No. 271. Honderd en achtste jaargang. Zaterdag 17 Nov. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Groote Scheiveemarkt Oorspronkelijke Scletseo. ST. NICOLAAS-ETALAGE Drogisterij de Hinderwet. te ALKMAAR, Woensdag 21 November a s. BINNENLAND^ Weelde ADVERTENTIES. A. PEPERKAMP—De Munk. Firma J. SCHOUTEN A Co. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1,Afzonderlijke nummers 3 cents. Prijs der advertent,iën per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. LEO FAUST. Gemengd Nieuws. MAR K T B ER IO H T E N. Door (leze" heb ik (le eer te .berichten, dat de gereed Ib. U beleefd tot een bezoek uitnoodigend. Hoogachtend, Firma SCHOUWENBURG. 2. Huigbronwersteeg 2Alkmaar. Prima Lofodinscke LEVERTRAAN in maathondende flacons. GENUA OLIE. DRUIVENBORSTHONING. MELIANTHE (Borstlioning). EMOER ZOUT en -PASTILLES. VICHY WATER en -PASTILLES. KINADRUPPELS. EIKELCACAO. AI kmaarsche Courant. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeens kennis, dat beden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd bet aan hen ingediende ▼erzoek met bjjlagen van Th. SLUIJTER, aldaar, om vergunning tot het oprichten van een vernikkelinriohting, waai in gasmotor van 10 P.K., dynamo, krasmachine ec 6 slijpmachines in het te bonwen perceel Lindelaan, w|jk E. No. 52. Bezwaren tegen dezeopiicbtirg kannen worden ingediend ten raadhnize dezer gemeente, mondeling op Donderdag 29 November e.k., 's voormiddags te elf nnr en schriftelijk vóór of op dien tgd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker er hg, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake inge komen schriftaren konnis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 15 No*. 1906. DONATH, Secretaris. Schilderachtige cijfers. Het buitenste niterlgk. Ze zgn er. Als men ze maar zoeken wil. En als men maar niet te *eel ineens geeft. Wjj willen ze zoeken. Wjj zullen niet te *eel in eens geven. En wg zullen trachten ons te herinneren, dat men zelfs in cijfers geen verontschuldiging mag zoeken om vervelend te zgn en dat men zeer wel een hoogst ernstige zaak de vergelijkende studie der gemeente- financiën kan bevorderen, zonder daarbjj een droef- ernstig gezicht te trekken. Die sohilderachtige cijfers nu gaan we zoeken in breedo boeken en lange boeken en korte boeken en smalle boeken en heel nette boeken en erg zoo-zoo boekjes ea velletjes, die een dertiental Nederlandsche gemeenten jaarlijks in September uitgeven tot meerdere stichting van den be- lasting-betalenden stedeling. De dertien gemeenten zgn, gerangschikt naar het aan tal hunner zielen in 1903 (het tweede cijfer zgn de zielen op 1». Jan. 1906. welk aantal niet vvn alle is opgegeven), Groningen (70609 72324), Haarlem (68518 68997), Arnhem 159759 61517), Nijmegen (47673), Dordrecht (42994 44020), L*euwsrden (33936), Delft (32506), 's Hertogenbosch (32891 34093), Zwolle (31973), Schiedam (27943 29227), Gouda (23552 23785), Alkmaar (19416-20055) en Middelbnig (19206). Dertien gemeenten, dertien begrootingen dns, dertien boeken, die in hun verschillend uiterljjk jymboliseeren de verscheidenheid der gemeenten. Witboeken z(jn het uver het geheeldcch Groningen prjjkt in do kleur der hope, de grjjze merwestad hult zich in bruine-sniker- bruin en de stad, wier naam voor ons klinkt als de victorie na langen strijd, komt met een blauw-grjjs-groen gewone-boekekait-klenrtje. Ziet de ArnhemEche begroo ting met haar twee statige zwaar pergamenten boeken ernit als een beeld van geweldige soliditeit, de ccquelte hoofdstad