Honderd en achtsle jaargang.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
5
No. 16
1906.
ZATERDAG
14 JULI.
te Leeuwarden,
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk 1 I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,IG. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam O 9.
ALKMAARSCHE COURANT.
REMBRANDT.
Eon man, die tot de in ons land inbeemsche familie
Narks behoorde en »al die Rembrandt-rereeringonzin
vond, werd door een geestdriftig Tereerde r Tan den
genialen kunstenaar op eene uiterst eenvoudige wjjze
overtuigd, dat het toch wél reden heeft, Rembrandt te eeren.
Hebt ge wel eene er over nagedacht, dat honderddui
zenden vreemdelingen Amerikanen, Engehohen, Duitsohers,
Franschen, Zweden, Noren, Denen, Italianen, Spanjaarden,
Aziaten ons land bezoeken, alleen omdat het 't land van
Rembrandt is, en omdat zjj zjjn kunst willen zien in
eigen omgeving Hebt ge u er wel rekensohap van ge
geven, dat millioenen in den vreemde, die ternauwernood
weten, dat er een Nederland bestaat, onzen stam als een
soort van uitverkoren volk beschouwen, zoodra zjj weten
dat Bembrandt er uit geboren is Hebt gg wel eens
een poging gedaan om na te rekenen, welke waarde,
welke concrete in goud uit te drukken som dit alles
beteek6nt, afgezien van de reBsle waarde zjjner werken,
de handel in reproducties daarvan, de wereldlitteratuur
over hem en zjjn kunst, de materieele beteekenis die dit
alles heeft voor millioenen personen, die er in betrokken
of aan verbonden zjjn
Zoo alleen maakt men indruk op Nurks.
Mjjne lezeressen en lezers zgn van een familie, die ge
makkelijker weet te waardeeren. Ik behoef voor hen de
waarde van Bembrandt niet uit te drukken in geslagen
munt, maar wil trachten hier een indruk te geven van
het geestelijk goed, dat wjj aan dezen grooten kunstenaar
danken.
De jongen die op 15 Jnli 1606, of misschien 1607,
het een staat even vast als het andere en men heeft
1606 slechts aangenomen bjj wjjze van verdrag, de
jongen die op dien datum te Loiden geboren werd uit
het huwelijk van Harmen Gerritsz, (die naar zgn w on-
plaats en molen aan den Ouden Bhjjn «Van Rbjje* ge
noemd werd) en Neeltje Willems van Zoydtbroeck, zag
als levensperiode voor zioh uitverkoren den tjjd toen de
Republiek der Voreenigde Nederlanden zich in de volle
kracht harer jonge jeugd bevond.
Aanvankeljjk bestemd voor de studie, (hg werd ten
minste als student in de letteren ingeschreven aan de
Academie te Leiden, wier roemvolle getchiedenis toen
nog zoo vertch in het geheugen lag) toonde hjj reeds
vroeg een ongemeenen aanleg voor de schilderkunst.
Na een korten leertjjd bjj den Leidschen schilder en
burgemeester Jacob Isattcsz van Swanenburgh, zette hjj
zjjne studiën voort in het atelier van Pieter Lastman,
een Hollander, die Rome had bezocht, leerde bjj hem
vooral op het gebied der compositie en lichtwerking
veel, wat later in zjjne werken tot uiting zou konen en
vestigde zich, na zgn terugkeer uit Amsterdam, weder
in zgn geboortestad, om daar zelfstandig de kunst te
beoefenen.
De room van zgn sobilder- en etswerk drong spoedig
door tot in Am terdam. De stad aan het IJ, waar zoo
fier het hart van het land klopte, waar het leven, dank
zjj de groote vlnoht van den overzeeschen handel, zoo
rjjk, zoo kleurig en veelbewogen was, moest hem wel
krachtig aantrekken.
In 1681 vestigt hjj er zich. Zjjne verwachtingen werden
niet teleurgesteld. Onmiddeltgk vloeide het work hem
van alle kanten toe, de rjjke bnrgerjj stelde er een eer
in, door hem geportretteerd te worden en zgn hais bood
geen rnimte om de vele Ie<rlingen to herbergen, die in
zjjne werkplaats honne opleiding wenschten te ontvangen.
De talrjjke portretten, die hg in dien tgd maakte
zjjn voor hem even zoovele probleamenhg zocht dé
mensohenzielen te doorpeilen, in te dringen in hun .evens-
sfeer, hen op het doek te brengen niet alleen naar hun
uiterlgke verschjjning, maar ook naar Hun innerlgk leven.
