No. 268.
Honderd en achlsle jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
WOENSDAG
14 NOVEMBER.
Zitting van den Gemeenteraad
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor a t.km aar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HEKMSc CJOSTER ZOONVoor dam O 9.
ALKMAARSCHE COURANT.
van ALKSAAB,
op Dinsdag, 13 November 1906,
des namiddags 1 uur.
(Vervolg.)
Na heropening der vergadering is aan de orde punt
3. «emeentebegrootlne (vervolg).
(geraamd totaal bedrag f 735801.39).
In de vorige vergadering was men met de behandeling
hiervan gekomen tot het voorstel in zake de salarisver-
hooging van den opzichter der plantsoenen met. i 50.
Over dit voorstel hadden toen de stemmen gestaakt.
De heer Oohen Stuart herinnert er aan dat hg
in de vorige vergadering verklaard heeft tegen dit voor
stel te zjjn. Spr. wil, om het wekken van een verkeerden
indruk te voorkomen, er de aandacht echter op vestigen,
dat hg er niet tegen is omdat hg een verhooging van
f 50 onverdiend acht, maar spr. meent dat hiermee ge
wacht moet worden totdat de verordening tot herziening
der jaarwedden met periodieke verhoogingen zal zijn tot
stand gekomen.
Do heer D o r b e c k sluit zich aan bjj hetgeen do heer
Cohen Stuart heeft gezegd. Spr. gunt den opzichter wel
de verhooging, doch meent ook dat hiermee tot de be
doelde regeling getroffen is, gewacht moet worden.
De heer Fortuin vroeg of er nog niet een midden
weg was. Zou de verhooging bjjv. niet kunnen worden
toege taan bg wijze van gratificatie f
De heer Cohen Stuart meent dat gewacht moet
worden tot de salarisverhoogirgen zgn geregeld. Zoo
noodig kan dan de verhooging voor den opzichter nog
altjjd worden toegestaan.
In stemming gebraoht werden op het voorstel uitge-
biaoht 5 stemmen voor en 9 t gen, zoodat deze post
met f 50 wordt verminderd.
Hoofdstuk III. Afd. III. Art. 1. Ondexhoud van straten
en pleinen, geraamd op f 10099.
Na een opmerking van den heer G linder man,
als lid der twesde sectie, over het voistraten van de
Schoutenstraat in 1905, zonder dat door den raad daar
voor gelden waren toegestaan en nadat de voorzitter
hierop geantwoord heeft het te betreuren dat de activi
teit in deze van B. en W., die dit dringend noodzakeljjk
achtten, bljjkbaar niet gewenscht was, zegt de heer Bos
man dat hg heeft gezien dat onder dit artikel ook behoort
het nieuw bestraten van een gedeelte van het Waagplein.
Bg spr. is de vraag gerezen of het niet wenscheljjk is
het Waagplein in plaats van beter te bestraten, met
asphalt te bedekken. Als het plein met asphalt bedekt
was, zou dit een groot voordeel zgn voor de reiniging,
die daar iedere week na marktdagen moet plaats hebben.
Zeer zeker zouden er bezwaren aan zgn verbonden. Zoo
zou bjjv. gevaar bestaan dat paarden wegens de gladheid
komen te vallen. Doch dit zou door wat zand te strooien
te verhelpen zjjn. Voor spr. staat het vast dat de
asphalteering een groote verbetering zou zgn, doch hg
weet niet of de bezwaren niet te groot zgn. Daarom zou
spr. gaarne zien, dat B. en W. eens een onderzoek in
stelden naar deze aangelegenheid.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. de vraag van
den heer Bosman ze-r zeker in studie willen nemen.
De heer Oohen Stuart wjjst er op dat de be
zwaren groot zullen zgn, maar wil gaarne het resultaat
afwachten van het onderzoek van B. en W. Spr. wjjat
er ondertnssohen op dat het Waagplein hevig bloot
staat aan de zon.
Het is spr. wel sens opgevallen in Amsterdam dat een
scherpe zonnehitte niet zonder invloed bljjft op het
asphalt. Zen nu op warme dagen als de kaasmarkt
gehouden wordt, de kaas hiervan geen nadeel ondervinden
Aan de orde komt nu:
Art. 2. Onderbond van wegen en voetpaden geraamd
op f 6954.
