No. 263. Honderd en achtste jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DONDERDAG 8 NOVEMBER. Gevonden Voorwerpen. Zitting van den Gemeenteraad Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,SO franco door het geheele Kijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3 Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs. COSTER ZOON Voordam O 9. ALKNIAARSCHE COURANT. Tb bevragen aan hot politiobureau van 912 nar. Twee handschoenen, een nickelen gesp, een zweep, een rozenkrans, een aanteekeningboekje, twee witte boezelaars, een bontje, een damesbont, een portemonnaie met geld, een jongenspet, twee witte kussensloopen, een vermoedelijk gouden armband, 10 fantasie-oorbel letjes, een gevlekte hond, een njjptang en een contract. Alkmaar, De waarn. Commissaris van Politie, 8 Nov. 1906. W. J. DE WILDE Jr. Verbetering tlnad-verslag van gisteren. Bij vergissing is een gedeelte der discnssis in den raad op een verke'rde plaats gekomen. Da discussie die vo'gt na de beslissing over pant 8 maat volgen achter pan' 5, waaronder conform besloten moet vervallen. Tevens moet hierbjj wot dan ingevoegd, dat da heer Cohen Staart ter vergadering kwam. van ALHSAAH, op Woensdag, 7 November 1906 des namiddags 1 nnr. Vervolg.) 9. Brgrootlng van het stails ziekenhuis, dienst 1997. De heer d e W i t zegt, dat het nooit de gewoonte is, dat een voorstel der commissie van financiën door B. en W. wordt behandeld. De heer Cohen Stuart meende, dat deze verhoo ging van salaris toch ook door B. en W. behandeld moest zjjn. De heer van den Bosch komt op tegen hetgeen de heer Cohen Stuart heeft gezegd. Bjj die redeneering zou men er ook toe moeten komen, allen die aan het ziekenhuis leveren, wat minder te laten verdienen. Nogmaals wijst hjj er op, dat tegenwoordig de doctoren het loon van een loopjongen hebben en hjj vindt het jammer, dat niet eeider een voorstel tot verhooging is gekomen. De heer de Wit motiveert nog eens het voorstel van regenten, en voegt er nog aan toe, dat de doctoren er prjjs op stellen aan het ziekenhuis verbonden te zjjn. De heer Dorbeck is voor de verhooging, maar zou de zaak nog eens nader willen overwegen. De heer Glinderman zou ook het voorstel van de commissie weer aan regenten terug willen zenden. Hjj vraagt, wat er gebeuren zal als deze verhooging niet wordt toegestaan en of men dus niet genoodzaakt zal zijn met het voorstel van regenten mee te gaan. De Voorzitter gelooft, dat beide doctoren te hoog staan om hun diensten te weigeren. De heer G1 i n d e r m a n is er dan ook voor de begroo ting terug te zenden. Bjj stemming wordt thans met 3 stemmen tegen het voorstel van de commissie voor de belastingzaken aangenomen. Tegen stemden de heeren Wanna, Van den Bosch en de Wit. 10. Begroollng vau de slade-apotheek, dienst 1907. Het voorstel dar commissie voor de belastingzaken enz. strekt tot goedkeuring van de bsgrooting voor de stads apotheek voor het dienstjaar 1907 in ontvangst en uitgaaf bedragende f 6633, onder toekenning van een toelage nit de gemeentekas van f t656.88</:. Conform besloten. 11. Hegroallug van het burgerlyk Arm bestuur, dienst 1907. Door de commissie voor de belastingzakea enz. wordt voorgesteld de begrooting van het burgerljjk Ambestnnr voor het jaar 1907 in ontvang en uitgaaf vast te stellen op f 18080, met toekenning van een subsidie uit de gemeentekas van f 16000. Als voren. 