Honderd en achlste jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR. EN OMSTREKEN.
No. 274.
Prijs der gewone advertentiën
WOENSDAG
21 NOVEMBER
Hinderwet.
Hinderwet.
UTationale Militie.
BINNENLAND.
opriluX.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnnuner 3
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HfiKAis, COSTER Sa ZOONVoordam O 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente
secretarie ter visie is gelegd het door hen aan H. H.
Gedeputeerde Staten dezer provincie ingediende verzoek
met bjjlagen om vergunning tot het oprichten van een
Slachthuis met toebehooren, op een terrein aan den
Helderschen weg, ten kadaster bekend gemeente Alkmaar
in Sectie C. Nes. 308 ea 304.
Bezwaren tegen dezeopriobting kunnen worden ingediend
ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Diasdag 4
December e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk
vóór of op dien tjjd. Gedurende drie dagen vóór ge-
melden dag kan een ieder, die bezwaren heeft ingebracht,
op de secretarie dezer gemeente van de terzake inge
komen schrifturen kennis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
20 Nov. 1906. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de ge
meente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen inge
diende verzoek met bglagen van Jb. PRONK, aldaar,
om vergunning tot het uitbreiden van zjjne broodbakkerij
door het oprichten van een heetelucht-oven, ter vervan
ging van den bestaanden oven, in het perceel Ridderstraat
wjjk A, No. 20.
Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden in
gediend ten raadhuize' dezer gemeente, mondeling op
Dinsdag 4 December e.k., 's voormiddags te elf uur en
schriftelijk voor of op dien tjjd. Gedurende drie dagen
voor gemelden dag kan de verzoeker en hg, die be
zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente
van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A kmaar G. RIPPING, Voorzitter.
20 November 1906. DONATH, Secretaris.
Zitting van den Militieraad.
BüEGEMlïESrail en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR, brengen ter kennis van de lotelingea dezer
gemeente van de lichting 1907, dat de zitting van den
Militieraad in het 3e dietiiot van Noord Holland zal
worden gehouden tea Raadhuize te HOORN en wel
voor zooveel de gemeente Alkmaar betref:, op Haandag
10 Uecenber 1006, des voormiddags te 10 ure.
Volgens art. 74 der Militiewet 1901 Moet in die
zitting verrcbjjnen
d" die vrijstelling verlangt wegens tiekelijke
gesteldheid ot gebreken, of wegens gemis van de gevorderde
lengte. Deze loteling moet verschenen voor den Militieraad,
binnen wiens rechtsgebied hg voor de militie heeft geloot,
tenzjj op zjjn verzoek, de heer Commissaris der Koningin
in de provincie, waarin hg heeft geloot, het verscbü&en
voor een anderen militieraad heeft toegestaan.
loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten staat
11 voor den Militieraad te verschijnen, wordt onderzocht
P'aa'8 waar I'S zich bevindt, mits deze binnen
het Rjjk gelegen zjj.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
RIPPING, Voorzitter.
20 Nov. 1906. DONATH, S cretaris.
Tweede Kasacr.
Gisteren werden verder de artikelen van de Indische
Be?rooting behandeld.
Bjj afd.74 zei de Minister van K o 1 o n i n (Je
heer Fock) dat hg zich niet kan vereenigen met het
betoog van den heer S. van den Bergh (Rotterdam) over
ae wenschelgkheid van de oprichting van een departe
ment voor de gouvernementsbedrjjven, waaronder dan
ook het zoutmonopolie zon moeten gebracht worden. De
cgfers der zontbriketteering over 1904 schijnen gunstig,
maar die over 1905 znllen wel minder gunstig zijn. De
minister trachtte eerder het betoog van den heer van
den Bergh te weerleggen en verdedigde de cjjfers, in de
Memorie van Antwoord gegeven en waaromtrent men
had beweerd, dat ze dsn waren toestand niet zouden
weergeven.
De heer van den Bergh (L.-U Rotterdam I) zette
ifln standpunt nader uiteen en bleef van meening, dat
de medegedeelde cgfers van veel te ongunstigen aard
zgn. De zontbriketteering is geslaagd, dat mag met ge
rustheid worden gezegd.
