Honderd en achlste jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR. EN OMSTREKEN. No. 274. Prijs der gewone advertentiën WOENSDAG 21 NOVEMBER Hinderwet. Hinderwet. UTationale Militie. BINNENLAND. opriluX. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnnuner 3 Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HfiKAis, COSTER Sa ZOONVoordam O 9. BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het door hen aan H. H. Gedeputeerde Staten dezer provincie ingediende verzoek met bjjlagen om vergunning tot het oprichten van een Slachthuis met toebehooren, op een terrein aan den Helderschen weg, ten kadaster bekend gemeente Alkmaar in Sectie C. Nes. 308 ea 304. Bezwaren tegen dezeopriobting kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Diasdag 4 December e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tjjd. Gedurende drie dagen vóór ge- melden dag kan een ieder, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake inge komen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 20 Nov. 1906. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de ge meente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen inge diende verzoek met bglagen van Jb. PRONK, aldaar, om vergunning tot het uitbreiden van zjjne broodbakkerij door het oprichten van een heetelucht-oven, ter vervan ging van den bestaanden oven, in het perceel Ridderstraat wjjk A, No. 20. Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden in gediend ten raadhuize' dezer gemeente, mondeling op Dinsdag 4 December e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk voor of op dien tjjd. Gedurende drie dagen voor gemelden dag kan de verzoeker en hg, die be zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A kmaar G. RIPPING, Voorzitter. 20 November 1906. DONATH, Secretaris. Zitting van den Militieraad. BüEGEMlïESrail en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR, brengen ter kennis van de lotelingea dezer gemeente van de lichting 1907, dat de zitting van den Militieraad in het 3e dietiiot van Noord Holland zal worden gehouden tea Raadhuize te HOORN en wel voor zooveel de gemeente Alkmaar betref:, op Haandag 10 Uecenber 1006, des voormiddags te 10 ure. Volgens art. 74 der Militiewet 1901 Moet in die zitting verrcbjjnen d" die vrijstelling verlangt wegens tiekelijke gesteldheid ot gebreken, of wegens gemis van de gevorderde lengte. Deze loteling moet verschenen voor den Militieraad, binnen wiens rechtsgebied hg voor de militie heeft geloot, tenzjj op zjjn verzoek, de heer Commissaris der Koningin in de provincie, waarin hg heeft geloot, het verscbü&en voor een anderen militieraad heeft toegestaan. loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten staat 11 voor den Militieraad te verschijnen, wordt onderzocht P'aa'8 waar I'S zich bevindt, mits deze binnen het Rjjk gelegen zjj. Burgemeester en Wethouders voornoemd RIPPING, Voorzitter. 20 Nov. 1906. DONATH, S cretaris. Tweede Kasacr. Gisteren werden verder de artikelen van de Indische Be?rooting behandeld. Bjj afd.74 zei de Minister van K o 1 o n i n (Je heer Fock) dat hg zich niet kan vereenigen met het betoog van den heer S. van den Bergh (Rotterdam) over ae wenschelgkheid van de oprichting van een departe ment voor de gouvernementsbedrjjven, waaronder dan ook het zoutmonopolie zon moeten gebracht worden. De cgfers der zontbriketteering over 1904 schijnen gunstig, maar die over 1905 znllen wel minder gunstig zijn. De minister trachtte eerder het betoog van den heer van den Bergh te weerleggen en verdedigde de cjjfers, in de Memorie van Antwoord gegeven en waaromtrent men had beweerd, dat ze dsn waren toestand niet zouden weergeven. De heer van den Bergh (L.