12. Begrootlcg, Burgerweeshuls, dienst 1907. Door de commissie voor da belastingzaken ens. wordt in oveiweging gegeven: lo. de bsgrooting van het Burgerweeshuis voor het jaar 1907 vast te stellen in ontvang en nitgaaf op f 12440 2o. het bedrag der schadeloosstelling voor verpleging van niet tot het huis beboerende weozen voor het jaar 1907 te bepalen op f 258.86 per wees. a f8'f 0 h 6 n Staart, meent, dat het niet noodig is, dat de raad zich uitspreekt over de f 100 pensioen aan den kok van het weeshuis. Regenten kunnen daartoe zelf besluiten. Da heer de Wit is dat niet met den heer Cohen mart eons it is steeds de gewoonte dergeljjke zaken bjj dec raad te brengen en ten opzichte van het weeshois is het met anders dan ten opzichte van het ziekenhuis. De beer Bosman meent, dat de raad geen wjjzigiagen kan brengen in deze b grooting, wat de heer de Wit bestrgdt. D8 ih08iff Uitfinb,08ch TraaKt> of er nog niet eens is gedacht over verpleging in rozinnen met oog op het kleine getal woezen, en zou gaarue ean vermindering ia de verpleegkcslen per wees zienwaar onlangs nog verpleging werd gevraagd en verkregen in gezinnen voor i 150 por jaar. Daar niemand meer het woord verlangt, wordt de begrootmg zonder hoofdelgke stemming goodgekeurd. 13. Begrooting gemeente-feBsfnbrlck voor het jaar 19U7. Hot eindogfer dezer bogrooting bedraagt in outv-na ea nitgaaf 1 199.359 of f 14925.50 moer dan op de be- grooting voor 1906. De commissie foor de belastingzaken kan zich met de voorgedragen cgfers wel versenigoa en stelt voor de b?- grooting goed te keuren. Conform besloten. 14. Vaststelling van het Se suppletolre kohier ven den hoofdelyken omslag, dienst I906. Wordt besloten te behandelen na de gemeentebegrooting 15. Begrooting der U^ueente dlcast 1997. Kaaelng f 73530139. Algemeene Beschouwingen. Van de gelegenheid tot het houden van algemeene beschouwingen wordt geen gebruik gemaakt. Als naar gewoonte worden, tenzjj een der leden be spreking van andera ?olgnummers verlangt alleen die artikelen behandeld, waarover in de ssct ën op of aanmerking zjjn gemaakt. Eerst worden behandeld de Uitgaven. Htdst I. Kosten van huishoudelijk bestuur, totaal f 25520. Art. 1. Jaarwedde van den burgemeester f 8000. 2. de beide wethouders f 1500. 3. den secretaris f 3000. 4. den ontvanger f 2400. Voorgesteld wordt de tegenwoordige jaarwedden respec tievelijk te vorhoogen met f 5C0, f 250, f 500 en f400 en das vast te stellen op bovengenoemde bedragen. Ds heer Dorbeck vraagt over deze artikelen hat woord ea hondt daarover eene breedvoerige beschouwing teneinde het standpunt, te motiveeren, dat hjj ten opzichte van deze verhoogirgen inneemt. Dat Btandpunt is strgdig mat de voordracht van B. en W., omdat bg daartegen bezwaren heeft van verschillenden aard. In de eerste plaats heeft hg formeele bezwaren. l)e weg, die met deze voordracht wordt ingeslagen, om te komen tot rerhoogivg der genoemde jaarwedden, is, meent hjj in ljjnrechlen strgd met den weg door de gemeentewet aangegeven. Die weg is in de gemeentewet zeer positief aar gegeven. Uit de gemeentewet bljjkt zooals bg nader aantoont aan de hand der desbetreffende artik-len, dat het niet aan den gemeenteraad is deze jaarwedden vast te stellen dooh aan Ged. S'aten, die dez" vaststelling onderwerpen aan de goedkeuring der Koningin. G«<1. SUt»» m daartoe het initiatief, gehoord den gemeenteraad. De laatste speelt in deze zaak dus een bescheiden rol. Een bewjis daarvoor vindt men ook in de ciioalaire die in den laatsten tjjd door Gedeputeerden is gezonden aan verschillende gemeentebesturen ten platten lande, waarin zjj wenschten te worden ingelicht omtrent de salarissen van burgemeester en secretaris. Daaruit bljjkt dat Ged. Staten mede den weg door spreker aangegeven, den juisten achten. Eigenaard e noemt spr. het het voorts, dat juist