No. 132. Honderd en achtste jaargang. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. 1906 DONDERDAG 7 JUNI. Hinderwet. B IN N ENLAN D. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents TelefoOMnaamer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Lijst van Kiesgerechtigden voor Leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. "kunst EN LETTE REN* De BURGEMEESTER van ALKMAAR Gelet op het Koninklgk Besluit van 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76) tot vaststelling van eau Algemeen Reglement voor de Ka*»ers v»« Koophandel en Noodigt hen, die niet op de in het jaar 1904 vast gestelde Kiezerslijst voorkomen, maar aanspraak kunnen maken om op de K'ezerslgst te won en geplaatst, uit, daarvan vóór I «tuil a.s. ter gemeento-secretarie aangifte te doen volgens het daarvoor vastgestelde for mulier, waarvan aldaar exemplaren kosteloos verkrijg baar zjjn. Art. 6 van het Reglement bepaalt, dat men om kiezer van leden oener Kamer te zjjn, moet voldoen aan de beide volgende voorwaarden A. Kiezer zjjn van leden van den Raad der gemsente waar de Kamer is gevestigd B. Aldaar bestuurder of mede-bestuurder zjjn en ge durende twaalf achtereenvolgende maanden zjjn geweest, van een bedrjjf van handel of ngverheid. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 1 Juni 1906. J. DE WIT Dz. 1°. Burg. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bjj lagen van J. G. H. Elfring, aldaar, om vergunning tot hst uit breiden van zjjn broodbakkerg door bet oprichten van een heeteluohtoven, ter vervanging van dsn bestaande oven, in het perceel Koningsweg Wjjk B. No. 74. Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Dinsdag 19 Juni e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelgk vóór of op dien tgd. Gedurende drie dagon vóór gomelden dag kan de verzoeker en hg, die bezwaren heeft inge- braoht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz., lo.-B., Voorzitter. 5 Juni 1906. DONATH, Secretaris. De Chlneesche aslsale. De Ghineesohe missie bracht gisteren ean bezoek aan Amsterdam. Onmiddelljjk na aankomst werden 's burge meesters kamer en de raadszaal bezichtigd, waar de burgemeester de gewenschte inlichtingen gaf omtrent de kostbare sohilderjjen, inrichting van het gebouw enz. Daarna reed men in vier rgtuigon naar de fabriek van werktuigen en spoorweg materieel en vandaar per salon boot door de Heerengracht naar bet huis van den burge meester voor de lunch. Na de lunch werden bezoeken gebracht aan het rgksmuseum en aan de diamantslgperg van den heer Asscher op de Ljjnbaansgraoht. Over het bezoek op het stadhuis deelde de burgemeester, mr. Van Leeuwen, later het volgende mede aan een verslaggever van het Handelsblad >'l Heb niet veel gezegd, en ze maar dadeljjk m'n werkkamer laten zien. Dien grooten bol, dien ik daar heb staan, vonden ze prachtig.; Meneer Toewang Fang vroeg me, of deze gekleede jas nu mjjn beste plunje was en of ik niets beiers had. Ze vonden 't bljjkbaar nogal gewoon. »En van m'n kamer zjjn we naar de raadzaal gegaan. Daar hadden ze ook het een en ander te vragen. Dien minister van eeredienst heb ik op mgn stoel laten zitten en dadeljjk vroeg hg, waarom dat ding hooger was dan de andere. Dan zien de menschen wat meer tegen je op, heb ik hem maar gezegd. »De Koningsportretten vonden ze prachtig, daar moesten ze wat van huoren; maar die andere schildergen waren te gewoon, te ordinair; daar werd niet op gelet. »En hoe die heeren nu beeten? Ja, ik heb't geweten ze zjjn allemaal aan me voorgesteld. Maar denk je, dat ik zulke