DAGBLAD VOOR, ALKMAAR EN OMSTREKEN. 't Was maar 'n Model. No. 176. Honilerd en achtste jaargang. 1906. *Xg -Tunt'rKrr.' *k "*ht ZATERDAG 28 JULI. FEUILLETON. AiiiHterdaiiische Brieven. lleze üouraut wordt alkan avond behalve op Zon- en Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Uroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij vjh. HERMs. COSTER ZOON Voordam C 9. Tentoonstelling van de afdeeling ALKMAAR der Holhiiidsche Maatschappij van Landbouw. XXXV. ZÜ5. de moeieijjkste zaken, ALKMAARSCHE COURANT. 11 en 12 September zijn de dagen waarop dit jaar deze tentoonstelling zal worden gehouden. Vroeger, toen zjj nog' Paasoh-tentoonstelling was, duurde zij slechts één enkelen dagsedert zij even wel September-tentoonstelling is geworden is haar duur verdubbeld en haar omvang meer dan dat. Zjj is van beteekenis geworden in het leven van het nijvere produceerende Noordelijk deel dezer provincie. Het beste van het beste, dat daar wordt voort gebracht op het gebied van landbouw, veeteelt en groente-cultuur wordt in deze heidedagen hier tentoon gesteld. Op de Kaasmarkt staan pracht-exemplaren van bet alom-bekende Hollandsche vee en tevens ligt er het wereldvermaarde product van deze streken de kaas. van een kwaliteit, welke moeielijk te over treffen is de Dijk is vol wolvee, de Nieuwesloot toont wat er is bereikt op het gebied van de varkens fokkerij, het Hof en de Korte Nieuwesloot bewijzen dat ook met goede resultaten veel zorg wordt be steed aan het pluimgedierte, de Korenbeurs laat zien dat er in Noordhollands ooft- en groententuin veel goeds en schoons wordt gekweekt. En ook is er een rubriek ter opluistering, welke o.m. bevat die materialen, welke op een boerderij in onzen tijd onontbeerlijk zijn. Geen wonder, dat deze tentoonstelling mag roemen op de belangstelling van onze polderbewoners, die er in grooten getale komen om prijzen te behalen, om er ervaring op te doen, om te zien wat anderen bereiken en door welke middelen de resultaten van het bedrijf kunnen worden verbeterd. Geen wonder ook, dat deze tentoonstelling steeds grooter en steeds levendiger en steeds nuttiger wordt, beschouwd uit een landbouw-oogpunt. Men kan zich echter ook op een ander standpunt plaatsen op dat van den stedeling. En dan is het niet moeielijk aan te toonen dat deze tentoonstelling nuttig is uit een oogpunt van handel, industrie, zelfvertrouwen en reclame. Onze winkeliers en onze magazijnhouders, zij zullen met de caféhouders direct en indirect kunnen weten, dat de polders een tweetal dagen leegstroomen en een groot deel van hunne bevolking loozen in deze stad. Een gedeelte van onze industrieelen zal de gelegen heid hebben hun voortbrengselen te laten zien en daardoor allicht meerdpre afnemers krijgen. Maar ook een goedgeslaagde tentoonstelling versterkt het zellvertrouwen. Meu ziet, dat men iu staat is iets goeds tot stand te brengen, naar verhouding van grootere steden misschien zelfs iets beters. Vermeerdering van zelfvertrouwen of liever beter inzicht in eigen kracht kan in het leveu van een stad slechts leiden tot meerderen bloei en sueller ontwikkeling. rjj bewerkt naar het Hoog-Duitsch, DOOR J. li. VAM OiüK HOHK. 18) toi3n aanstaande, professor Raimund Heimhorg, Mat that hxrchetraste, in Rerljjn W «Maar lieveling, ik meende toch, dat je jullie hadt immers ZOu 't niet beter zijn te wachten