No. 131. Honderd en achtste jaargang. 1906 DAGBLAD VOOR ALKMAAR. EN OMSTREKEN. Oproeping onderzoek verlolgangers. WOENSDAG 6 JUNI, Nationale Militie Dinsdag, den 26en Juni Brieven uit Noorwegen. ~B N NENL AND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. TelefoOMBBMner 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs. COSTEK ZOON, Yoordam 9. ALKMAARSCHE COURANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen bjj deze op, de verlofgangers van de nillllle Ie land binnen deze gemeente verblijf houdende, om zich op dezes jaars, des voormiddags te tien ure, te laten vinden in 1de Nieuwe Doelen, aan de Doelenstraat, om aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden onderzocht, gekleed in uniform en voorzien van al de door hen van het korps medegebrachte kleeding- en uit rustingstukken. benevens zakboekje en verlofpas. Aan het onderzoek zullen behooren deel te nemen alle verlofgangers der militie te land, onver schilligitot welke lichting zjj behooren, dus ook zjj, die zijn ingedeeld voor de lichtingen 1898, 1899 en 1900, met uitzondering echter van de verlofgangers, welke in 1906 vóór het voor het onderzoek be aaide tjjdstip uit anderen hoofde dan krachtens art. 124 of art. 131 der Militiewet 1901 onder de wapenen zjjn geweest, of die bestemd zjjn om in 1906 krachtens art. 108, art. 109 of art. Ill van voormelde wet onder de wapenen of in werkeljjken dienst te worden geroepen, en met uitzondering van de verlofgangers die krachtens de derde zinsnede van art. 123 der wet zijn vrijgesteld van de verplichting om het onderzoek bjj te wonen. Ingeljjfden bij de militie, die krachtens art. 113 der wet van den werkeljjken dienst zjjn ontheven of aan wie krachtens art. 114 der wet uitstel van eerste oefening of van verblijf onder de wapenen is verleend, zjjn gedu rende den tjjd dat zjj in het genot zjjn van de ontheffing of van het uitstel mede niet aan het onderzoek onder worpen. Evenmin wordt aan het onderzoek deelgenomen door verlofgangersdie in dit jaar bestemd zjjn tot het ingevolge art. 3 der wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad No. 159J bjj de Landweer volbrengen van een verlengden militie-diensttjjd, of ingevolge art.' 134 der Militiewet 1901 naar de Landweer over te gaan. De verlofgangers worden daarbjj herinnerd aan de na volgende bepalingen der Militiewet 1901. Art. 117. Het Crimineel Wetboek en het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zjjn op de manschappen der militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassing, en met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie, op al de bjj de militie te land ingeljjfden. De manschappen worden geacht onder de wapenen te zjjn 1°. zoo lang zjj zich bjj hun korps bevinden 2°. gedurende den tjjd, dien het in art. 125 bedoeld onderzoek duurt 3'. in het algemeen, wanneer zjj in uniform zjjn ge kleed. Art. 127. De verlofganger verschijnt bjj het onderzoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bjj zjjn vertrek met verlof medegegeven, van zjjn zakboekje en van zjjn verlofpas. Art. 128. Behoudens het bepaalde in art. 117 kan een arrest van twee of zes dagen, te ondergaan in de naastbjj gelegen provoost of het naastbjj zjjnde huis van bewaring door den militie-commisaris worden op gelegd aan den verlofganger 1°. die zonder geldige reden niet bjj het onderzoek verschjjnt 2°. die, daarbjj verschenen zjjnde, zonder geldige reden, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken, bjj het onder zoek niet in voldoenden staat worden bevonden (Particuliere Correspondentie). Me begrafenis vanlbscn. Christiania, 1 Juni, Gisteren is het ljjk van Ibsen van het