No. 271.
Honderd en achtste jaargang.
Zaterdag 17 Nov. 1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Groote Scheiveemarkt
Oorspronkelijke Scletseo.
ST. NICOLAAS-ETALAGE
Drogisterij de
Hinderwet.
te ALKMAAR,
Woensdag 21 November a s.
BINNENLAND^
Weelde
ADVERTENTIES.
A. PEPERKAMP—De Munk.
Firma J. SCHOUTEN A Co.
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1,Afzonderlijke nummers 3 cents.
Prijs der advertent,iën per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
LEO FAUST.
Gemengd Nieuws.
MAR K T B ER IO H T E N.
Door (leze" heb ik (le eer te .berichten, dat de
gereed Ib.
U beleefd tot een bezoek uitnoodigend.
Hoogachtend,
Firma SCHOUWENBURG.
2. Huigbronwersteeg 2Alkmaar.
Prima Lofodinscke LEVERTRAAN
in maathondende flacons.
GENUA OLIE.
DRUIVENBORSTHONING.
MELIANTHE (Borstlioning).
EMOER ZOUT en -PASTILLES.
VICHY WATER en -PASTILLES.
KINADRUPPELS.
EIKELCACAO.
AI kmaarsche Courant.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeens kennis, dat beden op de gemeente
secretarie ter visie is gelegd bet aan hen ingediende
▼erzoek met bjjlagen van Th. SLUIJTER, aldaar, om
vergunning tot het oprichten van een vernikkelinriohting,
waai in gasmotor van 10 P.K., dynamo, krasmachine ec
6 slijpmachines in het te bonwen perceel Lindelaan, w|jk
E. No. 52.
Bezwaren tegen dezeopiicbtirg kannen worden ingediend
ten raadhnize dezer gemeente, mondeling op Donderdag 29
November e.k., 's voormiddags te elf nnr en schriftelijk vóór
of op dien tgd. Gedurende drie dagen vóór gemelden
dag kan de verzoeker er hg, die bezwaren heeft ingebracht,
op de secretarie dezer gemeente van de terzake inge
komen schriftaren konnis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
15 No*. 1906. DONATH, Secretaris.
Schilderachtige cijfers.
Het buitenste niterlgk.
Ze zgn er. Als men ze maar zoeken wil. En als
men maar niet te *eel ineens geeft.
Wjj willen ze zoeken. Wjj zullen niet te *eel in eens
geven. En wg zullen trachten ons te herinneren, dat
men zelfs in cijfers geen verontschuldiging mag zoeken
om vervelend te zgn en dat men zeer wel een hoogst
ernstige zaak de vergelijkende studie der gemeente-
financiën kan bevorderen, zonder daarbjj een droef-
ernstig gezicht te trekken.
Die sohilderachtige cijfers nu gaan we zoeken in breedo
boeken en lange boeken en korte boeken en smalle boeken
en heel nette boeken en erg zoo-zoo boekjes ea velletjes,
die een dertiental Nederlandsche gemeenten jaarlijks in
September uitgeven tot meerdere stichting van den be-
lasting-betalenden stedeling.
De dertien gemeenten zgn, gerangschikt naar het aan
tal hunner zielen in 1903 (het tweede cijfer zgn de zielen
op 1». Jan. 1906. welk aantal niet vvn alle is opgegeven),
Groningen (70609 72324), Haarlem (68518 68997),
Arnhem 159759 61517), Nijmegen (47673), Dordrecht
(42994 44020), L*euwsrden (33936), Delft (32506),
's Hertogenbosch (32891 34093), Zwolle (31973),
Schiedam (27943 29227), Gouda (23552 23785),
Alkmaar (19416-20055) en Middelbnig (19206).
Dertien gemeenten, dertien begrootingen dns, dertien
boeken, die in hun verschillend uiterljjk jymboliseeren
de verscheidenheid der gemeenten. Witboeken z(jn het
uver het geheeldcch Groningen prjjkt in do kleur der
hope, de grjjze merwestad hult zich in bruine-sniker-
bruin en de stad, wier naam voor ons klinkt als de
victorie na langen strijd, komt met een blauw-grjjs-groen
gewone-boekekait-klenrtje. Ziet de ArnhemEche begroo
ting met haar twee statige zwaar pergamenten boeken
ernit als een beeld van geweldige soliditeit, de ccquelte
hoofdstad van Orerjjsel komt met een zuinig aidrukje
zonder kaft op gewoon papier. Tnsschen die twee uiter
sten liggen de anderen, Delft het dichtst bjj Arnhem,
terwijl Haarlem en den Bosch cfwjjken van het deftige
folio formaat en met bescheiden boekjes optr< den.
