No. 263.
Honderd en achtste jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DONDERDAG
8 NOVEMBER.
Gevonden Voorwerpen.
Zitting van den Gemeenteraad
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,SO franco door het geheele Kijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HEKMs. COSTER ZOON Voordam O 9.
ALKNIAARSCHE COURANT.
Tb bevragen aan hot politiobureau van 912 nar.
Twee handschoenen, een nickelen gesp, een zweep,
een rozenkrans, een aanteekeningboekje, twee witte
boezelaars, een bontje, een damesbont, een portemonnaie
met geld, een jongenspet, twee witte kussensloopen,
een vermoedelijk gouden armband, 10 fantasie-oorbel
letjes, een gevlekte hond, een njjptang en een contract.
Alkmaar, De waarn. Commissaris van Politie,
8 Nov. 1906. W. J. DE WILDE Jr.
Verbetering tlnad-verslag van gisteren.
Bij vergissing is een gedeelte der discnssis in den raad
op een verke'rde plaats gekomen. Da discussie die vo'gt
na de beslissing over pant 8 maat volgen achter pan'
5, waaronder conform besloten moet vervallen.
Tevens moet hierbjj wot dan ingevoegd, dat da heer
Cohen Staart ter vergadering kwam.
van ALHSAAH,
op Woensdag, 7 November 1906
des namiddags 1 nnr.
Vervolg.)
9. Brgrootlng van het stails ziekenhuis,
dienst 1997.
De heer d e W i t zegt, dat het nooit de gewoonte is,
dat een voorstel der commissie van financiën door B.
en W. wordt behandeld.
De heer Cohen Stuart meende, dat deze verhoo
ging van salaris toch ook door B. en W. behandeld
moest zjjn.
De heer van den Bosch komt op tegen hetgeen
de heer Cohen Stuart heeft gezegd. Bjj die redeneering
zou men er ook toe moeten komen, allen die aan het
ziekenhuis leveren, wat minder te laten verdienen.
Nogmaals wijst hjj er op, dat tegenwoordig de doctoren
het loon van een loopjongen hebben en hjj vindt het
jammer, dat niet eeider een voorstel tot verhooging is
gekomen.
De heer de Wit motiveert nog eens het voorstel
van regenten, en voegt er nog aan toe, dat de doctoren
er prjjs op stellen aan het ziekenhuis verbonden te zjjn.
De heer Dorbeck is voor de verhooging, maar zou
de zaak nog eens nader willen overwegen.
De heer Glinderman zou ook het voorstel van
de commissie weer aan regenten terug willen zenden.
Hjj vraagt, wat er gebeuren zal als deze verhooging
niet wordt toegestaan en of men dus niet genoodzaakt
zal zijn met het voorstel van regenten mee te gaan.
De Voorzitter gelooft, dat beide doctoren te hoog
staan om hun diensten te weigeren.
De heer G1 i n d e r m a n is er dan ook voor de begroo
ting terug te zenden.
Bjj stemming wordt thans met 3 stemmen tegen het
voorstel van de commissie voor de belastingzaken
aangenomen.
Tegen stemden de heeren Wanna, Van den Bosch en
de Wit.
10. Begroollng vau de slade-apotheek,
dienst 1907.
Het voorstel dar commissie voor de belastingzaken enz.
strekt tot goedkeuring van de bsgrooting voor de stads
apotheek voor het dienstjaar 1907 in ontvangst en uitgaaf
bedragende f 6633, onder toekenning van een toelage
nit de gemeentekas van f t656.88</:.
Conform besloten.
11. Hegroallug van het burgerlyk Arm
bestuur, dienst 1907.
Door de commissie voor de belastingzakea enz. wordt
voorgesteld de begrooting van het burgerljjk Ambestnnr
voor het jaar 1907 in ontvang en uitgaaf vast te stellen
op f 18080, met toekenning van een subsidie uit de
gemeentekas van f 16000.
Als voren.
12. Begrootlcg, Burgerweeshuls, dienst 1907.
Door de commissie voor da belastingzaken ens. wordt
in oveiweging gegeven:
lo. de bsgrooting van het Burgerweeshuis voor het
jaar 1907 vast te stellen in ontvang en nitgaaf
op f 12440
2o. het bedrag der schadeloosstelling voor verpleging
van niet tot het huis beboerende weozen voor het
jaar 1907 te bepalen op f 258.86 per wees.
a f8'f 0 h 6 n Staart, meent, dat het niet noodig
is, dat de raad zich uitspreekt over de f 100 pensioen
aan den kok van het weeshuis. Regenten kunnen daartoe
zelf besluiten.
