No. 140. Honderd en achtste jaargang. 1906 DAGBLAD VOOR. ALKMAAR EN OMSTREKEN. Openbare Leeszalen eo Boekerijen. ZATERDAG 16 JUNI. bTn'ne "N L AK D. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. TelefooRniuKBier Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam O 9. "Dit nummer bestaat uit 2 bladen. in Uit de Per8. Rechtzaken. URANT. In enkele wijken van Londen vindt men een „Queen's Jubilee Library", een openbare leeszaal en boekerij, waaraan de naam van Koningin Victoria verbonden is. Toen Engelands heerscheres haar vijftigjarig regeeringsjubileum vierde heeft men gemeend haar niet te moeten huldigen in marmer of in brons, maar ter harer eere openbare leeszalen en boekerijen te moeten oprichten. En zoo zijn er aan de Theems een tiental monumenten van kennis en beschaving opgericht, tot zegen van Londens burgerij. Het behoeft wel geen betoog dat deze daad door vele anderen is gevolgd, zoowel binnen als buiten Londen. Trouwens ook vóór dien tijd is or op dit gebied veel gedaan in Engeland, waar het oprichten en in stand houden vau deze instelling in hoogemate bevorderd is door de wetgeving. De heer H. E. Greve schrijft in zijn serie artikelen over dit onderwerp in de laatste nummers van De Kroniek het feit, dat Amerika en Engeland, zoo gereedelijk, zoo tamelijk gemaklijk, voor hun tijd liberale wetgevingen voor boekerijen gaven, toe aan de behoefte aan geschoolde intellecten, die practisch toepasten, wat de theorie leerde, op industrieel- landbouwkundig- en handels gebied en die de werken en gegevens in overvloed en zonder kosten moesten kunnen vinden, en aan het gevoelde gemis aan boekerijen. In deze woorden ligt de erkenning van de groote beteekenis dezer instelling, een erkenning welke den BOsten Juli 1850 doorde regeering is gegeven, toen het Lagerhuis nazestien maanden er over beraadslaagd te hebben, The public Libraries and Museumsact aan nam, een ontwerp, dat den 14de Augustus daaraanvol gende door de Koningin werd geteekenden tot wet werd verheven. Het loont de moeite deze wet uitvoerig te behandelen, omdat zij voor ons Nederlanders iets geheel buitenissigs is. De vader er van is William Ewart en naar hem wordt de wet dan ook Ewart- bill genoemd. Als aanleiding van de indiening van het ontwerp is te beschouwen een reeks tijdschrift artikelen van Mr. Edward Edwards over openbare leeszalen en boekerijen. Toen deze artikelen verschenen waren, werd op initiatief van Ewart door het Lagerhuis een com missie benoemd, belast met het instellen van een onder zoek naar de openbare boekerijen. In het rapport, dat 23 Juli 1849 verscheen, werd geconstateerd, dat, terwijl op het vasteland in het geheel 250 inrichtingen bestonden, toegankelijk voor „den arme zoowel als den rijke", „den vreemdeling zoowel als den onderdaan", terwijl er in Amerika meer dan honderd waren, Engeland er slechts één kon aanwijzen (te Manchester). Op dit rapport grondde Ewart de noodzakelijk heid van regeeringssteun. Zijn wetsontwerp bepaalde dat de burgemeester van elke stad, tellend meer dan 5000 inwonersindien de gemeenteraad dit ver langde, een stemming onder de belastingbetalende burgers moest laten houden over de vraag, of er een bijzondere boekerij-belasting van een halve penny per pondsterling van de totaal opgebrachte belasting (d.i. 2 cent van 10 gulden) zou worden gegeven. Twee derde van het totaal uitgebrachte stemmen- aantal moest zich er voor verklaren voordat deze nieuwe belasting zou kunnen worden