Maar deze zorgzame studie van hot menschelgk gelaat,
ofschoon met groote liefde verricht, wisselt hg, als de
tgd het toelaat, met vrijer composities af, waarin hg
geheel zioh zelf is.
Twee belangrjjke opdrachten, hem in dien tjjd gedaan,
geven hem gelegenheid zgn volle kunnen te ontplooien.
De eerste betrof het portret van de leden van het Am-
sterdamsche Cnirnr-gjjnsgilde, later bekend als »de Ana
tomische leB van professor Tulp«, de andere het
nitrnkken van bet vendel van Banning Cocq, heer van
Pnrmerland, een stuk dat onder den naam «de Nacht
wacht* wereldberoemd is geworden.
la deze beide stnkken, het eerste bahoorende tot de
gilde- het twesde tot de schutterstukken, reeds schitterend
door de sohoonheid van figuren en détails op zich zelf,
kwam een geest tot uiting die zioh verre boven het reeds
hoogstaande nivesn der toenmalige sohildersknnst verheit,
door de dramatische kracht, die er uit spreekt. Als
portretgroepen bedoeld, zgn het ieder in zgn eigen genre,
inderdaad handelende groepen, waarin elk onderdeel van
figuratie en klenr samenwerkt tot het verkrjjgen van een
overweldigenden en onverdeelden eenheids-indruk.
Vóór Rembrandt's tgd waren er gilden- en schatter-
stnkken bjj menigte gemaakt, maar geen zooals deze. In
de Nachtwacht intusschen had hg naar het oordeel zgner
tgdgenooten te veel opgeofferd aan den totaal-indruk en
te zeer verzuimd de at te beelden personen elk als een
afzonderljjk portret te behandelen.
Dare critiek kwam hem te staan op eea dwaling in
de gunst van het publiek, het kruidje roer mg niet waar
het materieele bestaan van den kunstenaar maar al te
veel van afhangt.
In 1684 was hjj gehuwd met een meisje nit eene
gezeten Friesche familie, Saskia van Uylenburgh. Haar
vader was burgemeester van Leeuwarden geweost.
Zjj is, zooals ook nit de vele schilderjjen, etsen en
teekeningen blgkt, waarop hg haar afbeeldde, een lnoht-
hartje geweest, yrooljjk en opgewekt van natuar. Zjj heeft
zgn leven gedeeld in de dagen van voorspoed, welvaart
en weelde; de moeieljjke dagen die daarna kwamen zgn
haar gespaard gebleven, want zg stierf in het jaar van
»de Nachtwacht* (1642.)
Hst gebsnrde met dat stnk had Rambrandts naam bjj
het groote pnbliek geschokt. De portretbestellingen ver
minderden, en hjj was meer dan vroeger aangewezen op
de opbrengst van den verkoop zgner etsen en schilderjjen.
Zgn groote zorgeloosheid en onnadenkendheid in geld
zaken een eigenschap die onafscheidelijk echjjnt van
hst genio zgn toomloozs zucht tot het collectioneerou
van kostbare voorwerpen, (schilderjjen, beeldhouwwerken
etsen, gravnres, wapens, instrumenten, kostbaarheden
rariteiten enz.) en de aankoop van een huis torwjjl hjj
slechts een klein deel ran de koopsom in contanten bezat
verhaastte zjjn financieelen ondergang.
In 1658 werd hjj failliet verklaard, zjjn inboelel, zjjn
buis en zjjne collecties komen onder den hameren als
een berooid man staat hjj, 50 jaar oud, zonder middelen
failliet en insolvent, voor de noodzakelijkheid van vóó:
af aan te beginnen.
Hg had in dien tgd een huishoudster, een jonge vrouw
van boersche afkomstHendrikje Stoffels of Jaeghers,
die ook herhaaldelijk als model in zjjne stukken op
treedt. Uit die verhouding kwam eene andere voort,
waarvan de gevolgen niet uitbleven.
Niets geeft ons echter het recht om deze jonge vrouw
te beschouwen als eene vrouw van slechte zeden. Zg
werd door de vrienden en kennissen van den mees'er
behandeld met het respect, dat eene eerbare vrouw
toekomt, en Rembrandt's zoon, Titus, geboren nit zgn
huweljjk met Siskia, had haar lief als een eigen moeder.
Veeleer was zg eene vrouw, die in hare groote liefde
voor den meester zich zelf en alles vergat. Dat bljjkt
ook nit de wjjze wf.arop zjj met Titus een arrangement
tot stand bracht, om Rembrandt's lot verder in hst
goede spoor te brengen, en hem voor vervolg ng van de
zjjde zjjner schuldeischeis te vrjjwaren.