totdat lij) .t «Ik moet u nogmaals dringend verzoeken, papa, u rangen, waarvan u toch niets begrjjpt.» Nadat de blozende Psyche deze woorden gesproken h«r iTt6 ZIJ Z'uï1 0la ön King de deur uit. Papa keek haar wanhopig achterna en liet vervolgens zjjn blikken »U wenscht, meneer *]]t, h?h\ 'l geh°ord, lieve juffrouw, zjj wil naar de Matthótkirehstrasze. t ls voor II geen geheim, want zij heeft er m Uw tegenwoordigheid herhaaldeljjk over ge sproken, dat zy zich eergisteren met hem gebiouilWH heelt! Eergisteren, wél te verstaan! En totop dU moment heeft hn nog met de geringste pogingen t werk gesteld,k geloof heusch, dat zjj bete? deed er met heen te gaan I Ik moest ditmaal mjjn vadeiljjk jXouw Eichhorn had de grootste moeite om niet in een geweldige schaterlach uit te barsten Je vader)jjk gezag? Och, arme hals! De oude heer scheen zelf iets soortgeljjks te gevoelen, want hg brak plotseling af en bracht de weeke witte handen gevouwen voor de dunne lippen en zag er uit om teders medeljjdeu op te wekken. «Mjjn god, wist 'k toch maar och, juffrouw In de laatste maar daarom niet in de minst be- teekenende plaats komt de reclame. Wij leven in een eeuw van reclame, zonder haar kunnen weinige zaken blijven bestaan, maar zonder haar kan in den regel evenmin een stad zich hand haven. En nu is een goedgeslaagde tentoonstelling een mooi reclame-middel voor een stad, te meer, wanneer aan die tentoonstelling goedgeslaagde feestelijkheden verbonden zijn. Daardoor blijft zij aantrekkelijk voor hare geregelde bezoekers, daardoor krijgen vreemdelingen van haar een aangenamen indruk, zoodat zij allicht terugkomen, daardoor worden anderen opgewekt, haar te bezoeken. In de vorige jaren is gebleken, dat men door feestelijkheden het welslagen van de tentoonstelling heeft kunnen bevorderen Ook dit jaar zal dit ge schieden. De feestcommissie is permanent en diligent. Wij hoorden reeds van schitterende feesten, die gehouden zullen worden. „Burgerkring"' zal door zjjn volksspelen weer medewerken, om aan allen genoegen te verschaften. Kortom aan de verschillende commissies, met het ondernemende, actieve bestuur van de afdeeling Alkmaar der Maatschappij voorop, ligt het zeker niet als de tentoonstelling met wat er aan verbon den is, eens geen succes mocht worden voor onze stad. En onze stadgenooten zullen zeker gaarne er toe medewerken, dat deze tentoonstellling aan de afdeeling Alkmaar en daardoor aan Alkmaar zelf nieuwen luister bijzet. Zij kunnen dat op verschillende wijzen doen. In de eerste plaats door het goede voorbeeld van bet bestuur dezer gemeente, dat, het groote belang van deze tentoonstelling voor Alkmaar erkennende, een subsidie toestond, naar mate van hun financieele krachten te volgen. Vooral dezulken, die direct of indirect op de dagen 11 en 12 September kunnen profiteeren, moeten niet te bescheiden zijn als de wijkcommissarissen hen dezer dagen komen bezoeken, om hun uit te noodigen hun obool te offeren. Zij, die geen voordeelen te wachten hebben van de tentoonstelling en feestdagen, mogen hun band als zij de lijst teekenen, laten leiden door een gevoel van solidariteit met onze nijvere stadgenooten, door sympathie met de stad bunner inwoning. Hoe meer geld er is, hoe meer er kan worden gedaan en hoe beter de tentoonstelling aan haar doel kan beantwoorden. Het financieele gedeelte is wel de