Rembrandt-herdenking
te Amsterdam.
Gemengd Nieuws.
aanhouden. Toen ie meneer op 'n atoel geklommen en
heelt me daar op den laten avond, geheel in strjjd met
't reglement, een Rembrandtrede gebonden, die niet mis
was. 't Iieenltaat was, dat de vergadering nog een aart je
gezellig bjj elkaar bleef, de secretaris aan de eerste motie
z'n sigaar opstak en men ten slotte geesdriftig besloot
de residentie ook op een Rembrandt-feest te onthalen
Eeden werden g daan, dat ze d'r vooralsnog niks nie
mendal thais van zonden vertellen en aan krantecmen-
schen in geen geval iets zonden verklappen. Want 't
mosst een verrassing bljjven. En 't bestaar bestelde
s'avonds direct een Rsmbrandt-feest, als 't niet eerder
kon 2 Augustus leverbaar. Maar later niet 1
Wat 'n uitkomst dat was, op dien avond,«
De komkommertijd maakt het voor de Haagsohe cor
respondenten blgkbaar moeilijk belangrgk nieuws te
melden. De correspondent van de Prov. Gron. Ct. ach git
over een zeer eigenaardig contrast tasEchen twee ver
keerswegen daar.
„Geene buurt in de residentie, zegt hg, is in hsro
wonderbaarlijke verscheidenheid typischer dan de Tous-
saintkade, .aldus gedoopt naar onze beroemde romanschrijf
ster, die er met haar hoogbegaafden echtgenoot, den
grooten rchildor Bosboom, jaren lang beeft gewoond.
Deze buurt is daarom zoo merkwaardig, omdat do
gracht haar in twee, zéér Bterk te onderscheiden doelen
scheidt, waarvan het een de Prinsessenwal, bet nee pluB
ultra van grootestadsleven ve: toont, terwjjl de daar
tegenover gelegen Tonssaintkade, door de ongevraagde
medewerking van allerlei handelaren, bouwoazan en aan
nemars, en de welwillende hnlp vaa den Haagsohen
straatjargon, het beeld van een drokke, roezemoezige,
smer ge verkeershaven vertoont, waar de ploeterende
sjouwerman het hoogste woord voert en de lawaaïge
drokte en t luidruchtig gejoel en kabaal al het getjiogel
m gebrom der victoria kraaiende electriecbe trams over
stemt.
Tusschen deze twee verkeerswegen hoerscht het grooist
denkbare contrast: de drukte der moderne beschaving
en het platte ramoer van een handeldrijvend landstadje".
En iets vorder zegt hg:
«Op den Prinsresenwal is de grond flink geveegd, glad
en zindeljjk zooals het plaveisel eecer groots stad be
taamt. Daarentegen vertoont de bodem der Tonssaintkade
al de vailnis, de stol en de smerigheid eener straat of
gracht in een vervuild, smerig, door geen stadsreiniging
lerocht stedeke.
Voor don Prinsessenwal bestaat er eene stadsreiniging;
voor de 1 ussaintkade schjjnt ze niet te bestaan. Tracht
een ljjdzaam bewoner der Ton saintkade zoo gemoedeljjk
mogeljjk te overtuigen, dat er inderdaad een stadsrei
niging is: hg zal n ongeloovig-lachend aanzien en met
een ontkennend hoofdknikje antwoorden. Hg ziet wel in
andere buurten mannen met lange bezems, die wolken
van stol doen ontstaan en de ontstelde voetgangers op
de vlucht jagen, maar zelfs deze gevreesde kwaaddoeners
bespeurt bjj nimmer op de landeljjke kade waar zoo
overstelpend luid en druk steenen, planken, turf en
kolen uitgeladen wordt, alsof er destjjds geen Laak-
kanasl gegraven ware, uitsluitend ten bate van handel
en njjverheid.
Vermoedelijk vertoocen zich de stadsreinigers niet aan
de tonssaintkade, omdat het gezond verstand hun zegt,
dat zjj met hun lange bezems er toch niets goeds kunnen
doen. Daarom latan deze vegers en reinigers al het vuil
van steenon, zand, antrachiet, als anderzins zich vrjjeljjk
onderling vermengen en aldus smerige hoopen vormen,
die ramen eu deuren instniven en den bswoner o be-
driegeljjke wjjze de gewaarwording geven van te wonen
op een smerig bandelsgrachtje.