Zg stichtten tezamen een vennootschap, ten doel hebbende
den handel in kunstvoortbrengselen. Rembrandt zal voor
hen werken en daarvoor huisvesting, de kost en zakgeld
genietenmaar aan de veanootechup zelf heeft, hjj geen
deel; alles wat bjj bezit, of later komt te bezitten, zal
daarin worden ingebracht, zoodat geen zgner BOhuld-
eiscters hem ooit meer zul kunnen lastig vallen, en de
schilder zich onbezorgd aan zjjne kunst zal knanen wjjden.
Wjj kannen hier niet langer dan onvermjjdeljjk is, bjj
zgn leven stilstaan, maar wenscben nog een oogenblik te
verwjjlen bjj zjjn kunst.
Zgn grootste roem is verbonden aan de vele bjjbelsohe
tafereelen. die bjj heeft g°sohilderd en geëtst.
Esn der merkwaardigste eigenaardigheden daarvan is,
dat hjj, hoe verheven het onderwerp was, dat bjj behan
delde, hoe diepzinnig de gedachte was. die bjj in beeld
brachtdaarvoor toch steeds als modellea aanwendde
personen uit hst gewone dageljjksche leven en dezs niet
idealiseerde, maar zo als het ware nit de volle werke-
ljjkheid in zjjne stnkken overbracht.
Hjj oonoentresrt het licht sterk op die deelen zjjner
compositie, welke hjj het sterkst wil doen uitkomen.
Zjjne verdeeling van licht en schaduw houdt daarmee
verband; wat hjj ons toonen wil, spreekt onmiddellijk en
zonder zoeken tot ons. Doch tegeljjkertjjd geeft dit aan
zjjne schaduwpartijen dien geheimzinnigon toon, dat raad
selachtige, hetwelk den besohonwer altjjd wat te vermoe
den, te denken, te phantaseereu geeft.
Dit alles is niet alleen toepasselgk op zjjne schildergen,
maar ook op zjjne talrjjke en met veel zorg bewerkte
etsen, o.a. de bekende «Honderd gnldensprent", »de Drie
Kruisen'', «Dokter Fanstus" enz. enz. Hjj voerde de
etskunst op tot een hoogte, zooals vóó: hem niet bekend
was en na hem door niemand iB bereikt. Door de een
voudige kruising en krieweling van zwarte Ijjutjes. weet
hjj oen zoo geweldig licht te verkrjjgen en zoo myzte-
rienze sohaduwen te verwekken, dat èa wat kracht ès
wat toon betreft, het voor den kunstenaar onbereikbare
bereikt schjjnt.
Na 1659 heeft hjj niet meer geëtst, hetgeen wordt
toegeschreven aan een gebrek van zgn gezichtsvermogen.
Zgn schilderwerk, in zjjn eerste tjjdperk krnimig en
veelkleurig, in de periode van den Nachtwacht forscher
van klenr en maoktiger van schaduw, wordt, naarmate
hjj ouder wordt, steeds eenvoudiger, zoowel van klenr
als van compositie.
Het zwierige der figuratie maakt plaats voor meer
gebondenheid, de keus der kleuren bljjft gebonden binnen
beperkter bestek.
Een der nitnemendsle worken van den avond zjjns
levens is hst stuk, bekend als «De Staalmeesters», een
groep waardjjns Tan het gilde der lakenwevers, nllen in
stemmig zwarte kleeding aan een tafel gezeten. Zoo
eenvoudig als het onderwerp is, heeft men van dit stuk
on terecht gezegd, dat niemand voor of na hem
zoo dicht het leven heeft weten te benaderen als het in
deze portretten is nitgedrnkt.
Soms kwamen in dezen laatstee tgd de schitterende
kleurencombinaties van zgn vroegeren tgd weer terug,
maar rjjper en glooiender, als een opvlamming van jeug
dige kraoht in een grjjsaard die met het leven heeft af
gerekend, maar het beter begrjjpt dan de jonkheid. Dit
is b.v. het geval in zgn David, harpspelende voor Saul.»
Andere malen beweegt zgn palet zioh slechts tassohen
enkele fijn gekozen klenren, zooals in den «Homeras»,
waarin een enkel tootsjo karmjjnrool de krachtigste noot
is, torwjjl de hoofdtoon gevormd wordt door een droef
geestig grjjzen toon.
In dergeljjke stnkken spiegelt de sombere levensavond
van den meester zich af.
Hendrikje was hem (waarschjjnljjk in 1662) ontvallen.
Ook zgn zoon Titus ging hem enkele jaren in den dood
vooraf.
Den 4on October 1669 ontsliep de grootste kunstenaar
die Nederland heeft voortgebracht.