naar aanleiding van die circulaire, aan wat bg noemt minder bedeelde gemeenten is gevolg eeter beweging cm ook de verhooging der salarissen in rnimer bedeelde gemeenten ter hand te nemen, 't Lijkt zoo iets op een bjjzondere bedeeling, waarbjj personen die het niet zoo noodig hebben ook klaar staan en ook meenen te mogen aankloppen, speculeerend op de betoonde goedhartigheid der bedesleis. Is de weg door spr. aangegeven juist, dan schjjut het hem onofficieel toe, dat de raad niet geeft een bescheiden weuk aan Ged. Staten, maar op dit oogenblik spontaan komt met, een formeel raadsbesluitdat is een opdringen tot het nemen van een besluit door Ged. Staten terwgi thans door deze niet behooilgk kannen worden overwogen de motieven, die tot het raadsbesluit hebben geleid Dat de straks aangehaalde circulaire niet is gericht tot de beter bedeelde gemeentes, daaruit valt z. i; de conclusie te trekken, dat in die gemeenten G<deputeerden do zaak niet zoo urgent hebben geacht. D .arom is van de zjjde der le sectie voorgesteld deze verhoogingen terug te nemen en voorgesteld te komen met een regeling van alle salarissen der hoofd mbtenaren en hun onderhebbend personeel, 't Spgt spr. dat B. en W. daaraan niet meenen te kunnen voldoen, doch de motieven daartoe acht hjj zeer zwak. De opmerking, dat een voorstel aan Ged. Staten tot regeling van de jaar wedde van den secretaris en ontvanger op de basis van periodieke verhoogingen geringe kans van slagen zou hebben acht hg weinig steekhoudend. Daar de gevoelens daaromtrent in den raad niteenloopen, kan een regeling niet plaats hebben dan buiten de begrooting om. Ook de motieven, die tot de voordracht hebben geleid vindt spr. niet zeer sterk. Ook in verband daarmede zeggen B. en W. dat zjj de voordracht niet knnnen terugnemen, doch spr. meent, dat zelfs nit de redactie bljjkt, dat die motieven niet zoo heel sterk staan,'t Komt hem dus voor, dat het hier is oen speculeerea op de wel willendheid van Ged. Staten, die daarbjj ook geleid zouden knnnen worden door de gedachte, dat aaders de geVesle begrooting zou moeten worden afgekeurd. Dit zjjn ds formeele bezwaren. Verder wenecht hg de motieven voor de voordracht nog te bespreken. Eau der voornaamste is de uitbreiding van het zielen aantal. Als dat ala een motief geldt, begeeft men zicb, meeat hjj, op een hellend vlak, dan is er geen eind. Ook is genoemd het meerdere werk voor den sec etaris, maar laat ons niet vergeten, zegt spr., dat die zwaardere taak rust op anderor schouders, dat het personeel ter gemsente-seoretarie, daarvoor is uitgebreid met levende en doods krachten, ambtenaren en een schrijfmachine. Daar door is de secretaris voldoende ontlaat. Wat de jaarwedden der wethouders betreft, dat is, meent spr., een moeiljik pnnt. Hg zal de laatste zjjn om te beweren, dat die jaaarwedden erg rooskleurig zijn. Maar indien men er toe moest komen het salaris ta be palen naar de werkzaamheden, dan zon men voor die betrekking afzonderlijke ambtenaren moeten hebben. Waar dat niet kan en waar het wethouderschap in de eerste plaats een eere ambt is, daar is een belooning naar werk zaamheden niet cp haar plaats. Vooits gelcofi bjj, dat met f 250 ook niet gecompen seerd wordt de tjjd dion de wethouders onttrekken aan hun maatsckappeljjke positie, dat is te kinderachtig. Wat het salaris van den burgermeester betreft, als er één salaris verhoogd moeit worden, zou het dit zjjn. Krachtens zjju ambt dient hg voor te gaan, ook in het finatcieele. Waar d:e salarissen klein zgn, aoht hg dit een ramp. Daar ontbreken vaak juist door de lags jaarweden de goede krfcbton en