De heer Van Bug sen wjjst op den slechten toe
stand waarin tegenwoordig de Wilhelminalaan verkeert,
wat trouwenB steeds zoo is op regenachtige dagen. De
onbegaanbare weg is niet alleen voor de bewoneis der
laan zeer hinderljjk doch ook voor ieder dm daar pas-
8ieren moet. Bg begrafenissen wordt er bjjv. hinder van
ondervonden. Een verharding is zeer gewenscht.
De heer Bosman vroeg, waar de verbetering zal
bestaan in bet bestraten der laan, waar 't geld vandaan
moest komen, daarvoor noodig.
De Voorzitter zegt dat dit dan later zou moeten
worden toegestaan.
De heer Bosman zegt een der leden geweest te zjjn
in de tweede sectie die op onderzoek hebben aangedron
gen omtrent de verplichtingen van onderhond van den
Twuyverweg. Voor deze zaak is één of twee jaar geleden
een commissie benoemd van twee leden. Haar werk
zaamheden hebben tot nu toe eohter niet het gewenschte
resultaat opgeleverd. Daarom zou spr. wentchen dat de
raad een nieuwe oommissie benoemde of de oude com
missie aanvulde. Het is niet van belang ontbloot voor
de gemeente te weten of zjj wel of niet verplicht is
tot het onderhonden van den Twuyverweg. Spr.'s voor
stel is een rechtskundig onderzoek in te stellen door
een oommissie uit den raad te benoemen.
Na een opmerking van den heer Stuart, die met
den heer Kraakman de bedoelde oommissie heeft gevormd
werd het voorstel van den heer Botman aangenomen en
de commissie aangexuld met den heer Dorbeck, die zich
bereid verklaarde deel te remen aan het onderzoek.
Den heer Kraakman zal bericht worden gezonden van
dit besluit en zjjn hernieuwde benoeming als lid der
commissie.
De heer G linderman (slecht verstaanbaar) vraagt
of verbetering is gebracht in het kerkhof.
De V oorzitter zegt dat de bedoelde verbetering
ïb aangebracht. Hg noodigt den heer Glinderman nit
zelf eens te gaan kjjken.
De heer Dorbeck verlaat de vergadering,
Aan de orde is hierna
Art. 3. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen
geraamd op f 7830.
De heer Boelmans ter Spill wijst er op, dat
vroeger beslo'en is dat als verandering gebraoht moest
worden in de wijze van plantsoenen- en wandelplaats-
aanleg hiervoor de goedkeuring van den raad moedig
was. Thans heeft de heer Springer aangedrongen op
veranderingen. Deze wenscht in plaats van drie twee
rijen boomen in de Harddraverslaan. De derde rij zou
dus moeten vervallen en men zou dus niet door moeten
gaan met de vervanging daarvan door jonge boomen.
Neemt de raad op een desbetreffend voorstel, een
definitief besluit om tot twee rijen boomen te komen,
dan wordt de vervanging beperkt tot het kleine gedeelte
dat alreeds is geschied. Later zou men minder lieht
tot het uitrooien van deze rij overgaan. De commissie
van bjjstand voor de plantsoenen kan zich vereenigen
met het advies van den heer Springer.
De heer Bosman meent zich to herinneren in de
stukken gelezen te hebben dat het plan was door te
gaan met in de Harddraverslaan met nieuwe planting
van beuken en iepen in de plaats van de uit te rooien
oude boomen. Er zou geplant worden beurtelings een
iep en een beuk. Spr. vraagt of men dan later de
beuken of de iepen zal weg halen.
Een beukenlaan zou te verkiezen zjjn boven een
iepen, doch de iepen wassen sneller. Spr. is voor twee
regels boomen, dan wordt de laan breeder. De beslissing
of men beuken of wel iepen later zal weg halen zou
spr. willen aanhouden.
De heer Boelmans ter Spill, verduidelijkt het
'oor hem gezegde. Wat de vervanging door jonge
boomen betreft was het plan eerst beurtelings een iep
en een beuk te planten, en dan later de iep weg te
nemen om de beuk gelegenheid te geven meer uit te
groeien.
