No. 287. Honderd en aehlsle jaargang. 1906. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Prijs der gewone advertentiSn DONDERDAG 6 DECEMBER Zitting van den Gemeenteraad Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents, Telefoonnmnmer 3, Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs. COSTER ZOONVoordam C 9. vu ALK8AAB, op Woensdag, 5 December 1906, des namiddags 1 nar. Vervolg.) De Voorzitter deelt voorts nog mede, dat ter in sage van de leden heeft gelegen een rapport van den opzichter der plantsoenen in zake het rooien van de derde boomenrjj in de Wilhelminalaan en de verbetering van die laan. De oommissie voor de plantsoenen stelt er prjjs op dat de raad nog in deze zitting zich over deze zaak uitspreekt. De heer ter Spill herinner aan een vorig rapport van de commissie voor de plantsoenen, naar aanleiding waarvan besloten werd de 3e boomenrjj, te laten ver vallen. Over de nieuwe indeeling van de Wilhelmina laan bestond geen instemmigheid in de commissie. Die is verkregen in een vergadering met den beer Springer Haarlem, welke, daar deze heer zeer bezet is, eerst Vrjjdag j.l. heeft plaats gehad. Men vond het 't meest wenscheljjk aan te brengen langs de huizenrij en langs de Cadettenschool een trottoir, 2 M. breed, den weg iets te verplaatsen met het paardenpad en de 3e rjj boomen weg te nemen. Het voetpad vervalt. Op deze wjjze komt men tegemoet aan de klachten der bewoners. De Wilhelminalaan wordt breeder terwgl de grasberm 2 M. breed wordt aan weerskanten, hetgeen den aanblik van de laan zei verhoogen. In beginsel heeft de raad reeds besloten de 3e boome: rjj weg te nemen, zjj het dan ook geleideljjk. Met het oog op de openbare verkoopieg van de boomen, welke ge rooid worden, is het gewensoht dat er haast gemaakt wordt met de nitrooilng. Da Voorzitter stelt vooreerst alleen te be sluiten, do derde boomenrjj te laten vervallen. De heer de Groot herinnert er aan, dat in de seotie ook gesproken is over de boomenrjj langs de tram- ljjn naar de Vier Staten, waarop de Voorzitter hem verzoekt ziob bjj de onderhavige zoak te h»pal»n. Da heer Van Bujjsen zou gaarne zien da B. er W. een uitvoer iger onderzoek instelden naar de wjjze waarop de nieuwe indeelirg zal plaats hebben. Opper vlakkig wilde het spreker beter voorkomen dat een ver harde weg wordt aangelegd. De heer B o s m a n vraagt of het de bedoeling was het groepje boomen bjj het huis van den heer Van Spall ook weg te nemen. Op de teekening stond n.l. daar een perk aangegeven. De Voorzitter wjjst er op, dat de teekening met groote haast is opgemaakt en dat de ontwerper daar door een vergissing beging. Den heer Bosman lacht het idee van den heer Van Bujjsen niet toe. Spreker wjjst er op, dat het Rjjk van de Friesche brug tot de Vlotbrug met alle zorgen en veel kosten een macadam weg heeft aangelegd welke na een jaar gebruikt te zjjn, is opgeruimd, omdat bjj niet voldeed. Met dit voorbeeld voor oogen zonden B en W. zoker niet gauw komen met een aanbeveling voor een macadam-weg. De heer van den Bosch zegt, dat de Voorzitter er al op heeft gewezen, dat er over 14 dagen weer ver gadering zal zjjn. Daarom zou bp willen voorstellen in die vergadering eene beslissing te nemen over het voorstel. Bjj wil den raad niet voor een surprise stellen, doch wjjst er op, dat de toestand er niet mooier op zal worden, als de boomen worden weggenomen ronder meer. De verbetering van de laan wil hjj aan het voorstel ver binden. Eau verlegging van den weg zal niet zooveel kosten, doch oen begrooting vaa een eventueel te maken trottoir heeft men niet. Een overzicht van die