No. 231.
Honderd en achtste jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Dit mier Instaat nit 3 filaflen.
ZATERDAG
Prijs der gewone advertentiën
29 SEPTEMBER.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. OOSTER ZOON, Voordam C 9.
Uit dë Pers.
Alkmaar, 28 September,
Deze -week heeft men kunnen le/en dat prins George
van Griekenland Kreta heeft verlaten. Dit vertrek is
het begin van een nieuw hoofdstuk der Kretenzer ge
schiedenis en daarom is er reden er uitvoeriger op
terugtekomen.
Het schoone eiland Kreta heeft een veelbewogen historie.
De sage vertelt ons van het Labyrinth en van den daar
vertoe venden Minotaurus. het monster, dat op een men-
schelijk lichaam een stierenkop droeg, dat jaarlijks
ettelijke Atheensche jongelingen en jongedocht.ers ver
slond en door Theseus, met Ariadne's hulp werd gedood-
En de geschiedenis verhaalt van den wqzen koning
Minos, die Kreta bestuurde en voor wien elke groote
mogendheid wel een groot standbeeld mocht oprichten,
omdat hij de groote voorganger was in he: maken van
een groote vloot hetgeen overigens door velen als een
zeer twijfelachtige verdienste wordt beschouwd. De Ro
meinen, de Grieken, de Arabieren, nog eens weer de
Grieken, de Genueezen, de Venetiërs en de Turken
hebben achtereenvolgens dezen parel aan hun kroon
gehecht. Onder Turksch bestuur werd bet eiland
natuurlijk zou men kunnen zeggen geducht verwaar
loosd en zooals zoovele andere deelen van het Turksche
rijk heeft ook Kreta ernaar gestreefd zich van het
Turksche juk te bevrijden. Zor bjjv. in 1866 toen de Kre
tenzers den Turken met hun guerilla-oorlog aanzienlijke
schade hebben toegebracht. De groote mogenheden met
uitzondering vin Engeland, rieden den sultan aan het
eiland maar aan Griekenland aftestaan. daar de Christelijke
bevolking gaarne het eiland door dit rijk geannexeerd
zou zien, doch de sultan had daarnaar geen ooren en
in 1896 had Turkije andermaal de eer tegen de
Kretenzers te moeten strijden, die in Grieksche geldooidde
len, wapen en en vrijwilligers veel steun vonden. De Turken
konden geen baas blijven en daartoe door de groote
mogendheden gedwongen, maakte de Sultan den 29sten
Augustus 1896 een besluit openbaar, waarbij niet toe
stemming der groote mogendhedeneen Christelijk
(tegenover Mohamedaansch) gouverneur-generaal werd
benoemd voor den tijd van vjjf jaren, die het recht van
veto tegenover de besluiten van den Kretenzer Landdag
had en deze derhalve ongeldig kon verklaren. Er werden
nog eenige andere beloften gedaan, maar beloven en doen
beteekent voor de Porte lang niet hetzelfde. Macedonië
en Bulgarije en de groote mogendheden weten daarvan
mee te praten. In 1897 brak er een nieuwe opstand
uit, ernstiger dan ooit, en Griekenland hielp braaf mee,
zond zelfs 2000 man. Er verscheen een proclamatie,
waarbij de Grieksche koning George het eiland alvast
in bezit nam. De mogendheden staken daarvoor evenwel
een stokje, beschermden de Mohammedanen, bezetten
de hoofdstad Ivanea (vóór het eiland lagen hun oorlogs
schepen) en zonden den 2den Maart Griekenland een
ultimatumom onmiddellijk zijn troepen uit Kanea
terugtetrekken Griekenland weigeide en de mogendheden
besloten de haven te blokkeeren en de kuststeden te ver
sterken.
