No. 218.
Honderd en achtste jaargang.
1908.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
j
De Kranige Chauffeur.
ZATEEOAG
15 SEPTEMBER.
Uit Alkinaar's verleden.
FEU 1 L L E T O N.
BERLIJNSCHE BRIEVEN
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Kijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,!0. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HEKMs. COSTEK ZOON Voordam O 9.
W»( men van Frederik Willem aiclielet,
organist en klokkenist (1765-1773) vroeg.
Toen in 1765. Adrianus Winkel, organist en klokkenist,
was gestorven, bracht de president-burgemeester de Dieu,
in de vroedschap van 22 Juni 1765 de vraag of het niet
noodzakelijk zou zjjn een anderen organist en klokkenist
aan te stellen. De vroedschap vond goed den Heeren
Uurgemeesteren te verzoeken en te qualificeeren, «omme
een ander bequaam en ervaren persoon aan te stellen
op een tractement van ses hondert guldens.*
In de vergadering van Burgemeesteren, gehouden 6
Aug. 1765 werd Frederik Willem Michelet, uit Friesland,
tot organist en klokkenist benoemd. Men had hem toege
zegd een bezoldiging van f 600 en gaarne nam Michelet
deze benoeming aan, waaraan voor nem verbonden was
een hoogere bezoldiging en die hem, naar hg meende,
door de goedkoopere levenswijze en door het grooteie
aantal leerlingen, nog meerdere voordealen zou opleveren.
En zoo aanvaardde hg dan kort daarna in Alkmaar
zgn werk, dat volgens de instructie bestond o. a. uit
het volgende
Als organist heeft hij bijzondere zorg voor het orgel
te dragen. Hg moet iederen zaterdag de tongwerken
zuiver stellen; Een niet voldoend geoefend leerling mag
hij in zgn plaats niet «in 't Publycq* laten spelen.
Hg zal goea toezicht houden op zijn «Balgentreeder*.
Zgn klavieren heeft hg «eqaal te houden om alle hujjlingh
voor te komen.cc Nadat hg gespeeld heeft moet hg de
deuren voor het orgel voorzichtig sluiten. Verder is hg
verplicht «in de Groote Keik soo wel des ochtens,
's middags als des wintersavonds, onder het singen van
de Psalmen, voor en na de predicatie op het orgel speelen,
ou de zeegen gesproken zjjnde in het speelen van de
Psalm die gezongen is te continueeren of eeD ander op
te heften. Van gelijken zal hij doen des dingsdags en
donderdags in de Cape). Verder zal hg alle vrijdagen
van elf tot twaalf uren in de groote kerk op het orgel
>peelen en zal ten allen tjjden ten believen van de
Heeren Burgemeesteren of iemant van dezelve, gehouden
zgn zoo op het orgel als klokken te speelen.
Als klokkenist had hg het volgende te doen.
«Des dingsdaags en donderdags op de klokken van de
kerk, des vrjjdaags en saterdaags op de klokken van de
waaghToorn te spelen van neegen tot half tien uuren
verders mede op andere dagen, soo de Heeren Burgemees
teren of iemant van deselve zulks mogen goed vinden.*
Bovendien had hg de tonnen van de speelwerken
zoowel op de Groote Kerk als Waag aldus Ie versteken
dat gespeeld werd »op de groote kerk om de 2 maanden
een nieuw psalm elk heel uurterwijl hem «gelaaten
wierd de facultgt omme op het halt slagh op die selfde
tgden te zetten zoodanige vrooljjke airtjes als hem zal
gel usten.
Op den Waagtoren moest gespeeld worden elk heel
uur
*20 Dec.20 Februari: »0 bejjlig zalig Bet! lehem.*
20 Febr.— 20 April«Psalm 22 of 69 of een ander.*
20 April—20 Juni»Het Meylied.*
'20 Juni—20 Aug.»na het welgevallen van den organist.*
*20 Aug.—8 Oct.«het belegh van Alkmaar
8 Oct.20 Nov.«Psalm 68.*
20 Nov.20 Dec.«een air na het welgevallen van den
organist.*
Ook hier mocht hjj ieder half uur een vroolgk airtje
als hem geluslte, laten weerklinken. Hiermede waren
evenwel zgn werkzaamheden nog niet afgelcopen. Er
was nog meer l De stad had «staande in het musicq
collegia der stad een staartstuk of clave eins baal.* Dat
instrument had hg te onderhouden, zoodat het «altoos
We wonderljjke avonturen van een
motorwagen.