namen onthouden kanl Eén was er, die heeft me z'n kaartje gegeven, omdat ik hem steeds verkeerd noemde. Hier is 't. Om 4 uur 55 vertrokken de leden der commissie weder naar den Haag. Odmiddelljjk na hunne teragkomst daar is een bozoek afgelegd bjj den ministor van staat, mr. F. M, C, Asser. Tweede Maner. Voortgezet werd gisteren de beraadslaging over art. 1639(7 van bet Arbeidscontractindien de duur eener dlenstbetrekkirg, noch bg overeenkomst, socb bg ïegle ment, noch bjj wet of verordening, ncch ook door het gebruik is aangegaan wordt zjj geacht voor onbepaalden tjjd te zjjn aangegaan. Aangenomen evenals artikel 1639A. Aan de orde was art. 1639* (duur van den opzeg, gingstermjjn) waarbjj de heer Ruysde Boe re n- b r o u c k (R.-K.) een tweetal amendementon toelichtte, strekkende om aan het artikel een nieuw lid toe te voegen indien het loon van den arbeider voor het geheel ol voor een gedeelte is vastgesteld en het gebruik van een aangewezen woning of lokaal of een bepaald stuk grond, zal de termjjn van opzegging van dit gebruik geljjk zjjti aan den termjja van opzegging der dienst betrekking, doch niet korter dan ter plaats van huurders van gelijksoortige onroerende goederen gebruikeljjk is. Het tweede amendement strekt om denopzeggings. termjjn geljjk te doen zjjn voor alle arbeiders in eenzelfde bedrjjf met minder dan f 4 loon. De bedoeling van het eerste amendement was de billjjkheid te betrachten tegenover landarbeiders; öie van het tweede een ge meenschappelijke staking of uitsluiting in een bedijjf tungaljjk te maken. De heer Troelstra (soc.-dem.), betoogde dat spreker en de zijnen niet geestdriftig voor dit artikel zjjn gestemd, terwjjl de heer Heemskerk (Anti-rev.) er op waeB,datde langste termjjn in dit ontwerp 6 weken is en dat in den regel de opzeggingstermijn voor de dienstboden 3 maanden is. Zal die opzegginstermgn van 3 maanden voortaan al dan niet meer geldig zjjn. De Ministor verdedigde het artikel tegenover den heer Troelstra en antwoordde aan den heer Heemskerk, dat de opzeggingstermjjn van 3 maanden voor dienst boden door dit ontwerp volstrekt niet verboden wordt. Wat de amendementen aangaat zeide de Minister dat het eerste niet in dit ontwerp thuis behoort en dat hg het tweede niet aanbevelenswaardig achtte. De heer N o 11 i n g Vrjjz. Dem.) was van meening, dat het artikel niet in het nadeel van den werkman zal zjjn. Namens de commissie van rapporteurs ontried de heer D r u e k e r (Vrjjz. Dem.) aanneming van beide amende menten. Na verdere discussie werd het eerste amendement in getrokken, hot tweede met ,52 tegen 12 stemmen ver worpen, terwjjl een amendement van den heer Van Vliet (Anti-rev.), dat de mogeljjkheid openstelt van een langeren opzeggingstermjjn van don patroon tegenover dsn arbeider, werd aangenomen met 53 tegen 12 stemmen. Het artikel werd daarna aangenomen zonder hoofde- ljjke stemming, evenals artikel 1639J. Op artikel 1639lc (de dienstbetrekking eindigt in den regel niet door den dood des werkgevers) lichtte de heer Van den Bergh (vrjjz. dem.) te Den Helder een amendement toe stiekkende om aan don rechter over te laten de beslissing of er bg overljjden van den werkgever voldoende gewichtige redenen voor den arbeider bestaan om de dienstbetrekking te doen eindigen in den zin van artikel 1639m?. De Minister meende dat het in den aard van het contract ligt om partgen niet te dwingen bij overljjden de dienstbetrekking voort te zetten. Daarom is de Minis ter tegen het amendement. De heer Van den Berg verdedigde nader zjjn amen dement dat daarna werd verworpen mat 36 tegen rr?