ingesteld. Tegen deze wet verzetten zich vooral de hoogleer aren. Zooals ook zal blijken, wanneer wij de open bare leeszaal en boekerij in Groningen behandelen, was het niet alleen 60 jaar geleden en niet alleen in Engeland, dat de professoren in de oppositie waren. De wet vond in het Lagerhuis grooten tegenstand en tenslotte slechts een kleine meerderheid. Zij kwam er evenwel en sedert is zij herhaalde malen herzien en verbeterd. Voor zoover ons bekend, heeft de Engelsche wet gever in het jaar 1892 voor het laatst in deze materie ingegrepen. In dat jaar werd de Public Libraries Act aangenomen, een wet, waarbij wordt bepaald, dat op verlangen van minstens tien belastingbetalen- den door den burgemeester een stemming over het instellen van een boekerij-belasting moet worden gehouden de gewone meerderheid beslist, zoodat niet meer twee derde van het totaal uitgebrachte stemmen vereischt wordt. Blijkt bij de stemming, dat de meerderheid deze belasting niet wil, dan kan een nieuwe stemming niet eerder dan een jaar later worden gehouden. Meer dan een penny op elk pondsterling van de in het geheel opgebrachte belas tingen mag evenwel voor dit doel niet worden ge heven, tenzij bij een speciale wet een gemeente hier toe verlof heeft gekregen, of dat met de inrichting andere inrichtingen ten bate van de volksontwikke ling verbonden zijn. Van deze ruimere bevoegdheid hebben de Engelsche gemeenten een ruim gebruik gemaakt. Blijkens een statistiek, gemaakt door dr. Ernest Schultze, hieven in 1899 87,5% van de 160 gemeenten met openbare boekerijen één penny, 7,5% minder en 5% z0lf8 naeer. Onder de eerste rubriek bevonden zich 12, onder de tweede 2 gemeenten, met minder dan 10.000 inwoners. Gemeenten met een arme bevolking behooren tot de eerste of zelfs tot de derde catheagorie. In de gemeenten met de penny belasting wordt jaarlijks per hoofd ongeveer 16 centen betaald men begrijpt dat met een dergelijk bedrag, hoe luttel ook lijkend, ook in kleinere steden heel wat te doen valt. Zelfs in Schotland en in Ierland is er dan ook met behulp van deze belasting veel tot stand gebracht. Het aantal gemeenten met een openbare leeszaal en boekerij is dientengevolge thans verrassend groot. Evenwel belasting betalen is een leelijk ding, ook als er iets moois door wordt verkregen, zoodat zelfs de boekerij-belasting niet overal de sympathie had van de meerderheid der burgers. Het was vooral in Edinburg dat hevige tegenstand werd geboden. Den 18den Mei 1868 werd er een groote vergadering gehouden, waarin over het lot der nieuwe belasting zou worden beslist. De opkomst was groot in den verkiezingstijd zou men zeggen dat de ban en de achterban waren opgeroepen. De tegenstanders zochten hun kracht in schreeuwen en van argumenten wilden zij niet weten, zij hadden de overmacht en de belasting werd met verpletterende meerderheid verworpen. Dertien jaar later is de zaak opnieuw aanhangig gemaakt en weer was de tegenstand groot. Door de straten van Edinburgh werden zelfs reusachtige plakkaten gedragen, waarin de „belastingbetalers" (suggestief woord, met suggestieve letters gedrukt) werden uitgenoodigd hun stem tegen de nieuwe belasting uit te brengen. Een en veertig duizend mannen konden stemmenvijftien duizend zeven honderd zeiden néén, zeven duizend zes honderd ja, en de rest zei niets, bleef thuis. Toen kwam Andrew Carnegie die 300,000 gulden wilde schenken, onder voorwaarde, dat de belasting er door kwam. Doch nauwelijks was