No. 164. Honderd en achtsle jaargang. Zaterdag 14 Juli. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Toelating Burgerschool en Meisjesschool Openbare Leeszalen en Boekerijen. 't Was maar 'n Model. Landweer. FEUILLETON. Amsterdamsche Brieven. ALKNIAARSCHE COURANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERRS der gemeente Alkmaar brengen ter kennis van belanghebbenden, dat zij, die na afloop der zomervaoantie hunne kinderende Burgerschool of de Meisjesschool wensohen te laten be zoeken, daarvan aangifte moeten doen vóór 15 Juli e. k., bij de hoofden dezer scholen, onder overlegging van het geboorte- en inentingsbewijs van het betrok ken kind. De kinderen moeten den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Kinderen, die binnen de eerstvolgende zes maanden na het tijdstip der toelating, voor de Burger- sohool op den Dinsdag volgende op den 3en Maandag in Augustus en voor de Meisjesschool op den Dinsdag volgende op den den Maandag in Augustus, dien leeftijd zullen hebben bereikt, kunnen, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, op de genoemde scholen worden toegelaten. De gelegenheid tot aangifte voor de Meisjesschool bestaat aan de woning van het Hoofd dier School, aan de Oudegracht, op Maandag en Donderdag, van halj een tot half twee ure en voor de Burgerschool, aan het schoolgebouw in de Brillesteeg, op MaandagDinsdag en Donderdag, van half een tot half twee ure en Woensdag van 1—4 ure. In het bijzonder wordt de aandacht van belanghebbenden gevestigd op de omstandigheid dat in de raadsvergadering van 4 Juli jl. is besloten het schoolgeld voor de Bur gerschool en de laagste teven klassen der Meisjesschool gelUk le stellen, n l. per kwartaal voor ièn kind f 6. voor twee kinderen uit één gezin, gelijktijdig een of beide scholen bezoekende, per kwartaal en per kind f 5.25; voor drie of meer kinderen uit één gezin idem per kwartaal en per kind f 4 60. Zjj noodigen belanghebbenden uit, hunne aanvragen niet tot het laatste oogenblik uit te stellen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 4 Juli 1906. DONATH, Secretarie. De Burgemeester der gemeente Alkmoor herinnert den verlofgongers der militie van de lichting 1698, die bestemd ojjo op I Augus tus lBOtt noor de londweer over te goon, oon hunne verplichting om zich da 1 Augustus 1006 doch vóór of op 90 Augustus d. o. v. ter gemeente-secretarie oon te melden, onder overlegging von hun militair zakboekje. Alkmaar, De Burgemees'er voornoemd, Juli 1906. G. RIPPING. (Slot). Als een korte herhaling van wat over dit onderwerp in deze serie artikelen is geschreven, kan het volgende dienen De Openbare Leeszaal en Boekerij is een inrichting welke zooveel mogelijk moet zijn voor allen en van allen. De inrichting bestaat uit twee gedeelteneen leeszaal waar dagbladen, tijdschriften, vlugschriften enz. ter lezing liggen, hoofdzakelijk om den lust tot lezen op te wekken, en een boekerij (uitleenboekerij) ten doel hebbende zooveel mogelijk de schoonste, beste en populairste voortbrengselen van letterkunde en wetenschap te brengen onder het bereik van de grootst mogelijke kringen der bevolking. Zjj verschilt van een volksleeszaal en volksbibli otheek, (het woord „volk" in engeren zin opgevat) Vrjj bewerkt naar het Hoog-Duitsch, DOOR J. li. VAK DHR JHOHR, 6) Er schitterde iets in de eeuigszins diepliggende, bruine oogen van den forschgebouwden, jongen schrijnwerker, en er kwam een uitdrukking van vreugde over zijn grot besneden gelaat, met de vooruitstekende jukbeen deren en het breede, krachtig ontwikkelde voorhoofd. »/i volstrekt niet,c herhaalde hjj, zen daarom heb'k zoo bg me zelf gezegd «jongen, Karei, je moet er nu maar s n vrgen middag van nemen. Maandag houen, daar doe je niet aan, dus kan 't voor zoo'n enkelen keer wel s n middagje lgen.