Voor afwisseling rjjdt er dan eens een steenkolenwagen
in de gracht, of mengen zich fietsen en motors in de
overstelpende drokte. Maar hoe het ook zjjn moge, het
contrast tusschen de ouderwetscho in- en uitlaadgraeht
en de cieuwerwetsche overzjjde, waar de gentry hee'j-
en woervliegt en het moderne leven zich in al zjjn glans
en veelzijdigheid openbaart, is zóó scherp in oog
vallend, dat het een ieder treilen moet.«
•Zondag.
Wie vroeg opstond hedenmorgen om in het Vondel
park het concert van gewijde muziek te hooren, heeft
zjjn dag goed laten beginnen. Heerljjk-mooi klonk die
muziek en duizenden en nog eens duizenden, hebben in
stille aandacht geluisterd, zjjn gekomen onder den
invloed van de wyding van dit concert. En een verhef
fende indruk is we! noodig voor wie werkeljjk iets
voelt voor den Groeten Meester, wiens roemrjjke nage
dachtenis in deze dagen wordt gehuldigd maar ook
geschonden. Ja ges-honden, d&t is het leeljjke
maar juiste woord voor het versehjjnsel dat u uit tal
van winkelruiten tegengrjjnst ol u met ruwe stemmen
toe schreeuwt.
Op een kleine ochtend wandeling krjjgt men eenigen
kijk op de wjjze, waarop Rembrandt aan het Volk« is
verschenen.
Amsterdam is verrembrandt I
Wat dit beteekent kan niet beter worden gezegd, dan
door een paar staaltjes te vertellen van dingen, die men
alzoo op een ochtendwandeling ziet en hoort.
In een bakkerswinkelRembrandt van gebakken
deeg, een palet van gebakken deeg, penseelen van ge
bakken deeg.
In een bloemenmagazjjnEen omkranste buste van
Rembrandt met daarnaast een versierde fiets.
In een sigarenwinkelEen plaatje: sDe ontleedkundige
les« (inderdaad het ljjkt iets), en daaronder«Rookt
Rembrandt;e«.<
In een andere uitstalling Het huisi van Rembrandt
in postzegel werk
Overal Rembrandt-portretten en schilderjjen-conter-
teitsels. En er is haast geen enkeLe van de winkels ol
er staan hoopjes menschen voor te contempleeren of te
filosofeeren.
In de Lsidsobe straat is een goede «lovens-groote* copie
van de Nachtwacht. Men kaji zich daarvoor bjjna geen
plaatsje veroveren, zoo vol ia het or. Elk oognnblik gevoelt
oen soms ook een aantal. van het publiek zich ge
drongen een uiting te gaven en wie daarnaar luistert
staat verbaasd over de naïviteit waarmede de menschen
door hoogdravende woorden en pathitische uitroepen ban
gebrek aan kennis en kunstzin trachten te drapeeren.
Mooier ia de aaieviteit van een der twee kleine meisjes
die op de inlichting van de andere .Daar is de Nacht-
wacht* antwoordt.0 is 't anders niet Is
la dit gezegde ligt de beminnelijke kinderljjkheid welke
aan gioote menschen maar al te zeer vreemd is. Daar
zullen er heel wat zijn, die tegenover de Rembrandts-
herdenking staan op een O-is-'t-anders-niet-standpunt.
Maar do Rembrandt-mode moot immers gevolgd worden 1
De Rembrandt-mode 1
Lezer de sterkste staaltjes: Rembrandt op een
varken van renzel 1
Op een .Rembrandt spjjecaerte* komen voor: Naght
wsght Vleospasteijes, Rembrandt Biefstuk, Saskia Thuyn-
boonen, Stalmeesters Erwten 111
Zóó wordt de naam van Hollands geniaalste schilder
in Hollands glorierijkste tjjdpsrk misbruikt. En dat op
denzelfden bodem, waarop Rembrandt heeft geleefd ge
leden gestreden en overwonnen.
Er is nog een ander verschjjnsel dat den opmerkzameo
toeschonwor tjjdecs een ochtendwandeling opvalt.