Da heer de Wit is dat niet met den heer Cohen
mart eons it is steeds de gewoonte dergeljjke zaken bjj
dec raad te brengen en ten opzichte van het weeshois
is het met anders dan ten opzichte van het ziekenhuis.
De beer Bosman meent, dat de raad geen wjjzigiagen
kan brengen in deze b grooting, wat de heer de Wit
bestrgdt.
D8 ih08iff Uitfinb,08ch TraaKt> of er nog niet eens
is gedacht over verpleging in rozinnen met oog op het
kleine getal woezen, en zou gaarue ean vermindering ia
de verpleegkcslen per wees zienwaar onlangs nog
verpleging werd gevraagd en verkregen in gezinnen voor
i 150 por jaar.
Daar niemand meer het woord verlangt, wordt de
begrootmg zonder hoofdelgke stemming goodgekeurd.
13. Begrooting gemeente-feBsfnbrlck
voor het jaar 19U7.
Hot eindogfer dezer bogrooting bedraagt in outv-na
ea nitgaaf 1 199.359 of f 14925.50 moer dan op de be-
grooting voor 1906.
De commissie foor de belastingzaken kan zich met de
voorgedragen cgfers wel versenigoa en stelt voor de b?-
grooting goed te keuren.
Conform besloten.
14. Vaststelling van het Se suppletolre kohier
ven den hoofdelyken omslag, dienst I906.
Wordt besloten te behandelen na de gemeentebegrooting
15. Begrooting der U^ueente dlcast 1997.
Kaaelng f 73530139.
Algemeene Beschouwingen.
Van de gelegenheid tot het houden van algemeene
beschouwingen wordt geen gebruik gemaakt.
Als naar gewoonte worden, tenzjj een der leden be
spreking van andera ?olgnummers verlangt alleen die
artikelen behandeld, waarover in de ssct ën op of
aanmerking zjjn gemaakt.
Eerst worden behandeld de
Uitgaven.
Htdst I. Kosten van huishoudelijk bestuur, totaal f 25520.
Art. 1. Jaarwedde van den burgemeester f 8000.
2. de beide wethouders f 1500.
3. den secretaris f 3000.
4. den ontvanger f 2400.
Voorgesteld wordt de tegenwoordige jaarwedden respec
tievelijk te vorhoogen met f 5C0, f 250, f 500 en f400
en das vast te stellen op bovengenoemde bedragen.
Ds heer Dorbeck vraagt over deze artikelen hat
woord ea hondt daarover eene breedvoerige beschouwing
teneinde het standpunt, te motiveeren, dat hjj ten opzichte
van deze verhoogirgen inneemt. Dat Btandpunt is
strgdig mat de voordracht van B. en W., omdat bg
daartegen bezwaren heeft van verschillenden aard.
In de eerste plaats heeft hg formeele bezwaren.
l)e weg, die met deze voordracht wordt ingeslagen,
om te komen tot rerhoogivg der genoemde jaarwedden,
is, meent hjj in ljjnrechlen strgd met den weg door de
gemeentewet aangegeven. Die weg is in de gemeentewet
zeer positief aar gegeven.
Uit de gemeentewet bljjkt zooals bg nader aantoont
aan de hand der desbetreffende artik-len, dat het niet
aan den gemeenteraad is deze jaarwedden vast te stellen
dooh aan Ged. S'aten, die dez" vaststelling onderwerpen
aan de goedkeuring der Koningin. G«<1. SUt»» m
daartoe het initiatief, gehoord den gemeenteraad. De
laatste speelt in deze zaak dus een bescheiden rol.
Een bewjis daarvoor vindt men ook in de ciioalaire
die in den laatsten tjjd door Gedeputeerden is gezonden
aan verschillende gemeentebesturen ten platten lande,
waarin zjj wenschten te worden ingelicht omtrent de
salarissen van burgemeester en secretaris. Daaruit bljjkt
dat Ged. Staten mede den weg door spreker aangegeven,
den juisten achten.