Groote verscheidenheid dus in vorm en klenr, grooter
verscheidenheid nog in kosten en inhoud. Vraagt d'
eene geit eente zonder blikk. n of bloozen voor een eeniga-
ring volledige begrooting plm. f 30.een ander ver
koopt een even net boek voor 50 ol 62) cent.
En de inhoud ieder die eea oogenbhk ic die boeken
beeft gekeken, wordt het groen en geel voor d" oogen
van al de cijferverwarring, die daarin te vinden is.
Geen wonder dat het centraal bureau voor de statistiek
vaak geklaagd heelt over die bontheid, welke een ver
gelijking zoo moeiljjk maakte.
VAN
IV.
Buiten scheen, alles-verheerljjkend nog de zon. Een
gloèd van volrjjp, trillend zonnelicht lag over het stads
tuintje. Het licht, wat wazig en wat zwaar al, omdat
de dag moe werd en d roomerig zich in den avond
oploste, lag tusschen het massieve duister der boouien-
schaduw opgestapeld in hooge blokken zuiver goud
topaas. Maar waar de boomen reikten hun onbewogen
kruinen, waar de klimop-begroeide schutting geestig
aflgnde tegen den goudgloed, daar werd het één
heelal, één eindeloosheid van blauw wazende, trillend
feestende, ééuwige zonnegloeiïng.
De boomen stonden, loom en mat, den naderenden
avond te wachten. Moe waren ze en verzadigd in te
drinken het dichte atmosferen-goud. In den ochtend
hadden zij gejubeld, toen zoele wind een huivering van
geluk en verfrischt ontwaken door hun twijgen joeg.
Ruischend den zang der boomen, hadden ze met hun
jong-groene b'&ren elkaar aangeroerd en zacht gestreeld.
Maar toen de zon steeg aan den hemel waarvan het
blauw verblindend werd, zwegen zjj, en dronken, eerst
gretig en gulzig-zwelgend, later zwaar en verzadigd, tot
een roes van lichtweelde doofde hun zonneverlangen en
zij slaperig en geheel willoos de twijgen lieten Afhangen
en de vergloeide blaadjes. En nu wachten zjj den avond,
die weer bewustheid brengen zou en herleving, reine
liefde en in-koelte-kussenden wind, teer-voorzichtig stree-
lend. En de klare maannacht, die hen zou doen slapen.
Midden in een klein, zwart perkje stond een bloeiend
abrikozenboompje, rose bouquet op hoogen steel
Recht rees het spichtige stammetje uit den grond, stjjl
en héél zeker mei de teere bloeisels. Dat was één pracht
en één heerlijkheid een lente-symbool. En de droom
mooie bloeisels droegen het zonnegoud, dat over het
Daar is al dadeljjk de titel. Groningen en Haarlem
iprekea voorz:chtig en juist van een outwerp-begreotiog.
Do andere gemeenten hebben het al over een begrooting
op Zwolle na, dat een »Slaat van Bsgrooting* geeft.
Laten wg nu bjj de uitgaven beginnen en dan in de
eerste plaats zien hoeveel de verschillende gemeenten
betalen voor hun collrge van B. en W., den secretaris
en den gemeente-ontvanger.
Burgera. Weths. Secret. Ontv.
Groningen f 5000 f 6400 f 4500 f 3500
Haarlem 5000 8000 4000 3500
Arnhem 5030 60C0 3600 3300
Njjmegen 4000 4000 8200 2700
Dordrecht 4500 3000 3500 2800
Leeuwarden 4500 2700 3500 2200
's Hertogenb. 3500 2400 3000 4125
Delft 4000 2400 3000 2500
Zwolle 3500 2400 30CO 2700
Schiedam 3500 3000 3000 2800
Gouda 3500 2400 3000 2200
Alkmaar 3000 1500 3000 2400
Middelburg 2500 2000 2500 2500
Voor deze plaatsen worden nu de totalen bieronder
gegeven, waarbjj wg tevens aanteekenen hoeveel iedere
ziel van de bedoelde gemeente (gerekend raar 1903)
gemiddeld te dragen heeft in de salarissen van zgn
burgemeester, wethouders, gemeente-secretarissen en ge
meente-ontvanger.
totaal per hoofd der
bevolkirg (in centen)
Gron. f 19,400 27 4
Haarl. 20,500 29,9
Arnh. 17,900 29.9
Njjm. 13,900 29.1
Dordt. 13,800 32.-
Laeuw. 12,900 88.—
'a Hertog. 13,025 39.6
Delft 11,900 36.6
Zwolle 11,600 36 2
Schied. 12,300 44.