Toen de eene groote Hollandsche schilder schreef over
dien anderen, dien één igen, eindigde hjj aldus: Steekt
de vlaggen uit en roept driewerfHoerah i
Als lozef Israëls hier is en dat zal wel moet
hjj teleurgesteld zjjn wjjl er zoo weinig vlaggen uitge
stoken zjjn.
En het is waarschjjnljjk teekenend, dat men op de
stille, deftige grachten hg na geen vlaggen ziet, maar
wel in de winkelstraten.
Dit verschijnsel staat zeker in verband met een ander,
n.l. dat er hier op het oogenblik vele vreemdelingen
zjjn. Er is in het Engelsch veel vraag naar den weg
naar het Rijksmuseum. Ook de buitenlandsche pers is
heel goed vertegenwoordigd zelfs een Russische
courant, de St. Petersb. Börsen Ztg., zond een vertegen
woordiger. Gisteravond waren de meeste correspondenten
bjjeen in de gezellige zalen van de studenten-sociëteit,
daartoe uitgenoodigd door de vereeniging de Amster-
damsche pers. De voorzitter, de heer Zoethout, hoofd
redacteur van de Echo, riep zjjn vrouweljjke en mannelijke
collega's haiteljjk welkom en de vereeniging zorgde,
dat er aan de dagen van inspanning enkele uren van
gezellige ontspanning voorafgingen. Trouwens de
voortreffelijke wjjze waarop zjj verschillende zaken heeft
georganiseerd, maakt onze taak heel wat gemakkeljjker.
Ook het Handelsblad dat in zjjn fraaie gebouw de
bibliotheek-zaal gedurende deze dagen aan de verslag
gevers afstond, verdient een woord van dank, evenals
de heer Begeer uit Utrecht die een schoone, zware
Rembrandt-penning aan ieder verslaggever schonk.
We worden met weldaden overladen maar ook met
kaarten. Kaarten hiervoor, kaarten daarvoor men kan
zich bjjna niet denken dat ze allen in een paar dagen
gebruikt kunnen worden. Er zullen echter wel enkelen
ongebruikt bljjven. Zoo hebben we bjjv. van middag bitter-
weinig gehad aan de uitnoodiging van het bestuur van
de maatschappij Arti et Amicitiae, om tegenwoordig te
zjjn bjj de opening der eere-tentoonstelling van werken
der kunstenaar.-, wier namen staan vermeld op de ge
denkplaat in de traphal van het gebouw, (Jozef Israels,
Jacob Maris, Anton Mauve, Charles Rochussen, Johannes
Bosboom, Hendrik Willem Mesdag, Geo Poggenbeek,
Jan Hendrik Weisenbruch, Ser Laurens Alma Tadema.
We hebben een korte toespraak gehoord van den
voorzitter, prof. Bart van Hove, eindigende met den
wensch, dat de verwachtingen door de expositie opge
wekt, zouden worden overtroffen. Maar laat maar eens
verwachtingen overtreffen, als men in een benauwende
volte en drukkende hitte schilderjjen moet zien. Maar
dan het verlagen, om ter gelegener tjjd nog eens weer
in Arti's gastvrjje wonning te toeven en daar deze
zorgvuldig bjjeen gebrachte collectie te bewonderen kan
er onder dergeljjke mingunstige omstandigheden niet bjj
den bezoeker opkomen.
Na de opening werd er een eenvoudige maar zinrjjke
hulde gebracht aan Rembrandt. Een jeugdige leerling
van de academie van beeldende kunsten, zien over het
kozjjn van een der geopende ramen aan den versierden
voorgevel van het gebouw buigende, hing een bloemen
krans om Rembrandts borstbeeld.
Terwjjl wjj dit schrjjven «saust# het, zooals de
Amsterdammer zegt.
Vanochtend scheen de zon af en toe, maar de lucht
was zwaarbewolkt en de hoop op goed weer werd alleen
gevestigd op den wind. De wind en daarmede de hoop
is verdwenen.
Wat moet er van avond worden van[de fakkeloptocht,
van de hulde welke er zal gebracht zal worden aan
Rembrandts standbeeld, van het concert in het Vondel
park en van dat op het Damrak?
