No. 277. Honderd en achtste jaargang. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Ziekenhuizen De Kranige Chauffeur. rffswar' "ch boog in i»1" ZATERDAG Prijs der gewene advertentiën 24 NOVEMBER FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Kijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3 Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte^ Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. El EKMs, COSTER ZOON Voordam O 9. Een „ideaal" of een „noodzakelijk kwaad F" Op verschillende wijzen worden zieken verpleegd. Er zijn zieken wier toestand en omgeving het gedoogen dat zij verpleegd en verzorgd worden door de huisgenooten, die al het mogelijke natuurlijk in het werk stellen om het hen aan niets te doen ontbreken. Aller edele eerzucht is het hun herstel te bevorderen, waartoe verstand en hart samen werken. Er zijn ook zieken wier toestand en omgeving bet evenzeer toelaten dat zij in hun woning blijven, doch die behoeven dat een deskundige een „verpleger" of „verpleegster" één of meermalen daags hen bezoekt en verzorgt, hen ter zjjde staat op nauwkeurige aanwijzing van den geneesheer. In dit verband denken wij aan den schoonen, moeilijken en zegenrijken arbeid van „Gezins"- oi' „Wijkverpleging", een arbeid die overal waar deze verricht wordt immer meer gewaardeerc wordt. Eere aan hen die met liefdevolle toewijding aan deze taak zich geven en d' eene woning na d' andere binnentreden, hartelijk welkom geheeten telkens Ten derde zijn er ook lijders en lijderessen die desgelijks in eigen woning kunnen blijven, doch wier ziekte vordert het onafgebroken wakend oog van verpleger of verpleegster, zoodat deze dag en nacht aan het ziekbed is gezeten. De „broeder" of „zuster", is dan tijdelijk opgenomen in den huiseljjken kring, daar vindend hun taak, maar ook hun rust en ontspanning, die zij zoozeer behoeven en welke men hun zoo gaarne schenkt. Eindelijk zijn er kranten, wier toestand of om geving of beide vorderen de behandeling in een ziekenhuis. Wie zal éen oogenblik ontkennen de weldaden van zulk een inrichting, waar alles aanwezig is, wat geëischt wordt in het belang van de lijders, die daar weken, maanden lang moeten vertoeven, waar het aan niets ontbreekt wat wetenschap en kunst voorschrijven en waar alles is ingericht met het eene grootsche doel voor oogen: helpen, ver lichten, genezen. Gelukkig, de plaatsen die roemen kunnen op het bezit van ziekenhuizen Eere aan Gemeenteraden, vereenigingen, parti culieren, die vele schatten gelds beschikbaar stellen ten bate der ziekenhuis-verpleging Hulde aan geneesheeren die dag en nacht gereed staan, ook déar hun beste krachten den lijdenden te wijdenlof worde gebracht aan allen die, als „de rechterhand" der medici, al hun tact, geduld, hun naastenliefde, heel hun hart en al de gaven van hunnen geest in dienst stellen der hulp- en ver- plegingbehoevenden. Patiënten, die eens in zieken huizen genezing of verzachting vonden, zullen deze hulde onderschrijven willen, gelijk zij bij allen weerklank zal vinden die 't zij hier, 't zij elders dikwerf de ziekenhuizen binnentreden om deze te verlaten in een stemming van dankbaarheid en met een gevoel van gerustheid. wonderlyke avonturen van een motorwagen. Uit het Engelsoh door Mevr. VAN HEUVELINCK. 70) Plotseling brak een bundel zonnestralen door de wolken en verbond aarde en hemel als met een gouden ladder. Llit was het teeken voor een algeheele verandering van tooneel. De witte nevels rondom ons verdweneneen geurige windvlaag verdreef de wolken en het landschap lag helder en klaar voor ons. »Oh! Wat is dat?« riep juffrouw Randolph uit. Ik volgde de richting van haar blik en zag heel in de verte lu.ua. ÏZ'Tf"" 'B. e"n hürt>6r£ dame komen kan, dus vervolgden we onzen tocht, zoodra wij het Wiw Lh6T°5 rd hadden- Na verlaten van et rqtuig had ik den motor doen ophouden en nu de 7iend« dat apten het volk dicht om ons heen. een sl J om te 6dra»i° 'n glDg bracht door den handel felök ™n^«n Jw was hun verba«ng onbeschrjj- Jeïgfe doch toen TJT°mp6i Van ontza« door de b»,„ de 'o st?