No. 188. Honderd en achlste jaargang. 190(i DAGBLAD VOOR, ALKMAAR EN OMSTREKEN. Eerst schade—dan bate? ZATERDAG Prijs der gewone advertentiën 11 AUGUSTUS, HOORNSCHE BRIEVEN. BINNEN L AND Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Kijk t I, Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 3. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- eu Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON j Voordam O 9. Dit lUBKcr tcstaat alt twee bladen. Verleden Zondag is er uit het Rijks krankzinnigen gesticht te Medemblik een patient ontvlucht. De politie in den omtrek was zoo lazen we onmiddellijk druk in de weer om den vluchteling op te sporen. Nu heeft zoo iemand, als hij niet bijzon der listig is, hier een slechte kans. Telegraaf en telefoon zijn vlugge helpers van de politie. Boven dien is een ontvluchten op het schiereiland Noord- llolland, begrensd door niets dan water (het Noord- zeekanaal medegerekend) uiterst moeilijk. Den vluch teling van Zondag heeft men dan ook op den dag der ontsnapping kunnen aanhouden. Bij het lezen van het bericht over deze ontvluchting zullen echter velen, denkende aan den beruchten en ge vreesden patient die in dezelfde inrichting is opgeslo ten en in het begin van dit jaar wist te ontsnappen Frans Rosier, zich afvragen hoe het mogelijk is, dat dei gelijke ontvluchtingen kunnen plaats hebben. Die vraag stellen beteekent voor menigeen een afkeuring uitspreken over de directie van het gesticht of over het personeel dat met de verpleging van de patiënten is belast. Men vindt het eenvoudig niet te pas komen, dat iemand uit zoo'n inrichting kan ontsnappen, spreekt misschien van „gebrek aan verantwoordelijkheids gevoel", „de noodzakelijkheid van streng straffen" etc. Men oordeele niet te snel en niet te hard. Wie iets weet van de moeilijkheden, verbonden aan de verpleging van krankzinnigen, in het bijzonder aan de gestichts verpleging, zal niet zoo spoedig een oordeel, dat meestal een veroordeeling is, vellen. In de eerste plaats bedenke men dat onze krank zinnigengestichten, de rijks- zoowel als de bijzondere, lijden aan overbevolking. Aanvragen om opname van patiënten, hetzij dit geschiedt van gemeentewege dan wel van particuliere zijde, zijn maar zelden onmid dellijk voor inwilliging vatbaar. Tot welke treurige gevolgen deze bedroevende toestand soms leidt heeft men in ons blad van Donderdag kunnen lezen, waarin melding gemaakt werd van iemand, die dui delijk verschijnselen van krankzinnigheid vertoonde doch bij gebrek aan plaats niet in het gesticht te Medemblik kon worden opgenomen. Zulke gevallen komen veelvuldig voor en wie weet hoeveel misdaden het gevolg zijn van de onmogelijkheid, om aan krankzinnigen de onontbeerlijke verpleging of afzon dering te verschaffen. Doch niet alleen buiten de gestichten, maar natuurlijk ook daar binnen roept de overbevolking ongewenschte toestanden in het leven. Het groote aantal patiënten vermeerdert in hooge mate de werkzaamheden van het personeel. En geen verpleging is lastiger dan die van krankzinnigen op de z. g. n. onrustige zalen. Daar toch bevinden zich de verpleegden, die dag en nacht onder toezicht moeten staan en eigenlijk geen enkel oogenblik aan het wakend oog mogen ontsnappen daar zijn woeste patiënten, die soms slechts met de grootste inspan ning gevrijwaard kunnen worden voor levensgevaar lijke daden. Tijdens den zwaren en dikwijls langen dienst op zoo'n zaal kan één oogenblik van zorge loosheid noodlottig zjjn. Veel geesteskracht en veel lichaamskracht wordt er derhalve van het verplegend IV. „Wanneer de klokken hebben geluid, Dan weet een ieder wat dat beduidt." Zoo zongen de jongens Woensdagmiddag om 12 uur, onder 't gebim-bam van de torenklok, die ons met luiden galm verkondigde dat de