No. 151. Honderd en achtste jaargang. 1906 DAGBLAD V00B ALKMAAR EN OMSTREKEN. VRIJDAG Prijs der gewone advertentiën 29 junri. „REISBELASTINÖ7' BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoofisaauner 3; Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Yoordam C 9. Brankwet, BURGEMEESTER ea WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennia, dat bjj htm ooilege zjjn in gekomen verzoekschriften van M. Dekker en C. Bakker, aldaar, ter bekoming van verlof tot den verkoop van alcohol hondenden andoren dan sterken drank, respzctieveljjk in de perceelen Nienwpoortslaan, E 94 en Ondegracht, D 249. Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen van de verloven schriftelijk be zwaren indienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd JAN DE WIT Dz., Voorzitter, L°. B. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 28 Jnni 1906. Het woord belasting heeft, men kan wel zeggen voor niemand een aangenamen klank. Een verstandig mensch begrijpt dat belastingen ge heven moeten worden, dat zjj iets noodzakelijks zjjn, dat Rjjk en Gemeente veel geld behoeven en dat ieder burger het zjjne moet bjjdragen, dat men niets te vorderen heeft wanneer men niet begint zelf te geven. Maar als de biljetten komen, dan beleeft niet een zjjn vrooljjkst aartje. Met zekeren angst ziet men ze in om ganw te weten of men al of niet meer betalen moet dan tevoren. Aan minder dnrft men niet denken. Zalk een verrassing zou al te groot wezen. Men weet wel dat de aitgaven voortdurend stjjgen, omdat de behoeften werkeljjke zoowel als vermeende telkens meerdere worden. Iemand die er goed over denkt betaalt zonder pruttelen en op tjjd z'n belasting, al heeft hjj misschien wel eens reden het hoofd te schudden, zoolang op dit gebied het ideaal nog verre van bereikt is, ten gevolge waarvan betalen naar draagkracht nog tot de vrome wensohen» behoort, zoo goed als de onmogelijkheid om »te ontduiken». Geen wonder dat telkens het onderwerp belasting hervorming», zoodat ieder betaalt naar evenredigheid van wat bjj bezit, voortdurend aan de orde gesteld en baspro ken en be-debatteerd wordt. Voorshands hebben wij te berusten en met een kalm gemoed onze penningen te storten. Als maar ieder strikt eerlijk aangeeft en invult, niets achterhoudt waardoor hjj anderen laat betalen wat hij betalsn moest, dan kunnen we tevreden wezen. Er zjjn gedwongen belastingen, maar vrijwillige evenzeer, van welke ook niemand zioh afmaken mag en waaraan niet één zioh ontrekken zal zoolang hjj e?n hart in zioh omdraagt en zjjn verantwoordelijkheid beseft. Wat al vereenigingen die komen vragen Elke plaats telt ze. Soms zjjn er in eene stad zoovele dat men ze eenvoudig niet alle optellen kan* Intussohen, ieder doe het zjjne ter bevordering van goede doeleinden, ter be* hartiging van uitstekende belangen. Wat al lijsten worden de burgers aangeboden, 't Is waarljjk verklaarbaar, dat men nu en dan zuchtend uit roept alweer een ljjst I komt er nooit eens een eind aan En dan komen bovendien nog telkens personen bjj u om een beroep te doen op uw beurs, gezwegen nu maar van het heirleger advertenties, bedoelend giften ia te zamelen. Men klaagt wel eens terecht»'t komt altoos op dezelfden neer, terwjjl niet weinigen ook wat meer zouden kunnen doen en dus ook moesten.» »0 als eensjjjdie het meest besitten ook altoos het meest gaven/» Men weet wel beter. Niet weinigen dragen te veel bjj in evenredigheid van vele anderen die te weinig van het hunne afstaar. Onder de vrijwillige belastingen is er eene die, dunkt me, op aller instemming kan rekenen en welke volgaarne