Honderd en aehlsle jaargang. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Kranige Chauffeur. No. 224. 1906. ZATERDAG 22 SEPTEMBER. Uit Alkmaar'» verleden. FEUILLETON. BERLIJNSCHE BRIEVEN. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprys per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het gebeele Rijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HJEKMs. COSTER ZOON Voordam 9. ALKMAARSCHE COURANT. Hoe litt kwaai. dat aaa de State a ven Hollamd en Weit- Krlealand werd vourgenteld het eoucept-placaat van 1 Oct. U## Zjj hadden elkander lief gekregen. Dat is e-n gewone geschiedenis. Zjj hadden elkander lief gekregen teiwjjl de eerste jeugd voorbjj was. Ook dat is een gewone geschiedenis. Maar minder gewoon was het ten minste in die dager, waarin de»e kleine geschiedenis ons verplaatst, dat die liefde brandende in hen werd, terwjjl hjj lehoorde tol zoo als men dat toen noemde »dr Roouieob-Katbo- lieke gezindheid» eu tjj was toegedaan »de ware Gere- iormeerde Religie.» Of hun familie t'.cta tegen hun pLnnen om in het buweljjk ie treden niet verzette Of zjj tal van moeiten en bezwaren hebben moeten ovei winnen 7 In alle gevallen zjj zjjn gehuwd: Jan van den Broek ea Maria Hoogland, wed. en werden, wgl een tot de R.K. en de ander tot de Oer. religie behoorde, bjj hun huweljjk in acht genomen de bepalingen, vervat in het placaat van 24 Jan 1755. Mén kind, een dochtertje werd hun geboren, dat den 14 Augustus 1757 in de Groote Kerk alhier werd gedoopt met dan naam Pieternellet je. Toen Pieternelletje wat ouder was geworden bezocht zjj trouw met haar moeder de Gerefo •meerde godsdienst oefeningen en ontving trouw Ger. godsdienstonderwjjs en dit alies met de bedoeling dat het geloof dor moeder dat der doohter zou worden. Is het dan wonder, dat, toen v. d. Broeks echtgenoot in 1765 ernstig ziek werd en voelde dat 2jj sterven zou, zij haar man en de twee personen, die als voogden vau haar kind worden aange steld, op haar sterfbed smeekte vooral haar dochtertje, »dat in de Gereformeerde Kerk was gedoopt en gedurende haar leven in die Religie was opgevoed, daarvan niet rnogt worden afgetrokken, maar daarin verder bjj aan houdendheid geinstrueert Deck wat doet de vader. Nog enkele weken na moeders dood laat bjj het kind gaan naar de Gereformeerde Kerk, maar toen, zich niet verder storend san beloften aan een stervende gegeven, neemt hjj Pieternelletje mee naar de R.K. Kerk en voedt haar verder in die religie op. Dd voogden protesteeren daartegen. Het helpt niet. De voogden beklagen zich bjj burgemeester en, schout en schepenen. Dese laten van den Broek voor t cta komen en herinneren hem aan de belofte aan zjjn vrouw gedaan. Het helpt wederom niet. De vader stoort zich a»n niets en t lijft het kind in zjjn eigen rd'gie opvoeder. Ën geen macht in stad of land kon hem hierin ver hinderen want tegen zoo .ets was nog geen plucaat uitgevaardigd. Evenwel waren Burgemeesteren niet van plau het hierbjj te laten. Zjj meonden dat zoo iels als v. d. Broek detd onmogelijk moest worden gemaakt en daarom stelden zjj in de vroedsohap van 11 Oct. 1768 voor dat de Ge> deputeerden dezer stad de zaak ter kennisse varr haar Md. Gr. Mog. zouden brengen en aan de ver gadering der Staten te verzoeken, maatregelen te beramen om voor aan zoo iets te voorkomen. Reeds den volgenden dag deelden Alkmaar's Gedepu teerden het voorgevallene aan de Staten mede en nadat mea er over bad gedelibereerd