No. 122. Honderd en achtste jaargang. 1906 DAGBLAD VOOR AT/KM A AR. EN OMSTREKEN. Faiiiilie-lierinneriipvai] Leo Tolstoï.") bTnnënlaïTd. VRIJDAC 25 MEI. Nationale Militie. Gevonden Voorwerpen. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. TelofooHaamwer 3; Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat, üroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij vlh. HEKMs. COSTEK ZOON, Yoordam O 9. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR ge laat, krachtens bekomen aanschrjjving, de onderstaande, hier wonende verlofgangers, om zich Ier bijwoning der herhallngs-oefeningen, *s namiddags vóór 4 ore, bjj hun korps te vervoegen 2e Regiment Veld-artillerie, lichting 1901, Leger plaats bij Oldebroek 5 Jnni 1906. CORNELIS FREDERIKUS WINDER. 2e Regiment Veld-artillerie, lichting 1900, garnizoen te 's Graven hage 25 Jani 1906. JACOB HOEK. 5e Regiment Infanterie, lichting 1899, garnizoen te Amersfoort 23 Jnli 1906. WILLEM PREDERIK WILHELM JANSEN. Alkmaar, De Burgeme ster van Alkmaar, 21 Mei 1906. G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen tor kennis van belanghebbendendat in het Gemeenteblad van Alkmaar, No. 200, is opgenomen het besluit van den Raad dezer gemeente van 2 Mei 1906, waarbjj is vastgesteld eene Verordening, regelende de rechtsposi tie van de werklieden In dienst der ge meente Alkmaar. Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden voor een ie er ter lezing is nedergelegd ter gemeente-secretarie en aldaar tegen betaling van f 0.30 in afdruk is verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 23 Mei 1906. DONATH, Secretaris. Terug te bekomen aan het Politiebureau van 9—12 uur. Een vaatje, een zakmesje, twee ceintuurs, een gemerkte postduif, een paar glacé handschoenen, een duimstok, een rozenkrana, een vrouwenzak, inhoudende portemonnaio enz., een defecte vnlpenhouder, een zakje met eenig geld, een voetbal, drie portemonnaiee met eenig geld, een z:lveren ringetje met gouden plaatje, een hondenhalsband en een loupe. Alkmaar, De Commissaris van Politie, 23 Mei 1906. S. M. S. MODDERMAN Jr. Alkmaar, 25 Mei. sChristiania 23 Mei. Hendrik Ibsen is hedenmiddag te half drie overlede n." Zoo luidde in lakonieke kortheid het telegram in bet blad, dat zoo juist was binnengebracht. Zal ieder bjj het overlijdensbericht van zoo groot een mau min ol meer worden getroffen door een eigenaardige omstandigheid maakte het op ons een zeer bjjzonderen indruk. Wjj hadden even voor het openslaan van het bovenbe doelde dagblad in Duitsche bladen zitten lezen over het verblijf van dien anderen Noorschen dichter en denker Björnstjerne Björnson, wiens naam in niet-uitgebreide ii. Van mjjn moeder herinner ik me totaal niets meer Ik was pas anderhalf jaar, toen zjj stierf. Door een zeldzaam toeval is er geen enkelef beeltenis van haar bewaard gebleven, zoodat ik mg haar lichamelgk niet voor kan stellen. In zeker opzicht is mg dit echter lief, daar de voorstelling, die ik mg nu alleen geestelgk van haar maak, goed en mooi is, daar allen, die met mg over mjjn moeder spraken, niets dan zeer veel goeds en edels van haar wisten te vertellen. Overigons heb ik niet alleen van mjjn moeder, maar van alle menschen die ik in mgn jeugd gekend heb, van mgn vader af tot zjjn koetsier toe, een indruk behouden, alsof zjj buiten gewoon goed waren. Waarschjjnljjk wierp mgn eigen gevoel toen een heldere lichtstraal op 't goeie in den mensch. Mjjn moeder was niet schoon van uiterlijk, maar zjj was voor dien tjjd zeer goed ontwikkeld. Behalve dat zjj, in tegenstelling met de toenmaals heerachende dom heid, 't Russisch vlot kon sohrgveu, was zjj nog vier vreemde talen machtigFransch, Duitsch, Engelsch en Itsliaanscb. Zjj