van Orerjjsel komt met een zuinig aidrukje zonder kaft op gewoon papier. Tnsschen die twee uiter sten liggen de anderen, Delft het dichtst bjj Arnhem, terwijl Haarlem en den Bosch cfwjjken van het deftige folio formaat en met bescheiden boekjes optr< den. Groote verscheidenheid dus in vorm en klenr, grooter verscheidenheid nog in kosten en inhoud. Vraagt d' eene geit eente zonder blikk. n of bloozen voor een eeniga- ring volledige begrooting plm. f 30.een ander ver koopt een even net boek voor 50 ol 62) cent. En de inhoud ieder die eea oogenbhk ic die boeken beeft gekeken, wordt het groen en geel voor d" oogen van al de cijferverwarring, die daarin te vinden is. Geen wonder dat het centraal bureau voor de statistiek vaak geklaagd heelt over die bontheid, welke een ver gelijking zoo moeiljjk maakte. VAN IV. Buiten scheen, alles-verheerljjkend nog de zon. Een gloèd van volrjjp, trillend zonnelicht lag over het stads tuintje. Het licht, wat wazig en wat zwaar al, omdat de dag moe werd en d roomerig zich in den avond oploste, lag tusschen het massieve duister der boouien- schaduw opgestapeld in hooge blokken zuiver goud topaas. Maar waar de boomen reikten hun onbewogen kruinen, waar de klimop-begroeide schutting geestig aflgnde tegen den goudgloed, daar werd het één heelal, één eindeloosheid van blauw wazende, trillend feestende, ééuwige zonnegloeiïng. De boomen stonden, loom en mat, den naderenden avond te wachten. Moe waren ze en verzadigd in te drinken het dichte atmosferen-goud. In den ochtend hadden zij gejubeld, toen zoele wind een huivering van geluk en verfrischt ontwaken door hun twijgen joeg. Ruischend den zang der boomen, hadden ze met hun jong-groene b'&ren elkaar aangeroerd en zacht gestreeld. Maar toen de zon steeg aan den hemel waarvan het blauw verblindend werd, zwegen zjj, en dronken, eerst gretig en gulzig-zwelgend, later zwaar en verzadigd, tot een roes van lichtweelde doofde hun zonneverlangen en zij slaperig en geheel willoos de twijgen lieten Afhangen en de vergloeide blaadjes. En nu wachten zjj den avond, die weer bewustheid brengen zou en herleving, reine liefde en in-koelte-kussenden wind, teer-voorzichtig stree- lend. En de klare maannacht, die hen zou doen slapen. Midden in een klein, zwart perkje stond een bloeiend abrikozenboompje, rose bouquet op hoogen steel Recht rees het spichtige stammetje uit den grond, stjjl en héél zeker mei de teere bloeisels. Dat was één pracht en één heerlijkheid een lente-symbool. En de droom mooie bloeisels droegen het zonnegoud, dat over het Daar is al dadeljjk de titel. Groningen en Haarlem iprekea voorz:chtig en juist van een outwerp-begreotiog. Do andere gemeenten hebben het al over een begrooting op Zwolle na, dat een »Slaat van Bsgrooting* geeft. Laten wg nu bjj de uitgaven beginnen en dan in de eerste plaats zien hoeveel de verschillende gemeenten betalen voor hun collrge van B. en W., den secretaris en den gemeente-ontvanger. Burgera. Weths. Secret. Ontv. Groningen f 5000 f 6400 f 4500 f 3500 Haarlem 5000 8000 4000 3500 Arnhem 5030 60C0 3600 3300 Njjmegen 4000 4000 8200 2700 Dordrecht 4500 3000 3500 2800 Leeuwarden 4500 2700 3500 2200 's Hertogenb. 3500 2400 3000 4125 Delft 4000 2400 3000 2500 Zwolle 3500 2400 30CO 2700 Schiedam 3500 3000 3000 2800 Gouda 3500 2400 3000 2200 Alkmaar 3000 1500 3000 2400 Middelburg 2500 2000 2500 2500 Voor deze plaatsen worden nu de totalen bieronder gegeven, waarbjj wg tevens aanteekenen hoeveel iedere ziel van de bedoelde gemeente (gerekend raar 1903) gemiddeld te dragen heeft in de salarissen van zgn burgemeester, wethouders, gemeente-secretarissen en ge meente-ontvanger. totaal per hoofd der bevolkirg (in centen) Gron. f 19,400 27 4 Haarl. 