Eigenaard e noemt spr. het het voorts, dat juist naar
aanleiding van die circulaire, aan wat bg noemt minder
bedeelde gemeenten is gevolg eeter beweging cm ook
de verhooging der salarissen in rnimer bedeelde gemeenten
ter hand te nemen, 't Lijkt zoo iets op een bjjzondere
bedeeling, waarbjj personen die het niet zoo noodig hebben
ook klaar staan en ook meenen te mogen aankloppen,
speculeerend op de betoonde goedhartigheid der bedesleis.
Is de weg door spr. aangegeven juist, dan schjjut het
hem onofficieel toe, dat de raad niet geeft een bescheiden
weuk aan Ged. Staten, maar op dit oogenblik spontaan
komt met, een formeel raadsbesluitdat is een opdringen
tot het nemen van een besluit door Ged. Staten terwgi
thans door deze niet behooilgk kannen worden overwogen
de motieven, die tot het raadsbesluit hebben geleid
Dat de straks aangehaalde circulaire niet is gericht
tot de beter bedeelde gemeentes, daaruit valt z. i; de
conclusie te trekken, dat in die gemeenten G<deputeerden
do zaak niet zoo urgent hebben geacht.
D .arom is van de zjjde der le sectie voorgesteld deze
verhoogingen terug te nemen en voorgesteld te komen
met een regeling van alle salarissen der hoofd mbtenaren
en hun onderhebbend personeel, 't Spgt spr. dat B. en
W. daaraan niet meenen te kunnen voldoen, doch de
motieven daartoe acht hjj zeer zwak. De opmerking, dat
een voorstel aan Ged. Staten tot regeling van de jaar
wedde van den secretaris en ontvanger op de basis van
periodieke verhoogingen geringe kans van slagen zou
hebben acht hg weinig steekhoudend. Daar de gevoelens
daaromtrent in den raad niteenloopen, kan een regeling
niet plaats hebben dan buiten de begrooting om.
Ook de motieven, die tot de voordracht hebben geleid
vindt spr. niet zeer sterk. Ook in verband daarmede
zeggen B. en W. dat zjj de voordracht niet knnnen
terugnemen, doch spr. meent, dat zelfs nit de redactie
bljjkt, dat die motieven niet zoo heel sterk staan,'t Komt
hem dus voor, dat het hier is oen speculeerea op de wel
willendheid van Ged. Staten, die daarbjj ook geleid zouden
knnnen worden door de gedachte, dat aaders de geVesle
begrooting zou moeten worden afgekeurd.
Dit zjjn ds formeele bezwaren. Verder wenecht hg
de motieven voor de voordracht nog te bespreken.
Eau der voornaamste is de uitbreiding van het zielen
aantal. Als dat ala een motief geldt, begeeft men zicb,
meeat hjj, op een hellend vlak, dan is er geen eind.
Ook is genoemd het meerdere werk voor den sec etaris,
maar laat ons niet vergeten, zegt spr., dat die zwaardere
taak rust op anderor schouders, dat het personeel ter
gemsente-seoretarie, daarvoor is uitgebreid met levende
en doods krachten, ambtenaren en een schrijfmachine. Daar
door is de secretaris voldoende ontlaat.
Wat de jaarwedden der wethouders betreft, dat is,
meent spr., een moeiljik pnnt. Hg zal de laatste zjjn
om te beweren, dat die jaaarwedden erg rooskleurig zijn.
Maar indien men er toe moest komen het salaris ta be
palen naar de werkzaamheden, dan zon men voor die
betrekking afzonderlijke ambtenaren moeten hebben. Waar
dat niet kan en waar het wethouderschap in de eerste
plaats een eere ambt is, daar is een belooning naar werk
zaamheden niet cp haar plaats.
Vooits gelcofi bjj, dat met f 250 ook niet gecompen
seerd wordt de tjjd dion de wethouders onttrekken aan
hun maatsckappeljjke positie, dat is te kinderachtig.
Wat het salaris van den burgermeester betreft, als er
één salaris verhoogd moeit worden, zou het dit zjjn.
Krachtens zjju ambt dient hg voor te gaan, ook in het
finatcieele.
Waar d:e salarissen klein zgn, aoht hg dit een ramp.