speelde piano en hare vriendinnen zeiden, dat zjj een meesteres was in 't verhalen van boeiende geschiedenissen, die zjj zelf fantaseerde, 't Dienstpersoneel vertelde, dat ze wel opvliegend van aard was, maar zich uitermate goed wist te beheerschen. Zjj kon vuurrood worden, zelfs tranen in de oogen krjjgen, zonder dat er een hard woord over haar lippen kwam. Ik heb veel van haar brieven aan mgn vader en mgn mgn tante bewaard, ook een dagboek, waarin zg over Nikolaas, mgn oudsten broer, die zes jaar oud was, toen zg stierf, schreef en die meer dan een van ons op haar moet hebben geleken. Zjj hadden beiden een grooten trek gemeen, dien ik uit de brieven mjjner moeder ontdekt heb, en die ik bjj mjjn broer zelf heb waargenomen, een groote onver schilligheid voor 't oordeel van de wereld en een be scheidenheid, die de gaven des geestes, ziel en opvoeding, waardoor zjj zich van anderen onderscheidden, verborg, 't Was of zg zich over deze gaven schaamden. Ik kende deze eigenschappen goed van mgn broeder, van wien Turger.iew zoo terecht zeide, dat hjj niet de fouten Zooeven is «Tolstoï's biographie en herinneringen» uitgegeven, 't Berl. Tagell. was echter reeds in staat er iets uit te pnblioseren, en hieraan ontleenen wjj eenige feuilletons. geschiedenisboeken met dien van Hendrik Ibsen op één :jjn en tussohen twee haakjes wordt geplaatst, als er sprake is van de grootheid van het jonge Noorwegen op letterkundig gebied. Björnson had te Berljjn esn rede voering gehouden tot zjjn landslieden, die met hem de nagedaohtenia van den Noorschen componist Richard Nordraak kwamen eeren. Als met jeugdige geestdrift sprak over het land en het volk der Norendeze oude man, die al ver in de zeventig is en desondanks zoo helder van geest en krachtig van lichaam. En wg her innerden ons wel eens gelezen te hebben waar weten we niet meer dat ook Ibaen te Berljjn waB geweest, dat men ook hem daar een hartoljjke ontvangst had bereid en het leven er aangenaam had gemaakt evenals thans Björnson. Nog geen uur later lazen we zgn doodsbericht, dat, zooals meestal een overlijdensbericht, onverwacht kwam. Want wel wisten we dat Ibens zwak en oud was, wel word reeds verleden jaar de toestand buitengowoon ernstig beschouwd zoodat er destjjds reeds geseind werd, dat hjj op sterven lag maar in des laatstan tjjd had men van een verergering niet gehoord. Wanneer man een doodsbericht ontvangt, verbinden zich daaraan natuurljjk esn reeks van gedachten. Zoo daohten wjj allereerst aan het uiterljjk van Ibsen, zooals wjj hem honderden malen hadden zten afgebeelddat manneke, met zjjn zonderling gevormd hoofd. Maar dit,beeld verdween spoedig, en werd gevolgd door een reeks anderon, die ons lbsen op zjjn grootst dedou zien. Tal van her inneringen kwamen er te voorschjjn, herinneringen aan uren, doorgebracht in het geestelijk: gezelschap van Ibsen, hetzjj in de stilte van hst studeervertrek of in de dikwjjls nog inniger omgeving van de natuur, hstzjj in de schouw burgzaal. En dan die uren van nadenken over Ibsens ideeën, of het uitwisselen van gedachten over die denk beelden Wannesr het anderen gegaan is als ons dan hebben ze gewichtige zjj het dan ook dikwjjls troostelooze uren met hem doorleefd. En ze hebben met diepen eerbied en hoog ontzag opgezien naar dion Noorschen reusdie den Titanen-worstelicg tegen levenslengen, conventie en egoïsme, aanvaardde en vjjftig jaren streed, zonder iets van zgn individualisme te verliezen, integendeel gehard werd in dien strjjd. Hg bleef stevig als de Noorsohe rotsen, hoo de golven van de publieke opinie hem ook beukten. Zjjn devies, had kunnen zjjnik ben er, ik bljjf er. Reeds als jongeling bond hjj, die den 20sten Maart 1828 in Skion geboren