20,500 29,9 Arnh. 17,900 29.9 Njjm. 13,900 29.1 Dordt. 13,800 32.- Laeuw. 12,900 88.— 'a Hertog. 13,025 39.6 Delft 11,900 36.6 Zwolle 11,600 36 2 Schied. 12,300 44. Gouda 11,100 47.1 Alkm. 9,900 50.9 Middelb. 9,500 49.4 Groningen draagt zgn dagelijksoh bestuur dus het ge- gemakkelijkst, de kleinere steden veel moeielijker, Alk maar, dat pas al deze functionarissen heeft vopgeslagen*, het zwaarst. Opmerking verdient nog. dat behalve Alkmaar ook Leeuwarden (met f 1000) en Zwolle (met f 500) dit jaar het trsetement van den bu'gemeester verhoo-d hebben. Ook is bet opvallend dat r zoo weinig variatie is in de salissan der secretarissen, terwjjl daarentegen de ontvangers zooveel mogeljjk variatie hebben. Een volgenden keer meer. Men schrijft ons uit Groningen Opnieuw is Groningen in twee kampen verdeeld. Opnieuw komen van links de mannen van de kunst met ernstige gezichten gaande in den rythmus van een plechtige, rijk geïnstrumenteerde muziek. En van rechts komt de greotere menigte, slaande met koffie- en theelepels in de kopjes en zingend het krijgsgezang van koetjes ea kalfjes. Of duidelijkeria de Harmonie want de dishar monie is natuurlijk weer ontstaan in onze onvolprezen Harmonie willen de vurige muziekliefhebbers ernstige muziek en gewijde stilte, terwijl de anderen thee- en koffiepraatjes willen met begeleiding van lepeltjesgeroffel en mopjes met fantasieën. Vooral die laatsten doen het hem. Men is niet on muzikaal, men houdt van muziek. Ma r het moet niet te erg muziek muziek worden, het moet verstroo ïng blijven. En de fantasie van meneer zus op een opera van meneer zoo is voor dezen het type verstrooiings- muziek terwijl symphonieën enz. het type verrelings- muziek zijn. Van Anrooy is r u de man van het laatste. Men heeft hem een zwaar examen afgenomen. Men heeft hem een zwaar orkest gegeven. Men heeft gecomman deerd vooruit. En dan is dit buitengewoon geniale jongemensch, wien als niet alle voorteekenen bedriegen een schitterende toekomst wacht als een der grootste dirigenten van de wereld dan is deze jonge boompje hing als een brokaten mantel, droegen het ééndrachtig. Verder was er niet in 't tuintje. Zwarte aarde rondom het dunne, eigenwijze stammetje daar omheen wat gras en een grintpad. En achterin, tegen de begroeide schutting, de hooge boomen. De tuindeuren stonden wjjd open. Ze hadden haar bed zoo dicht mogeljjk erbjj geschoven, dat zjj het weg zinken van het zonnefeest zou kunnen meemaken. Nog straalde het echter, glorievol. Waar zjj lag drongen de avond-stadsgeluiden tot haar door, de geluiden die de lente ódemden. en gaven een eigenaardigen weemoed. Kindergejoel en het droef- klagend geschrei van een meisje, en een orgel heel, heel in de verte. Soms een hond die blafte, een bellende tram. Peinzend en toch zonder scherp-omljjnde gedachten, lag zjj op haar rug, gestrekt. Vage denking van oen zieke, die geen pjjn meer heeft, herstellende is. Alleen wat dolle zwakte nog verschimde haar gedachten. Bjj het bed, heel dicht er tegen aan leunend, als een jong veulen tegen de merrie, stond een mooie, kanten wieg. Daarin lag nu haar kindje, haar dochtertje, het moest vast sluimeren, want het lag nu al wel een uur zoo stil. De vrouw lag in het groote ledikant, plat, rochïuit, ze mocht nog volstrekt niet overeind komen. Ze dacht aan het kleine wezen, het