No. 268. Honderd en achlsle jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. WOENSDAG 14 NOVEMBER. Zitting van den Gemeenteraad Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor a t.km aar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMSc CJOSTER ZOONVoor dam O 9. ALKMAARSCHE COURANT. van ALKSAAB, op Dinsdag, 13 November 1906, des namiddags 1 uur. (Vervolg.) Na heropening der vergadering is aan de orde punt 3. «emeentebegrootlne (vervolg). (geraamd totaal bedrag f 735801.39). In de vorige vergadering was men met de behandeling hiervan gekomen tot het voorstel in zake de salarisver- hooging van den opzichter der plantsoenen met. i 50. Over dit voorstel hadden toen de stemmen gestaakt. De heer Oohen Stuart herinnert er aan dat hg in de vorige vergadering verklaard heeft tegen dit voor stel te zjjn. Spr. wil, om het wekken van een verkeerden indruk te voorkomen, er de aandacht echter op vestigen, dat hg er niet tegen is omdat hg een verhooging van f 50 onverdiend acht, maar spr. meent dat hiermee ge wacht moet worden totdat de verordening tot herziening der jaarwedden met periodieke verhoogingen zal zijn tot stand gekomen. Do heer D o r b e c k sluit zich aan bjj hetgeen do heer Cohen Stuart heeft gezegd. Spr. gunt den opzichter wel de verhooging, doch meent ook dat hiermee tot de be doelde regeling getroffen is, gewacht moet worden. De heer Fortuin vroeg of er nog niet een midden weg was. Zou de verhooging bjjv. niet kunnen worden toege taan bg wijze van gratificatie f De heer Cohen Stuart meent dat gewacht moet worden tot de salarisverhoogirgen zgn geregeld. Zoo noodig kan dan de verhooging voor den opzichter nog altjjd worden toegestaan. In stemming gebraoht werden op het voorstel uitge- biaoht 5 stemmen voor en 9 t gen, zoodat deze post met f 50 wordt verminderd. Hoofdstuk III. Afd. III. Art. 1. Ondexhoud van straten en pleinen, geraamd op f 10099. Na een opmerking van den heer G linder man, als lid der twesde sectie, over het voistraten van de Schoutenstraat in 1905, zonder dat door den raad daar voor gelden waren toegestaan en nadat de voorzitter hierop geantwoord heeft het te betreuren dat de activi teit in deze van B. en W., die dit dringend noodzakeljjk achtten, bljjkbaar niet gewenscht was, zegt de heer Bos man dat hg heeft gezien dat onder dit artikel ook behoort het nieuw bestraten van een gedeelte van het Waagplein. Bg spr. is de vraag gerezen of het niet wenscheljjk is het Waagplein in plaats van beter te bestraten, met asphalt te bedekken. Als het plein met asphalt bedekt was, zou dit een groot voordeel zgn voor de reiniging, die daar iedere week na marktdagen moet plaats hebben. Zeer zeker zouden er bezwaren aan zgn verbonden. Zoo zou bjjv. gevaar bestaan dat paarden wegens de gladheid komen te vallen. Doch dit zou door wat zand te strooien te verhelpen zjjn. Voor spr. staat het vast dat de asphalteering een groote verbetering zou zgn, doch hg weet niet of de bezwaren niet te groot zgn. Daarom zou spr. gaarne zien, dat B. en W. eens een onderzoek in stelden naar deze aangelegenheid. De Voorzitter zegt, dat B. en W. de vraag van den heer Bosman ze-r zeker in studie willen nemen. De heer Oohen Stuart wjjst er op dat de be zwaren groot zullen zgn, maar wil gaarne het resultaat afwachten van het onderzoek van B. en W. Spr. wjjat er ondertnssohen op dat het Waagplein hevig bloot staat aan de zon. Het is spr. wel sens opgevallen in Amsterdam dat een scherpe zonnehitte niet zonder invloed bljjft op het asphalt. Zen nu op warme dagen als de kaasmarkt gehouden wordt, de kaas hiervan geen nadeel ondervinden Aan de orde komt nu: Art. 