- stemmen. Artikel 16391; werd hierna zonder hoofdeljjke stemming aangenomen. Door de heeren Ter Laan, Hogenholtz, Schaper, Tak en Troelstra zjjn voorgesteld twee amendementen om na art. 16391; iu te voegen de beide volgende artikelen Art. 1939 k bis. De dienstbetrekking eindigt niet tengevolge van de omstandigheid, dat de werkgever of de arbeider onder de wapenen wordt geroepen of gehouden krachtens art. 111 der Militiewet 1901 of krachlens arf. 11 <ler Laud- weerwet. Art. 1639 k ter. De tgd, gedurende welken de wetgever of do arbeider bedoeld in het vorig artikel, ondor de wapenen wordt gehouden, wordt niet medegerekeud in de termjjn van opzegging. Elk beding strjjdig met de bepaling in het eerste lid van dit artikel is nietig. De heer Ter Laan (soc.-dem.) deze amendementen toelichtende, zette de noodzakelijkheid der invulling van de hierboven aangegeven artikelen nader uiteen en zeide geen groote waarde te hechten aan het reeds vroeger geopperde bezwaar dat patroons geen arbeiders in hun dienst zullen nemen die nog voor herhalingsoefeningen moeten opkomen. Hetgeen hier wordt voorgesteld is mede een vingerwijzing voor de patroons om goede patroons te zjjn. De heer Roodhujjzen (Unie-hb.) acht art. 1639 k bis een gevaarljjk artikel, omdat de geheele actie tegen de herhalingsoefeningen er door verlamd zal worden. De ministers van Oorlog toch zullen slim genoeg zjjn zich op deze bepaling te beroepen als men voor afschaf fing der herhalingsoefeningen agiteert. De Minister meende, dat het artikel toch geen effect zal hebben, dasr de werkgevers wel eene regeling zullen weten te maken om er zich aan te onttrekkeu. De heer D r u c k e r betoogde mede, dat het artikel weinig beteekent en dat htt de patroons toch niet moeiljjk zou vallen zich van hunne arbeiders te ontslaan zonder met het artikel in Btrjjd te komen. De meening der 0. v. R. over het amendement is verdeeld. Twee der leden zjjn er voor, twee er tegen. Zjj die er tegeu zjjn vragen waarom art. 110 der Militiewet niet in het artikel is opgenomen, welks toepassing van veel gvooter beteekenis is. De hoer Ter Laan antwoordde, dat de voorstellers er wel degeljjk over gedacht hebben art. 110 der Militie wet in hun amendement op te nemen. Zjj hebben dat niet gedaan, omdat de buitengewone opkomst onder de wapenen in 1903 geleerd heeft, dat de duur der opkomst onbepaald is. Spr. zou er geen bezwaar tegen hebben, dat de agitatie tegen de herhalingsoefeningen tengerolge van het aanbrengen van verbeteringen ainam. De beer Thomson (Unie iib.) betuigde zjjn volledige sympathie met het voorstel-Ter Laan. De moreele betee kenis van dit voorstel achtte spr. zeer groot. In 1903 hebben niet minder dan 600 militairen hunne betrekking ingenomen gevonden toen zjj naar hunne haardsteden terugkeerden, geJjjk bljjkt uit een stok van het comité tot ondersteuning van miliciens, dat toen is opgericht. Dat comité is, nadat het zooveel mogeljjk stenn had verleend, bljjven bestaan, wnl een bewjjs, dat, het noodig was om miliciens, die door het vervullen van hnn dienst plicht buiten betrekking waren geraakt, te helpen. Spreker hoopt, dat de Kamer deze moreele verplichting op zich zal nemen. Da heer Lobman (Chr. Hist.) erkende de moreele verplichting, doch wilde baar niet dwingend maken. Dj heer Eland (U.L.) ondersteunde ten sterkste het amendement. Art,kei 110 zou hg er niet in willen opnemen. De.heer D r n c k e r verklaarde, at gehoord de discussie, thans drie leden der commissie tegen het amendement zjjn. De beraadslaging