teere poppetje van vleesch en bloed, dat zjj ter wereld had gebracht, hoeveel smarten en welke pjjnen het pekost had voordat het kwam. En hoe verlucht ze zich nu voelde, nu alles zoo goed gegaan was, en een volkomen rust zich over haar n.oe lichaam had uitgespreid. Alles was nu zoo licht in haar. Het was haai of het tuintje een gansch ander voorkomen had dan de vorige dagen, dezen vol-rjjpen zomer-avond, - en of het wjjsje van het orgel in de verte veel opgewekter klonk dan anders. Was het omdat die melodie zooveel heerljjke, mooie herinneringen in haar wakker riep, ze wist niet waaruit ze was, die muziek, maar ze herkende ze uit haar kostschooljaren. Eens had ze deze wjjs gehoord, vau een heel ouden, wit-harigen man, die haar piepte en kraste op een versleten harmonica voor het groote hek van het pensionaat. Maar neen, dat was het toch niet, dat haar zoo licht 25-jarige kapelmeester aan het repeteeren e* instudeeren gegaan met een ijver, een energie en een bekwaamheid, die niet genoeg kunnen worden gewaardeerd. Nu is een der vele goede eigenschappen van de Groningers, dat ze werkelijke verdiensten weten te waardeeren. Zij waardeeren dus Van Anrooy ten zeerste maar ze hebben in hem een strijdbaren muziek-engel losgelaten, die zich au ook tegen hen keert en eerbied eischt, niet alleen voor zioh zelf, maar ook voor zgn kunst. En daar zitten wij nu met ons 23-henderden Wij willen een prastje met wat muziek en wij krijgen zoo véél en zoo goede muziek, dat het praatje onmogelijk wi rdt. Wij willen societeits-concerten een nieuw woord uit de Poststraat te Groningen; in onze ij delheid om het alles maar rijk te hebben stellen wij een veel te goeden dirigent en veel te veel en te goede musici aan en ziet, men neemt al onze geldelijke offers au sérieux en geeft ons meer en beter dan wij gevraagd hadden, geeft ons inderdaad „waar voor ons geld," die wij in den grond liever niet hebben. Esn allergekst gevsl Wat nu? Esn student maAt 1.1. Zondag grapjes tjjdens de muziek. Van Anrooy ergert zich en stelt het publiek in een grëxtempereerde redevoering voor de keus»bjj (het studentje) weg of ik weg?« Bestuursleden snellen toe rn sutsen. Het publiek kookt van verontwaardiging, gedeeltelijk tegen het studentje, gedeeltelijk tegen Van Anrooy. Enkele bestuursleden raken daarop over aan de kook tegen Van Anrooy. En nu spant het en sist het en woelt het in onze Har monie als in een echte Heksenketel. Zal de uitbarsting Van Anrooy eruit werpen en hoe zullen wg dan voort sukkelen of zal de jonge dirigent gelouterd, met meerdere eere en met een f 600 meer salaris (hg verdient na eigenlgk maar f 1800) uit den 'ketel te voorschijn komen ziedaar onze vraag van den dag. Of zal men eindsljjk bemerken dat men moet kiezen of deelen óf béélemaal muziekinstituut, óf héélemaal sociëteit Wie zal bet zeggen Er is nog zoo'n onopgeloste vraag van len dag hier, die oö8 pasrimeert: gaat de heer J. E. Schollen, de bekende groot-industrieel, die korten tgd geleden ;b-t onmiddellijke gezag over zjjn vele fabrieken van welke hjj er enkele op coöperatieven grondslag heeft ge vestigd aan zgn zoon en schoonzoon en aan onder directeuren heeft overgedragen, onze stad verlaten Het is o.a. daarom een niet oninteressante kwestie, omdat de stede.jjke belasting een heel ander aanzien zou krjjgen, als zyn respectabel aandeel weg viel. Doch een oplossing van da vraag i3 er ook hier voor- h' nds niet. weten wg slechts zeker, dat de heor Sctaolten zgu zetel in de Eerste Kamer gaat verlaten en dat er