No. 286. Honderd en achlsle jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Voorbereidend militair onderricht. "bTn n én l a n d: Drie levens. WOENSDAG 5 DECEMBER. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80franco door het geheele Kijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs. OOSTER ZOONVoor dam O 9. inderwet, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen, ingevolge art. 8 der Hinderwet, ter algemeene kennis, dat zjj bjj besluiten van 1 December 1.1. voor waardelijk vergunning hebben verleend aan: lo. J. BOSSERT, handelende onder de firma F. J. THEISSLING, aldaar, tot het oprichten van een gas motor van 4 P. K., ter vervanging van een stoommachine, ten behoeve van zjju koffiastroopbrandery in het perceel Spanjaardstraat, C no. 21 2o. J. G. LEVERT, aldaar, tot het uitbreiden van zgae herstelplaats voor rijwielen door het oprichten van een gasmotor van 2 P, K., dienende tot het in beweging brengen van een draaibank en slgpsteenen, in het achter gedeelte van het perceel Hekelstraat, C no. 18. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 3 Dec. 1906. DONATH, Secretaris. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt, naar aanleiding van een desbetreitende circulaire van den heer Commissaris der Koningin in deze pro vincie, ter kennis van belanghebbenden, dat het onder zoek naar de geoefendheid van lo. lotelingen, die dingen naar het bewjjs, hetzjj voor militaire bekwaamheid, hetzjj voor lichameljjke ge oefendheid, dan wel voor beide, 2o.jongelieden, die dingen naar het militair getuigschrift, vereischt tot het aangaan eener verbintenis bij het reservekader, hetzjj der Infanterie of der Vesting-ar tillerie, dan wel der Genie, zal plaats vinden in het tjjdvak van en met 3 toe en met 15 Januri 1907 dat het onderzoek voor eiken deelnemer in één dag afloopt en voor lotelingen en jongelieden, woonachtig of verbljjfhoudende in de gemeente Alkmaar, zal worden gehouden te Helder dat tot het onderzoek uitsluitend worden toegelaten a. zjj, die hebben deelgenomen aan de loting voor de lichting 1907; b. de lotelingen der lichting 1 9 06, die, ingevolge het bepaalde bg de 2e zinsnede van art. 99 der Militiewet 1901, in 190 7 worden ingelijfd-, c. de reeds ingeljjfde lotelingen, in het genot van uitstel van eerste oefening, die, om in aanmerking te kunnen komen voor verlenging van uitstel, in verband met de bepaling van het op twee na laatste lid van art. 92 van het K, B. van 2 December 1901 (Staatsblad No. 230), zooals dit artikel gewijzigd is bj] K. B. van 17 October 1904 (Staatsblad No. 234), hun bewjjs van voorgeoefendheid wenschen te vernieuwen d. jongelieden, adspirantèn - v> ij willig er voor het reservekader der Infanterie, vesting-artillerie of genie. Belanghebbendendie zich niet vóór of op den 10e» December 1906 ter gemeente secretarie tot deelneming aan het onderricht hebben aangemeld, worden niet tot dat onder zoek toegelaten. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 30 Nov. 1906. G. RIP PIN G. Tweede Hamer. Gisteren was aan de orde hoofdstuk I (Hooge Colleges) van de Staatsbegrooting. De Minister van Landbouw (de heer Veegens) zei in vervolg op het door hem Vrjjdag medegedeelde tot zjjn leedwezen verplicht te zjjn tot de mededeeling, dat j.l. Zaterdag in Helden (Limb.) mond- en klauwzeer Moor gravin lABOABETB HL'NAU. Henriëtte van Meerheimb.) 