No. 124.
Honderd en achlste jaargang.
1906
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DINSDAG
28 MEI.
BINNENLAND.
Uit Ibsen's leven.
l)oze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Jttijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
TelefooMBUMMer 3;
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam 9.
Hofberichten.
Z. K. H. Prins Hendrik vortrok gisteravond voor een
drietal weken naar da badplaats Bail Gaatein in Tyrol.
De Prins was vergezeld van zgn adjudant den kapitein
jbr. van Sachtelen van de Haare.
He Chlaeeache missie.
De Koningin ontvangt morgen op Het Loo de hoofden
en voornaamste personen der uit 86 leden bestaande
Ohineescbe missie. Bezocht worden, zooals althans tot
dasver is vastgesteld, Den Haag, Haatlem, Leiden, Am
sterdam en Rotterdam. De regeering heeft salou-spoorry-
tuigen ter besohikking van de missie gesteld.
Artillerie op het l.oo
De rjjdende artillerie uit Arnhem bracht Zaterdag op
weg naar Oldebroek, een bezoek aan het Koninkljjk
Eohtpaar op Het Loo.
De Koningin in wit toilet en de Prins in generaals
uniform, wachtten tegen elf uur den stoet af.
Om elf uur kwam deze vóór het Paleis en reed 't
Koninkljjk Eohtpaar langzaam voorbg naar het Koninkljjk
park. De Commandant stond gedurende 't défilé naast
de Koningin.
Daarna gingen de Koningin en de Prins het park
binnen en werden de troepen geïnspecteerd. De man
schappen werden vervolgens voor rekening van de Koningin
onthaald.
Het talrjjk publiek bleef nog geruimen tgd op het Loo
wachten, totdat de troepen om 1 uur weer den tocht
naar Oldebroek vervolgden.
Werkwyze v»n de Tweede Hamer.
Het bezoek, dat de heer Lobman dezer dagen op het
Loo gebracht heeft, houdt vrrband met het voornemen,
in de werkwgze der Tweede Kamer verandering te
brengen.
Nog verluidt, dat er sprake van zou zjjn het Adres
van Antwoord op de Troonrede af te schaffen. (Centrum).
UrondwetsherzlenlnK.
De Staatscommissie voor de Grondwetsherziening zal,
volgens het Hbld. vermoedelijk nog dezen zomer met
haar arbeid gereed komen.
lBterpellatle.de Boer.
De interpellatie, welke de heer de Boer morgen in de
Tweede Kamer zou houden over de behandeling door wjjlen
mr. A. F. van Lsyden te Parjjs ondervonden, toen deze
aldaar ziek werd, zal niet plaats hebben.
Ur. Kuyper.
Aan het bericht van Het Centrum dat dr. Kuyper
ter aadiëntie is toegelaten bjj de Koning van Spanje en bjj
de Koningin-Weduwekan de Standaard toevoegen
dat dr. K„ die, na Madrid, Andalusië bezocht, deze
week naar Lissabon zou vertrekken, en in de eerste helft
van Juni in het vaderland hoopt terug te zjjn.
Zulil-Afrlkaanache Yereenlglng.
Te Amsterdam is Zaterdag de vergadering gehouden
der. Zuid-Afrikaansche vereeniging Zjj werd geleid door
den heer G. A. A. Middelberg. 't Ledental is achteruit
gegaan, maar dat is na hetgeen gebenrds wel niet te
verwonderen. Hjj wees op enkele lichtpunten. De vereeni
ging, aanvankelijk klein en zwak, is thans krachtig geor
ganiseerd en bezit in haar voorsohotkas en schoolfonds
bloeiende onderdeelen. Daarentegen heelt het taalfonds
opgehouden te bestaan.
Naar aanleiding van het overigden van den grooten
Noorsohen diehter-schrjjver Ibsen, schrjjven in een Dnitsch
blad de correspondenten daarvan te Christiania en Kopen
hagen verschillende bjjzonderheden, waaraan wjj het
volgende ontleenen.
De laatste vjjf jaren was Ibsen tengevolge van voort
durende ongesteldheid zeer verouderd en verzwakt. Ofschoon
zelden, heeft hjj wel af-en-toe in levensgevaar verkeerd
en de familie was er op voorbereid dat de grjjsaard van
haar zou worden weggenomen. Volgens den heer Buil,
die reeds lange jaren Ibsen als geneesheer onder zjjn
behandeling had, is de oude heer tenslotte aan harts
verlamming gestorven.