dit edelmoedig aanbod gekomen of Carnegie telegrafeerde „Acht 600.000 gulden noodzakelijk om Edinburgh boekerij te geven, welke zij noodig heeft, verhoog som tot 600,000." Deze zes honderd duizend gulden deed de schaal overslaan. Duizenden stemden voor en slechts twintig personen tegen. En thans is de openbare boekerij in Edinburgh de schoonste in heel Schotland, en dag in dag uit wordt een dank baar gebruik ervan gemaakt. Vermelding verdient het voorts, dat toen te Shef field werd gevraagd de belasting op 2 pence te stellen, geen enkele stem zich daartegen verhief, En dat is geen wonder, waar practisch is bewezen dat door de aanwending van deze belasting o. m. de kosten van het armwezen verminderden. Naast Carnegie heeft Passmore Edwards deze instellingen financieel krachtig gesteund. Het is opmerkelijk dat we hier weer te doen hebben met een self-made man. Hij kwam met nog geen twee gulden in den zak te Londen, werd daar rijk en heeft zijn rijkdom voor een groot deel besteed ten bate van degenen, die hem tot welstand hebben gebracht, n.l. de lezers (met het uitgeven van tijd schriften en couranten heeft Passmore Edwards zijn kapitaal verdiend). Ewart Bill en vorstelijke giften vormen te zamen het fundament, waarop in tal van groote zoowel als kleine steden van Groot-Brittanje de gebouwen zijn opgetrokken, waarvan de deuren wijd open staan voor ieder, die zijn begeerte naar ontwikkelende of uitspannende leesstof wil bevredigen. In bijna geheel Europa is het Engelsche voor beeld nagevolgd. In haast alle landen vindt men thans openbare leeszalen en boekerijen. Gelukkig ook in Nederland. Zooals met zoovele andere grootsche denkbeelden, schjjnt ook dit als en zaadje te rond zweven in de lucht, totdat een frissche wind het brengt naar een vruchtbaren bodem, waar het ontkiemt, steeds breeder wortelend in alle lagen der maatschappij en groeiend tot den boom der ont wikkeling van welks heerlijke vruchten duizenden genieten. Wanneer iemand eens weer een boek schrijft over dit onderwerp, dan zal hij Nederland meer dan 28 regels van de 362 bladzjjden moeten afstaan, zooals Schul e in het laatst der vorige eeuw deed. Er is nu ook een zij het dan ook jonge en weinig- omvattende geschiedenis van de openbare leeszaal en boekerij in ons land en die geschiedenis zullen wij in de twee volgende artikelen behandelen. Tot heden hebben wij stelselmatig zooveel mogelijk cijfers over kosten, bezoek en boeken vermeden, maar a.s. Zaterdag zullen wij er enkele vermelden, omdat zij voor den lezer belangwekkender zijn en bovendien een zuiverder en gemakkelijker maatstaf bieden voor de beoordeeling van de beteekenis dezer instellingen in een stad, dan de buitenlandsche cijfers met de vele nullen, die ona tenslotte toch betrekkelijk weinig zeggen. Hofberichten. Hot vetbijjf iu hst buitenland van Z. K. H, L rins Hsndrik is mei eeu dag verlengd. Da prins keert nu Maandag van Gastein op Het Loo terug. tweede Hamer. In den loop der zitting der Kamer van gisteren werd besloten dat voor het zomir-reces nog na de eerste lezing /an het Arbeidscontract aan de orde zullen komen de hu'sboudelijke begrooting, de interpellatie-Van Wjjnbergeu (omtrent de subsidieering van kweekscholen) de inter- peüatie-Verhey heden aaugokondigd, eeoigo kleinere watsooi werpen en oocclus 0a op adressen en de motie» Troelatra betreffende wetteljjke maatregelen tegen knoeie- rjjec met naamlooze vennootschappen. D, Kamer bahande'de bet ontwerp tot toekenning van een bjjdr&ge vua f 250.000 voor bed ij king van den Batbprider in Zeeland. Zroals wjj gisteren reeds mededeeldon werd het ontwerp zordsdigd door den b"er Luoasse (A.