kermis weer haar intrede had gedaan. En met den krijtstok ge wapend gaven ze elkander en ook grooteren den traditioneelen krijtstreep. Ja, ook volwassenen krijgen wel eens een likals ze zich op dat wèl bekende Woensdag-middaguur op het Kerkplein wagen. Maar de echte Hoornaarwetende dat zoo 'n krijtstreep op de jas een geuoegelijke kermis voorspelt, zal niet irg leelijk kijken, als hij, straks thuisgekomen, den streep weer van mouw of rug afborstelt. Ja, laten we zulke gewoonten maar behouden. Die onschuldige vermaken, we mogen ze wel. Er wordt al zooveel van het oude weggenomen, waarvoor we niet altijd wat beters terugkrijgen. En de kermis zelf? Ja, ook deze willen we voor alsnog behoudenhoewel we weten, dat eenmaal een tijd zal komen, dat ze slechts in de herinneringen der ouderen zal bestaan. Dat die tijd nabij is ge- looven we niet. Toch is er achteruitgang te bespeuren en zeker is hetdat ten slotte zoo 'n restantje slechts zal overblijven, dat men daarvan zal zeggen, dat het de moeite niet is, dat te bewaren en men dan van zelf zal overgaan tot het afschaffen der kermis. Ver schillende invloeden werken daartoe samen. In de eerste plaats is het publiek verwend. Tegenwoordig kijkt men niet meer om naar wat personeel gevergd. Bovendien wordt niet altijd bjj uitbreiding van het patienten-tal voldoende rekening gehouden met een gewenschte versterking van het personeel. Daarom sloopt de verpleging van krank zinnigen dikwijls lichaam en geest. Dit is een niet te ontkennen feit en vele artsen aan krankzinnigen gestichten geven de voorkeur aan een vlottend personeel, dat slechts korten tijd aan een dergelijke inrichting dienst doet en daarna door trissche krachten vervangen wordt, boven vast personeel, dat spoedig „verbruikt" is; hetgeen natuurlijk ten gevolge heeft, dat vaak aan minder geschoolde krachten de verpleging wordt toevertrouwd. Ver plegers en verpleegsters daarentegen zullen in den regel niet bij voorkeur de krankzinnigen-verpleging kiezen. Vooral het mannelijk personeel wordt niet gerecruteerd uit die lagen van de bevolking, waaruit men ze het liefst zou wenschen, al is in dit opzicht de toestand heilig bij vroeger, toen bij de verpleging van krankzinnigen veelal uit de gevangenis ontslagen misdadigers dienst deden. Waar dus deze verpleging veel lichamelijke en geestelijke inspanning vergt is nauwkeurig toezicht en toezicht op toezicht een vereischte. De moge lijkheid van noodlottige verzuimen of nalatigheden moet tot een minimum worden beperkt. De weten schap dat men onder strenge controle staat prikkelt tot de meest nauwgezette plichtsbetrachting en die prikkel is vooral noodig indien de vervulling van den plicht afmattend is. Wanneer bijv. een verpleegde kan ontvluchten omdat zijn verpleger in slaap gevallen is, dan is die verpleger zeker mede verantwoordelijk voor de ontvluchting, maar in meerdere mate ligt de schuld aan het toezicht, dat het inslaapvallen van een verpleger mogelijk deed zijn. Het behoeft geen nader betoog, det het gehalto van het personeel niet goed genoeg en het toezicht op en in een krankzinnigengesticht niet streng genoeg kaD zijn. En vooral niet daar waar men- schen zijn opgesloten, die een ernstig gevaar voor de maatschappij kunnen opleveren. Het is alom bekend, dat het Frans Rosier tweemaal gelukt is uit de inrichting te Medemblik te ontsnap pen. Vandaar dat men bij het lezen van het bericht over de ontvluchting van Zondag onwillekeurig denkt aan de mogelijkheid, dat deze verpleegde andermaal het land in rep en roer brengt en nieuwe misdaden bedrijlt, en vandaar dan ook, dat men dan allicht de vraagsteltis die man daar op zijn plaats Op die vraag een stellig antwoord te geven, is onmogelijk, daar hare beantwoording van vele fac toren afhangt, welker