Gedurende den laatsten tgd van zjjn ziekte begon de
dichter steeds minder belang te stellen in dingen die
om hem gebeurden, hjj werd nog meer in zich zeiven
gekeerd en gesloten dan vroeger, lig ontving bjjna nooit
meer iemand en wilde van de wereld niets meer weten.
Ook het lezen van zjjn eouranten, wat hg zich vroeger
een vaste gewoonte had gemaakt, werd vergeten. Alleen
tegenover wie hem verzorgden, zjjn bedienden, kon hjj
toms zeer vertronweljjk zjjn. Men zegt dat hg zioh in
de laatste maanden zjjn eigen werken liet voorlezen. In
gedaohten verdiept zat hjj naar den lezer te luisteren,
en ontdekte hg iets dat niet geheel juist, niet consequent,
was, dat stiet hjj een kort: fontief! uit.
Vele zjju natuurljjk de anekdoten, die nu weer worden
opgehaald, van Ibsen's persoonlijkheid. De gewoonte van
Ibsen om zoo weinig mogeljjk woorden te gebruiken,
komt mooi uit in de volgende anekdote. Toen Ibsen eens
in Rome verbljjfjhield, bezochten ook juist twee Zweedsohe
prinsen deze oude stad. Koning Oskar schreef nu aan
den Zweedschen gezant in Rome, dat deze eens moest
trachten de beide prinsen met Ibsen in kennis te brengen.
De gezant gaf ter eere van de prinsea een groot gast
Het jaarverslag gaf ditmaal geen aanleiding tot op
merkingen of vragen. De reglementswijziging beper
king voor de uitgaven van de afdealingeo werd na
eenig debat bjj acclamatie goedgekeurd. De aftredende
bestaursleden en de beer Emous werden herbenoemd en
gekozen, uitgezonderd dr. Do Visser, die de meerderheid
niet verkreeg.
Uit Hof- en Hoofdstad.
In de Haagsehe kroniek van de N. Oron. Ct. lezen wjj
»Geen bjjzonder nieuws van het Loo dat is in de
tegenwoordige verblijdende omstandigheden het beste
nieuws. Het juiste tjjdstip waarop H. M. de Koningin
en de Prins naar den Haag zullen terugkeeren, is nog
niet bepaald, maar denkeljjk zal bet wel in den loop der
volgende maand zjjn. En dan bljjft het Vorsteljjk Echt
paar den ganschen zomer in de Residentie.
Het is niet onwaarschjjnljjk dat de Tweede Kamer
nog vóór bet zomerreces officieel de heugljjke mededeeling
van de hoopvolle verwachting der Koningin zal ontvangen.
Voor 't overige spreekt men reeds nu van voorberei
dende maatregelen die in de kring der Koninkljjke
familie zjjn beraamd. Zoo vernam ik, dat de Rotter-
damsche jongedamedie bjj een vorige ongesteldheid
H. M. haar gewaardeerde zorgen wjjdde, is uitg- noodigd
over eenigen tgd ten paleize te komen om vooreerst niet
van H. M. te wjjkon. Verder moet er sprake van zjjn,
dat Dr. Pot, Hr. Ms. geneesheer te Apeldoorn, zioh hier
ter stede zal komen vestigen, hetzjj tjjdeljjk of voor goed,
maar speciaal om tegen en in October voortdurend in
de omgeving der Vorstin te zjjn.''
De Haagsehe briefBchrjjver aan de Zwohche Ct. vindt
het Arbeidscontract» een zwaar sink werk.
•Taai en droog mag men hut gerust noemen en onze
Nedeilandscbe vertegenwoordigers missen den slag om htt
droge gerecht door een smakeljjk sausje wat aantrekke
lijker te maken, er heerscht toch bjj velen een zoodanige
toewjjding, een zoo ernstig streven om betere verhoudingen
tnsschen kapitaal en arbeid in 't leven te roepen, dat
een woord van lof wel verdiend is.
