No. 286.
Honderd en achlsle jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Voorbereidend militair onderricht.
"bTn n én l a n d:
Drie levens.
WOENSDAG
5 DECEMBER.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaab f 0,80franco door het geheele Kijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HEKMs. OOSTER ZOONVoor dam O 9.
inderwet,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen, ingevolge art. 8 der Hinderwet, ter algemeene
kennis, dat zjj bjj besluiten van 1 December 1.1. voor
waardelijk vergunning hebben verleend aan:
lo. J. BOSSERT, handelende onder de firma F. J.
THEISSLING, aldaar, tot het oprichten van een gas
motor van 4 P. K., ter vervanging van een stoommachine,
ten behoeve van zjju koffiastroopbrandery in het perceel
Spanjaardstraat, C no. 21
2o. J. G. LEVERT, aldaar, tot het uitbreiden van
zgae herstelplaats voor rijwielen door het oprichten van
een gasmotor van 2 P, K., dienende tot het in beweging
brengen van een draaibank en slgpsteenen, in het achter
gedeelte van het perceel Hekelstraat, C no. 18.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
3 Dec. 1906. DONATH, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt, naar aanleiding van een desbetreitende circulaire
van den heer Commissaris der Koningin in deze pro
vincie, ter kennis van belanghebbenden, dat het onder
zoek naar de geoefendheid van
lo. lotelingen, die dingen naar het bewjjs, hetzjj voor
militaire bekwaamheid, hetzjj voor lichameljjke ge
oefendheid, dan wel voor beide,
2o.jongelieden, die dingen naar het militair getuigschrift,
vereischt tot het aangaan eener verbintenis bij het
reservekader, hetzjj der Infanterie of der Vesting-ar
tillerie, dan wel der Genie,
zal plaats vinden in het tjjdvak van en met 3 toe en met
15 Januri 1907
dat het onderzoek voor eiken deelnemer in één dag
afloopt en voor lotelingen en jongelieden, woonachtig
of verbljjfhoudende in de gemeente Alkmaar, zal worden
gehouden te Helder
dat tot het onderzoek uitsluitend worden toegelaten
a. zjj, die hebben deelgenomen aan de loting voor de
lichting 1907;
b. de lotelingen der lichting 1 9 06, die, ingevolge het
bepaalde bg de 2e zinsnede van art. 99 der Militiewet
1901, in 190 7 worden ingelijfd-,
c. de reeds ingeljjfde lotelingen, in het genot van uitstel
van eerste oefening, die, om in aanmerking te kunnen
komen voor verlenging van uitstel, in verband met de
bepaling van het op twee na laatste lid van art. 92
van het K, B. van 2 December 1901 (Staatsblad No.
230), zooals dit artikel gewijzigd is bj] K. B. van 17
October 1904 (Staatsblad No. 234), hun bewjjs van
voorgeoefendheid wenschen te vernieuwen
d. jongelieden, adspirantèn - v> ij willig er voor het reservekader
der Infanterie, vesting-artillerie of genie.
Belanghebbendendie zich niet vóór of op den 10e»
December 1906 ter gemeente secretarie tot deelneming aan
het onderricht hebben aangemeld, worden niet tot dat onder
zoek toegelaten.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
30 Nov. 1906. G. RIP PIN G.
Tweede Hamer.
Gisteren was aan de orde hoofdstuk I (Hooge Colleges)
van de Staatsbegrooting.
De Minister van Landbouw (de heer Veegens)
zei in vervolg op het door hem Vrjjdag medegedeelde
tot zjjn leedwezen verplicht te zjjn tot de mededeeling,
dat j.l. Zaterdag in Helden (Limb.) mond- en klauwzeer
Moor gravin lABOABETB HL'NAU.
Henriëtte van Meerheimb.)