word, den strjjd tegen de verdorven heid in de maatschappij aan. Hjj schreef zgn Catilina, waarvan nauweljjks, 30 exemplaren werden verkocht! Doch de jeugdige apothekersbediende in Grimstad,een klein plaatsje aan de zuidknst van Noorwegen, hield goeden moed. Hg bleef werken, werd door eigen in spanning student, kon toen evenwel niet in zgn onder houd voorzien, ging weer schrjjven en werd eindcljjk direóteur, regisseur en tooneeldichter van het nieuw- opgerichte Nationaal-theater te Bergen. In 1857 werd hjj leider van den Noorweogsehan schouwburg in Chris- tiania en huwde een jaar later Magdalene Thoresen. Maar hjj was niet in de eerste plaats schouwburg-directeur, bezat, die voor een schrjjfer onontbeerljjk zgn. Ik her inner me nog, boe eens een dom en hateljjk mensch, een adjudant van den gouverneur hem op de jacht in mjjn tegenwoordigheid belacheljjk maakte, waarover mgn broer echter goedmoedig lachte. Uit de brieven mjjner moeder bemerkte ik dezelfde eigenschap. Zjj stond ongetwjjfeld hooger dan mjjn vader en zjjne familie, misschien Tatiana Jergolsky, waarmede ik de helft van mgn leven heb doorgebracht, uitgezonderd. Nog één ding hadden zjj gemeen, waardoor 't hun gemakkeljjk viel hun onver schilligheid voor 't oordeel dar wereld te behouden: zg veroordeelden nooit iemand. Van mgn broeder weet ik dit zeker. De sterkste uiting bestond bjj hem in een goedmoedigen spot en een zelfde lachje. >Het leven der heiligen* van Dumitri Rostowski bevat een korte ver telling, die mjj steeds bjjzonder aangreep Het handelt over een zekeren monnik, die, zooals al zgn medebroe ders wisten met vele fouten behept was en die een ouden monnik in den droom verschsen op een eereplaats te midden der heiligen. De verbaasde oude man vroeg»Hoe kan deze monnik met zjjn vele fouten zulk een hooge belooning ontvangen.* Het antwoord luidde«Omdat hjj nooit Iemand voroor- deeld heeft.* Bestond er zulk een belooning, dan zonden mjjn moeder en broeder deze zeker hebben gekregen. Wat m'n moeder van den kring ondertoheidde, die haar omgaf, was hare waarheidsliefde én haar ongekunstelde brieven. Men ge bruikte in dien tjjd juist zoo de overdreven toon in brieven. «Onvergeteljjke, goddeljjke, vreugde van mjjn leven, onuitsprekeljjk dierbare* en dergeljjke uitdruk kingen waren onder vrienden zeor gebruikeljjk en hoe inniger zjj klonken, hoe onoprechter ze gewoonljjk ge meeud waren. Mgn vader hield hier ook van, al was 't dan niet in hooge mate. Hjj schreef aan mgn moederMgn aller liefste vriendien, Ik denk slechts aan 't geluk bjj u te zgn. Moeder daarentegen begon altjjd >Mjjn waarde vriend,* en zeide dan eerljjk »De tjjd valt me lang zonder jou, ofschoon wjj, om je de waarheid te zeggen, niet veel van je gezelschap genieten, als je hier bent.* Zjj onderteekende altjjd op dezelfde eenvoudige wjjze: Je toegenegen Marie". Moeder bracht haar jeugd, deels in Moskou, deels op 't land door met mgn grootvader Wolkonsky. Men zegt, dat hjj zeer veel van m'n moeder hield en mjj altjjd »m'n kleine Benjamin* noemde. Ik geloof, dat haar liefde voor haar gestorven bruide gom zulk een pcKtische liefde is geweest, als jonge meisjes maar eenmaal in hun leven gevoelen. Haar huweljjk met mgn vader was door de beide families besloten. Zjj was een rjjke, niet meer jongen wees en mgn vader verwekte bovendien ergernis bjj zjjn conservatieve land- genooten en verliet in 1867 Noorwegen om in hot zonnige Zaiden te vinden wat hjj in het verre Noorden tevergeefs had gezocht. In een van zgn vele kleinere gedichtjes, welke minder bekend maar des ondanks niet minder mooi zgn dan zgn drama's vertelt Ibsen van de eidergans die haar nest bouwt in Noorwegen en dat nost zacht en warm maakt met de