2. Onderbond van wegen en voetpaden geraamd op f 6954. De heer Van Bug sen wjjst op den slechten toe stand waarin tegenwoordig de Wilhelminalaan verkeert, wat trouwenB steeds zoo is op regenachtige dagen. De onbegaanbare weg is niet alleen voor de bewoneis der laan zeer hinderljjk doch ook voor ieder dm daar pas- 8ieren moet. Bg begrafenissen wordt er bjjv. hinder van ondervonden. Een verharding is zeer gewenscht. De heer Bosman vroeg, waar de verbetering zal bestaan in bet bestraten der laan, waar 't geld vandaan moest komen, daarvoor noodig. De Voorzitter zegt dat dit dan later zou moeten worden toegestaan. De heer Bosman zegt een der leden geweest te zjjn in de tweede sectie die op onderzoek hebben aangedron gen omtrent de verplichtingen van onderhond van den Twuyverweg. Voor deze zaak is één of twee jaar geleden een commissie benoemd van twee leden. Haar werk zaamheden hebben tot nu toe eohter niet het gewenschte resultaat opgeleverd. Daarom zou spr. wentchen dat de raad een nieuwe oommissie benoemde of de oude com missie aanvulde. Het is niet van belang ontbloot voor de gemeente te weten of zjj wel of niet verplicht is tot het onderhonden van den Twuyverweg. Spr.'s voor stel is een rechtskundig onderzoek in te stellen door een oommissie uit den raad te benoemen. Na een opmerking van den heer Stuart, die met den heer Kraakman de bedoelde oommissie heeft gevormd werd het voorstel van den heer Botman aangenomen en de commissie aangexuld met den heer Dorbeck, die zich bereid verklaarde deel te remen aan het onderzoek. Den heer Kraakman zal bericht worden gezonden van dit besluit en zjjn hernieuwde benoeming als lid der commissie. De heer G linderman (slecht verstaanbaar) vraagt of verbetering is gebracht in het kerkhof. De V oorzitter zegt dat de bedoelde verbetering ïb aangebracht. Hg noodigt den heer Glinderman nit zelf eens te gaan kjjken. De heer Dorbeck verlaat de vergadering, Aan de orde is hierna Art. 3. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen geraamd op f 7830. De heer Boelmans ter Spill wijst er op, dat vroeger beslo'en is dat als verandering gebraoht moest worden in de wijze van plantsoenen- en wandelplaats- aanleg hiervoor de goedkeuring van den raad moedig was. Thans heeft de heer Springer aangedrongen op veranderingen. Deze wenscht in plaats van drie twee rijen boomen in de Harddraverslaan. De derde rij zou dus moeten vervallen en men zou dus niet door moeten gaan met de vervanging daarvan door jonge boomen. Neemt de raad op een desbetreffend voorstel, een definitief besluit om tot twee rijen boomen te komen, dan wordt de vervanging beperkt tot het kleine gedeelte dat alreeds is geschied. Later zou men minder lieht tot het uitrooien van deze rij overgaan. De commissie van bjjstand voor de plantsoenen kan zich vereenigen met het advies van den heer Springer. De heer Bosman meent zich to herinneren in de stukken gelezen te hebben dat het plan was door te gaan met in de Harddraverslaan met nieuwe planting van beuken en iepen in de plaats van de uit te rooien oude boomen. Er zou geplant worden beurtelings een iep en een beuk. Spr. vraagt of men dan later de beuken of de iepen zal weg halen. Een beukenlaan zou te verkiezen zjjn boven een iepen, doch de iepen wassen sneller. Spr. is voor twee regels boomen, dan wordt de laan breeder. De beslissing of men beuken of wel iepen later zal weg halen zou spr. willen aanhouden. De heer Boelmans ter Spill, verduidelijkt het 'oor hem gezegde. Wat de vervanging door jonge boomen betreft was het plan eerst beurtelings een iep en een beuk te planten, en dan later de iep weg te nemen om de beuk gelegenheid