sterfhuis aan de Arbnisgade overgebracht naar de Trefoldighedskirke, van waarnit het heden is ter aarde besteld. De Trefoldighedskirke een klein koepelvormig kerk gebouw was aan de binnenzjjde ten deele met zwaar zwart laken behangen waarop monogrammen H. I. in zilveren lauwerkransen als gezaaid waren, ten deele met rouwfloers bekleed. In het koor, reeht tegenover den ingang stond de ljjkkist, toen reeds bedolven onder de bloemen en kransendoor intieme vrienden van den grootsn schrjjrer geschonken. Om de kist stonden vier ronwznilen, waarop zilveren schilden, de voorste met de letters H. I., de achterste met de datnms 20 Maart 1828 en 23 Mei 1906 (geboorte- en Bterfdag van Ibsen). Van de toppen der ronwznilen gingen groene, met rouwfloers omgeven slingers uit, om in het midden boven de baar samen te komen en door een witte dnif te worden getorst. Tasschen en achter deze zuilen veel palmgroen. 's Avonds vóór 7 nar werden alleen eenige intiemen benevens de vertegenwoordigers der pers toegelaten. Om 7 nar begon het défilé van belangstellenden. Door den hoofdingang kwamen ze binnen, drie aan drie, langzaam toeloopende op de ljjkkist, waaromheen zich 8 vrienden of vereerders van den overledene, litteratoren, knnstenaaars en stndenten, als een eerewacht hadden geschaard. Onbeweeglijk stonden die daar, met ernstige gezichten, waaruit bjj sommigen duideljjk de ontroering sprak, tot een volgend achttal hen kwam aflossen. En intnsschen defileerden de belangstellenden, een lange, schier einde- looze, onbegrjjpeljjk bonte reeks. Men zag daar kinderen en grgsaards, armen in lompen gehold en rjjken in statiekleed)), studenten, atraafloopers, winkeljuffrouwen, 4". die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zjjne vertoont. Art. 129. Is de verlofganger, wien, krachtens het voorgaande artikel, arrest is opgelegd, bjj het onderzoek tegenwoordig, dan kan hjj daaeljjk onder verzekerd ge leide in arrest worden gebracht. Is hjj niet tegenwoordig en onderwerpt hjj zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hjj, op schrif- teljjke aanvrage van den militie-commissaris, te richten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlof ganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastbjj gelegen provoost of het naastbijzjjnde huis van bewaring overgebracht. Art. 130. Onverminderd de straf, in art. 128 ver meld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tjjd en plaats, en op de in art. 129 voorgeschreven wjjze, voor hem te ver- schjjnen om te worden onderzocht. Art. 131. De verlofganger, die zich bjj herhaling schuldig maakt aan het feit, sub 4# van art- 128 be doeld, of niet overeenkomstig art. 130 voor den mili tie-commissaris verschjjnt, of aldaar, verschenen zjjnde, in het geval verkeert sub 2°. en 3°. van art. 128 vermeld, wordt in werkeljjken dienst geroepen en daarin gedu rende ten hoogste drie maanden gehouden. De duur van dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald. Art. 133. De verlofganger der militie, die niet vol doet aan eene oproeping voor den werkeljjken dienst, wordt als deserteur behandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 30 Mei 1906. DÜNATH, Secretaris. Alkmaar, 6 Jnni 1906. Twee staten sehjjnen in onze dagen niet mrer als kinderen in één huisgezin te kunnen leren, althans niet in alle opzichten broederlijk met elkaar te kunnen om gaan. Een ran beiden meent, dat hjj stiefbroederljjk behandeld wordt, of wil orer den ander de ondere broer spelen, hetgeen ook al neerkomt op broedertwisten, welke niet tot de aangenaamste soort behooren. Wjj hebben dat gezien in Soandinarië. Morgen zal het jnist een jaar geleden