Na nog een opmerking van den heer Bosman en
den heer Cohen Stuart, de laatste zegt o. a. dat
het blijkbaar de bedoeling van den heer Springer is
het kleine pad tusschen de Wilhelminalaan en J»
Harddraverslaan te doen vervallen, vraagt de heer
Van Bujjsenof binnen korten tijd in verband met
het in 't vooruitzicht gestelde voorstel van B. en W.
in zake de kwestie van twee of drie rijen boomen
ook zal overwogen worden een afdoende verbetering
van de Wilhelminalaan.
De heer Boelmans ter Spill gelooft niet, dat
daartegen bezwaar bestaat.
De heer Bosman dringt aan op het wegnemen
der rij boomen langs den Kennemerstraatweg, die de
paardentram seheidt van den weg. Daardoor zou ver
betering verkregen worden. De verkeersweg wordt er
veel breeder door.
De Voorzitter zegt toe, dit onder de aandacht
der commissie van bjjstand voor de plantsoenen te zullen
brengen.
De heer Bosman: Dan toch zeker voor Januari.
De Voorzitter zegt voorts nog dat voorstellen
om veranderingen in de bedoelde beplanting te brengen
uitgesteld zjjn in verband met het nog niet gedempt
zjjn van de sloot waarlangs de tram loopt.
De heer Bosman verklaart zich ook voor de demping
der sloot.
De Voorzitter zegt dat onder dit volgnummer
een post voorkomt van f 396 voor het voortzetten van
het werk aan het bolwerk bjj de Lamorale sluis. Dit
is dus voor 't jaar 1907. Tegenwoordig is er goede
gelegenheid om met het bedoelde werk voor 4907
voort te gaan. Waar echter het bedrag van f 396 is
toegestaan voor 1907, kan men thans niet aan 't werk
gaan, aangezien geen arbeidsloonen mogen worden uit
gekeerd van die f 396. Om nu aan dit bezwaar tegemoet
te komen en mogeljjk te maken dat men terstond met
het werk kan doorgaan, wordt voorgesteld deze som
bjj suppletoire begrooting over te brengen op de be-
grooting voor 1906. Hierdoor zou men deze post kunnen
verminderen met f 396. Dit wordt mogeljjk gemaakt
doordat de opbrengst der gevelde boomen in 1906 zeer
goed is.
De heer Boelmans ter Spill zegt dat het noodig
is langs een gedeelte plantsoenen een hekwerk van
jjzerdraad te plaatsen. B. en W. hebben daarvoor geen
sommen willen vragen. De heer van den Bosch had
echter, zooals spr. bekend is, het voornemen e«n voorstel
te doen om bedoeld hek aan te brengen. Men zou het
kunnen maken met houten palen, met jjzeren is het
evenwel veel solider en zal in de toekomst zoo goed
als niets aan onderhoud kosten. Dat maakt in prjjseen
verschil van f 100 en komt op f 225.
Op een vraag van de heeren Bosman en De
Lange licht de heer Boelmans ter Spill nog
toe, dat het de bedoeling is met het oog op vernielingen
het hek te zetten langs de plantsoengrens aan de
Clarissenbuurt. De toegang tot het plantsoen bjj de
Vrouwenstraat bljjft dan vrjj, doch de toegang bjj de
Lindengracht vervalt.
De heer Bosman vraagt, wat daar de reden van is.
De heer Boelmans ter Spill zegt, dat hier juist
de vernieling het grootst is. Wordt het plantsoen daar
verfraaid, dan zou dat geld weggooien zjjn.
De Voorzitter wjjst er ter aanvulling van wat
de heer Boelmans ter Spill zegt nog op, dat elders
j waar een dergeljjk hekwerk van jjzerdraad is aangebracht
als bjjv. in het Victoriepark het voordeel gebleken is;
daar wordt niet zooals vroeger vernieling aangericht.
Spr. stelt nu voor dezen post met f 396 te verminderen,
met f 225 te verhoogen, zoodat de vermindering dus
bedraagt f 171.
Zonder stemming wordt dit voorstel aangenomen
Aau de orde is nu:
Art. 6. Onderhoud van harens, vaarten, kaaimureui
enz. getaand op f 2710.
De hrer Vonk vraagt o f er ook ten spoedigste een
voorstel kan worden tegemoet gezien tot verbetering van
den onkoudbaren toeataadvan het Luttik Oudorp op markt
dagen. Ook de heer Uitenbosoh wjjst op de daar
heersobende wanorde op die dagen. Spr. herinnert aan
een adres van de bewoners daar, die verzochten, om te
letten op 't veel te drukke varen in de gracht.