-U Rotterdam I) zette ifln standpunt nader uiteen en bleef van meening, dat de medegedeelde cgfers van veel te ongunstigen aard zgn. De zontbriketteering is geslaagd, dat mag met ge rustheid worden gezegd. Bjj de 6s afde.ling besprak de heer Bogaardt (K. Breda) de oprichting van een gouvernements suikei fabriek m inüië en verwies hiervoor naar do door hem ingediende f° u' l[0 samengesteld na deskundige adviseurs 6 gehoord. Spr. bestreed de meening, als zou zgn voorstel in strgd zgn met de Suikeroonventie. Tron- »«n8' 6 ™lllis''er ttoet ieder geval het advies inwin- 7 toftJïïï K°' (S-D' "i M voorstel Bjj afd. 94 verklaarde de heer IJ z r m m t Amsterdam ÏV) teleurgesteld te zgn met het antloord van den Minister, omtrent de opriohting van een Techni tl™0*1 t6 a8°0rabajal °lk bevordert men tegenwoor ig de ontwikkeling van Indië, behalve op D Minister antwoordde, dat de Indische adviseurs het niet gewenscht oordeelen, reeds nu tot de oprichtirg over te gaan. Er iB momenteel nog niet voldoende reden voor. Dj heer van Deventer (V.-D. Amsterdam IX; sloot zsch^ bjj het betoog van den heer IJzerman aan. De Minister bleef van meening, dat een school voor theoretisch onderwijs op dit oogenblik nog niet urgent is. Bjj afd. 96 wees de heer van K o 1 er op, dat de kaart, aangevende de gebieden der irrigatie-werken op Java en Madoera onvolledig is. De irrigatiewerken door inlanders aangelegd, staan er niet op. Verder drong spr. er op aan, wat meer aandacht te vestigen op de kleinere irrigatiewerken en niet alleen aan de groote, en aan ver meerdering van irrigatie-afdeelingen. Ook op een alge meen irrigatieplan bleef spr. aandringen en voorts op een onderzoek naar do mogelijkheid van irrigatie in som mige streken van de buitenbezittingen. Hjj vraagt over- legging van de rapporten en adviezen, uitgebracht over het wegnemen van djjkeu in Demak. Do heer van Deventer betoogde de noodzakelijk heid van voortgang der irrigatie-werken aan de band van de rapporten der ingenieurs der waterstaat. De Voorzitter Jhr, Röel, deed opmerken, dat deze week onvermjjdeljjk de agenda zal uoeten sfl jopen, zoodat wanneer de stand van zaken dit noodig mocht maken, hg Donderdag zal voorstellen ook Z terdag te vergaderen, 's Voorzitters bedoeling is 't, om zoo mogeljjk deze week nog te beginnen met de Algemeene beschou wingen over de Staatsbegrooting, omdat, wanneer deze eerst a.s. Dinsdag zonden beginnen, wjj slechts drie dagen vooruit zouden zgn in vergelijking met het vorige jaar Da Minister van koloniën zei gaarne de omtrent de irrigatiën gegeven wenken ter harte te nemen en aan de Iidisohe regeering kenbaar te maken. Voor de ongelukkige streek van O.mak zal gedaan warden wat mogeljjk is. Met de opleiding van inlandseh personeel zal worden voortgegaan. De Minister voelde evenals de heer Van Kol veel voor kleine irrigatiewerken. In de richting van een zelfstandige irrigatie-afdeeling wordt gestreefd. Ook in de Buitenbezittingen zullen kleine irrigatiewerken worden aangelegd. Ia de Gajoe-landen zal gezorgd wor den, dat de heerendiensten niet te zwaar zullen drukken. Bjj de afdeeliug 103 (Postergen en Telegrafie) deelde de Minister van koloniën mee, dat bjj 16 No vember l.h een schrjjven heeft ontvangen van de heeren Delprat en Wackers, houdende mededeeling dat zjj voor de uitvoering van hun plan voor draadlooze telegrafie thans voor het noodige kapitaal verzekerd zgn zoodat zjj thans tot uitvoering kunnen overgaan zonder geldeljjken steun van het Gouvernement. Derhalve vragen zjj alsnog concessie voor hun onderneming. De heer Dolk (U.