No. 218. Honderd en achtste jaargang. 1908. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. j De Kranige Chauffeur. ZATEEOAG 15 SEPTEMBER. Uit Alkinaar's verleden. FEU 1 L L E T O N. BERLIJNSCHE BRIEVEN Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Kijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,!0. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs. COSTEK ZOON Voordam O 9. W»( men van Frederik Willem aiclielet, organist en klokkenist (1765-1773) vroeg. Toen in 1765. Adrianus Winkel, organist en klokkenist, was gestorven, bracht de president-burgemeester de Dieu, in de vroedschap van 22 Juni 1765 de vraag of het niet noodzakelijk zou zjjn een anderen organist en klokkenist aan te stellen. De vroedschap vond goed den Heeren Uurgemeesteren te verzoeken en te qualificeeren, «omme een ander bequaam en ervaren persoon aan te stellen op een tractement van ses hondert guldens.* In de vergadering van Burgemeesteren, gehouden 6 Aug. 1765 werd Frederik Willem Michelet, uit Friesland, tot organist en klokkenist benoemd. Men had hem toege zegd een bezoldiging van f 600 en gaarne nam Michelet deze benoeming aan, waaraan voor nem verbonden was een hoogere bezoldiging en die hem, naar hg meende, door de goedkoopere levenswijze en door het grooteie aantal leerlingen, nog meerdere voordealen zou opleveren. En zoo aanvaardde hg dan kort daarna in Alkmaar zgn werk, dat volgens de instructie bestond o. a. uit het volgende Als organist heeft hij bijzondere zorg voor het orgel te dragen. Hg moet iederen zaterdag de tongwerken zuiver stellen; Een niet voldoend geoefend leerling mag hij in zgn plaats niet «in 't Publycq* laten spelen. Hg zal goea toezicht houden op zijn «Balgentreeder*. Zgn klavieren heeft hg «eqaal te houden om alle hujjlingh voor te komen.cc Nadat hg gespeeld heeft moet hg de deuren voor het orgel voorzichtig sluiten. Verder is hg verplicht «in de Groote Keik soo wel des ochtens, 's middags als des wintersavonds, onder het singen van de Psalmen, voor en na de predicatie op het orgel speelen, ou de zeegen gesproken zjjnde in het speelen van de Psalm die gezongen is te continueeren of eeD ander op te heften. Van gelijken zal hij doen des dingsdags en donderdags in de Cape). Verder zal hg alle vrijdagen van elf tot twaalf uren in de groote kerk op het orgel >peelen en zal ten allen tjjden ten believen van de Heeren Burgemeesteren of iemant van dezelve, gehouden zgn zoo op het orgel als klokken te speelen. Als klokkenist had hg het volgende te doen. «Des dingsdaags en donderdags op de klokken van de kerk, des vrjjdaags en saterdaags op de klokken van de waaghToorn te spelen van neegen tot half tien uuren verders mede op andere dagen, soo de Heeren Burgemees teren of iemant van deselve zulks mogen goed vinden.* Bovendien had hg de tonnen van de speelwerken zoowel op de Groote Kerk als Waag aldus Ie versteken dat gespeeld werd »op de groote kerk om de 2 maanden een nieuw psalm elk heel uurterwijl hem «gelaaten wierd de facultgt omme op het halt slagh op die selfde tgden te zetten zoodanige vrooljjke airtjes als hem zal gel usten. Op den Waagtoren moest gespeeld worden elk heel uur *20 Dec.20 Februari: »0 bejjlig zalig Bet! lehem.* 20 Febr.— 20 April«Psalm 22 of 69 of een ander.* 20 April—20 Juni»Het Meylied.* '20 Juni—20 Aug.»na het welgevallen van den organist.* *20 Aug.—8 Oct.«het belegh van Alkmaar 8 Oct.20 Nov.«Psalm 68.* 20 Nov.20 Dec.«een air na het welgevallen van den organist.