Daar ontbreken vaak juist door de lags jaarweden de
goede krfcbton en ii het onmogeljjk dat, ook minder
bedeelden tot dit ambt worden geroepen. Ook voor den
ontvanger zou spreker oen vorhooging gemotiveerd achten,
daar deze door de vele nieuwe belastingen inderdaad meer
werkzaamheden heeft gekregen.
Om al deze redenen spjjt het spreker, dat geen gevolg
is gegev-n aan het verzoek der eerste sectie.
Beter had bjj het aevoaden als B. en W. dit punt
hadden ter sprake gebracht desnoods in een geheime
vitting bailee de begrooting om.
Dr heer Vonk had ook liever de zaak afzonderlgk
willen behandelen. Waar reeds- meermalen ter sprake is
geweest esn regeling gebaseerd op periodieke verhoogingen,
bad men deze voorstellen gevoegeljjk terug kunnen nemen,
te meer daar deze verhoogingen niet zoo dringend zgn.
Verder merkt hjj op, dat hjj nergens in de wet heeft
knnnen vinden, datgene, waarop B. en W. hun bezwaar
tegen de terugneming hebben gebaseerd. Hg bljjft daarom
teges deze voordracht.
Den heer Van den Bosoh deed het ook leed, dat
B. ea W. niet aan den wensch der eerste sectie konden
tegemoetkomen.
Hjj vreest, dat als de meerderheid in den raad er
voor mocht zjjn deze voordracht to behandelen, dat
dit aanleiding zal geven tot een langdurig debat. Met
het oog op de begrooting acht hjj het daarom gewenscht
deze punten nu niet te behandelen, maar afzonderlgk
in een andere vergadering.
Hjj stelt daarom voor, eze voordracht aan te houden
en thans de jaarwedden vast te stellen zooals het waren.
Do V oorzitter zou hot beter geacht hebben,
als de heer Van den Boseh vóór den heer Dorbech
had gesproken dan had veel ongezegd kannen bljjven.
De heer Boelmans ter Spill gelooft, dat het
niet noodig is, een onderzoek in te stellen naar de
LiiOilöVön va* ie stemming der leaen.
Het motief van den heer Van den Bosch eehter acht
hjj er geen. Juist is dit punt bjj de begrooting ter
sprake gebracht omdat in de sectiën d erover beter
van gedachten kan worden gewisseld, dan in openbare
vergadering.
Hjj kan zieh niet voorstellen, dat er hier nu nog
lang over de zaak gediscussieerd moet worden ieder
zal zich wel een meening hebben gevormd.
Voorts merkt hjj op, dat toen in 1897 de verhoogingen
werden voorgedragen, men juist aandrong op behande
ling daarvan bjj de begrooting en in dien zin werd
toen bjj groote meerderheid besloten.
Nu wil men het niet bjj de begrootingwat is het
juiste standpunt P
Zoo draait men in een kringetje rond. Spr. zou er
prjjs op stellen, dat nu een beslissing viel, althans
wat betreft het salaris van den burgemeester.
De heer Bosman was in de sectie wel genegen
het voorstel tot deze verhoogingen te ondersteunen,
't Komt hem echter voor, dat, wat de heer Dorbeck
heeft gezegd niet onjuist is. Ook hjj acht het dus niet
goed deze verhoogingen te binden aan de begrooting.
Als Ged. Staten de verhoogingen niet toestaan, dan
zal daardoor de geheele begrooting afgekeurd worden.
Door het voorstel van den Bosch komt men, meent hjj,
op zuiverder standpunt.
De heer d e W i t verklaart zich buiten stemming te
zullen houden.
De heer Vonk merkt op naar aanleiding van hetgeen
de heer Ter Spill heeft gezegd, dat het in 1897
alleen eene verhooging gold, hier geldt het ook de wjjze,
waarop de verhoogingen zullen worden toegekend. Er
zjjn ook leden die tegen willen stemmen, om den vorm,
waaronder deze verhoogingen thans zouden worden
toegekend. Buiten de begrooting om kan de zaak ook
in de sectiën worden behandeld. Nu is het onmogeljjk
een zuivere stemming te krjjgen.
Ook de heer de Groot verklaart het voorstel van
den Bosch te steunen.
De heer van den Bosch vult zjjn voorstel nog
zoodanig aan, dat de Raad B. en VV. uitnoodigt, nog
dit jaar te komen met een nieuw voorstel in den geest
van hetgeen de eerste sectie wil.