3)
Maar het is toch een prachtig land 1 Wjj, Kröcherts,
zgn eigenljjk Markers. Daar ligt ons stamslot tusschen
heide en dennen. De familie heeft het mjjn vader ook
nooit vergeven, dat hjj een aankoop deed in Silezië.
i jl mo er Hield evenwel niet van het eenvoudige
landhuis in de Mark. Dat namen de Kröcherts vooral
de broeder van mjjn vader zeer kwaljjk. Wg,
kinderen, zjjn nooit in de Mark geweest. Ons vaderland
is Rotenwalde.*
«Gij houdt wel heel veel van Rotenwalde
«Of ik ervan houd It Zjjn oogen schitterden. «Iedere
boom in het bosch, iedere schoof op het veld, iedere
duim van den grond is mjj dierbaar.
sis het een Majoraat?*
«Neen. Ik ben de eenige zoon. Mjjn vader weet, dat
Rotenwalde bjj mjj veilig is. Het zou bjjna onmogelgk
zjjn aan te nemen, dat het ooit in andere handen kwam.*
Sitta dacht erover na. Plotseling vielen haar eenige
toevallig gehoorde opmerkingen in van den ouden hertog
van Glückstadt. Had hjj niet eens aan den kroonprins
gezegd sHet staat slecht met de zaken van Kröcherts
vader. Rotenwalde zit diep in de schulden. Sinds jaren
al leeft de familie daar op veel te grooten voet. Voor
hun vermogen was die bezitting ook altjjd te kostbaar.*
Zjj had echter nooit veel belang gesteld in den heer
von Kröchert, maar nu kwamen die woorden haar
onwillekeurig weder in gedachte. Het antwoord van den
kroonprins was haar ontschotenmisschien had zjj er
ook niet naar gehoord, omdat de geheele zaak haar
koud liet.
«Zoolang mjjn vader leefde, ben ik zoo dikwjjls van
garnizoen veranderd, dat zulke gevoelens mjj volkomen
is geconstateerd. De Minister deed voorts mededeeling
van door hem in verband met dit ziektegeval genomen
maatregelen.
De Minister van Koloniën (de heer Pock)
vroeg het woord naar aanleiding van de ernstige be
schuldiging door den heer de Stuera j.l. Zaterdag tegen
een ambtenaar van sprekers departement gerioht. D
Minister betreurde, dat de spr. het in zjjn afwezigheid
heeft gedaan. De Minister kwam met klem tegen de
beschuldiging op.
Het komt hier neer op een opzettelijke vervalsching
der Handelingen* en de Minister betoogde, dat hiervan
geen sprake is. Spr. moet wel door drukke werkzaam
heden de oorrectie der drukproeven vaak aan een ver
trouwd ambtenaar overlaten. Aan de hand van den
tekst in de «Handelingen" trachtte de Minister te be-
wjjzen, dat er geen belangrjjke wjjziging is gebracht in
de gesproken redevoeringen, althans dat van «verval-
sching* absoluut niet gesproken mag worden.
De heer De Stoer (K. Weert) kon geen goede tronw
aannemen en spr. bleef zjjn beschuldiging beslist handhaven.
De heer Schaper (S.-D. Appingedam) vrosg of we hier
overgeleverd moeten worden aan de willekeur van de
ambtenaren Het stemde spr. dankbaar, dat de heer De
Stners eens zulk een zaak heeft gesignaleerd. Het is spr.
eens overgekomen, dat de Minister van Waterstaat hem
een toezegging hseft gedaan en zegt spr., in de «Hande
lingen* was die toezegging potdorie verdwenen. (Daverend
gelach). Nu snapt spr. het. Als de Minister een toezeg
ging doet, dan zegt de ambtenaar«Daar heb ik geen
zin in.« (Gelach). Spr. protesteerde hiertegen.
De Minister bleef zich verzetten. Men moet niet
na een jaar met zulke beschuldigingen komei, als alle
stukken reedi vernietigd zjjn. De'Minister is speciaal nit
het buitenland gekomen, waar hg vertoefde, om hier zgn
ambtenaar te verdedigen.
De heer De Stners zeide nog eens, dat hg verleden
jaar nog de goede tronw van den ambtenaar aannam en
de zaak daarom niet ter sprake braoht, maar daarvan
is hjj teruggekomen. Spr. is niet over een nacht jjB ge
gaan en hg heeft voor zjjn beschuldiging allen grond.
Het incident werd hierna gesloten.
Voortgezet werd hierna de behandeling der Staatsbe
grooting en wel van de kwestie van het Analytisch verslag.