Bjj de 6s afde.ling besprak de heer Bogaardt (K.
Breda) de oprichting van een gouvernements suikei fabriek
m inüië en verwies hiervoor naar do door hem ingediende
f° u' l[0 samengesteld na deskundige adviseurs
6 gehoord. Spr. bestreed de meening, als zou
zgn voorstel in strgd zgn met de Suikeroonventie. Tron-
»«n8' 6 ™lllis''er ttoet ieder geval het advies inwin-
7
toftJïïï K°' (S-D' "i M voorstel
Bjj afd. 94 verklaarde de heer IJ z r m m t
Amsterdam ÏV) teleurgesteld te zgn met het antloord
van den Minister, omtrent de opriohting van een Techni
tl™0*1 t6 a8°0rabajal °lk bevordert men
tegenwoor ig de ontwikkeling van Indië, behalve op
D Minister antwoordde, dat de Indische adviseurs
het niet gewenscht oordeelen, reeds nu tot de oprichtirg
over te gaan. Er iB momenteel nog niet voldoende
reden voor.
Dj heer van Deventer (V.-D. Amsterdam IX;
sloot zsch^ bjj het betoog van den heer IJzerman aan.
De Minister bleef van meening, dat een school
voor theoretisch onderwijs op dit oogenblik nog niet
urgent is.
Bjj afd. 96 wees de heer van K o 1 er op, dat de
kaart, aangevende de gebieden der irrigatie-werken op
Java en Madoera onvolledig is. De irrigatiewerken door
inlanders aangelegd, staan er niet op. Verder drong spr.
er op aan, wat meer aandacht te vestigen op de kleinere
irrigatiewerken en niet alleen aan de groote, en aan ver
meerdering van irrigatie-afdeelingen. Ook op een alge
meen irrigatieplan bleef spr. aandringen en voorts op
een onderzoek naar do mogelijkheid van irrigatie in som
mige streken van de buitenbezittingen. Hjj vraagt over-
legging van de rapporten en adviezen, uitgebracht over
het wegnemen van djjkeu in Demak.
Do heer van Deventer betoogde de noodzakelijk
heid van voortgang der irrigatie-werken aan de band
van de rapporten der ingenieurs der waterstaat.
De Voorzitter Jhr, Röel, deed opmerken, dat
deze week onvermjjdeljjk de agenda zal uoeten sfl jopen,
zoodat wanneer de stand van zaken dit noodig mocht
maken, hg Donderdag zal voorstellen ook Z terdag te
vergaderen, 's Voorzitters bedoeling is 't, om zoo mogeljjk
deze week nog te beginnen met de Algemeene beschou
wingen over de Staatsbegrooting, omdat, wanneer deze
eerst a.s. Dinsdag zonden beginnen, wjj slechts drie dagen
vooruit zouden zgn in vergelijking met het vorige jaar
Da Minister van koloniën zei gaarne de
omtrent de irrigatiën gegeven wenken ter harte te nemen
en aan de Iidisohe regeering kenbaar te maken. Voor de
ongelukkige streek van O.mak zal gedaan warden wat
mogeljjk is.
Met de opleiding van inlandseh personeel zal worden
voortgegaan. De Minister voelde evenals de heer Van
Kol veel voor kleine irrigatiewerken. In de richting van
een zelfstandige irrigatie-afdeeling wordt gestreefd. Ook
in de Buitenbezittingen zullen kleine irrigatiewerken
worden aangelegd. Ia de Gajoe-landen zal gezorgd wor
den, dat de heerendiensten niet te zwaar zullen drukken.
Bjj de afdeeliug 103 (Postergen en Telegrafie) deelde
de Minister van koloniën mee, dat bjj 16 No
vember l.h een schrjjven heeft ontvangen van de heeren
Delprat en Wackers, houdende mededeeling dat zjj voor
de uitvoering van hun plan voor draadlooze telegrafie
thans voor het noodige kapitaal verzekerd zgn zoodat zjj
thans tot uitvoering kunnen overgaan zonder geldeljjken
steun van het Gouvernement. Derhalve vragen zjj alsnog
concessie voor hun onderneming.