® De patroon had er ook niets tegen en dus dacht k Hjj zweeg plotseling, kreeg een hooge kleur en begon verlegen te kuchen. Intusschen was hg het meisje toch wat dichter genaderd. Hg scheen iets voor haar te willen verbergen, althans hjj hield de linkerhand met opzet op den rug. «Ik dacht dat u 't me niet kwalnk zou nemen, als'k u dit aanbood, met waar juffrouw Paula? Hartelijk ge- teiiciteera ,g «O, hoe prachtig, ik dank u welriep het meisie aangenaam verrast uit. Zü reikte hem de hand en keek met stralende oogen naar het ruikertje violen, dat in een peperhuisie van zijden papier geborgen was. «Hoe lief van ui Maar eigenlijk moest 'k toch wel 'n klein beetje op u brommen. Foei, meneer SchulzeOm zoo'n uitgave voor mij te doen.« «Kom, 't is immers de moeite niet waard er over te spreken. Als 't u maar pleizier doet, dan is 't goed.® Dat hjj erg in zijn schik was, sprak meer dan duidelijk uit zijn goedige oogen. Zij straalden van blijdschap en hierin, dat zij niet is een liefdadigheids inrichting, dat het voor den werkman geen gunst is van deze instelling gebruik te maken, dat meer gegoeden er van zullen profiteeren, wijl zij overtuigd zijn, dat zij hier niet geestelijk bedeeld worden, dat de be zoekers worden gebracht tot de boeken en niet omgekeerd, de boeken tot de bezoekers. Zij zal meer dan eenige andere inrichting strek ken tot ontwikkeling en tot veredeling van den smaak. Geen inrichting geeft zoo ruim een blik, is zoo algemeen van strekking, zoo aantrekkelijk voor oud en jong, zoo geschikt voor arm en rijk, als een eenvoudig maar gezellig ingericht, rijk aan uiteen- loopende leesstof zijnde Openbare Leeszaal en Boekerij. Geen inrichting is een betere bestrijding van oppervlakkige kennis, gebrekkige ontwikkeling en eenzijdige voorlichting dan deze. Lezer, wanneer gij dit met ons eens zijt; dan vragen wij U: Is het mogelijk dat Alkmaar zoo'n inrichting niet krijgt P Deze vraag stellen beteekent voor ons haar ontkennend beantwoorden. Alkmaar was reeds vroeg min of meer in dit gedeelte van ons land een centrum van ontwikkeling en beschaving. Wie zou durven beweren, dat zij niet steeds er naar gestreefd heeft dat te blijven? En wie zou durven voorspellen dat Alkmaar, wan neer een openbare leeszaal en boekerij een dringende eisch des tijds is geworden, wanneer zij in andere en kleinere steden in ons land op even groote schaal voorkomt als thans in Amerika en Engeland, wie zou dan durven voorspellen dat Alkmaar achter zou kunnen en willen blijven? De geschiedenis spreekt anders en het heden doet op een betere verwachting hopen. N6g heeft Alkmaar zijn bezittenden, die het doel kunnen helpen bevorderen, nóg heeft het een ondernemenden middenstand, voor welken zoo'n inrichting van groot, zeer groot belang zal blijken, nóg heeft het niet-bezittenden, die en gelukkig streven naar vermeerdering van kennis en ver edeling van smaak, nóg heeft het om kort te zijn onder alle maatschappelijke klassen en rangen vrouwen en mannen, die elk op haar en zijn wijze, een dergelijke nuttige inrichting in het leven roepen en in het leven houden willen, nóg heeft het instellingen, rijk genoeg om deze te steunen. En