donsveeren die zjj plukt van haar borst. Een visscher komt, die geen teederheid kent en het nest plundert tot aan het laatste donsveertje. Maar de vogel trekt nog eenmaal de veeren uit zgn borst en weer neemt men het dons weg en weer plukt de vogel zich kaal. Als hij evenwel ten derde maal beroof! wordt, vliegt hjj met bloedende borst door den nacht van nevelen naar het Zaiden waar een helderder-hemel hem tegen lacht. Waarom de dichter zgn geboorteland heeft verlaten behoeft na den inhoud van het gedicht zeker niet meer te worden verteld. Eerst op zeer laten leeftjjd (in 1891) is Ibsen naar zgn vaderlaud teruggekeerdwaar hjj in stille eenzaamheid heeft geleefd totdat dezer dagen een beroerte aan het langzaam-minder worden eon einde maakte. Vóór zgn vrijwillige ballingschap, niet alleen in Italië maar ook in Müachen doorgebracht, had hjj o. m. ge schreven, »De Comedie dor Liefde* en wel in den tjjd, waarin de Vrouwenkwestie in Noorwegen aan de orde was gesteld en een bekende romanschrjjfster een aantal ongelukkige moderne* huweljjken bad geschilderd. Zjj weet het ontbreken van het geluk in die huweljjken aan uilerljjke omstandigheden. Toen kwam Ibsen met zgn «Oomedie der Liefde*, waarin hij deed zien, dat de oor zaak dieper zit, niet in het niterljjke, doch in het inner- 1 jjke, niet schuilt onder de toestanden, maar onder de menschen. Na dit stuk verscheen «Brand,dat tot veel misver stand aanleiding heeft gegeven, o. a. bjj de vroegere lasdgenooten van den schrjjver. Eenige jaren later kwam Nora", wel eenSj genoemd »oen overwinning op den dramatischen vorm, zooais het laatst der negentiende eeuw er weinige kan aanwjjzen.* In dit bekende drama behandelt de sohrjjver de levenslengen tussohen een man en een vrouw. Als die leugen aan het licht komt is het met het huwelijksleven gedaan; wanneer de oogeu der vrouw geopend zgn, gaat zjj in het oorspron kei jjke stuk. Want op lateren leeftjjd heeft Ibsen het slot ver anderd en dat heeft des te meer verwondering gewekt, omdat de schrjjver in zgn »Spoken< juist heeft doen zien, hoe het zou zjjn afgeloopen als zg werkeljjk gebleven was. Dit stuk was een antwoord aan het adres van de publieke opinie, welke zich tegen »Nora« had verzet. In «Spoken* deed de dichter uitkomen dat een onge lukkig getrouwde vrouw, aan wie de oogen zjjn opengegaan tevergeefs tracht haar kind in de goede richting op to voeden ook die leugen wordt door de waarheid ach tervolgt. De «publieke opinie* verhief weer haar afkeurende stem en toen schreef Ibsen zjjn «Vjjand des Volks*. En hier is Ibsen niet meer de zachte heelmeester, maar de chirurg, die diep in het lichaam kerft en de zieke een levendige jonge man met schitterenden naam en vele relatieswiens vermogen echter door m'n grootvader Tolstoi aanzienljjk verminderd was. Ik geloof wel, dat moeder van vader hield, maar meer omdat hg haar echtgenoot was en de vader van hare kinderen, want verliefd is zg nooit op hem geweest. Werkeljjke liefde heeft zjj, voorzoover ik weet, drie- of viermaal in haar leven ondervonden; de oerste maal voor haar gestorven bruidegom dan koesterde zjj een teedere vriendschap voor een Frazy aise mademoiselle Enissienne. Deze eindigde in een ontgoocheling. Enissienne huwde een ueef mjjner moeder, prins Miohael Wolkonsky, grootvader van den tegenwoordigen drager van dien naam. Mgn moeder zelf schildert haar vriendschap voor deze dame, terwjjl ze over twee meisjes spreekt, die bjj haar inwoonden «Ik kan mot beiden zeer goed overweg. Ik musiceer, lach en scherts met de eene en spreek met de andere over gevoeligheid en veroordeel de lichtzinnige wereld. Zjj houden bjjzonder veel van mjj en maken mg tot haar vertrouwde. Ik verzoen hen met elkaar, als