De heer Tak (S.D. Franeker) ontkende dat het hier
zon gelden een aanslag op de pers. Deze zal er niet
door benadeeld worden. Integendeel, ook bjj invoering
van een aualyst:sch verslag zal spoedig eea batere huis
vesting voor de pers mosten worden gevonden. In alle
verslagen zit een subjectief element, het oordeel van de
verslaggevers over de meer of mindere belangrijkheid
van het onderwerp.
De heer Van der Zwaag (S. D. Schoterland) zal
tegen het voorstel stemmen en traohtte de argumenten
der voorstanders te weerleggen. Spr. verklaarde, dat in
het algemeen de verslagen goed zjjn. En komt er eens
een zinstorende font in voor, dan stuurt men eenvoudig
een ingezonden stukje. Uitvoerig motiveerde spr. zjjn
meenincr, dat het analytisch verslag geheel overbodig zal
zjjn. Met de f 46.000 zal men veertig gemeenten een
inbsidie kunnen geven voor den bouw van arbeiders
woningen.
De heer Van Wassenaer van Catwjjck
(Chr. H. Katwjjk) achtte een analytisch verslag goed, om
de Kamerleden zelf wat vroeger in te liohten dan de
«Handelingen* doen.
De heer Drueker (V. D. Groningen) zal tegen het
voorstel stemmen. Hjj sloot zich aan bjj de uitstekende
redevoericg van den heer Van Vnuren en achtte een
analytisch verslag niet in het belang van het Neder-
landsohe publiek. Ook vreesde spr. groote kosten van de
vreemd zjjn,* zoo hervatte zjj het gesprek na een kort
stilzwjjgen.
«Maar gjj kunt ze toch begrjjpen? En gjj zoudt ze
ook deelen, als gjj eens buiten moest wonen
«Eerljjk gezegd neen. Ik ben ongeveer een trek
vogel geworden. lederen zomer zou ik graag over de
Alpen gaan en voor het overige bleef ik met genoegen
in onze kleine residentie.*
«Gjj zjjt dus volkomen tevreden met uw lot?* vroeg
hjj, zichtbaar teleurgesteld door haar antwoord.
«Tevreden Wie heeft niet zjjn onvervulde, misschien
niet te vervullen wenschen?* vroeg zjj zacht.
«Mjjne wenschen voor den dag van heden waren ge-
makkeljjk te vervullen geweest l« zuchte hjj. «Ik had
zoo graag met u naar Maloja willen rjjden met u
aan het groene meer staan, de gletschermalen zien,
alpenrozen plukken.«
«Alpenrozen kunt gjj in Pontresina met de kroonprinses
ook plukken.*
«Alsof mjj dat hetzelfde wasl Wjj zullen den Morte-
ratsch-gletscher een poosje aanstaren en daarna de
andere bezoekers kritiseeren en fotografeeren een zeer
gewichtige bezigheid.*
«Die u liever aan den kroonprins overliet
«Ja, hjj komt toch ook wel het eerst daarvoor in
aan merking.
Gun hem hier toch eens wat vrjjheid. In Glückstadt
is hjj door duizend ketenen en veroordeelen gebonden.*
«Le vrjjheid gun ik hem graag, maar ik gun hem u
niet. Geen uur, veel minder een langen, mooien zomer
middag.*
Sitta verschrikte door deze openhartige uiting van
hartstc cht.
«Gjj zjjt een vriend van den erfprins,zeide zjj
terechtwjjzend. «Zijn vriend gunt men alles. Het is
overigens al een heel bescheiden genoegen om met
mjj naar Maloja te rjjden
«Mjjn hemel, ja ik ben zjjn vriend,« antwoordde
Kröchert tameljjk ongeduldig. «Wjj hebben samen ge
studeerd, gedweept, vriendschap voor elkander gevoeld
op de manier van Don Carlos en Posa. Om hem alleen
ben ik in Glückstadt dragonder geworden, omdat hjj
invoking: spoedig zal bljjken dat hot aantal officieele
verslaggevers te klein is.
De heer De Beaufort (L. Amsterdam VI) was
van oordeel, dat een analytisch verslag noodig is, omdat
in de dagbladverslagen zoo vaak onnauwkenrigheden en
onjuistheden voorkomen.