-L. 's G avenhage II) zegt dat als men de heeren Delprat en Wackers een oonoessie geeft men de consequentie zal moeten aanvaarden, dat eenmaal de concessie in handen eener groote wereldmaatschappjj veraakt. Ten aanzien der toezegging van de concessie aanvragers waarschuwde spr. tegen de groote verwach tingen. Spr. stelde ten slotte de volgende motie voor De Kamer, vertrouwende, dat alleen dan conesssie zal worden verleend voor de opriohting van stations voor draadlooze telegrafie in I die, wanneer de voorwaarden dezer concessie geheel in overeenstemming zgn met de daaromtrent in 1904 door de Rageering gedane mede deelingen, gaat over tot de orde van den dag. Deze motie zal later worden behandeld. De heer Ter Laan (S.-D. Hoogezand) kwam op tegen den portvrjjdom aan het tjjdBchrift Bintung Hindia verleend; bjj achtte dien in strjjd met de wet. Voorts bespreekt hg de post-toestandeo in Idië en de veelvul dige klachten, vooral van de Indische pers. Er is gien voldoende personeelspoed en nauwgezetheid laten veel te wenschen. Het personeel wordt slecht betaald en de werkuren zgn te lang. Niet-aangeteekende brieven raken vaak zoek. Ook de pestwissel-dienst is gebrekkig. De heer Bogaardt meende dat vele der klachten overdreven zgn. Dat de traktementen te laag zgn, ont kende spr. De heer De Waal Malefjjt (A.-r. Breukelen) verzocht de Rsgeering instanteljjk op geen voordeeliger voorwaarden concessie te verleenen voor draadlooze tele grafie dan minister Idenburg in 1904 heeft gesteld. De heer Van Deventer was het met den heer Ter Laan eens dat de Regeering beter had gedaan de Bintang Bindia op andere wjjze te steunen dan door het verleenen van portvrjjdom. Do minister antwoordde dat de Gov.-Gjn. de bevordering van dat bla 1 in 's lands belang acht en dus gerechtigd is vrjjdom van port te verleenen. Waar de Rageering het blad steunt, heeft zjj recht op eenig toe zicht. In zake de klachten over de poaterjjen schaart da minister zich aan de zjjde van den heer Bogaardt. Aan de heeren Wackers en Delprat is geantwoord, dat zjj co cessie kunnen krjjgen op de voorwaarden door minister Idenburg gesteld. De Minister zal daarvan, wat de groote beginselen betreft, niet afwjjken. De heer Dolk tr.k daarop zgn motie iu Bjj art. 105 besprak de heer Van Kol het feit, dat de Nederl. Indische spoorwegmaatschappij geen rechten kan doen gelden op concessie van tramljjnen in de omgeving van Samalang en toch dien aanleg tegenwerkt. Verder betreurt hjj het dat de staatsspoor plotseling haar tarieven met 25 pet. heeft verhoogd. De M i n i s t e r zei dat de maatschappjj geen eukele voorkeur heeft en haar zal geen enkele voorkeur worden toegestaan. Bjj art. 109 zeide de heer Plate (L., Amsterdam IV) dat in Indië geklaagd wordt over bemoeilijking der industrie door de slechte regeling van het toezicht op stoomketels. De Minister zei, dat er zeker aanleiding is voor klachten, maar men overdrjjve niet. Inmiddels zal spr. doen, wat hjj kan. Bjj de achtste afdeeling (Oorlog) besprak de heer Thomson (U. L., Leeuwarden) de afneming van het aantal Europeanen in het Indische leger. Hjj achtte het een beaenkeljjk verschjjnsel. Waaruit ontstaat de toenemende tegenzin tegen den Indischen dienst Meent men reeds de bewaring van de inwendige rust en de verdediging tegen het buitenland aan den inlander te kunnen overlaten De tucht laat in verschillende vredesgarnizoenen veel te wenschen. Is dat verschjjnsel van bljjvenden of voorbjjgaanden