* Ook hier mocht hjj ieder half uur een vroolgk airtje als hem geluslte, laten weerklinken. Hiermede waren evenwel zgn werkzaamheden nog niet afgelcopen. Er was nog meer l De stad had «staande in het musicq collegia der stad een staartstuk of clave eins baal.* Dat instrument had hg te onderhouden, zoodat het «altoos We wonderljjke avonturen van een motorwagen. Uit het Enqelsch door Mevr. VAN HEUVELINCK. 11) Blgkbaar heeft ze veel gelezen, kijkt ze de dingen onbevooroordeeld aan, en bracht haar eigen meeningen inede over het oude Fransche hofleven. Zjj geraakt licht in geeftdrift maar is nooit overdreven, en ik luisterde goed toe om niets te missen van het gemurmel der h istonsch-geographische fontein achter mg. «Tante Mary* daarentegen timmert niet hoog; het interesseert haar meer wat ze voor haar lunch zal krjjgen 61 'e z'eu 's* Daarom is het meisje alleen op zichzelf aangewezen. Ik brandde van verlangen om aan het gesprek deel te nemen, maar ik was verplicht in de rol te bljjven eenmaal door mij aangenomen. Weldra bleek echter dat de fortuin me genadig is. Wg reden door Meung toen ik plo.seling aan de over zijde der rivier de zware vierkante massa van de Notre Dame de Clérv in het oog kreeg en zonder er bn te denken aan juffrouw Randolph aanwees. «Dat isCléiy* zei ik, «waur Lodewijk XI is begraven. U kent Quentin Durward zeker wel De kerk is wel een bezoek waard. Het is eigenlijk jammer dat we niet langs dien kant van de rivier zgn gegaan.* Hier zweeg ik, eenigszins in de war en vreezend dat ik mg verraden had. Ook juffrou w Randolph bleef een oogenblik verwonderd zwjjgen en de angst bekroop me, dat ze aan mijn nek zou zien hoe het bloed me naar het hoofd steeg. Toen boog ze zich over mgn schouder en riep uit«Maar Brown 1 Hoe weet je dat Heb je geschiedenis gelezen «tl ja, juffrouw,* antwoordde ik. »lk heb hier en daar wat gelezeu iu alle boekeu, die ik maar te pakken kon in staat mag bevonden worden omme in het musicq gebruikt te worden*, en dat niet alleen des winters «ten tijde van het musicq collegie*, maar ook des zomers. Dan werd de clave cimbaal naar zjjn huis gebracht en had hg zorg te dragen dat er geen schade aan werd veroorzaakt. Bovendien moest hjj alle concertdagen zich een uur voor den aanvang van het concert naar de concertzaal begeven om het instrument in goede orde te brengen en gedurende den tjjd van het concert daar te blgven «omme de Heeren Liefhebbers te accompagneeren tot encouragement, ende voorzetting van de musicq. Voor f 6CK> 'sjaars dus organist van de Groote Kerk en gedeeltelijk van de Kapelklokkenist van beide speelwerken stemmer van stadsclave cimbaalbewaarder van dit instrument gedurende de zomermaanden, accom- pagnateur van het muziekgezelschap «de Harmonie*. Wie zal zeggen dat dit een hooge oezoldiging is voor zooveel arbeid Zoo oordeelde ook Michelet er over en hg diende dan ook den 15 Maart 1768 bij Burgemeesters in een «requeste versoekende by geallegeeröe reedenen, dat zjjn suppliants- tractement mag worden verhoogt met een somma van 200 guldens en dus op den selven voet, als deze ver- hoginge is gegeven aan des zelfs praedecesseur Gerrit Havinga. Den 26 Mei 1768 stelde de presideerende Burgemeester de Carpentier voor dat hoewel Michelet eertijds gaarne zijn benoeming had aangenomen op een tractement van f 600 en een verhooging van f 200 «sfadsfmantie in 't inkomen merkeljjk zoude komen te derangeeren, en dat men op alle middelen van management, op soort gelijke versoeken behooren bedagt te zijn,« het verzoek' toch in te willigen. Immers de