De heer Goeman Borgesins (U. L. Enkhuizen)
zei, dat het belang van de dagbladpers niet de doorslag
mag geren, zelfs als zou die pers er groot nadeel van
hebben. Spr. is van meeoing, dat de nadoelen der in
voering de voordeelen overtreffen. De Kamer zal er veel
berouw van hebbenbet voorbeeld van België kan in
dezen niet aanlokken. Kamerleden in België hebben spr.
verklaard, dat het verslag niet voldoet.
De heer L i e f t i n c k (U. L. Zutphen) zei, dat nog
steeds wordt geklaagd over de incorrecte verslagen
maar er is niemand die men er de sohnld van dm ft
geven. De schnld is de Nederlandsche natie, die te schriel
is om da pers een betere plaats te geven in de Kamer
Spr. zal later een aanzienljjke vermindering van den prijs
der «Handelingen» voorstellen.
DeMinistervanFinanoiën,de heer Da Meester
zei dat do regeering het eens is met ben, die meenen, dat
het hier niet geldt een aanslag op de pers. Nu heeft
de heer Drueker gezegd, dat het beter ware geweest niet
in dezen met het voorstel te komen, om ook de Eerste
Kamer te doen meespreken. Spr. kan zich hiermee niet
vereenigenkeurt de Kamer het voorstel goe 1, dan zal
ook de Eerste Kamer het stilzwijgend goedkeuren.
Na nog eenige discussie werd de post van f40.000 tot
hot invoeren van een Analytisch Verslag met 87 tegen
35 stemmen aangeiomen.
Het verslag zal dus worden ingevoerd.
Hoofdstuk II werd daarna aaugonomen.
Rij Hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) besprak d°
heer Van Asoh van Wjjck (A. r. Amsrsfoort)
ons diplomatieke beleid en drong er op aan, dat meer
aandacht worde geschonken aan de economische belangen.
In verband met de tweede Vredesconferentie gaf hjj
in overweging, op het program te zetten de kwestie der
ontwapening en der neatruliseering van Nederland.
De heer Van den Beroh van Heemstede
(K. Oosterhout) critiseerde de houding van Dnitsohland
jegens Nederland, in zake het toltarief.
Da heer Van Vunren (K. Zevenbergen) bepleitte
in verband hiermee de belangen der Oudsnbossch) kwee
kers van sierplanten. De hoofdmarkt voor de Ondenbossche
boomen is de Duitsche markt, en na dreigt een aanzien-
ljjke vermindering te komen door het tarief. Ja, het
gevaar van sluiting der kweekerjjen dreigt zelfs.
Als de Minister hem aantoont, dat deze ondergang kan
worden voorkomen door onze tegenwoordige handels
politiek, dan is spr. voor s/t tot don vrjjhandel bekeerd.
Hjj vroeg maatregelen.
De heer Passtoors (K. Beverwgk) besprak de
mededeeling in de Staatscourant van II Juli j 1. omtrent
vacante arbeidersplaatsen te: vervanging van Duitsche
stakers. Hg betreurde dit en critiseerde vervolgens de uit
zetting van eenige Nederlandsche arbeiders nit Duitech-
land als lastige buitenlanders. Spr. drong op spoed bjj
het onderzoek aan.
De heer T a k (S. D. Franeker) wengehte krachtig
optreden in Berljjn, om de herhaalde uitzettingen van
Nederlanders tegen te gaan en protesteerde tegen de
mededeeling in de «Staatscourant* van gebrek aan
werkkraohten in Duitschland wegens stakingen.
De heer Plate (L, Rotterdam IV) zag in represaille»
maatregelen geen keil voor de boomkweekers, die toch
ook uit het buitenland producten betrekken. Voorts
kwam spr. op tegen de overbrenging der consulaire
verslagen naar het departement van Landbouw, Handel
niet voorgoed in een oud Pruisisch regiment kon dienen.