aard Er heerscht een geest van verslapping en onverschil ligheid, ook onder het officierenkorps, van wantrouwen in het gouvernement. Hjj bracht daarmee in verband de buitengewone bevordering van luitenant Christoilel tot kapitein, waarbjj de wet ter zjjde is gesteld. Bjj zulk een exceptioneele bevordering moeten de officieren wel zeer overtuigd zjjn van de rechtmatigheid daarvan, anders wordt hun rechtsgevoel geknakt. Spreker vroeg, waarom de gou verneur-generaal nog geen gebruik heeft gemaakt van de machtiging? Dat bewjjst, dat deze gevoelt, dat 'stands belang er zich tegen verzet. Het buiten werking stellen der wet, om een belooning te geven, achtte spreker volkomen ongegrond. liet rechtsgevoel van driehonderd andere luitenants wordt daardoor beleedigd. De heer Duymaer van Twist (A. R., Steenwjjk) vroeg inlichtingen omtrent het weduwen- en weezen- pensioen der militairen beneden den rang van officier. De Minister dringe bjj de daartoe benoemde commissie op spoed aan. Verder pleitte hjj algemeene lotsverbetering van de minderen. Heeft de Minister al iets gedaan om de huwelijkm te bevorderen? De buitengewone bevordering van luitenant Christoilel achtte spreker een vernieuwd bewjis van de noodzakelijk heid om de rechtspositie der Indische officieren te regelen bjj de wet, waartoe spreker met den heer Van der Velde een motie heeft ingediend, die nog aanhangig is. Spreker hoopte, dat hjj omtrent die buitengewone bevordering het noodige licht zal ontsteken, want zjj heeft groote afbreuk gedaan aan den goeden geest onder het offi cierenkorps. De heer Van VI jj men (K. Veghel) drong ook aan op een wetteljjke regeling van de rechtspositie der Indische officieren. Hjj wenschte echter meer in 't bijzonder te bespreken de vechtwjjze van het voetvolk en van de maréchaussée, speciaal in Atjeh. Spreker kwam op tegen alle noodelooze wreedheden, al is hjj een voorstander van doortastend optreden- De heer Ter Laan verheugde er zich over, dat er hoe langer hoe minder Hollandsche jongens zjjn, die lust hebben in den Indischen d enst. Klaagt de heer Thomson over het gebrek aan tueht dan vraagt spreker wat is daarvan de oorzaak En zjjn antwoord isde onmenschwaardige behandeling, gebrek aan rechtszeker heid, de slechte bezoldigingWat wordt er gedaan voor de verheffing van het zedeljjk peil van het Indische leger? Het personeel komt in den laatsten tjjd meer op den voorgrond, maar men begint hiermede weer aan 't verkeerde einde. Voor verhooging van de ofüciers- tractementen wordt f 133,000 meer uitgetrokken maar voor de onderofficieren en hun weduwen en weezen wordt nog niets gedaan. Provinciale Staten van Noord-Holland. Gisteren kwamen de Pror. Staten bjjeen. Voorzitter was mr. G. van Tienhoven, die de zitting met gebed opende. Vastgesteld werd een reglement voor de Zaider Legmeer. Voorgesteld werd een snbsidie te verleenen voor den stoombootdienst HarlingenVlielandTerschelling. Mr. Monthaan laakte het optreden van het hoofdbestuur der post en telegrafie, dat een contract had aangegaan met een ander ondernemer, bniten het gewestelijk bestuur om, welk laatste toch het best kan weten wat noodig is, en ook om, bniten de deskundigen, die het gebruik van een raderboot voor de exploitatie gevaarljjk vinden. Tegen die handeling van het hoofdbestnar der post en telegrafie diende in deze vergadering een woord van protest genit. Het voorstel werd goedgekeurd. Aan het departement Amsterdam der Maat ehappjj van Nu verheid werd voor 1907 een snbsidie verleend van f 350, voor een op te richten leergang voor schoenmakers- bazen, mits