hoofdzaak, maar toch niet het eenige noodige. Zoo kunnen onze industrieelen medewerken door Hink voor de rubiek „ter opluistering" te zorgen, onze winkeliers en magazijnhouders door goed voor den dag te komen, te toonen dat onze winkels en magazjjnen mogen wedijveren met die van andere plaatsen en dat het heusch niet noodzakelijk is uit onze grootste steden tal van voorwerpen te be trekken. Een étalage-wedstrijd is er ditmaal niet, maar dit sluit allerminst in zich, dat er nu van de uitstallingen weinig werk behoeft te worden gemaakt. Zeker zal de feestcommissie wel zoo spoedig moge- Eichhorn, U moest me helpen, wilt U mjj niet raden wat 'k doen moet?» »Als 'k me werkelijk zou durven veroorlooven U 'n raad te geven, dan zou 'k zeggenlaat de gravin be gaan. Zjj zal toch hoogst vermoedelijk zelf 't beste weten, hoe zjj zich tegenover haar aanstaande te ge dragen heeft.» «Meent u dat heusch, lieve juffrouw De graaf begon bjj te komen, hjj lachte weer. »Ja, ja, ik geloof toch ook, dat 't maar 't beste zjjn zal. Zjj is zoo verstandig en zjj heeft zoo'n taktWilt u dan maar laten inspannen als 't tjjd is?» Hjj knikte de dame, welke hem uit zulk een moeiljjke positie verlost had, dankbaar toe, en trippelde de deur uit. Een spottend lachje kwam om den mond van juffrouw Eichhorn, en op verachteljjken toon liet zjj zich deze woorden ontglippen »Onnoozele hals, ouwe stommerik VIII. In gedachten verzonken, staarde Raimund Heimberg op de twee naamkaartjes, welke Beppo hem zoo even had ter hand gesteld. Ongemerkt sloeg de donkere Italiaan zjjn meester nauwkeurig gade, en hjj dacht er het znne van. Al dat turen en staren en dat voort durende stilzwijgen waren hem een bewjjs. dat de csignor pro fessore in een zeer bjjzondere stemming ver keerde. Zjjns inziens kon niemand anders dan de schoone, blonde contessa (gravin) hiervan de oorzaak zjjn. Tusschen promessi sposi (verloofden) valt immers wel eens meer iets voor, dat hun goede stemming bederft En Beppo had Beppo niet moeten wezen en boven dien de uitverkorene en vertrouwde van het lieve, kleine kameniertje uit de giaafijjke woning op de Königsplatz om niet te weten, dat de signor professor» de promesse sposo van het gravinnetje was. «Vraag meneer zoo goed te willen zjjn, 'n oogenblik geduld te hebben Ik kom dadeljjk in 't salon». De bediende had de deur van het atelier achter zich dicht gedaan. Een dof geluid ontsnapte aan Ileimbergs borst, liet had iets van een spotlach, maar het kon ook wol een diepe zucht zjjn. lijk met haar denkbeelden voor den dag komen. Zullen deze slagen, zoo dienen de plannen vroegtijdig bekend te zijn. Dan heeft men tijd tot bet goed verwezenlijken van aardige denkbeelden, kan men kalm de dikwijls uitgebreide voorbereidende maatregelen nemen. Naast de tentoonstelling moet een inslaand nummer van het tweedaagsche feestprogramma de grootste aantrekkelijkheid vormen voor onze stadge nooten en voor de vreemdelingen. Wanneer er Hink get eekend wordt op de financieele lijsten, wanneer uit de andere lijsten van inteekening een groote deelname spreekt, wanneer de reclame het hare doet, zal de September-tentoonstelling weer een belangrijke bladzijde vormen in het denkbeeldige boek, waarin de historie dezer gemeente is beschre ven en een wezenlijke factor zijn voor den toe- nemendeu bloei dezer stad en den welstand barer handeldrijrenden