berekening moeielijk zoo niet onmogelijk is. Hoewel aannemende dat de directie van het gesticht maatregelen heeft genomen die evenredig zijn aan de zware verantwoordelijkheid, welke de regeering op haar schouders legde, toen de opneming van dezen ontoerekenbaar verklaarde in die inrichting werd gelast, zal men toch wel kunnen zeggen, dat het de voorkeur verdiend zou hebben, dezen patient te plaatsen in een opzettelijk daartoe be stemd gesticht, door uit- en inwendige inrichting dusdanig, dat ontvluchting zoo goed als buitengesloten was. Evenwel wij bezitten een dergelijke inrich ting niet. En zoolang deze ontbreekt moeten ontoerekenbaar ons vroeger in eatase bracht. Ook bij de kinderen doet zich dat verschijnsel al voor. Wat waren dezo vroeger in de wolkenals ze met vader en moeder in een „kijkspel'' mochten gaan, waarin ze ook de grooten zagen turen door de glaasjeswaarachter met schrille kleuren was geteekend de uitbarsting op Krakatauhet vergaan van de „Adder" enz. En nu? Och, naar dergelijke nietigheden ziet men haast niet meer om. Die inrichtingenze komen niet meer op onze kermissen. De bioscope heeft haar plaats ingenomen en met dure machines, belangrijke opnamen enz. moet alles worden ingespannen, om het verwende publiek te blijven lokken. En de paardenspellen van weleer? Och, na een circus van Barnum en Baily, van Carré te hebben bezochtzijn inrichtingen van minder gehalte niet meer in tel. Denkt eens een 25 jaar terugtoen een Blanus een vermaardheid bezat zoo grootdat hij zeker niet dacht zoodanig in verval te komen als het geval was, toen hij in Vianen zjjn laatste voor stellingen gaf en daar stierf, terwijl bijna niemand van die allen, die hem vroeger zoo hadden toegejuicht, nog aan hem dacht. En de kramen met haar aanlokkende uitstallingen? De winkels gaven ze dagelijks veel en veel mooier en 't is vaak alleen de idee iets „op de kermis" te hebben gekocht, die de moeders er toe bewegen het een of ander voor haar kleinen te koopen. Bij dezen staat het immers vast, dat een trompet, op de kermis gekocht, veel mooier toetert dan een uit een „ge wonen" winkel Sommige exposanten weten hun inrichtingen zóó schitterend en aantrekkelijk temaken, dat ze bezoek verklaarden, dikwijls uiterst-gevaarlijke personen onderdak gebracht worden in een krankzinnigen gesticht, waar kans bestaat voor ontvluchting. Hoe groot of hoe klein die kans in elk speciaal geval is, valt natuurlijk niet te zeggen. Maar evenmin valt te ontkennen, dat zij bestaat en dat zij in de oogen van het groote publiek telkens stijgt, als er een nieuwe ontvluchting heeft plaats gehad. Hoe meer ontvluchtingen hoe meer de aan dacht van het publiek op het vraagstuk van de verpleging van ontoerekenbaar-verklaarden wordt gevestigd en hoe grooter de drang zal zijn welke er op onze regeering zal worden uitgeoefend, om dit vraagstuk op te lossen, althans te trachten, een oplossing er aan te geven. Hot is jammer, maar het is zoo in ons land moeten nog maar al te dikwijls kalveren verdronken zijn, voordat men putten dempt. Hooggewenschte, ja noodzakelijk jgeachte verbete ringen worden gewoonlijk tot stand gebracht om herhaling van het kwaad te voorkomen. ïcr|*iird»j der Moalnxln. De minister van buiteniandsche zaken geeft op den verjaardag dor Koningin een gala-maaltijd aan de vreemde gezanten bij jns Hot. ÜonlBg Alfonso. •Het bezoek van den koning van Spanje aan ons land is, naar men meldt, dit jaar niet meer te verwachten. De nlolsters. De minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Rink, vertrekt heden voor eenige weken naar het buitenland. Alle ministers, die thans op reis zijn met verlof, worden tegen 30 dezer terugverwacht. ninlaterlcel becoek *h Aeelaad, Da minister van waterstaat bracht, gisteren een be- zo?k aan