Amsterdam f 550 en het rjjk f 850 geeft. Voor de visscherjjsohool te IJmniden was voor 1906 gevraagd f 500 en voor 1907 f 1500. Gedeputeerde Staten wilden voor 1906 niets toestaan, doch de commissie uit da Staten, lettende op bet tekort over dit jaar van f 650, wilds f 250 geven, mits de gemeente Velsen en belanghebbenden de rest bjjpassen. Voor 1907 wilde de commissie f 1500 verleenen. Er werd besloten overeenkomstig het voorstel der com missie. Toegestaan werd voor de jaren 1907/9 f 100 per jaar voor de te Marken gevestigde visscherjjechool, onder be ding, dat het rgk f 250 en de gemeente f 25 per jaar bgdraagt. Voor de uitbreiding der rgkslandbouwwintersohool te Schagen werd aan die gemeente een crediet verleend van hoogstens f 5000. Een mbsidie van f 800 's jaare, voor de jaren 1907/ 1911, werd verleend aan de vereeniging Patronaatoom- missie S'. Vitne te Laren, voor oen vakteekenschool, mits Laren f 300 en het rjjk f 850 toestaat. Voor een door de vereeniging Haeilem te Haarlem, uit te geven beschrjjvenden Haarlemschen gevelcatalogns w iden G;d. Staten f 250 toestaan, als Haerlem f 300 geeft. De com missie uit de Staten was verdeeld, dooh de meerderheid oordeelde als Ged. Staten een provinciaal belang bjj doie uitgave aanwezig. Het voorgestelde mbsidie werd toagestran. De vereeniging ter bostrjjding van tuberculosa te Haarlem had een mbsidie gevraagd van f 1000. Ged. Staten oordeelden, dat de provincie bij het toe staan van een snbsidie zou betreden het gebied der armec- zorg, en stelden mitsdien voor, afwjjzend op het verzoek te beschikken. In de commissie uit de Staten waren drie stroomingen. Een minderheid oordeelde tnberculose-beatrjjding geen armenzorg. Da leden dezer eerste minderheid waren van oordeel dat de vereeniging zich op het juiste standpunt stelt, door alle eerst te beoogen den strjjd tegen de tu berculose als volksziekte aan te binden door maatiegeleu te trefien, wa ardoor de ziekte zoo spoedig mogelijk wordt herkend, den patiëaten wordt geleerd, hoe zjj zooveel mogelgk zal zgn te voorkomen. De ziekte is naar hun meening van dien omvang, sleept zoovele slachtoffers ten grave, werkt zoo nadeelig door hare besmetteljjkheid, dat hare bestrjjJing volkszaak moet zjjn en aanspraak maken mag op steun door rjjks-, provinciale- en gemeen- teljjke overheid. In dit verband werd door hen de aan dacht er op gevestigd, dat de provincie Zuidholland een vereeniging van gelgken a&rd heeft gestennd en bljjft stennen. De leden der tweede minderheid oordeelden dat hier de overweging, of het al of niet behartigen van genees kundige armenzorg op den weg der provinoie ligt, niet al te principieel moest worden opgevat. De meerderheid der commissie echter oordeelde, dat de zorg voor de volksgezondheid in het algemeen, in het bjjzonder door bet treffen van wetteljjke voorzieningen, doch ook door geldeljjke hulp, allereerst door het rjjk behoort te worden behartigd. En in elk geval, meende zjj, behooide een afwjjzande beschikking op dit verzoek te worden gegeven, omdat naar haar oordeel voor deze vereeniging vaststaat, dat haar werkkring in hoofdzaak ligt op het gebied van geneeskundige armenzorg en voorts uit den aard der ziekte en uit de door de vereeniging aangewezen, door haa" te nemen maatregelen is af te leiden, dat zjj haar arbeid bjjna uitsluiten 1 tot patiënten uit Haarlem en naaste omstreken zal kannen uitstrekken eo mitsdien baar arbeidsveld loc tal begrensd is. Mr. Bored van Hogelanden, burgemeester van Haarlem, verdedigde het gevoelen der minderheid. Hjj vond het gelakkig, dat de provincie de