wanneer wij het er over eens zijn dat het komen van een dergelijke inrichting in Alkmaar slechts een kwestie is van een meerder of minder aantal jaren, dan vragen wij U alweer; Waarom zouden wij dan niet trachten haar nu reeds tot stand te brengen, zoodat wij die thans leven reeds ervan kunnen gebruik maken en er van Alkmaar zal kunnen worden getuigd dat het in dezen zooal niet voorgegaan dan toch spoedig gevolgd is? Men zegge nu niet, het geschikte oogenblik is nog niet gekomen. Toen de heeren in Dordrecht zich vereenigden, om daar te stichten wat in het buitenland zoo zegenrijk was, wisten zij heelemaal niet of het psychologisch moment reeds gekomen was. Toen stond het heelemaal niet vast of deze inrichting, dat plantje van vreemden bodem in Nederland zou willen gedijen en vruchten zou afwerpen. En tóch zijn die heeren begonnen en tóch zijn zij in ons land de pionniers geworden van deze beweging,die zich nu steeds meer uitbreidt. Men sla de handen ineen, en onderzoeke. Hoe degelijker de zaak wordt voorbereid, hoe beter. Wanneer er zich hier ter stede een commissie vormt zooals in Leeuwarden, bestaande uit een groot aantal vrouwen en mannen (ook vrouwen in Amerika danken vele openbare leeszalen haar bestaan «COBWlWWHBBaBBeaaBMBMBBBMBBBnBBRMBBBBMBBRRMMRMIBBB» volgden iedere beweging van het mooie kind, terwjjl zjj vlug opstond, het bouquetje in het water zette en ver volgens haar werk weer opnam. «Ik stoor toch niet, juffrouw Paula «Gerust niet hoor, ga maar op uw gemak zitten, dan kunnen we wat praten. Maar ik moet ondertusschen goed doorwerken, want ziet u dit wel en zjj wees hem met de naald de omtrekken der arabesken, welke zjj op het kleed borduren moest. «Dit moet alles binnen drie uren af zjjn. En dan moet ik 't met heele stapeltjes, dat u daar ziet, atlas, zjj, fluweel, en weet ik wat nog meer, precies om vjjf uur in den winkel bezorgen. Precies vjjf uur heb ik beloofd, en ik stel er 'n eer in stipt en ordeljjk te zjjn »Zoo denk ik er ook over.® «Ik weet 't wel, beste meneer Schulze. Wjj begrijpen mekaar wel.® En de blanke vingertjes begonnen weer ijverig de zjjden draden door het olijfkleurige kleed te halen. Het was er zoo vredig en stil, in dat armoedige, kleine kamertje van het hofje in de Ackerstrasze, drie hoog. De blikken van den zwijgenden jongeling rustten met een uitdrukking van vurige, doeti nimmer uitge sproken liefde op dat verrukkelijke meisjeskopje, met zjjn weelderige, gitzwarte haren. Haar blanke, door schijnende huid, haar edele gelaatstrekken, haar lieve, trotsche mondje, haar groote, heldere, diepblauwe oogen, waren oorzaak, dat Paula Bergius met het volste recht een wonderschoone vrouw mocht genoemd worden. Wat is ze toch mooi, dacht Schulze in stilte, zóó mooi, dat 'n lompe, leeljjke kerel als ik zich nog wel eens twee maal mag bedenken, alvorens haar van liefde, of zelfs maar van genegenheid te spreken. En toch, heeft zij zooeven niet zelf gezegd: «Wjj begrijpen mekaar wel »Kom Karei, waarom geen moed gevat, jongen, en haar ronduit gezegd hoe lief je haar hebt?® «Waarom zeggen we niets?® vroeg Paula, terwjjl zjj even van haar werk op zag. «Ik ik kjjk toe, juffrouw Paula, hoe handig en netjes u dat allemaal doet.