Het verloop van den Grieksch-Turkschen oorlog deed
Griekenland besluiten voorshands Kreta te laten voor
wat het was. Na het sluiten van den vrede beslotpn de
mogendheden de Kretenzer kwestie te regelen. Duitsch-
land, dat liever niets tegen den wil der Porte doet, en
Oostenrijk, hadden zich teruggetrokken, Rusland, Enge
land en Frankrijk stelden voor, prins George van Grie
kenland met het bestuur te belasten, waartegen de Porte
natuurlijk krachtig protesteerde. Het eind-resultaat is
evenwel geweest, dat sedert 21 December 1898 Kreta
zich bevond onder autonoom bestuur van een opper-
commissaris door Frankrijk, Engeland, Italië en Rusland
en onder suzereiniteit der Porte aangesteld. Bij de grond
wet van 28 April 1899 werd er etn Kamer ingesteld,
bestaande uit 64 leden, gekozen door de inwoners, en
10 leden, aangewezen door den opper-commissaris, die
bijgestaan worat door ministers, welke hij zelf benoemt.
Het Grieksch werd beschouwd als de olficieele taal. Prins
George van Griekenland, tweede zoon van koning George,
was 29 jaar oud toen hij werd benoemd tot opper-commis-
saris.
De verwachtingen, die de mogendheden ten aanzien
van het optreden van dezen titularis hebben gekoesterd,
zijn niet in vervulling gekomen. Men had gehoopt, dat
er voor het eiland een tijdperk van rust, van ontwik
keling en van welvaart zou intreden, en dat de Kreten
zers zouden inzien, dat zij op den duur toch hun wensch
vereeniging met Griekenland,* zouden zien ingewilligd.
Het is een eigenaardig geval in onze allernieuwste
geschiedenis. Zijn twee verschillende landen vereenigd,
dan streven zjj er naar den band te verbreken. Scan
dinavië is uiteengevallen in twee geheel afzonderlijke
rjjken, Noorwegen en Zweden, terwijl de uiteeaspatting
van de Donau-monarchie zeer zeker slechts een kwestie
van tijd zal zijn. Tegenover dergelijke scheidingsprocessen
staat evenwel de groote neiging van enkele landen om
zich met anderen te verbinden. Heeft men in het begin
van deze week in Brussel ter gelegenheid van «de
journée des combattants», van het feest der Belgische
oud-strijders, zoowaar niet door vijftien honderd kinderen
na de Brabangonnes, het Wilhelmus van Nassouen
laten zingen? misschien is het wel de eerste maal
sedert 1830 dat uit Belgische kindermonden dit lied
weerklonk. Dat wijst wel op groote affiniteit. En even
groot als zoo mogelijk zelfs nog grooter dan de
Belgische neiging om zich met Holland te verbinden,
is die van het eiland Kreta om op de kaart Grieksch
gekleurd te worden, hetgeen, dit stond reeds na 1898
vast, ook nog wel eens zal gebeuren.
De Kretenzers waren evenwel niet tot wachten ge
neigd, de parlementaire machine stokte af en toe, de
bevolking (volgens de telling van 1900 bestaande uit
271.585 Grieken, 31.955 Mohammedanen en 1.822 vreem
delingen) voerde een burgeropstand en reeds eenigen
tijd geleden kondigde prins George zgn vertrek aan.
Een paar jaar geleden wilde hjj zijn baantje eraan
geven. Het beviel hem niet voortdurend met de voogden
en de pupil te moeten schipperen. Men verweet hem
aan den eenen kant dat hjj geen administrateur was
wat overigens van een Griekschen prins niet behoeft te
verbazen. En met de Kamer kon hij het niet vinden
daar werd dikwjjls een scherpe oppositie gevoerd tegen
zjjn voorstellen. Want de Kretenzers zjjn op de hoogte
van hun tijd zijn «de geachte afgevaardigden» deze
week zelfs in de Kamer niet handgemeen geworden
Prins George had er dus reeds lang over gedacht om
te gaan, maar pa George wist hem telkens te bewegen
te blijven, ofschoon hjj, het zjjn z'n eigen woorden, be
hoorde tot «drie menschen die men genoodzaakt heeft
onder de onaangenaamste omstandigheden op een eiland
te leven: «Napoleon op St. Helena, Dreyfus op het Dui
velseiland en ik op Kreta.» Dat is zeker een beetje heel
sterk uitgedrukt. Bovendien men heeft den Prins in
zgn achtjarigen «ballingschap» nog al eens te Weenen,
te Parijs en in andere steden gezien, waar het leven
afwisseling biedt.