Dit voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen
met 1 stem tegen, die van den heer Cohen Stuart. De
beide wethouders bleven buiten stemming.
AU. 14. Scarjjf- en bureaubehoeften, drukwerk enz.
geraamd op f 1900.
Da heer Cohen Staart zegt het lid ta zgn, dat
tegen do aanschaffing van een tweede schrijfmachine was,
niit omdat hjj tegen de machine is, maar, omdat bg
meent, d-.t er heal veel wsrk aan de secretarie is, dat
toob niet met do sohrjjfmaciiiQe kan wordeu ge laan.
Verder komt hot hem voor, en dat is ook gobleken,
dat het niet het meost practised is alle ambtenaren er
op te laten werken. Bet-.r is het dat er een is die veel
routine heeft, dan wordt het werk daarvoor vergemak
kelijkt en verlioht.
Schaft mee een tweede machine aan, dan zou spr. er
voor zgn er eens de proef mee te nemsn daarvoor een
ambtenaar aan te wjjzen. Hg zegt dat uiet om B. en W.
onaangenaam te zjjc, maar alleen om in deze zgn ge
voelen te zeggen.
De Voorzitter zon voor de bezwaren van den
beer Cohen Staart iets voelen, als de uitgave elk
jaar terug kwam, doch het is sKobts een uitgave voor
eens. In tegenstelling met de meaning van den vorigen
spieker is hij v;n oordeel, dat er heel veel werk is, bjjv.
de uitvoering van de notulen van B. en W., dat op de
schijjfmachine kan gedaan worden. Ook acht de Voo:-
zitter hst een groot gemak als alle ambtenaren knnnen
vtypen.»
Hjj acht het geld aan een tweede machine bes'eed
geenszisB weggeworpen en licht verder den heer Smart
nog in, dat met de uitvoering dor notulen van B. en W.
een ambtenaar vaak éón of anderhalren dag bezig is.
De heer Van den Bosch is het met den beer Cohen
Smart eenv, dat het beter is, dat een of twee personen
aangewezen worden voor de schrijfmachine.
Do Voorzitter merkt nog op, dat zoo'n ambtenaar
zich niet voor ander werk kan bekwamen, welke voor
stelling de heer Stuart overdreven acht.
De post wordt daarop zonder^stemming goedgekeurd.
Art. 17. Onderhoud en aankoop van meubelen, ge
raamd op f 880.
O. m. is een post van f 580 uitgetrokken voor nieuwe
stoelen in do raadzaal.
Do heer Van den Boseh herinnert er aan, dat
by t vorig jaar een voorstel heeft gedaan om een bedrag
uit te trekken voor restauratie van de polderkamer. Toen
is toegezegdbij de volgende begrooting en nu vindt bg
op deze begrooting alleen nieuwe stoelen en een tafelkleed
voor de raadzaal, die hg niet noodig acht in deze lang niet
mooi gemeubileerde zaal. Hjj zou liever geleideljjk te werk
willen gaan en de polderkamer, thans gedeelteljjk willen
restaureeren en daarvoor een deskundige willen raad
plegen. Hjj zou de zaal in Hollandsohen stjjl willen her
stellen. Dergeljjke restauratie acht hg werkeljjk een
gemeentebelang in dezen tjjd, nu de kunst terecht meer
en meer wordt geacht te zgn een volksbelang. Spr. stelt
voor om den post diarvoor te bestemmen.
De Voorzitter acht het wel wat vreemd, om waar
men niet eens weet wat ook maar bg benadering die
restanroering der polderkamer zal kosten, daarvoor dit
bedrag te bestemmen.
De heer Bosman iB ook meer voor het voorstel van
B. en W. Hjj gelooft dat het werk aan de polderkamir
lang niet mee zal vallen. Hjj is niet tegen die restaura
tie, maar zou eerst een plan willen hebben en de kosten
willen weten.
De nieuws stoelen in de raadzaal acht bjj zeer noodig
hjj vreest echter, dat een bedrag van f 580 voor 20
eikenhouten stoelen niet hoog is en zon zelfs een hooger
bedrag willen stellen.
A Vflnrvifinv u*U4 U«f knUw ^>««4 4-s lwica,
bljjkt hst, dat die n'et groot genoeg is, dan kan de
meerdere uitgaaf wel gevonden worden.