°' stuurde, „„jee ,e. proeLH.u eel ft2T lingen vermijdend, het plein in de rondt» j eeenSnblhd8id Zerg™oteBd> de ^ate. doorsnorde? jfrjï EnndJ h °P i.en epen ZA ailen zoo hard tii konden den wagen achterna. Wjj bleven hen gemak' kehjk voor (onvoorzichtig genoeg strooide juffrouw Ran dolph kopergeld) en renden met een flinke vaart het slingerende pad af dat naar de vallei voerde. Opkijkend zagen we op elk terras en voor ieder venster menK. die ons vol verwondering nastaarden. Castrogiovanni zal' Welke is de ideale verpleging? In eigen woning of daarbuiten P Dit is, dunkt mij, geen vraag. Het ideaal is: verpleging in eigen woning. Waar zou de zieke zich beter thuis gevoelen dan daar? Door wie wordt men het liefst verpleegd? Natuurlijk door de huisgenooten, die op hunne beurt zeer noode en gelukkig! de kranke naar elders zien gaan. Toch zijn er die zeggen: de ideale verpleging is in de ziekenhuizen. Hoe kan men dit beweren P Reeds het hierboven aangestipte pleit er tegen. Bovendien: wie kan het een ideaal achten dat tal van zieken elkaar niet kennende en dit maakt het nog onaangenamer in ééne zaal liggen en elkaar soms tot last zijndie zou kunnen slapen, wordt wakker gehouden door d' ander, wiens lijden hem belet te rusten; de herstellende hoort het ge kerm van een ander, enz Indien elke zieke de rijkste en evenzeer de armste, in een afzonderlijk vertrek kon liggen, dan ware een bezwaar tegen ziekenhuizen opgeheven. Dit is echter onuitvoerbaar. Huis verpleging staat boven elke andere. Die in een Ziekenhuis, komt in de t w e e- d e plaats. Waar gelijk gezegd is reeds de behandeling, de toestand en de omgeving, de eerste als onvoldoende, ja als schadelijk en gevaarlijk doen veroordeelen, daar is het een zegen dat het zieken huis zijn deuren opent, doch erkend worde dat men er heengaat, omdat het niet anders kan en dus wel moet. Men staat dan voor geen keuze. In deze mijne leeken-opvatting welke zeker wel die van zeer velen wezen zal werd ik on langs versterkt door een klein geschriftje, welks titel luidt Het ziekenhuis als noodzakelijk kwaad. Het is van de hand van P. H. van Eden, arts te Leeuwarden en bevat de openingsrede van de jaarvergadering der „Geneeskundige Yereeniging tot bevordering van het Ziekenhuiswezen in Neder land en zijne kolonieën." Dit geschriftje zal zeker bestrijding uitlokken. Het prikkele tot een ernstige gedachtenwisseling tusschen hen die aan 's schrijverszijde staan en hen die zeggen„Ziekenverpleging in inrichtingen het ideaal." Een paar gedachten mogen aan het stukje van den arts Van Edén ontleend worden. Op blz. 2 dan lees 'k, nadat vooraf ging een woord over het steed toenemend aantal zieken huizen, sanatoria en dgl. inrichtingen, het een al grootscher, doelmatiger en fraaier dan het andere, deze woorden: „ons past een zekere deemoed, omdat wij het best gevoelen, hoeveel er nog altijd aan het moderne ziekenhuis en de daar aangeboden verpleging blijft ontbreken en altijd aan zal moeten blijven ontbreken. Hoezeer wij trachten het beste te bereiken, toch moeten wij steeds overtuigd zijn van de waarheid, dat het ziekenhuis is en blijft een noodzakelijk kwaad." Elders „Het ziekenhuis is een noodzakelijk lang de herinnering bewaren aan de eerste automobiel die zijn historischen heuvel bezocht. Catania is, geloof ik, voor juffrouw Randolph alleen gedenkwaardig, omdat zjj daar in een kleinen, doch be roemden winkel een ongeloofeljjke hoeveelheid eigenaar dig Siciliaansch barnsteen kocht, door zwavel groen gestreept, dat nergens anders voorkomt en als heilaan brengend beschouwd wordt. Zjj zegt een »zak-stukje« te hebben voor ieder van haar intieme vrienden te New-York. Afgaande op