No. 124. Honderd en achlste jaargang. 1906 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DINSDAG 28 MEI. BINNENLAND. Uit Ibsen's leven. l)oze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Jttijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. TelefooMBUMMer 3; Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam 9. Hofberichten. Z. K. H. Prins Hendrik vortrok gisteravond voor een drietal weken naar da badplaats Bail Gaatein in Tyrol. De Prins was vergezeld van zgn adjudant den kapitein jbr. van Sachtelen van de Haare. He Chlaeeache missie. De Koningin ontvangt morgen op Het Loo de hoofden en voornaamste personen der uit 86 leden bestaande Ohineescbe missie. Bezocht worden, zooals althans tot dasver is vastgesteld, Den Haag, Haatlem, Leiden, Am sterdam en Rotterdam. De regeering heeft salou-spoorry- tuigen ter besohikking van de missie gesteld. Artillerie op het l.oo De rjjdende artillerie uit Arnhem bracht Zaterdag op weg naar Oldebroek, een bezoek aan het Koninkljjk Eohtpaar op Het Loo. De Koningin in wit toilet en de Prins in generaals uniform, wachtten tegen elf uur den stoet af. Om elf uur kwam deze vóór het Paleis en reed 't Koninkljjk Eohtpaar langzaam voorbg naar het Koninkljjk park. De Commandant stond gedurende 't défilé naast de Koningin. Daarna gingen de Koningin en de Prins het park binnen en werden de troepen geïnspecteerd. De man schappen werden vervolgens voor rekening van de Koningin onthaald. Het talrjjk publiek bleef nog geruimen tgd op het Loo wachten, totdat de troepen om 1 uur weer den tocht naar Oldebroek vervolgden. Werkwyze v»n de Tweede Hamer. Het bezoek, dat de heer Lobman dezer dagen op het Loo gebracht heeft, houdt vrrband met het voornemen, in de werkwgze der Tweede Kamer verandering te brengen. Nog verluidt, dat er sprake van zou zjjn het Adres van Antwoord op de Troonrede af te schaffen. (Centrum). UrondwetsherzlenlnK. De Staatscommissie voor de Grondwetsherziening zal, volgens het Hbld. vermoedelijk nog dezen zomer met haar arbeid gereed komen. lBterpellatle.de Boer. De interpellatie, welke de heer de Boer morgen in de Tweede Kamer zou houden over de behandeling door wjjlen mr. A. F. van Lsyden te Parjjs ondervonden, toen deze aldaar ziek werd, zal niet plaats hebben. Ur. Kuyper. Aan het bericht van Het Centrum dat dr. Kuyper ter aadiëntie is toegelaten bjj de Koning van Spanje en bjj de Koningin-Weduwekan de Standaard toevoegen dat dr. K„ die, na Madrid, Andalusië bezocht, deze week naar Lissabon zou vertrekken, en in de eerste helft van Juni in het vaderland hoopt terug te zjjn. Zulil-Afrlkaanache Yereenlglng. Te Amsterdam is Zaterdag de vergadering gehouden der. Zuid-Afrikaansche vereeniging Zjj werd geleid door den heer G. A. A. Middelberg. 't Ledental is achteruit gegaan, maar dat is na hetgeen gebenrds wel niet te verwonderen. Hjj wees op enkele lichtpunten. De vereeni ging, aanvankelijk klein en zwak, is thans krachtig geor ganiseerd en bezit in haar voorsohotkas en schoolfonds bloeiende onderdeelen. Daarentegen heelt het taalfonds opgehouden te bestaan. Naar aanleiding van het overigden van den grooten Noorsohen diehter-schrjjver Ibsen, schrjjven in een Dnitsch blad de correspondenten daarvan te Christiania en Kopen hagen verschillende bjjzonderheden, waaraan wjj het volgende ontleenen. De laatste vjjf jaren was Ibsen tengevolge van voort durende ongesteldheid zeer verouderd en verzwakt. Ofschoon zelden, heeft hjj wel af-en-toe in levensgevaar verkeerd en de familie was er op voorbereid dat de grjjsaard van haar zou worden weggenomen. Volgens den heer Buil, die reeds lange