den spoordam bjj Rillaod-Bath en do Bathpolders. Directe belastingen Ntar wjj vernomen, worden de directe belastingen op de in dit jaar in te dienen begrooting onge*eer één miilioen hooger geraamd dan op c e vorige hegrootiig. (Vad) Pensioen- en Invaliditeitsverzekering. Het voornamen bestaat, vanwege de christelijke arbeiders organisaties een meeting te honden, waarop afgevaardigden yin nit het ganschs land znlien tegenwoordig zjjn, tin gunste van de wetlaljjke nitvoering der pensioen- en invaliditeitsver-.ekoring. Deze meeting zal worden ge houden in don tiaaz, aan doa vooravond van do opening der Statec-Gsüiraal. (De Volksbanier). Vrouwenkiesrecht. De Internationale Bond van Vereeuigingen voor Vrouwenkiesrecht besloot gisteren te Kopenh'.gen xjjn volgende algemeens vergadering in 19 8 in Nederland te houden. Algeineene Synode. Gisteren werd door don hoer Leenmans eon concept- schrijven aan de kerkeradon ter tafel gobracht ter uanboveling van de Generale Kas. Na bespreking wor.lt dit concept goedgekeurd. Door d n heer Gronemoijer werd een concept-circulaire ingediend, gericht uan de kerkeraden der gemeenten die subsidie ontvangen uit het fonds voor de schraalste prodikantstraktementen. Ook dit concept werd door de vergadering aangenomen. blijven trekken. Dit kunnen zij dan echter alleen, door zich enorme offers te getroosten. liet kermis- gewoel concentreert zich dan ook al hoofdzakelijk om die inrichtingen. Do groote menigte blijft deze bezoekenmaar aan heel veel meer stoort ze zich niet. Daar, aan zoo'n „hoofd van Jut" of een „Kracht machine" elkanders krachten eens te meten, men ziet het haast niet meer. Men geneert er zich tegenwoordig al bijna voor er naar te kijken, als de één of andere buitenpoorter Jut's hoofd staat te behamereD. En dit gevoel van niet-meer-mee-willen-doen maakt, dat een tweede oorzaak al meer en meer het kermisbezoek vermindert. Hoevelen toch ontwjjken de kermisdrukte, door een week op reis te gaan en voor dat uitgaan, iuist de kermisweek te kiezen Of ze ongelijk hebben, die zoo doen? We zouden het niet gaarne beweren. Maar het feit bestaat. Doch er zjjn er ook die uit principe niet aan dat kermisgewoel mededoen, Die in het kermisvieren niets zien dan een week van brassen en zwieren, van een overmatig gebruik van alcohol. Dit ver foeiende en te recht doen zjj soms krachtig hun stemmen tegen de kermis hooren. Maar zou door de atschalfiiig der kermis, dat drankmisbruik dadelijk zoo zeer afnemen Zouden er nog geen gelegenheden genoeg te vinden zijn, den lust tot drinken te botvieren Zeker, er zijn er genoeg, die in de kermisweek zich zoodanig te buiten gaan aan den alcohol, dat ze daardoor de kermisvreugde van anderen kunnen verstoren. Doch om die reden alleen de kermis af te schaffen Neen, zoover gaan Ter tafel kwam een rapport van de Commissie ter beoordeeling: van uitspraken. Beoordeeld zijn twee afschriften van uitspraken een van het Prov. Kerkbestuur van Utrecht en eeu van het Prov. Kerkbestuur van Gelderland. Er werden geen aanmerkingen op dezo uitspraken gemaakt. Door den heer Breunesse word gerapporteerd over de schrapping van art. 55 van het Reglemont. op de Vacaturen. De commissie van rapporteurs adviseert dezo schrapping vast te stellen. Dienovereenkomstig werd besloten. Door de zelfde werd gerapporteerd over een toevoe ging van een derde alinea aan art. 29, Reglement op het Exam n, luiden Ie: Doze bevoegdheid (n.l. om te doopen en Avondmaal te bedienen) wordt op aanvrage ook gegeven aan candidaten tot den Heiligen Dienst, die, zonder als predikant bevestigd te zijn, tot hoogleeraar in de godgeleerdheid of in de Ilebreeuwsohe t al worden benoemd. Zij wordt hun verleend door het Kerkbestuur, waardoor zij tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk werden toegelaten. De rapporteerenda commiss e adviseerde tot afwijzing. Dit rappor werd ter in zege gelegd. Door den heer Ellens werd gerapporteerd over een voorstel tot toevoeging eenor nieuwe alinea aan art. 38 van het regl. op het godsdienstonderwijs luidende „Niemand wordt aangenomen tenzij gebleken is dat hij gedoopt is of bereid is zich te laten doopen." Dit rapport word ter inzage gelegd. In behandeling kwam hot voorstel om in art. I R>)gl. op de Vacaturen op te nemen de bepaling dat „ook op nieuw gevestigde predikantsplaatsen, voor z over noodig, de bepalingen van het Regloment op de Vacatur n vau toepassing zijn. De commissie stelde voor art. I Regl. op de Vaca turen aldus te lezen een vaoature ontstaat, IIo door de vostiging vau een niouwe predikanlspla.its waarvoor het geheele trakto- ment gevonden is. Overeenkom tig de conclusie der rapporteerende commissie werd besloten dezo toevoeging vast te stellen. Met belangstelling werd kennis genomen van een schrijven van ds v. Pop' u te Bunnik omtrent het tienjarig register en do Handelingen. Vorschillondo stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Schor nana kers vakscholen. De reeds geruimen tjjd geleden door eo uit het hoofd bestuur van den Algemeenen Ne erl. Bond van Schoen makers benoemde commissie, waarvan o.m. de heeren Klejjborg Pernot uit Waalwjjk en Coolen uit Oisterwjjk lid waren, heeft in het buitenland, waar reeds vakscholen voor schoenmakers bestaan, een onderzoek ingesteld naar de inrichting en de kosten van zulk eene vakschool, bij welk onderzoek gebleken is, dat de oprichting ervan gepaard zal gaan met groote fiaancieele opofferingen. De commissie heeft van hare bevindingen rapport uitgebracht en dit overgelegd aan het hoofdbestuur van don Algemeenen Nederl. Bond van Schoenmakers. Om trent twee punten bestaat verschil van meening bjj de leden van bet hoofdbestuur, n.l. over de plaats, waar de vakschool zal gebouwd worden en over de inrichting er van. Uit de l'ers. Dc Iiceuw ontwaakt. De Ilaagsche N. Ct. van hedenochtend schrijft Het is opmeikelijk, hoe druk De Standaard het zich in dezen komkommertijd maakt. Dag aan dag geweldige politieke hoofdartikelon het vuur moet blijkbaar aan geblazen worden, het brandt te flauw. In het nummer van gi teren wordt de r>ers van links voorgehouden, dat het eerste jaar van het Kabinet wij niet. We kunnen ons nog indenken, dat een clubje vrooljjke jongelui straks hun kermislied doen hooren langs tenten en kramen, ook al zijn ze nuchter. Veel inhoud hebben deze gewoonlijk niet en toch wordt zoo'n lied elk jaar weer van de eene kermis naar de andere overgebracht. Van 't jaar zullen we ongetwijfeld vergast worden op het Nu gaan we hossen, hossen, Met heele trossen, Nu gaan we zwaaien, zwieren En kermisvieren Dat geroezemoes, we inogen het wel! We zien ze graag die clubjes, die dan straks weer onze straten zullen bevolken in de kermisdagen. Mede- afkeuren zullen we het, wanneer die vroolijkheid overslaat in baldadigheid, wat jammer genoeg dik wijls gebeurt. Doch, kermis of niet, dit zal altijd het geval zijn. Ons afwendende van dezulken blijven we ons echter scharen onder hen, die de kermis wenschen in stand te houden, of althans niet met krachtige middelen te bestrijden, om ze op gepaste wijze mede te vieren. We bedenken daarbij dan tevens, dat onze winkel stand wel een paar dagen in het jaar mag hebben, welker ontvangsten zoo krachtig moeten medehelpen, den winkelier in staat te stellen de belastingpen ningen te kunnen offeren. En daarom, aan den vooravond van de kermis week, wordt aan mjjn Iloornsche lezers ik vernam dat hun aantal steeds stijgt een pleizie- rige en een voordeelige kermis toegewenscht door SAM

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1