-r.) De heeren Van Foreest (L.) en Van Kol (S.D.) en L e 1 y (U.-L bestreden het /obter. Da haar Van Foreest hoopte in tegenstelling mtt den roiigen spreker, dat het wetsontwerp niet zal worden aangenomen. Wat hjj over de zaak gehoord, gedaan en gelezen heeft, versterkte hem in de opvatting, dat het niet verantwoord is aan de oommissie, die zich te dezer zake gevormd heeft, een bclangtjjk subsidie te geren. Hjj liet buiten onderzoek de vraag of de wet van 10 Nov. 1900 hier toepassing zal moeten vinden. Maar bjj deed uitkomen, dat wjj op een ander standpunt staan dan waarop de Memorie van toelichting zioh geplaatst heeft. Toen werd de wot van 1900 toepasselijk geacht, maar toen was 't nog een vage onderstelling of de commissie zich zou vormen. S.dart echter is de combinatie tot stand gekomen, die een naamtooze vennootschap zal opriohten en met deze is reeds door de regeering onder- hzndel'. Wjj hebben das te doen met een combinatie, die overgenomen beeft de lasten van de Neder). Mait- sehappjj (d o een Engelsche is) tot indjjking van op- en aanwaisen van de Ooster-Sehelde. Da combinatie nu moet zelvo het risico disgen, dat zij op zich genomen heefr. Nu zou spr. 't betreuren, wanneer do subsidie- qaaestie tot oponthoud der behngijjke bedijking zou leiden. Dooh daaruit zou geen gevaar meer ontstaan voor dea spoordam na de maatregelen die tot beveiliging van dien dam zjja genomen. Van overloopen van den djjk, waarvan gesproken is, is dan ook geen qaaestie. In dien stand van zaken kan m*n den ninister gerust adviseeren om de voordracht terng te nemen. De heer Hennequin (L.) meende, dat de minis ter te overhaast is te werk gegaan. Herdjjking van 'e Rjjkswege had spr. beter gevonden. Met cjjfers ont- l»end aan een prospeotus der liqnideerende maatscbappjj toonde spr. aan, dat eene aanzienljjke vei mindering kan worden aangebracht en bet Rjjk zich door de kesten niet behoeft te laten weerhouden don polder tot staats eigendom te maken en de herdjjking voor zjjne rekening te nemen. Verd r zette spr. met cjjfers uiteen, dat de minister een veel te hoog cjjfer voor renteverlies en waardevermindering van grond heeft gewonnen. Spr. geloofde dan ook, dat de Regeering zou kunnen volstaan met een veel lager subsidie dan 2'/, ton. Da heer F r n y t i e r (R.-K.) zette uiteen, dat het verkeerd zou zjjn van den spoordijk oen zeewering te maken. Verstandiger zou het zjjn den polder ean subsidie te geven. De becijferingen van den heer Hennequin waren, volgens spr.. niet juist. Tegenover den heer vaa Foreest betoogde spr., dat het stoppen van gaten in djjken meer geld kost dan bet maken van nienwe dijken. Ook zal men naar spr. meening de polders nooit kun nen verplichten om de polderdijken zoo hoog te maken als zjj nu worden gemaakt. In dit opzicht zou de rechter de onderhoudsplichtigen ongetwjjfeld geljjk gevea. Ds Minister v a n W a t e r s t a a t (ad internal), de beer Veegens, zette in de eerste plaats niteen, dat handelend, en dadeljjk handelend optreden der Regeering na den storm van 12 Mrart pl'cht was, waar het hier een zeer voorname spoorwegverbinding gold, die behmden moest worden. Dank zjj het spoedig en krachtig optreden na de over- stroomingen, behoeft thans geen vrees meer te bestaan voor overlooping van den spoordjjk maar toch is meer