Wil dit zeggen, dat ik van al die inspanning en al
dat werk gulden vruchten verwacht Mooie vraag inder
daad. Want in dwingonde, bepalingen ligt voor het
maatschappeljjk samenstel en voor den regelmatigen gang
in de zakenwereld onbetwistbaar een gevaar. De werk
gever heeft aan tal van moeiljjkheden 't hoofd te bieden
men make zjjn hobbeligen weg niet onbegaanbaar, vooral
niet door voorschriften van overigens welmeenende theo
retici, die aan de praktjjk nagenoeg vreemd zjjn. Wjj
zjju niet heel sterk in heldere en bondige wetsredactie,
daarover klaagt men bjj alle partgen in klimmende mate,
ook deze wet belooft diezelfde klachten uit te lokken.
Maar deze grief ontheft niet van den plicht naar maat
schappeljjka verbetering te streven. Met vallen en op
staan moet men er komen, in 't vertrouwen dat het naar
De Genestet's schoone uitspraak gaan zal:
een Doel licht ons voor;
En worst'lende winnen wjj krachten,
En dwalende vinden wjj 't spoor.»
Dat er aan onze departementen intusschen ook hard
gewerkt wordt, is, zegt de schrjjver voorts, mede geen
jjdele phrase. Men zal 't spoedig genoeg merken, dat
aan financiën, landbouw, waterstaat, oorlog heel wat
arbeid aan de orde is. Het lastige werk, dat nu den
Min. van justitie bezig houdt, zal spoedig genoeg door
de hoofden van genoemde departementen worden over
genomen. De sociale wetten van den min. Veegens zul
len ook niet licht verteerbaar wezen en nog neteliger
belooft de taak van den premier te zjjn, als hjj ons komt
uitnoodigen zjjn fiaantieel gerecht te verorberen. Moge
het, den chef-kok waardig, in alle pnntjes la maltre
maal, doch hg meende dat het niet aan ging de dichter,
die zich aan niets stoorde, in zulk een schitterende om
geving te ontvangen. Hjj vond het beter dat de ont
moeting plaats had bjj het gebruiken van thee na den
maaltjjd. Hjj liet Ibsen dna uitnoodigen om bjj hem de
thee te komen gebruiken, doch Ibsen antwoordde op deze
taktlooze nitnoodiging, door het zenden van zjjn naam
kaartje, waarop hjj slechts deze woorden schreef: »Ik
drink nooit thee.»
Tegenover tooneelspelers en kritici was de dichter even
eens zeer teruggetrokken. Een Deensohe schrjjver hoorde
hem eens zeggen»Ik schrjjf mjjn stukken zooals ik dat
wil en daarna laat ik ze door de tooneelspelers spelen
zooals zjj het kunnen. >In een brief aan George
Brandes zrgt Ibsen over kritiek dat het daarmee zoo
gesteld is, dat men haar moet kannen vergeten en er over
zwjjgen.
En tegen Johan Paulsen één van de weinigen die
den dichter dikwjjls spraken heeft hg gezegd, dat
men de kritiek niet zoo zwaar moest opnemen, »want
slechts dat wat van gewicht is zal strjjd verwekken
en middelmatigheden zullen van zelf te niet gaan. Ibsen
was meestal zeer kortaf tegen tooneelspelers. Betty Hen-
nings, zeker wel een der beste uitbeeldsters van Ibsen's
karakters, vertelt in het blad Politiken het volgende over
haar ontmoetingmet Ibsen. Zjj kwam met hemin aanra
king in gezelschap. »Goeden dag" zei Ibsen zjj zeide
hetzelfde. Ze keken elkander aan maar Ibsen zei geen
woord meer, dat was de kennismaking. Gelukkiger was
de tooneelspeelster, toen zjj als gast meespeelde te Chris
tiania. Met bonzend hart schelde zjj aan bjj Ibsen en
werd binnengelaten. Na even gewacht te hebben, hoorde
zjj Ibsen aankomen.
Hg trad binnen, breidde de armen nit en begroette de
kunstenares met een kus. Zeker zal de knorrige
Noor niet meer met zooveel harteljjkheid iemand ontvan
gen hebben.
In bet Deensche blad, dat bjj gelegenheid van Ibsens
d'hótel bereid bljjken I Van de werkzaamheid van den
generaal Staal, die op zich zelve lang niet gering is, valt
't moeilijk iets te zeggen omdat zjj op alle onderdeelen
van onze weermacht tegeljjk gericht is en daardoor
naar ik vrees, schipbreuk zal ljjden.