levensmiddelen waren in Alkmaar duurder dan in Friesland; stads-en gemeenelandslasten eveneens aanmerkelijk hooger en bovenal «des suppliants vigilantie, attentie en bequaamheid« waren bekend. Burgemeesters hadden evenwel de vroedschap ook voorgesteld dit verzoek van Michelet niet in te willigen, tenzij hg op zich nam de kinderen van alle fatsoen- delijke lieden (des gerequereert) te instrueeren in het dansen, en wijders, dat hg hemok driemaal des 's weeks sal laten vinden in het fransche school, om de kinderen aldaar schoolgaande (onder behoorlijk salaris) in het dansen te instueeren en exerceeren. En de vroedere vaderen besloten op deze voorwaarde des vuppliantï verzoek toe te staan. Michelet weigerde de verhoogiug niet. Hg diende evenmin een protest in vol verontwaardiging dat men hem alleen op die wjjze tractementsverhooging wilde toestaan, noch kwam dit in van den eerwaarden kerkeraad. Het volgende jaar ontving hg 800 gulden salaris en was nu behalve stadsorganist, klokkenist, clavecimbaal- stemmer, clavecimbaal-bewaarder, accompagnateur in «stadsmusicqcollegie* ook nog stadsdansmeester. Dat alles vroeg men in de 17651773 van Frederik Willem M ichelet en met vigilantie .attentie en bequamheid heeft hg al deze betrekkingen tot aan z'n dood 25 Febr. 1773 waargenomen. P. J. G. Gerrit Havinga was organist en klokkenist van 1722 1753. Hij was aangesteld op een bezoldiging van f 000. doch de stadsrekening van 1723 wijst aan dat hij toen reeds f 800.— kreeg. Ik bltyi het «ntwoord schuldig. Ge vraagt waar men in Berlijn voor langeren tijd het beste onderkomen vindt? Houdt mij ten goede, dat ik U in dezen geen raad geef. De appreciatie wat goed en wat slecht is, vooral krjjgen. Ik heb altijd veel belang gesteld in geschiedenis, bouwkunde en zulke dingen. Daarenboven*, voegde ik er snel bjj, «heb ik deze reis nog eens gemaakt met een heer die veel wist van dit deel van Frankrgk.* Dat was toch geen onwaarheid, dunkt me want ik hoop toch het recht te hebben mjjzelf «een heer* te noemen. «Dat treffen wg*, riep juffrouw Randolph, en ik hoorde hoe ze zich tegen haar tante gelukkig prees in den persoon van haar chauffeur tevens een cicerone gevon den te hebben. Daarna begon ze meer met mg te praten, en nu schijnt ze er een soort van nieuwsgierig genoegen in te vinden mijn kennis op de proef te stellen, doch ik pas wel op niet te veel en alles zoo eenvoudig mogelijk te zeggen. Je zult mceten toestemmen dat het geval hierdoor pikanter is geworden. Te Mer passeerden wij de kettingbrug over de Loire en legden de acht mjjlen af, die ons nog scheidden van Chambord, met het voornemen daar te lunchen en na de bezichtiging van het kasteel naar Blois te rijden, 't Was heel wat voor de auto om bjjna drie uur achtereen zonder eenig ongeval voort te snellen. Terwjjl de lunch gereed gemaakt werd vulde ik de water-reservoirs (zelfs om dit te doen moest ik al de bagage van den wagen nemen) waschte mg met de onschatbare Hudsonzeep die ik van mgn eigen auto had meegebracht en knapte me op voor het dejeuner. Ik merk wel dat het eten een van de grootste moeieljjkheden zal zgn. In het kleine hotel te Chambord, bij vooi beeld, was natuurlijk geen afzon derlijke kamers voor de bedienden en daar het mjj niet ljjkt om in een benauwde keuken te eten als ik het vermijden kan, stapte ik kalm de «salie A manger* binnen, waar juftrow Randolph en haar tante al zaten en nam plaats aan het andere einde van dezelfde lange tafel, (we waren de eenige gasten in de zaal). Tante Mary zag er eerst