3) Maar het is toch een prachtig land 1 Wjj, Kröcherts, zgn eigenljjk Markers. Daar ligt ons stamslot tusschen heide en dennen. De familie heeft het mjjn vader ook nooit vergeven, dat hjj een aankoop deed in Silezië. i jl mo er Hield evenwel niet van het eenvoudige landhuis in de Mark. Dat namen de Kröcherts vooral de broeder van mjjn vader zeer kwaljjk. Wg, kinderen, zjjn nooit in de Mark geweest. Ons vaderland is Rotenwalde.* «Gij houdt wel heel veel van Rotenwalde «Of ik ervan houd It Zjjn oogen schitterden. «Iedere boom in het bosch, iedere schoof op het veld, iedere duim van den grond is mjj dierbaar. sis het een Majoraat?* «Neen. Ik ben de eenige zoon. Mjjn vader weet, dat Rotenwalde bjj mjj veilig is. Het zou bjjna onmogelgk zjjn aan te nemen, dat het ooit in andere handen kwam.* Sitta dacht erover na. Plotseling vielen haar eenige toevallig gehoorde opmerkingen in van den ouden hertog van Glückstadt. Had hjj niet eens aan den kroonprins gezegd sHet staat slecht met de zaken van Kröcherts vader. Rotenwalde zit diep in de schulden. Sinds jaren al leeft de familie daar op veel te grooten voet. Voor hun vermogen was die bezitting ook altjjd te kostbaar.* Zjj had echter nooit veel belang gesteld in den heer von Kröchert, maar nu kwamen die woorden haar onwillekeurig weder in gedachte. Het antwoord van den kroonprins was haar ontschotenmisschien had zjj er ook niet naar gehoord, omdat de geheele zaak haar koud liet. «Zoolang mjjn vader leefde, ben ik zoo dikwjjls van garnizoen veranderd, dat zulke gevoelens mjj volkomen is geconstateerd. De Minister deed voorts mededeeling van door hem in verband met dit ziektegeval genomen maatregelen. De Minister van Koloniën (de heer Pock) vroeg het woord naar aanleiding van de ernstige be schuldiging door den heer de Stuera j.l. Zaterdag tegen een ambtenaar van sprekers departement gerioht. D Minister betreurde, dat de spr. het in zjjn afwezigheid heeft gedaan. De Minister kwam met klem tegen de beschuldiging op. Het komt hier neer op een opzettelijke vervalsching der Handelingen* en de Minister betoogde, dat hiervan geen sprake is. Spr. moet wel door drukke werkzaam heden de oorrectie der drukproeven vaak aan een ver trouwd ambtenaar overlaten. Aan de hand van den tekst in de «Handelingen" trachtte de Minister te be- wjjzen, dat er geen belangrjjke wjjziging is gebracht in de gesproken redevoeringen, althans dat van «verval- sching* absoluut niet gesproken mag worden. De heer De Stoer (K. Weert) kon geen goede tronw aannemen en spr. bleef zjjn beschuldiging beslist handhaven. De heer Schaper (S.-D. Appingedam) vrosg of we hier overgeleverd moeten worden aan de willekeur van de ambtenaren Het stemde spr. dankbaar, dat de heer De Stners eens zulk een zaak heeft gesignaleerd. Het is spr. eens overgekomen, dat de Minister van Waterstaat hem een toezegging hseft gedaan en zegt spr., in de «Hande lingen* was die toezegging potdorie verdwenen. (Daverend gelach). Nu snapt spr. het. Als de Minister een toezeg ging doet, dan zegt de ambtenaar«Daar heb ik geen zin in.