wordt des president eb rsden van den Hove opgedragen »om haar Edele Groot Mog, daar op te dienen van der selver consideratie en advis." Bjjna een vol jaar dnurde het voordat die oonsideratien en advis bjj de Staten wetdea ingediend. Toen deelde de Raadpensionaris mede dat »de hoeren van de Ridderschap en do Gacommineerden tot de sauken van de Justitie» voorstelden om een placaat uit te vaar digen tegen R.K. ouders »die ondernemen om kinderen weike uit Haweljjken tussohon Gereformeerde en Roomseh- gezinde aangegaan, geboren, en in de Gereformeerde Keik gedoopt zijn, bijzonder ca het overlgden van do Hervormde Echtgenoot, van de publiiqae kerk en Her vormde Godsdienst af te trekken en tot de Roomsche Gezindheid over te brengen.» In dat placaat zou worden bevolen, dat kinderen ge boren uit de haweljjken van Gereformeerden en Rooouch- K tholiekea, en gedurende het leven van den gerefor meerden vader of moeder in de Hervormde Kerk gedoopt en in de Gereformeerde religie opge-osd, niet van de Hervormde Kerk zullen mogen worden afgetrokken eu tot de Roomsche overgebracht. Eerst als het 18 jaar is geworden mag het in tegenwoordigheid van den predikant en »in absentie van de Roomsche-gezinde vader ol moeder dtolare rer, dat het uit eigene beweging den Hervormd»' Godsdienst wil verlaten en tot een aidere Gezindheid overgaan.» Tevtns zou streng worden verboden zulke kinderen wan onder het gebied van dezen Staat na elders te vervoeren op zoodanige poene, als na omstandigheden zal bevonden worden te beboeren». Het zal niet zonder bljjdschap zjjn gewoart dat Burge meester dn Tour in de vroedechap van 13 Nov. 1769 kon rapporteeren wat aan de staten van Holland en Wesl-Friesland werd voorgesteld en door de vroedschap »werd goedgevonden en verstaan de Heeren Gedeputeerden te qaalifleeeren, zooals aiquahficeort worden bjj dese om het voors Rapport en Placaat ten dienste en nutte van het salutair oogmerk met de andere Lseden te helpen brengen ter cocclusie.» Of toen de zaken zulk een keer dreigden te nemen Jan van den Broek i»jjn dochter»je Pieternei weer de Gereformeerde godsdienstoefeningen heeft iaton bjj wonen 7 Of heeft bjj bjj ziohzelf gedacht een concept-plucaa' is nog geen plaoaatis hef dat geworden dan kan men nog altjjd doen wat daar ia bevolen wordt 7 In het laatste geval zal Pioternellelje v. d. Broek vrjj zeker Ruomsch Katholiek zjja geworden want bet concept-placaat van 4 Oct. 1769 is nimmer als placaat uitgevaar digd. Waarom niet 7 Het ontbreken der brieven van Alkmaars gedeputeerden in de jaren 1761—1771, laat ons in het onzekere. P. J. G. He «onderlyhe avonturen vara een wotoi wagen. Uit het Enqelsch door Mevr. VAN HEUVELINCK. 16) ik zag haar zwijgend, zelfs terneergedrukt, een paar slappen naar de Oldsmobile doen, tante Mai y echter sprak levendiger dan ooit. Door eenige woorden, opgevangen van een gesprek in het ijjtuig, wist ik dat «Oogharen» zoo slim was geweest een broche en een paar hoeden- spelden van dat fijne, mooie (aience aan tante Maiy ten geschenke te geven. Zonder veel innerljjke waarde, maar op een teer getinlen achtergrond in een sierljjk etui van hermeijjn, maakten zjj een goed effect, en door dat cadeau was het hart der schuldelooze dame geheel gewonnen. Vol vuur pleitte ze dan ook voor den Fransch man en zjjn auto. Bjj juffrouw Randolph echter had ik iets bizonders opgemerkt, dat mjj bij meer bekoorlijke meisjes heeft getroilan, al was er dan ook niet één zoo bekoorljjk als zjj. Indien zjj ten opiichte van het een of ander geen besluit kan nemen en iemand toont zich vast overtuigd dat ze zoo of zus zal handelen, dan weet ze OEiniddelljjk zeker dat ze nooit het minste plan heeft gehad om het te doen. Deze persoonljjke eigenaardigheid kwam mjj ten goede. 