De heer Glinderman beveelt-aan bg die stoelen
meer fe letten op het gemak, dan op de sierljjkheid.
De heer Cohen Staart aoht het gewen&oht de
raadzaal ook wat beter te menbileeren. Verder gelooft
hg, dat mahoniehouten stoelen aan te bevelen zgn daar
ze niet door den worm worden aangetast. Overigens
vindt hg de tegenwoordige stoelen nog niet zoo slecht,
dat de heer van Bujjsen er door gezakt is, is nog geen
bewjji, dat ze allemaal slecht zgn.
De heer van den Bosch merkt op, dat het ant
woord van den Voorzitter aan den heer Bosman in strgd
is met hetgeen de Voorzitter tegen zgn voorstel aan
voerde. Bljjkt de post voor de polderkamer te gering,
dan kan hg dus verhoogd worden.
Maar spreker gelooft niet, dat die post voor 't geen
hg wi): e;n betere meubileering, een paar gaskronen,
nieuwe tegels in den schoorsten, en gord.nen, te laag is.
Als de deskundige wordt geraadpleegd over de polderkamnr,
kan dan ook over ds raadzaal worden gesproken. Deze
stoelen kunnen het z.i. nog best een jaar uithoudtn.
Voorts vraagt hjj of die stoelen niet aan de ambachts
school zouden kunnen worden gemaakt.
De Voorzitter golooft niet, dat het gewenscht is
daarop thans verder in te gaan.
Het voorstel van B. en W. om de post van f 880 te
bestemmen voor de raadzaal wordt daarna in stemming
gebracht ea aangenomen met 3 stemmen tegen. Tegen
siemden de heeren van den Bosch, Uittnboach en Cohen
Staart.
Art. 19. Kosten van de dubbele leggers en plan van
bet kadaster, f 50.
Goedgekeurd, uadat op verzoek van den Voorzitter
door den heer Bosman enkele inlichtiigen zgn gegeven
over de desbetreffende raadscommissie.
Atf. 21. Kosten van de kiezerslijsten en van het uit
oefenen der kiesvei richtingen, geraamd cp f 100C.
Deze raming is f 600 hooger dan voor 1905 Wi-rd
toegestaan met het oog op de periodieke verkiezingen
voor den gemeenteraad in de Provinciale Staten.
De heer Uitenboseh zegt, met genoegen te hebben
vernomen, dat eene andere verdeeling der kiesdistricten
in bewerking is, waardoor, naar hg hoopt, tegemoet ge
komen wordt aan de bezwaren, die hg reeds vroeger ten
aanzien *an de tegenwoordige indeeling heeft ingebracht.
Hfdst. III. Kosten van onderhond van eigendommen,
totaal f 58683.CO.
Afd. I, art. 1. Jaarwedden van de opzichters der gemeente
werken ei 2.geraamd op f 4350, voorgesteld wordt
de jtarwodde van den opzichter over de plantsoenen
to vorhoogen met f 50.
De beer Cohen Stuart meent, dat na de gevallen
beslissing over de verhoogingeu der jaarwedden van
bnrgomeestar en wethouders enz., wzardoor B. en W.
zjjn uitgecoodigd te komen met ren regeling der jaar
wedden van de gsmeento-ambteaa en op de basis van
periodieke verhoogingen inconsequent zou zgn, deze ver
hooging thans goed te kenrer.
De heer Van den Bosoh aoht de verhooging
van den jaarwedde alleszins gemotiveerd, hjj herinnert
er aan, wat in de laatste jaren in onze plantsoenen is
gedaan, en hoe die, trots de critiek, toch werkelgk op
vele punten zjjn verfraaid. Voorts wjjst hjj er op,
welke goede resultaten de stadekweekerjj heoft opge
leverd. Door de goede zorgen van den opzicht r konden
dit jaar niet minder dan 9380 bloemen, 400 boomen
en 5300 kleine heesters in onze plantsoenen worden
uitgeplant. Hjj aoht het niet verkeerd daarop eens de
aandacht te vestigen, oek omdat er destjjds wel eens
is gezegd, dat deze kweokerjj de gemeente geen voor
deel zou aanbrengen.
De heer Glinderman meent, dat de raad als hjj
consequent handelt ook de jaarwedde van den opziohtor
der gemeentewerken Tromp niet moet vorhoogen.