wordt betaald door hen, die daartoe uitgenoodigd worden. Of de personen, die zich bemoeien met de inning dier belasting op grond van wat zjj ontvangen ook zoo opti mistisch spreken Nu dat zullen we maar in het midden laten. Ook te dezer stede arbeidt ten bate der vereeniging Beisbelasting» een sub-comité. Een desbetreffende ad vertentie in deze courant trok weer enkele malen de aandacht en wie wenscht niet, dat het vriendelijk, maar dringend verzoek tot allen, die zich de weelde mogen veroorloven hetzjj voor genoegen, hetzjj om gezond heidsredenen op reis of naar buiten te gaan, om wat van het reisgeld ai te staan ten behoeve van minver mogenden» ter harte zal worden genomen door hen allen op wier steun men reoht heeft te rekenen Leest allen die straks er op uitgaat de advertentie nog eens goed overl Staat er even bjj stil. Dan zal uw plichtsbesef, neen uw hart gaan spreken en de daad volgt terstond. Hieraan is niet te twjjfelen. Een „vriendelijk" verzoek wordt gedaan. Wie weigen dan als hjj het inwilligen kan 1 Niet één 1 't Is een dringendverzoek tevens. Een reden te meer om er gaarne zoo 't maar eenig- sins mogeljjk is gehoor aan te geven. Wie kan zulks dan nahten Niet ésn wederom. Een verzoek tot allen die zich de weelde kunnen ver oorloven naar elders te gaan, hetzjj om te genieten allser, hetzjj voor herstel van gezondheid! Een uitnoodiging dus tot u bevoorrechten, die woldra de plannen, voor dezen zomer gemaakr, gaat ten uitvoer brengen 1 Die thuis bljjren roepen u toegeniet volop mooie dagen en weken mogen n besoaoreu zjjnver fiitcht u naar geest en gemoeddwaalt door het bosch zet u neder aan het strand der zeebeklimt duinen 6n bergen opent wjjd uw oogen en bovenal ontsluit uw hart; vsrrjjkt hoofd en gemoed! Dis thuis bljjven, kun nen wel »de zon in het water zien scbjjnenc en intusschen genieten van veel schoons in e gen en naaste omgeving. Een vraag aan u die van hier gaat om ts zoeken genezing herstel van krachten! Wie hoopt niet dat gjj zult vinden wat gjj terug begeert; wie wenscht u niet van heeler harte toe de vervalling van nw verlangen f Gij nu, die, om welke reden ook niet thnis big ft, denkt aan bet tvriendelijk maar dringend verzoekt, want het geldt hen die broodnoodig behoeven ook eens elders een poosje te verblijven, niet voor genoegen, mea\' omdat hnn doktor het noodzakelijk]acht tot horstel hunner ge zondheid, doch die het niet kunnen bekostigen. Gjj, die uitgaat, zult dubbel genieten als ge ook het uwe deedt ten bate van hen voor wie verplaatsing hoog noodig is, doch die d&n alleen kannen gaan als gjj hen daartoe in staat stelt. Gjj, die in eigen land of in den vreemde voor een wjjle »uwe tenten* opslaat om deé,v lo herwinnen gezondheid, denkt aan zoovelen uwer mede- menschen die hetzelfde vragen, maar zonder uwe hulp niet bij machte zjjn den weg in te slaan om hotzelfdo doel te bereiken 1 Heerlijk, onze tjjd met zjjn vacantieen gezondheids kolonies en herstellingsoorden ten bate der minder stoffsljjk- bevoorrechten 1 Gelukkig dat de vereeniging Keisbelasting t een beroep doet op veler samenwerking ten behoeve van zwakken en zieken. Aan steun van talloos velen in den lande zal het haar ook dit jaar niet ontbreken. Doet allen het uwe die daartoe geroepen zjjt J. F. T. A. Tweede kamer. In de Kamerzitting van gisteren weiden verschillende wetsontwerpen goedgekeurd. De heer van Kol (S.