zjjn, dat het Noorsche Storthing de Unie met Zweden roor ontbonden verklaarde. Etteljjke jaren had die Unie bestaan, reeds sedert 1818, maar in de laa'ste jaren begon Noorwegen een drang naar vrjjheid te krjj- gen waarschjjnljjk heeft ook Ibsen hierop een grooten invloed uitgeoefend, ofschoon dit natuurlijk niet te be wijzen valt. Het jonge krachtige Norenvolk heeft een voorspoedig jaar achter den rag en er is das reden om Koning Haakon met grooten luister den 22sten dezer in de Drontheimer Dom te kronen. In de Donaa-monarchie vinden wjj de broedertwisten ook en langzamerhand zjjn wjj gewend geraakt aan het denkbeeld, dat binnen niet te langen tjjd ook daar een scheiding zal plaats hebben. Misschien bljjft keizer Frans Jozef het lot; van koning Oskar gespaard, maar in het gunstigste geval zal na zjjn dood een scheiding tasschen belde deelen dezer monarchie, tasschen Oosten' rjjk en Hongarije, wel niet nitbljjren. Zooals men weet zjjn deze staten in het jaar 1867, dank zjj de bemoeiïagen van den staatsman Deak en ondanks de rerolationnaire neigingen van Jozef Kossnth (den vader ran don tegen- woordigen Hongaartchen minister van handel, Franz Koisutb) vereenigd. Oostenrjjk en Hongarije hebben dientengevolge af zonderlijke vertegenwoordiging in het buitenland en afzonderljjke ministers, maar de departementen voor baitenlandsche zaken, oorlog en marine zjjn onder gemeen schappelijk beheer gekomen. Dit is in hoofdzaak de be- teekenis van den Ansgleich welke overigens vr jj samen gesteld is, zooals trouwens alles in de Donan-monarchie zeer gecompliceerd mag heeten. De onderlinge verstand houding is lange jaren zeer goed geweest, maar in den pleegzasiers, cocottes, handwerkslieden, alles, alles dooreen. Daar waren er wlen men het kon aanzien, dat het slechts hunne bedoeling was er ook bjj te zjjn en anderen uit wier gelaat eohte, innige smart sprak. Men zag sommigen lachen, maar ook heb ik tranen zien weg pinken. Een eenvoudig burgervrouwtje had een handvol bloemen meegebracht. Zs mocht niet zóó dicht bjj de kist komen om ze er op te leggen, maar wierp het bocquetje toen op den grond, voor de trap die naar het altaar voerde. Er ging een geweldige bekoring uit van deze duizenden menschenhet Noorsche volk, dat zjjn grooten litterator eerde. Hoevele duizenden er geloopea hebben in dien langen stoat, die drie uren lang onafgebroken voortging is niet te zeggen. Maar om acht uur, toen ik de kerk verliet, was de quene van menschen, die buiten in den motregen stonden te wachten, nog verscheidene straten in den omtrek van een groot marktplein, het Nytorwet, lang dat is te zamen bjjna een mjjl. Wel typeerond voor het Noorsche volk is zulk een universelle belang stelling in een schrjjver als Ibsen, een diepzinnig dichter, wiens tendentieuss werken in andere landen wel aller minst volkslitteratuur zouden kannen zjjn. Henrik Ibsen is bjj zjjn volk ontzagljjk bemind en gtëard, dat kon men reeds eenige dagen geheel Christiania aanzien. De portretten en bustes van Ibsen waren in alle boekwinkels te zien en verdrongen bepaald de afbeeldingen van den Koning, de Koningin en den Kroon prins, die ook in tallooze verscheidenheid staan tentoon gesteld. In alle bloemwinkels zag men linten met inscrip ties voor de kransen, die heden op de baar zonden wor den gelegd. Van morgen was de rouw in de geheele stad nog meer zichtbaar. Voor bjjna alle winkelramen stond een portret of buste van Ibsen, al of niet met rouwfloers omhuld. Van alle huizen woel de vlag halfstok. Het nationaaltheater had de groote zuilen aan den ingang met rouwfloers omhangen. In het Grand Hotel, in de zelfde zaal waar ik dezen brief sohrjji, was (en is nog) laatston tjjd liet zjj te wenschen over. Er ontstonden in Hongarjje los (ser)-van-Ooatenrijk-bewegingen. Men vond, dat men te veel van uit Weenen werd geregeerd en zon op middelen om dcaraan te ontkomen. Men gaf een vernuftige interpretatie van den Ansgleich en kwam met allerlei nationale eischon, zoo1 ls nieuwe legerwetten, invoering van het Hongaar: oh als commando-taal en tenslotte economische scheiding. In Hongarjje werd het streven er meer en meer opgericht om het zwaartepunt van het keizer-koninkrjjk steeds moer te verplaatsen naar Hongarjje, waartegen men zich in Oostenrjjk verzette. De heer dr. Darschatta, dezer dagen Oostenrjjksch minister van spoorwegen geworden, betoogde ruim een jaar geleden, dat de basis van het keizer-koninkrjjk door het krachtig optreden van Hongarjje en de zwakke hou ding van Oostenrjjk op voor het keizerrjjk nadeelige wjjze was verschoven. Eerst zeide hjj was er een staat naast Oostenrjjk ontstaan, toen tegen Oostenrjjk en ten slotte boven Oostenrijk. Er ligt in deze overdrijving een kern van waarheid en die kern is grooter geworden door den loop der gebeurtenissen in den laatsten tjjd. De groote Hongaarsche eischeu zjjn terzjj'e geschoven en vervangen door een andere. De Hongaren wilden thans bet reoht, de Oostenrjjk Hongaarsche handelsverdragen als speciale koninklijk Hongaarsohe staatsovereenkomstenzjj het dan ook met precies den zelfden inhoud, aan de goed keuring van den Hongaarschen Rjjksdag te mogen onder werpen. Ia Oostenrjjk wilde men dit niet toestaan zonder een volkomen herzienin? van de economische betrekkingen tnsschen beide landen. De keizer-koning bracht een bezoek aan Boedapest, waar bjj in geen anderhalf jaar geweest was, en gaf tenslotte aan den eisch der Hongaren toe. In Oostenrjjk heeft men deze capitulatie hoogst onaan genaam gevonden en het ministerie-Hohenlohe, dat onmiddellijk zjjn ontslag nam, werd in het geljjk gesteld en de regoering kreeg het hard to verantwoorden, vooral toen zjj de zitting van het parlement verdaagde en daardoor een offioieele bespreking onmogeljjk maakte. De Oostenrjjkers maakten het zich drnk en de Hongaren lachten in hun vuistje. Oostenigk heeft spoedig een nieow ministerie gekregen bestaande uit vogels van diverse pinimage. Onder de ponten van het program behoort een herziening van den Ansgleich. Hoe deze zal aitvallen is natuurlijk niet te voorspellen, maar dat zjj voor de staatsrechterlijke verhouding tasschen de beide staten van groot gewicht zal zjjn spreekt wel vanzelf. De band zal losser geknoopt worden dat is een groote stap op den weg, die leidt naar algeheole scheiding en die binnen afzienbaren tjjd geheel en al zal worden afgelegd. Duitscbe courantenschrjjvers merken dan ook reeds spjjtig op, dat men in Duitschland goed zal doen, zich met de gedachte te verzoenen, dat ook bet bond- genooteohap met Oostenrjjk-Hongarjje spoedig tot de geechiedenis zal behooren. Maar niet alleen Dnitscbland, doch ook een groot doel van Europa is bjj het al of niet voortbestaan van de Donaumonaichie betrokken, al was het maar alleen in verband met de Balkankwesties. Intnsscheu laat ons den strijd tusschen de beide staten, d e hevig dreigt te worden, afwachten en niet op de gevolgen daarvan voornitioopen. Hofberichten. H. M. de Koningin-Moeder wordt tegen 16 Juni van haar buitenlandsche reis op het zomerverblijf teSjestdjjfc verwacht. Or. Kuyper In Spanje. Dr. Koyper is verleden week door don Portngeeschen koning in audiëntie ontvangen; Hjj woonde de opening der Cortes bjj. een scbrjjftafel met stoel, waar Ibsen eens heeft gezeten, omgeven door een reeks boompjes, met rouwfloers ver bonden, terwjjl