Want het oude spreekwoord van te veel hooi op één
vork te nemen bedreig!) den Min. van oorlog. Een feit
is 't-, dat de aanvaarde militaire boedel hem bitter tegen
valt. Voor veel geld is er in ons leger bjjna niets in
orde. Waren dan de voorgangersBergansius, Eland,
Kool e.a. onbekwame lieden? Zeker niet, maar wel
hebben zg gefaald iu stelselmatige hervorming naar vaste
plannen, omdat zjj door de staatkundige partjjen in het
parlement zioh >van het kaBtje naar den muur lieten
dringen», omdat onze militie- en landweerwetten etc. ook
al sterk aan onze wetteljjke gebrekkigheid ljjden, omdat
in ons kleine landje allerlei persoonljjke invloeden zich
bjj bevordering en keuze te veel doen gelden, omdat onze
geldmiddelen een gedachte belemmering zjjn om een
bruikbaar leger te scheppen en nog zoo enkele kleinig
heden meer. De taak onzer militaire ministers is even
ondankbaar als zwaar, haal niet te veel op eens over
hoop, bljjf koelbloedig en praat niet meer dan strikt
noodig is, ziedaar een paar raadgevingen, die wellicht
niet misplaatst zjjn, de laatste raad is alleen voor den
kondigen generaal Staal bestemd, want zjjn collega van
marine is tot dusver een hardnekkig zwjjger, zonder dat
wjj nog weton of hg wellicht groot is als die andere
Zwjjger op onze pleinen.»
Radolt van de Arnh. Ct. begint aldus zjjn brief
»De Horatiaansche waarschuwing »Et semel emissnm
volat irrevocabile verbum" weerhield mg de vorige week,
geljjk de ltedectie bekend is, iels los te laten van de
zaak, welke hier reeds vele dagen de gemoederen in be
weging bracht, nameljjk de wankelend geworden stelling
van den Gouverneur-Generaal van Neerlandsch-Indië.
In teedore gevallen is discretie plichtmatig, vooral waar
de zekerheid omtrent de juiste toedracht ontbreekt.
Groot was dus ook mjjne verrassing bjj de lezing van
de laatste tjjding der »Arnhemsche« van 19 dezer die
osgetwjjfeld uit vertrouwde bron vloeide, waar zjj in
zoo stelligen vorm was vervat. Hierop volgde nu een
merkwaardige tegenspraak, die wjj hoewel bljjkbaar
Regeeringscommuniqoé slechts ten deele aannemen.
Het berioht van een ontslag aanvrage en een aangeboden
opvolging van den Gouverneur van Suriname moge voor
barig wezen, de tegenspraak zwjjgt geheel over de oorzaak
van al de beweging, zjj verklaart niet de ernstige ge
ruchten voor ongegrond en uit de lucht gegrepen, der
halve brengt zjj die gernchten niet tot zwjjgen.
Nu zal ik mg bljjven onthouden van détailleeren,
omdat ik nog zekere hoop koester, dat ter dezer zake
kwaadwilligheid heerscht, vooral ook omdat men groote
egards schuldig is aan den man, die in gevaarvolle tjjden
het vaderland zoo voortreffeljjk heeft gediend. Wat heb
ben wjj, bjjna twee jaar geleden, den roemrjjken Bedwin
ger van Atjeh warm toegejuicht en hoezeer hoopten wjj,
dat hg, als Landvoogd naar Insulinde terugkeerende,
nogmaals een glausrjjke bladzjjde in de Indische geschied-
rollen schrjjven zou. Wel beseften wjj het gevaar dat
de kranige aanvoerder, wien het welverworven Grootkruis
der Militaire Willemsorde siert, niet geheel berekend zou
wezen voor de zware taak, die hem nu wachtte, maar
was hg geen lieveling van Fortuna en bovendienzoo
hg niet, wie dan
Zal bjj het verschgnen van dezen brief de sluier, die
nu nog veel bedekt, wellicht zjjn opgelicht Want het
is nog geen vaste hoop dat het netelig geval zonder
sohokken verloopon zal en dat de man, wiens groote
verdiensten en wiens roem wjj eeren, niet zelf te kort
is geschoten in eerbied voor zjjn eigen roem, zoodat hjj
zelf de hooge positie, door hem bekleed, op roekelooze
70-jarigen geboortedag een belangwekkende beschrjjving
van 's dichters leven bevatte, herdenkt nu Holger
Drachmann in een gedioht vol geestdrift en eerbied den
gestorven dichter. George Brandes schrjjft erin over
Ibsen en zegt een onmeteljjke dankbaarheid bjj 't denken
aan den grooten man te gevoelen, terwjjl Björnsterne
Björnson over Ibsen's werken sohrjjft en daarvan aan
>Die Gespenster* de meeste waarde toekent. Da Noorsche
schrjjver Thomas P. Kragh zegt in een stuk over Ibsen,
dat deze in Christiania door de meeaten werd beschouwd
als een merkwaardige bezienswaardigheid 1
Over hetgeen hg geschreven heeft zei Ibsen: Alles
wat ik gedicht heb, is nauw verwant aan wat ik heb
doorgeleefd. Ieder nieuw dichtwerk dat ik heb gemaakt
is voor mjj een proces geweest tot meerdere geestesvrjj-
heid. Men staat nooit geheel zonder verantwoordelijkheid
en medeschuld in de maatschappjj waartoe men' behoort.