Uit het Enqelsch
door Mevr. VAN HEUVELINCK.
11)
Blgkbaar heeft ze veel gelezen, kijkt ze de dingen
onbevooroordeeld aan, en bracht haar eigen meeningen
inede over het oude Fransche hofleven. Zjj geraakt licht
in geeftdrift maar is nooit overdreven, en ik luisterde
goed toe om niets te missen van het gemurmel der
h istonsch-geographische fontein achter mg.
«Tante Mary* daarentegen timmert niet hoog; het
interesseert haar meer wat ze voor haar lunch zal krjjgen
61 'e z'eu 's* Daarom is het meisje alleen op
zichzelf aangewezen. Ik brandde van verlangen om aan
het gesprek deel te nemen, maar ik was verplicht in
de rol te bljjven eenmaal door mij aangenomen. Weldra
bleek echter dat de fortuin me genadig is.
Wg reden door Meung toen ik plo.seling aan de over
zijde der rivier de zware vierkante massa van de Notre
Dame de Clérv in het oog kreeg en zonder er bn te
denken aan juffrouw Randolph aanwees. «Dat isCléiy*
zei ik, «waur Lodewijk XI is begraven. U kent Quentin
Durward zeker wel De kerk is wel een bezoek waard.
Het is eigenlijk jammer dat we niet langs dien kant
van de rivier zgn gegaan.* Hier zweeg ik, eenigszins in
de war en vreezend dat ik mg verraden had. Ook juffrou w
Randolph bleef een oogenblik verwonderd zwjjgen en de
angst bekroop me, dat ze aan mijn nek zou zien hoe het
bloed me naar het hoofd steeg. Toen boog ze zich over
mgn schouder en riep uit«Maar Brown 1 Hoe weet je
dat Heb je geschiedenis gelezen
«tl ja, juffrouw,* antwoordde ik. »lk heb hier en daar
wat gelezeu iu alle boekeu, die ik maar te pakken kon
in staat mag bevonden worden omme in het musicq
gebruikt te worden*, en dat niet alleen des winters
«ten tijde van het musicq collegie*, maar ook des zomers.
Dan werd de clave cimbaal naar zjjn huis gebracht en
had hg zorg te dragen dat er geen schade aan werd
veroorzaakt.
Bovendien moest hjj alle concertdagen zich een uur
voor den aanvang van het concert naar de concertzaal
begeven om het instrument in goede orde te brengen
en gedurende den tjjd van het concert daar te blgven
«omme de Heeren Liefhebbers te accompagneeren tot
encouragement, ende voorzetting van de musicq.
Voor f 6CK> 'sjaars dus organist van de Groote Kerk
en gedeeltelijk van de Kapelklokkenist van beide
speelwerken stemmer van stadsclave cimbaalbewaarder
van dit instrument gedurende de zomermaanden, accom-
pagnateur van het muziekgezelschap «de Harmonie*.
Wie zal zeggen dat dit een hooge oezoldiging is voor
zooveel arbeid
Zoo oordeelde ook Michelet er over en hg diende dan
ook den 15 Maart 1768 bij Burgemeesters in een «requeste
versoekende by geallegeeröe reedenen, dat zjjn suppliants-
tractement mag worden verhoogt met een somma van
200 guldens en dus op den selven voet, als deze ver-
hoginge is gegeven aan des zelfs praedecesseur Gerrit
Havinga.
Den 26 Mei 1768 stelde de presideerende Burgemeester
de Carpentier voor dat hoewel Michelet eertijds gaarne
zijn benoeming had aangenomen op een tractement van
f 600 en een verhooging van f 200 «sfadsfmantie in
't inkomen merkeljjk zoude komen te derangeeren, en
dat men op alle middelen van management, op soort
gelijke versoeken behooren bedagt te zijn,« het verzoek'
toch in te willigen.