Zjjne levensbesohrjjvers en de stnkken op zgn leven
betrekking hebbende, doen ons hem kennen als een een
voudig man geheel overgegeven aan zjjn werk burger-
ljjk levendvele aanzienljjken onder zjjne vrienden tel
lend, maar zioh niet schamend voor den omgang met
eeavoudigen en ongeletterden vrijheidslievend als een
echte Nederlandervan groot doorzettingsvermogen
meer een man van de daad dan van het woord in alles
esn echte zoon van onzen stam.
Als kunstenaar is hg de diepzinnigste schilder die onze
roemrjjka kunstgeschiedenis vermeldtgeniaal in alles
het eenvoudigste en meest platte zelfs door zjjae aan
raking verheffend tot iets ongemeens en verhevens.
Geen kunstenaar ter wereld heeft zoozeer twee sohjjn-
baar tegenstrijdige levens-elementen, het verhevene en het
alledaagsche, tot elkander welen te brengen en met el
kaar te verzoenen. Dat is de groote beteekenis van den
kunstenaar, die vóór 300 jaren het levenslicht aan-
sohoawde, en dien Nederland ja, geheel de beschaafde
wereld thans in diepen eerbied berdenken ah een
der nitnemendstsn en edelsten, die de menschheid heeft
voortgebracht.
Zutphen. C. L. VAN BALEN.
Particuliere Correspondentie.)
Lbbuwakhzn, 14 Juli. Per tel.)
De met zooveel zorg en moeite voorberoide tentoon
stelling, te welker eere Leeuwardcn's ingezetenen do
vlaggen heden breed uit laten wapp ren, is dan eindeljjk
officieel geopend.
Dj nionwsgierlgen, die z ch fot nu toe heboen moeten
tevreden stellen mat verstolen blikken te worpen door
de fraai antieke, in Friesche kleurendos prijkende hoofd
poort, die den hoofdingang van het terrein vormt, zgn
nu in de gelegenheid gesteld zich te overtuigen, van
hetgeen er in al die weken van bsdrjjvigheid en drukte
met vereende kraohten is tot stand gekomen. En dat
alles bewonderende, znllen weinigen sicb een juist denk
beeld kunnen vormen, van al de moeieljjkheden, beslom
meringen, waarmee de voorbereiders hebben te kampen
gehad, voordat de tentoonstelling er was.
Terstond nadat door da vereeniging «Ngverheid* ter
bardenkirg van haar 50 jarig jubileum, het grootsche
plan was opgevat, om hier oen tentoonstelling te orga-
niseeren, zoo-.Is Friesland's hoofdstad er nog nooit een
had aanschouwd, werd naar oen getchikt terrein omgezien.
En begeerig vielan de bl kkea op den Aerentstuin.
genoemd naar den heer Aerents in het laa'st van de 16an
eeuw vicarn der St. Catharinekerk van Hoek, die deze
tain in het bezit had welke plaats door bare, bjj uit-
s ek gunstige ligging voor een tentoonstelling ah geknipt
scheen.
Niet aldus dachten B. en W. er over. Zjj meenden,
bevreesd dat het park, met welken weidschen naam den
tuin bestempeld werd, zou worden vernield en adviseerde
dus afwjjzend op het verzoek te beschikken. Verre van
ontmoedigd te zjjn door dezen tegenvaller, werd een
reuzenadres op touw gezet, dat met een groot aantal
handteekeningen van ingezetenen voorzien, den raad
bereikte en dat de vroede vaderen vermurwde, hunne
toestemming tot het gebruik van den tuin als tentoon
stelhngsterrein te verleenen. Maar daarmee waren al da
bezwaren nog niet uit den weg geruimd. Zou er iets
van het plan terechtkomen, dan moest over de manége,
een rijksgebouw als hoofdzaal kunnen worden beschikt.
Wederom kreeg men aanvankeljjk bjj den minister van
oorlog nul op het desbetreffende rekest. Maar ook wederom
gelukte het hier een gunstige schikking te treffen. En
toen begonnen de plannen een vasteren vorm aan te
nemen. Het benoodigde waarborgfonds was spoedig bjjeen
en ofschoon ook] hierbij de offfcieele colleges zich on
betuigd lieten, overtroffen de inschrijvingen verre de
gekoesterde verwachtingen. Want de geheele burgerjj
droeg het tentoonstellingsplan een goed hart toe, over
tuigd als zjj was, dat de belangen der gemeente door
de verwezenlijking dier plannen ten zeerste zou worden
gebaat.