jaren Ibsen als geneesheer onder zjjn behandeling had, is de oude heer tenslotte aan harts verlamming gestorven. Gedurende den laatsten tgd van zjjn ziekte begon de dichter steeds minder belang te stellen in dingen die om hem gebeurden, hjj werd nog meer in zich zeiven gekeerd en gesloten dan vroeger, lig ontving bjjna nooit meer iemand en wilde van de wereld niets meer weten. Ook het lezen van zjjn eouranten, wat hg zich vroeger een vaste gewoonte had gemaakt, werd vergeten. Alleen tegenover wie hem verzorgden, zjjn bedienden, kon hjj toms zeer vertronweljjk zjjn. Men zegt dat hg zioh in de laatste maanden zjjn eigen werken liet voorlezen. In gedaohten verdiept zat hjj naar den lezer te luisteren, en ontdekte hg iets dat niet geheel juist, niet consequent, was, dat stiet hjj een kort: fontief! uit. Vele zjju natuurljjk de anekdoten, die nu weer worden opgehaald, van Ibsen's persoonlijkheid. De gewoonte van Ibsen om zoo weinig mogeljjk woorden te gebruiken, komt mooi uit in de volgende anekdote. Toen Ibsen eens in Rome verbljjfjhield, bezochten ook juist twee Zweedsohe prinsen deze oude stad. Koning Oskar schreef nu aan den Zweedschen gezant in Rome, dat deze eens moest trachten de beide prinsen met Ibsen in kennis te brengen. De gezant gaf ter eere van de prinsea een groot gast Het jaarverslag gaf ditmaal geen aanleiding tot op merkingen of vragen. De reglementswijziging beper king voor de uitgaven van de afdealingeo werd na eenig debat bjj acclamatie goedgekeurd. De aftredende bestaursleden en de beer Emous werden herbenoemd en gekozen, uitgezonderd dr. Do Visser, die de meerderheid niet verkreeg. Uit Hof- en Hoofdstad. In de Haagsehe kroniek van de N. Oron. Ct. lezen wjj »Geen bjjzonder nieuws van het Loo dat is in de tegenwoordige verblijdende omstandigheden het beste nieuws. Het juiste tjjdstip waarop H. M. de Koningin en de Prins naar den Haag zullen terugkeeren, is nog niet bepaald, maar denkeljjk zal bet wel in den loop der volgende maand zjjn. En dan bljjft het Vorsteljjk Echt paar den ganschen zomer in de Residentie. Het is niet onwaarschjjnljjk dat de Tweede Kamer nog vóór bet zomerreces officieel de heugljjke mededeeling van de hoopvolle verwachting der Koningin zal ontvangen. Voor 't overige spreekt men reeds nu van voorberei dende maatregelen die in de kring der Koninkljjke familie zjjn beraamd. Zoo vernam ik, dat de Rotter- damsche jongedamedie bjj een vorige ongesteldheid H. M. haar gewaardeerde zorgen wjjdde, is uitg- noodigd over eenigen tgd ten paleize te komen om vooreerst niet van H. M. te wjjkon. Verder moet er sprake van zjjn, dat Dr. Pot, Hr. Ms. geneesheer te Apeldoorn, zioh hier ter stede zal komen vestigen, hetzjj tjjdeljjk of voor goed, maar speciaal om tegen en in October voortdurend in de omgeving der Vorstin te zjjn.'' De Haagsehe briefBchrjjver aan de Zwohche Ct. vindt het Arbeidscontract» een zwaar sink werk. •Taai en droog mag men hut gerust noemen en onze Nedeilandscbe vertegenwoordigers missen den slag om htt droge gerecht door een smakeljjk sausje wat aantrekke lijker te maken, er heerscht toch bjj velen een zoodanige toewjjding, een zoo ernstig streven om betere verhoudingen tnsschen kapitaal en arbeid in 't leven te roepen, dat een woord van lof wel verdiend is. Wil dit zeggen, dat ik van al die inspanning en al dat werk gulden vruchten verwacht Mooie vraag inder daad. Want in dwingonde, bepalingen ligt voor het maatschappeljjk samenstel en voor den regelmatigen gang in de zakenwereld onbetwistbaar een gevaar. De werk gever heeft aan tal van moeiljjkheden 't hoofd te bieden men make zjjn