« (Gelach). Spr. protesteerde hiertegen. De Minister bleef zich verzetten. Men moet niet na een jaar met zulke beschuldigingen komei, als alle stukken reedi vernietigd zjjn. De'Minister is speciaal nit het buitenland gekomen, waar hg vertoefde, om hier zgn ambtenaar te verdedigen. De heer De Stners zeide nog eens, dat hg verleden jaar nog de goede tronw van den ambtenaar aannam en de zaak daarom niet ter sprake braoht, maar daarvan is hjj teruggekomen. Spr. is niet over een nacht jjB ge gaan en hg heeft voor zjjn beschuldiging allen grond. Het incident werd hierna gesloten. Voortgezet werd hierna de behandeling der Staatsbe grooting en wel van de kwestie van het Analytisch verslag. De heer Tak (S.D. Franeker) ontkende dat het hier zon gelden een aanslag op de pers. Deze zal er niet door benadeeld worden. Integendeel, ook bjj invoering van een aualyst:sch verslag zal spoedig eea batere huis vesting voor de pers mosten worden gevonden. In alle verslagen zit een subjectief element, het oordeel van de verslaggevers over de meer of mindere belangrijkheid van het onderwerp. De heer Van der Zwaag (S. D. Schoterland) zal tegen het voorstel stemmen en traohtte de argumenten der voorstanders te weerleggen. Spr. verklaarde, dat in het algemeen de verslagen goed zjjn. En komt er eens een zinstorende font in voor, dan stuurt men eenvoudig een ingezonden stukje. Uitvoerig motiveerde spr. zjjn meenincr, dat het analytisch verslag geheel overbodig zal zjjn. Met de f 46.000 zal men veertig gemeenten een inbsidie kunnen geven voor den bouw van arbeiders woningen. De heer Van Wassenaer van Catwjjck (Chr. H. Katwjjk) achtte een analytisch verslag goed, om de Kamerleden zelf wat vroeger in te liohten dan de «Handelingen* doen. De heer Drueker (V. D. Groningen) zal tegen het voorstel stemmen. Hjj sloot zich aan bjj de uitstekende redevoericg van den heer Van Vnuren en achtte een analytisch verslag niet in het belang van het Neder- landsohe publiek. Ook vreesde spr. groote kosten van de vreemd zjjn,* zoo hervatte zjj het gesprek na een kort stilzwjjgen. «Maar gjj kunt ze toch begrjjpen? En gjj zoudt ze ook deelen, als gjj eens buiten moest wonen «Eerljjk gezegd neen. Ik ben ongeveer een trek vogel geworden. lederen zomer zou ik graag over de Alpen gaan en voor het overige bleef ik met genoegen in onze kleine residentie.* «Gjj zjjt dus volkomen tevreden met uw lot?* vroeg hjj, zichtbaar teleurgesteld door haar antwoord. «Tevreden Wie heeft niet zjjn onvervulde, misschien niet te vervullen wenschen?* vroeg zjj zacht. «Mjjne wenschen voor den dag van heden waren ge- makkeljjk te vervullen geweest l« zuchte hjj. «Ik had zoo graag met u naar Maloja willen rjjden met u aan het groene meer staan, de gletschermalen zien, alpenrozen plukken.« «Alpenrozen kunt gjj in Pontresina met de kroonprinses ook plukken.* «Alsof mjj dat hetzelfde wasl Wjj zullen den Morte- ratsch-gletscher een poosje aanstaren en daarna de andere bezoekers kritiseeren en fotografeeren een zeer gewichtige bezigheid.* «Die u liever aan den kroonprins overliet «Ja, hjj komt toch ook wel het eerst daarvoor in aan merking. Gun hem hier toch eens wat vrjjheid. In Glückstadt is hjj door duizend ketenen en veroordeelen gebonden.* «Le vrjjheid gun ik hem graag, maar ik gun hem u niet. Geen uur, veel minder een langen, mooien zomer middag.* Sitta verschrikte door deze openhartige uiting van hartstc cht. «Gjj zjjt een vriend van den erfprins,zeide zjj terechtwjjzend. «Zijn vriend gunt men alles. Het is overigens al een heel bescheiden genoegen om met mjj naar Maloja te rjjden «Mjjn hemel, ja ik ben zjjn vriend,« antwoordde Kröchert tameljjk ongeduldig. «Wjj hebben samen ge studeerd, gedweept, vriendschap voor elkander gevoeld op de manier van Don Carlos en Posa. Om hem alleen ben ik in Glückstadt dragonder geworden, omdat hjj invoking: spoedig zal bljjken dat hot aantal officieele verslaggevers te klein is. De heer De