te geven meer uit te groeien. Na nog een opmerking van den heer Bosman en den heer Cohen Stuart, de laatste zegt o. a. dat het blijkbaar de bedoeling van den heer Springer is het kleine pad tusschen de Wilhelminalaan en J» Harddraverslaan te doen vervallen, vraagt de heer Van Bujjsenof binnen korten tijd in verband met het in 't vooruitzicht gestelde voorstel van B. en W. in zake de kwestie van twee of drie rijen boomen ook zal overwogen worden een afdoende verbetering van de Wilhelminalaan. De heer Boelmans ter Spill gelooft niet, dat daartegen bezwaar bestaat. De heer Bosman dringt aan op het wegnemen der rij boomen langs den Kennemerstraatweg, die de paardentram seheidt van den weg. Daardoor zou ver betering verkregen worden. De verkeersweg wordt er veel breeder door. De Voorzitter zegt toe, dit onder de aandacht der commissie van bjjstand voor de plantsoenen te zullen brengen. De heer Bosman: Dan toch zeker voor Januari. De Voorzitter zegt voorts nog dat voorstellen om veranderingen in de bedoelde beplanting te brengen uitgesteld zjjn in verband met het nog niet gedempt zjjn van de sloot waarlangs de tram loopt. De heer Bosman verklaart zich ook voor de demping der sloot. De Voorzitter zegt dat onder dit volgnummer een post voorkomt van f 396 voor het voortzetten van het werk aan het bolwerk bjj de Lamorale sluis. Dit is dus voor 't jaar 1907. Tegenwoordig is er goede gelegenheid om met het bedoelde werk voor 4907 voort te gaan. Waar echter het bedrag van f 396 is toegestaan voor 1907, kan men thans niet aan 't werk gaan, aangezien geen arbeidsloonen mogen worden uit gekeerd van die f 396. Om nu aan dit bezwaar tegemoet te komen en mogeljjk te maken dat men terstond met het werk kan doorgaan, wordt voorgesteld deze som bjj suppletoire begrooting over te brengen op de be- grooting voor 1906. Hierdoor zou men deze post kunnen verminderen met f 396. Dit wordt mogeljjk gemaakt doordat de opbrengst der gevelde boomen in 1906 zeer goed is. De heer Boelmans ter Spill zegt dat het noodig is langs een gedeelte plantsoenen een hekwerk van jjzerdraad te plaatsen. B. en W. hebben daarvoor geen sommen willen vragen. De heer van den Bosch had echter, zooals spr. bekend is, het voornemen e«n voorstel te doen om bedoeld hek aan te brengen. Men zou het kunnen maken met houten palen, met jjzeren is het evenwel veel solider en zal in de toekomst zoo goed als niets aan onderhoud kosten. Dat maakt in prjjseen verschil van f 100 en komt op f 225. Op een vraag van de heeren Bosman en De Lange licht de heer Boelmans ter Spill nog toe, dat het de bedoeling is met het oog op vernielingen het hek te zetten langs de plantsoengrens aan de Clarissenbuurt. De toegang tot het plantsoen bjj de Vrouwenstraat bljjft dan vrjj, doch de toegang bjj de Lindengracht vervalt. De heer Bosman vraagt, wat daar de reden van is. De heer Boelmans ter Spill zegt, dat hier juist de vernieling het grootst is. Wordt het plantsoen daar verfraaid, dan zou dat geld weggooien zjjn. De Voorzitter wjjst er ter aanvulling van wat de heer Boelmans ter Spill zegt nog op, dat elders j waar een dergeljjk hekwerk van jjzerdraad is aangebracht als bjjv. in het Victoriepark het voordeel gebleken is; daar wordt niet zooals vroeger vernieling aangericht. Spr. stelt nu voor dezen post met f 396 te verminderen, met f 225 te verhoogen, zoodat de vermindering dus bedraagt f 171. Zonder stemming wordt dit voorstel aangenomen Aau de orde is nu: Art. 6. Onderhoud van harens, vaarten, kaaimureui enz. getaand op f 2710. De hrer Vonk vraagt o f er ook ten spoedigste een voorstel kan worden tegemoet gezien tot verbetering van den