Daarom schreef ik ook het volgende gedicht
Leben, das heiszt bekriegen
In Him, und Herz die Gewalten
Und dichtentlber sich sslber
Den Gerichtstag halten.
Van den versvorm voor het drama hield hjj niet veel.
Hg zei»De versvorm heeft zeer veel aohade gedaan
aan de tooneelspeelkunst. Ik zelf heb gedurende de laat
ste zeven of acht jaar bgua geen enkel vers geschreven,
maar de veel moeiljjker kunst betracht in eenvoudige,
zuivere taal, zoo natuurljjk mogeljjk te dichten. Het in
versvorm brengen van het drama zal zeker teniet gaan
in de toekomstwant de diohterljjke elementen in dien
tgd zullea zich met bet onnatuurlgke ervan niet kunnen
vereenigen.
De kunstvormen sterven uit, even zoo als de reusach
tige dieren nit den Oertjjd verdwenen zjjn toen hun tgd
voorbg was.*
Met dankbaarheid dacht hg aan zjjn ondervindingen
te Berljjn. Den llden Januari 1887 sprak hg ter ge
legenheid van het Ibsen-ieest in het Kaiserhof de volgende
wjjze zou hebben ondermijnd. De eenvondige mededeeling
dat H. M. j.l. Zaterdag den heer de Savornin Lohuian
op het Loo in gehoor ontving, geeft ernstige aanleiding
om aan het verhaal van een eventueel optreden van den
heer Idenburg als Indisch Landvoogd eenigermato geloof
te slaan. Het communiqué moge juist zjju, dat geeu
aanbieding van dit ambt geschied is, het zegt niet dat
er aan zulk een aanbieding hoegenaamd niet gedacht
wordt. Maar genoeg, ook wg kunnen op 't oogenblik
mst een »we zullen zien* volstaan*.
Een Haagsch medewerker van deOpr. Haarl. Ct.)
Politicus, geeft een schets van den heer C. Lely. Hjj
herinnert aan diens eerste optreden als minister, tjjdens
een avondzitting, een veertien jaar geleden.
«Verlangt de heer minister nog net woord vroeg
de praeses.
De heer Lely aarzelde een oogenblik, miste de par
lementaire routine, den tact vermoedelijk om een wenk
te geven, dat hij liever morgen-ochtend
Wellicht was 't ook 'n daad van frissche courage. Hoe
't zjj hij maakte onmiddelljjk den indruk van iemand,
die de kunsj veastaat om scherp systematisch te werk
te gaan, schoon hjj dan ook van z'n «parlementaire
ieugd« ietwat deed bljjken door schifting en rangschik
king der Kamer vooraf mee te deelenWat meer
genoemden veteranen natuurljjk medelijdende glimlachjes
op 't gelaat brachtSpotgrimpjes, die echter weldra
verstierven naarmate het besef krachtiger op den voor
grond trad, dat daar iemand het woord voerde, die zich
dan nog wat onhandig en onbeholpen mocht aanstellen
- is 't ook wonder, bjj zoo'n taak, als middenpunt van
den cirkel der gespannen aandacht, nieuwsgierigheid,
van de hoeren doch die dót voelde men scherp
en duidelijk van 't hout was, waaruit »je kopstukken*,
gesneden worden
Het verder verloop van C. Lely's politieke carriere
heeft getoond, dat men zich dien gedenkwaardigen zit
ting-avond niet bedrogen heeft.