De heer Dolk (U.-L. 's G avenhage II) zegt dat als
men de heeren Delprat en Wackers een oonoessie geeft
men de consequentie zal moeten aanvaarden, dat eenmaal
de concessie in handen eener groote wereldmaatschappjj
veraakt. Ten aanzien der toezegging van de concessie
aanvragers waarschuwde spr. tegen de groote verwach
tingen. Spr. stelde ten slotte de volgende motie voor
De Kamer, vertrouwende, dat alleen dan conesssie zal
worden verleend voor de opriohting van stations voor
draadlooze telegrafie in I die, wanneer de voorwaarden
dezer concessie geheel in overeenstemming zgn met de
daaromtrent in 1904 door de Rageering gedane mede
deelingen,
gaat over tot de orde van den dag.
Deze motie zal later worden behandeld.
De heer Ter Laan (S.-D. Hoogezand) kwam op
tegen den portvrjjdom aan het tjjdBchrift Bintung Hindia
verleend; bjj achtte dien in strjjd met de wet. Voorts
bespreekt hg de post-toestandeo in Idië en de veelvul
dige klachten, vooral van de Indische pers. Er is gien
voldoende personeelspoed en nauwgezetheid laten veel
te wenschen. Het personeel wordt slecht betaald en de
werkuren zgn te lang. Niet-aangeteekende brieven raken
vaak zoek. Ook de pestwissel-dienst is gebrekkig.
De heer Bogaardt meende dat vele der klachten
overdreven zgn. Dat de traktementen te laag zgn, ont
kende spr.
De heer De Waal Malefjjt (A.-r. Breukelen)
verzocht de Rsgeering instanteljjk op geen voordeeliger
voorwaarden concessie te verleenen voor draadlooze tele
grafie dan minister Idenburg in 1904 heeft gesteld.
De heer Van Deventer was het met den heer
Ter Laan eens dat de Regeering beter had gedaan de
Bintang Bindia op andere wjjze te steunen dan door het
verleenen van portvrjjdom.
Do minister antwoordde dat de Gov.-Gjn. de
bevordering van dat bla 1 in 's lands belang acht en dus
gerechtigd is vrjjdom van port te verleenen. Waar de
Rageering het blad steunt, heeft zjj recht op eenig toe
zicht. In zake de klachten over de poaterjjen schaart da
minister zich aan de zjjde van den heer Bogaardt.
Aan de heeren Wackers en Delprat is geantwoord,
dat zjj co cessie kunnen krjjgen op de voorwaarden door
minister Idenburg gesteld. De Minister zal daarvan, wat
de groote beginselen betreft, niet afwjjken.
De heer Dolk tr.k daarop zgn motie iu
Bjj art. 105 besprak de heer Van Kol het feit,
dat de Nederl. Indische spoorwegmaatschappij geen
rechten kan doen gelden op concessie van tramljjnen
in de omgeving van Samalang en toch dien aanleg
tegenwerkt. Verder betreurt hjj het dat de staatsspoor
plotseling haar tarieven met 25 pet. heeft verhoogd.
De M i n i s t e r zei dat de maatschappjj geen eukele
voorkeur heeft en haar zal geen enkele voorkeur worden
toegestaan.
Bjj art. 109 zeide de heer Plate (L., Amsterdam IV)
dat in Indië geklaagd wordt over bemoeilijking der
industrie door de slechte regeling van het toezicht op
stoomketels.
De Minister zei, dat er zeker aanleiding is voor
klachten, maar men overdrjjve niet. Inmiddels zal spr.
doen, wat hjj kan.
Bjj de achtste afdeeling (Oorlog) besprak de heer
Thomson (U. L., Leeuwarden) de afneming van het
aantal Europeanen in het Indische leger. Hjj achtte
het een beaenkeljjk verschjjnsel. Waaruit ontstaat de
toenemende tegenzin tegen den Indischen dienst
Meent men reeds de bewaring van de inwendige rust
en de verdediging tegen het buitenland aan den inlander
te kunnen overlaten De tucht laat in verschillende
vredesgarnizoenen veel te wenschen. Is dat verschjjnsel
van bljjvenden of voorbjjgaanden aard
Er heerscht een geest van verslapping en onverschil
ligheid, ook onder het officierenkorps, van wantrouwen
in het gouvernement.
