No. 131.
Honderd en achtste jaargang.
1906
DAGBLAD VOOR ALKMAAR. EN OMSTREKEN.
Oproeping onderzoek verlolgangers.
WOENSDAG
6 JUNI,
Nationale Militie
Dinsdag, den 26en Juni
Brieven uit Noorwegen.
~B N NENL AND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
TelefoOMBBMner 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HEKMs. COSTEK ZOON, Yoordam 9.
ALKMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
roepen bjj deze op, de verlofgangers van de nillllle
Ie land binnen deze gemeente verblijf houdende, om
zich op
dezes jaars, des voormiddags te tien ure, te laten
vinden in 1de Nieuwe Doelen, aan de Doelenstraat, om
aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden
onderzocht, gekleed in uniform en voorzien van al de
door hen van het korps medegebrachte kleeding- en uit
rustingstukken. benevens zakboekje en verlofpas.
Aan het onderzoek zullen behooren deel te nemen alle
verlofgangers der militie te land, onver schilligitot welke
lichting zjj behooren, dus ook zjj, die zijn ingedeeld voor
de lichtingen 1898, 1899 en 1900, met uitzondering
echter van de verlofgangers, welke in 1906 vóór het voor
het onderzoek be aaide tjjdstip uit anderen hoofde dan
krachtens art. 124 of art. 131 der Militiewet 1901 onder
de wapenen zjjn geweest, of die bestemd zjjn om in 1906
krachtens art. 108, art. 109 of art. Ill van voormelde
wet onder de wapenen of in werkeljjken dienst te worden
geroepen, en met uitzondering van de verlofgangers die
krachtens de derde zinsnede van art. 123 der wet zijn
vrijgesteld van de verplichting om het onderzoek bjj te
wonen.
Ingeljjfden bij de militie, die krachtens art. 113 der
wet van den werkeljjken dienst zjjn ontheven of aan wie
krachtens art. 114 der wet uitstel van eerste oefening
of van verblijf onder de wapenen is verleend, zjjn gedu
rende den tjjd dat zjj in het genot zjjn van de ontheffing
of van het uitstel mede niet aan het onderzoek onder
worpen.
Evenmin wordt aan het onderzoek deelgenomen door
verlofgangersdie in dit jaar bestemd zjjn tot het
ingevolge art. 3 der wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad
No. 159J bjj de Landweer volbrengen van een verlengden
militie-diensttjjd, of ingevolge art.' 134 der Militiewet
1901 naar de Landweer over te gaan.
De verlofgangers worden daarbjj herinnerd aan de na
volgende bepalingen der Militiewet 1901.
Art. 117. Het Crimineel Wetboek en het reglement
van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zjjn op de
manschappen der militie te land, die zich onder de
wapenen bevinden, van toepassing, en met opzicht tot
de verschillende gevallen van desertie, op al de bjj de
militie te land ingeljjfden.
De manschappen worden geacht onder de wapenen
te zjjn
1°. zoo lang zjj zich bjj hun korps bevinden
2°. gedurende den tjjd, dien het in art. 125 bedoeld
onderzoek duurt
3'. in het algemeen, wanneer zjj in uniform zjjn ge
kleed.
Art. 127. De verlofganger verschijnt bjj het onderzoek
in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en
uitrustingstukken, hem bjj zjjn vertrek met verlof
medegegeven, van zjjn zakboekje en van zjjn verlofpas.
Art. 128. Behoudens het bepaalde in art. 117 kan
een arrest van twee of zes dagen, te ondergaan in de
naastbjj gelegen provoost of het naastbjj zjjnde huis
van bewaring door den militie-commisaris worden op
gelegd aan den verlofganger
1°. die zonder geldige reden niet bjj het onderzoek
verschjjnt
2°. die, daarbjj verschenen zjjnde, zonder geldige reden,
niet voorzien is van de in het voorgaand artikel
vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken, bjj het onder
zoek niet in voldoenden staat worden bevonden
(Particuliere Correspondentie).
Me begrafenis vanlbscn.
Christiania, 1 Juni,
Gisteren is het ljjk van Ibsen van het sterfhuis aan
de Arbnisgade overgebracht naar de Trefoldighedskirke,
van waarnit het heden is ter aarde besteld.