De heer Lely bleek de kunst te verstaan de zéér-
zeldzame, van zoowel aan de groene tafel een belang
besprekend als op zijn departement arbeidend of be
stuurstaak vervullend met groote zelfstandigheid de
»kern« eener quaestie los te maken van al het bjj werk
en die geheel op zichzelve, met magistrale en tevens
zeer keurige, helderzakelijke rustigheid te schetsenhet
vóór en tegen ervan te teekenenOver een of ander
belang, van grooter of van kleiner aard, mocht men
Ouwe-Jan en Jonge-Jan overhoop hebben gehaald
als de heer Lely dan aan 't woord kwam, lag daar, vóór
hem, een groot stuk papier, waarop, met keurig-
geregelde letters, een paar notities waren gesteld
Het andere stukken, bescheiden, dingen die bjjzaken
betreffen, en zoo meer lag in hoopjes en pakjes,
precies afgepast, in onberispelijke en onnavolgbare orde.
Dan stond de heer Lely voor de groene tafel, liet de
beide handen op 't vlak ervan rustenging dan uitleggen,
dood bedaard, kristalhelder fraai en beschaafd van stjjl
en vorm, wat voor de overgroote meerderheid der Kamer
leden nog Abracadabras was Dón eerst bleek, hoe
veel waarheid er schuilt in het oude»Qui bene dis
tinguit, bene docetl«
Maar de minister Lely had de zaken, waaroverjhjj het
woord voerde, dan ook ernstig, grondig bestudeerd. Hjj
kende er de kleinste «finesses* van, evenals hjj de kunst
verstond want een »peuter-natuur« heeft hjj aller
minst om in groote lj]nen den leek duideljjk te maken
de «portée* van technische aangelegenheden.
De Haagsehe Kouter van de Prov. Oron. Ct. behan
delt den schilder Tholen. Hij wilde dezen bezoeken,
vond hem evenwel niet in diens villa, maar in een
schip, de Eudia.
„Van zijne jeugd af hartstochtelijk roeier en zeiler,
als Hollander een waterrat bij uitnemendheid, daarbij
verlangend naar een middel om een poos lang onafge-
woorden «Verwacht, mjjn geachte heeren, van mg geen
redevoering. Ik kan niet spreken; en ik kan bovendien
mjjn dankbaarheid voor wat ge voor mg gedaan hebt
niet voldoende nitenwant wat ik hier heb ondervonden
is meer dan ik door mjjn dank zon kunnen zeggen. Van
Berljjn heb ik zeer pleizierige herinneringen gehouden.
Hier vond ik mgn eerste nitgevers en hier werd een
mjjner stukken het eerst opgevoerd. Wat ik vernam nit
de couranten en literarisohe tijdschriften was voor mg
een voortdurende aanmoediging. Ik had ondanks dit,
echter toch niet geloofd dat ik hier zoo goed stond
aangeschreven en als ik nu in dezen kring van letter
kundigen en kunstenaars om mg zie, dan wordt het mg
te moede alsof ik in een sprookjeswereld verkeer.
Maar ik voel ondanks al het goede dat men mg hier
bewgst, dat ik een gast, een vreemdeling ben, want zóó
worden de kinderen van den eigen haard nietgeëard. Ik
zal de liefde en harteljjkheid, heden ondervonden, niet ver
geten. Het heeft mg niet alleen een gevoel van vreugde
gegeven, maar ook van weemoed en ik geloof, dat die
indrukken in mgn diohterwerken tot niting zullen komen.
Ik zal dezen avond nooit vergeten."
■TSen correspondent van een ander blad meldt nog
Toen Ibsen's brieven verzameld werden kregen de uit
gevers een kleine oneenigheid met Ibsen's echtgenoote.
Deze wist gedaan te krjjgen, dat in die verzameling geene
van de vele brieven werden opgenomen, die Ibsen aau
een vrouw geschreven heeft, die hjj hoog vereerde en
aan wie hg zich zeer gehecht had. Met deze vrouw een
Nuorsche kunstenares, correspondeerde Ibsen zeer ge
regeld vele jaren lang tot zjjn verlamming toe. Hjj, die
zoo ternghondend was, sohreef haar bjjna dageljjks een
langen brief, waarin hg haar zjjn diepste gedaohten, zgn
geheele innerljjk wezen bloot gelegd. Deze correspondentie
is in het bezit van zgn vrouw, die haar als een kostbaar
kleinood bewaart.
ALKMAARSCHE COURANT.