® Zn lachte, onschuldig, zonder eenigen zweem van ij delheid of coquetterie. aan vrouwen, die veelal de beste vriendinnen met de inrichting zijn), een commissie, die een weerspie geling is van het maatschappelijk leven in deze stad, die de zaak van alle kanten nauwkeurig bekijkt, propaganda maakt en sympathie wekt voor het denkbeeld, dan zijn wij reeds een eind op den goeden weg. Komt die commissie tot de slotsom dat het psychologisch moment nog niet gekomen is, dan, maar ook dan alleen, late men de zaak vooralsnog rusten. Is de commissie evenwel van meening, dat het gewenschte tijdstip wèl is aangebroken, dan ga men gerust in zee. Eén ding sta evenwel boven alles vastMen neme de proef zuiver. Door haar te nemen op een te bescheiden of te beperkte schaal brengt men de zaak het is onze vaste overtuiging meer achteruit dan vooruit. Onze taak ten opzichte van deze instelling is voorloopig bijna afgeloopen. Men heeft ons van verschillende zijden gevraagd over dit onderwerp te schrijven en wij hebben gaarne aan dit verzoek voldaan, mede om daardoor te toonen, dat de Alkmaarsche Courant zal blijven streven naar de bespreking van onderwerpen, die voor Alkmaar van belang zijn of kunnen worden, of waarin de Alk maarder in het algemeen bijzonder belang stelt. De taak van een courant is in dezen evenwel slechts een voorbereidende. Een der heeren-oprichters van een openbare Leeszaal en Boekerij tot wie wij ons om inlichtingen wendden, welke steeds met groote welwillendheid werden verstrekt, schreef ons: „Van couranten artikels alléén verwacht ik bitter weinig alles komt aan op het daadwerkelijk initiatief." Zóó is het. Maar toch meenen wij, dat wij nog iets ten bate van deze zaak kunnen doen, n.l. nagaan of zij ook de sympathie van de lezers van dit blad en van de inwoners van deze stad en haar omgeving heeft. Wij doen daarom aan die allen een beleefd maar dringend verzoek Zendt ons Uw naamkaartje met de letters O.L.B. op het couvert, geeft Uw naam op aan ons bureau of doet ono op andere wijze weten, dat de door ons besproken zaak U niet onverschillig is. Wekt anderen, 't zij man of vrouw, op, hetzelfde te doen. Het is enkel en alleen de bedoeling, bewijzen van instemming te krijgen, te weten wie met de zaak sympathiseeren. Mocht er bijv. zich hier een voorloopige commissie vormen, dan weet zij, waar het denkbeeld sympathie ondervindt en welke per sonen tot een vergadering zouden kunnen worden opgeroepen. Niemand verplicht zich dus tot iets Wij hopen dat het aantal namen, dat wij aldus ontvangen verrassend groot zal zijn, en een goed begin mag beteekenen voor een goed einde Men stelle niet uit uitstel is maar al te dik wijls afstel XXXIII. „Nelis" uit de Parmer voorspelt in 't Handelsblad een „invasie11 van Noord-Hollanders in Amsterdam. Laat hen komenhoe meer ziel, hoe meer vreugd «Men leert dat zoo gaandeweg,® sprak zjj. «'t Is ook wel mogeljjk dat ik er 'n beetje aanleg voor heb, 'n zekere handigheid, die ik van mjjn lieve moeder geërfd heb. Zoo keurig en vlug als zij werken kon, dat kan men zich haast niet voorstellen. En met zooveel smaak i Ik kan ook tamelijk goed kleuren schikken en patronen maken, maar toch lang niet zooals moeder. Onlangs hebben ze in den winkel gezegd, dat mijn werk veel kunstzin verraadt.® «Dien kunt u ook wel van uw vader geërfd hebben.® Er kwam een pijnlijke trek op haar gezicht. «Van mjjn armen vader, o, jawel zeker,® antwoordde zjj zuchtend. Haar borst ging hjjgend op en neer, en zachtjes streek zjj met de hand over de oogen. «Ja och, wat wilde ik nu ook weer vragen? O, juist, hebt u geen bericht van huis? Hoe gaat 't met uw ouwe moedertje T« «Dank u, juffrouw Paula, heel goed. Zjj verlangt erg naar me, en vooral naar den dag waarop de oudste dat ben ik namelijk zich in 't kleine Thüringsche stadje en in 't huisje waarin ie geboren is zal komen vestigen »Dat zal immers van den winter nog gebeuren Heb 'k u niet hooren zeggen in Januari U zult er wel naar verlangen, niet?