onkoudbaren toeataadvan het Luttik Oudorp op markt dagen. Ook de heer Uitenbosoh wjjst op de daar heersobende wanorde op die dagen. Spr. herinnert aan een adres van de bewoners daar, die verzochten, om te letten op 't veel te drukke varen in de gracht. De Voorzitter zegt, dat den gemeente-arohiteot een onderzoek naar de zaak is opgedragen. Het streven j8 zoo Bpoedig mogeljjk met een voorstel ts komen. Thans is men genaderd tot Hfdst. IV. KoBten der openbare veiligheid en vaa de brandweer, totaal f 37400. Afd. II art. 4. Onderhoud der handspuiten, handladders enz. geraamd op f 2180. De heer Oohen Staart zegt, dat in een der mooiste gebouwen van onze stad, de Waag, het brandgevaar groot is. Reeds bg de begrooting voor 1905 heeft spr. op het brandgevaar in de Waag gewezen en gevraagd of er geen toezicht op dat gebouw kon gehouden worden. Als een brand ontstond in de Waag, zou het blusschings- werk zeer moeiljjk zgn, wegens de groote hoogte. Het gebouw zon spoedig vernield ijjn daar er zoo heel veel hout in aanwezig is. Op het telegraafkantoor branden kaohels en wordt gerookt. Wel iB nit een onderzoek indertjjd naar het brandgevaar in de Waag gebleken, dat voorzichtigheid ïb voorgeschreven, maar volgens spr.'s meening is dat niet streng genoeg. Spr. wilde, dat een uur nadat hit personeel van het telegraafkantoor ii heen gegaan, iederen avond nauwkeurig werd gekeken of alles in orde was. De kachels zgn n.l. niet uit als het per soneel been gaat. De toren wordt, vooral op Vrjjdag, veel beklommen. Velen gaan dan rookende naar boven, dat is toch veel te gevaarljjk. In 't gerechtsgebouw en ook in het Stadhuis is gezorgd voor theofakkels die, zoo noodig, dadeljjk kunnen gebruikt worden. In de Waag vindt men echter nergens zoo iets. Spr. ackt het daarom gewenscht, dat het telegraafkantoor in een ander perceel wordt gebracht en mocht dat niec gaan, dan een nauw keuriger toezicht te houden als de toren bezoebt wordt en een onderzoek in te stellen na sluiting van het kantoor. Ds Voorzitter zegt, dat B. en W. zullen zien aan de wenschen van den heer Cohen Staart te gemoet te komen. Aan de orde is: Art. 5. Onderhoud der lantaarns en verdere koeten der verlichting, geraamd op f 21009. De heer Glinderman wjjst op het gevaar dat verbonden is aan de slechte verlichting bg het tramem placement aan den Tienen wal, voor het trampersoneel en anderen. De Voorzitter zegt dat hier op gelet zal worden. Hierna volgt: Hfdst. V. Kosten der plaatseljjke gezondheidspolitie, totaal f 35521,06*/»- Art. 3. Kosten wegens bet ophalen van haardasch en vuilnis, geraamd op f 34862. De Voorzitter zegt in stemming te zullen brengen de voorgestelde verhooging van hst salaris van den adjunct-directeur der gemeente-reiniging met f 50. Het voorstel wordt o? dezelfde gronden als dat tot verhooging der wedde van den opzichter der plantsoenen met 7 tegen 6 stemmen verworpen. Deze post wordt dus met f50 verminderd. De heer Bosman wjjst er op dat in meer dan één sectie voor het vervoer der tonnen, motorboten zgn aan bevolen. Tegenwoordig is 't transport zeer langzaam, wat niet aangenaam is. B. en W. zgn van meening dat motorrijtuigen beter aan het doel zullen beantwoorden. Doch het rjjden is duur. Gnzegd is dat met vorst motor booten geen dienst zullen kannen doen. Spr. meent dat dit voor motorwagens bjj dikke sneeuw hetzelfde is. De Voorzitter gelooft dat wat de kosten betreft, deze vtjjwel geijjk zullen zgn. Er zgn echter veel wjjken waar men met de booten niet kan komen. Daarom zal men eren goed paarden mosten houden. Da heer Bosman meent dat men niet alle paarden behoeft te houden. Huurpaarden zjjn er tooh ook