hobbeligen weg niet onbegaanbaar, vooral niet door voorschriften van overigens welmeenende theo retici, die aan de praktjjk nagenoeg vreemd zjjn. Wjj zjju niet heel sterk in heldere en bondige wetsredactie, daarover klaagt men bjj alle partgen in klimmende mate, ook deze wet belooft diezelfde klachten uit te lokken. Maar deze grief ontheft niet van den plicht naar maat schappeljjka verbetering te streven. Met vallen en op staan moet men er komen, in 't vertrouwen dat het naar De Genestet's schoone uitspraak gaan zal: een Doel licht ons voor; En worst'lende winnen wjj krachten, En dwalende vinden wjj 't spoor.» Dat er aan onze departementen intusschen ook hard gewerkt wordt, is, zegt de schrjjver voorts, mede geen jjdele phrase. Men zal 't spoedig genoeg merken, dat aan financiën, landbouw, waterstaat, oorlog heel wat arbeid aan de orde is. Het lastige werk, dat nu den Min. van justitie bezig houdt, zal spoedig genoeg door de hoofden van genoemde departementen worden over genomen. De sociale wetten van den min. Veegens zul len ook niet licht verteerbaar wezen en nog neteliger belooft de taak van den premier te zjjn, als hjj ons komt uitnoodigen zjjn fiaantieel gerecht te verorberen. Moge het, den chef-kok waardig, in alle pnntjes la maltre maal, doch hg meende dat het niet aan ging de dichter, die zich aan niets stoorde, in zulk een schitterende om geving te ontvangen. Hjj vond het beter dat de ont moeting plaats had bjj het gebruiken van thee na den maaltjjd. Hjj liet Ibsen dna uitnoodigen om bjj hem de thee te komen gebruiken, doch Ibsen antwoordde op deze taktlooze nitnoodiging, door het zenden van zjjn naam kaartje, waarop hjj slechts deze woorden schreef: »Ik drink nooit thee.» Tegenover tooneelspelers en kritici was de dichter even eens zeer teruggetrokken. Een Deensohe schrjjver hoorde hem eens zeggen»Ik schrjjf mjjn stukken zooals ik dat wil en daarna laat ik ze door de tooneelspelers spelen zooals zjj het kunnen. >In een brief aan George Brandes zrgt Ibsen over kritiek dat het daarmee zoo gesteld is, dat men haar moet kannen vergeten en er over zwjjgen. En tegen Johan Paulsen één van de weinigen die den dichter dikwjjls spraken heeft hg gezegd, dat men de kritiek niet zoo zwaar moest opnemen, »want slechts dat wat van gewicht is zal strjjd verwekken en middelmatigheden zullen van zelf te niet gaan. Ibsen was meestal zeer kortaf tegen tooneelspelers. Betty Hen- nings, zeker wel een der beste uitbeeldsters van Ibsen's karakters, vertelt in het blad Politiken het volgende over haar ontmoetingmet Ibsen. Zjj kwam met hemin aanra king in gezelschap. »Goeden dag" zei Ibsen zjj zeide hetzelfde. Ze keken elkander aan maar Ibsen zei geen woord meer, dat was de kennismaking. Gelukkiger was de tooneelspeelster, toen zjj als gast meespeelde te Chris tiania. Met bonzend hart schelde zjj aan bjj Ibsen en werd binnengelaten. Na even gewacht te hebben, hoorde zjj Ibsen aankomen. Hg trad binnen, breidde de armen nit en begroette de kunstenares met een kus. Zeker zal de knorrige Noor niet meer met zooveel harteljjkheid iemand ontvan gen hebben. In bet Deensche blad, dat bjj gelegenheid van Ibsens d'hótel bereid bljjken I Van de werkzaamheid van den generaal Staal, die op zich zelve lang niet gering is, valt 't moeilijk iets te zeggen omdat zjj op alle onderdeelen van onze weermacht tegeljjk gericht is en daardoor naar ik vrees, schipbreuk zal ljjden. Want het oude spreekwoord van te veel hooi op één vork te nemen bedreig!) den Min. van oorlog. Een feit is 't-, dat de aanvaarde militaire boedel hem bitter tegen valt. Voor veel geld is er in ons leger