wel wat beleedigd uit bjj de gedachte dat ze met den gehuurden chauffeur van haar nichtje zou moeten lunchen, maar juffrouw Randolph dit ziende ze ziet alles glimlachte mjj bemoedigend toe. Dan heb je de betaling - dat staat me ook ;oo tegen. Natuurlijk krjjgt ze na ufloop van het maal mjjn rekening en be taalt die «M&anicien, déjeuner* zooveel. Verbeeld op het gebied van hotels en pensions, is zóó ver schillend. dat ik er mij niet aan waag. om in na volging van Baedeker, de tallooze hotels van sterretjes en de meer dan 1000 Berlijnsche pensions van etiquetten te voorzien. En voor het artikel gemeubileerde kamers moet ge U tot Samuel Falkland wenden, die op dat gebied te Berlijn ondervinding heeft opgedaan en een ge deelte daarvan in een zijner schetsen (welk nummer is me ontschoten) aan de openbaarheid prijs gaf. Huret, ook een schrijver van gezag, kreeg van de Berlijnsche hotels een goeden indruk. Ze komen, ten deele de Amerikaansche het meest nabij. Laat hem nog eens terugkomen wanneer de vier reuzen- hotels, die thans in aanbouw zijn, mede in de rij dei bewoonbare huizen zijn opgenomen. Want deze logeerpaleizen één tegenover het Potsdammer- bahnhof, één in de Bellevuestrasse, één op den hoek der Pariserplatz en één in de onmiddellijke nabij heid van het Anhalterbahnhof belooven alles te zullen bieden waarop zelfs de meest verwende snob aanspraak kan maken. Doch hoe luxueus ingericht, deze hotels zullen steeds minder de gezellige aansluiting bieden, die men zicb nog wel uit den tijd der gemoedelijke kleine hotels in de provincie zal herinneren, of waarvan ge thans nog ten volle geniet. In de moderne grootsteedsche hotels zoekt ge tevergeefs naar de table d'hóte en komt ge nooit in aanraking met den bezitter. Ge wordt door het talrijke personeel op de meest bereidwillige wijze en in vijf tot zes moderne talen te woord gestaan, doch ge blijft voor allen slechts een nummer. Wanneer ge alleen zijt, dan blijft ge steeds zonder aansluiting. Uw middageten krijgt ge aan een af zonderlijk tafeltje, heel knusjes met een elec- trisch lampje en frissche bloemen goarrangpoorU, doch tevens geweldig vervelend. Geen bureD, die ge eerst met schalen en sauskommen kunt bewuiven, om daarna de kennismaking met een praatje over het weer in te zetten. In het grootsteedsche hotel van de twintigste eeuw is en blijft ge alleen. Want ook de bezitter, als zijnde voor zijn gasten onzicht baar, fungeert niet voor levende lijmpot, die de ver schillende reizigers aan elkaar kleeft. Nu vinden velen dit juist een groot voordeel, doch ook menigeen wenscht het toch wel een weinig anders. Maar wat ge in de Berljjnsche hotels tevergeefs zoekt, bieden de Berlijnsche pensions des te meer. Bijna iedereen acht zich in staat aan het hoofd van een pension te staan. Allerlei titels lokken den vreemdeling. Ge hebt hier de keuze of bjj een Frau Notar, Frau Major, Frau Pastor, Frau Leutnant, Frau Geheiinrat, Frau Baronin, Frau Direktor, Frau Hauptmann, Frau Sanitatsrat, Frau Professor, of wel bij een gewone Frau Müller, Sehultze en Schmidt niet uitgezonderd. Niet minder teekenend zijn de omschrijvingen, die velen van hun huis geven, of van de eischen, die zij hunnerzijds aan hun gasten meenen te moeten stellen. „Pension Ersten Ranges" of „Rocbherrschaftlich" zijn ze bijna alleD. je I Het spreekt vanzelf dat ik het nog moet laten wel gevallen want het gebruik wil het zoomaar ik schrjjf precies op wat ze voor me uitgeeft, en den een of anderen dag zullen wg wel afrekenen hoe, dat weet