kosten kan men wel hebben voor de volgende vergade:ing en dan zon men tevens omtrent den aanleg van het trottoir de meening kunnen weten van den opzichter es de verdere verbetering van de Wilhelminalaandat toch was da grond voor het vooistel omtrent de rooiing der derde boomenrjj. Da Voorzitter heeft een andere opvatting van de zaak. Ook zonder tot de verbetering van de Wilhelmina laan te besluiten, is vroeger al aangenomen, de heele rjj boomen to doen vervallen. De heer van den Bosch bsstrjjdt deze opvatting. Het voorstel van den heer Springer is steeds geweest eeDe verbreiding van de Wilhelminalaan en nu meent de commissie voor de plantsoenen, dat de breedte van het laantje tnsscben Wilhelminalaan en groote laan dient te worden gebruikt voor die verbreeding. Besluit de raad tot de rooiing der boomen, dan is het de bedoeling om te komen tot den aanleg van eev trottoir langs de zjjde van de Cadettenschool. De heer Bosman meent, dat de raad thans alleen moet besl ssen over het vervallen der boomen. De kosten van trottoir-aan leg rjjn niet gering. Ook over 14 dagen zal men daarover niet kunnen beslissen, dat gaat voor den raad maar zoo niet. Doch dat doet er ook niet toe. Als de toornen worden weggeruimd, dan kan men later komen tot de verbetering van den wsg, b.v. is het voor jaar. Dienaangaande kunnen dan nadere voorstellen wor den ingewacht. De heer Cohen Stuart wjjst op da minder juiste voorstelling, die de heer Ter Spill van den zaak geeft. Er^ is in de commissie niet beslist over de toekomst. Juist is het, dat men thans in eens wil doen, wat men vroeger besloot in twee of drie jaren te doen. Men be denke echter wel, dat indien thans besloten werd tot da wegneming der bcomenzonder meer, dat men dan noodzakeljjk den grasband goed moet onderhouden. Of schoon »pr. dus wel mee kan gaan met de voorstellen van den voorzitter en den heer Bosman en hjj ook wel medelgden heeft met de heer van Bajjsen en zjjn baren, moet hjj aan den anderen kant toch zeggen, dat een gevolg van de wegruiming zal zjjn een goed onderhouden van den grasband en dat zal ook nog al wat kesten. Da Voorzitter zegt, dat er niet bepaald eoa voor- stel is, doch dat dc commissie het op prjjs stelt, dat thans de kwestie van det rooien der derde boomenrjj be handeld zou worden. Daarom ia de zaak ter sprake gebracht. De hear Glinderman wgst er op, dat het toch de bedoeling is dat do raad zich uitspreekt over de rjj boomen. Nu heeft de heer Bosman gezegd: de straat heeft geen haast en toch heeft ook de heer Bosman heihaaldeljjk over den toestand ter plaatse geklaagd. Rooit men de boomen dan zal de toestand daar dezen winter niet begeerljjk worden. De Voorzitter zegt, dat er dan maar wat meer grind op den weg moet worden gebracht. De heer B o b m a n meent, dat er geen grond bestaat voor de vrees van den heer Glinderman. Juist de boomen maken den weg vochtig. De toestand zal eerder verbete ren dan slechter wot den. Daarom kan de verbetering wel uitgesteld worden. De heer V*an den Bosch bestrijdt deze meening: als de boomen in blad staan dan juist zjjn ze oorzaak van de vochtigheid. Het rooien in dezen tjjd zal den weg niet verbeteren, doch slechter maken, door de gaten die men ia de laan krjjgt. Wanneer evenwel de raad tbans niet kan beslissen over een te maken trottoir, dan is bjj er niet tegen de zaak aan te houden tot over 14 dagen, of desneo-s tot het voorjaar. De Voorzitter wjjet den heer Van den Bosch er nog op, dat als dit rapport nies was ingekomen men toch zou zjjn doorgegaan met de wegruiming der boomen, onafhankeljjk van de verbetering van de Wil