alle kans is, dat men op dien zetel dan later de figuur van onzen zoer hoog grwaardeerden burgervader, jhr. mr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, zal vinden. Ea dat deze zoo bekwame en energieke, maar toch vrien delijke, ja bescheiden man daar op zjjn plaats zal wezen er zgn er hier maar heel weinigen, van welke politieke partjj ook, die daaraan twijfelen. Och, eenlge kinderen. Onlangs besprak men in een gezelschap het lot der >eenige kinderent. Dat was in menig opzicht droef, zoo meende men. Ja, zjj hebben geen kaïs om ooit beroemde menschen te worden. Onder de groote figures in de beschavingsgeschie denis ken ik er niet een, die eenig kind wan, zeide een der aanwezigen. De uitspraak leek ons wat boud, te meer omdat er onder die groote figuren vele zgn, dm met den fatsoenlijken burgerlijken stand eenigszins op gespannen voet s'aas. Wjj sloegen eens na, op goed geluk af, zonder sy:eein. Ea zie bier ons resultaat. Bismarck, Boothoven, Boeihave, Buffon, Cola-"bus, Cicoro, Darwin, Goothe, Gladstore, Hals. Hegel, Kant, dr. A. Knyper, Luther, Lodewgk XIV, Mozart, Milton, Michel Anprelo, Mol è-s, Napoleon, Nietzsche, Newton, Peter de Groote, Raysdael, Rembrandt, Rabsns, M. de Rnyter, Geor.e Sand, SbaksBpeare, Schiller, Stephenson, Turerno, Titiaao, Voltaire, Richard Wagner, Wellington en Washington, allen hadden broers en zusters. Shakespaere, Molière en Kant een trio dat zeer en zoo gelukkig maakte. Want het orgel hield op met spelen, en toch bleef haar stemming, ja, werd zelfs hoe meer de schemering viel, hoe langer, hoe jubelender. In het wiegje lag het rose kindje. Lang uitgestrekt kon ze niet over den met kant verschuimden rand kjjken. Maar ze wist dat het er lag, en vaak, als haar oogen even dichtgleden van lichte vermoeienis, na zooveel waken en pijnvolle afmatting zag ze het ook. Ze tag het kindje lachen, en ze tag de kleine mollige armpjes verlangend zich uitstrekken als om haar te omhelzen. Half wakend toch nog, droomde ze van het kleine kindje. Het was groot nu geworden, een dochter die alle menschen haar benijdden. Ze wandelde met haar in het bosch, ging winkelen in de stad. Haar dochter had eenvoudige, smaakvolle kleeren aan en de herstel lende vrouw in het bed, tag reeds haar lief, zoo innig- mooi gezichtje. Ze zouden samen het huishouden doen, ze zouden samen heel veel lezen, samen zingen en pianospelen alles zouden ze als twee vriendinnen samen doen. Thans werd ze wakker met een schrik. Er had een kreet uit het wiegje gekloaken, een kleine, zwakke kreet van nog niet geoefend keeltje en slaperig, zware longetjes. Maar onmiddellijk was de pleegzuster, die stil wat in 't tuintje had zitten lezen, er hij en reikte de moeder het lichte, rose kindje. »'t Is weer uw tijd, mevrouwtje.* Zjj gat haar dochtertje de borst en terwjjl de zuster, geruischloos als zweefde zjj, weer naar haar stoel terug keerde en zacht de blaadjes omsloeg van het leesboek, dat was dichtgevallen, zooeven. zong ze stil een liedje. En opeens klonk haar lichte stem ïKan u nog wel zien, zuster Het werdt al zoo donker »0 best l Mjjn oogen zjjn zoo goed Zjj zwegen weerde moeder neuriede nu ook niet langer; het kleine lijfje, licht rustend tegen haar borst, zoog en zoog, met klokkend geluidje. Het was de apotheose van het moeder-geluk. Die stralende, jonge moeder, wier hoofd lei, nog wat bleek, op de dikke bruine haren die zich wjjd uitvloeiden over het witte kussen; het kindje naast haai. tegen haar aan, zacht omstrengeld door haar smalle, tengere handen. De zuster, eenvoudig in 't zwart met blauwe schort, op den gemakkeljjken stoel bjj de open tuindeuren, j zeker no. al meetelt hadden er zelfs ieder tien. Ea tegenover die allen vonden wg maar één eenig kind: Adam Smith, de grondlegger der liberale economie. Alkmaar, 16 Nov. Aangevoerd 297 stapels wegende 134.660 kilogrammen. Kleine kaas f 32.