De Trefoldighedskirke een klein koepelvormig kerk
gebouw was aan de binnenzjjde ten deele met zwaar
zwart laken behangen waarop monogrammen H. I. in
zilveren lauwerkransen als gezaaid waren, ten deele met
rouwfloers bekleed. In het koor, reeht tegenover den
ingang stond de ljjkkist, toen reeds bedolven onder de
bloemen en kransendoor intieme vrienden van den
grootsn schrjjrer geschonken.
Om de kist stonden vier ronwznilen, waarop zilveren
schilden, de voorste met de letters H. I., de achterste
met de datnms 20 Maart 1828 en 23 Mei 1906 (geboorte-
en Bterfdag van Ibsen). Van de toppen der ronwznilen
gingen groene, met rouwfloers omgeven slingers uit, om
in het midden boven de baar samen te komen en door
een witte dnif te worden getorst. Tasschen en achter
deze zuilen veel palmgroen.
's Avonds vóór 7 nar werden alleen eenige intiemen
benevens de vertegenwoordigers der pers toegelaten. Om
7 nar begon het défilé van belangstellenden. Door den
hoofdingang kwamen ze binnen, drie aan drie, langzaam
toeloopende op de ljjkkist, waaromheen zich 8 vrienden
of vereerders van den overledene, litteratoren, knnstenaaars
en stndenten, als een eerewacht hadden geschaard.
Onbeweeglijk stonden die daar, met ernstige gezichten,
waaruit bjj sommigen duideljjk de ontroering sprak, tot
een volgend achttal hen kwam aflossen. En intnsschen
defileerden de belangstellenden, een lange, schier einde-
looze, onbegrjjpeljjk bonte reeks. Men zag daar kinderen
en grgsaards, armen in lompen gehold en rjjken in
statiekleed)), studenten, atraafloopers, winkeljuffrouwen,
4". die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander
behoorende, als de zjjne vertoont.
Art. 129. Is de verlofganger, wien, krachtens het
voorgaande artikel, arrest is opgelegd, bjj het onderzoek
tegenwoordig, dan kan hjj daaeljjk onder verzekerd ge
leide in arrest worden gebracht.
Is hjj niet tegenwoordig en onderwerpt hjj zich niet
aan de hem opgelegde straf, dan wordt hjj, op schrif-
teljjke aanvrage van den militie-commissaris, te richten
aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlof
ganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar
de naastbjj gelegen provoost of het naastbijzjjnde huis
van bewaring overgebracht.
Art. 130. Onverminderd de straf, in art. 128 ver
meld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door
den militie-commissaris te bepalen tjjd en plaats, en op
de in art. 129 voorgeschreven wjjze, voor hem te ver-
schjjnen om te worden onderzocht.
Art. 131. De verlofganger, die zich bjj herhaling
schuldig maakt aan het feit, sub 4# van art- 128 be
doeld, of niet overeenkomstig art. 130 voor den mili
tie-commissaris verschjjnt, of aldaar, verschenen zjjnde, in
het geval verkeert sub 2°. en 3°. van art. 128 vermeld,
wordt in werkeljjken dienst geroepen en daarin gedu
rende ten hoogste drie maanden gehouden. De duur van
dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald.
Art. 133. De verlofganger der militie, die niet vol
doet aan eene oproeping voor den werkeljjken dienst,
wordt als deserteur behandeld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
30 Mei 1906. DÜNATH, Secretaris.
Alkmaar, 6 Jnni 1906.
Twee staten sehjjnen in onze dagen niet mrer als
kinderen in één huisgezin te kunnen leren, althans niet
in alle opzichten broederlijk met elkaar te kunnen om
gaan. Een ran beiden meent, dat hjj stiefbroederljjk
behandeld wordt, of wil orer den ander de ondere broer
spelen, hetgeen ook al neerkomt op broedertwisten, welke
niet tot de aangenaamste soort behooren. Wjj hebben
dat gezien in Soandinarië. Morgen zal het jnist een jaar
geleden zjjn, dat het Noorsche Storthing de Unie met
Zweden roor ontbonden verklaarde. Etteljjke jaren had
die Unie bestaan, reeds sedert 1818, maar in de laa'ste
jaren begon Noorwegen een drang naar vrjjheid te krjj-
gen waarschjjnljjk heeft ook Ibsen hierop een grooten
invloed uitgeoefend, ofschoon dit natuurlijk niet te be
wijzen valt. Het jonge krachtige Norenvolk heeft een
voorspoedig jaar achter den rag en er is das reden om
Koning Haakon met grooten luister den 22sten dezer in
de Drontheimer Dom te kronen.