ik op dit oogenblik nog niet. Misschien kan ik haar over een tijdje wel voorstellen ook dienst te doen als courier, zoodat zg zich niet meer met de betalingen en zoo heeft te bemoeien. Kan ik dat klaar krijgen dan betaal ik natuurlijk mgn deel van de rekening, en daar ze een beetje zorgeloos is wat geld betreft, bestaat er veel kans dat zg er niets van bemerkt, op zgn hoogst vindt dat ik een knappe kerel ben om alles zoo goedkoop te doen. Dan is er nog iets dat mjj een «inwendigen bibber* geeft, zooals juffrouw Bryants de gewaarwording placht te noemen waaraan zjj ten prooi was, als zjj met een mengsel van opgewondenheid, vrees en verlegenheid de een of andere gebeurtenis tegemoet zag. Nu dan, ik heb den «inwendigen bibber* als ik mij het oogenblik vooistei waarop juffrouw Randolph mjj mijn weekloon zal geven, dat de bescheiden som van vijf en twintig francs bedraagtmaar ik dwaal telkens af van het dejeuner te Chambord. Wjj hadden juist de cróute au pot gebruikt toen juffrouw Randolph, het gesnor van een auto buiten hoorend. oen vragenden blik op mjj sloeg. Gat is een «Oldsmobile*, zei ik. «Verbazend,* riep ze uit. «Kun je werkelijk de verschillende fabrikaten aan hun geluid onderscheiden «Met een beetje oefening kan iedereen dat*, luidoe mjjn antwoord. «Aan het eind van deze reis zal u het ook kunnen. Elke auto heeft zjju eigen aardigen toon. De Panhard krast, de Benz stoot en klopt, de De Dion maakt een soort gillend geluid en de drie wieler een geraas als van een miniatuur Maxim.* De bestuurder van ('e Oldsmobile trad binnen. Zgn uitrusting was de laatste overdreven uiting van de auto- mobielsport een leeren pet met oorkleppen, een stotbril en een masker, een bespottelijke ruige bonte jas en hooge leeren laarzen tot aan zjjn djjen een passend kostuum voor een Noordpool reiziger maar eenvoudig belachelijk voor zoo n zachten I'ranschen win ter. Je kent dat soort blufslaande Fnuasche automobi listen wel. Bjj het zien van een mooi meisje haastte Om dus niet in deze algemeenheid onder te gaao, worden andere hulpmiddelen gebruikt. Zoo hebbeu we hier onder meer een „Haus mit feinem privaten Charakter" en een onder „nur für distinguirte Gaste." Onder do Linden, no. 70, vindt men het „Union Internationale Dalieim", begrijpe deze combinatie wie kan en in de Potsdammerstrasse ligt het Internationalstes Familienhaus für In- und Aus- liinder,", waar de Höchste und hohe Empfehlungen von allen Erdteilen" ter inzage liggen. En met do vermelding van nog een pension waar „Konversa- tion in allen Sprachen" plaats heeft, sluit ik voor ditmaal de rij. Amusant is het in de meeste der grootere Ber lijnsche pensions. Wie hier gezellig wonen wil, verkieze deze huizen boven de hotels. Maar hij zjj dan later niet te zeer ontnuchterd met eene echte gravin of onvervalschten baron kennis gemaakt te hebben, die men bij slot van rekening toch liever niet onder zijne kennissen telt. De meeste pensions hebben, behalve de gasten van elders aan de middag- en avondtafel ook nog permanente gasten uil Berlijn, die nu eens boven, dan weder in het midden of onder aan tafel de overgang tusschen de verschillende elementen van buitenaf vormen, steeds minzaam moeten lachen en bereid moeten zjjn alle mogelijke inlichtingen over Berlijn en het Berljjnsche leven te geven. Voldoen ze aan deze eischen, dan eten ze mede „tegen ver minderd tarief'. Journalisten, tolken, ook oudere heeren, mits gedistingeerd en liefst gedecoreerd in Duitschland trouwens moeiljjk anders denkbaar zjjn hier zeer