helminalaan. Waarom kan de raad dan thans ook niet beslissen, afgescheiden van die verbetering iSpr. kan de verzekering niet geven, dat men over 4 dagen klaar zal zjjn met een goed omljjnd voorstel. De heer Van Buijsen gelooft, dat men de boomen wel kan rooien zonder den weg te verbeterende gaten kunnen behoorlijk worden dicht gemaakt. De heer Bosman heeft herinnerd aan de proef met de maeadamweg tuaschen Friesche brug en Vlotbrug, doch spr. heeft een dergelijken weg gezien te Delft en acht daar de proef uitstekend geiüKr. we 0 ra daar ook geteerd. Hjj beveelt B. en W. alsnog een onderzoek aan. De Voorzitter herinnert er aan, dat hij zoodanig onderzoek reeds heeft toegezegd. De heer De Groot deelt mede, dat hij destijds den door den heer Bosman bedoelden maeadamweg heeft gemaakt naar alle eisehen des tijds, doch de proef is totaal mislukt. Hij waarschuwt voor een her haling daarvan. De Voorzitter zegt nu het voorstel om de ge heele derde rij boomen te rooien in stemming te zullen brengen. De heer Cohen Stuart wijst er nog eren op, dat men dan moet aannemen, dat de grasband zal blijven. De heer Ter Spill gelooft, dat de heer Cohen Stuart zieh niet ongerust behoeft te maken. Komt de derde rjj te vervallen, dan behoeft het zoo lang niet te duren, dat men komt met voorstellen tot verbetering van de laan. Spr. zou er wel voor zijn, dat dadelijk beslist werd, over het maken van een trottoir, doch heeft de meerderheid daartegen bezwaar, dan kan hij met het voorstel wel meegaan. De heer Van den Bosch vindt het raadzaam, dat indien de raad besluit tot de rooiing der boomen, B. en W. worden uitgeneodigd tot een onderzoek naar den toestand van de Wilhelminalaan en ten spoedigste in overleg met den architeot, de commissie voor de plantsoenen en de cor missie voor fabricage, kome met een voorstel tot verbetering dezer laan. De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar, als ten spoedigste, beteekent zoe spoedig als het kan. Dat zal echter niet eerder kunnen dan in het begin ven het volgend jaar. Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming tot rooiing der geheele derde boomenrjj besloten. 5. Douw- en Wonlngverordenlng- In verband met een schrjjven van den Voorzitter van Ged. Staten toegevoegd aan het aan B. en "W. ter kennisneming toegezonden advies van den Inspecteur der Volksgezondheid, uitgebracht over de wjjzigingen van 4 Juli 1.1. stelt de commissie voor de straf verorde ningen vooralsnog met eenige artikelen aan te vullen of er enkele te veranderen. De heer Uitenbosch heeft tot zjjn spjjt geen gelegenheid gehad deze bjjlage goed na te gaan. Als het mogeljjk was, zou hjj gaarne eenige uitstel willen. De Voorzitter is daartegen, er wachten verschil lende zaken op de vaststelling dezer wijzigingen, die evenwel niet anders zjjn dan een verzachting van de wijzigingen in Juli in de verordening aangebracht. De heer Bosman is er ook voor de zaak nu te behandelen, 't Zjjn eigenljjk niet anders dan oude dingen. Als de heer Uitenbosch geen tjjd heeft gehad de bjjlage te bestudeeren, spjjt dat hem, maar hjj ziet daarom niet de noodzakeljjk in de zaak uit te stellen. Bjj artikel 1 zegt de heer Ter Spill, dat het hem niet duideljjk is waar het begrip bouwlijn omschreven wordt door de woorden: de lijn waana het gebouw ligt. Beter zou men kunnen zeggende ljjn waarin de voorgevel ligt. De heer Wanna meent ook. dat men niet kan zeggen, dat het gebouw in een ljjn ligt. De heer Bosman zegt, dat de heer Zoetmulder, de inspecteur der volksgezondheid en de architect dat zoo hebben aangegeven en daarom zou hjj het zoo willen aannemen. De