In de Donaa-monarchie vinden wjj de broedertwisten
ook en langzamerhand zjjn wjj gewend geraakt aan het
denkbeeld, dat binnen niet te langen tjjd ook daar een
scheiding zal plaats hebben. Misschien bljjft keizer
Frans Jozef het lot; van koning Oskar gespaard, maar
in het gunstigste geval zal na zjjn dood een scheiding
tasschen belde deelen dezer monarchie, tasschen Oosten'
rjjk en Hongarije, wel niet nitbljjren. Zooals men weet
zjjn deze staten in het jaar 1867, dank zjj de bemoeiïagen
van den staatsman Deak en ondanks de rerolationnaire
neigingen van Jozef Kossnth (den vader ran don tegen-
woordigen Hongaartchen minister van handel, Franz
Koisutb) vereenigd.
Oostenrjjk en Hongarije hebben dientengevolge af
zonderlijke vertegenwoordiging in het buitenland en
afzonderljjke ministers, maar de departementen voor
baitenlandsche zaken, oorlog en marine zjjn onder gemeen
schappelijk beheer gekomen. Dit is in hoofdzaak de be-
teekenis van den Ansgleich welke overigens vr jj samen
gesteld is, zooals trouwens alles in de Donan-monarchie
zeer gecompliceerd mag heeten. De onderlinge verstand
houding is lange jaren zeer goed geweest, maar in den
pleegzasiers, cocottes, handwerkslieden, alles, alles dooreen.
Daar waren er wlen men het kon aanzien, dat het
slechts hunne bedoeling was er ook bjj te zjjn en anderen
uit wier gelaat eohte, innige smart sprak. Men zag
sommigen lachen, maar ook heb ik tranen zien weg
pinken. Een eenvoudig burgervrouwtje had een handvol
bloemen meegebracht. Zs mocht niet zóó dicht bjj de
kist komen om ze er op te leggen, maar wierp het
bocquetje toen op den grond, voor de trap die naar het
altaar voerde.
Er ging een geweldige bekoring uit van deze duizenden
menschenhet Noorsche volk, dat zjjn grooten litterator
eerde. Hoevele duizenden er geloopea hebben in dien
langen stoat, die drie uren lang onafgebroken voortging
is niet te zeggen. Maar om acht uur, toen ik de kerk
verliet, was de quene van menschen, die buiten in den
motregen stonden te wachten, nog verscheidene straten
in den omtrek van een groot marktplein, het Nytorwet,
lang dat is te zamen bjjna een mjjl. Wel typeerond
voor het Noorsche volk is zulk een universelle belang
stelling in een schrjjver als Ibsen, een diepzinnig dichter,
wiens tendentieuss werken in andere landen wel aller
minst volkslitteratuur zouden kannen zjjn.
Henrik Ibsen is bjj zjjn volk ontzagljjk bemind en
gtëard, dat kon men reeds eenige dagen geheel Christiania
aanzien. De portretten en bustes van Ibsen waren in
alle boekwinkels te zien en verdrongen bepaald de
afbeeldingen van den Koning, de Koningin en den Kroon
prins, die ook in tallooze verscheidenheid staan tentoon
gesteld. In alle bloemwinkels zag men linten met inscrip
ties voor de kransen, die heden op de baar zonden wor
den gelegd.
Van morgen was de rouw in de geheele stad nog
meer zichtbaar. Voor bjjna alle winkelramen stond een
portret of buste van Ibsen, al of niet met rouwfloers
omhuld. Van alle huizen woel de vlag halfstok. Het
nationaaltheater had de groote zuilen aan den ingang
met rouwfloers omhangen. In het Grand Hotel, in de
zelfde zaal waar ik dezen brief sohrjji, was (en is nog)
laatston tjjd liet zjj te wenschen over. Er ontstonden
in Hongarjje los (ser)-van-Ooatenrijk-bewegingen. Men
vond, dat men te veel van uit Weenen werd geregeerd
en zon op middelen om dcaraan te ontkomen. Men gaf
een vernuftige interpretatie van den Ansgleich en kwam
met allerlei nationale eischon, zoo1 ls nieuwe legerwetten,
invoering van het Hongaar: oh als commando-taal en
tenslotte economische scheiding. In Hongarjje werd het
streven er meer en meer opgericht om het zwaartepunt
van het keizer-koninkrjjk steeds moer te verplaatsen naar
Hongarjje, waartegen men zich in Oostenrjjk verzette.