voor het raam de buste vaa den schrjjver stond, omgeven door groen. Vanmiddag om half twee had in de kerk de ljjkdienst plaats. Het groot aantal aanwezigen vertoonde uiterljjke teekenen van rouw. De hoeren waren allen in rok of statiekleed, de dames in het zwart, veelal met rouw sluiers gekleed. De koning was in eigen persoon met een klein gevolg aanwezig. Koning Haakon streeft er bljjkbaar naar, geheel met en te midden van zjjn volk te leven. Nog heden morgen, terwjjl ik hier in de leeszaal zat, kwam hjj plotseling binnen om in een aan grenzend vertrek den Spaanechen gezant te ontmoeten, teneinde dien zjjn leedwezen te bvtaigen met den aanslag op hei leven van den Spaansohen koning. Behalve de vorst waren in de kerk aanwezig versohei- dene ministers en leden van het Storthing, voorts vele hoog waardigheidsbekleders, gezanten van yreemde mogend heden, bekende litteratoren, o. s. Gastafaf Geyerstam, tooneelspelers, studenten, enz. enz. Aanvankelgk neerschte er, door de bedrijvigheid die het aanbrengen der kransen met zich bracht en door de begroetingen van vele personen die elkaar hier ontmoetten een levendige drukte, die weinig aan een begrafenis deed denken. Maar toen bet orkest van het Nationaal Theater aanving een treurmarsch te spelen, trad plotseling een doodeehe stilte in, die verder bjjna den geheelen dienst voortduurde. Esn stu- dentenzangvereeniging zong een ljjkzang: >Ved. Henrik Ibsenss Baare,« door Theodor Gaspari vervaardigd en de priester Christopher Brnun hield een korte rede. Ten slotte legden de verschillende vertegenwoordigers van corporaties en particuliere personen die zich daartoe hadden aangemeld hunne kransen op de baar, waar bjj elk hunner een enkelen volzin aan de nagedachtenis van den afge storvene wjjdde. Onder het spelen van het orgel werd vervolg ns de baar opgenomen en zette de stoet, waarbjj tal van ver- eenigingen met hunne banieren zich aansloten, zich in Indisch telegram. In den Haag is het volgende telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië ontvangen. De bonding van Tabanan is vjjandig; het wenscht bljjkbaar aanvallend op te treden. Ter beveiliging vau de hoofdplaats Singaradja gaat eene compagnie infanterie derwaarts. De Fangeran Ratoe van Djambi is ontvluoht. Op Coram is de bevolking van Roemahsoal, omtrent wier gevoelens nog twjjfel bestond, gebleken goedgezind te zgn. Tabanan is een der landschappen met zelfbestnur op Bali. Het grenst aan Bsdoeng, welk landschap reeds langen tjjd een dreigende honding heeft aangenomen. Het bljjkt nn dat de vorst van Tabanan dien van Badoeng in het verzet tegen onze regeering steunt. Uen opstootje op Oost-Java. In het Djembersche, een afdeeling in de residentie Besoeki, Ooal-Java, had een opstootje plaats, 65 samen zweerders in de dessa Tjoerahweloet, die een nadji doodzwegen, omdat hg weigerde deel te nemen aan den prangsabil, (heilige oorlog) werden gearresteerd. Wetsoatwerp. Ingediend is een wetsontwerp tot verhooging en aan vulling van hoofdstnk IV der Staatsbegrooting, dienstjaar 1905. De verhoogingen betroffen o. m. kosten van verpleging der gevangenen, enz. (40.000 gulden) en ar- beidsloonen aan gevangenen en verpleegden f 10.500). Gemeeate-flnantlVa. De bjj kon. beslnit van 1 Juli 1903 ingestelde staats commissie zal zich belasten met een onderzoek naar de vraag, of wjjziging van de watteljjke bepalingen, die betrekking hebben op de financiën, der gemeente, noodig is, en bjj de bevestigende beantwoording dier vraag, daartoe strekkende voorstellen doen en deze belichamen in een of meer ontwerpen van wet, die raet de vereischte toeliohting bjj het door haar uit te brengen verslag