werd gesloten. Het eerste amendement (artikel 1639 k bis) word verworpen met 39 tegen 25 stem men, waarna de voor stellers het tweede amendement (artikel 1639 k ter) introkken. Op artikel 1639 i (proeftjjd) lichtte de heer a n Doorn (Unie lib.) een amendement toe, strekkende om te doen vervallen de nietigheid van het gediug, als de proeftijd niet voor de beide pnrtjjen is aangegaan. Spreker achtte het irrationeel, dat wanneer de patroon een arbeider op proef neemt daai uit per se moet voort vloeien, dat de arbeider ook dan patroon op proef neemt. Een proeftjjd van twee maanden kan ook voor intelleo- tueelen arbeid te kort zjjn. De heer D r u c k e r merkte op dat alwat de heer Van Doorn wenscht met dit artikel kan worden bereikt, waarbjj de minister zich aansluit. De heer D r u c k e r ontried namens de geheele 'com missie van rapporteurs het amendement, dat daarna werd vorwotpen met 42 tegen 11 stemmen. Artikel 1639 i werd daarna goedgekeurd. Vredespaleis. Gister was ten paleize op den Knentordjjk te 's-Gra venhage en aangrenzende lokalen de bezichtiging van de ontwerpen van het Vredespaleis opengesteld voor de tegenwoordige ministers en de oud-ministers van het vorige Kabinet, dat het desbetreffende wetsvoorstel indiende, benevens voor de leden van den rafid van toezicht op de Carnegie-Btichting. Heden zal aan de Kamerleden en andere autoriteiten die gelegenheid worden gegeven. N. v. N. Zaak-vai lleeckeren. De commissie van verzoekschriften uit de Eerste Kamer is gisteren bijeen geweest. Men veronderstelt ter be spreking van de quastie-van Heeckeren. tiemeentewerklleden. Op het Congres van gemeentewerklieden, dat te Leeuwar den wordt gehouden, is met algemeene stemmen een motie aangenomen, waarbjj de vergadering de Neder- landsche gemeente- en andere openbare werklieden en beambten oproept, zich bjj hun respectiove organisaties aan te sluiten om zoo noodig gezamenljjk actie te voeren tegen eventueele pogingen van de zjjde van autoriteiten tot het vervangen der vakvereenigingen door groopsver- togenwoordiging en verzoekt het N. V. V. om in deze actie behulpzaam te zjjn. Hen anti-revolutloanalr over den polltleken toestand. Ia de Dinsdag gehoaden buitengewone vergadering van het provinciaal comité van anti-rovolutionnaire kiesver- eenigingen in Zeeland (provinciale Deputatenvergadering) liet de heer Doymaor van Twist in zjjn rede over den politieken toestand er het licht op vallen dat bjj den verkiezingsstrjjd, die het kabinet-Kuyper ten val bracht, valsche en negatieve leuze den doorslag gaven. Van links was veel in uitzicht gesteld dat niet was nagekomen. Integendeel, verlaging van militaire uitgaven was voorgespiegeld en verhooging was 't resultaat. Be lastingdruk zou verminderd worden, de 10 opcenten op de bedrijfsbelasting spreken. Een verzoeningsgezinde politiek was beloofd, maar de benoemingen hebban het tegendeel geleerd. De ministers toonden ^zich zwak, omdat het Kabinet rekening moet houden met de verschillende stroomingen. Wanneer de rechterzijde niet had medegewerkt waren zeker twee ministers, die van oorlog en marine, reeds afgetreden, want al is de meerderheid 52 tegen 48, ei- genljjk kan het ministerie slechts op 24 mannen, dat zjjn die der Liberale Unie, rekenen. De bezwaren, die spreker tegenover het door den heer Borgesius samengestelde ministerie ontwikkelde waren vele en een grief maakte hjj den formateur ervan dat bjj, in de Kamer, hoezeer herhaaldoljjk daarnaar gevraagd, steeds bet zwjjgen deed op de bemerkingen van rechts. Hg wekte ten alette de anti-revolutionnairen in Zeeland op, om, gedachtig aan hun sohoone wapenspreuk Luctor et Emergo, eendrachtig saam te werken om de christelgke beginselen hoog te houden en ook op het terrein der Staatkunde te arbeiden aan de voltooiing van hun ideaal. 