Beaufort (L. Amsterdam VI) was van oordeel, dat een analytisch verslag noodig is, omdat in de dagbladverslagen zoo vaak onnauwkenrigheden en onjuistheden voorkomen. De heer Goeman Borgesins (U. L. Enkhuizen) zei, dat het belang van de dagbladpers niet de doorslag mag geren, zelfs als zou die pers er groot nadeel van hebben. Spr. is van meeoing, dat de nadoelen der in voering de voordeelen overtreffen. De Kamer zal er veel berouw van hebbenbet voorbeeld van België kan in dezen niet aanlokken. Kamerleden in België hebben spr. verklaard, dat het verslag niet voldoet. De heer L i e f t i n c k (U. L. Zutphen) zei, dat nog steeds wordt geklaagd over de incorrecte verslagen maar er is niemand die men er de sohnld van dm ft geven. De schnld is de Nederlandsche natie, die te schriel is om da pers een betere plaats te geven in de Kamer Spr. zal later een aanzienljjke vermindering van den prijs der «Handelingen» voorstellen. DeMinistervanFinanoiën,de heer Da Meester zei dat do regeering het eens is met ben, die meenen, dat het hier niet geldt een aanslag op de pers. Nu heeft de heer Drueker gezegd, dat het beter ware geweest niet in dezen met het voorstel te komen, om ook de Eerste Kamer te doen meespreken. Spr. kan zich hiermee niet vereenigenkeurt de Kamer het voorstel goe 1, dan zal ook de Eerste Kamer het stilzwijgend goedkeuren. Na nog eenige discussie werd de post van f40.000 tot hot invoeren van een Analytisch Verslag met 87 tegen 35 stemmen aangeiomen. Het verslag zal dus worden ingevoerd. Hoofdstuk II werd daarna aaugonomen. Rij Hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) besprak d° heer Van Asoh van Wjjck (A. r. Amsrsfoort) ons diplomatieke beleid en drong er op aan, dat meer aandacht worde geschonken aan de economische belangen. In verband met de tweede Vredesconferentie gaf hjj in overweging, op het program te zetten de kwestie der ontwapening en der neatruliseering van Nederland. De heer Van den Beroh van Heemstede (K. Oosterhout) critiseerde de houding van Dnitsohland jegens Nederland, in zake het toltarief. Da heer Van Vunren (K. Zevenbergen) bepleitte in verband hiermee de belangen der Oudsnbossch) kwee kers van sierplanten. De hoofdmarkt voor de Ondenbossche boomen is de Duitsche markt, en na dreigt een aanzien- ljjke vermindering te komen door het tarief. Ja, het gevaar van sluiting der kweekerjjen dreigt zelfs. Als de Minister hem aantoont, dat deze ondergang kan worden voorkomen door onze tegenwoordige handels politiek, dan is spr. voor s/t tot don vrjjhandel bekeerd. Hjj vroeg maatregelen. De heer Passtoors (K. Beverwgk) besprak de mededeeling in de Staatscourant van II Juli j 1. omtrent vacante arbeidersplaatsen te: vervanging van Duitsche stakers. Hg betreurde dit en critiseerde vervolgens de uit zetting van eenige Nederlandsche arbeiders nit Duitech- land als lastige buitenlanders. Spr. drong op spoed bjj het onderzoek aan. De heer T a k (S. D. Franeker) wengehte krachtig optreden in Berljjn, om de herhaalde uitzettingen van Nederlanders tegen te gaan en protesteerde tegen de mededeeling in de «Staatscourant* van gebrek aan werkkraohten in Duitschland wegens stakingen. De heer Plate (L, Rotterdam IV) zag in represaille» maatregelen geen keil voor de boomkweekers, die toch ook uit het buitenland producten betrekken. Voorts kwam spr. op tegen de overbrenging der consulaire verslagen naar het departement van Landbouw, Handel niet voorgoed in een oud Pruisisch regiment kon dienen. Gii weet wel, dat de oude hertog niet met Pruisen opheeft.