'Maar tante Mai yriep ze uit. j>U zou toch niet willen dat ik wegging en mjjn eigen auto aan haar lot overliet en dat nog wel midden in clen nacht ook Met geen mogelijkheid zou ik over zoo iets kunnen denken. V kunt met meneer Talleyrand meegaan als u wilt, uriar ik bljjf hier tot alles geregeld is.« Het speet me weikeljjk voor lante Maiy. Ze begon haast te huilen. Craig en i.unran Er is ecu album verschenen met teekeningen van E. Gordon Craig, weergevende verschillende poses van Isadora Duncan. Reeds eerder schreef de Amerikaansche danseres over de Kunstuitingen van Craig. Geen wonder, Craig en Duncan zijn geestver wanten, beiden willen de hedendaagsche Tooneel- kunst in den meest uitgebreiden zin genomen hervormen. Niet alleen dat hun de danskunst van onzen tijd niet bevalt, ze zjjn evenmin ingenomen met de Tooneelgroepeeringenbewegingen, licht effecten en alles wat verder tot de tooneelkunst gerekend kan worden. Toen ik Craig de eerste maal ontmoette, bad ik nog niets van hem gelezen en vonden z'n ideeën »Je weet volkomen goed dat ik er niet aan denk je te verlaten, hier nog wel, misschien om vermoord te worden,» jammerde ze. «Waar jjj blijft, bljjf ik ook.» Zjj sprak met het air van een bejaarde, rouweljjke Casabianca. Wat juffrouw Randolph betreft, ik had in aanbidding voor haar kunnen neerzinken, toen ze mjj verzucht met haar mee te gaan, om te onderzoeken wat er achter den muur vei borgen lag, en Talleyrand opdroeg als schild wacht dienst te doen bjj tante Maiy en de auto. Na eenig zoeken vond ik in den muur een groote poort, stootte ze open en wjj stapten een donker boerenerf op. Geen lamp wees de richting aan naar het huis, maar het getrappel van hoeven en een lichtstraal, die door een reet viel, brachten ons op weg naar den stal, waar een reusachtig man met scherpe trekken en een haviks neus een oud, bezweet paard stond droog te wrjjven. Hjj schrikte en vestigde een wantrouwenden blik op mjj, wat ik hem niet kwaljjk kon nemen, want in mijn vuile leeren jas en met druppels olie om mjjn wangen was mjjn uitetljjk verre van gunstig. Zjjn gelaat helderde een beetje op bjj het zien van juffrouw Randolph, wat niet wegnam dat hjj bleef we geren om ons ergens heeD te rjjden. Zjjn oude merrie had zoo juist op den terug weg een hoefjjzer verloren en hjj was niet van plan haar weer in te spannen. Bestond er dan mogeljjkheid, vioeg juffrouw Randolph, om ons te herbergen en een maal eten te geven Dat wist hjj niet, maar zou er .met zjjn vrouw over spreken. Met zware stappen ging hjj voor ons uit naar het huis, zette de lantaarn in den gang, liet ons een donkere kamer binnengaan waar een benauwde, zware etenslucht ons tegensloeg, volgde en sloot de deur achter zich dicht. Het was er pAdonker en er klonk een vreemd soortig geluid, geljjkend op een zacht gekakel van een kip zoowel als op het licht geblaat van een geit, een geluid dat ik, al stond mjjn leven op het spel, niet kon onderscheiden. Ik voelde dat juflrouw Randolph een stap nadei kwam als zocht ze bascheiming, toen met het afstrjjken van een lucifer en het aansteken van de lamp, ik zag wie die onheilspellende geluiden