Is het te verwonderen, dat juist door de vele moei
lijkheden die te overwinnen waren, de tentoonstelling
zoo langzamerhand is geworden het troetelkind, niet
alleen van de jubileerende vereeniging, maar tevens van
de geheele stad Leeuwarden De vreemdelingen kunnen
er dan ook van overtuigd zjjn, dat zjj door de ingezetenen
die trotsch zjjn op deze hunne tentoonstelling, met de
gastvrijheid, den Friezen eigen, zullen worden ontvangen.
Reeds heden hadden zjj zich opgemaakt om aan den
minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, als offi-
cieelen vertegenwoordiger der hooge regeering een bigde
inkomste te bereiden. Te twee uur verscheen de minister,
begeleid door den voorzitter van het uitvoerend Comité
der tentoonstelling en tevens voorzitter van »Njj verheid*,
den heer Mr. J. A. Stoop in de groote feesthal, waar
reeds bjjna 1500 genoodigden zijn komst verbeidden.
Toen allen gezeten waren, nam de heer Stoop het woord
en wees er op, hoe de vereeniging «Njjverheid* in den
loop der tijden hare werkzaamheden had uitgebreid en
geworden was een vereeniging, waaraan geen belang
voor Leeuwarden vreemd bleef.
Zulk een vereeniging zegt spr. heeft recht haar vjiftig-
jarig bestaan te vieren. En ze doet dat in het Dosef
harer kracht door deze tentoonstelling waarbjj twee
tienjarige vereenigingenhet Comité van de tentoon
stelling van 1896 en de Vereeniging tot Bevordering
van Vreemdelingenverkeer, haar steun gaven.
De geschiedenis der voorbereiding van de heden te
openen expositie gaat mr. Stoop na, het inéénslaan van
veel handen en het besluit der drie vereenigingen om
haar te doen houden «ter viering van het vijftigjarig
bestaan der vereeniging «Njjverheid.*
Er zjjn er, die zuchttenal weer een tentoonstelling.
En mr. Stoop vraagt, is die zucht gegrond? Tentoon
stellingen, zegt hjj, zjjn uit den tjjd, zoo beweert men
Anderen weer noemen ze een maatschappelijk ziekte
verschijnsel. Ten onrechte, naar ik meen. Indien men
eene tentoonstelling beschouwt in het licht van de
onverholen bewondering, die zjj in 1855 te Loudon en
in 1878 te Parjjs geoogst hebben, dan valt op een
dergeljjke onderneming in den tegenwoordigen tjjd een
ander licht. Het wordt hoe langer hoe moeiljjker iets
nieuws onder de zon te brengen, Ook de wjjze, waarop
de handel in onzen tjjd gedreven wordt, nu de verkooper
niet meer kan afwachten of kooper tot hem komt, maar
de clientèle overstroomd wordt met aanbiedingen, niet
het minst in persoon, die wjjze van handeldrijven heeft
ongetwijfeld aan het nut van tentoonstellingen afbreuk
gedaan.
Maar niet alles kan den klant in natura aangeboden
wordener bljjven zaken ten toon te stellen, die het
groote publiek niet kent. Wanneer gjj straks eenige
machines voor klein-bedrjjf in werking zult zien, of
aadere niet van huis tot huis te vervoeren producten
van njjverheid en kunst zult zien, die ook niet in elke
plaats in winkels getoond kunnen worden, dan zal ik
ihans geen voorbeelden behoeven aan te halen, ten
bewjjze, dat er nog nut kan uitgaan van eene ten
toonstelling.
Voor de vereeniging «Njjverheid* was er te meer
reden om het 50-jarig bestaan met eene tentoonstelling
te vieren, omdat
1. door de statuten zulk een feestviering als het ware
aangewezen wordt;
2. eene tentoonstelling, vooral in eene kleinere stad,
die zich wederom krachtig ontwikkelt, voor de burgerjj
een onmiskenbaar nut heeft. Het ligt juist op den weg
der vereeniging om, waar wjj Leeuwarders er aan
gewoon beginnen te geraken om telken jare onze ont
spanning buiten Leeuwarden te zoeken, zonder dat
tegenbezoeken van elders veelvuldig zjjn, nu eens eene
poging te doen om het verkeer naar Leeuwarden te
leiden. Daarom moest de tentoonstelling mooi zjjn i
Op de vraag of die poging geslaagd is, wil de heer
Stoop het antwoord overlaten aan den bezoeker.
Terwjjl hjj den verschuldigden dank brengt aan allen,
die hebben bjjgedragen tot het instandkomen der ten
toonstelling of die haar door een bljjk van sympathie
steunden, waarbjj hjj ook herdenkt de velen, die hjj