Elf uur 's avonds. Gestadig is de regen gedurende
de namiddag- en begia-avonduren gevallen, maar later op
den avond is het droog geworden. Enkele straten gaven
der. aanblik van een feestende stad met alle aaugename
eu onaangename bjj verschijnselen daarvan. Kunstenaar:
zonden Rembrandt huldigen bjj zijn standbeeld. En tegen
half tien formeerde zich voor het gebouw van Arti et
Amicitiae op het Rokin een atoat. Het eerste gedeelte
van dien stoet was gecostumeerd en bestond nit 100 man
infanterie en 40 cavaleristen, waartoe do Minister mach
tiging had verleend, benevens de leden van het staf-
muiiekkorps, eveneens in ond-Hollandsche dracht. En
daarachter dames en heeren in «latest style».
De weg, welken die stoet had af te leggen, was maar
kort en daarom stond de menigte opgepropt.
Aan het Rembrandtplein werden zoo nn en dan men
schen, die flauw gevallen waren, weggedragen zoo
-vol was het er.
Binnen de afsluiting had men het echter kond, vooral
daar de bodem doorweekt was.
Eindsljjk kwam onder de tonen van een schatters-
marsch de sloet aan. Het gecoBtumeerde gedeelte zag er
klcnrrjjk en aardig uit het kan niet ontkend worden.
Evenwel het plaatsen van de verschillende deputaties
die kransen zouden leggen aan het voetstuk ging zoo
saai in zjjn werk, dat een betere indruk spoedig verdween.
Toen men gereed was hield professor Bart van Hove
ee~n toespraak, welke natuurlijk grootendeels verloren
ging. De volgende zinnetjes geven evenwel zeker onge
veer deu inhoud der vrjj lange redevoering weer
„Wij komen tot u, Rembrandt, huldigend uwe kunst
kunst van onvergankelijke glorie I
Huldigend de goddelijke vonk, na drie eeuwen nog
bezielend werkend op wie vatbaar zijn voor grootschen
indrukhuldigend uw genie dat van den roem des
Vaderlands is geworden een room van de wereld."
„Deze bloemen, kinderen der natuur, leggen Neder
lands kunstenaars neer aan de voeten van Uw beeld,
als eeresaluut aan de kinderen Uwer kunst
Staande voor het voetstuk van het standbeeld legde
spreker een groote krans neer, de hoera's schalden op
en werden herhaald door de menigte daar buiten.
Achtereenvolgens kwamen een reeks vereenigingen uit
het heele land, door kransen te leggen voor het stand
beeld, hulde brengen aan zijn nagedachtenis. Het
optreden van elke nieuwe deputatie werd door trompet
geschal aangekondigd, waarop de vereeniging werd
afgeroepen
Het was alweer een saaie vertooning, welke elk
decorum miste en niets imposants had. Wat zouden
onze zuideljjke broeders dat anders hebben gedaan 1
Het eenige temperament kwam af en toe slechts naar
buiten bij de cavaleriepaarden.
Heerlijk mooi en indrukwekkend was evenwel de
zang van het groote versterkte koor van de liedertafel
Apollo" onder de kranige leiding van Roeske.
De groote statne van Rembrandt, in eene omljjsting
van fel zoeklicht, beneden omkranst doer bloemeneen
dichte menigte onder de lage boomen, waartnsschen
mannen in de schilderachtige kleederdracht, beschenen
door het flanwo fakkellicht, met rookwolkjes, die hangen
bleven in de zware lncht, en dan die heerljjke muziek
van Sweerts, die van de woorden van Van Looy maakte
wac er van te maken was dat alles vormde te samen
een heerlijk moment.
Maar en het zjj nog eens uitdrukkelijk herhaald
het was het eenige beteekenisvolle oogenblik van deze
«hulde*, die overigens voor ons een groote teleurstelling
is geweest. Wjj hebben een kunstkenner hooren zeggen
dat bet «een leuke rommel* was. Ja, dat was het, maar
meer rommel dan huk.
Het is te hopen dat do dag van morgen een minder
poovereeen minder Hollandsche (hadden we haast ge
schreven) hulde aan Rembrandts nagedachtenis brengt.