* «Dat weet ik. Ik weet ook wat prins Albrecht daaronder te lijden heeft.* Kröchert knikte. «Hjj zou zoo graag bjj de garde dienen. Zelfs nu zou hjj nog liever ritmeester bjj zjjn oud regiment zjjn, dan in Glückstadt op den dood van den hertog te wachten en zjjn grillen en invallen stil- zwjjgend te moeten verdragen, omdat hjj er toch niets aan veranderen kan. Hjj heeft een ruimen blik, die over de grenzen en beschouwingen van zjjn landje op het geheel is gericht. Ik kan voelen hoe zjjn geduld te kort schiet, hoewel ik er meest al om lach als hjj op zjjn tanden knarst.* «Gjj kunt gemakkeljjk jachen. Voor u is Glückstadt iets voorbjjgaands hjj zal er zjjn leven lang onder gebukt gaan.« «Wanneer de oude hertog sterft, is hjj heer in Glückstadt1« »Ho9 kan hem dat genoeg zjjn, hem, voor wiens idealen en droomen een wereld te klein isWat kan hjj in Glückstadt beginnen en verbeteren «Hjj zal er een modelstaat van maken. En als de oude hertog niet meer is, dan zal hjj daar zoo vrjj leven als ik op mjjn Rotenwalde.* Sitta schudde het hoofd. «Neen,* zeide zjj treurig. «Zjjn opvoeding is daar niet naar geweest. Was alles maar minder als liefhebberjj opgevat dan was er in de een of andere richting een merkwaardig man uit hem geworden. Maar hjj mocht niets in den grond leeren, altjjd maar zóó, om over alles mee te kunnen spreken en oppervlakkig te kunnen eordeelen. Nauweljjks begon een studie hem te boeien of hjj moest,haar in den steek laten. Hjj was kroonprins, dat was voldoende. Zjjn talent voor muziek werd niet ontwikkeld, zjjn militaire loopbaan werd afgebroken, zjjn studie zoo laag mogeljjk bjj den grond gehouden. Heb ik geen geljjk «Gjj hebt wel diep over den kroonprins nagedacht. Of heeft hjj zich bjj u beklaagd?* «Ook wel. Gjj weet dat alles even goed als ik, mjjnheer von Kröchert.* en Njjverheid, waardoor de eenheid van den consulairen dienst wordt verbroken. De beer R e jj n e (U. L. Kampen) waarschuwde tegen opzegging van hst handelstractaat met Duitichland. Land- en tuinbouw zouden er de dupe van worden. De correspondent van de N. K, Ct. te Batavia seint Bjj een onderzoek in de bergdesa Wongaja is gebleken, dat het dool van den aanval in Tabanan was de omverwer ping van het gezag, met het oogmerk om de halfzuster van den vorigen radja tot vorstin uit te roepen. Deze halfzuster en de hoofdaanleggers zjjn gevankeljjk meegevoerd. Voorname hoofden zjjn niet bjj de zaak b trokken. Het verlies van den vjjand op 28 November bedroeg 30 dooden en evenveel gewonden. Rechtzak en. Arrondlssementn-Hcchtbaak te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 4 December. D i e f s t a 1. Joseph van den B., van beroep stoker, te 's Gravem- hage woonachtig, thans gedetineerd in het huis van bewaring te Alkmaar moest heden het eerst tereohtstaan. Mr. Offers was beklaagde als verdediger toegevoegd. Bekl. was bij dagvaarding ten laste gelegd zich te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van een gouden horlege en een gouden tonnetje, ten nadeele van Volkertvan der Meer, kapitein der boot Noord-Holland I, te sneek woonachtig. Beklaagde door den President gevraagd, of hij zioh aan dezen diefstal heeft schuldig gemaakt, legde een volledige bekentenis af. Hij vertelde dat hij op 1 November dienst deed, op de boet „de Telegraaf", als stoker. Zij kwamen met hun boot te Alkmaar naast de Noord-Holland I te liggen. Hij