De Voorzitter zegt, dat den gemeente-arohiteot
een onderzoek naar de zaak is opgedragen. Het streven
j8 zoo Bpoedig mogeljjk met een voorstel ts komen.
Thans is men genaderd tot
Hfdst. IV. KoBten der openbare veiligheid en vaa de
brandweer, totaal f 37400.
Afd. II art. 4. Onderhoud der handspuiten, handladders
enz. geraamd op f 2180.
De heer Oohen Staart zegt, dat in een der mooiste
gebouwen van onze stad, de Waag, het brandgevaar
groot is. Reeds bg de begrooting voor 1905 heeft spr.
op het brandgevaar in de Waag gewezen en gevraagd
of er geen toezicht op dat gebouw kon gehouden worden.
Als een brand ontstond in de Waag, zou het blusschings-
werk zeer moeiljjk zgn, wegens de groote hoogte. Het
gebouw zon spoedig vernield ijjn daar er zoo heel veel
hout in aanwezig is. Op het telegraafkantoor branden
kaohels en wordt gerookt. Wel iB nit een onderzoek
indertjjd naar het brandgevaar in de Waag gebleken,
dat voorzichtigheid ïb voorgeschreven, maar volgens spr.'s
meening is dat niet streng genoeg. Spr. wilde, dat een
uur nadat hit personeel van het telegraafkantoor ii heen
gegaan, iederen avond nauwkeurig werd gekeken of alles
in orde was. De kachels zgn n.l. niet uit als het per
soneel been gaat. De toren wordt, vooral op Vrjjdag,
veel beklommen. Velen gaan dan rookende naar boven,
dat is toch veel te gevaarljjk. In 't gerechtsgebouw en
ook in het Stadhuis is gezorgd voor theofakkels die, zoo
noodig, dadeljjk kunnen gebruikt worden. In de Waag
vindt men echter nergens zoo iets. Spr. ackt het daarom
gewenscht, dat het telegraafkantoor in een ander perceel
wordt gebracht en mocht dat niec gaan, dan een nauw
keuriger toezicht te houden als de toren bezoebt wordt
en een onderzoek in te stellen na sluiting van het kantoor.
Ds Voorzitter zegt, dat B. en W. zullen zien aan
de wenschen van den heer Cohen Staart te gemoet te
komen.
Aan de orde is:
Art. 5. Onderhoud der lantaarns en verdere
koeten der verlichting, geraamd op
f 21009.
De heer Glinderman wjjst op het gevaar dat
verbonden is aan de slechte verlichting bg het tramem
placement aan den Tienen wal, voor het trampersoneel
en anderen.
De Voorzitter zegt dat hier op gelet zal worden.
Hierna volgt:
Hfdst. V. Kosten der plaatseljjke gezondheidspolitie,
totaal f 35521,06*/»-
Art. 3. Kosten wegens bet ophalen van haardasch en
vuilnis, geraamd op f 34862.
De Voorzitter zegt in stemming te zullen brengen
de voorgestelde verhooging van hst salaris van den
adjunct-directeur der gemeente-reiniging met f 50.
Het voorstel wordt o? dezelfde gronden als dat tot
verhooging der wedde van den opzichter der plantsoenen
met 7 tegen 6 stemmen verworpen. Deze post wordt dus
met f50 verminderd.
De heer Bosman wjjst er op dat in meer dan één
sectie voor het vervoer der tonnen, motorboten zgn aan
bevolen. Tegenwoordig is 't transport zeer langzaam, wat
niet aangenaam is. B. en W. zgn van meening dat
motorrijtuigen beter aan het doel zullen beantwoorden.
Doch het rjjden is duur. Gnzegd is dat met vorst motor
booten geen dienst zullen kannen doen. Spr. meent dat
dit voor motorwagens bjj dikke sneeuw hetzelfde is.
De Voorzitter gelooft dat wat de kosten betreft,
deze vtjjwel geijjk zullen zgn. Er zgn echter veel wjjken
waar men met de booten niet kan komen. Daarom zal
men eren goed paarden mosten houden.
Da heer Bosman meent dat men niet alle paarden
behoeft te houden. Huurpaarden zjjn er tooh ook nog
als dit voor den winter noodig mocht bljjken. Spr. weet
wel dat men niet op allle plaatsen in de stad kan komen,
maar toch wel de geheele stad rond.