bjjna niets in orde. Waren dan de voorgangersBergansius, Eland, Kool e.a. onbekwame lieden? Zeker niet, maar wel hebben zg gefaald iu stelselmatige hervorming naar vaste plannen, omdat zjj door de staatkundige partjjen in het parlement zioh >van het kaBtje naar den muur lieten dringen», omdat onze militie- en landweerwetten etc. ook al sterk aan onze wetteljjke gebrekkigheid ljjden, omdat in ons kleine landje allerlei persoonljjke invloeden zich bjj bevordering en keuze te veel doen gelden, omdat onze geldmiddelen een gedachte belemmering zjjn om een bruikbaar leger te scheppen en nog zoo enkele kleinig heden meer. De taak onzer militaire ministers is even ondankbaar als zwaar, haal niet te veel op eens over hoop, bljjf koelbloedig en praat niet meer dan strikt noodig is, ziedaar een paar raadgevingen, die wellicht niet misplaatst zjjn, de laatste raad is alleen voor den kondigen generaal Staal bestemd, want zjjn collega van marine is tot dusver een hardnekkig zwjjger, zonder dat wjj nog weton of hg wellicht groot is als die andere Zwjjger op onze pleinen.» Radolt van de Arnh. Ct. begint aldus zjjn brief »De Horatiaansche waarschuwing »Et semel emissnm volat irrevocabile verbum" weerhield mg de vorige week, geljjk de ltedectie bekend is, iels los te laten van de zaak, welke hier reeds vele dagen de gemoederen in be weging bracht, nameljjk de wankelend geworden stelling van den Gouverneur-Generaal van Neerlandsch-Indië. In teedore gevallen is discretie plichtmatig, vooral waar de zekerheid omtrent de juiste toedracht ontbreekt. Groot was dus ook mjjne verrassing bjj de lezing van de laatste tjjding der »Arnhemsche« van 19 dezer die osgetwjjfeld uit vertrouwde bron vloeide, waar zjj in zoo stelligen vorm was vervat. Hierop volgde nu een merkwaardige tegenspraak, die wjj hoewel bljjkbaar Regeeringscommuniqoé slechts ten deele aannemen. Het berioht van een ontslag aanvrage en een aangeboden opvolging van den Gouverneur van Suriname moge voor barig wezen, de tegenspraak zwjjgt geheel over de oorzaak van al de beweging, zjj verklaart niet de ernstige ge ruchten voor ongegrond en uit de lucht gegrepen, der halve brengt zjj die gernchten niet tot zwjjgen. Nu zal ik mg bljjven onthouden van détailleeren, omdat ik nog zekere hoop koester, dat ter dezer zake kwaadwilligheid heerscht, vooral ook omdat men groote egards schuldig is aan den man, die in gevaarvolle tjjden het vaderland zoo voortreffeljjk heeft gediend. Wat heb ben wjj, bjjna twee jaar geleden, den roemrjjken Bedwin ger van Atjeh warm toegejuicht en hoezeer hoopten wjj, dat hg, als Landvoogd naar Insulinde terugkeerende, nogmaals een glausrjjke bladzjjde in de Indische geschied- rollen schrjjven zou. Wel beseften wjj het gevaar dat de kranige aanvoerder, wien het welverworven Grootkruis der Militaire Willemsorde siert, niet geheel berekend zou wezen voor de zware taak, die hem nu wachtte, maar was hg geen lieveling van Fortuna en bovendienzoo hg niet, wie dan Zal bjj het verschgnen van dezen brief de sluier, die nu nog veel bedekt, wellicht zjjn opgelicht Want het is nog geen vaste hoop dat het netelig geval zonder sohokken verloopon zal en dat de man, wiens groote verdiensten en wiens roem wjj eeren, niet zelf te kort is geschoten in eerbied voor zjjn eigen roem, zoodat hjj zelf de hooge positie, door hem bekleed, op roekelooze 70-jarigen geboortedag een belangwekkende beschrjjving van 's dichters leven bevatte, herdenkt nu Holger Drachmann in een gedioht vol geestdrift en eerbied den gestorven dichter. George Brandes schrjjft erin over Ibsen en zegt een onmeteljjke dankbaarheid