Gouda 11,100 47.1
Alkm. 9,900 50.9
Middelb. 9,500 49.4
Groningen draagt zgn dagelijksoh bestuur dus het ge-
gemakkelijkst, de kleinere steden veel moeielijker, Alk
maar, dat pas al deze functionarissen heeft vopgeslagen*,
het zwaarst. Opmerking verdient nog. dat behalve Alkmaar
ook Leeuwarden (met f 1000) en Zwolle (met f 500)
dit jaar het trsetement van den bu'gemeester verhoo-d
hebben. Ook is bet opvallend dat r zoo weinig variatie
is in de salissan der secretarissen, terwjjl daarentegen
de ontvangers zooveel mogeljjk variatie hebben.
Een volgenden keer meer.
Men schrijft ons uit Groningen
Opnieuw is Groningen in twee kampen verdeeld.
Opnieuw komen van links de mannen van de kunst
met ernstige gezichten gaande in den rythmus van
een plechtige, rijk geïnstrumenteerde muziek.
En van rechts komt de greotere menigte, slaande
met koffie- en theelepels in de kopjes en zingend het
krijgsgezang van koetjes ea kalfjes.
Of duidelijkeria de Harmonie want de dishar
monie is natuurlijk weer ontstaan in onze onvolprezen
Harmonie willen de vurige muziekliefhebbers ernstige
muziek en gewijde stilte, terwijl de anderen thee- en
koffiepraatjes willen met begeleiding van lepeltjesgeroffel
en mopjes met fantasieën.
Vooral die laatsten doen het hem. Men is niet on
muzikaal, men houdt van muziek. Ma r het moet niet
te erg muziek muziek worden, het moet verstroo ïng
blijven. En de fantasie van meneer zus op een opera
van meneer zoo is voor dezen het type verstrooiings-
muziek terwijl symphonieën enz. het type verrelings-
muziek zijn.
Van Anrooy is r u de man van het laatste. Men
heeft hem een zwaar examen afgenomen. Men heeft
hem een zwaar orkest gegeven. Men heeft gecomman
deerd vooruit. En dan is dit buitengewoon geniale
jongemensch, wien als niet alle voorteekenen
bedriegen een schitterende toekomst wacht als een
der grootste dirigenten van de wereld dan is deze
jonge boompje hing als een brokaten mantel, droegen
het ééndrachtig.
Verder was er niet in 't tuintje. Zwarte aarde rondom
het dunne, eigenwijze stammetje daar omheen wat
gras en een grintpad. En achterin, tegen de begroeide
schutting, de hooge boomen.
De tuindeuren stonden wjjd open. Ze hadden haar
bed zoo dicht mogeljjk erbjj geschoven, dat zjj het weg
zinken van het zonnefeest zou kunnen meemaken. Nog
straalde het echter, glorievol.
Waar zjj lag drongen de avond-stadsgeluiden tot haar
door, de geluiden die de lente ódemden. en gaven een
eigenaardigen weemoed. Kindergejoel en het droef-
klagend geschrei van een meisje, en een orgel heel,
heel in de verte. Soms een hond die blafte, een bellende
tram.
Peinzend en toch zonder scherp-omljjnde gedachten,
lag zjj op haar rug, gestrekt. Vage denking van oen
zieke, die geen pjjn meer heeft, herstellende is. Alleen
wat dolle zwakte nog verschimde haar gedachten.
Bjj het bed, heel dicht er tegen aan leunend, als een
jong veulen tegen de merrie, stond een mooie, kanten
wieg. Daarin lag nu haar kindje, haar dochtertje, het
moest vast sluimeren, want het lag nu al wel een uur
zoo stil.