ze twist hebben gehadik heb nooit zonderlinger vriendschap gezien dan de hare. Zjj bestaat nit, een aaneenschakeling van koppig of weenend doorgebraohto uren, afgewisseld door verzoeningenhateljjk heden en teedere liefdesbe tuigingen, in één woord't is een weerspiegeling van de romantischo, hooggeroemde vriendschap, die mgn eigen leven meerdere jaren geprikkeld en bedroefd heeft. Ik benjjd haar dikwjjls om haar illuBies, die ik wel niet meer deelen kan, maar waarvan ik de bekoring ken Dikwjjls echter lach ik haar uit, omdat ze zoo kinder achtig zgn." Hare derde genegenheid,v misschien wel de innigste, was de liefde, die zg voor mgn oudsten broer, Koko koesterde, over wien zjj in 't Russisch een dagboek schreef. Zjj teekende ar al zgn kleine misdaden in op, om ze hem dan voor te lezen. Uit dit dagboek bemerkt men het ideaal harer wenschen, n.i. om Koko de best mogeljjke opvoeding te geven. Er bljjkt echter ook uit, dat zg er geen begrip van had, vat hiervoor noodig was. Zoo ver- wjjt ze hem bijvoorbeeld, dat hjj te gevoelig is en 't zien van een ijjdend dier hem doet schreien. Een man, moest volgens haar, steeds koelbloedig zgn. Een andere fout, die zg hem af wilde leeren, was de droomerigheid, die hem verstrooid maakte, zoodat hg meermalen inplaats van «Goedonavond* of «Goedendag" tegen zjjn groot moeder «Ik dank u« zeide. Haar vierde groote genegenheid, was, zooals mjjne tantes mjj verzekerden en ik hoop, dat het waar is haar liefde voor mjj, die in de plaats van die voor Koko kwam, toen zgn opvoeding met mjjne geboorte in manneljjke handen was overgegaan. Zg had er behoefte aan, iets buitengewoons te beminnen en de eene liefde deelen er uit snjjdt en aan^het licht brengt. Hjj schreeuwt het als het ware uit, dat onze geesteljjke levensbronnen vergiftigd zgn en de bodem onder ons verpest is. En na «Do Vjjand des Volks* kwam «De wilde Eend*, dat troostelooze boek, waarin de schrjjver betoogt, dat de leugen in ons het ons onmogeljjk heeft gemaakt de waar heid en niets dan de waarheid te hoeren. Ibsen beeft in zgn lange leven neg veel meer geschre ven. Doch het was niet onze bedoeling hier een uitvoe rige ljjst van zgn werken af te drukken, maar even, voor zoover tjjd en ruimte dit mogeljjk maken, een klein kjjkjo te geven op den strjjd, dien Ibsen heeft gevoerd: Wjj mogen dan ook „De vrouw van de Zee", „Da steun pilaren van de Maatschappjj" en de vele meerdere of mindere bekende stukken overslaan om nog een korte peos stil te staan bjj het «Als wjj dooden ontwaken*, dat in 1900 verscheen. Want hierin komt een kunste naar voor, achter wiens figuur men telkens en telkens weer Ibsen zelf ziet staan. En die fignur spreekt „van de wereld die niets weet en niets begrjjpt"; van „mensehen, die in een kunstwerk iets zoeken, dat er niet in ligt en er niet in vinden, wat de dichter er in heeft gelegd". Het is niet onmogeljjk dat er na dit laatste werk van Ibsen nog een «laatster* werk verscbjjnt, althans is er in de laatste jaren herhaaldeljjk beweerd, dat de schrjjver ondanks zgn hoogen leeftjjd, nog bezig was aan een nieuw werk, dat ons misschien nog beter blik doet slaan op het leven van dezen onvermoeiden strijder voor de waarheid en bestrjjder van den leugen. Hoe men echter ook over zgn veel-booordeelde en vaakveroordeelde werken moge denken, over twee dingen zullen zeker allen het wel eens zgn, n.i. deze, dat Ibsen een geniaal man wasdie zgn individualiteit hoog hield, en dat zgn tooneeistukken hetzjj dan direct of indirect in geheel Europa een letterkundige (en misschien ook nog wel een andere) omwenteling hebben veroorzaakt. En van wien dit getuigd kan worden, kan ook worden gazegd, dat hjj niet tevergeefs heeft geleefd. De Noren