Gii weet wel, dat de oude hertog niet met Pruisen
opheeft.*
«Dat weet ik. Ik weet ook wat prins Albrecht
daaronder te lijden heeft.*
Kröchert knikte. «Hjj zou zoo graag bjj de garde
dienen. Zelfs nu zou hjj nog liever ritmeester bjj zjjn
oud regiment zjjn, dan in Glückstadt op den dood van
den hertog te wachten en zjjn grillen en invallen stil-
zwjjgend te moeten verdragen, omdat hjj er toch niets
aan veranderen kan. Hjj heeft een ruimen blik, die
over de grenzen en beschouwingen van zjjn landje op
het geheel is gericht. Ik kan voelen hoe zjjn geduld
te kort schiet, hoewel ik er meest al om lach als hjj
op zjjn tanden knarst.*
«Gjj kunt gemakkeljjk jachen. Voor u is Glückstadt
iets voorbjjgaands hjj zal er zjjn leven lang onder
gebukt gaan.«
«Wanneer de oude hertog sterft, is hjj heer in
Glückstadt1«
»Ho9 kan hem dat genoeg zjjn, hem, voor wiens
idealen en droomen een wereld te klein isWat kan
hjj in Glückstadt beginnen en verbeteren
«Hjj zal er een modelstaat van maken. En als de
oude hertog niet meer is, dan zal hjj daar zoo vrjj
leven als ik op mjjn Rotenwalde.*
Sitta schudde het hoofd. «Neen,* zeide zjj treurig.
«Zjjn opvoeding is daar niet naar geweest. Was alles
maar minder als liefhebberjj opgevat dan was er in de
een of andere richting een merkwaardig man uit hem
geworden. Maar hjj mocht niets in den grond leeren,
altjjd maar zóó, om over alles mee te kunnen spreken
en oppervlakkig te kunnen eordeelen. Nauweljjks begon
een studie hem te boeien of hjj moest,haar in den steek
laten. Hjj was kroonprins, dat was voldoende. Zjjn
talent voor muziek werd niet ontwikkeld, zjjn militaire
loopbaan werd afgebroken, zjjn studie zoo laag mogeljjk
bjj den grond gehouden. Heb ik geen geljjk
«Gjj hebt wel diep over den kroonprins nagedacht.
Of heeft hjj zich bjj u beklaagd?*
«Ook wel. Gjj weet dat alles even goed als ik,
mjjnheer von Kröchert.*
en Njjverheid, waardoor de eenheid van den consulairen
dienst wordt verbroken.
De beer R e jj n e (U. L. Kampen) waarschuwde tegen
opzegging van hst handelstractaat met Duitichland.
Land- en tuinbouw zouden er de dupe van worden.
De correspondent van de N. K, Ct. te Batavia seint
Bjj een onderzoek in de bergdesa Wongaja is gebleken,
dat het dool van den aanval in Tabanan was de omverwer
ping van het gezag, met het oogmerk om de halfzuster
van den vorigen radja tot vorstin uit te roepen.
Deze halfzuster en de hoofdaanleggers zjjn gevankeljjk
meegevoerd.
Voorname hoofden zjjn niet bjj de zaak b trokken.
Het verlies van den vjjand op 28 November bedroeg
30 dooden en evenveel gewonden.
Rechtzak en.
Arrondlssementn-Hcchtbaak te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 4 December.
D i e f s t a 1.
Joseph van den B., van beroep stoker, te 's Gravem-
hage woonachtig, thans gedetineerd in het huis van
bewaring te Alkmaar moest heden het eerst tereohtstaan.
Mr. Offers was beklaagde als verdediger toegevoegd.
Bekl. was bij dagvaarding ten laste gelegd zich te
hebben schuldig gemaakt aan diefstal van een gouden
horlege en een gouden tonnetje, ten nadeele van
Volkertvan der Meer, kapitein der boot Noord-Holland
I, te sneek woonachtig. Beklaagde door den President
gevraagd, of hij zioh aan dezen diefstal heeft schuldig
gemaakt, legde een volledige bekentenis af. Hij vertelde
dat hij op 1 November dienst deed, op de boet „de
Telegraaf", als stoker. Zij kwamen met hun boot te
Alkmaar naast de Noord-Holland I te liggen.