uitbracht. Bjj het fornuis zat een deerniswaardige oude vrouw met een bij mij grooten ingang. Doch sedert ben ik weer aan het twijfelen geraakt. Want nu ik zijne wetkje3 met koelen hooide in mij heb opgenomen, lijkt bij mij wel de man van veel willens, doch ik betwijfel ol zijn kunnen hiermede wel gelijken tred houdt. Gordon Craig is de zoon van een der grootste Engelache actrices, stammende uit eene kunstenaars familie bij uitnemendheid, een geslacht dat misschien ten onzent in dat der Bouwmeester zijns gelijke vindt. 't Spreekt bijna vanzelf dat ook hjj het tooneel betrad. Hij werd door niemand minder als door Engelands grootsten tooneelspeler, Sir Henry Irving, opgeleid. Irvingniet alleen acteur doch tevens uitmuntend regisseur, wijdde hem in alle geheimen in, die de coulissen iemand kunnen bieden. Maar Craig is niet tevreden met datgene wat het tegenwoordige theater zijnen toeschouwers biedt en wenscht hervorming. Kunstenaars met jonge kracht en scheppende bezieling zullen geheel nieuwe kunstwerken doen ontBtaan, die in alle elementen een Eenheid zullen vormen. Om deze Eenheid het publiek te kunnen doen genieten, moet alles veranderd worden, terwijl dat publiek opgevoed moet worden om het nieuwe te kunnen genieten, evenals dit destijds geschieden moest om de werken van Richard Wagner in zich te kunnen opnemen. Want voor Craig's kunst is de groote massa nog niet rijp. Ik zal een greep doen uit het vele dat hij ons over zijn toekomstplannen gaandeweg mededeelde. Craig wil ons bijv. onder den indruk brengen van het hongerspook. Hij doet dit op de volgende wijze Bij de eerste maten der muziek wijkt het scherm, dat uit lompen en lorren bestaat, naar twee zijden. We zien een man, met een afschuwwekkend gezicht. Craig's teekening maakt duidelijk hoe afschuwwekkend hij zich het hongerspook voorstelt. Hij staat op een heuveltje van leem, haalt moeilijk adem, maakt daarbij een snuivend geluid, dat veel doet denken aan dat van een stier die woedend is, aangezien zijn broeder naar de slacht bank gebracht wordt. Heel akelig dus. Zijn rech terarm strekt hij in de richting van het publiek nit en in den saamgeknepen vuist houdt hjj het ljjk van een klein jongetje bjj den boord van een soort hempje. Hjj beweegt de uitgestrekte arm langzaam van rechts naar links en van links naar rechts. Alle toeschouwers zien ieder op hun beurt de verglaasde uitpuilende oogjes van het doode knaapje. En al-maar-door laat de vreeseljjke man zjjn stierachtig gesteun hooren. Nu valt er een zwarte regen die zich steeds meer verdicht, gaan deweg zóó dicht wordt dat man en knaap aan onze oogen onttrokken zjjn. Thans houden ook de vree seljjke klanken op en worden we gaandeweg van deze nachtmerrie verlost. Wie na deze beschrijving belust geworden is wat meer over E. Gordon Craig's plannen te lezen, die neemt zijn „The art of the theatre," verschenen bjj Foulis te Londen, of de Duitsche vertaling „Die Kunst des Theaters," uitgegeven door Hermann Selmanns Berlijn, ter hand. Het is juist wat de Duitsche graaf Harry Vessler in zijn inleidend woord zegt en wel dat een groot aantal kunstlievende menschen en fijnbesnaarde zielen den schouwburg nijjden omdat ze er steeds onvoldaau uit terug keeren. Maar of Craig den weg, die tot verbetering moet leiden, heeft ingeslagen, dat staat nog te bezien. Vooral hier in Duitschland haakt een deel vau het publiek naar het mystieke, üaarvau hebben de laatste Berljjnsche theater-seizoenen