zullen worden gevoegd. Ambtenaren der Rijks verzekeringsbank. Door Z. E. den minister van Landbonw, Handel en Njjverheid is een nieuwe regeling voorgesteld van de salarissen en rangsverhoogingen van de ambtenaren enz. der rijksverzekeringsbank. Vereenvoudiging van onze Schrijftaal. Gisteren werd te Amsterdam in Parkzicht eene alge- meene vergadering gebonden van de Vereeniging tot Vereenvoudiging van onze Schrjjftaal. Voorzitter was dr. R. A. Kollewjjn, die o. a. zeide: „Het is rnim 40 jaar geleden dat het Ned. Ond. Genootschap aan de regeering verzocht mede te werken tot de invoering van de spelling-De Vries en Te Winkel. De Minister Thorbecke antwoordde op 8 Febr. 1866: „Die medewerking kan niet worden verleend. Da regen ring, een ieder, en zoo ook de onderwjjzers, volkomen vrjj latende, de nieuwe spel ing al of niet te volger, bljjft onzjjdig. Noch aanbeveling, noch aikeuring is van haar te wachten." In 1897 en 1898 verklaarden de ministers Van Hou- lei en Goeman Borgesius dat zjj die ouzjjdigheid in acht zouden nemeo ten opzichte van de vereenv. sobijjttaal. Minister Koyper, die aanvankelijk op hetzelfde stand punt stond, werd op een dwaalspoor gebracht door min der jniste inlichtingen in Bslg verkregen." Uit het jaarverslag bleek, dat het ledental thans raim 3000 be draagt, 40 afdeelingec van onderwijzersgenootschappen traden toe. De invoering van de vereenvoudigde spelling werd bg het lager onderwjjs in Z. Afrika toegepast, waarmede uitstekende resultaten werden verkregen. beweging naar het nabjj gelegen kerkhof. Dit kerkhof te Christiania heeft een heel eigenaardig aanzien. Er zgn geen grafzerken, maar graftaintjes, lapjes grond, al of niet door een steenen rand omgeven, waarop, behalve een grafmonument, dat trouwens dikwjjls heel klein is of geheel ontbreekt, een of een paar bloemperkjes zgn aangelegd. Het onderhond van die tuintjes, waartoe waterbakken op het kerkhof aanwezig zgn, geschiedt door de nabe staanden van den begravene, of door de vroaweljjke tainlieden, die daar voortdurend werkzaam zjjn. Sommige tuintjes zgn echter geheel verwilderd. Op of bjj de netste staat oen bank, waarop zjj die komen om te tronren of te bidden bjj het graf zich kannen neerzetten. Het kerk hof wordt door velen als wandelplaats gebruikt, er zgn zelfs eenige slingerpaadjes met banken, welke met de graven volstrekt niets uitstaande hebben. Daar zag ik schooljongens, die het een geschikt plekje vonden om hunne lessen te loeren en zelfs een minnend paartje, dat dat daar gezellig eenzaam omzat. Zonderling, deze halve oneerbiedigheid, die aan den anderen kant weer toont hoe het volk hier met zgn dooden leeft. Te midden van deze vreemde omgeving is Ibson be graven. Eerst epeelde de brigademnziek, die zich aan het hoofd van den stoet had gesteld, een treurmarsch, door Ole Olsens op lt>sen gemaakt. Toen zonk de kist waarvan de kransenmassa was afgenomen, langzaam in de met spazrentakjes omgeven groeve, de Cristiania- handelstandzasgvorening zong een vers van het bekende «7aag o sjael ogbed* en nadat de priester drie schoppen zand op de kist had geworpen, nog een. Ten slotte speelde de muziek nog een tieormarsoh, nameljjk die welke Grieg componeerde bg des dood van Riet Nord- aach, den dichter van het Noorsche volkslied. Toen dit alles was afgeloopen legden de schenkers van kransen hunne bloemenhulde rondom de groeve, de versohillende vereenigingen drfileerden met bun vaandels dat ze elk driemaal over het geopende graf deden buigen en hier mede was de plechtigheid afgeloopen, de laatste eer aan den grooten Noorsohen tooneelschrjjver bewezen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1