Vóór zijn vertrek heeft de Prins een proclamatie «aan
zjjn volk» bekend gemaakt, welke in zjji) geheel aldus luidt
'«Kretenzers! In uitvoering van het hem opgedragen
recht tot voordracht van een Hoogen Commissaris
voor Kreta, heeft Z. M. de Koning der Hellenen, nadat
ik mij teruggetrokken had, het voorstel gedaan, mjj
don heer Za'imis tot opvolger te geven en de bescher
mende Mogendheden hebben dit voorstel wel willen
aanvaarden.
Op het oogenblik, dat ik dit eiland verlaat, hetwelk
ik zoo bemind heb en aan welks voorspoed ik mag
zeggen gedurende acht achtereenvolgende jaren met
volkomen toewijding gearbeid te hebben; welks wen-
schen en neigingen mjj 't naast aan het hart liggen
en waarop ik mjjn innigste hoop gevestigd heb, acht
ik 't mijn plicht u allen voor een laatste maal aan te
bevelen, door uw vredelievende houding, uw eendi acht
en omzichtigheid, vooral in de tegenwoordigende om
standigheden, de genegenheid der besche'mende Mo
gendheden en de goedkeuring der beschaafde wereld
te bljjven behouden. Ik beveel u aan, vertrouwen te
koesteren in mijn opvolger, teneinue zeker en snel
de vervulling van uwe nationale wenschen te ver
krijgen. Ik ben verzekerd, dat gjj deze dringende aan
bevelingen ter harte zult nemen, dewijl ik vertrouwen
stel in uw verstandigheid en vaderlandsliefde, alsook
in uw liefde voor mij, welke liefde ik nooit zal vergeten.
Van u afscheid nemende, welbeminde Kretenzers,
bid ik den Almachtige, dat Hjj dit laatste tjjdperk
onzer worsteling zooveel mogelijk verkorten moge en
mjj de genade schenken, om eerlang mjjn welbemind
eiland een onafscheidelijk deel te zien vormen van
het Helleensche vaderland. George
De «Psara» heeft den prins huiswaarts gebracht. Maar
enkele Kretenzers, die hem hadden leeren waardeeren,
hebben hem willen beletten te gaa», meenende dat zjjn
vertrek niet vrijwillig was. Zjj kwamen met hun geweren
in Kanea, doch de troepen der mogendheden, die daar
altijd gestationneerd zjjn, begonnen op hen te vuren.
Er zjjn dooden en gewonden gevallen wel een bewijs,
dat de prins zich tijdens zjjn achtjarig verblijf op het
eiland vrienden heeft verworven.
De diplomaten der mogendheden hebben lang onder
handeld wie zjjn opvolger moest worden. Eindelijk werd
besloten dit te doen beslissen door den Koning van
Griekenland. De keuze viel op den bekenden Griekschen
staatsman Zaïmis, die thans het bestuur van Kreta op
zich heeft genomen. De Porte heeft natuurljjk geprotes
teerd, maar daarvan is geen nota genomen.
Kreta is dus nog niet één met Griekonland, maar 't
is toch reeds zooveel als een Grieksche provincie, zjj het
dan ook met alle autonome rechten. Dat is al heel wat,
en wettigt de veronderstelling dat er een nieuw hoofdstuk
in de geschiedenis van dit eiland is aangebroken, dat
voor Turkjje wel niet bljj-eindigend zal zjjn.