® «Zeker, dat is te zeggen, ja en neen. Er is hier in Berlijn ook veel dat me aantrekt maar, natuur lijk, mjjn beste, ouwe moeder en mjjn Thüringen Ik zou wel willen dat u 't kende en wist hoe mooi 't is. Om alleen mijn geboorteplaats maar 's te noemen, 'n Lief, klein stadje, aan alle kanten door bergen om ringd. Daar ontspringt 'n riviertje, dat er midden doorheen stroomt. U moest dat water hooren bruisen Dat heeft altjjd zoo'n indruk op me gemaakt; ik kan niet zoo precies zeggen hoe, maar ik geloof prettig en treurig te geljjk. Hier, in zoo'n groote stad met al dat lawaai en die drukte, verbeeld 'k me soms dat 't maar 'n droom is. Maar men kan er zoo niet over praten, want dan lachen ze je nog uit ook. Nu, dat zult zeker niet deen, wel Ons huisje staat dicht bjj de poort, en als men achter 't tuintje uitgaat we hébben er 'n priëel van kamperfoelie in, en 'n massa bloemen, meest Pessimisten hebben beweerd, dat de groote menigte, de Rembrandt-feesten vierend, zwaar den nadruk zal leggen op feesten en zieh nauwelijks zal afvragen, tot wiens eere zij zal juichen. Lieve hemel wat pessimisten kunnen doorslaan De opmerking, die ik dezer dagen las waar weet ik niet meer leek mjj zoo juist, dat, moest er alleen feestvreugde aanwezig zijn bij hen, de Rembrandt vermogen te kennen in zijn titanisohe grootheid en alles overvleugelende superioriteit, het slechts een luttel aantal mannen zon zijn, dat zich aan den feest- disoh zou kunnen nederzetten, om een dank te wijden aan de nagedaohtenis van een der grootsten onder de grooten. Laat hen komen onze goede Noord-Hollanders er zich verlustigen in den historisoh-allegorisohen optocht, aan de projectiebeelden, aan de illuminatie, hier en daar aangebraoht, maar vooral aan het nummer, dat «Nelis® belooft, als onderdeel van 't bloemencorso op Woensdag middag de Pnrmersohe boerenbruiloft. *We zullen er komen met onze 12 tilbury's, zegt «Nelis®, de paarden, tuigen en zweepen versierd, en onze vrouwen dragen dan de echte Noord-Hollandsohe kap. Ter opluistering zal misschien ook een Ood-Hollandsohe sjees aanwezig zjjn. Geschiedt dit, dan zal .het paard een zilveren hoofdstel dragen, de zweep tal van goud zjjn en de inzittenden znllen in een prachtig oud kostuum zjjn gekleed, 't Zal werksljjk de moeite waard wezen. Gg znlt ons zien, als bjj 't bruiloftsfeest, bigde rond rijdend, vóór dat wjj in herberg of kolfbaan ons neder zetten, om bruid en brnigom onze bsste wensohen te brengen. Gg zult ons vroolgk zien, met die echte Hol- landsche vroolgkheid, die niet losbandig is en die van de drankflssch, niet weten wil. Komt en ziet!® Bravo, >NelisGjj zjjt althans voor pessimist niet in de wieg gelegd En de Amsterdammers hopen van bun kant te toonen, dat ze vroolgkheid kennen, »die niet losbandig is en die van de drankflesch niets weten wil." Er zal ook hier en daar worden geïllumineerd. Een oude Amsterdamsche firma annonceerde dan ook weer haar vetpotjes. En dat enkele woord «vetpotjes® maakt plotseling de herinnering in mjj wakker aan onze heerljjke oude Amsterdamsche volksfeesten. Ik zie ze nog, de grootsche eerepoorten van weleer, in gloed gezet door duizenden van vetglaasjes, die hun roodachtig goudlicht uitstraalden en een warmte van tonen en tinten gaven, die