-D.) gaf wenken in het belang van het slagen met eene proef voor watervoorziening voor Cur?9ao. In De Indische Qids zal bjj die^metuode uiteenzetten. De Minister van Koloniën, de heer Fock, beloofde overweging. Bjj de behandeling van het wetsontwerp om Indië voor de helft te belasten met de kosten der handhaving van onze neutraliteit in Ind:ë tijdens don Russisch- Japanschen oorlog, bestreed de heer van Kol het voor stel om Indië in de kosten te doen bjjdragen. Het was het belang van het moederland om Nederland bniten den strjjd te hondendaarom moet met Nederlacdsch geld worden betaald. De Minister van Koloniën verdedigde hot ontwerp en verklaarde, dat spoedig een staatscommissie zal worden ingesteld voor herziening van het Kon. besluit van 1896 betrekkeljjk verdeeling van de marine-uitgaven in Indië. De heer Heemskerk (A. R.) protesteerde tegen de bewering van den heer van Kol, als zou Indië in 't geheel geea belang hebben bjj het behoud van het Nederlandsch Gouvernement, wantj dat een andere Mogendheid Indië even goed kan behceren. Indien de minister zich op die wijze had uitgelatenzou hjj bezweken zjjn onder de verontwaardiging der Kamer. Het Wetsontwerp werd goedgekeurd evenals dat tot wjjziging en verhooging van de begrooting van Ned. Indië voor 1906. Met 46 tegen 12 stemmen werd, op voorstel van den Heer Marchant (V. D.) besloten vóór het reces nog te behandelen de conclusie op het adres der schutterjj- offioieren, om schadevergoeding wegens opheffing van de sohntterg. Met 82 tegen 26 stemmen werd verworpen het voorstel van den Voorzitter, om ook nog vóór het reces te be handelen het wetsontwerp betredende spoorwegaanleg in de Haarlemmermeer. Aan de orde was daarna de herziening der wet van 20 April 1895 (Stbl. 54), houdende nadere bepalingen omtrent de heffing van invoerrechten naar de waarde der goederen. De heer Plate (L.) stelde vooropdat de oor- spronkeljjke waardewet behandeld werd als een proef. Daarom werd zjj slechts voor vier jaar aangenomen. Spr. ging de werking der wet na en erkende, dat de waren kennis der ambtenaren in die jaren van proefneming belangrjjk is toegenomen. Het ware nu echter gewensoht geweest deze wat niet te herzien in hot belang van den fiscus, maar in het belang van het publiek en dat i bjj deze herziening maar al te veel uit het oog verloren. Een ernstig bezwaar tegen dit ontwerp was voor spr. de uitschakeling van den directeur. Een tweede bezwaar betreft de niet-toelaatbaarheid van bewjjsmiddolen voor den Raad van Beroep, indien zjj niet reeds in eerste inBtantie zjjn overgelegd. Het op den voorgrond brengen van de factuur als bewjjsmiddel achtte spr. een stap in eene gevaarljjke en verkeerde r-ohting. Nu ging spr.niet zoo ver om de factuur als bewjjsmiddel te verbieden, want er kannen gevallen zjjn dat dit zonder bezwaar kan gesohieden, maar in de meeste gevallen ie het over bodig. Als bewjjs voor de waarde zou de factuur op den verkeerden weg kunnen brengen ea daarom vroeg spr. da factuur ah bewjjsstu» uit hot ontwerp te nemen. De heer P i e r s o n (U.L was het eens dat da wet van 1895 slechts als een proef is te beschouwen. Die wet nu heeft zulk een succes gehad, dat moet worden voortgegaan in de richting die succes gehad heeft. De Minister van Financiën (de heer de Mees te') heeft met geno'gen gehoord, dat ds heer Plate hulde had gebracht aan de ambtenaren, die zjj ten volle ver dienen. De wet heeft succes gehad en ook vooral succes wat betreft de loslating van het benaderingestelsel. Daar om mogen wjj dan ook niet verslappen om den Keizer te doen ontvangen wat des Keizers is. Dat de belangen van den fiscus ook hier weer gaan boven die van het publiek kan da minister niet toegeven. Zeer milde be palingen toch zjjn in het ontwerp aangebracht. Uitscha keling van den direotenr is