Tweede Kamer.
Iu de zitting van gisteren, de z. g. vragendag, stelde de
voorzitter de leden in de gelegenheid tot het doen van
vragen.
De heer S c h a p er (soe.-dem.) stelde de volgende
vragenHoe is de toedracht der zaak betreffende de
invoering van het K. B. van 13 Juli 1906, ten aanzien
van de fabrieken «te Ceramique» en «De Sfinx», en
mag de Kamer vertrouwen, dat de minister niet zal
zwichten voor de bedreigingen der directeuren, om bjj
handhaving van dat besluit die fabrieken te sluiten?
De minister Veegens antwoordde, dat, nadat
art. 4 der Arbeidswet was gewijzigd, het noodig was 't
besluit opnieuw vast te stellen, ten einde aan eenige
wettelijke voorschriften rechtskracht te verzekeren, in
verband met een arrest van den Hoogen Raad. De
bestaande bepalingen zjjn bestendigdhet verschaften
van rechtskracht was urgent.
Het ligt in de bedoeling het geheele arbeidsbesluit te
herzienin de eerste plaats zal men zich bepalen tot
datgene wat spoed vereischt, daarbjj lettende in de eerste
plaats op de belangen der arbeiders en op de gerezen
bezwaren der nijverheid.
Het is hem niet bekend of en aan wie onderhandsche
leverantiën in Atjeh zjjn gegund.
De minister kan daarom de vraag niet beantwoorden,
omdat geen leverantie is genoemd, ook landsbelang kan
eischen, dat pacbtcontracten onderhands worden afge
sloten. Welk pachtcontract werd bedoeld?
De heer Van Kol (soc.-dem.) noemde den naam
van een Chinees, hjj bedoelde een onderhandsch contract
betrell'ende de opiumpacht f 70,000, waarmee die Chinees
een zoet winstje van 3 ton heeft gemaakt.
De Minister merkte op dat hem in de vraag niets
daarvan is medegedeeld.
Da heer Van Kol vroeg hierna of naar aanleiding
van hetgeen is medegedeeld in een brochure van mr.
Djjkstra over corruptie in de ambtenaarswereld in Ned.
Indië een onderzoek is ingesteld, en zoo ja, op welke
wjjze.
De minister van Koloniën antwoordde, dat
de grieven van den heer Van Kol twee soorten van
klachten betreften, n. 1. toestanden in de Lampongsche
districten.
Een opzettelijk onderzoek is ingesteld door mr. Rhem-
zerde resultaten zjjn opgezonden aan den Gouverneur-
Generaal. die geen termen hoeft gevonden voor nader
onderzoek.
De inspecteurs van den arbeid zullen daartoe voor
stellen doen in de eerste plaats voor de vervaardiging
van ceramische producten, waarbjj zich technische inoeie-
lijkheden voordoen, welke de minister nader uiteenzet.
Wat de tweede vraag van den heer Schaper aangaat
betreffende de bedreigingen van directeuren om de
fabrieken te sluiten antwoordt de minister dat die be
dreiging geen sterken indruk op hem heeft gemaakt.
Schriftelijke bedreiging legt de minister ter zjjde en
mondelinge wenscht hij niet aan te hooren, geljjk hij
aan directeuren heeft medegedeeld. ^Gelach).
Bjj vervulling van zjjn ambtsplicht wordt door den
minister voor bedreigingen van welke zjjde zjj ook
komen niet gezwicht.
De heer Schaper dankte voor dit antwoord.
De heer Van Kol vroeg waarom in Atjeh sommige
leverautiën en pacht contracten onderhands zjjn aanbe
steed en gesloten.
De minister van Koloniën antwoordde, dat
de Gouverneur-Generaal de bevoegdheid heeft af te
wjjken van openbare aanbestedingen, wanneer hjj dit
in 's lands belang acht.