den ingeslagen voorraad moet het aantal der intimi onbegrensd zjjn. In alle nederigheid waag ik het echter met haar van opinie te verschillen, meenend dat de stad wel degeljjk bezienswaardigheden bezit, als de menschen er maar lang genoeg bleven om ze op te zoeken, doch dat doen ze niet want Catania is het Bazel van Sicilië de plaats vanwaar men naar elders vertrekt. Wat ons betreft was dat elders Syracuse. De Godin had zich veel voorgesteld van Syracuse; ik weet het niet maar geloof dat zjj, sedert ze er aan begon te denken, al het voorafgaande beschouwde als een langzame voorbereiding tot haar bezoek aan die plaats. Zjj had in haar koninklijken geest besloten er eenigen tijd te bljjven, om te droomen in de steengroe ven, waar de zeven duizend Grieken in gevangenschap verkwijnden, bespot of zonder schaamte bewonderd door de Syracusaansche schoonen met haar roode zonne schermen. Als merkwaardigheden stonden op haar irogramma, om het zoo eens te noemen, het oor van I Jionysius en de Grieksche en Romeinsche theaters, en zjj had al een photographie gekocht van een vreemd, Danteachtig hol in de rotsen, dat een groote gelijkenis vertoonde met den Hades en het Paradijs werd genoemd. Zü maakte het plan voor een tochtje langs de kleine rivier Anapo om het papyrusriet te zien en de diepe, blauwe kom met prachtige visschen bij den oorsprong ook wilde zij nog verschillende ritjes en wandelingen maken, en voor dit alles dacht zij minstens een week in de Villa Politi te moeten bljjven. Maar ik was vast besloten dat zij er geen uur langer vertoeven zou dan de twee dagen, die ik haar met tegenzin toestond. Niet wijl Syracuse mij geen ontzag inboezemde, ik vond het kwaad. Het is mogelijk, dat het noodzakelijke het van het kwade wint, maar daarmede wordt het kwaad niet weggeredeneerd. De zieke mensch vindt zijn natuurlijke plaats te midden der zijnen, in zijn eigen woning. Hoe langer hoe meer wordt ook de zieke verdreven uit zijn huis en nemen andere voer de taak van zijn natuurlijke verzorgers en ver plegers." oor menigen zieke is gevaar verbonden aan het vervoer. De meerderheid der zieken heeft vrees voor een ziekenhuis en vrees werkt nadeelig. Zieken passen zich aan het ziekbed in eigen woning gemakkelijk aan, maar zien op tegen het zich moeten voegen naar de inrichting van het Ziekenhuis.(Denk b.v. aan descheiding tusschen ouders en kinderen.) De vrije-artsenkeus vervalt in vele gevallen de invloed op de huisorde is opgeheven het individu lost zich op in een brokstuk, in een nummer der zaalbevolking. Bij velen ontstaat een gevoel van heimwee naar huis. Eentonige voeding, indrukken door andere lijders opgewekt, de stoornis in den slaap, enz, al deze dingen vragen d'aandacht. Nogtans wordt steeds meer ziekenhuis-behandeling noodig geacht, doordat de eischen der ziekenbe- handeling verre overvleugeld hebben de hulpmidde len, welke het huiselijk leven in staat is aan te bieden. In huis ontbreekt de „Ziekenkamer" „niet de logeerkamer" en het is onmogelijk in een woning een ziekenkamer zoó in te richten, dat zij aan alle eischen voldoet. De ziekenhuisopname neemt dus toe, naarmate de levensstandaard daalt. Wie zich in een ziekenhuis laat opnemen, doet het o. m. en moet het doen door gemis aan het noodige in huis. 't Ziekenhuis moet voorzien in de tekortkomingen van eigen woning. De gemeenschap moet alzoo op treden en zorgen voor het ziekenhuis als een „pis- aller," als een noodzakelijk kwaad. Derhalve„het Ziekenhuis wordt gebruikt, wan neer inderdaad de omgeving van den zieke te kort schiet in hulpmiddelen, noodig voor zijn herstel." Wijkverpleging, de werkzaamheid van vereeni gingen als het Witte- en Groene kruis zijn liet eerst aan de orde." Voorts is het plicht „er naar te streven dat het individu in het ziekenhuis niet geheel verloren gaat in de massa." Men geve b. v., bezigheid aan de patiëntenver- wijdere