en industrieëlen middenstand. Dkt bedenke men wel Nu de schoolvacanties begonnen zjjn, heeft ook de algemeene uittocht uit Amsterdam een aanvang genomen. Wat vluchten kan, ontvlucht den lauwen stadsatmos- feer, het roezige stadsleven en den geur der burgwallen, om aan zee of in boschrjjk oord eens kalm adem te halen en de gespannen zenuwen wat rust te geven. De Awsterdamsche winkeliers klagen steen en been over hun sterk verminderd debiet gevolg van den grooten exodies. Vooral de winkeliers in artikelen van dageljjksch gebruik, zooals melk, brood, kruidenierswaren enz., ondervinden wat het zeggen wil, dat hun klanten her- en derwaarts over het lieve vaderland zjjn verspreid, of de grenzen hebben overschreden in den vreemde, rust of verstrooiing te zoeken. Menschen, die het meenen te weten, verklaren dezen zouaertrek der bewoners van groote steden uit een on- bewusten oer-drang tot het natuurleven, een leven, meer verschillende van (lat in een groote stad, dan een paar denstal van een damesboudoir. Terwijl ik dit schrjjf, zit ik in het nooit volprezen Montferland, aan den zoom van een donker dennenbosch, met wjjd uitlicht over zacht hellende heuvelen, bedekt met goudglanzende rogge en sneewwitte boekweit en heel, heel in de verte omljjst door het groen van uitgestrekte dennenwouden. Het is hier stil, maar niet doodstil: een leeuwerik stjjgt jubelend uit het roggeveld op en vervult de warme lucht met zoete tonen, nog lang nadat hjj voer het oog onzichtbaar is geworden; uit de verte klinkt het klankrijk geluid van strekel en haarhamer, waarmee de eenzaam arbeidende landman zjjn zicht nieuwe scherpte geeft; een paar krekels sjir, en in 't droge heidekruid en eenige dikke hommels zoemen rondom de twaalf lampjes der dopheidebioempjes op de boerenhoeve in de verte blaft een hond. Overigens geen geluid. Ik denk 'erug aan de stad mijner inwonii g aan het geraas van karren en rjjtuigen aan het gesnor van eleclrische trams en automobielenaan het getoeter en gebel van fietsen en motorsaan het geschuitel van duizenden voetgangers over het asphalt onzer hoofd straten aan 't jagen der groote menigte, die altjjd baast heeft en nog steeds tjjd schjjnt te kort te komenaan 't stof op onze wegenaan nauwe straten spleten in de huizenmassa der groote stad en 't is mjj hier -,v ->r .laaawMKB Wat zouden zjj van hem willen Had hjj hun zjjn ziel verkocht? Had hjj zjjn leven verschacherdKwamen zjj misschien om hem daaraan jte herinneren, en om hem te zeggen, dat zjjn ziel hem zelf niet meer toebe hoorde dat zjjn leven, zjjn denken en gevoelen aan hen in eigendom waren overgegaan? Of had hun komst wellicht een ander doel Wie weet of zjj niet kwamen om hem mee te deelen, dat het komediespel nu lang genoeg geduurd haddat het scherm voorgoed was neergelaten vóór die zesweeksche, zoogenaamde verloving van den schilder, die een boerenzoon was, en van de gravin, die gedurende een paar maanden, in haar «onbegrijpelijke verblinding», in hem slechts den kunstenaar had gezien. Indien het bezoek eens gebracht werd uitsluitend met het doel hem kennis te geven, dat voor den vervolge de eer hem zou ontzegd zjjn met hen te converseeren. O, was dit eens waar 1 Als door een magnetische kracht aangetrokken, vlogen zjjn blikken naar een ezel, naast dien waarop het gisteren begonnen schilderjj van Oedipus stond, hetwelk, enkele uren