in het welbegrepen belang van den handel. Door die uitschakeling tcch zullen de zaken spoediger kaunen worden tfgedaan. En voor mis bruiken van de zjjds van de inspecteurs wat het rtcht van beroep betreft, daarvoor behoeft men niet bevreesd te zjjn, waar de inspecteur in beroep komt bjj een raad van deskundigen uit den handel en niet bjj ambtenaren, zoodat hjj niet lichtvaardig in beroep zal komen. De Minister herhaalde, wat hjj in de Mem. van Antw. reeds heeft gezegd, dat bjj in de factunr geen bewjjsstuk ziet, maar slechls een hulpmiddel, dat als zoodanig niet mag worden versmaad. De algemeen e beraadslaging werd gesloten. De artikels werden met kleine opmerkingen goedgekeurd. In de artt. 14 en 18 werd door den minister eene wjjziging aangebracht, waardoor niet meer nitdrukkeljjk van do factunr maar alleen van stukken wordt gesproken. Het geheele wetsontwerp werd goedgekeurd. Aan de orde was een voorstel van den heer Goeman Borgesiua c.s. tot wjjziging van het reglement van orde der Kamer. Goedgekeurd. Wjjziging van het IXe Hoofdstuk der Staitsbegrooting 1905. Goedgekeurd. Yerhoogicg en aanvulling van het IXe Hoofdstak der Staatsbegrooting 1906. Goedgekeurd nadat een amende- van den heer Roessingb, om het ontwerp met f 1000 te verhoogea was verworpen. Conclusie van het verslag der commissie omtrent de inliohtingen op twee adressen omtrent restitutie aan aannemers van Rijkswerken van kosten van verzekering hunner werklieden uithoofde van het inwerkingtreden der Ongevallenwet 1901. De meerderheid der commissie zon die zeer billjjk vinden indien door een nader overleg van do hoofden van departementen van algemeen bestuur alsnog de mo galjjkheid geboren zou kunnen worden dat aan de aan nemers een tegemoetkoming kon worden verleend. De minderheid stelde voor den minister dank te zeggen voor de gegeven inlichtingen. De Minister van Waterstaat, ad interim, bestreed de conclusie der meerderheid welke niet gemo tiveerd wordt door billjjkheidegronden. Van een tegen valler der aannemers bljjkt niets. De aannemers wisten bovendien dat de ongevallenwet elk oogenblik ingevoerd kon worden en zjj hadden dit in aanmerking kannen nemen. De ongevallenwet is voor de aannemeiB is qvaestie geen tegenvaller geweest, maar cu willen ze er zelfs een meevaller van maken, waartoe de Kamer, naar de minis ter vertrouwde hare modewerking niet zal verleenen. De heer Borgesins (U. L.) erkende met de arbiters in deze zaak dat er geen recht op schadevergoeding was, maar unaniem waren die arbUe:s van oordeel dat er ruimschoots billjjkheidsgronden voor waren en ook hierin gaat spreker met hen mee op grond der in het bestek voorkomende bepalingen. De heer Bloocker (L.) achtte het onjuist dat aoo men al de sohade erkent deze aan de aannemers zon worden vergoed, nu deze de premie in verzekering en alle verdere risioo op de onderaannemers hadden afgewenteld. De heer Loef (R.-K.) achtte het verkeerd de schade te vergoedec. Stelt eens dat niet een arbitrium doch de rechter in deze uitspraak had gedaan, dan zou deze niet aan billjjkheid of onbilljjkhe'd denken. Nadat nog enkele sprekers het woord hadden gevoerd werd de conclusie van de meerderheid der commissie verworpen met 29 tegen 22 stemmen. Heden eind-stemming over bet Arbeids contract. He Paus ea de Vredesconferentie. Naai De lijd uit goede bron verneemt, komt op de ljjst van de ter tweede Vredesconferentie uitgenoodigde mogendheden, de H. Stoel niet voor. Het nieuwe departement. Staatsbladen nos. 135, 136 en 187 bevatten een drietal Koninkljjke besluiten van den 25en Juni j.l. naar aan leiding van de