storende patiënten van de zaal brenge com fort aan zorge voor afleiding voor afwisseling in de voedingvoor ongestoorde nachtrustvoor het afweren van alle overtollige geluiden." Ziehier eenige gedachten, overgenomen uit het geschriftje. Zij verdienen ernstige overwegingleidend of tot instemming of tot bestrijding. V el er slotsom zal wel luiden Ziekenhuizen zijn onmisbaar. Zoolang mogelijk evenwelhuisverpleging door huisgenooten en waar dit niet langer kan, trede op de Wijk- of Gezins verpleging en deze - waar zij niet voldoende is make plaats op hare beurt voor opname in een ziekenhuis. J. F. T. A. Voor dames. Kijkjes in de modewereld. Voor de nieuwe hoedengarneeringen worden groote boutours, hane- en stuisveeren gebruikt, waarbij glad lint, b.v. taffet voor verdere garneering wordt gekozen. Wjjnroode schakeeringen maken een aardig effect en zijn bij de modistes zeer geliefd. Schotsche en gestreepte dessins worden evenwel ook veel gebruikt, de eigenaardigste combinatiën met wijnrooden-, mol- sprune- en tabakfond zijn de moest gezochte. Chinés komen als garneering niet veel meer voor. De hane- en struisveeren worden zoo lang mogelijk gehouden, opdat zij ver over den rand van den hoed kunnen hangen. De zoo zacht gekleurde paradijsvogels met hunne lange staarten vallen voor dit doel bijzonder in den smaak. De hoedenspelden hebben een gedaante-verwis seling ondergaan waren zij vroeger voorzien van kleine knopjes, die zoo mogelijk onder de garneering verborgen werden, thans zijn die knoppen van een zeer groote afmeting en hebben allerlei kleuren. Uit Parijs is een bijzonder genre afkomstig. Aan het eind van de speld, die van boven een bal draagt ter aanvatting, bevindt zich een veerend verlengstuk, waaraan wederom ter versiering een klein opgesto ken of opgeplakt vogeltje, b. v. een colibri is aan gebracht. Zijn deze spelden door den hoed gestoken, dan wippen de vogeltjes bij elke beweging der draagster op en neerzeker een heel origineel effect't is evenwel te hopen, dat deze nouveauté niet veel navolging zal vindenmenige dame heeft er reeds een afkeer van vogels als garneering te gebruiken. Onder de verschillende mode-artikelen trekt voor het oogenblik bont de algemeene belangstelling. Een koude Noorden- of Oostenwind, die ons kan komen verrassen, moet ons niet verlegen doen staan om het een of ander warme omhulsel bij de hand te hebben. Het bont is bijna eeD onmisbaar artikel in de garde-robe en het is veel aangenamer te wandelen in een eenvoudig tailormade costuum en een mooi bont, dan meer omslachtige en minder verwarmende omhulsels te dragen. De bontwerkers étaleeren reeds lang wat dezen winter mode zal zijn. Door 't zachte weder echter dacht men er nog niet aan zich een nieuw bont aan te schaffen. Nu t koude jaargetijde nadert, begint men evenwel over t bont te denken. De mode erin was in dit seizoen reeds vroeger vastgesteld dan b.v. in toiletten, garneering, sieraden en dergelijke. Dit is juist omdat het zoo noodig is zich tijdig van bont te voorzien. De betere soorten bont worden ieder seizoen aanmerkelijk schaarscner en duurder, als een nood wendig gevolg. Sealskin wordt nog altijd veel ge dragen, de prjjzen zijn niet zoo afschrikwekkend, dat iemand er met een behoorlijk kleedgeld er niet aan denken kan, hoewel het nu ook niet bepaald goedkoop is te noemen. De bepaald goedkoope, nagemaakte bontsoorten zien er op 't oog wel goed uit, maar zelfs zeer interessant, maar omdat ik mjj veel meer interesseerde voor haar en voor mjjn geheime plannen, die het best uitgevoerd kunnen worden met de hulp eener sympathieke moeder. Ik wenschte Taormina zoo spoedig mogeljjk te berei ken om er te zjjn als de mater arriveerde. Natuurlijk stelde ik niet openlijk Brown's wil tegenover dien van Brown's meesteres. Ik merkte slechts terloops op, ehoord te hebben dat het erg stoffig en warm was te yracuse