Immers de levensmiddelen waren in Alkmaar duurder
dan in Friesland; stads-en gemeenelandslasten eveneens
aanmerkelijk hooger en bovenal «des suppliants vigilantie,
attentie en bequaamheid« waren bekend.
Burgemeesters hadden evenwel de vroedschap ook
voorgesteld dit verzoek van Michelet niet in te willigen,
tenzij hg op zich nam de kinderen van alle fatsoen-
delijke lieden (des gerequereert) te instrueeren in het
dansen, en wijders, dat hg hemok driemaal des 's weeks
sal laten vinden in het fransche school, om de kinderen
aldaar schoolgaande (onder behoorlijk salaris) in het
dansen te instueeren en exerceeren.
En de vroedere vaderen besloten op deze voorwaarde
des vuppliantï verzoek toe te staan. Michelet weigerde
de verhoogiug niet. Hg diende evenmin een protest in
vol verontwaardiging dat men hem alleen op die wjjze
tractementsverhooging wilde toestaan, noch kwam dit
in van den eerwaarden kerkeraad.
Het volgende jaar ontving hg 800 gulden salaris en
was nu behalve stadsorganist, klokkenist, clavecimbaal-
stemmer, clavecimbaal-bewaarder, accompagnateur in
«stadsmusicqcollegie* ook nog stadsdansmeester.
Dat alles vroeg men in de 17651773 van Frederik
Willem M ichelet en met vigilantie .attentie en bequamheid
heeft hg al deze betrekkingen tot aan z'n dood 25
Febr. 1773 waargenomen. P. J. G.
Gerrit Havinga was organist en klokkenist van 1722
1753. Hij was aangesteld op een bezoldiging van f 000.
doch de stadsrekening van 1723 wijst aan dat hij toen reeds
f 800.— kreeg.
Ik bltyi het «ntwoord schuldig.
Ge vraagt waar men in Berlijn voor langeren tijd
het beste onderkomen vindt?
Houdt mij ten goede, dat ik U in dezen geen
raad geef.
De appreciatie wat goed en wat slecht is, vooral
krjjgen. Ik heb altijd veel belang gesteld in geschiedenis,
bouwkunde en zulke dingen. Daarenboven*, voegde ik
er snel bjj, «heb ik deze reis nog eens gemaakt met een
heer die veel wist van dit deel van Frankrgk.*
Dat was toch geen onwaarheid, dunkt me want
ik hoop toch het recht te hebben mjjzelf «een heer*
te noemen.
«Dat treffen wg*, riep juffrouw Randolph, en ik hoorde
hoe ze zich tegen haar tante gelukkig prees in den
persoon van haar chauffeur tevens een cicerone gevon
den te hebben. Daarna begon ze meer met mg te praten,
en nu schijnt ze er een soort van nieuwsgierig genoegen
in te vinden mijn kennis op de proef te stellen, doch ik
pas wel op niet te veel en alles zoo eenvoudig mogelijk
te zeggen. Je zult mceten toestemmen dat het geval
hierdoor pikanter is geworden.
Te Mer passeerden wij de kettingbrug over de Loire
en legden de acht mjjlen af, die ons nog scheidden van
Chambord, met het voornemen daar te lunchen en na de
bezichtiging van het kasteel naar Blois te rijden, 't Was
heel wat voor de auto om bjjna drie uur achtereen zonder
eenig ongeval voort te snellen. Terwjjl de lunch gereed
gemaakt werd vulde ik de water-reservoirs (zelfs om dit
te doen moest ik al de bagage van den wagen nemen)
waschte mg met de onschatbare Hudsonzeep die ik
van mgn eigen auto had meegebracht en knapte me op
voor het dejeuner. Ik merk wel dat het eten een van
de grootste moeieljjkheden zal zgn. In het kleine hotel
te Chambord, bij vooi beeld, was natuurlijk geen afzon
derlijke kamers voor de bedienden en daar het mjj niet
ljjkt om in een benauwde keuken te eten als ik het
vermijden kan, stapte ik kalm de «salie A manger* binnen,
waar juftrow Randolph en haar tante al zaten en nam
plaats aan het andere einde van dezelfde lange tafel,
(we waren de eenige gasten in de zaal). Tante Mary zag
er eerst wel wat beleedigd uit bjj de gedachte dat ze
met den gehuurden chauffeur van haar nichtje zou moeten
lunchen, maar juffrouw Randolph dit ziende ze ziet
alles glimlachte mjj bemoedigend toe. Dan heb je
de betaling - dat staat me ook ;oo tegen. Natuurlijk
krjjgt ze na ufloop van het maal mjjn rekening en be
taalt die «M&anicien, déjeuner* zooveel. Verbeeld
op het gebied van hotels en pensions, is zóó ver
schillend. dat ik er mij niet aan waag. om in na
volging van Baedeker, de tallooze hotels van sterretjes
en de meer dan 1000 Berlijnsche pensions van
etiquetten te voorzien.