doorslaande bewjjzen gegeven. Hauptmann, Hofmannsthal, Mae terlinck vonden steeds veel aanhang. Van Haupt mann thans alleen maar zjjne werken uit latere tjjd o. a. Elga en Pippa Tanzt. Hierin ligt ook een der redenen waarom Hjjermans geen geluk gehad heeft en na zjjn „Op Hoop van Zegen" alle andere stukken vielen als haksteenen. Het eenige stuk uit de realistische school dat steeds is bljjven trekken, is Maxim Gorki's Nachtasvl. Craig heeft dus wel eenigen kans in Duitschland vasten bodem te vinden, want men zoekt naar deu uitweg die van het tooneel meer zal maken dan het thans is. Men zoekt, niet alleen Craig, doch ook anderen, bijv. hier te Berljjn lleinhardt, de directeur van het Duitsche Theater, waaraan in liet vorige seizoen onze Royaards verbonden was. Met Gordon Craig is thans Isadora Duncan op de zoek naar het nieuwe, het eenig ware „Het Schoone.-' Vraag me nu niet of Isadora en Craig getrouwd zijn. Met de oplossing van deze puzzle houdt een groot deel van het publiek zich nu reeds maanden bezig. Mocht dit zoo zijn, dan zullen kunstenares en kunstenaar er het publiek wel mede in kennis stellen, wauneer zjj het oogenblik daarvoor gekomen achten. Tot zoolang past het ons niet verder te willen doordringen in de particuliere aangelegen heden van het tweetal, dat thans gastvrjjheid op Nederlandschen bodem geniet en zich aan de Noordwjjker natuurschoonheden verlustigt. Inmiddels gaat Isadora's oudere zusterMies Elisabeth Duncan voort, met de dansschool in het Grünewald te leiden en aldaar een zeventiental jonge meisjes tot toekomstdanseressen op te voeden. Ik hen daar nu reeds twee weken na elkander geweest en moet eerljjk getuigen dat die leerlingetjes het er goed, neen meer dan goed, dat ze het er best hebben. Over één punt maak ik mij nog wel eens bezorgd het raakt een vraag die men zoo moeiljjk kan stellen, doch die telkens bjj mjj op komt. Misschien is ze onbescheiden, maar toch wil ik ze uiten. Welnu dan, de onzekerheid of het de Duncans wel mogeljjk zal zjjn, tot het einde toe de zware lasten te dragen, die ze vrjj willig op zich hebben genomen, hangt als eene dreigende wolk boven de villa Trahenerstrasse 16. Toen de gezusters Duncan het plan opvatten de grondstellingen der beroemde Meesteres Isadora door middel van een 17-tal uitverkorenen jonge meisjes door haar opgevoed en onderwezen over de wereld te doen verbreiden, zal hun de gedachte wel niet vreemd geweest zijn betrekkeljjk al spoedig met deze leerlingetjes voor het publiek op te treden. Ze deden dit reeds in het tweede leerjaar. Edoch, bevende kin en traan-oogen. Haar hall verlamd hoofd heen en weer schuddend jammerde ze voortdurend, zonder twijfel om zuinigheidsreden gedoemd tot den angst van in het donker te zitten. De vrouw van den boer verscheen en na tal van be raadslagingen werd er besloten, dat de dames een kamer met twee bedden zouden krjjgen. Voor meneer Talley rand was er nog een klein hokje beschikbaar, maar de mechanicus moest zich vergenoegen met een slaapplaats in den stal, waar hjj schoon hooi zou vinden. Het avondmaal zou over een half uur gereed zjjn, maar we moesten ons niet voorstellen fijne hotel-gerechten op tafel te zien. De boer en ik brachten de handbagage der dames naar boven in een geheimzinnig duister oord, waar het koud en vochtig was. Bjj het schemerig licht van een flikkerende kaais zag ik een groote, witgekalkte kamer met een enoim hooge badstede, een houten vloer, een paar