58e Mlederl. Iiandhulshoudkundlg Congres te Amersfoort. 't Landhuishoudkunding congres, gisteren te Amers foort gehouden, werd geopend door den eere voorzitter, mr. F. D. graaf Schimmelpennick. De heeren Löhnis en van der Hoek, inspecteurs van den landbouw en het landbouwonderwijs woonden het congres bij. Verschillende punten kwamen aan de orde. I. „Wat kan er gedaan worden om de ontginning van 's lands woeste gronden te bevorderen op grooter schaal dan tot dusver geschiedde De inleider jhr. Hora Siccama van de Harkstede besprak de werkeloosheid ten plattelande en het trekken naar de steden, hoewel er 600.000 a 700.000 H. A woeste grond ligt. Hij wil een combinatie van boscb-, akker-, weide- en vischcultuur op den te ontginnen grond en in de wateren daarbij, als ze er zijn. Spr. vroeg het congres te overwegen of zijn in het kort ontwikkeld denkbeeld een gezet onderzoek naar zijn uitvoerbaarheid waard is, of het voor toepassing in het groot in aanmerking kan komen en, zoo ja, welke weg bewandeld zal moeteu worden, om het tot verwezenlijking te brengen. De heeren Hartog en van Vloten bestreden den inleider op eerige punten Huns inziens blijkt er geen gebrek aan werk te zijn ten plattelande en moet er niet meer tegelijk ontgonnen worden dan tot werk verschaffing noodig is. De heer Siccama stelde eenige conclusiënwelke echter niet in stemming werden gebracht. De heer H. D. S. Haseelman, te Utrecht, prae-advi- seerde over de viaag: II „Welk soort varkens is voor Nederland het meest gewenscht en hoe komen we daaraan De inleider wenschte dat de boeren niet zullen kruisen met groote of middelslag Yorkshires maar met Duitsche edelzwijnen. Het Yorkshire ras voldoet hier niet door de vorkeerde wijze van handelen van vele veehouders. De discussies over dit punt werden verdaagd. Door den heer C. G. J. A. van Gonderen Stort te Groningen werd ingeleid III. „Is het wenschelijk, dat ook de groote land bouwbonden, vereenigingen en maatschappijen daad werkelijk de pogingen der V. P. N. steunen Spr. betoogde dat het veel kleinere Denemarken veel meer eieren uitvoert dan wij, omdat de groote land bouw vereenigingen daar de pluimvee vereenigingen kraohtig steunen. De V. P. N. telt reeds 6600 leden, maar als land- bouwmaatschappijen gaan steunen, kan men met Denemarken op de zondensche markt gaan concurreeren. Verschillende heeren nog voerden over dit punt 't. woordde inleider zeide ten slotte nog; Organisatie is hoog noodig; vooral personen zijn noodig, die de pluimvea-houderij en tevens den handel kennen. De ware weg is de verzameling door bemid deling der zuivelfabrieken. Na de pauze werd verslag uitgebracht door don Raad van Beheer van het Hoetfondsde Sloetprijs was toe gekend aan J. S. Bruijns. De heer A. Waller te Amsterdam besprak de vraag. IV. „Welk nut hebben koelpakhuizen voor land- en tuinbouw Spr. stelde in 't licht dat de meeste artikelen tegen woordig in koelpakhu'zen worden bewaar 1 en dit groot nut heeft ter conserveering van zuivelproducten. Koelpakhuizen aau abattoirs verbondon worden steeds talrijker. Aan alle kanten wordt van koelpakhuizon iu het buitenland gebruik gemaakt, wij zullen, meende spr. van dezelfde v. apenen gebruik moeten maken. Over dit punt werden eenige vragen gedaan door de heeren Snellen en van Rijs. De heer Hylkema van Utrecht leidde