bjj 't denken aan den grooten man te gevoelen, terwjjl Björnsterne Björnson over Ibsen's werken sohrjjft en daarvan aan >Die Gespenster* de meeste waarde toekent. Da Noorsche schrjjver Thomas P. Kragh zegt in een stuk over Ibsen, dat deze in Christiania door de meeaten werd beschouwd als een merkwaardige bezienswaardigheid 1 Over hetgeen hg geschreven heeft zei Ibsen: Alles wat ik gedicht heb, is nauw verwant aan wat ik heb doorgeleefd. Ieder nieuw dichtwerk dat ik heb gemaakt is voor mjj een proces geweest tot meerdere geestesvrjj- heid. Men staat nooit geheel zonder verantwoordelijkheid en medeschuld in de maatschappjj waartoe men' behoort. Daarom schreef ik ook het volgende gedicht Leben, das heiszt bekriegen In Him, und Herz die Gewalten Und dichtentlber sich sslber Den Gerichtstag halten. Van den versvorm voor het drama hield hjj niet veel. Hg zei»De versvorm heeft zeer veel aohade gedaan aan de tooneelspeelkunst. Ik zelf heb gedurende de laat ste zeven of acht jaar bgua geen enkel vers geschreven, maar de veel moeiljjker kunst betracht in eenvoudige, zuivere taal, zoo natuurljjk mogeljjk te dichten. Het in versvorm brengen van het drama zal zeker teniet gaan in de toekomstwant de diohterljjke elementen in dien tgd zullea zich met bet onnatuurlgke ervan niet kunnen vereenigen. De kunstvormen sterven uit, even zoo als de reusach tige dieren nit den Oertjjd verdwenen zjjn toen hun tgd voorbg was.* Met dankbaarheid dacht hg aan zjjn ondervindingen te Berljjn. Den llden Januari 1887 sprak hg ter ge legenheid van het Ibsen-ieest in het Kaiserhof de volgende wjjze zou hebben ondermijnd. De eenvondige mededeeling dat H. M. j.l. Zaterdag den heer de Savornin Lohuian op het Loo in gehoor ontving, geeft ernstige aanleiding om aan het verhaal van een eventueel optreden van den heer Idenburg als Indisch Landvoogd eenigermato geloof te slaan. Het communiqué moge juist zjju, dat geeu aanbieding van dit ambt geschied is, het zegt niet dat er aan zulk een aanbieding hoegenaamd niet gedacht wordt. Maar genoeg, ook wg kunnen op 't oogenblik mst een »we zullen zien* volstaan*. Een Haagsch medewerker van deOpr. Haarl. Ct.) Politicus, geeft een schets van den heer C. Lely. Hjj herinnert aan diens eerste optreden als minister, tjjdens een avondzitting, een veertien jaar geleden. «Verlangt de heer minister nog net woord vroeg de praeses. De heer Lely aarzelde een oogenblik, miste de par lementaire routine, den tact vermoedelijk om een wenk te geven, dat hij liever morgen-ochtend Wellicht was 't ook 'n daad van frissche courage. Hoe 't zjj hij maakte onmiddelljjk den indruk van iemand, die de kunsj veastaat om scherp systematisch te werk te gaan, schoon hjj dan ook van z'n «parlementaire ieugd« ietwat deed bljjken door schifting en rangschik king der Kamer vooraf mee te deelenWat meer genoemden veteranen natuurljjk medelijdende glimlachjes op 't gelaat brachtSpotgrimpjes, die echter weldra verstierven naarmate het besef krachtiger op den voor grond trad, dat daar iemand het woord voerde, die zich dan nog wat onhandig en onbeholpen mocht aanstellen - is 't ook wonder, bjj zoo'n taak, als middenpunt van den cirkel der gespannen aandacht, nieuwsgierigheid, van de hoeren doch die dót voelde men scherp en duidelijk van 't hout was, waaruit »je kopstukken*, gesneden worden Het verder verloop van C. Lely's politieke carriere heeft getoond, dat men zich dien gedenkwaardigen zit ting-avond niet bedrogen heeft. De heer Lely bleek de kunst te verstaan de zéér- zeldzame, van zoowel aan de groene tafel een belang besprekend als op zijn departement arbeidend of