Voor het overige vermelden we nog gaarne, dat Roeske
en zijn zangers ten tweede male indrnk maakten toen
zjj voor het gebonw van Artiweer onder begeleiding
van muziek MeudelsBohns schoone „Festgesang an die
Künstier op de bekende woorden van Schiller ten ge-
toore biaehten.
Maandag.
V .naaag is het de groote dag, de dag, die de men
schen naar Amsterdam heeft gelokt van uit vreemde
landen, die aan een ieder wat schoons te zien en te hooren
geeft, t zg hg tot de genoodigden behoort, dan wel dat
up tevreden moet wezen met een deeltje te zijn van wat
min gewoonljjk kortweg publiek noemt. De samenstelling
van het programma valt in vele opz'chten te prjjzen,
omuat hot voor elck wat wils geeft, omdat iedereen er
van kan profi eeren, zg het dan ook in beperkte mate.
De.dag van heden begon met een indrukwekkende
plechtigheid. In de Westerkerk werd ter herinnering aan
Rembrandt een gedenksteen geplaatst en wol in den
omtrek van do plek. waar Rembrandt op 8 Ootober 1669
werd begraven. Daze steen, geplaatst tegen een dar
pilaron, is een copy van de cartouche boven de poort
van de Nachtwacht. Zij ia van wit marmer en werd
gebeeldhouwd door den heer W. M. Retera, leeraar aan
de Rgkssctool voor kunstngverheid te Amsterdam, onder
toezicht van prof. mr. Jan Six, Jhr. van Riemsdijk en
Bart van Hove.
it ™°rzitt0r der algemeene Rembrand'-commiss'e, mr.
H, 1G. Quack hieli oen bolungrjjke on indrakwük*
kende rede.
«In diepe ontroering aldus begon da aandachtig
aangehoorde redevoering staan wjj heden op deze
plaats. Wjj komen immers om te gedenken den 300
jarigen geboortedag van Rembrandt, en wjj achten het
een waardig begin van onze herdenking, dat wjj in deze
kerk samenkomen.
Want in deze kerk waarop de blik var Rembrandt
tgdens zjjn leven zoo dikwjjls moet zjjn gejestigd
mogen wjj als vanzelf dadeljjk den nadruk er op leggen,
Jat Rembrandt's kunst in haar diepsten wezen en kern
van mystieken aanleg en bewegirg is."
la heerljjke taal schetste de geleerde spreker Rem
brandt in zgn werken, den nadruk er op leggende, dat
onze schilder niet enkel de schilder van Holland maa:
van de geheeie wereld geworden is.
«Geheel de werd juicht in zjjn bljjbeid.
Straks zal gewoel en gedruisch zjj» naam in onze stad
Amsterdam luide doen klinken. Men zal zingen op de
oude graohten en straten, de burgwallen en de nieuwe
buurten. De menigte zal zich uitdossen in feesten. In
bont gedrang zal men jubelen.
Wy versmaden het niet. Maar het begin van ons feest
moet zgn stilte, innige devotie in deze kerk waar hij
begra?en is. v
Dit hebben wjj in eerbied gedaan
Het gedenkteekenen werd namens het kerkbestuur daarna
aiufaard.
Het plechtige stemmingsvolle van deze ure werd niet
weinig verhoogd door den sohoonen zang van het 4 capella
koor van Ant. Averkamp, dat roerend zong de «Bede
voor het Vaderland* uit den «Nederlandtschen Gedenck-
Clanck* van Valerias en den Franschen tekst van Clément
Marot ?an psalm 118, zesstemmig koor door Jan Pieterz
Sweelinck.
In het Westerplantsoen werd in den namiddag ?an
uur in het Westerplantsoen een concert gebonden
door het Amsterdamschn Kinderkoor.
Omstreeks half twee vertrok de geoostumeerde op
tocht gearrangeerd door- het comité van de Rembrandt-
hulde van het gebouw Felox. Zij bestond uit 40
vrouwen en 350 mannen van allerlei vereenigingen,
zelf Patrimonium had er een plaats ingevonden. Er
was een historisch en een allegorisch gedeelte; het
eerste gaf vermaarde personen uit Rembrandts tijd weer
het andere bestond uit vijf zegewagens, voorstellende:
Holland in de 17e eeuw, de kunst in de 17e eeuw
(ook een stedemaagd van Alkmaar en Enkhuizen was
er,) een apotheose van Rembrandts kunst en twee
wagens die niets voorstelden.