De heer de Groot acht een proef zeer gewenscht.
Men zou die evenwel tegeljjk kunnen nemen met een
motorboot en een motorwagen, dan is de proef vollediger.
Spr. vraagt of er zulke motorwagens zgn?
De Voorzitter antwoordt dat bg onderzoek bleek
dat zjj te krjjsen zjjn, doch zeer kostbaar zgn.
De heer Van Bujjsen acht ook motorvaartuigen
voordeelig en motiveert dit.
De Voorzitter begrjj; t niet dat er paarden gemist
zullen kunnen worden.
De heer Glinderman acht motorbooten niet finan
cieel voordeeliger, maar wel beter, wat betreft vlug tran
sport en hygiëne.
De heer Bosman wjjst op het onhygiënische van
motorrjjtugen.
Ook de besr Vonk wjjst op bet eneller en beter ver
voer door motorbootns.
Hierna wordt aangenomen de uitnoodiging van den heer
Bosman aan B. en W. om een onderzoek in te stellen
naar de weaschiljjkheid van de aanschaffing van motor
booten voor tonnenvervoer.
De heer Cohen Stuart betuigt zgn voldoening
over bet plan van B. en W. om bet denkbeeld van eens
wsschinrichting voor de werklieden van den gemeante-
reinigiegsdienst te overwegen.
De heer Uitenbosoh wjjst op de stiefmoederlijke
behandeling van den Omval, als deel van onze gemeent*.
De reinigingsdienst komt er slechts bjj hooge uitzondering.
Hat is zeer gewenscht dat geregeld iemand het vuil daar
weghaalt.
Ook de verlichting is er treurig.
Den Voorzitter was dit niet bekend. Een onder
zoek zal worden ingesteld.
De heer Bosman vraagt ef de bewoners daar e<"n
goed tonnen belasting betalen en of deze tonnen tebboa r
De Voorzitter zegt, dat, indien ze geen tonnen
hebben, ook geen belasting betaald behoeft.
Da heer De Groot meent dat dit niet altjjd opgaat.
De ervaring leerde hem dat anders.
De Voorzitter wjjst er op dat men afdwaalt.
Art. 6. Kosten, voortvloeiende uit de toepassing der
woningwet (n emotie).
De heer Uitenbosch zegt dat er veel woningen
zgn die afgekeurd moeten worden. Spr. heeft wel ver
nomen dat de gezondheidscommissie op dit gebied ver
betering <rachtte te brengen, doob heeft daarvan nog
weinig resultaten gezien.
De Voorzitter zegt dat zoodra en voorstel is ge
daan aan de hand van een onderzoek van den gemeente-
arohiteot, waaruit moet bljjken dat de woningen niet
aan de gestelde ei»chen voldoen, van afkeuring sprake
kan zgn, niet eerder.
De heer Cohen Stuart herinnert er aan, dat de
gezondheidscommissie een paar jaar geleden reeds advi
seerde tot onbewoonbaarverklaring van eenige peroeelen.
Door een verschil van meening met den Gsm -arohiteot
welke peroeelen het eerst onder die termon vielen, had
de zaak geen voortgang. De oommissie deed wat zjj kon.
De heer Bosman zegt woningen te kennen, die,
wilden ze goed verbeterd worden, den eigenaars veel
zouden kosten. Een aansohrjjving aan dezen om her
stellingen aan te brengen zou dus weinig uitwerken.
Wat moet met zulke woningen gebenron Y
Da Voorzitter: bljjken dorgeljjke gevallen te be
staan zoo zal een voorstel worden gedaan.
De heer Cohen Stuart wjjst er op dat maat
regelen genomen kunnen worden door de gezondheids-
commiss'o in overleg met den inspecteur van de volks
gezondheid, den heer Zoetmulder.
De heer Bosman: als 't dan maar gebeurt ook.
Hfdst. IX. PenBioen- en wachtgelden, totaal f 13141,53.
Art. 3. Bjjdrage tot het pensioenfonds voor gemeente
ambtenaren en hunne weduwen en weezen, geraamd op
f 10000.