be stuurstaak vervullend met groote zelfstandigheid de »kern« eener quaestie los te maken van al het bjj werk en die geheel op zichzelve, met magistrale en tevens zeer keurige, helderzakelijke rustigheid te schetsenhet vóór en tegen ervan te teekenenOver een of ander belang, van grooter of van kleiner aard, mocht men Ouwe-Jan en Jonge-Jan overhoop hebben gehaald als de heer Lely dan aan 't woord kwam, lag daar, vóór hem, een groot stuk papier, waarop, met keurig- geregelde letters, een paar notities waren gesteld Het andere stukken, bescheiden, dingen die bjjzaken betreffen, en zoo meer lag in hoopjes en pakjes, precies afgepast, in onberispelijke en onnavolgbare orde. Dan stond de heer Lely voor de groene tafel, liet de beide handen op 't vlak ervan rustenging dan uitleggen, dood bedaard, kristalhelder fraai en beschaafd van stjjl en vorm, wat voor de overgroote meerderheid der Kamer leden nog Abracadabras was Dón eerst bleek, hoe veel waarheid er schuilt in het oude»Qui bene dis tinguit, bene docetl« Maar de minister Lely had de zaken, waaroverjhjj het woord voerde, dan ook ernstig, grondig bestudeerd. Hjj kende er de kleinste «finesses* van, evenals hjj de kunst verstond want een »peuter-natuur« heeft hjj aller minst om in groote lj]nen den leek duideljjk te maken de «portée* van technische aangelegenheden. De Haagsehe Kouter van de Prov. Oron. Ct. behan delt den schilder Tholen. Hij wilde dezen bezoeken, vond hem evenwel niet in diens villa, maar in een schip, de Eudia. „Van zijne jeugd af hartstochtelijk roeier en zeiler, als Hollander een waterrat bij uitnemendheid, daarbij verlangend naar een middel om een poos lang onafge- woorden «Verwacht, mjjn geachte heeren, van mg geen redevoering. Ik kan niet spreken; en ik kan bovendien mjjn dankbaarheid voor wat ge voor mg gedaan hebt niet voldoende nitenwant wat ik hier heb ondervonden is meer dan ik door mjjn dank zon kunnen zeggen. Van Berljjn heb ik zeer pleizierige herinneringen gehouden. Hier vond ik mgn eerste nitgevers en hier werd een mjjner stukken het eerst opgevoerd. Wat ik vernam nit de couranten en literarisohe tijdschriften was voor mg een voortdurende aanmoediging. Ik had ondanks dit, echter toch niet geloofd dat ik hier zoo goed stond aangeschreven en als ik nu in dezen kring van letter kundigen en kunstenaars om mg zie, dan wordt het mg te moede alsof ik in een sprookjeswereld verkeer. Maar ik voel ondanks al het goede dat men mg hier bewgst, dat ik een gast, een vreemdeling ben, want zóó worden de kinderen van den eigen haard nietgeëard. Ik zal de liefde en harteljjkheid, heden ondervonden, niet ver geten. Het heeft mg niet alleen een gevoel van vreugde gegeven, maar ook van weemoed en ik geloof, dat die indrukken in mgn diohterwerken tot niting zullen komen. Ik zal dezen avond nooit vergeten." ■TSen correspondent van een ander blad meldt nog Toen Ibsen's brieven verzameld werden kregen de uit gevers een kleine oneenigheid met Ibsen's echtgenoote. Deze wist gedaan te krjjgen, dat in die verzameling geene van de vele brieven werden opgenomen, die Ibsen aau een vrouw geschreven heeft, die hjj hoog vereerde en aan wie hg zich zeer gehecht had. Met deze vrouw een Nuorsche kunstenares, correspondeerde Ibsen zeer ge regeld vele jaren lang tot zjjn verlamming toe. Hjj, die zoo ternghondend was, sohreef haar bjjna dageljjks een langen brief, waarin hg haar zjjn diepste gedaohten, zgn geheele innerljjk wezen bloot gelegd. Deze correspondentie is in het bezit van zgn vrouw, die haar als een kostbaar kleinood bewaart. ALKMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1