ii het onmogeljjk dat, ook minder bedeelden tot dit ambt worden geroepen. Ook voor den ontvanger zou spreker oen vorhooging gemotiveerd achten, daar deze door de vele nieuwe belastingen inderdaad meer werkzaamheden heeft gekregen. Om al deze redenen spjjt het spreker, dat geen gevolg is gegev-n aan het verzoek der eerste sectie. Beter had bjj het aevoaden als B. en W. dit punt hadden ter sprake gebracht desnoods in een geheime vitting bailee de begrooting om. Dr heer Vonk had ook liever de zaak afzonderlgk willen behandelen. Waar reeds- meermalen ter sprake is geweest esn regeling gebaseerd op periodieke verhoogingen, bad men deze voorstellen gevoegeljjk terug kunnen nemen, te meer daar deze verhoogingen niet zoo dringend zgn. Verder merkt hjj op, dat hjj nergens in de wet heeft knnnen vinden, datgene, waarop B. en W. hun bezwaar tegen de terugneming hebben gebaseerd. Hg bljjft daarom teges deze voordracht. Den heer Van den Bosoh deed het ook leed, dat B. ea W. niet aan den wensch der eerste sectie konden tegemoetkomen. Hjj vreest, dat als de meerderheid in den raad er voor mocht zjjn deze voordracht to behandelen, dat dit aanleiding zal geven tot een langdurig debat. Met het oog op de begrooting acht hjj het daarom gewenscht deze punten nu niet te behandelen, maar afzonderlgk in een andere vergadering. Hjj stelt daarom voor, eze voordracht aan te houden en thans de jaarwedden vast te stellen zooals het waren. Do V oorzitter zou hot beter geacht hebben, als de heer Van den Boseh vóór den heer Dorbech had gesproken dan had veel ongezegd kannen bljjven. De heer Boelmans ter Spill gelooft, dat het niet noodig is, een onderzoek in te stellen naar de LiiOilöVön va* ie stemming der leaen. Het motief van den heer Van den Bosch eehter acht hjj er geen. Juist is dit punt bjj de begrooting ter sprake gebracht omdat in de sectiën d erover beter van gedachten kan worden gewisseld, dan in openbare vergadering. Hjj kan zieh niet voorstellen, dat er hier nu nog lang over de zaak gediscussieerd moet worden ieder zal zich wel een meening hebben gevormd. Voorts merkt hjj op, dat toen in 1897 de verhoogingen werden voorgedragen, men juist aandrong op behande ling daarvan bjj de begrooting en in dien zin werd toen bjj groote meerderheid besloten. Nu wil men het niet bjj de begrootingwat is het juiste standpunt P Zoo draait men in een kringetje rond. Spr. zou er prjjs op stellen, dat nu een beslissing viel, althans wat betreft het salaris van den burgemeester. De heer Bosman was in de sectie wel genegen het voorstel tot deze verhoogingen te ondersteunen, 't Komt hem echter voor, dat, wat de heer Dorbeck heeft gezegd niet onjuist is. Ook hjj acht het dus niet goed deze verhoogingen te binden aan de begrooting. Als Ged. Staten de verhoogingen niet toestaan, dan zal daardoor de geheele begrooting afgekeurd worden. Door het voorstel van den Bosch komt men, meent hjj, op zuiverder standpunt. De heer d e W i t verklaart zich buiten stemming te zullen houden. De heer Vonk merkt op naar aanleiding van hetgeen de heer Ter Spill heeft gezegd, dat het in 1897 alleen eene verhooging gold, hier geldt het ook de wjjze, waarop de verhoogingen zullen worden toegekend. Er zjjn ook leden die tegen willen stemmen, om den vorm, waaronder deze verhoogingen thans zouden worden toegekend. Buiten de begrooting om kan de zaak ook in de sectiën worden behandeld. Nu is het onmogeljjk een zuivere stemming te krjjgen. Ook de heer de Groot verklaart het voorstel van den Bosch te steunen. De heer van den Bosch vult zjjn voorstel nog zoodanig aan, dat de Raad B. en VV. uitnoodigt, nog