De heer dr. Darschatta, dezer dagen Oostenrjjksch
minister van spoorwegen geworden, betoogde ruim een
jaar geleden, dat de basis van het keizer-koninkrjjk door
het krachtig optreden van Hongarjje en de zwakke hou
ding van Oostenrjjk op voor het keizerrjjk nadeelige wjjze
was verschoven. Eerst zeide hjj was er een staat naast
Oostenrjjk ontstaan, toen tegen Oostenrjjk en ten slotte
boven Oostenrijk. Er ligt in deze overdrijving een kern
van waarheid en die kern is grooter geworden door den
loop der gebeurtenissen in den laatsten tjjd. De groote
Hongaarsche eischeu zjjn terzjj'e geschoven en vervangen
door een andere. De Hongaren wilden thans bet reoht,
de Oostenrjjk Hongaarsche handelsverdragen als speciale
koninklijk Hongaarsohe staatsovereenkomstenzjj het
dan ook met precies den zelfden inhoud, aan de goed
keuring van den Hongaarschen Rjjksdag te mogen onder
werpen. Ia Oostenrjjk wilde men dit niet toestaan zonder
een volkomen herzienin? van de economische betrekkingen
tnsschen beide landen. De keizer-koning bracht een bezoek
aan Boedapest, waar bjj in geen anderhalf jaar geweest
was, en gaf tenslotte aan den eisch der Hongaren toe.
In Oostenrjjk heeft men deze capitulatie hoogst onaan
genaam gevonden en het ministerie-Hohenlohe, dat
onmiddellijk zjjn ontslag nam, werd in het geljjk gesteld
en de regoering kreeg het hard to verantwoorden, vooral
toen zjj de zitting van het parlement verdaagde en
daardoor een offioieele bespreking onmogeljjk maakte.
De Oostenrjjkers maakten het zich drnk en de Hongaren
lachten in hun vuistje. Oostenigk heeft spoedig een
nieow ministerie gekregen bestaande uit vogels van
diverse pinimage. Onder de ponten van het program
behoort een herziening van den Ansgleich. Hoe deze zal
aitvallen is natuurlijk niet te voorspellen, maar dat zjj
voor de staatsrechterlijke verhouding tasschen de beide
staten van groot gewicht zal zjjn spreekt wel vanzelf.
De band zal losser geknoopt worden dat is een groote
stap op den weg, die leidt naar algeheole scheiding en
die binnen afzienbaren tjjd geheel en al zal worden
afgelegd. Duitscbe courantenschrjjvers merken dan ook
reeds spjjtig op, dat men in Duitschland goed zal doen,
zich met de gedachte te verzoenen, dat ook bet bond-
genooteohap met Oostenrjjk-Hongarjje spoedig tot de
geechiedenis zal behooren. Maar niet alleen Dnitscbland,
doch ook een groot doel van Europa is bjj het al of niet
voortbestaan van de Donaumonaichie betrokken, al was
het maar alleen in verband met de Balkankwesties.
Intnsscheu laat ons den strijd tusschen de beide staten,
d e hevig dreigt te worden, afwachten en niet op de
gevolgen daarvan voornitioopen.
Hofberichten.
H. M. de Koningin-Moeder wordt tegen 16 Juni van
haar buitenlandsche reis op het zomerverblijf teSjestdjjfc
verwacht.
Or. Kuyper In Spanje.
Dr. Koyper is verleden week door don Portngeeschen
koning in audiëntie ontvangen; Hjj woonde de opening
der Cortes bjj.
een scbrjjftafel met stoel, waar Ibsen eens heeft gezeten,
omgeven door een reeks boompjes, met rouwfloers ver
bonden, terwjjl voor het raam de buste vaa den schrjjver
stond, omgeven door groen.