en liet mjj ontvallen dat er in sommige hotels muizen waren. Tot mjjn groote teleurstelling zei juffrouw Randolph wel van die diertjes te houden, maar tante Mary,s »Ohvan afschuw deed mjjn moed weer herleven. Om geen tjjd te verliezen draaide ik, voor wjj Syracuse bereikten, terzijde at en reed langs een witten weg tus schen met oljjfboomen begroeide heuvels naar de oude Grieksche vesting. Fort Euryalus, die eens het westeljjk deel beschermde van het uitgestrekte plateau, waarop de prachtige stad Syracuse gelegen was. Je Thucidydes veel beter kennend dan ik, zal je waarschijnlijk wel goed op de hoogte zjjn van al de aangrijpende geheur- tenissen, welke hier vier eeuwen voor Christus plaats hadd >nmaar de Godin verwachtte allerlei wetens waardigheden van mjj te hooren en het was aardig te zien welk een eerbiedige belangstelling zjj aan den dag legde voor de uitstekend bewaarde voorraadplaatsen, de onderaardsche gangen en de geheime uitvalpoort, die door een verrader aan den vjjand werd getoond. Van een toren van opeengestapelde steenblokken wees ik ■aar den Etna met Taormina 8811 z^n voet, zeggend t «Daar dat is de schoonste plaats van Sicilië.* Dit was de eerste troef, die ik uitspeelde. Om vier uur kwamen we eindeljjk te Syracuse aan, maar ik bracht mjjn koningin en haar tante eerst nog naar de fontein van Arethusa in de stad voor ik met haar den prachtigsten tuin der wereld den dubbelen tuin van de Villa Politi binnenreed. Hjj is dubbel, want rondom het witte, van balkons voorziene hotel, zjjn de hoogten met bloemen en wuivende oljjt boomen bedekt terwjjl daar beneden, diep onder ons in de donkere schaduwen der door spoken bewoonde steengroeven de gouden oranjeappelen als sterren fonkelen. De latomiae vormen een onderaardsch park; als de heerljjke bloem- parken hierboven schitteren in de middagzon, is het beneden onder de oranjeboomen met hun witte bloesems altjjd koel en schaduwrjjk en heerscht er een groen achtig licht als in een tuin op den bodem der zee. De steengroeve is diep en heeft loodrechte, witte wanden, begroeid met klimop en purperen Bouganvillia. De gangen strekken zich verbazend ver uit, slingeren onregelmatig door elkaar en zjjn hier en daar door lichte bruggen overspannen. Het hotel staat juist aan den rand. in de verte ligt Syracuse als een parel uitkomend tegen de donkerblauwe zee. Wjj daalden in de latomiae af en wandelden door haar verborgenste schuilhoeken, maar toen wjj bjj een hoop schedels kwamen, gaf tante Marv het sein tot den terugtocht- De geesten der gemartelde Grieken spookten hier rond, verklaarde zjj en uit vrees dat zjj in dit labyrinth van gangen zou verdwalen, waren wjj wel verplicht haar naar de wereld der levenden te geleiden. Den tweeden dag bezichtigden wjj vele dingen waarop juffrouw Randolph haar hart gezet had, maar niet alle. Doch mjjn aanlokkeljjke beschrjjving van Taormina troostte haar over hetgeen zjj hier miste en zjj stemde er in toe den volgenden morgen te vertrekken. Onze rit van heden leek wel een tocht door het Paradjjs. De weg dien wjj volgden, slingerde door bosch- jes van oranjeboomen, de zee lag glinsterend beneden ons, bergen verhieven zich hoog in de lucht en elke heuvel top was bekroond met een ruïne, die reeds in puin begon te vallen toen de wereld nog jong was. Mjjn Godin zeide vóór dezen tooverachtigen morgen nooit geweten te hebben dat ae mythologie zoo veel meer waarheid bevatte dan de historie. Wjj zagen de steenen door Polyhemus naar Ulysses geworpen en de plekken waar het liefdes drama van Acis werd afgespeeld, terwjjl de witte, zwe vende kegel van den Etna ons steeds wenkte. Eindeljjk passeerden wjj het kleine station Giardiai aan de kust, de laatste plaats voor Taormina, dat eenige honderden voeten daar boven op een bergrug ligt. ALKMAARSCHE COURANT Wtrdl vervelyU.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1