Het geheel maakte gelukkig beteren indruk dan de
stoet van gisteravond. Het ontwerp viel te prijzen
maar wanneer dg uitvoering rijker was geweest zou
de optocht niet weinig er door hebben gewonnen.
Terwjjl het zonnetje heerljjk scheen en er een zeer
groot publiek aanwezig was, kwam Z. K. H. de Prins
in opdracht van H. M. de Koningin en vergezeld van
H. M. de Koningin Moeder omstreeks 2 uur aan den
Westeljjken ingang van het Rijksmuseum aan.
Een reeks autoriteiten, waaronder de Minister van
Binnenlandsche Zaken, de commissaris der Koningin in
deze provincie, tevens voorzitter van de commissie voor
de verlichting van Rembrandts nachtwacht, mr. G. van
Tienhoven en de architect dr. P. J. H. Cnjjpers wachtten
de Hooge Gasten op, zjj bsgaven zich naar de vroegere
Naehtwaohtzaal, ter weerszijden waarvan plaatsen aan
wezig waren. Het gevolg stelde zich rechts en links van
de Hooge Bezoekeis op en het a Capella-koor van Aver»
kamp liet 3 strofen van het «Wilaelmus» hooren.
De burgemeester van Amsterdam hield een korte toe
spraak waarin hjj verklaarde dit de hoofdstad dankbaar
instemde met de plaatsing van de Nachtwacht in haar
nieuw verbljjf, waarvan de plechtige inwjjding op dezen
dag tevens zal zgn een hulde aan de kunst, een hulde
aan Rembrandt, den hoogsten vertegenwoordiger onzer
Hollandsche kunst, geboren (e Leiden, in de volle weelde
van zjjn scheppende kracht, bnrger van Amsterdam.
Vervolgens hield de minister de volgende toespraak
Het is mjj een groot voorrecht en een hooge eer,
met bewilliging van H. M. de Koningin, op dezen
gedenkwaardigen dag tot Uwe Kon. Hoogheid, als ver
tegenwoordiger van H. M. de Koningin en tot Uwe
Majesteit een kort woord te mogen richten.
Beteekenisvol is de dag van heden voor ons land en
voor ons volk de dag, waarop voor 300 jaren het
levenslicht aanschouwd werd door den grooten schilder,
die nog steeds de roem der Nederlandsche natie uit
maakt den landgenoot, op wien wjj met gerecht
vaardigden trots mogen wjjzen, den kunstenaar, wellicht
door niemand ooit overtrolïen.
De herdenking van deze gebeurtenis voert onze ge
dachten onwillekeurig terug naar de 17e eeuw, die
roemrjjke periode in de geschiedenis van onze kunst,
waarvoor geen Nederlander onverschillig kan zjjn en
waarvan de herinnering ons met warme dankbaarheid
vervult.
Uwe Majesteit heeft eenmaal, op een onvergeteljjk
oogenblik, den wensch uitgesproken, dat Nederland groot
zou mogen zjjn in alles, waarin ook een klein volk zich
groot kan betoonen. Dat het ideaal, waartoe Uwe
Majesteit ons opriep, niet onbereikbaar is, bewjjzen onze
nationale kunstenaars der 17e eeuw, bewjjst inzonderheid
de eerste onder hen Rembrandt. Zjjn roem en zjjn
grootheid zjjn geworden de grootheid en de roem van
ons vaderland, zjjn naam en zjjn werken zij in alle
oorden der beschaafde wereld bekend en worden alom
bewonderd en geen vreemdeling zal in twjjfel verkeeren,
welk gedeelte van den aardbodem wordt bedoeld, wanneer
gewaagd wordt van «het land van Rembrandt.#
Mogen wjj alzoo dankbaar en trotsch zjjn wegens de
glorie die door Rembrandt afstraalt op ons vaderland,
dit voorrecht brengt ook plichten mede. In de eerste
plaats de plicht, om de schatten ons door onze voor
vaderen nagelaten, te bewaren en ten meesten nutte
van het nageslacht ts doen strekken. Wie hiervan niet
doordrongen ware, zou de erfenis van ons voorgeslacht
niet waardig zjjn.