En voor het artikel gemeubileerde kamers moet
ge U tot Samuel Falkland wenden, die op dat gebied
te Berlijn ondervinding heeft opgedaan en een ge
deelte daarvan in een zijner schetsen (welk nummer
is me ontschoten) aan de openbaarheid prijs gaf.
Huret, ook een schrijver van gezag, kreeg van de
Berlijnsche hotels een goeden indruk. Ze komen,
ten deele de Amerikaansche het meest nabij. Laat
hem nog eens terugkomen wanneer de vier reuzen-
hotels, die thans in aanbouw zijn, mede in de rij
dei bewoonbare huizen zijn opgenomen. Want deze
logeerpaleizen één tegenover het Potsdammer-
bahnhof, één in de Bellevuestrasse, één op den hoek
der Pariserplatz en één in de onmiddellijke nabij
heid van het Anhalterbahnhof belooven alles te
zullen bieden waarop zelfs de meest verwende snob
aanspraak kan maken.
Doch hoe luxueus ingericht, deze hotels zullen
steeds minder de gezellige aansluiting bieden, die
men zicb nog wel uit den tijd der gemoedelijke
kleine hotels in de provincie zal herinneren, of
waarvan ge thans nog ten volle geniet.
In de moderne grootsteedsche hotels zoekt ge
tevergeefs naar de table d'hóte en komt ge nooit
in aanraking met den bezitter. Ge wordt door het
talrijke personeel op de meest bereidwillige wijze
en in vijf tot zes moderne talen te woord gestaan,
doch ge blijft voor allen slechts een nummer.
Wanneer ge alleen zijt, dan blijft ge steeds zonder
aansluiting. Uw middageten krijgt ge aan een af
zonderlijk tafeltje, heel knusjes met een elec-
trisch lampje en frissche bloemen goarrangpoorU,
doch tevens geweldig vervelend. Geen bureD, die
ge eerst met schalen en sauskommen kunt bewuiven,
om daarna de kennismaking met een praatje over
het weer in te zetten. In het grootsteedsche hotel
van de twintigste eeuw is en blijft ge alleen. Want
ook de bezitter, als zijnde voor zijn gasten onzicht
baar, fungeert niet voor levende lijmpot, die de ver
schillende reizigers aan elkaar kleeft.
Nu vinden velen dit juist een groot voordeel,
doch ook menigeen wenscht het toch wel een
weinig anders.
Maar wat ge in de Berljjnsche hotels tevergeefs
zoekt, bieden de Berlijnsche pensions des te meer.
Bijna iedereen acht zich in staat aan het hoofd
van een pension te staan. Allerlei titels lokken den
vreemdeling. Ge hebt hier de keuze of bjj een Frau
Notar, Frau Major, Frau Pastor, Frau Leutnant,
Frau Geheiinrat, Frau Baronin, Frau Direktor,
Frau Hauptmann, Frau Sanitatsrat, Frau Professor,
of wel bij een gewone Frau Müller, Sehultze en
Schmidt niet uitgezonderd.
Niet minder teekenend zijn de omschrijvingen, die
velen van hun huis geven, of van de eischen, die
zij hunnerzijds aan hun gasten meenen te moeten
stellen.