hebben in de laatste jaren gevoeld, wat Ibsen voor hen is geweest. Zjj hebben voor hem tjjdens zjjn leven een standbeeld opgericht, zoodat niet van hem gezegd kan worden als van zooveel andere genieën menigeen steenigt men in zjjn leven en zet toch oen steen op zgn graf. Het standbeeld voor Ibsen is in 1900 onthuld van het Nationaal-theater in Ghristiania. En toen de mare van het overigden van den dichter- denker bekend werd, heeft de Noorsche vereeniging van letterkundigen aan den voet van dit standbeeld, als teeken van rouw, bloemen laten neerleggen. En in de stad zelf werden van uit vele huizen rouwvlaggen uitgestoken. En Haakon, de Koning van het weder onafhankelijke en vrjje volk, heeft onmiddelljjk zgn deelneming betuigd in het vei lies, dat het land heeft getroffen door het overigden van een zjjner beste zonen zoo niet den beste. De Prins naar Wagcnlngcn. Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden zal hot conoours-hippique te Wageningen, hetwelk gehouden zal worden op 21 Juni a.s., met een bezoek vereeren. nam de plaats van de andere weer in. Zoo schildert mgn fantasie mjj 't beeld mjjner moeder, als een hoogstaand, edel wezen, dat ik dikwjjls in mjjn leven tjjdens uren van strjjd en beproeving bad mjj bjj te staan. Het leven mjjner moeder in haar ouderljjk huis was bjjzonder gelukkig, zooals ik uit verschillende brieven afleiden kan. De huishouding van vader bosfond nit zgn moeder, een oude dame, uit haar dochter, mgn tante, gravin Alexandra GstenSacken en uit haar pupil Paschenka, verder uit een andere «tante", die wjj maar zoo noemden, ofschoon zjj sleohts in de verte familie van ons was, Tatiana Jergolsky, die in grootvaders huis opgevoed was en haar verder leven bjj mgn vader heeft doorgebracht, evenals onze gouverneur Feodor Iwanowitch. Wjj waren met ons vjjven, Nicolaas, Sergius, Dmitri, ikzelf als jongste jongen en ons jonger zusje Vasohenka, bjj wier geboorte moeder stierf. Haar geheele, slechts zeer kort echteljjk leven ik geloof, dat hel nauweljjks nogen jaar duurde was moeder gelukkig door de liefde, die iedereen voor haar en zjj voor degenen, die haar omringden, gevoel den. Uit de brieven moet ik echter opmaken, dat zg 't nogal eenzaam had. Bezoeken werden er bjj na niet op Jasnaja Poljana afgelegd, uitgezonderd door onze intiemste vrienden, de Ogarews en eenige bloedverwanten. Moeder bracht haar dagen door met hare kinderen spelend en 's avonds grootmoeder romans voorlezend. Zelf las zjj ook veel boeken, b.v. «Emile* van Rousseau, speelde piano, leerde een van bare tantes Italiaansok en zorgde voor de huishouding. Er zjjn in alle families tjjdperken van geluk, waarin ziekte en dood nog onbekend zgn en de huiegenooton vredig met elkaar leven. Zulk een tjjd beeft moeder in het huis van haar man tot haar dood gekend. Niemand stieri, niemand was er ernstig ziek, allen waren gelukkig, gezond en opgeruimd. Vader vrooljjkte iedereen met zgn grappen en vertel lingen op. Ik was echter nog geen getuige van die periode. In den tjjd, dat mjjn herinneringen beginnen had de dood mjjner moeder zjjn rouwstempel op 't leven onzer familie gedrukt. Nu kom ik aan 't geen ik zelf beleefde, zoover ik mjj herinneren kan. Ik wil echter niet sohrgveu over de onbestemde, vage herinneringen uit mjjn prilste jeagd, waarin men de werkeljjkheid niet van de phantasie kan onderscheiden, maar beginnen met 't tijdstip, dat ik mjj bster voor den geest kan roepen. Mgn vader neemt onder de personen nit mgn jengd natuurljjk de eerste plaats in, niet alleen door den invloed, welke bjj op mg uit oefende, maar ook door wat ik voor hem gevoelde. COURANT. k m .i"i we—paüjiu wümh—B—iI

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1