Gelukkig echter behoeft hier te lande de vrees niet
te bestaan, dat niet gaarne aan die verplichtingen zal
worden voldaan.
De stichting van de nieuwe Rembrandtzaal is er het
bewjjs van.
Toen de overtuiging in den lande langzamerhand
doordrong, dat de verlichting van Rembrandt's Nacht
wacht in ons Rijksmuseum niet zóó was, als mocht
worden verwacht, heeft H. M. onze geëerbiedigde
Koningin geen oogenblik geaarzeld, om, op voordracht
van mjjn ambtsvoorganger mr. Goeman Borgesius, eene
commissie in te stellen, ten einde te onderzoeken of en
op welke wjjze dit onovertroflen kunstwerk beter tot
zgn recht ware te brengen. De voorstellen der „"com
missie ontmoetten bjj de vertegenwoordiging geen
bezwaar, kunstvrienden hielpen op de meest vrggevige
wjjze mede in het verschaffen der ncodige middelen, de
architect der Rjjksmuseumgebouwen, onze hooggeschatte
dr. Cujjpers, stelde zjjn uitnemend talent voor de uit
voering beschikbaar, en thans is Rembrandt's Nacht
wacht in zjjn nieuwe woning gehuisvest, verlicht, zooals
door de meest bevoegde deskundigen werd verlangd,
en, naar ik meen te mogen voorspellen, tot verheffing
van het kunstgenot van ieder die het schoone liefheeft,
tot onverwelkeljjken roem van onzen Rembrandt, tot
recht geaarden trots van Nederland, welks groote zoon
hjj was.
De plechtigheid waarvoor wjj hier saamgekomen zjjn,
de inwijding van de nieuwe Rembrandtzaal, verkrjjgt
een bjjzondere waarde, door de hooge aandacht en mede
werking, welke haar van wege het geëerbiedigde en ge
liefde Vorstenhuis ten deel mocht vallen, dat daarmede
den wensch, die in aller harten leefde, heett vervuld.
Oprecht betreurende, dat deze inwjjding moet plaats
hebben buiten de zoo hoogeljjk op prjjs gestelde tegen
woordigheid van H. M. de Koningin, waardeeren wjj
ten zeerste, dat het Hare Majesteit, ook nu, als steeds,
van Hare warme belangstelling in onze kunst doende
big ken, heeft behaagd Uwe Kon. Hoogheid te verzoeken,
de inwjjding der zaal te volvoeren in opdracht en in
naam van Har? Majesteit.
Eerbiedig veroorloof ik mjj onzen diepgevoelden dank
deswege jegens Hare Majesteit de Koningin uit te spreken,
Uwe Koninklijke Hoogheid onze erkentelijkheid te be
tuigen voor hare bereidverklaring om hier in opdracht
en in naam van Hare Majesteit te willen verschjjnen,
waardoor de beteekenis dezer plechtigheid zoo buiten
gewoon verhoogd werd uiting ook te geven van onze
oprechte dankbaarheid, dat het Uwe Majesteit heeft
behaagd door Hare hooge tegenwoordigheid ook nu weder
te toonen hoezeer zjj medeleeft met; alles wat er omgaat
in ons volk.
En thans zij het mjj vergund Uwe Koninkljjke Hoog
heid eerbiedig uit te noodigen wel tot de inwjjding dei-
nieuwe Rembrandtzaal te willen overgaan.
Z. K. H. voldeed aan dit verzoek.
Ds Hooge Gasten werden vervolgens naar de nieuwe
Rembrandtzaal geleid waar de commissie voor de verlioh-
ting bjjeen was.
Mr. van Tienhoven begon aldns te spreken
Mevrouwin Wie wjj niet alleen de Koningin-Moeder
oeren, maar ook de Hooge Vrouwe, aan Wie ons Vader
land zooveel dankt, en Wier komst te dezer plaatse
opnienw het bewjjs levert, hoezeer Zjj medeleeft met alles
wat ons volk nauw ter harte gaat.
Koninkljjke Hoogheid 1 die steeds mede aan het hoofd
staat van alles, wat voor den Lande beteekenisvol is en
aan Wien wjj zoo gaarne, nn Hare Majesteit, onze GeSr-
biedigde Koningin verhinderd werd, haar voornemen te
volbrengen, om persoonljjk Rembrandt's nagedachtenis
ter eere deze zalen in te wjjden, de opdracht zagen
verstrekt, dit in Haren Naam te doen.