Vanmiddag om half twee had in de kerk de ljjkdienst
plaats. Het groot aantal aanwezigen vertoonde uiterljjke
teekenen van rouw. De hoeren waren allen in rok of
statiekleed, de dames in het zwart, veelal met rouw
sluiers gekleed. De koning was in eigen persoon met
een klein gevolg aanwezig. Koning Haakon streeft er
bljjkbaar naar, geheel met en te midden van zjjn volk
te leven. Nog heden morgen, terwjjl ik hier in de
leeszaal zat, kwam hjj plotseling binnen om in een aan
grenzend vertrek den Spaanechen gezant te ontmoeten,
teneinde dien zjjn leedwezen te bvtaigen met den aanslag
op hei leven van den Spaansohen koning.
Behalve de vorst waren in de kerk aanwezig versohei-
dene ministers en leden van het Storthing, voorts vele
hoog waardigheidsbekleders, gezanten van yreemde mogend
heden, bekende litteratoren, o. s. Gastafaf Geyerstam,
tooneelspelers, studenten, enz. enz. Aanvankelgk neerschte
er, door de bedrijvigheid die het aanbrengen der kransen
met zich bracht en door de begroetingen van vele personen
die elkaar hier ontmoetten een levendige drukte, die
weinig aan een begrafenis deed denken. Maar toen bet
orkest van het Nationaal Theater aanving een treurmarsch
te spelen, trad plotseling een doodeehe stilte in, die
verder bjjna den geheelen dienst voortduurde. Esn stu-
dentenzangvereeniging zong een ljjkzang: >Ved. Henrik
Ibsenss Baare,« door Theodor Gaspari vervaardigd en
de priester Christopher Brnun hield een korte rede. Ten
slotte legden de verschillende vertegenwoordigers van
corporaties en particuliere personen die zich daartoe hadden
aangemeld hunne kransen op de baar, waar bjj elk hunner
een enkelen volzin aan de nagedachtenis van den afge
storvene wjjdde.
Onder het spelen van het orgel werd vervolg ns de
baar opgenomen en zette de stoet, waarbjj tal van ver-
eenigingen met hunne banieren zich aansloten, zich in
Indisch telegram.
In den Haag is het volgende telegram van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië ontvangen.
De bonding van Tabanan is vjjandig; het wenscht
bljjkbaar aanvallend op te treden. Ter beveiliging vau
de hoofdplaats Singaradja gaat eene compagnie infanterie
derwaarts.
De Fangeran Ratoe van Djambi is ontvluoht.
Op Coram is de bevolking van Roemahsoal, omtrent
wier gevoelens nog twjjfel bestond, gebleken goedgezind
te zgn.
Tabanan is een der landschappen met zelfbestnur op
Bali. Het grenst aan Bsdoeng, welk landschap reeds
langen tjjd een dreigende honding heeft aangenomen.
Het bljjkt nn dat de vorst van Tabanan dien van
Badoeng in het verzet tegen onze regeering steunt.
Uen opstootje op Oost-Java.
In het Djembersche, een afdeeling in de residentie
Besoeki, Ooal-Java, had een opstootje plaats, 65 samen
zweerders in de dessa Tjoerahweloet, die een nadji
doodzwegen, omdat hg weigerde deel te nemen aan den
prangsabil, (heilige oorlog) werden gearresteerd.
Wetsoatwerp.
Ingediend is een wetsontwerp tot verhooging en aan
vulling van hoofdstnk IV der Staatsbegrooting, dienstjaar
1905. De verhoogingen betroffen o. m. kosten van
verpleging der gevangenen, enz. (40.000 gulden) en ar-
beidsloonen aan gevangenen en verpleegden f 10.500).
Gemeeate-flnantlVa.
De bjj kon. beslnit van 1 Juli 1903 ingestelde staats
commissie zal zich belasten met een onderzoek naar de
vraag, of wjjziging van de watteljjke bepalingen, die
betrekking hebben op de financiën, der gemeente, noodig
is, en bjj de bevestigende beantwoording dier vraag,
daartoe strekkende voorstellen doen en deze belichamen
in een of meer ontwerpen van wet, die raet de vereischte
toeliohting bjj het door haar uit te brengen verslag zullen
worden gevoegd.
Ambtenaren der Rijks verzekeringsbank.