„Pension Ersten Ranges" of „Rocbherrschaftlich"
zijn ze bijna alleD.
je I Het spreekt vanzelf dat ik het nog moet laten wel
gevallen want het gebruik wil het zoomaar ik schrjjf
precies op wat ze voor me uitgeeft, en den een of
anderen dag zullen wg wel afrekenen hoe, dat weet
ik op dit oogenblik nog niet. Misschien kan ik haar over
een tijdje wel voorstellen ook dienst te doen als courier,
zoodat zg zich niet meer met de betalingen en zoo heeft
te bemoeien. Kan ik dat klaar krijgen dan betaal ik
natuurlijk mgn deel van de rekening, en daar ze een
beetje zorgeloos is wat geld betreft, bestaat er veel kans
dat zg er niets van bemerkt, op zgn hoogst vindt dat
ik een knappe kerel ben om alles zoo goedkoop te doen.
Dan is er nog iets dat mjj een «inwendigen bibber*
geeft, zooals juffrouw Bryants de gewaarwording placht
te noemen waaraan zjj ten prooi was, als zjj met een
mengsel van opgewondenheid, vrees en verlegenheid de
een of andere gebeurtenis tegemoet zag.
Nu dan, ik heb den «inwendigen bibber* als ik mij
het oogenblik vooistei waarop juffrouw Randolph mjj
mijn weekloon zal geven, dat de bescheiden som van
vijf en twintig francs bedraagtmaar ik dwaal telkens
af van het dejeuner te Chambord.
Wjj hadden juist de cróute au pot gebruikt toen
juffrouw Randolph, het gesnor van een auto buiten
hoorend. oen vragenden blik op mjj sloeg. Gat is een
«Oldsmobile*, zei ik. «Verbazend,* riep ze uit. «Kun
je werkelijk de verschillende fabrikaten aan hun geluid
onderscheiden «Met een beetje oefening kan iedereen
dat*, luidoe mjjn antwoord. «Aan het eind van deze
reis zal u het ook kunnen. Elke auto heeft zjju eigen
aardigen toon. De Panhard krast, de Benz stoot en klopt,
de De Dion maakt een soort gillend geluid en de drie
wieler een geraas als van een miniatuur Maxim.*
De bestuurder van ('e Oldsmobile trad binnen. Zgn
uitrusting was de laatste overdreven uiting van de auto-
mobielsport een leeren pet met oorkleppen, een
stotbril en een masker, een bespottelijke ruige bonte jas
en hooge leeren laarzen tot aan zjjn djjen een
passend kostuum voor een Noordpool reiziger maar
eenvoudig belachelijk voor zoo n zachten I'ranschen win
ter. Je kent dat soort blufslaande Fnuasche automobi
listen wel. Bjj het zien van een mooi meisje haastte
Om dus niet in deze algemeenheid onder te gaao,
worden andere hulpmiddelen gebruikt. Zoo hebbeu
we hier onder meer een „Haus mit feinem privaten
Charakter" en een onder „nur für distinguirte Gaste."
Onder do Linden, no. 70, vindt men het „Union
Internationale Dalieim", begrijpe deze combinatie
wie kan en in de Potsdammerstrasse ligt het
Internationalstes Familienhaus für In- und Aus-
liinder,", waar de Höchste und hohe Empfehlungen
von allen Erdteilen" ter inzage liggen. En met do
vermelding van nog een pension waar „Konversa-
tion in allen Sprachen" plaats heeft, sluit ik voor
ditmaal de rij.
Amusant is het in de meeste der grootere Ber
lijnsche pensions. Wie hier gezellig wonen wil,
verkieze deze huizen boven de hotels. Maar hij zjj
dan later niet te zeer ontnuchterd met eene echte
gravin of onvervalschten baron kennis gemaakt te
hebben, die men bij slot van rekening toch liever
niet onder zijne kennissen telt.
De meeste pensions hebben, behalve de gasten
van elders aan de middag- en avondtafel ook nog
permanente gasten uil Berlijn, die nu eens boven,
dan weder in het midden of onder aan tafel de
overgang tusschen de verschillende elementen van
buitenaf vormen, steeds minzaam moeten lachen en
bereid moeten zjjn alle mogelijke inlichtingen over
Berlijn en het Berljjnsche leven te geven. Voldoen
ze aan deze eischen, dan eten ze mede „tegen ver
minderd tarief'. Journalisten, tolken, ook oudere
heeren, mits gedistingeerd en liefst gedecoreerd
in Duitschland trouwens moeiljjk anders denkbaar
zjjn hier zeer op hun plaats. Ze moeten er niet
tegen opzien soms vijf en dertig maal in de week
dat is werkeljjk voorgekomen eene be
schouwing over de Siegesallee te houden ze die-
non utooH* to woton in weïkon nr.honwhiirg hftt
nieuwste stuk wordt opgevoerd ze behooren een
betrouwbare gids in de Berlijnsche verkeersmidde
len te zjjn en dienen voor alles onder alle omstan
digheden te weten waar de Duitsche Keizer zich
op 't oogenblik bevindt. Deze laatste opgave is
verreweg de zwaarste.