noodig en zonder voor-bed jjkins; kan de sp-mrwegdjjk op den duur niet onbeschermd blijven. Het subsidie, dat wordt voorgesteld zal worden gegeven, opdat goed werk gemaakt worde, onder Rqksïoazicbt eu zoo spoedig mogelgk Tao sterkste protestaeida de minister to;en da stelling van den beer Van Kol, dit wanneer men aan den Baltpolder sabsidie geeft men dit ook aan andere polders in Zeeland zal moetan geven. Hier (.eldt het e9n internationaal spoorwegverkeer, dat niet door andete polders liopt. De Minister erkende da bezwaren omtrent hit Waterstaatsrecht van den heer Lely, maar het gold hier een bjjtonder belang, varz-kering van een inter nationaal spoorwegkeer, dat bier, mot de minst mogelgke kosten verzekerd wordt. Dit is de bjjzondere omstan digheid dio asnle dinr geeft om van die wet af te wjjken. Ten aanzien van da baiekeaiBgin van dee hoer Uenne- qiin meende de minister te moeten watrscbuwea t-gen hit gevrn vza cjjlers, gebaseerd op een p ospic'.us, dat dienen moet om i.a&deelboudors te winnen. Dan aankoop vun den Bitbpolder en de i xploitatie van Rjjkswege scb'te do minister geen aaunemeigka speculatie en geen Rs- geeringstaak. Wanneer de subsidie wordt toegestaan Suanen gegadigden op niets meer rekenen Bjj verwerp ng van dit voorstel zal de Regeering gaarne voorziening lan^s anderen weg zoeken, maar dit zai een niet gering te ch*en s'agna'ie in bet werk b:ergen, waar egen de Regeering ernstig moet waarschuwen. Daar nog eetige ipiekeis zich voor replieken hadden doen irschrjjveD, werd de verdere beraadslaging verdaagd tot Dinsdag 11 uu'. Vr(Je liberalen. Naar men ons moldt, bestaat bjj de liberalen »com missio van advies» het plsn, een vergadering van geest verwanten bjjeen te roepon, ten einde de wecBCtelgkheid eener nadere aaotensluiting van de „vrjje liberalen» te o e wegsn. ■Ir. Kuypcr. Dr. Knyper is uit bet buitenland hier te lande terug gekeerd en gisternamiddag naar Amsterdam doorgereisd. Mat vat 't Algemeen. Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen deelt mede dat, door de commissie, samen gesteld volgens art. 45 der wet, zijn opgemaakt de volgende dubbeltallen voor leden van het hoofdbestuur Vacature Kruseman (voortdurend wegens het bedanken van mr. J. Worst)mr. J. F. L. Bohtlingk, ambtenaar van het Openbaar Ministerie bjj het Kantongerecht te Amsterdam, en mr. O. den Tex, directeur van de Surinaamsche Bank te Amsterdam. Vacature-Jannink A. E. J. Bertling, inspecteur der registratie en aftredend voorzitter der commissie, vol gens art. 11 der wet, te Leiden, en J. van Loenen Martinet, em. predikant, voorganger der afd. Bussum van den Ned Protestantenbond, redacteur van „Do Hervorming", te Bussum. ■üeredoctoraten-HembrMdtfeeatea. De academische Senaat van de Amstordamsche universi teit heeft besloten ter gelegenheid van de Rembrandt- feesten het eere-doctoraat in de Nederlandsohe Letteren toe te kennen aan de heeren dr. W. Bode te Borljjn, Michel te Parjjs, dr. A. Bredius, dr. C. Hofstede de Groot en Jan Vetfa. Ds promotie zal plaats hebben in een plechtige Sunaats- zitting op Vrjjdag 13 Juli, 's namiddags 3 uur, in de aula van de Amsterdamsche universiteit. Als promotor is aangewezen prof. J. Six. lie Katholieke pera. Zooals men weet, heeft de heer Roys de Bserenbioek, Commissaris der Koningin in Limburg, er zjjn bevreem ding over uitgesproken op een vergadering van spoor- en tramwegpersoneel te Eeht, dat aan verschillende stations wèl gevent weid met de N.Ct, de N.R.Ct.on