Hjj bracht daarmee in verband de buitengewone
bevordering van luitenant Christoilel tot kapitein, waarbjj
de wet ter zjjde is gesteld. Bjj zulk een exceptioneele
bevordering moeten de officieren wel zeer overtuigd zjjn
van de rechtmatigheid daarvan, anders wordt hun
rechtsgevoel geknakt. Spreker vroeg, waarom de gou
verneur-generaal nog geen gebruik heeft gemaakt van
de machtiging? Dat bewjjst, dat deze gevoelt, dat
'stands belang er zich tegen verzet. Het buiten werking
stellen der wet, om een belooning te geven, achtte spreker
volkomen ongegrond. liet rechtsgevoel van driehonderd
andere luitenants wordt daardoor beleedigd.
De heer Duymaer van Twist (A. R., Steenwjjk)
vroeg inlichtingen omtrent het weduwen- en weezen-
pensioen der militairen beneden den rang van officier.
De Minister dringe bjj de daartoe benoemde commissie
op spoed aan.
Verder pleitte hjj algemeene lotsverbetering van de
minderen. Heeft de Minister al iets gedaan om de
huwelijkm te bevorderen?
De buitengewone bevordering van luitenant Christoilel
achtte spreker een vernieuwd bewjis van de noodzakelijk
heid om de rechtspositie der Indische officieren te regelen
bjj de wet, waartoe spreker met den heer Van der Velde
een motie heeft ingediend, die nog aanhangig is. Spreker
hoopte, dat hjj omtrent die buitengewone bevordering
het noodige licht zal ontsteken, want zjj heeft groote
afbreuk gedaan aan den goeden geest onder het offi
cierenkorps.
De heer Van VI jj men (K. Veghel) drong ook
aan op een wetteljjke regeling van de rechtspositie der
Indische officieren. Hjj wenschte echter meer in 't
bijzonder te bespreken de vechtwjjze van het voetvolk
en van de maréchaussée, speciaal in Atjeh. Spreker
kwam op tegen alle noodelooze wreedheden, al is hjj
een voorstander van doortastend optreden-
De heer Ter Laan verheugde er zich over, dat er
hoe langer hoe minder Hollandsche jongens zjjn, die
lust hebben in den Indischen d enst. Klaagt de heer
Thomson over het gebrek aan tueht dan vraagt spreker
wat is daarvan de oorzaak En zjjn antwoord isde
onmenschwaardige behandeling, gebrek aan rechtszeker
heid, de slechte bezoldigingWat wordt er gedaan
voor de verheffing van het zedeljjk peil van het Indische
leger? Het personeel komt in den laatsten tjjd meer
op den voorgrond, maar men begint hiermede weer aan
't verkeerde einde. Voor verhooging van de ofüciers-
tractementen wordt f 133,000 meer uitgetrokken maar
voor de onderofficieren en hun weduwen en weezen
wordt nog niets gedaan.
Provinciale Staten van Noord-Holland.
Gisteren kwamen de Pror. Staten bjjeen.
Voorzitter was mr. G. van Tienhoven, die de zitting
met gebed opende.
Vastgesteld werd een reglement voor de Zaider Legmeer.
Voorgesteld werd een snbsidie te verleenen voor den
stoombootdienst HarlingenVlielandTerschelling.
Mr. Monthaan laakte het optreden van het hoofdbestuur
der post en telegrafie, dat een contract had aangegaan
met een ander ondernemer, bniten het gewestelijk bestuur
om, welk laatste toch het best kan weten wat noodig
is, en ook om, bniten de deskundigen, die het gebruik
van een raderboot voor de exploitatie gevaarljjk vinden.
Tegen die handeling van het hoofdbestnar der post en
telegrafie diende in deze vergadering een woord van protest
genit.
Het voorstel werd goedgekeurd.
Aan het departement Amsterdam der Maat ehappjj van
Nu verheid werd voor 1907 een snbsidie verleend van
f 350, voor een op te richten leergang voor schoenmakers-
bazen, mits Amsterdam f 550 en het rjjk f 850 geeft.