geleden, de nieuwsgierige oogen van den medizi- nalratj Dr. Hugo Lenz, zoozeer had bezig gehouden, dat zjj het andere niet eens opgemerkt hadden. En betoog van den kunstenaar bleef met welgevallen rusten op dat wel is waar nog niet voltooide, maar toch reeds zoo schoone vrouwenhoofd. Wat was 't prachtig, hoe won derlijk schoonHet zou werkeljjk geen bevreemding kunnen baren indien hjj, zoodra het voltooid was, evenals Pygmalion, voor zjjn eigen werk op de knieën zonk, om het in vervoering toe te fluisteren: «Gjj zjjt schoon verrukkelijk schoon, ik heb u onuitsprekelijk lief En omdat ik u zoo liefheb, omdat ik mjjn ziel niet aan die andere verkocht, noch mjjn leven aan haar verschacherd heb, daarom zullen zjj u toebehooren Mjjn ziel, mjjn zinnen, wjjn leven, alles wat ik heb zal bet uwe zjjn l Alles wat ik ben, ben ik voor u «Wat is er nu weer Beppo «Die dame en die heer laten vragen of de signor professore niet zoo goed zou willen wezen, hen maar dadeljjk hier in 't atelier te ontvangen? Dadeljjk, en hier in 't atelier? Noen, dat gaat niet! Of ja, zeg maar dat 't me aangenaam zal zjjn.» aangenaam te moede op mjjn stil plekje aan den zoom van mjjn dennenbosch. En toch ik weet, dat na eenige weken nietalleeu het heilig moeten mg weer naar de menschenwereld zal voeren, maar dat een even onweerstaanbare drang, die mjj eenige dagen geleden naar het mooie plekje over den IJsel deed trekken, mjj weer naar de hoofdstad zal doen snellen en mjj mjjn plaats zal doen herneuieu onder het half millioen menschen, die er woelen en arbeiden tot lang nadat de landman, die in de verte zjjn blinkende zicht door het koren slaat, het hoofd ter ruste heeft gelegd. En ik vraag mjj afIs het wel goed, het leven te midden der groote menschenmassa van minder waarde voor te stellen dan dat te midden der natuur? Zeker, natuur schenkt genot aan wie haar nadert met oogen, begeerig haar wonderen te aanschouwen en ooien, verlangende haar stemmen te hooren. Waar toch ook nier zien we een feilen en hardnekkigen, vaak moorddadigen strijd om het bestaan en niet altjjd zjjn het indrukken van liefde en vrede, die we opdoen te midden der natuur. En omgekeerd moet men pessi mist zjjn, om te beweren, dat de menschen maatschappij ons niets te zien zou geven dan een onbai mhartigeu struggle for Uf*\ niets (fan een egoïstisch grjjpon naai 't beste en 't mooiste en het grootste; niets dan eeu baatzuchtig gedrang naar geld en eer en roem. Poëzie schuilt overal, overal mjjn vrinden 't Is de vraag maar, wie ze wel en ze niet kan vinden Poëzie overal ook onder de slovende menschen menigte, ook in de bedrjjvige steden, ook in de hoofdstad. Zoodat Maar ik mag hier, onder mjjn wuivende dennen, met aan het filozofeeren gaan. Ik zou meenen in mjjn plicht te kort te schieten, die mjj voorschrijft, U op de hoqgte te houden van wat te Amsterdam voor belangrjjks voor valt. En waarover zou ik het dan eerder hebben dan over onze nieuwe verordening op het wielrjjden De niet-Amsterdammer, die de Amsterdamsche nieuws bladen leest, moet zich een wonderlijke voorstelling vormen van het dageljjksch bestuur onzer gemeente. Hjj moet zich onzen Burgemeester en onze Wethouders denken als mannen, die geen grooter genot kennen, dan het leven der Amsterdammers te verbitteren door wetten, die niets gemeen hebben met de wjjze inzettingen van wjjlen Solon, maar