heer Cohen Stuart merkt den heer Ter Spill op, dat de bouwljjn ook betrekking kan hebben op den zjjgevel. Hjj vindt het een technische uitdrukking en zou die ook maar niet willen wjjzigen, en zulks ook in verband met andere artikelen. De heer Ter Spill acht niettemin de bepaling on juist, afgescheiden van andere artikelen. De heer Bosman zegt, dat er in de commissie heel wat over de zaak is getobd. De heer Zoetmulder en de architect zjjn het er ten slotte over eens geworden, daarom moet men het nu zoo maar laten. De heer Ter Spill vindt, dat men op die wjjze zjjn bezwaren niet wegneemt. B. en W. zjjn belast met de uitvoering en daarom zou hjj willen weten, wat er mee bedoeld wordt. De Voorzitter zegt daarop, dat indien de heer Ter Spill eene andere definitie kan geven, hjj die gaarne zou vernemen. 3. Benoenlng van twee onderwijzers aan de Burgerschool. Ter vervulling van 2 vacatures aan de Burgerschool zjjn de volgende voordrachten opgemaakt: A. I. K. Hart, tjjdeljjk onderwjjzer aan do Burger school te Alkmaar. 2. D. L. Bejjneveld, tjjdeljjk onder wijzer te Haarlem. 3. J. Blokker, onderwjjzer te Koedjjk. B. 1. D. L. Bejjneveld, tjjdeljjk onderwjjzer te Haarlem. 2. K. Hart, tjjdeljjk onderwijzer aan de Burgerschool to Alkmaar, 3. J. Temme, onderwjjzer aan de Sa gemeente school te Alkmaai. Benoemd worden de heeren K. Hart en D. L. Bejjne veld, respectievelijk met 16 en 14 stemmen. Op den heer J. Temme was voor de 2Je vacature één etem uitgebracht, terwjjl één briefje blanco was ingeleverd. 4. Benoeming vnn een onderwjjzer bjj het herhnllngsonderwjjs. Ter benoeming van een onderwijzer in het rekenen bjj het herhalingsmderwgs voor jongens, (vacature A. Brouwer,) worden voorgedragen: 1. P. de Jong, onder- wjjzer aan de 5a Gemeenteschool, 2. C. B. Kruik, onder wjjzer aan do Burgerschool. Benoemd wordt de heer de Jong met algemeene at. Da heer Cohen Stuart wgst er op, dat de heer Ter Spill wel zou weten wat er mee bedoeld wordt, als hjj het uitvoerig rapport van den architect had gelezen, Bedoeld wordt de ljjn van den gevel achter de rooiljjn. De heer Ter Spill acht den voorgevelljjn beter dan de ljjn waarin het gebouw ligt. eerst heeft men de rooiljjn de scheiding tusechen ge meentegrond en particulier terrein en daarachter de bouwljjn. Dn Voorzitter zou in verband met hetgeen de heer Ter Spill heeft gezegd, t evellgnen nog beter vinden. Tegen dit woord heeft de heer CohenStuart weer bezwaar. De redactie in de verordening moge niet taal kundig of mathematisoh juist zjjn, de bedoeling wordt toch wel begrepen. Ten slotte wordt aangenomen, dat als bouwljjn zal gelden de gevelljjn. Bjj artikel 35 merkt do heer Ter Spill op, dat er strjjd is tueschen de le en 2e allinea. In de le alinea wordt gezegd, dat de hoogte van een bouwwerk ma,; zjjn hoogstens driemaal den afstand van den voorgevel tot den as van de straat, en in de 2e allinea staat 2i maal dien afstand aan straten niet breeder dan 6 M., die reeds bestonden voor het in werking treden dezer verordening. Deze redactie zou goed zjjn als men in de le allenea, die straten had uitgezonderd. De heer Cohen Stuart geeft den heer Ter Spill gelijk. De redactie is foutief. In de le alinea'wordt ook gespreken van huizen buiten de Singelgraoht gelegen, waarvan de hoogte hoogstens tweemaal den genoemden afstand bedragen mag, doch een uitzondering is daarbjj buiten de Singelgracht toegestaan voor de straten niet breeder dan 6 M. enz. De heer Uitenbosch dis door deze bespreking het artikel met wat meer aandacht heeft gelezen meent, dat men op die wjjze aan een nieuwe straat geen goede woning kan