De vrouw lag in het groote ledikant, plat, rochïuit,
ze mocht nog volstrekt niet overeind komen. Ze dacht
aan het kleine wezen, het teere poppetje van vleesch
en bloed, dat zjj ter wereld had gebracht, hoeveel
smarten en welke pjjnen het pekost had voordat het
kwam. En hoe verlucht ze zich nu voelde, nu alles zoo
goed gegaan was, en een volkomen rust zich over haar
n.oe lichaam had uitgespreid. Alles was nu zoo licht
in haar. Het was haai of het tuintje een gansch ander
voorkomen had dan de vorige dagen, dezen vol-rjjpen
zomer-avond, - en of het wjjsje van het orgel in de
verte veel opgewekter klonk dan anders. Was het
omdat die melodie zooveel heerljjke, mooie herinneringen
in haar wakker riep, ze wist niet waaruit ze was, die
muziek, maar ze herkende ze uit haar kostschooljaren.
Eens had ze deze wjjs gehoord, vau een heel ouden,
wit-harigen man, die haar piepte en kraste op een
versleten harmonica voor het groote hek van het
pensionaat.
Maar neen, dat was het toch niet, dat haar zoo licht
25-jarige kapelmeester aan het repeteeren e* instudeeren
gegaan met een ijver, een energie en een bekwaamheid,
die niet genoeg kunnen worden gewaardeerd.
Nu is een der vele goede eigenschappen van de
Groningers, dat ze werkelijke verdiensten weten te
waardeeren. Zij waardeeren dus Van Anrooy ten zeerste
maar ze hebben in hem een strijdbaren
muziek-engel losgelaten, die zich au ook tegen hen
keert en eerbied eischt, niet alleen voor zioh zelf,
maar ook voor zgn kunst.
En daar zitten wij nu met ons 23-henderden Wij
willen een prastje met wat muziek en wij krijgen zoo
véél en zoo goede muziek, dat het praatje onmogelijk
wi rdt. Wij willen societeits-concerten een nieuw
woord uit de Poststraat te Groningen; in onze ij delheid
om het alles maar rijk te hebben stellen wij een veel
te goeden dirigent en veel te veel en te goede musici
aan en ziet, men neemt al onze geldelijke offers
au sérieux en geeft ons meer en beter dan wij gevraagd
hadden, geeft ons inderdaad „waar voor ons geld," die
wij in den grond liever niet hebben.
Esn allergekst gevsl
Wat nu? Esn student maAt 1.1. Zondag grapjes tjjdens
de muziek. Van Anrooy ergert zich en stelt het publiek
in een grëxtempereerde redevoering voor de keus»bjj
(het studentje) weg of ik weg?«
Bestuursleden snellen toe rn sutsen. Het publiek kookt
van verontwaardiging, gedeeltelijk tegen het studentje,
gedeeltelijk tegen Van Anrooy. Enkele bestuursleden
raken daarop over aan de kook tegen Van Anrooy.
En nu spant het en sist het en woelt het in onze Har
monie als in een echte Heksenketel. Zal de uitbarsting
Van Anrooy eruit werpen en hoe zullen wg dan voort
sukkelen of zal de jonge dirigent gelouterd, met meerdere
eere en met een f 600 meer salaris (hg verdient na
eigenlgk maar f 1800) uit den 'ketel te voorschijn komen
ziedaar onze vraag van den dag. Of zal men eindsljjk
bemerken dat men moet kiezen of deelen óf béélemaal
muziekinstituut, óf héélemaal sociëteit
Wie zal bet zeggen
Er is nog zoo'n onopgeloste vraag van len dag hier,
die oö8 pasrimeert: gaat de heer J. E. Schollen, de
bekende groot-industrieel, die korten tgd geleden ;b-t
onmiddellijke gezag over zjjn vele fabrieken van
welke hjj er enkele op coöperatieven grondslag heeft ge
vestigd aan zgn zoon en schoonzoon en aan onder
directeuren heeft overgedragen, onze stad verlaten Het
is o.a. daarom een niet oninteressante kwestie, omdat
de stede.jjke belasting een heel ander aanzien zou krjjgen,
als zyn respectabel aandeel weg viel.
Doch een oplossing van da vraag i3 er ook hier voor-
h' nds niet. weten wg slechts zeker, dat de heor
Sctaolten zgu zetel in de Eerste Kamer gaat verlaten en
dat er alle kans is, dat men op dien zetel dan later de
figuur van onzen zoer hoog grwaardeerden burgervader,
jhr. mr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, zal vinden.