Na dezen aanhef ging hjj na de geschiedenis van de
nieuwe zaal en eindigde met de Hooge Gasten nit te
noodigen Rembrandts Nachtwacht in oogenschouw te
nemen.
Deze indrukwekkende plechtigheid duurde ongeveer een
uur.
IJlt „de Mg monden".
Zondagnamiddag trokken een paar brooddronken Eg-
mondsohe vissohers eenige latten van een hutje af, etaaad*
bjj eene boeve langs den Egmondzeeschen straatweg. Een
toeschouwer liet zich hierover ietwat malsoh uit. De
heereu grepen daarop den man aan, waardoor een vecht-
partjj ontstond, die de lummels echter spoedig deed af
druipen,
De heer F. Gode, onderwjjzer aan de O. L. school te
Egmoud aan Zee, is benoemd tot leeraar aan eene bjj-
zondare neutrale kweekschool voor onderwjjzers en onder
wijzeressen te 's Gravenhage.
Vit Hoorn.
Woest rjjden.
Gisternamiddag werd in de Muntstraat een klein kind
aangereden door een motorfiets. Het kind kwam er
gelnkkig met een klein hoofdwondje af. De schrik was
blgkbaar het ergst.
De woeste ijjder ontfermde zich echter niet over het
ongeluk dat nu nog goed is afgeloopen doch ver
volgde zijn weg, alsof niets was gebenrd.
Rembrand (monument.
Zaterdag hebben de Rembrandt-feesten te Leiden een
aanvang genomen, 's Middags had de onthulling van het
Rembrandt-monument plaats, dat geplaatst is aan deu
Witten Singel bjj de Weddesteeg, vlak bjj de geboorte-
plaatst van den grooten kunstenaar.
H. M. de Koningin-Moeder sprak alvorens het monu
ment te onthullen, een korte rede uit.
In den klem.
Zaterdag wilde oen voerman te Guuda een wagen, hoog
opgeladen met bossen stroo, door de Aaltje Baksteeg
brengen, zmder dat hg er echter op bedacht was dat
de steeg een eindje verder smal toeliep. Het gevolg bleef
daa ook niet nit. De lading geraakte beklemd tnsschen
de muren der huizen en schoof geheel van den wagen af,
zoo een voorbeeldige barricade vormend van rnim een
manshoogte. Eerst een aartje later kon men alles weer
opruimen.
Een onbetrouwbare brievenbesteller.
Onlangs maakten wjj melding van het gevel te Haarlem
dat door een brievenbesteller prentbriefkaarten werden
achtergehouden. Thans wordt gemeld dat de man ten
gevolge hiervan zgn ontslag heeft gekregen.
Gevaccineerde kermisreizigers.
Door de commissaris van politie te Leeuwarden is bepaald,
dat geen der kermisreiz'gers die de heden beginnende
kermis wenschen te bezoeken, voor hun tent plaats zal
worden verleend, dan nadat overgelegd is eon bewjjs, dat
zjj, evenals alle in hun dienst zjjnde personen, voor zoo
ver zjj niet aan de pokken hebben geleden, zgn gevaccineord(
Bond van verveners.
In een te Nienw-Amsterdam gehouden vergadering ia
een bond van verveners in de noordeljjke provinciBu op
gericht. Om tot meerdere eenheid te komen, is besloten
te trachten als maat van verkoop in plaats van de ton
het zoogenaamde gesmeten dagwerk in te voeren.
Kinderachtig.
Als een bewjjs welk een kinderaehtigen haat sommige
menschen nog in den tegenwoordigen tjjd tegen de gezan
gen hebben, meldt men aan het Hbl., dat dezer dagen
een ouderling der Ned. Herv. Gem. in een der grootste
dorpen van de Veluwe, waar natunrljjk geen gezangen
worden gezongen, den organist gelastte om bjj het uit
gaan der kerk niet meer gezangen als naspel te spelen,
zooals hjj beweerde gehoord te hebben. Zoo'n gezang zou
nameljjk de gewjjde stemming der kerkgangers te zeer