bouwen in overeenstemming met de voorschriften omtrent hoogte der vertrekken enz. Da heer Cohen Stuart merkt op, dat de nieuw aan te leggen straten 8 M. breed moeten worden. De hoogte der buizen wordt dan ook 8 M. De heer Uitenbosch stemt dit toe maar er zijn straten vac 6 M. De heer Cohen Stuart: Juist daarvoor is de uit- zonderidg gemaakt en de hoogte bepaald op 2j maal de halve breedte der straat. Ter v; rduideljjking leest spr. thans een gedeelte van het rapport van den architect voor. De heer Uitenbosch versenigt zich daarna met het aitikel. Daar geen der volgende artikelen aanleiding geeft tot bespreking, worden deze wjjzigingen zonder hoofdeljjke stemming goedgekeurd. 6. (AelsilgYerhieirlug van strafverordeningen. De commissie voor de strafverordeningen stelt voor om in verband met art. 178 der Gemeentewet, waarin bepaald wordt, dat ten minste eenmaal in de vjjf jaren moet worden verklaard welke strafverordeningen als nog geldende zullen worden aangemerkt te besluiten om in te trekken de artikelen 15 2e lid, 222 en 223 van de alg. politieverordening en de wjjziging der politieverordening dd. 25 Sept. 1901. Voo ts om een 15tal verordeningen als nog geldend aan te merken. Conform besloten. 7. Algeaaecne politie-verordening. De commissie voor de strafverordeningen stelt voor over te gaan tot de vaststelling van eenige wjjzigingen in de Alg. Politieverordening en zulks in verband met de Bouw- en Woningverordening, het Reglement op de Wegen in Noord-Holland en het in werking treden der Motor- en Rjjwielwet. De Voorzitter zegt dat het in de bedoeling ligt de geheele politieverordening bet volgend jaar te herzien. Da heer De Wit zou een amsnaement op de wjjzi- ging Tan a't. 13 omtrent het rjjdcn op het Luttik- Oudorp hebben willen indienen, maar zal daar nu mee wachten tot de geheele herziening. Da heer Bosman meent, dat het in dit artikel niet duideljjk is welke markt wordt bedoeld, waar er staat na afloop der markt. De Voorzitter vindt dat wel wat vreemd van iemand die zelf lid der commissie is. Als de heer Bosman had opgeelagon art. 63 der oude politieverordening, dan zou hg gezien hebbendat daar sprako is 7an de Zaadmsrkt. De Voorzitter deelt verder mede dat in verband met het Reglement op de wegen in Noord-Holland art. 164 eenigszins anders moest worden vastgesteld. Het luidt thanB Het is verboden binnen de kom der gemeente de voet paden langs de wegen en straten met paarden en andere trekdieren en vee, en met motoTrjjtuigen, rjjtnigen, rjj- wieien, band-, krui- of andere wag'ns te berjjden. De politie, zegt hg, zal in deze met de noodige zacht heid optreden, terwjjl voor bekendmaking van dit artikel waaraan de woorden binnen de kom vooral de groote krsoht geven, zal worden gezorgd. De boete voor een overtreding van dit artikel is be paald op hoogstens f 10. De wjjzigingen worden daarna zonder hoofdeljjke stem ming goedgekeurd. 8. Vaststelling van een rooiljjn voor de JU lenwpoortslaan. B. en W. stellen den raad voor over te gaan tot het vaststellen der verordening tot vaststelling van eene rooiljjn voor de beide zjjden van de Nieuwpoortslaan. Dit punt werd in de vergadering van 5 September j.l. aangehouden. De heer de Lange maakt de opmerking, dat door de voorgestelde rooiljjn van de eigendommen aan de oosteljjke zijde van do Nieuwpoortslaan niet onbelangrjjke stukken worden afgesneden, terwjjl dn rooiljjn ook zelfs gaat door reeds bebouwde perceeler. Ligt het nu in de bedoeling, zoo vraagt bij, om die stukken te doen stellen op naam der gemeente en als dat zoo iezal da gemeente dan die eigenaren schadeloos stellen. De