is teen op die boot gegaan, en heeft het horloge, waaraan een koordje bevestigd was met een gouden tonnetje van den wand der kajuit genomen. Hjj deed dit, terwijl de kapitein lag te slapen. Te 's Gravenhage verkocht hij het horloge en het gouden tonnetje voor f 10.50 aan Frederik van Ipenburg een goud- en zil verhandelaar. Hij gaf op, dat zijn naam was Van der Steven en dat hij Spui 175 woonde. Beklaagde heeft vroeger reeds meer gevangenisstraf ondergaan eveneens wegens diefstal. De O. v. J. achtte het bewijs wettig geleverd. Bekl. heeft toen hjj indertjjd stoker bjj de marine was, een feit gepleegd, om van den dienst af te komen. Waarom zulke personen dit doen, weet Z.E A. niet. Beklaagde heeft al alles aan de hand gehad. Waarom hjj den diefstal gedaan heeft, kan hjj niet zeggen. Hij geeft op, dezen gepleegd te hebben, omdat hij ondergoed noodig had. Doch toen hjj het geld ontving voer 't gestolen horloge, kocht hjj geen ondergoed. Beklaagde is ook weer iemand, die gaarne veel geld wil hebben, zonder te werken. Resmreerendo eischte Z.E.A. 5 maanden gev. Mr. Offers die daarna het woord verkreeg, en heden zjjn eerste pleidooi hield voor deze Rechtbank, bepleitte dementie. Mishandeling. Allewjjn O., slager te Blokker, stond daarna terecht, beklaagd Cornells Bakker, slager te Westerblokker, te hebben mishandeld. Ook deze beklaagde legde een volle dige bekentenis af. In den nacht van 1 op 2 October was beklaagde met Bakker in de herberg van Dammes te Wester blokker. Het was kermis, en zjj kregen verschil over een partjj biljart. Het was ongeveer half één dat Bakker weggingbeklaagde achtervolgde hem toen tot aan het i'njerpad. Bakker hoorde iemand «Maar gjj moet het niet al te tragisch opvatten, freule von Hohenthal. Hjj heeft ook zjjn goede tjjden, waarop hjj zeer bljj is de erfprins von Glückstadt te zjjn.* «Ik zou dat niet zjjn goede maar zjjn slechte tjjden noemen,* gaf zjj ernstig ten antwoord. «Mjjnheer von Kröchert, wjj weten allebei, dat ook zjjn huweljjk door den ouden hertog gewenscht werd en hem niet bevre digen kan. Bljjf bjj hem, wees hem een vriend, verlaat hem niet «Zeker zal ik bljjven, zoolang ik daarmede geen andere plichten verzuim. Ik geloof ook wel, dat ik op 't oogenblik beter bjj mjjn regiment gemist kan worden dan in Glückstadt. Wat echter het huweljjk van den prins betreft, dat komt nog wel in orde. Prinses Elisabeth heeft hem liet.* «Zjj vindt hem schoon en zou hem graag in iedere houding in ieder verschillend costuum fotografeeren zeide Sitta niet zonder bitterheid. «Tracht gjj dan op prinses Elisabeth een goeden invloed uit te oefenen. «Invloed 1 Maak eens een indruk op drjjfzand. Hoe lang bljjft die? Eerder kan men een moeras droeg maken.* «Freule von Hohenthal, zult gjj het mjj niet kwaljjk nemen als ik u eens wat zeg?* Kröchert zag onderzoe kend naar het schoone gelaat, waarop nu een uitdrukking van droefheid lag. «Ben ik zoo licht geraakt? Gjj weet toch wel hoe ik houd van openhartigheid.* «Goed. Het klinkt misschien wat ruw, maar de over tuiging dringt zich dageljjks meer en meer aan mjj op...« «Welke overtuiging «De kroonprins zal nimmer zjjn vrouw leeren lief hebben, noch in zjjn huweljjk bevrediging vinden zoolang gjj hier zijt.« «Mjjnheer von Kröchert l« Sitta sprong op, haar blauwe oogen schitterden van toorn, de teedere gestalte beefde van ontsteltenis. Wordt vervolgd.) ALKMAARSCHE COURANT. Ball.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1