Voor de visscherjjsohool te IJmniden was voor 1906
gevraagd f 500 en voor 1907 f 1500. Gedeputeerde
Staten wilden voor 1906 niets toestaan, doch de commissie
uit da Staten, lettende op bet tekort over dit jaar van
f 650, wilds f 250 geven, mits de gemeente Velsen en
belanghebbenden de rest bjjpassen. Voor 1907 wilde de
commissie f 1500 verleenen.
Er werd besloten overeenkomstig het voorstel der com
missie.
Toegestaan werd voor de jaren 1907/9 f 100 per jaar
voor de te Marken gevestigde visscherjjechool, onder be
ding, dat het rgk f 250 en de gemeente f 25 per jaar
bgdraagt.
Voor de uitbreiding der rgkslandbouwwintersohool te
Schagen werd aan die gemeente een crediet verleend van
hoogstens f 5000.
Een mbsidie van f 800 's jaare, voor de jaren 1907/
1911, werd verleend aan de vereeniging Patronaatoom-
missie S'. Vitne te Laren, voor oen vakteekenschool, mits
Laren f 300 en het rjjk f 850 toestaat.
Voor een door de vereeniging Haeilem te Haarlem,
uit te geven beschrjjvenden Haarlemschen gevelcatalogns
w iden G;d. Staten f 250 toestaan, als Haerlem f 300
geeft. De com missie uit de Staten was verdeeld, dooh
de meerderheid oordeelde als Ged. Staten een provinciaal
belang bjj doie uitgave aanwezig.
Het voorgestelde mbsidie werd toagestran.
De vereeniging ter bostrjjding van tuberculosa te Haarlem
had een mbsidie gevraagd van f 1000.
Ged. Staten oordeelden, dat de provincie bij het toe
staan van een snbsidie zou betreden het gebied der armec-
zorg, en stelden mitsdien voor, afwjjzend op het verzoek
te beschikken.
In de commissie uit de Staten waren drie stroomingen.
Een minderheid oordeelde tnberculose-beatrjjding geen
armenzorg. Da leden dezer eerste minderheid waren van
oordeel dat de vereeniging zich op het juiste standpunt
stelt, door alle eerst te beoogen den strjjd tegen de tu
berculose als volksziekte aan te binden door maatiegeleu
te trefien, wa ardoor de ziekte zoo spoedig mogelijk wordt
herkend, den patiëaten wordt geleerd, hoe zjj zooveel
mogelgk zal zgn te voorkomen. De ziekte is naar hun
meening van dien omvang, sleept zoovele slachtoffers ten
grave, werkt zoo nadeelig door hare besmetteljjkheid,
dat hare bestrjjJing volkszaak moet zjjn en aanspraak
maken mag op steun door rjjks-, provinciale- en gemeen-
teljjke overheid. In dit verband werd door hen de aan
dacht er op gevestigd, dat de provincie Zuidholland een
vereeniging van gelgken a&rd heeft gestennd en bljjft
stennen.
De leden der tweede minderheid oordeelden dat hier
de overweging, of het al of niet behartigen van genees
kundige armenzorg op den weg der provinoie ligt, niet
al te principieel moest worden opgevat.
De meerderheid der commissie echter oordeelde, dat
de zorg voor de volksgezondheid in het algemeen, in het
bjjzonder door bet treffen van wetteljjke voorzieningen,
doch ook door geldeljjke hulp, allereerst door het rjjk
behoort te worden behartigd. En in elk geval, meende
zjj, behooide een afwjjzande beschikking op dit verzoek
te worden gegeven, omdat naar haar oordeel voor deze
vereeniging vaststaat, dat haar werkkring in hoofdzaak
ligt op het gebied van geneeskundige armenzorg en voorts
uit den aard der ziekte en uit de door de vereeniging
aangewezen, door haa" te nemen maatregelen is af te
leiden, dat zjj haar arbeid bjjna uitsluiten 1 tot patiënten
uit Haarlem en naaste omstreken zal kannen uitstrekken
eo mitsdien baar arbeidsveld loc tal begrensd is.
Mr. Bored van Hogelanden, burgemeester van Haarlem,
verdedigde het gevoelen der minderheid. Hjj vond het
gelakkig, dat de provincie de zaak der volksgezondheid
nu eens onder de oogen had te zien. Dat het hier zon
zgn armenzorg, ontkende hjj. Hst betreft hier de hygiëne,
die tot na toe werd behartigd door rgk en gemeente.