Wat de twee rubrieken klachten betreft over het
onderzoek door mr. Rhemzer geleid, dit heeft zoo con-
cientieus mogelijk plaats gehad. Het resultaat van hot
onderzoek naar een desbetreflende klacht is geweest,
dat het Hof van Justitie heeft geantwoord, dat niet
gebleken is, dat mr. Rhemzer de geïmputeerde hande
lingen heeft gepleegd. Van de meeste dier handelingen
staats zelfs vast, dat hjj ten onrechte is beschuldigd.
Van het nemen van maatregelen kan dus worden
afgezien.
Bjj de regeling van werkzaamheden werd besloten
nog enkele wetsontwerpen aan het afdeelings onderzoek
toe te voegen, o. a. dat tot wjjziging van de bevoegdheid
van den Raad van State.
Besloten werd tevens na het afdeelingsonderzoek, doch
niet voor 10 October, in openbare behandeling te nemen
verschillende wetsontwerpen, o. a. het verdrag betreffende
toetreding van Mogendheden tot de Vredesconferentie;
wjjziging Indisch Regeeringsreglement (terugkoop lan
derijen op Java) wijziging der wet op de brievenposterjj
aanleg van spoorwegen (foor de Haarlemmermeerwjj
ziging der wet op de Rijkspostspaarbank (invoering
Staatsschuldboekjes).
De heer Schaper gaf in overweging alsnog in de
secties te onderzoeken het wetsontwerp betreffende opne
ming van den landbouw in de ongevallenverzekering.
De voorzitter zal dit verlangen aan de centrale sectie
overbrengen.
Benoemd werden tot leden der commissie voor de
verzoekschriften de heeren Marchant, Van Vliet, Blooker,
Thomson en Ruys de Beerenbrouck. De vergadering
werd hierna gesloten.
Stuivertjes.
In de memorie van antwoord nopens de weiswjjziging
tot vervanging van het zilveren stuiverstuk door een an
der stuk van dezelfde waarde, verklaart de minister van
Finaac.ën, dat de dirtctio der Naderlandeche Bank is
gehoord, en dat, in weorwil van haar ongnnstig advies,
de regeering persisteert bjj het ontwerp. Verschillende
andere lichamen (Kamer van Koophandel b.v.) drongen
aan op de invoering van een doelmatig viji-coutsstuk.
Tegen het geb-uik van 2£ oentsstukken in gevallen,
waarin anders van 5 centsstukken gebruik zou worden
gemaakt, opport de memorie het bezwa' r, dat het niet
met 1 centsstukken fot 5 centestukken is te combineeren,
ook, dat er zooveel 2èoantsstukken aan de circulatie
worden onttrokken door de muntgasmeters. (Te Amster
dam in 1905 46 millioen stuks.) Reeds wordt al het
redelijke gedaan om de', spoedige verspreiding van die
stukken in de gewone circulatie ia de hand te werken.
Brons was oorspronkelijk gekozen, le om het stuk niet
te zeer te doen geljjken op de munt van ongeveer dezellde
waarde bg onze naburen in gebruik (met bet oogopden
stijjd tegen de vreemde pasmunt aan de grenzen), en 2?
om het voldoende te onderscheiden van de kwartjes.
De argumenten van het vcorloopig verslag hebben den
minister echter toch ten slotte doen komen tot het voor
stel van een nikkelen stuiver, door dikte enz. voldoende
afwijkende van het kwartje.
In dien zin is het wetsontwerp dan ook nngewjizigd.
Exemplaren zjjn ter bezichtiging voor de ledon der
Kamar gesteld. De doorsnee zal zjjn 18 m.M. het gewicht
4 5 gram.
Wellicht zal later het voorstel worden gedaan tot in
voering van een sikkelen dubbeltje.
Bels over lmlszoeklug.