hun ingegeven schjjnen dooi den geest van een Draco of om bjj de vaderlandscbe historie te bljjven door dien van een Alva. En de vreemdeling zou bjjna kunnen gelooven, dat onze burger vader ons arme Amsterdammers op het voorbeeld van den Noorschen vorst met een strop om den hals laat loopen, als een zichtbaar teeken, dat hjj ten allen tjjde van zjjn onvervreemdbaar recht zou kunnen ge bruik maken, ons aan den eersten lantaarnpaal of iepe boom den besten te laten opknoopen. Wat is er dan toch gebeurd B. en W. hebben een nieuwe verordening op het wielrjjden gemaakt en het fietsen in onze drukste straten eenvoudig verboden. Hemel welk een geweldigen storm heeft dit gewekt 1 Een ware wolkbreuk van ingezonden stukken is over de eerwaardige hoofden onzer stadsbestuurders losgebrokeu Men spreekt van een rjj wiel-»oakase«, van den knoet, van Russische toestanden Nu vrees ik neen ik hoop nogmaals neeu ik vermoed, dat onze voortreffelijke burgemeester den storm behoorljjk zal laten uitwoeden bedaard zjjn paraplu zal oosteken, om niet nat te worden tengevolge van hel overvloedige he nelwater en, thuisgekomen, zjjn regen scherm bedaard in den standaard zal plaatsen onder het neuriën van Om 't ieder naar den zin te maken En van elk te zjjn bemind, Die men in de wereld vindt. Weer bleef Heimberg enkele oogenblikkeu alleen Hjj drukte de handen tegen het gloeiende voorhoofd. Dadeljjk, hier Zij schenen dus haast te hebben Hjj keek op de pendule, als wilde hjj de seconden tellen, welke nog vóór hun binnenkomst moesten verloopen •Raimund, waarde schoonzoon, je ziet ons hier t «Waaraan heb ik deze eer te danken?» Eer? Je maakt toch gekheid, hoop 'k? Van wat voor een eer kan er nu sprake zjjn, beste jongen?» Geheel overeenkomstig de onderweg bekomen instruc ties, was de oude naar Heimberg toegetrippeld, terwjjl zijn dochter achter hem langzaam naderbjj kwam. Snoeperig-verlegen liet zjj het kopje op de borst zinken. De graaf had beide handen van zijn schoonzoon in tpé gegrepen, en drukte ze met zenuwachtige inspanning tusschen zijn eigen, weeke, blanke vingers. Door zoo'n lievigheidje meende hjj de streng voorgeschreven «schoon- vaderljjke cordialiteit» het beste te toonen. «Jongen, jongen, wat hebben we ons bezorgd over je gemaakt i We hoorden zoo straks van dokter Lenz, dat hjj je bezocht had en dat je ziek was. Natuurljjk vonden we in deze ongesteldheid 'n gereede verklaring voor ju wegblijven gisteren, ehem, ehern!» De oude hoestte alsof hjj onverwacht iets in de keel gekregen had. Het was echter alleen maar om tjjd te winnen, want hjj stond op het punt den draad van zfine rede te verliezen en niet meer te weten hoe 'Ie bekomen instructies verder luidden en wat hjj nog meer moest zeggen, alvorens in zjjn kwaliteit van bescheiden papa zich naar den achtergrond te begeven en het terrein vrjj te laten voor zjjn verstandig en tactvol dochtertje. Maar God zjj dankDaar schoot het hem weer te binnen. «Beste jongen Wat was natuurljjkei dan dat mjjn Blanche en ik oogenblik naar je toe vlogen Hihihi l Ik spreek zoo van mijn Blanche, hihihiLach hem gerust uit, Raimund, mjjn waarde zoon, lach hem maar uit, dien onnoozeleu, ouden papa, die maar niet schjjnt te kunnen vergeten, dat zjjn oogappel volstrekt niet meer zjjn uitsluitend eigendom is hihilul» Wordt vtruulgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1