Hot rgk kan echter aan die taak niet voldoen, omdat
bet niet beschikt over voldoende ambt naren en het rgk
geen laboratoria heeft. De gemeenten zjjn er ook lang
niet alle toe in staat, sommige zgn ook onwillig. Neder
land is er das wat de hygiëne betreft, slecht aan toe
heel anders dan B-lgië en Zwitseiland. In België heeft
iedere provinoie zgn laboratorium, in Zwitserland regelt
het landsbestuur den byg'ëaiscben dienst in de kantons.
Zeker znllen de fieancieele gevolgen voor de provinoie
groot zjjn, doch dit mag haar niet terughouden van
i'iuaverleening.
Mr. 'c Hooft geloofde, dat het particulier initiatief
hier genoeg doet.
Dr. Timmer wees er op, dat de snbsidie vragende ver
eeniging veel meer deed dan voldoen aan geneesknndige
armenzorg. Zg beweegt zich door haar consultatie-bnrean,
-nr. op het terrein der volksgezondheid.
De heeren Tak, Schippers en Van Hamel bestreden
allen min of meer uitvoerig het voorstel der Ged. Staten.
De heer Hamel rapporteerde namens do meerderheid
die heeft geadviseerd tot afwijzing.
De heer Hubrecht wees er op dat als er zooveel
gratis wordt gedaan, daarvoor tooh geen subsidie noo
dig is en voorts dat de berekening van dr. Timmer,
d e tot f 10,000 kwam, volkomen afwjjsbaar is, want
de maatstaf die voor Haarlem geldt, kan men niet aan
leggen bijv. voor Kwadijk of Barsingerhorn Spr. heeft
van de heeren Tak en Van Hamel vernomen dat de
bostrjjding der tuberculose in de laatste jaren juist in
de riohting dezer vereeniging wordt gezocht, terwijl
hij ook in het werk van een gezaghebbend Duitsoh
medicus een zeer kras oordeel over de resultaten der
sanatoria heeft gevonden.
Bewijs dus dat men neg geen vast Bysteem in de
bekamping dezer volksziekte heeft gevonden. En waar
men nu de noodige zekerheid omtrent den te volgen
weg nog nie" heeft, aarzelde spr. de provincie subsidie
te doen verleenei.
Al ging spr. mee met het afwjjzend preadvies, toch
heeft deze discussie in elk geval het nut gehad dat
eenige leden van deze Staten hebben aangewezen in
welke richting men gaat moet, n. 1. in die van ver-
spreidirg van kennis omtrent den aard 3er te bestrijden
ziekte.
De heer J. A. Sillem verdedigde de voordraoht van
Ged. Staten.
Het voorstel van Ged. Staten tot af wjjzing der subsidie
werd na nog eenige discussie in stemming gebracht en
aangenomen met 45 tegen 23 stemmen.
Aangenomen werd hierop het voorstel tot af wjjzing
van een verzoek om een jaarljjksche subsidie van f 2000
toe te staan aan de Vereeniging tot oprichting en in
standhouding van een gesticht tot behandeling van
ooglgders, inzonderheid minvermogenden te Amsterdam.
Hierover had eenige bespreking plaats.
De heer Schippers drong op verschillende gronden
aan op het toestaan der subsidie.
De heer Jos. Jitta deed uitkomen dat door de inrichting
te Amsterdam al de inwoners der provincie in staat
zjjn te komen onder behandeling van specialiteiten in
oogziekten. Ook hjj meende dat de Staten de gevraagde
subsidie wel zullen moeten verleenen.
De heer Sillem, gedeputeerde was door de bei le vorige
sprekers niet in zjjn overtuiging geschokt dat de Pio-
vinciale Staten deze subsidie niet moeten toestaan. Het
voorstel tot afwjjzing der subsidie werd hierop aange
nomen met 45 tegen 19 stemmen.
Besloten werd alsnu ;tot afwjjzing van het verzoek
om eene bjjdrage in de kosten eener eierenveiling, in-
ALKMAARSCHE COURANT.