Naar aanleiding van den inval in de „Club de Bien-
faisance" zegt „Kijker" in de Tel:
De juridische inlichtingen, welke naar aanleiding
van de bestorming door de justitie van de „Club de
Bienfaisanoe" in ons ochtendblad van heden werden
verstrekt, zullen waarschijnlijk door den leek niet zeer
duidelijk, door den jurist niet volkomen juist bevonden
zijn. Inderdaad is het voor de leden van onzen repor
tage-staf uiterst moeilijk, uit de door hen ingewonnen
informaties te dier zake wijs te worden, en ze helder
wéér te geven, want de zaak is minder eenvoudig dan
oppervlakkige beschouwing wanen doet.
ieder ziet wel in, dat de binnentreding van stedelijke
politie-beambten in eene voor het publiek toegankelijke
looali'eit ietB geheel anders is dan een inval der justitie
in 'n gesloten huis. Waar iederéén kan binnentreden,
of waar men onder den mantel van 'n „Soeieteit" ten
slotte iederen voorbijganger inlaat, datr móet de politie,
tot handhaving van de openbare rde binnengaan, als
zij wil.
Maar het binnendringen der justitie in een gesloten
huis, dat voor den voorbijganger van den weg maar
zóó niet openstaat, is nog heel wat Anders, en préeair
in booge mate I Terecht heeft de wetgever de bevoegd
heid om het huisrecht goweld aan t d en, zelfs voor
de gerechtelijke autoriteit, binnen zéér enge grenzen
teruggebracht.
Oas wetboek van strafrecht kent haar allereerst,
wanneer zij ten doel heeft de ontdekking van een
misdrijf op heeter daad, waartegen als maximum oen
gevangenisstri f van vier jaren of meer is bedreigd.
Van zóódanig misdrijf kan hier met geen mogelijkheid
sprake zijn. Terwijl buiten het geval van betrapping
op heeter daad geen huiszoeking mag plaats hebben,
dan met verlof van de arrondiBsements-reohtbank, be
houdens in geval van dringende noodzakelijkheid, als
wanneer de rechtercommissaris op eigen gezag de eerste
stappen mag doen. Maar zelfs mót verlof der rechtbank
mag zich dit onderzoek niet uitstrekken tot geschrif en,
boeken of andero papioren voor dit „papieronderzoek"
is een bijzondere maohtigi g noodig.
Dit alles kan echter alléén geschieden, waar verden
king bestaat, dat een misdrijf is geploegd. Het hazard
spel kan echter ten hóógste eene overtreding opleveren.
Er moet hier dus eene oplossing gezocht worden. Nu
is deelneming aan een bij de wet verboden vereeniging
volgons art. 140 van ons wetboek van strafrecht een
misdrijf. Terwijl volgens art. 3, 2e van de wet van 55,
regelende het recht van vereeniging en vergadering,
in verband met art. 2 dier wet, eene vereeniging die
aanranding of bederf der goede zeden ten doel heeft,
als st'ijdig met de openbare orde, verboden is. Zoo
zouden dan de leden der „Club* zich schuldig hebbei
gemaakt aan het delict van art. 140 wetboek van
strafrecht, door deel te nemen aan eene vereeniging,
die zedenbederf, immors hazardspol ten doel heeft.
Het is dus mogelijk, dat het parket, nadat de actie,
om de rechtspersoonlijkheid der „Club" te ontnemen,
haar op formeele gronden was ontzegd, thans langs
dezen forschen weg tot zijn doel tracht to komen. Of
het is mogelijk, dat er in de Yondelstraat nog Andere
dingen gebeurd zijn, waarvan het publiek op dit
oogenblik nog geen kennis draagt. De toekomst zal
het leeren.
De Land- en Tulnb. tentosnstelllag
te Heer Hugowasrd.
Donderdag had de keuring plaats vanwege de Ned.