instelling van het ministerie van Landbouw, Njjverheid en Handel. Bjj eerstgenoemd beslnit wordt bepaald Artikel 1. Alle bevoegdheden en verplichtingen, onder werpen betreffende, welke tot d9n werkkring van Onzeu min ster van Landbouw, Nijverheid en Handel behooren en bjj bestaande algemeene maatregelen van bestuur aan Onzen minister van Waterstaat, Handel en Njjverheid of aan Onzen minister van Bianenlandsche Zaken zjjn opgedragen, gaan over op Onzen Ministor van Landbouw, Njjverheid en Handel. Art. 2. Alle verplichtingen, de in artikel 1 bedoelde onderwerpen betreffende, welke bjj bestaande algemeene maatregelen van bestaar jegens Onzen minister van Waterstaat, Handel en Njjverheid of jegens Onzen minister van Binnenlandsche Zaken zjjn opgelegd, worden geacht na het inworkiugtredon van dit besluit te zjjn" opgelegd jegens Onzen minister van Lmbouw, Njjverheid en Handel. Artikel 3. Dit besluit treedt in werking op den twee den dag ca dien der dagteekening van het Staatsblad en van de Staatscourant', waarin het is geplaatst. Ia het tweede besluit wordt bepaald, dat de wet vac deu 28an April 1906 (Stsbl. no. 100) houdends wotteljjk® voorziening naar aanleiding van de installing van het ministerie van Landbouw, Njjverheid en Handel, in werking treed: op den len Juli 1906, Het derde basluit bepaalt, dat de verandering van den naam van het bestaande ministerie van Waterstaat Handel en Njjverheid in dien van Waterstaat ingaat op den l»n Juli 1906. Minister Krans wordt tegen 15 Juli aan zjjn departe ment terug verwacht. He Bathpoldcr. Het Voorloopig Verslag is verschenen nopens de voor gestelde verhooging der Waterstaatsbegrooting ten be hoeve van de herdijking van den Bathpolder. De vevhooging is niet heel gunstig ontvangen. Alge meen werd betreurd de overjjlde behandeling van het aanhangige wetsvoorstel. Ofschoon vele leden zich alsnog hun eindoordeel wenschten voor te behouden tot zjj nadere inlichtingen van de Regeering zouden hebben ontvangen, wilden zjj toch nu reeds hun weinige ingenomenheid met dit wetsontwerp niet ontveinzen. Vele leden hadden ook bedenking tegen het wetsont werp omdat hun inziens door het verleenen van een subsidie van f 250.000 aan een particuliere Maatschappij een niet gerechtvaardigd en bedenkelijk antecedent wordt gesteld. Landbouw-en<|ué(e. De dezer dagen ingestelde commissie voor de Land bouw enquête zal Zaterdag don 7den Juli in de Trèves-zaal te Den Haag worden geïnstalleerd door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, mr. Veegens. Pensioen verordening. B. en W. van Haarlem stellen eene pensioenverorde ning voor gemeentewerklieden voor, die na minstens vijf jaar dienst wel eervol, doch ongevraagd ontslagen worden. De verordening zal kracht hebben van 1 April 1906 af. De opleiding tot ouderwijzer. Door het hoofdbestuur van het „Nederl. Onderwijzers Genootschap" is aan H. M. de Koningin een adres gericht met het verzoek het daarheen te willen leiden, dat de wet op het lager onderwijs worde herzien op het punt van de opleiding voor onderwijzer(es). Gevraagd wordt opleiding alleen aan kweeksoholen of daaraan gelijk staande inriohtingen, toegankelijk voor hen die eind-diploma H. B. S. met 3jarigen cursus hebben of door een examen bewijzen de kennis te bezitten, noodig tot het verkrijgen van dat diploma. Voorts dat in de plaats van de beide thans bestaande onderwijsbevoegdheden één volledige bevoegdheid komt. Ben notie. Gisteren werd ran de agenda der door de Tweede Kamer te behandelen onderworpen afgevoerd het voorstel betreffende de toetreding van versohillende mogendheden