Door Z. E. den minister van Landbonw, Handel en
Njjverheid is een nieuwe regeling voorgesteld van de
salarissen en rangsverhoogingen van de ambtenaren enz.
der rijksverzekeringsbank.
Vereenvoudiging van onze Schrijftaal.
Gisteren werd te Amsterdam in Parkzicht eene alge-
meene vergadering gebonden van de Vereeniging tot
Vereenvoudiging van onze Schrjjftaal. Voorzitter was dr.
R. A. Kollewjjn, die o. a. zeide:
„Het is rnim 40 jaar geleden dat het Ned. Ond.
Genootschap aan de regeering verzocht mede te werken
tot de invoering van de spelling-De Vries en Te Winkel.
De Minister Thorbecke antwoordde op 8 Febr. 1866:
„Die medewerking kan niet worden verleend. Da regen
ring, een ieder, en zoo ook de onderwjjzers, volkomen
vrjj latende, de nieuwe spel ing al of niet te volger,
bljjft onzjjdig. Noch aanbeveling, noch aikeuring is van
haar te wachten."
In 1897 en 1898 verklaarden de ministers Van Hou-
lei en Goeman Borgesius dat zjj die ouzjjdigheid in acht
zouden nemeo ten opzichte van de vereenv. sobijjttaal.
Minister Koyper, die aanvankelijk op hetzelfde stand
punt stond, werd op een dwaalspoor gebracht door min
der jniste inlichtingen in Bslg verkregen." Uit het
jaarverslag bleek, dat het ledental thans raim 3000 be
draagt, 40 afdeelingec van onderwijzersgenootschappen
traden toe. De invoering van de vereenvoudigde spelling
werd bg het lager onderwjjs in Z. Afrika toegepast,
waarmede uitstekende resultaten werden verkregen.
beweging naar het nabjj gelegen kerkhof. Dit kerkhof te
Christiania heeft een heel eigenaardig aanzien. Er zgn
geen grafzerken, maar graftaintjes, lapjes grond, al of niet
door een steenen rand omgeven, waarop, behalve een
grafmonument, dat trouwens dikwjjls heel klein is of geheel
ontbreekt, een of een paar bloemperkjes zgn aangelegd.
Het onderhond van die tuintjes, waartoe waterbakken
op het kerkhof aanwezig zgn, geschiedt door de nabe
staanden van den begravene, of door de vroaweljjke
tainlieden, die daar voortdurend werkzaam zjjn. Sommige
tuintjes zgn echter geheel verwilderd. Op of bjj de netste
staat oen bank, waarop zjj die komen om te tronren of
te bidden bjj het graf zich kannen neerzetten. Het kerk
hof wordt door velen als wandelplaats gebruikt, er zgn
zelfs eenige slingerpaadjes met banken, welke met de
graven volstrekt niets uitstaande hebben. Daar zag ik
schooljongens, die het een geschikt plekje vonden om
hunne lessen te loeren en zelfs een minnend paartje, dat
dat daar gezellig eenzaam omzat. Zonderling, deze halve
oneerbiedigheid, die aan den anderen kant weer toont hoe
het volk hier met zgn dooden leeft.
Te midden van deze vreemde omgeving is Ibson be
graven. Eerst epeelde de brigademnziek, die zich aan
het hoofd van den stoet had gesteld, een treurmarsch,
door Ole Olsens op lt>sen gemaakt. Toen zonk de kist
waarvan de kransenmassa was afgenomen, langzaam in
de met spazrentakjes omgeven groeve, de Cristiania-
handelstandzasgvorening zong een vers van het bekende
«7aag o sjael ogbed* en nadat de priester drie schoppen
zand op de kist had geworpen, nog een. Ten slotte
speelde de muziek nog een tieormarsoh, nameljjk die
welke Grieg componeerde bg des dood van Riet Nord-
aach, den dichter van het Noorsche volkslied. Toen dit
alles was afgeloopen legden de schenkers van kransen
hunne bloemenhulde rondom de groeve, de versohillende
vereenigingen drfileerden met bun vaandels dat ze elk
driemaal over het geopende graf deden buigen en hier
mede was de plechtigheid afgeloopen, de laatste eer aan
den grooten Noorsohen tooneelschrjjver bewezen.