het Bbl., echter maar zeer weinig met de Tijd, ho' Centrum en andere bladen van Kathoii ke richting. Aan 't slot van zgn rede spoorde hjj de ambtenaren aan tot het maken van propaganda voor de Katholieke pers. In een artikeltje van het Hbl. over deze redevoering werd gevraagd hoe de heer De Beerenbroek zioh die propaganda voorstelde, dasr de ambtenaren zelve toch geen Katho lieke bladen kunnen rondventen als daarnaar geen vraag is. De Tijd noemde wat het Hbl. sohreef een groven, ongemotiveeiden uitval. Het blad zeideo.m., zooals men gisteren reeds in de mbriek »Uit de Pers« heeft kannen lezen «Wanneer de Commissaris der Koningin in L'mbnrg op Katholieke-dage* verscbjjnt, dan is 't, omdat bjj van oordeel is, dat de hoogs'e vertegenwoordiger van het bnrgerljjk gezag in een uitsluitend Katholieke provincie niet buiten de grenzen van de door zijn ambt v orgeschreven partijdigheid saat, door, waar het pas geeft, er openljjk voor uit te komen, dat een Katholieke bevolking naar de Katholieke beginselen moet leven en handelen, overal en altjjd Bet Hbl. zegt thans naar aanleiding h ervan: Wjj weten niet welke partijdigheid en welke onpar tijdigheid voorgeschreven is aan den gouverneur eener provincie. Maar wjj stellen ots voor dat strikte onpartijdigheid van zelve spreekt in den vertegenwoordiger der Koningin, die met Wiea Neö lands Bloed werd ont vangen en uitgeleid op de Vergadering. Als De Tijd niet besefftm kan dat de heer Roys de Beerenbroek, Commissaris der Koningin, bedonkeljjk handelde met zjjne aanprjjzing aan spoorwegambtenaren van propaganda voor »goede lectnura, ter vervanging van de slechte lectuur, die N. Rolt. Ct., Nieuwe Courant en Handelsblad het publiek aanbieden, dsn stelle het blad zich eens voor wat het wel zou zeggen, wannoer een Protestantsche gouverneur z:ch in gelgken geest eens uitgelaten had in een provincie waar de meerderheid met uit Roomschen bestaat, en de Roomsobe bladen als slechte lectuur irebracdmerkt had.« Kij wiel verduistering. De rechtbank te Tiel veroordeelde gisteren F. J. O., te Alkmaar, wegens verduistering van rjjwielen, tot 2 maanden (eisch 4 maanden) onder aftrek der preven tieve hechtenis. De hem vergezellende minderjarige N. S., te Alkmaar, werd ter zake van hetzelfda feit, bjj verstek veroordeeld tot f 10 boete, subs. 10 dagen (eisch 2 maandeu). Gemengd Nieuw s. Sle. aanvarla; vaa de Plet ileia. Het volgende is ontleend aan het Hbl. In 't kleine, gezellige zij-zaaltje van de Marineclub, waar zijn hoorders diep geschoven zaten in de wijde, lage fauteuils, achter de biertjes en soda-whiskeys, ver telde de dokter van den verschrikkingsnacht dien hij had meegemaakt. »'k Was nog niet naar kooi gegaan,zei hjj, »want ik had 's middags een dutje geda. n, en ik wilde juist nog eens aan dek gaan kjjken, toen ik twee stooten op een stoomfluit hoerde niet de onze, daar kende ik het geluid van. »Er moest er dus ean dicht by ons wezen. Onmid dellijk vol,'en drie stooten op onze fluit, 't sein van achteruitslaan en terwjjl ik de trap opvlieg voel ik den schok van het eensklaps terugwerken der machine, en te geljjk een vreemd krakend geluid, waarvan je haast niet kon onderscheiden of 't een geluid was of een eevcel. Toen ik aan dek kwam en het schip aan 11 c boord zag. was hjj al weer los en m'n eerste indruk was: o, 't is goed atgeloopen Maar dadeljjk daarop m, •e dat 't voorschip zich niet meer oprichtte, 't zon*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1