Doch al deze verplichtingen nemen vele alleen
wonende heeren en ook alleenstaande dames gaarne
op zich in ruil voor het gezellige milieu waarin
ze dan hun goedkoope maaltijden mogen nuttigen.
Heerlijke typen treft men in de Berljjnsche pen
sions aan. Muziekstudeerende dames en heeren
mist men nergens, tenzij de pensionhoudster in haar
woning het musiceeren niet toestaat.
Verjaagde Russen legio. Ze gaan schijnbaar niet
erg onder de verbanning gebukt, hebben gewoonlijk
nog een schat aan edelgesteenten overgehouden en
rollen wanneer ze Duitsch spreken, geweldig met
de letter „r". Liefst nemen ze echter de Fransche
taal ter hulp.
Het aantal Engelschen, die gratis de Duitsche
taal wenschen te leeren is mede legio. Door eeu
lang gerekt „So jah" of een „So, waas ist daas",
duiden ze aan dat ze al of niet het gesprek begre
pen hebben. Ze bljjven tot het allerlaatste zitten eu
kunnen eerst besluiten optestaan, indien de Duitsche
families uit de provincie des winters talrijk in
hg zich pet en bril at te nemen, waardoor een knap
gelaat te voorschijn kwam met buitengewoon lange
oogharen, welker bezit ik hem zeer kwaljjk nam. lig
poetste zich als een vogel, draaide de einden van zgn
zwarte snor op en maakte zich tot de verovering gereeds
Juffrouw Randolph's blik opvangend, glimlachte hjj, wat
zjj beantwoordde met die beminnelijke Amerikaansche
vrjjmoedigheid, steeds door Italianen en Franschen ver
keerd opgevat. Een oogenblik later waren ze in een
druk gesprek gewikkeld over automobielrjjden en de
arme chauffeur bestond niet meer.
Het ondermjjnt iemands gevoel van gewichtigheid, te
ondervinden hoe spoedig men in rang kan dalen. Op
dat oogenblik ondervond ik al de kwellingen der dienst
baarheid. In een hotel te Biarritz, gat ik eens een hoed
en een paar jassen die ik niet noodig bad, aan een
kamerdienaar. Ze zagen er nog goed uit en de rnau
was eenigszins onthutst door de waarde van de gift.
«Meneer is al te vriendelijk zei hjj, «zulke kleuren
zgn veel te mooi voor mjj, ze zjjn goed voor u, maar
voor nous autres l« de «anderen* die het goede des
levens noch verwachten, noch hen benjjdeu die het
bezitten. Deze uitdrukking is als het ware de beljjdenis
van het geloof dat de weieid uit twee doelen bestaat
de eenen, de bezitters, de «anderen*, de niet be
zitters.
Toen ik nu mjjn kleine, knappe dame over de auto-
mobielspoit hoorde babbelen mot al de wjjsheid van
een zes-weeksche ondervinding, voelde ik een van de
«Anderen* te zijn.
Hoewel de Franschman in mgn oogen een verachte
ljjk wezen (in dien zin dat hjj in zjjn aanmatiging
en bespottelijke verwaandheid het voor een uitge
maakte zaak hield, dat alle vrouwen voor hem kniel
den en hem aanbaden) en een belachelijke bluffer
was, moest ik het toch aanzien dat ze kalm yjjn open-
Ijjke bewondering aannam en geloovig naar zjjn verha
len luisterde, terwjjl ik stilzwjjgend at en den hemel
nog mocht danken, boewei niet «vastende*, dat ik iu
de tegenwoordigheid van mjjn meeideren werd geduld.
Wordt vervolgd