Ea dat deze zoo bekwame en energieke, maar toch vrien
delijke, ja bescheiden man daar op zjjn plaats zal wezen
er zgn er hier maar heel weinigen, van welke politieke
partjj ook, die daaraan twijfelen.
Och, eenlge kinderen.
Onlangs besprak men in een gezelschap het lot der
>eenige kinderent. Dat was in menig opzicht droef, zoo
meende men.
Ja, zjj hebben geen kaïs om ooit beroemde menschen te
worden. Onder de groote figures in de beschavingsgeschie
denis ken ik er niet een, die eenig kind wan, zeide een
der aanwezigen. De uitspraak leek ons wat boud, te meer
omdat er onder die groote figuren vele zgn, dm met den
fatsoenlijken burgerlijken stand eenigszins op gespannen
voet s'aas.
Wjj sloegen eens na, op goed geluk af, zonder sy:eein.
Ea zie bier ons resultaat.
Bismarck, Boothoven, Boeihave, Buffon, Cola-"bus,
Cicoro, Darwin, Goothe, Gladstore, Hals. Hegel, Kant,
dr. A. Knyper, Luther, Lodewgk XIV, Mozart, Milton,
Michel Anprelo, Mol è-s, Napoleon, Nietzsche, Newton,
Peter de Groote, Raysdael, Rembrandt, Rabsns, M. de
Rnyter, Geor.e Sand, SbaksBpeare, Schiller, Stephenson,
Turerno, Titiaao, Voltaire, Richard Wagner, Wellington
en Washington, allen hadden broers en zusters.
Shakespaere, Molière en Kant een trio dat zeer
en zoo gelukkig maakte. Want het orgel hield op met
spelen, en toch bleef haar stemming, ja, werd zelfs
hoe meer de schemering viel, hoe langer, hoe jubelender.
In het wiegje lag het rose kindje. Lang uitgestrekt
kon ze niet over den met kant verschuimden rand
kjjken. Maar ze wist dat het er lag, en vaak, als
haar oogen even dichtgleden van lichte vermoeienis, na
zooveel waken en pijnvolle afmatting zag ze het ook.
Ze tag het kindje lachen, en ze tag de kleine mollige
armpjes verlangend zich uitstrekken als om haar te
omhelzen.
Half wakend toch nog, droomde ze van het kleine
kindje. Het was groot nu geworden, een dochter die
alle menschen haar benijdden. Ze wandelde met haar
in het bosch, ging winkelen in de stad. Haar dochter
had eenvoudige, smaakvolle kleeren aan en de herstel
lende vrouw in het bed, tag reeds haar lief, zoo innig-
mooi gezichtje. Ze zouden samen het huishouden doen,
ze zouden samen heel veel lezen, samen zingen en
pianospelen alles zouden ze als twee vriendinnen
samen doen.
Thans werd ze wakker met een schrik. Er had een
kreet uit het wiegje gekloaken, een kleine, zwakke
kreet van nog niet geoefend keeltje en slaperig, zware
longetjes. Maar onmiddellijk was de pleegzuster, die
stil wat in 't tuintje had zitten lezen, er hij en reikte
de moeder het lichte, rose kindje.
»'t Is weer uw tijd, mevrouwtje.*
Zjj gat haar dochtertje de borst en terwjjl de zuster,
geruischloos als zweefde zjj, weer naar haar stoel terug
keerde en zacht de blaadjes omsloeg van het leesboek,
dat was dichtgevallen, zooeven. zong ze stil een liedje.
En opeens klonk haar lichte stem
ïKan u nog wel zien, zuster Het werdt al zoo donker
»0 best l Mjjn oogen zjjn zoo goed
Zjj zwegen weerde moeder neuriede nu ook niet
langer; het kleine lijfje, licht rustend tegen haar borst,
zoog en zoog, met klokkend geluidje.
Het was de apotheose van het moeder-geluk. Die
stralende, jonge moeder, wier hoofd lei, nog wat bleek,
op de dikke bruine haren die zich wjjd uitvloeiden over
het witte kussen; het kindje naast haai. tegen haar
aan, zacht omstrengeld door haar smalle, tengere handen.
De zuster, eenvoudig in 't zwart met blauwe schort,
op den gemakkeljjken stoel bjj de open tuindeuren, j
zeker no. al meetelt hadden er zelfs ieder tien.
Ea tegenover die allen vonden wg maar één eenig
kind: Adam Smith, de grondlegger der liberale economie.