tot de Vredesconferentie. Indien dit niet ware gebenrd, zou volgens de Avondpost door de heeren Thomson, Lieftinok, Smeenge, Jannink, Van Gjjn, Blooker en senkele andere leden der vrjjzinnige fraotiën* de volgende motie van orde zjjn voorgesteld De Kamer, met leedwezen en verontwaardiging kennis nemende van de bloedige vervolgingen, waaraan in een bevriend Rjjk een deel der bevolking blootstaat, dat met vele onzer eigen bnrgers door nauwe banden is vereenigd van oordeel, dat het verder opbouwen van theorieën over mensoheljjkheid en recht in strjjd is met de gezonde rede, zoolang in het Rjjk, dat den oproep deed tot de zoogenaamde Vredesconferenties bjj voortduring gruwelen voorkomen, die de geheele beschaafde wereld in ontzetting brengen; verzoekt de Regeering, om het o vei brengen van Rus- lacd's nitnoodigingen tot nadere bjjoenkomst van vredes- gezanten op onzen Hollandschen bodem na te latea tot tjjd en wjjle waarborgen zullen zjjn verkregon, dat zoo betreurenswaardige gebeurtenissen zich aldaar niet weder zullen heihalen en gaat over tot de orde van den dag. Vereeniging voor Tcntoonstelllngsbelnngen. In eene oiroulaire noodigt de heer J. E. Scholten, lid van de Eerste Kamer, belangstellenden in de stichting der Vereeniging van Tentoonstellingsbelangen nit tot eene vergadering op Zaterdag 21 Jnli a.s., des namiddags 2 uur, in het Hótel des Pays-Bas te Utrecht, ter ver kiezing der overige leden van het algemeen bestnnr. Uit de Pers. manifest en beginselprogram. Gisteren hebben wjj medegedeeld hetgeen de Haagsche Nieuwe Courant schreef naar aanleiding van de stichting van den Bond van Vrjje Liberalen. In aansluiting daar mee drukt het blad thans nog eens de tekst af van het Manifest, waarmee deze groep liberalen in 't begin van 1905 voor 't eerst zelfstandig in 't openbaar optrad. Dit stuk bevat de grondslagen en hoofdbeginselen, waarop de Bond berust en waarop zijn program zal woraen.op- getrokken. Het bestaat uit drie deelen lo. de verklaring waarom, naar de meening der on derteekenaars, 's lands belang de bestendiging van het kabinet Kuyper en zjjn meerderheid niet gedoogt 2o. de omschrijving der beginselen, waaraan de liberale staatkunde naar hun overtuiging behoort vast te houden 3o. de blootlegging hunner meening ten aanzien van enkele ontwerpen van actueel staatsbeleid. Het blad zegt ten slotte »Bjj aandachtige lezing van dit ;tuk, zal men op merken, dat hoewel daarin het principieele en het actueele element niet overal streng gescheiden is, het middengedeelte een beginselverklaring bevat, die als kern en uitgangspunt van het ontworpen program van den Bond is aan te merken. Evenze >r is duidelijk dat, indien de Bond ertoe meent te moeten overgaan ook ten aanzien van onder- deelen van staatsbeleid en wetgeving zijn zienswjjze, zelfs in zeer algemeene termen, in het program te formuleeren, hjj niet zal kunnen, volstaan met het overnemen der zes in het slotgedeelte behandelde punten. De opsomming daarvan is uiteraard onvol ledig; ook enkele der genoemde punten zouden aan vulling en verbetering behoevenen wat over het kiesrecht gezegd wordt, slaat direct op het toen juist geopenbaarde voornemen van twee politieke partijen, Liberale Unie en Vrjjz.-Dem. Bond, om een Grond wetsherziening met invoering van algemeen kiesrecht ten doel, bjj de naderende verkiezingen op den voor grond te stellen. Hoe dit zjj, gegeven het bovenstaande stuk, waarop reeds de instemming van zeer velen werd verkregen gegeven de geschiedenis van het liberalisme der laatste wmwuray irisr-«m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1