Maatsob. van Tuinbouw en Flantknnde. Door oen vjjf al
heeren der groep voor Groenten-Onltuur onder voorzit
terschap van don hoer Van Naamen geschiedde deze
kenring, waarna door den Seor. dier groep mededeoling
werd gedaan van don uitslag. Aan het tentooustcllings-
oomité werd meegedeeld, dat aan de volgende b.h. een
aanmoedigingsprijs is toegekendD. Viaar Dz., Heer-
Jiogowaard, f 2 50 voor late roode koolC. Koog Az.,
te idem, f 2,50 voor late gele koolC, Kostelpk, te idem,
f 2.50 voor witte kool (inmaak)P. Wonder Pz., te
idem, f 2.50 voor Deensche witte koolJ. Boawens en
c. s., te Broek op Langeadjjk, f2 50 voor roode en i 5.
voor bloemkool, terwjjl mede nog werd toegewezen een
eervolle vermelding voor een inzending producten, geteeld
op grond, geënt met baccilles radxola, welke inzending
stond op naam van den hr. Wiebe van Slooten, terwjjl
de entstof werd geleverd door den hr. A. C. G. Post Jr.
Nog hooger waarde echter dan aan deze toekenning
moet worden gehecht aan de verklaring, welke den
keuring-commissie bjj monde van den hr. Van Naamon
aflggdo betreffende de tentoonstelling. Met groot ger oegen
verklaarde de Comm., de Hogowaardacha tentoonstelling
te hebben bezochtmeer genoegen zelfs, dan men.ge
tentoonstelling in grootte plaatsen, aangezien men daar
zooveol ziet, dat geen eigen werk is, aangezien daar vaak
zooveel wordt gepronkt met andermans veoron. Hier
mochten we vinden, zeide de hr. Van Naamen, wat elke
tentoonstelling morst geven, n.l. de producten van den
eigenaar. Dat juist teekent de echte, ware tentoonstelling.
De heer Brugman dankte den heer Van Naamen vooral
voor die uitspraakbjj achtte dit het hoogste compliment,
dat do tentoonsteiiings-commi zou kunnen geworden.
Het vregen-reebt In de Hamer.
Gisteren was het in de Twaele Kamer, zooals ook
uit ois Kamerverslag bljjktnvragondag',. Dat het
oordeel der groote bladen over deze nieuwigheid niet
gunstig is, moge bljjken uit het volgonde, ontleend aan
de overzichten.
De KameroTeriicht8chrjjv9r van de N. 11. Ct. begint
aldus
«Of de eerste vragendag aan de verwachtingen der
Kimnr heelt beantwoord weten wjj niet. Maar ons
is bg bitter tegengevallen. Met rappe stemmen zgn
vragen en antwoorden opgelezende minister van
koloniën bereikte daarbjj zelfs eene snelheid en onver
staanbaarheid alsof het de notulen der vergadering
gold. En eer men het wistwas alles voorbg.
Op zichzelf is dit alles zoo erg niet want alles
wordt eetjos gedruktzoodat belangstellenden het
hunne nog wel uit de Handelingen zullen weten op te
diepen. Doch de vraag iswaartoe op deze wgze de
mondelinge behandeling der vragen wei dient. Monde
linge behandeling der vrag*n is in het reglement
van orie voorzien omdat het voor kan komen dat
«de steller der vraag, na bekomen antwoorJ, nog
korteljjk eenige opheldering" zal wenreben te vragen.
Doch daartoe is allereerst noodig, dat het antwoord
zoo wordt gegeven, dat hot door den vrager kan wor-
den verstaan en verwerkt. Zooals het na ging, had
althans de minister van Kolon ëa zgn ambtgenoot
van landbouw was beter te volgen beter gedaan
het antwoord sobriftelgk in te zenden, waarna, volgens
het regiement van ordo, de mondelinge behandeling
achterwege blgft."
Da AL Ct. vraagt
Is het nienwe interpellatierecbt een duodecimo vruoht
van een samenzwering in de conloirs der Kamer, om
de publiciteit zooveel mogelgk te beperken Of be-