noch de latere gas,- noch de moderne electrische verlichting in staat zjjn te ver spreiden. «Het helle koolzuurgas «Verving de tinteling van 't maagdeljjke was® of, in dit geval, juister, hoewel minder dichterlijkvan 't gestolde vetmaar de koude, blauw-witte gasvlam moet het afleggen tegen het gouden schjjnsel van 't aloude illuminearglas en hoe briljant ook een electrische verlichting moge zjjnzjj leeft niet. In de Kroningsweek hebben we tal van gebouwen kunnen aanschouwen, van onder tot boven schitterend in electruchen gloed; maar het was niet de feesteljjke, trillende gloed van onze oude Oranjefeesten; neen, het was de aoode schittering uit onbeweeglijke lampjes gloed, verspreid door stugge gloeidraad, in stede van levende vlammekens Op een Hollandsch feest oud-Hollandsche verlichting, d. i. met oud-Hollandsche vetpotjes Bjjna had ik inifpotjes geschreveneen ridicule ver goeding, onbegrjjpeljjk voor mjjn Alkmaarsche lezers, maar volkomen te vergeven aan een Amsterdammer. Onze stad wordt n.l. gedurende de laatste maanden onveilig gemaakt door een inktwerper. Bg een eventueelen herdruk van Van Date of De Vries en Te Winkel zjj dit nieuwe woord der aandacht van de bewerkers dezer woordenboeken bescheiden aanbevolen. We hebben onzen «Jack the Ripper® gehad, het mon ster, dat in stille wjjken vrouwen en meisjes te ljjf ging met het een.' of ander steekwerktuig en helaas zelf een dienstbode in het 's avonds Concertgebouwkwar tier om het leven bracht. Ongelukkiger wjj ze is het der politie nimmer gelukt, dezen ellendeling in handen te krijgen. Thans eehter herbergt de hoofdstad een individu, het allemaal soorten die lekker rieken, zooals reseda, violieren, anjelieren en ook 'n paar mooie stamrozen maar, waar was ik ook weer over bezig? i O ja, als men ons tuintje uitgaat, onder de poort door, en dan al verder en verder langs de rivier, dan komt men eindeljjk aan de bergkloof. Daar is 't pas recht mooi, heerljjk lommerrjjk en koel en zóó eenzaam I Er is ook 'n water molen, en als dan 't water bruist en 't molenrad kleppert, dan wuiven de boomen zoo zachtjes heen en weer en zingende vogels hun hoogste lied Hjj zweeg en zag net meisje aan. In gedachten ver zonken keek zjj vóór zichhet borduurwerk lag stil in haar schoot. En in haar heerljjke, wonderschoone oogen was een droomerige uitdrukking gekomen. »In einem kühlen Grunde Da geht ein Mühlenrad,® fluisterde zjj eensklaps, als sprak zjj tot zich zelve. Schulze lachte tevreden, terwjjl hjj haar zacht, niet zonder eenige aandoening in zjjn stem toevoegde -. «Niet waar Precies eender als in dat ouwe liedje. Ik dacht er ook altjjd aan als 'k in de kloof kwam.® Paula nam haar werk weer op. «Ja, ja, meneer Schulze, ik zou 't wel aardig vinden als 'k eens 'n kjjkje kon nemen in uw mooi geboorte plaatsje maar daarvan zal natuurljjk wel nooit iets komen En met vernieuwden jjver, teekenden haar fijne vingertjes, met de zjjden draden, de bonte figuren op het oljjfkeurig kleed. «Juffrouw Paula Zjj keek haastig op, als was zjj geschrikt. Zjjn woorden hadden ook zoo eigenaardig geklonken. «Wat wilt u zeggen »U meent, dat daarvan wel nooit iets komen zal, maar ik geloof, dat 't toch niet zoo heelemaal onmoge- ljjk is. Als u me maar 's zeide dat u me n heel klein beetje genegen bent Weer bleef hjj steken, want hjj voelde, dat haar groote, ernstige oogen vragend, met een kinderljjke verbaasde uitdrukking, op hem bleven rusten. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 5