De heer Van Bujjeen acht het wel wat gewaagd,
dezen post, die volgens advies van den wiskundigen
adviseur bjj de eerste berekening gesteld was op ruim
f 12000, thans vast te stellen op f 10000. Hjj vraagt
daarom, of er iets tegen is dezen post pro memorie uit
te trekken, daar men niet kan bepalen wat het juiste
bedrag zal zgn. Daar komt nog bjj, dat spr. bjj de
behasdeling der psnsioenverordening heeft gevraagd, of
het niet wenscheljjk ware, om na de wjjzigingen die
door den raad daarin zgn aangebraoht met betrekking
tot het percentage en de vermindering van het aantal
pensioengerechtigden, nog eens een nader advies in te
winnen. Indien dat gedaan was, zou men beter op de
hoogte zgn van dezen post. Aangenomen is, dat de
gemeentebjjdrage zou worden berekend over 50 jaar. Dat
is een belangrjjk punt ten opzichte dier bjjdrage. Indien
men die periode uitbreidt tot 60 of 75 jaar kan dat
veel verschil geven. Daarom zoo spr. alsnog B. en W.
willen aanbevelen te onderzoeken welk verschil dit
oplevert. Heeft de raad dat advies, dan kan men dezes
post later overzien.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. wel aan dat
verzoek willen voldoen, als de raad een nader advies
wenscht.
De heer Ter Spill gelooft niet, dat de berekening
zoo gemakkeljjk is, en dat heeft B. en W. dan ook af
geschrikt om te doen, wat da heer Van Bujjfeu wenschte.
Bovendien zal dat nieuwe onderzoek met kosten gepaard
gaan, daar de advissor voor het vastgestelde salaris, zulkB
niet kan doen.
Voorts hebben B, en W. zich afgevraagd, of het ook
wel noodig is. Van de gemeente zal na de wjjzigingen
in de pensioensverordocing zeker minder gevraagd worden,
dan oorspronkeljjk was berekend. Een nauwkeurige
bepaling van de bjj te dragen som zal na het verschjjnen
van de eerste vjjf-jarige balans eerBt kunnen plaats hebben.
Mocht de raad echter een nieuwe berekening wenschen,
dan zgn B. en W. bered daaraan te voldoen, maar
nogmaals wjjst spr. er op, dat een nieuwe berekening
niet zoo gemakkeljjk is. De bjjdrage zal opnieuw voor
50, 60 en 75 jaren moeten worden gemaakt.
De heer Van Bujjsen gelooft niet, dat de bereke
ning zoo moeiljjk ral zgn. Er zal Blechts ten deele eene
nieuwe berekening moeten plaats hebben. Dat zal eenig
geld kosten, maar de zaak is dat wel waard. De bereke
ning zal van invloed zgn op de eindbeslissing over de
pensioen verordening. Voorts wjjst hjj er nog op, dat het
niet onmogeljjk is, dat een catagorie ambtenaren zal
wo den opgenomen in de rjjkspsneioenregeling en met
het oog daarop acht hjj een langen termjjn, waurvoor
de gemeente het tekort bjjdraazt, gewenscht.
De Voorzitter had een andere voorstelling van
de zaak dsn do heer Van Bujjsen. Da tweede lezing
van de verordening zou, meende bjj, plaats hebban, afge
scheiden van een nader wiskundig advies, omtrent de
bjjdrage der gemeente. De persloenregeling en de bjjdrage
van de gemeente kannen naar zgn oordeel gebrel onaf
hankelijk van elkaar worden behandeld. Indien men au
het bedrag vaststelt op f 10C00, dan kon het indien het,
later te klein bljjkt, bjj suppletoire begrootmg verhoogd
worden.
Da heer Van Bujjsen meent echter dal het zeer
wel mogelük is, dat de leden van den raad hunne stem
over de pensioeeregelicg afhankeljjk atellen van de bjj
drage tier gemeente.
De Voorzitter gelooft dit niet, de raad is in be
ginsel voor die pensioenregeling, anders hnd men zich al
bet werk, om die pensioenregeling te ontwerpen en te
behandelen kunnen besparen.
De beer Ter Spill merkt op, dat de door den heer
Van Buysen in de sectie gemaakte opmerking loidt; dat
de post te laag is geraamd, en meer niet. Daaruit viel
niet op te maken dat bet de bedo<ling was er andere
porten bij te bespreken. Stelt men zich op de basis, dat
de fcjjdmga ij eerste birekenirg was ruim f 12500, dan