Voorzitter antwoordt hierop, dat alleen bjj herbouw een gedeelte particulier eigendom, gemeente- het plan van uitleg der gemeente ter 'sprake komt.' De Voorzitter aoht het niet gewenscht nu reeds te zeggen wat men in zoo'n geval doen zal. De heer de Lange vraagt daarop of de toestand nu zoo bljjft als die is. De Voorzitter: Ja, alleon bjj het bouwen komt het ter sprake. De heer Uitenbosch komt er tegen op, dat de gemeente een stuk van den eigendom van een ander zou nemen, zonder daarvoor schadeloosstelling te geven. Wan neer van een bouwterrein een stuk wordt afgenomen is het niet meer inprodactief als anders, daarom meent hjj, mag men wel met eenigen grond verwachten,[dat de door de betrokken personen te ljjden schade zal worden vergoed. De V oo r z i 11 e r: Dat zal bjj elk geval afzonder ljjk worden n gegaan. Hjj hari ert er verder aan, dat ook bjj de Bleekerslaan een gedeelte grond aan do gemeente moeten worden afgestaan't is volstrekt niet iets or- gewooiB. De heer Uitenbosch acht het niet gewensoht, elk geval op zich zelf te bssohouwes. Hjj zon graag nu reeds zekerheid hebben, of de raad de geleden schade wil ve'goeden nn aoht het onhilljjk dat de gemeente van de burgerg gaat halen zonder daarvoor iets is do plaats te geven. (Afkeurend gemompel.) De heer Cohen Stuart verwondert ziob over de woord' n van den heer Uiteabosob. Hjj vindt dat deze wel wat ver gaat, door het voor te stellen alsof de gemeente zich ging verrjjken ten koste van de burgerg. Wat men met dit voorstel beoogt is bevorderljjk aan hst algemeen belang en dat moet toch boven het partionlier belang gaan. De bouwverordening beperkt tooh ook reeds de bebouwing van den eigendom. Daartegenover staat, dat meermalen de eïgenaaiB van poroeelen door maatregelen der gemeente bevoordeeld worden, zooals o.a. ook ge schieden, zal door de slooping van de aangekochte perceelen aan de Krebbesteeg. Voorts wgst hjj er op, dat waar de heer Uitenbisch zoo in de bres springt voor die mensehen, die hier zoo zouden worden mishandeld, dezen in een tjjd, dat men zoo goed op de hoogte kan zjjn met hetgeen hier getchiedt, het niet noodig geacht hebben, ook maar met een enkel adres daastegen op te komen. De beer Fortuin die ook eigenaar is van een per ceel, dat aan de Nieuwspoortslaan grans^, zou willen weten of de gemeente 1 M. van zjjn torroin }zou kunnen anntxeeren zonder vergoeding. Hjj betwjjfelt dat. Spr. kan de schutting van zjjn tuin 1 M. verder zetten en vraagt of de gemeente dat zou kuanen beletten. De Voorzitter zegt, niet precies te weten hoe ver de eigendom van den baer Fortuin gaat, maar 't komt hem voor, dat het hier niet anders is, dan toen men vroeger de rooiljjn vast .telde vo:r Nieawlaudersingel en Bleekerslaan. De heer Fortuin zegt er toch aan te twjjfulen, of de gemeente de rooiljjn kan trekken over den gronl van derden zonder daarvoor schadeloosstelling te geven. De heer Cokes Staart verklaart niet gezeed to hebben dat de gemeente beslag kan leggen op grond van anderen, maar zg kan bspalen, dat men niet buiten de rooiljje mag bouwen. De Voorzitter zegt, dat het ook zoo is aan de Motiusgracht en Mstiusstraat. De beer de Lange vindt dat andeis: daar heeft men tuintjes voor de huizen. De heer Vonk acht de zaak ook volstrekt niet vreemd of ongewoon. Ook spr. heeft voor een zjjaer perceelen een strook grond, die feitelgk van hem is, doch waarover de gemeente eon straat heeft gelegd, zoodat hg er niets aan heeft. Dat is dikwjjls zoo. Het voorstel van B. en W. wordt daarna zonder hoofde lijke stemming aangenomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1