kleedjes, een stoel of twee, ten waschtalel, half verscholen achter een gebreid scherm, waarop een wasch- korn in den vorm van een soepbord en een ding dat op een kruik geleek. Ik zette mgu vrachtje neer en vertrok om die groole, stomme auto op 't erf te duwen en mjjn handen met Hudson zeep te wasschen, in een eurmer ouder de pomp aan den buitenkant van de keuken. Intus^cnen ging de tjjd voorbjj en daar ik honger had, hoopte ik op een overschotje als mjjn meerderen hun maal zouden hebben genuttigd, toen die Engel op me toetrad, reide dat het souper gereed was en vroeg of ik met hen wilde metëien. Ik had zoo hard gewerkt en moest zeker uitgehongerd zjjnAls ze vermoed had hoe graag ik haar had willen kussen, dan zou ze zeker veel gauwer naar binnen zjjn gegaan dan ze nu deed. Er was soep, kip, omelet en kaas. Elke Fransche vrouw zelfs uit den nederigsten stand is in staat met weinig gegevens en in korten tjjd een uitstekend maal te bereiden. Juflrouw Randolph zeide met haai' zonnigen glimlach eenige vriendeljjke woorden, waardoor binnen .jit minuten de hoer en zgu vrouw haar gewillige slaven waren. Ze was verrukt over het avontuur zooals ze het ongeluk noemde, en beweerde dat het blgken zou v.en groote vreugde te wezen. Welbeschouwd moest ze den afschuweljjken band prjjzen, die zoo te juister tjjd van het wiel was gegleden om haar de geb genheid te schenken, welke ze anders levenslang zou hebben gemist, om het Fransche boerenleven van nabjj ta bestudeeren. Tante Maiy werd binnengeroepen en nam als altjjd vrede met de schikkingen door haar voortvarend nichtje ge- troflenden boer en mjj was het eindeljjk gelukt, dat zwaie Duitsche monster binnen de poort te halen waar we het lieten staanTalleyrand echter liep heen en weer, zoekend naar een behoorljjke bergplaats voor zjjn automobiel, en was niet tevreden voor hij haar onder dak had gebracht m een droge schuur vlak bjj het huis. Na het avondmaal stapte ik naar buiten om, met een pjjp in den mond, een plan uit te werken dat zoo juist in mjjn brein was opgekomen. «Opgekomen,» zeide ik Er in gedreven, gebeukt en gestampt is juister uitgedrukt. Verbeeld je, terwjjl we aan tafel zaten had die kwast «vriend Oogharen» bedoel ik de brutaliteit er op aan te dringen dat juf lrouw Randolph nu haar reis in zjjn auto zou voortzetten I Toen ik daar denkend en dampend bjj de poort zat, hoorde ik een geruisch als van zjjde (ik gis van rokken; zelfs aan de Noordpool zou ik het nog her kennen) en zag een schaduw die zeker van juffrouw Randolph moest zjjn. Ze kwam dichterbjj en ik kou haar duideljjk zien omdat ze een lantaarn in de hand hield. Eerst dacht ik dat ze naar mjj zocht, maar het bleek van niet. Ze ging regelrecht naar de auto en de lantaarn op den grond zettend, bleef :»e een oogenblik onzen Demon strak aanstaren. Eindeljjk haalde ze Iets uit de plooien van haar kleedje te voorschjjn en scbeeu ei met haar hand langs te sirjjken. 'Zeg, je verkiest niet te loopen, is het niet?» vroeg ze sarcastisch. »Je doet niets liever dan je drjjtriemeu breken en je ket tingen afgooien, om Brown zooveel mogelijk last te veroorzaken, is het niet, en ons te weerhouden ergens te komen Je denkt dat het voldoende is om mooi te zjjn en je daarom kunt doen als een wild beest, prtcias zooals je zelf wilt. Maar je bent niet mooi I Je bent af schuwelijk en ik haat je I Daar, dat is voor jou!» Wordt vèrvvljd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1