Hij is teen op die boot gegaan, en heeft het horloge,
waaraan een koordje bevestigd was met een gouden
tonnetje van den wand der kajuit genomen. Hjj deed
dit, terwijl de kapitein lag te slapen. Te 's Gravenhage
verkocht hij het horloge en het gouden tonnetje voor
f 10.50 aan Frederik van Ipenburg een goud- en zil
verhandelaar. Hij gaf op, dat zijn naam was Van der
Steven en dat hij Spui 175 woonde.
Beklaagde heeft vroeger reeds meer gevangenisstraf
ondergaan eveneens wegens diefstal.
De O. v. J. achtte het bewijs wettig geleverd.
Bekl. heeft toen hjj indertjjd stoker bjj de marine
was, een feit gepleegd, om van den dienst af te komen.
Waarom zulke personen dit doen, weet Z.E A. niet.
Beklaagde heeft al alles aan de hand gehad. Waarom
hjj den diefstal gedaan heeft, kan hjj niet zeggen. Hij
geeft op, dezen gepleegd te hebben, omdat hij ondergoed
noodig had. Doch toen hjj het geld ontving voer 't
gestolen horloge, kocht hjj geen ondergoed. Beklaagde
is ook weer iemand, die gaarne veel geld wil hebben,
zonder te werken.
Resmreerendo eischte Z.E.A. 5 maanden gev.
Mr. Offers die daarna het woord verkreeg, en heden
zjjn eerste pleidooi hield voor deze Rechtbank, bepleitte
dementie.
Mishandeling.
Allewjjn O., slager te Blokker, stond daarna terecht,
beklaagd Cornells Bakker, slager te Westerblokker, te
hebben mishandeld. Ook deze beklaagde legde een volle
dige bekentenis af. In den nacht van 1 op 2 October
was beklaagde met Bakker in de herberg van Dammes
te Wester blokker. Het was kermis, en zjj kregen
verschil over een partjj biljart. Het was ongeveer half
één dat Bakker weggingbeklaagde achtervolgde hem
toen tot aan het i'njerpad. Bakker hoorde iemand
«Maar gjj moet het niet al te tragisch opvatten, freule
von Hohenthal. Hjj heeft ook zjjn goede tjjden, waarop
hjj zeer bljj is de erfprins von Glückstadt te zjjn.*
«Ik zou dat niet zjjn goede maar zjjn slechte tjjden
noemen,* gaf zjj ernstig ten antwoord. «Mjjnheer von
Kröchert, wjj weten allebei, dat ook zjjn huweljjk door
den ouden hertog gewenscht werd en hem niet bevre
digen kan. Bljjf bjj hem, wees hem een vriend, verlaat
hem niet
«Zeker zal ik bljjven, zoolang ik daarmede geen andere
plichten verzuim. Ik geloof ook wel, dat ik op 't
oogenblik beter bjj mjjn regiment gemist kan worden
dan in Glückstadt. Wat echter het huweljjk van den
prins betreft, dat komt nog wel in orde. Prinses
Elisabeth heeft hem liet.*
«Zjj vindt hem schoon en zou hem graag in iedere
houding in ieder verschillend costuum fotografeeren
zeide Sitta niet zonder bitterheid.
«Tracht gjj dan op prinses Elisabeth een goeden
invloed uit te oefenen.
«Invloed 1 Maak eens een indruk op drjjfzand. Hoe
lang bljjft die? Eerder kan men een moeras droeg
maken.*
«Freule von Hohenthal, zult gjj het mjj niet kwaljjk
nemen als ik u eens wat zeg?* Kröchert zag onderzoe
kend naar het schoone gelaat, waarop nu een uitdrukking
van droefheid lag.
«Ben ik zoo licht geraakt? Gjj weet toch wel hoe ik
houd van openhartigheid.*
«Goed. Het klinkt misschien wat ruw, maar de over
tuiging dringt zich dageljjks meer en meer aan mjj op...«
«Welke overtuiging
«De kroonprins zal nimmer zjjn vrouw leeren lief
hebben, noch in zjjn huweljjk bevrediging vinden
zoolang gjj hier zijt.«
«Mjjnheer von Kröchert l« Sitta sprong op, haar blauwe
oogen schitterden van toorn, de teedere gestalte beefde
van ontsteltenis.
Wordt vervolgd.)
ALKMAARSCHE COURANT.
Ball.