dit jaar te komen met een nieuw voorstel in den geest van hetgeen de eerste sectie wil. Dit voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met 1 stem tegen, die van den heer Cohen Stuart. De beide wethouders bleven buiten stemming. AU. 14. Scarjjf- en bureaubehoeften, drukwerk enz. geraamd op f 1900. Da heer Cohen Staart zegt het lid ta zgn, dat tegen do aanschaffing van een tweede schrijfmachine was, niit omdat hjj tegen de machine is, maar, omdat bg meent, d-.t er heal veel wsrk aan de secretarie is, dat toob niet met do sohrjjfmaciiiQe kan wordeu ge laan. Verder komt hot hem voor, en dat is ook gobleken, dat het niet het meost practised is alle ambtenaren er op te laten werken. Bet-.r is het dat er een is die veel routine heeft, dan wordt het werk daarvoor vergemak kelijkt en verlioht. Schaft mee een tweede machine aan, dan zou spr. er voor zgn er eens de proef mee te nemsn daarvoor een ambtenaar aan te wjjzen. Hg zegt dat uiet om B. en W. onaangenaam te zjjc, maar alleen om in deze zgn ge voelen te zeggen. De Voorzitter zon voor de bezwaren van den beer Cohen Staart iets voelen, als de uitgave elk jaar terug kwam, doch het is sKobts een uitgave voor eens. In tegenstelling met de meaning van den vorigen spieker is hij v;n oordeel, dat er heel veel werk is, bjjv. de uitvoering van de notulen van B. en W., dat op de schijjfmachine kan gedaan worden. Ook acht de Voo:- zitter hst een groot gemak als alle ambtenaren knnnen vtypen.» Hjj acht het geld aan een tweede machine bes'eed geenszisB weggeworpen en licht verder den heer Smart nog in, dat met de uitvoering dor notulen van B. en W. een ambtenaar vaak éón of anderhalren dag bezig is. De heer Van den Bosch is het met den beer Cohen Smart eenv, dat het beter is, dat een of twee personen aangewezen worden voor de schrijfmachine. Do Voorzitter merkt nog op, dat zoo'n ambtenaar zich niet voor ander werk kan bekwamen, welke voor stelling de heer Stuart overdreven acht. De post wordt daarop zonder^stemming goedgekeurd. Art. 17. Onderhoud en aankoop van meubelen, ge raamd op f 880. O. m. is een post van f 580 uitgetrokken voor nieuwe stoelen in do raadzaal. Do heer Van den Boseh herinnert er aan, dat by t vorig jaar een voorstel heeft gedaan om een bedrag uit te trekken voor restauratie van de polderkamer. Toen is toegezegdbij de volgende begrooting en nu vindt bg op deze begrooting alleen nieuwe stoelen en een tafelkleed voor de raadzaal, die hg niet noodig acht in deze lang niet mooi gemeubileerde zaal. Hjj zou liever geleideljjk te werk willen gaan en de polderkamer, thans gedeelteljjk willen restaureeren en daarvoor een deskundige willen raad plegen. Hjj zou de zaal in Hollandsohen stjjl willen her stellen. Dergeljjke restauratie acht hg werkeljjk een gemeentebelang in dezen tjjd, nu de kunst terecht meer en meer wordt geacht te zgn een volksbelang. Spr. stelt voor om den post diarvoor te bestemmen. De Voorzitter acht het wel wat vreemd, om waar men niet eens weet wat ook maar bg benadering die restanroering der polderkamer zal kosten, daarvoor dit bedrag te bestemmen. De heer Bosman iB ook meer voor het voorstel van B. en W. Hjj gelooft dat het werk aan de polderkamir lang niet mee zal vallen. Hjj is niet tegen die restaura tie, maar zou eerst een plan willen hebben en de kosten willen weten. De nieuws stoelen in de raadzaal acht bjj zeer noodig hjj vreest echter, dat een bedrag van f 580 voor 20 eikenhouten stoelen niet hoog is en zon zelfs een hooger bedrag willen stellen. A Vflnrvifinv u*U4 U«f knUw ^>««4 4-s lwica, bljjkt hst, dat die n'et groot genoeg is, dan kan de