorsche vereeniging van
letterkundigen aan den voet van dit standbeeld, als teeken
van rouw, bloemen laten neerleggen. En in de stad zelf
werden van uit vele huizen rouwvlaggen uitgestoken. En
Haakon, de Koning van het weder onafhankelijke en vrjje
volk, heeft onmiddelljjk zgn deelneming betuigd in het
vei lies, dat het land heeft getroffen door het overigden
van een zjjner beste zonen zoo niet den beste.
De Prins naar Wagcnlngcn.
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden zal hot
conoours-hippique te Wageningen, hetwelk gehouden zal
worden op 21 Juni a.s., met een bezoek vereeren.
nam de plaats van de andere weer in. Zoo schildert mgn
fantasie mjj 't beeld mjjner moeder, als een hoogstaand,
edel wezen, dat ik dikwjjls in mjjn leven tjjdens uren
van strjjd en beproeving bad mjj bjj te staan.
Het leven mjjner moeder in haar ouderljjk huis was
bjjzonder gelukkig, zooals ik uit verschillende brieven
afleiden kan.
De huishouding van vader bosfond nit zgn moeder, een
oude dame, uit haar dochter, mgn tante, gravin Alexandra
GstenSacken en uit haar pupil Paschenka, verder uit
een andere «tante", die wjj maar zoo noemden, ofschoon
zjj sleohts in de verte familie van ons was, Tatiana
Jergolsky, die in grootvaders huis opgevoed was en haar
verder leven bjj mgn vader heeft doorgebracht, evenals
onze gouverneur Feodor Iwanowitch. Wjj waren met
ons vjjven, Nicolaas, Sergius, Dmitri, ikzelf als jongste
jongen en ons jonger zusje Vasohenka, bjj wier geboorte
moeder stierf. Haar geheele, slechts zeer kort echteljjk
leven ik geloof, dat hel nauweljjks nogen jaar duurde
was moeder gelukkig door de liefde, die iedereen
voor haar en zjj voor degenen, die haar omringden, gevoel
den. Uit de brieven moet ik echter opmaken, dat zg 't
nogal eenzaam had. Bezoeken werden er bjj na niet op
Jasnaja Poljana afgelegd, uitgezonderd door onze intiemste
vrienden, de Ogarews en eenige bloedverwanten.
Moeder bracht haar dagen door met hare kinderen
spelend en 's avonds grootmoeder romans voorlezend.
Zelf las zjj ook veel boeken, b.v. «Emile* van Rousseau,
speelde piano, leerde een van bare tantes Italiaansok en
zorgde voor de huishouding. Er zjjn in alle families
tjjdperken van geluk, waarin ziekte en dood nog onbekend
zgn en de huiegenooton vredig met elkaar leven. Zulk
een tjjd beeft moeder in het huis van haar man tot haar
dood gekend. Niemand stieri, niemand was er ernstig
ziek, allen waren gelukkig, gezond en opgeruimd.
Vader vrooljjkte iedereen met zgn grappen en vertel
lingen op. Ik was echter nog geen getuige van die
periode. In den tjjd, dat mjjn herinneringen beginnen
had de dood mjjner moeder zjjn rouwstempel op 't leven
onzer familie gedrukt.
Nu kom ik aan 't geen ik zelf beleefde, zoover ik mjj
herinneren kan. Ik wil echter niet sohrgveu over de
onbestemde, vage herinneringen uit mjjn prilste jeagd,
waarin men de werkeljjkheid niet van de phantasie kan
onderscheiden, maar beginnen met 't tijdstip, dat ik mjj
bster voor den geest kan roepen. Mgn vader neemt onder
de personen nit mgn jengd natuurljjk de eerste plaats
in, niet alleen door den invloed, welke bjj op mg uit
oefende, maar ook door wat ik voor hem gevoelde.
COURANT.
k m .i"i we—paüjiu wümh—B—iI