zaak der volksgezondheid nu eens onder de oogen had te zien. Dat het hier zon zgn armenzorg, ontkende hjj. Hst betreft hier de hygiëne, die tot na toe werd behartigd door rgk en gemeente. Hot rgk kan echter aan die taak niet voldoen, omdat bet niet beschikt over voldoende ambt naren en het rgk geen laboratoria heeft. De gemeenten zjjn er ook lang niet alle toe in staat, sommige zgn ook onwillig. Neder land is er das wat de hygiëne betreft, slecht aan toe heel anders dan B-lgië en Zwitseiland. In België heeft iedere provinoie zgn laboratorium, in Zwitserland regelt het landsbestuur den byg'ëaiscben dienst in de kantons. Zeker znllen de fieancieele gevolgen voor de provinoie groot zjjn, doch dit mag haar niet terughouden van i'iuaverleening. Mr. 'c Hooft geloofde, dat het particulier initiatief hier genoeg doet. Dr. Timmer wees er op, dat de snbsidie vragende ver eeniging veel meer deed dan voldoen aan geneesknndige armenzorg. Zg beweegt zich door haar consultatie-bnrean, -nr. op het terrein der volksgezondheid. De heeren Tak, Schippers en Van Hamel bestreden allen min of meer uitvoerig het voorstel der Ged. Staten. De heer Hamel rapporteerde namens do meerderheid die heeft geadviseerd tot afwijzing. De heer Hubrecht wees er op dat als er zooveel gratis wordt gedaan, daarvoor tooh geen subsidie noo dig is en voorts dat de berekening van dr. Timmer, d e tot f 10,000 kwam, volkomen afwjjsbaar is, want de maatstaf die voor Haarlem geldt, kan men niet aan leggen bijv. voor Kwadijk of Barsingerhorn Spr. heeft van de heeren Tak en Van Hamel vernomen dat de bostrjjding der tuberculose in de laatste jaren juist in de riohting dezer vereeniging wordt gezocht, terwijl hij ook in het werk van een gezaghebbend Duitsoh medicus een zeer kras oordeel over de resultaten der sanatoria heeft gevonden. Bewijs dus dat men neg geen vast Bysteem in de bekamping dezer volksziekte heeft gevonden. En waar men nu de noodige zekerheid omtrent den te volgen weg nog nie" heeft, aarzelde spr. de provincie subsidie te doen verleenei. Al ging spr. mee met het afwjjzend preadvies, toch heeft deze discussie in elk geval het nut gehad dat eenige leden van deze Staten hebben aangewezen in welke richting men gaat moet, n. 1. in die van ver- spreidirg van kennis omtrent den aard 3er te bestrijden ziekte. De heer J. A. Sillem verdedigde de voordraoht van Ged. Staten. Het voorstel van Ged. Staten tot af wjjzing der subsidie werd na nog eenige discussie in stemming gebracht en aangenomen met 45 tegen 23 stemmen. Aangenomen werd hierop het voorstel tot af wjjzing van een verzoek om een jaarljjksche subsidie van f 2000 toe te staan aan de Vereeniging tot oprichting en in standhouding van een gesticht tot behandeling van ooglgders, inzonderheid minvermogenden te Amsterdam. Hierover had eenige bespreking plaats. De heer Schippers drong op verschillende gronden aan op het toestaan der subsidie. De heer Jos. Jitta deed uitkomen dat door de inrichting te Amsterdam al de inwoners der provincie in staat zjjn te komen onder behandeling van specialiteiten in oogziekten. Ook hjj meende dat de Staten de gevraagde subsidie wel zullen moeten verleenen. De heer Sillem, gedeputeerde was door de bei le vorige sprekers niet in zjjn overtuiging geschokt dat de Pio- vinciale Staten deze subsidie niet moeten toestaan. Het voorstel tot afwjjzing der subsidie werd hierop aange nomen met 45 tegen 19 stemmen. Besloten werd alsnu ;tot afwjjzing van het verzoek om eene bjjdrage in de kosten eener eierenveiling, in- ALKMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1