—, commissie f 32.50. Middelbare f 82.50, Broek op Langedijk 16 No*. Heden werden besteed voor: Bloemkool le soort 0.— a*0—2e soort f 1.— a 2.-, Reuzetbloemkool f 4.— a 9.75, Roode kool f 2.50 a 4,—, Gele kool 2,— a 4.—, Witte kool f 3.— a 6.—, Koolnpen f 1,a 1 75, Nap (kleine uien) f 0.— a0. Uien f 1.10 a 1,20, Bieten 3,— u 4,—. Hoobk, 9 Nov. Aangev/ 438'jvette sohapen f 26 a 31. vette lammeren f 20 a 2,6— 34 vette koeien f 200 a 350, 173 vette vakens f 0.44 "a 0.49 p. K g. Handel vlug. Hoorn, 16 Nov. Heden werden besteed": Blauwe aard appelen f 0.65 a 0.70, Appelgn f 1 50 a 2 60, Peren f 1.— a 1.40. Aftlagvereeniging Purmekend, Beemstïr en omstre'. en Op de afslagmarkt werd den 15 Nov. verhandeld spruitjes f 0.41 a 0.60 p. dubbele mand, boerenkool 9 a 11 ot. p. dubb. mand bloemkool 41/, a 8l/j ct. p. stuk, selderie 21/, p. bos, andgvie 35 ot.ip. 100. Handel vlag. Staion Noordscharwoüde 16 November. Aangevoerd 26000 stuks kool. Roode kool le soort f 3,50 a f 4,—, 2e soort f 3, a 3,25, kleinere f 2,25 a 2,90. Gele kool 1» soort f 350 a 3,75, 2e soort f 3,—a 3,25, kleinere f 2,60 a 2,90. Uien f 1,10 a 1,20, p. 50 K.g. Dameshandwerken. HOTEB8VBAAT. Telefooo 198. zittend te lezen. Enjils achtergrond het tuintje, dat waasdroomde na den zwoelen lentedag, wat lichte damp uitwasemend uit atkoelende aardehet bloeiend abrikozenboompje als een reusachtige rose bouquet; en de thans snel vergrijzende en vergrauwende lucht, waar een enkele ster reedsfzwak in tintelde. Nog trillend van hitte-verrukking bereidde de hemel zich reeds weer voor, in het afkoelend bad van schemering en van zilver nacht-licht, op het zonnefeest van morgen. 't Kindje was wel in rechtenj(tjjd gekomen Zoo vond hen de vader, die binnenkwam, nog bezweet van 't snelle loopen, na zware, lange dagtaak. Hjj kwam binnen, erg moe, maar de heerlijkheid en 't, hooge geluk van die stille tuinkamer in avondlicht, schokten opeens fel door hem heen. Hjj zag het en hjj wilde het, en wist dat dit alles van hém was, geheel alleen van hèm. Dat geen vreemde nu hier mocht binnenkomen, als hij het niét toestond. Dat dit rijn vrouw was, zijn kind, zijn kamer en zijn tuin en rijn geluk. En het was iets als een gebed dat er opwelde naar zjjn oogen. Maar hij bedwong zich. Hjj zoende zjjn vrouw, diep voorover buigend over haar hoog, blank voorhoofd, bukte zich onder den kap van 't wiegje en staarde een oogenblik naar het rose gezichtje, dat stil sliep achter de dikke oogleedjes. In den, nu gansch in duister gehu'den tuin was da kroon van het abrikozenboompje als een lichtende schim. De groote boomen tegen de achterschutting ge baarden voor den donker-aschgrauwen hemel als fan tastische reuzen. Toen sloot de zuster behoedzaam de deuren, ontrolde ervoor de mat-rieten gordijnen, en stak de lamp aan. Al haar bewegingen waren van een bedaard-zekere voornaamheid, die tot kalmte stemde, en gaven een groot gevoel van veiligheid alleen reeds door haar gade t6 slaan. En in het gouden lampschijnsel was het gesloten vertrek nu als een schatkamer, waarin het zonlicht en heel de weelde van d9 jonge lente waren opgeborgen voor den nacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 9