nog als dit voor den winter noodig mocht bljjken. Spr. weet wel dat men niet op allle plaatsen in de stad kan komen, maar toch wel de geheele stad rond. De heer de Groot acht een proef zeer gewenscht. Men zou die evenwel tegeljjk kunnen nemen met een motorboot en een motorwagen, dan is de proef vollediger. Spr. vraagt of er zulke motorwagens zgn? De Voorzitter antwoordt dat bg onderzoek bleek dat zjj te krjjsen zjjn, doch zeer kostbaar zgn. De heer Van Bujjsen acht ook motorvaartuigen voordeelig en motiveert dit. De Voorzitter begrjj; t niet dat er paarden gemist zullen kunnen worden. De heer Glinderman acht motorbooten niet finan cieel voordeeliger, maar wel beter, wat betreft vlug tran sport en hygiëne. De heer Bosman wjjst op het onhygiënische van motorrjjtugen. Ook de besr Vonk wjjst op bet eneller en beter ver voer door motorbootns. Hierna wordt aangenomen de uitnoodiging van den heer Bosman aan B. en W. om een onderzoek in te stellen naar de weaschiljjkheid van de aanschaffing van motor booten voor tonnenvervoer. De heer Cohen Stuart betuigt zgn voldoening over bet plan van B. en W. om bet denkbeeld van eens wsschinrichting voor de werklieden van den gemeante- reinigiegsdienst te overwegen. De heer Uitenbosoh wjjst op de stiefmoederlijke behandeling van den Omval, als deel van onze gemeent*. De reinigingsdienst komt er slechts bjj hooge uitzondering. Hat is zeer gewenscht dat geregeld iemand het vuil daar weghaalt. Ook de verlichting is er treurig. Den Voorzitter was dit niet bekend. Een onder zoek zal worden ingesteld. De heer Bosman vraagt ef de bewoners daar e<"n goed tonnen belasting betalen en of deze tonnen tebboa r De Voorzitter zegt, dat, indien ze geen tonnen hebben, ook geen belasting betaald behoeft. Da heer De Groot meent dat dit niet altjjd opgaat. De ervaring leerde hem dat anders. De Voorzitter wjjst er op dat men afdwaalt. Art. 6. Kosten, voortvloeiende uit de toepassing der woningwet (n emotie). De heer Uitenbosch zegt dat er veel woningen zgn die afgekeurd moeten worden. Spr. heeft wel ver nomen dat de gezondheidscommissie op dit gebied ver betering <rachtte te brengen, doob heeft daarvan nog weinig resultaten gezien. De Voorzitter zegt dat zoodra en voorstel is ge daan aan de hand van een onderzoek van den gemeente- arohiteot, waaruit moet bljjken dat de woningen niet aan de gestelde ei»chen voldoen, van afkeuring sprake kan zgn, niet eerder. De heer Cohen Stuart herinnert er aan, dat de gezondheidscommissie een paar jaar geleden reeds advi seerde tot onbewoonbaarverklaring van eenige peroeelen. Door een verschil van meening met den Gsm -arohiteot welke peroeelen het eerst onder die termon vielen, had de zaak geen voortgang. De oommissie deed wat zjj kon. De heer Bosman zegt woningen te kennen, die, wilden ze goed verbeterd worden, den eigenaars veel zouden kosten. Een aansohrjjving aan dezen om her stellingen aan te brengen zou dus weinig uitwerken. Wat moet met zulke woningen gebenron Y Da Voorzitter: bljjken dorgeljjke gevallen te be staan zoo zal een voorstel worden gedaan. De heer Cohen Stuart wjjst er op dat maat regelen genomen kunnen worden door de gezondheids- commiss'o in overleg met den inspecteur van de volks gezondheid, den heer Zoetmulder. De heer Bosman: als 't dan maar gebeurt ook. Hfdst. IX. PenBioen- en wachtgelden, totaal f 13141,53. Art. 3. Bjjdrage tot het pensioenfonds voor gemeente ambtenaren en hunne weduwen en weezen, geraamd op f 10000. De heer Van Bujjeen acht het wel wat gewaagd, dezen post, die volgens advies van den wiskundigen adviseur bjj de eerste berekening gesteld was op ruim f 12000, thans vast te