meerdere uitgaaf wel gevonden worden. De heer Glinderman beveelt-aan bg die stoelen meer fe letten op het gemak, dan op de sierljjkheid. De heer Cohen Staart aoht het gewen&oht de raadzaal ook wat beter te menbileeren. Verder gelooft hg, dat mahoniehouten stoelen aan te bevelen zgn daar ze niet door den worm worden aangetast. Overigens vindt hg de tegenwoordige stoelen nog niet zoo slecht, dat de heer van Bujjsen er door gezakt is, is nog geen bewjji, dat ze allemaal slecht zgn. De heer van den Bosch merkt op, dat het ant woord van den Voorzitter aan den heer Bosman in strgd is met hetgeen de Voorzitter tegen zgn voorstel aan voerde. Bljjkt de post voor de polderkamer te gering, dan kan hg dus verhoogd worden. Maar spreker gelooft niet, dat die post voor 't geen hg wi): e;n betere meubileering, een paar gaskronen, nieuwe tegels in den schoorsten, en gord.nen, te laag is. Als de deskundige wordt geraadpleegd over de polderkamnr, kan dan ook over ds raadzaal worden gesproken. Deze stoelen kunnen het z.i. nog best een jaar uithoudtn. Voorts vraagt hjj of die stoelen niet aan de ambachts school zouden kunnen worden gemaakt. De Voorzitter golooft niet, dat het gewenscht is daarop thans verder in te gaan. Het voorstel van B. en W. om de post van f 880 te bestemmen voor de raadzaal wordt daarna in stemming gebracht ea aangenomen met 3 stemmen tegen. Tegen siemden de heeren van den Bosch, Uittnboach en Cohen Staart. Art. 19. Kosten van de dubbele leggers en plan van bet kadaster, f 50. Goedgekeurd, uadat op verzoek van den Voorzitter door den heer Bosman enkele inlichtiigen zgn gegeven over de desbetreffende raadscommissie. Atf. 21. Kosten van de kiezerslijsten en van het uit oefenen der kiesvei richtingen, geraamd cp f 100C. Deze raming is f 600 hooger dan voor 1905 Wi-rd toegestaan met het oog op de periodieke verkiezingen voor den gemeenteraad in de Provinciale Staten. De heer Uitenboseh zegt, met genoegen te hebben vernomen, dat eene andere verdeeling der kiesdistricten in bewerking is, waardoor, naar hg hoopt, tegemoet ge komen wordt aan de bezwaren, die hg reeds vroeger ten aanzien *an de tegenwoordige indeeling heeft ingebracht. Hfdst. III. Kosten van onderhond van eigendommen, totaal f 58683.CO. Afd. I, art. 1. Jaarwedden van de opzichters der gemeente werken ei 2.geraamd op f 4350, voorgesteld wordt de jtarwodde van den opzichter over de plantsoenen to vorhoogen met f 50. De beer Cohen Stuart meent, dat na de gevallen beslissing over de verhoogingeu der jaarwedden van bnrgomeestar en wethouders enz., wzardoor B. en W. zjjn uitgecoodigd te komen met ren regeling der jaar wedden van de gsmeento-ambteaa en op de basis van periodieke verhoogingen inconsequent zou zgn, deze ver hooging thans goed te kenrer. De heer Van den Bosoh aoht de verhooging van den jaarwedde alleszins gemotiveerd, hjj herinnert er aan, wat in de laatste jaren in onze plantsoenen is gedaan, en hoe die, trots de critiek, toch werkelgk op vele punten zjjn verfraaid. Voorts wjjst hjj er op, welke goede resultaten de stadekweekerjj heoft opge leverd. Door de goede zorgen van den opzicht r konden dit jaar niet minder dan 9380 bloemen, 400 boomen en 5300 kleine heesters in onze plantsoenen worden uitgeplant. Hjj aoht het niet verkeerd daarop eens de aandacht te vestigen, oek omdat er destjjds wel eens is gezegd, dat deze kweokerjj de gemeente geen voor deel zou aanbrengen. De heer Glinderman meent, dat de raad als hjj consequent handelt ook de jaarwedde van den opziohtor der gemeentewerken Tromp niet moet vorhoogen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1