in de vraag. V. „Langs welke wegen kan de bereiding van de Nederlandsche zoetomelksche oi vette kaas meer winst gevend gemaakt worden Spr. wees er op, hoe de groote hoeveelheid halfvette en magere kaas, vroeger onbekend, aanleiding hooft gegeven tot bedrog in den kaashandel en den naam van Nederlandsche vette kaas afbrauk heeft gedaan. Spr. acht het noodig, dat er tussohen het fabriceeren en het verhandelen verband blijft bestaan om zoowel de een als de andere in de juiste banen te leiden en om te voorkomen, dat de fabrikant bederft wat de koopman heeft bereikt, te verhinderen dat de koopman te niet doet wat de fabrikant tot stand bracht. Verschillende sprekers voerden nog over dit punt 't woord, waarna de inleider verklaarde, dat de kaasinakerjj op de boerderjj zjjn liefde niet kan hebben, omdat het product, daar bereid, thans op de markt niet meer past. De eenheid van het product, die wjj behooven, kan alleon op fabrieken verkregen worden en het complex der fabrieken is juist noodig om de belangen van handel en productie beide te kunneu bevorderen. Dat kaasfabriekea geen kaas van volle melk zouden kannen maken, wordt door spr. weersproken. Het congres werd daarna verdaagd tot heden. De heer De Beaufort, voorzitter van de afd. Amersfoort vau 't Landbouwgenootsohap, opende giBteren om 12 uur de landbouwtentoonstelling, dat ter gelegenheid van dit congres wordt gegeven en waarvoor verschillende medailles zjjn aitgeloofd. Gisteren werd een ringrgderjj gehouden gisteren is dc groote dag van het concours hippiqae, dat schitterend belooft te worden. Top Mae ft. Ia de Tel. komt een interview voor van Judith Oohen- sius met Top Naeff, waaraan wjj 't volgende ontleenen «Gewoonljjk doen dames criant vervelend, als je ze, naar de schoone offie'eele term luidt, komt intervieweu. Ze kjjken smach'end naar 't plafond o! zedigljjk naar deu grond en verklaren, dat ze zich eigenljjk al te onbe- teekenend achten om in de krant gezet te worden, zjjn doodsbenauwd om 'n woord te zeggen öf, ze vinden de zaak ontzettend gewichtig, vertellen alle mogelijke onbeteekenendhedeD, met 't verzoek, die er vooral bjj le zetten, om op die manier 's heerljjk gratis propaganda voor haar ideeën te maken. Bg Top Naeff niet* van dat alles. Ronduit sprak ze, eerljjk gaf ze zieh. Op een tafelt ja lag haar dezer dagen nitgekomon boek »In den dop.* D:t zal waarschjjolijk 't Lalste zjjo, dat za voor meisjes schrjjft. «Kijk», zei ze, »ik voel ma eigenlgk 'n beetje boven deze boeken uitgegroe.d. Toen 'k, piepjong, «School idyllen geschreven had, vond 'k dit m'n eerste serieuze werk. 'k Heb nu den vierden druk klaar gemaakt, maar 'k fcad 't heele boek wel willen overs hrjjven. Maar toen.... 'k was er zelf verrnkt van. Na «Schoolidyllen c zjjo «Da Tweelingen* gekomen en »'t Veulen*, nu dit 'k heb zoowat alle meisjestypen gehad en wil liever niet in herhalingen vervallen. En 'k geef ook liever m'n tgd aan werk voor groote menschen.* Voider vertelde ze, zelf ook een echte bakvisch te zjjn geweest, de plaag der jnffrouwen. Zjj heeft geen bepaalde lievelingsschrijver, 't meest trekt haar ochter aan wat heel fijn en teer is. Verstands werk kan haar niet bekoren, er moet gevoel en hartstocht in ligger. Een paar verzen vau haar, die in Groot- Nederland hebben gestaan, zjjn haar letterljjk ontrukt. Ze heeft er vele liggen, maar vindt ze niet goed genoeg voor publicatie. «O, hemel, je leest toch al zoo'n hoop slechte verzen*, zuchtte ze. »l)e mjjne kunnen bost gemist worden. Je

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1