stellen op f 10000. Hjj vraagt daarom, of er iets tegen is dezen post pro memorie uit te trekken, daar men niet kan bepalen wat het juiste bedrag zal zgn. Daar komt nog bjj, dat spr. bjj de behasdeling der psnsioenverordening heeft gevraagd, of het niet wenscheljjk ware, om na de wjjzigingen die door den raad daarin zgn aangebraoht met betrekking tot het percentage en de vermindering van het aantal pensioengerechtigden, nog eens een nader advies in te winnen. Indien dat gedaan was, zou men beter op de hoogte zgn van dezen post. Aangenomen is, dat de gemeentebjjdrage zou worden berekend over 50 jaar. Dat is een belangrjjk punt ten opzichte dier bjjdrage. Indien men die periode uitbreidt tot 60 of 75 jaar kan dat veel verschil geven. Daarom zoo spr. alsnog B. en W. willen aanbevelen te onderzoeken welk verschil dit oplevert. Heeft de raad dat advies, dan kan men dezes post later overzien. De Voorzitter zegt, dat B. en W. wel aan dat verzoek willen voldoen, als de raad een nader advies wenscht. De heer Ter Spill gelooft niet, dat de berekening zoo gemakkeljjk is, en dat heeft B. en W. dan ook af geschrikt om te doen, wat da heer Van Bujjfeu wenschte. Bovendien zal dat nieuwe onderzoek met kosten gepaard gaan, daar de advissor voor het vastgestelde salaris, zulkB niet kan doen. Voorts hebben B, en W. zich afgevraagd, of het ook wel noodig is. Van de gemeente zal na de wjjzigingen in de pensioensverordocing zeker minder gevraagd worden, dan oorspronkeljjk was berekend. Een nauwkeurige bepaling van de bjj te dragen som zal na het verschjjnen van de eerste vjjf-jarige balans eerBt kunnen plaats hebben. Mocht de raad echter een nieuwe berekening wenschen, dan zgn B. en W. bered daaraan te voldoen, maar nogmaals wjjst spr. er op, dat een nieuwe berekening niet zoo gemakkeljjk is. De bjjdrage zal opnieuw voor 50, 60 en 75 jaren moeten worden gemaakt. De heer Van Bujjsen gelooft niet, dat de bereke ning zoo moeiljjk ral zgn. Er zal Blechts ten deele eene nieuwe berekening moeten plaats hebben. Dat zal eenig geld kosten, maar de zaak is dat wel waard. De bereke ning zal van invloed zgn op de eindbeslissing over de pensioen verordening. Voorts wjjst hjj er nog op, dat het niet onmogeljjk is, dat een catagorie ambtenaren zal wo den opgenomen in de rjjkspsneioenregeling en met het oog daarop acht hjj een langen termjjn, waurvoor de gemeente het tekort bjjdraazt, gewenscht. De Voorzitter had een andere voorstelling van de zaak dsn do heer Van Bujjsen. Da tweede lezing van de verordening zou, meende bjj, plaats hebban, afge scheiden van een nader wiskundig advies, omtrent de bjjdrage der gemeente. De persloenregeling en de bjjdrage van de gemeente kannen naar zgn oordeel gebrel onaf hankelijk van elkaar worden behandeld. Indien men au het bedrag vaststelt op f 10C00, dan kon het indien het, later te klein bljjkt, bjj suppletoire begrootmg verhoogd worden. Da heer Van Bujjsen meent echter dal het zeer wel mogelük is, dat de leden van den raad hunne stem over de pensioeeregelicg afhankeljjk atellen van de bjj drage tier gemeente. De Voorzitter gelooft dit niet, de raad is in be ginsel voor die pensioenregeling, anders hnd men zich al bet werk, om die pensioenregeling te ontwerpen en te behandelen kunnen besparen. De beer Ter Spill merkt op, dat de door den heer Van Buysen in de sectie gemaakte opmerking loidt; dat de post te laag is geraamd, en meer niet. Daaruit viel niet op te maken dat bet de bedo<ling was er andere porten bij te bespreken. Stelt men zich op de basis, dat de fcjjdmga ij eerste birekenirg was ruim f 12500, dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1