op hun plaats. Ze moeten er niet tegen opzien soms vijf en dertig maal in de week dat is werkeljjk voorgekomen eene be schouwing over de Siegesallee te houden ze die- non utooH* to woton in weïkon nr.honwhiirg hftt nieuwste stuk wordt opgevoerd ze behooren een betrouwbare gids in de Berlijnsche verkeersmidde len te zjjn en dienen voor alles onder alle omstan digheden te weten waar de Duitsche Keizer zich op 't oogenblik bevindt. Deze laatste opgave is verreweg de zwaarste. Doch al deze verplichtingen nemen vele alleen wonende heeren en ook alleenstaande dames gaarne op zich in ruil voor het gezellige milieu waarin ze dan hun goedkoope maaltijden mogen nuttigen. Heerlijke typen treft men in de Berljjnsche pen sions aan. Muziekstudeerende dames en heeren mist men nergens, tenzij de pensionhoudster in haar woning het musiceeren niet toestaat. Verjaagde Russen legio. Ze gaan schijnbaar niet erg onder de verbanning gebukt, hebben gewoonlijk nog een schat aan edelgesteenten overgehouden en rollen wanneer ze Duitsch spreken, geweldig met de letter „r". Liefst nemen ze echter de Fransche taal ter hulp. Het aantal Engelschen, die gratis de Duitsche taal wenschen te leeren is mede legio. Door eeu lang gerekt „So jah" of een „So, waas ist daas", duiden ze aan dat ze al of niet het gesprek begre pen hebben. Ze bljjven tot het allerlaatste zitten eu kunnen eerst besluiten optestaan, indien de Duitsche families uit de provincie des winters talrijk in hg zich pet en bril at te nemen, waardoor een knap gelaat te voorschijn kwam met buitengewoon lange oogharen, welker bezit ik hem zeer kwaljjk nam. lig poetste zich als een vogel, draaide de einden van zgn zwarte snor op en maakte zich tot de verovering gereeds Juffrouw Randolph's blik opvangend, glimlachte hjj, wat zjj beantwoordde met die beminnelijke Amerikaansche vrjjmoedigheid, steeds door Italianen en Franschen ver keerd opgevat. Een oogenblik later waren ze in een druk gesprek gewikkeld over automobielrjjden en de arme chauffeur bestond niet meer. Het ondermjjnt iemands gevoel van gewichtigheid, te ondervinden hoe spoedig men in rang kan dalen. Op dat oogenblik ondervond ik al de kwellingen der dienst baarheid. In een hotel te Biarritz, gat ik eens een hoed en een paar jassen die ik niet noodig bad, aan een kamerdienaar. Ze zagen er nog goed uit en de rnau was eenigszins onthutst door de waarde van de gift. «Meneer is al te vriendelijk zei hjj, «zulke kleuren zgn veel te mooi voor mjj, ze zjjn goed voor u, maar voor nous autres l« de «anderen* die het goede des levens noch verwachten, noch hen benjjdeu die het bezitten. Deze uitdrukking is als het ware de beljjdenis van het geloof dat de weieid uit twee doelen bestaat de eenen, de bezitters, de «anderen*, de niet be zitters. Toen ik nu mjjn kleine, knappe dame over de auto- mobielspoit hoorde babbelen mot al de wjjsheid van een zes-weeksche ondervinding, voelde ik een van de «Anderen* te zijn. Hoewel de Franschman in mgn oogen een verachte ljjk wezen (in dien zin dat hjj in zjjn aanmatiging en bespottelijke verwaandheid het voor een uitge maakte zaak hield, dat alle vrouwen voor hem kniel den en hem aanbaden) en een belachelijke bluffer was, moest ik het toch aanzien dat ze kalm yjjn open- Ijjke bewondering aannam en geloovig naar zjjn verha len luisterde, terwjjl ik stilzwjjgend at en den hemel nog mocht danken, boewei niet «vastende*, dat ik iu de tegenwoordigheid van mjjn meeideren werd geduld. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1