Alkmaar, 16 Nov. Aangevoerd 297 stapels wegende
134.660 kilogrammen. Kleine kaas f 32.—, commissie
f 32.50. Middelbare f 82.50,
Broek op Langedijk 16 No*. Heden werden besteed
voor: Bloemkool le soort 0.— a*0—2e soort f 1.— a
2.-, Reuzetbloemkool f 4.— a 9.75, Roode kool f 2.50
a 4,—, Gele kool 2,— a 4.—, Witte kool f 3.— a 6.—,
Koolnpen f 1,a 1 75, Nap (kleine uien) f 0.— a0.
Uien f 1.10 a 1,20, Bieten 3,— u 4,—.
Hoobk, 9 Nov. Aangev/ 438'jvette sohapen f 26 a 31.
vette lammeren f 20 a 2,6— 34 vette koeien f 200
a 350, 173 vette vakens f 0.44 "a 0.49 p. K g.
Handel vlug.
Hoorn, 16 Nov. Heden werden besteed": Blauwe aard
appelen f 0.65 a 0.70, Appelgn f 1 50 a 2 60, Peren f 1.—
a 1.40.
Aftlagvereeniging Purmekend, Beemstïr en omstre'. en
Op de afslagmarkt werd den 15 Nov. verhandeld
spruitjes f 0.41 a 0.60 p. dubbele mand, boerenkool
9 a 11 ot. p. dubb. mand bloemkool 41/, a 8l/j ct. p.
stuk, selderie 21/, p. bos, andgvie 35 ot.ip. 100.
Handel vlag.
Staion Noordscharwoüde 16 November.
Aangevoerd 26000 stuks kool.
Roode kool le soort f 3,50 a f 4,—, 2e soort f 3,
a 3,25, kleinere f 2,25 a 2,90.
Gele kool 1» soort f 350 a 3,75, 2e soort f 3,—a 3,25,
kleinere f 2,60 a 2,90.
Uien f 1,10 a 1,20, p. 50 K.g.
Dameshandwerken.
HOTEB8VBAAT.
Telefooo 198.
zittend te lezen. Enjils achtergrond het tuintje, dat
waasdroomde na den zwoelen lentedag, wat lichte
damp uitwasemend uit atkoelende aardehet bloeiend
abrikozenboompje als een reusachtige rose bouquet; en
de thans snel vergrijzende en vergrauwende lucht, waar
een enkele ster reedsfzwak in tintelde. Nog trillend
van hitte-verrukking bereidde de hemel zich reeds weer
voor, in het afkoelend bad van schemering en van zilver
nacht-licht, op het zonnefeest van morgen.
't Kindje was wel in rechtenj(tjjd gekomen
Zoo vond hen de vader, die binnenkwam, nog bezweet
van 't snelle loopen, na zware, lange dagtaak. Hjj kwam
binnen, erg moe, maar de heerlijkheid en 't, hooge geluk
van die stille tuinkamer in avondlicht, schokten opeens
fel door hem heen. Hjj zag het en hjj wilde het, en
wist dat dit alles van hém was, geheel alleen van hèm.
Dat geen vreemde nu hier mocht binnenkomen, als hij
het niét toestond. Dat dit rijn vrouw was, zijn kind, zijn
kamer en zijn tuin en rijn geluk. En het was iets als
een gebed dat er opwelde naar zjjn oogen.
Maar hij bedwong zich. Hjj zoende zjjn vrouw, diep
voorover buigend over haar hoog, blank voorhoofd,
bukte zich onder den kap van 't wiegje en staarde een
oogenblik naar het rose gezichtje, dat stil sliep achter
de dikke oogleedjes.
In den, nu gansch in duister gehu'den tuin was da
kroon van het abrikozenboompje als een lichtende
schim. De groote boomen tegen de achterschutting ge
baarden voor den donker-aschgrauwen hemel als fan
tastische reuzen.
Toen sloot de zuster behoedzaam de deuren, ontrolde
ervoor de mat-rieten gordijnen, en stak de lamp aan.
Al haar bewegingen waren van een bedaard-zekere
voornaamheid, die tot kalmte stemde, en gaven een
groot gevoel van veiligheid alleen reeds door haar gade
t6 slaan.
En in het gouden lampschijnsel was het gesloten
vertrek nu als een schatkamer, waarin het zonlicht en
heel de weelde van d9 jonge lente waren opgeborgen
voor den nacht.