No. 287.
Honderd en aehlsle jaargang.
1906.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Prijs der gewone advertentiSn
DONDERDAG
6 DECEMBER
Zitting van den Gemeenteraad
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents,
Telefoonnmnmer 3,
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HEKMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
vu ALK8AAB,
op Woensdag, 5 December 1906,
des namiddags 1 nar.
Vervolg.)
De Voorzitter deelt voorts nog mede, dat ter
in sage van de leden heeft gelegen een rapport van den
opzichter der plantsoenen in zake het rooien van de
derde boomenrjj in de Wilhelminalaan en de verbetering
van die laan. De oommissie voor de plantsoenen stelt
er prjjs op dat de raad nog in deze zitting zich over
deze zaak uitspreekt.
De heer ter Spill herinner aan een vorig rapport
van de commissie voor de plantsoenen, naar aanleiding
waarvan besloten werd de 3e boomenrjj, te laten ver
vallen. Over de nieuwe indeeling van de Wilhelmina
laan bestond geen instemmigheid in de commissie. Die
is verkregen in een vergadering met den beer Springer
Haarlem, welke, daar deze heer zeer bezet is, eerst
Vrjjdag j.l. heeft plaats gehad. Men vond het 't meest
wenscheljjk aan te brengen langs de huizenrij en langs
de Cadettenschool een trottoir, 2 M. breed, den weg iets
te verplaatsen met het paardenpad en de 3e rjj boomen
weg te nemen. Het voetpad vervalt. Op deze wjjze
komt men tegemoet aan de klachten der bewoners. De
Wilhelminalaan wordt breeder terwgl de grasberm 2 M.
breed wordt aan weerskanten, hetgeen den aanblik van
de laan zei verhoogen.
In beginsel heeft de raad reeds besloten de 3e boome: rjj
weg te nemen, zjj het dan ook geleideljjk. Met het oog
op de openbare verkoopieg van de boomen, welke ge
rooid worden, is het gewensoht dat er haast gemaakt
wordt met de nitrooilng.
Da Voorzitter stelt vooreerst alleen te be
sluiten, do derde boomenrjj te laten vervallen.
De heer de Groot herinnert er aan, dat in de
seotie ook gesproken is over de boomenrjj langs de tram-
ljjn naar de Vier Staten, waarop de Voorzitter hem
verzoekt ziob bjj de onderhavige zoak te h»pal»n.
Da heer Van Bujjsen zou gaarne zien da B. er
W. een uitvoer iger onderzoek instelden naar de wjjze
waarop de nieuwe indeelirg zal plaats hebben. Opper
vlakkig wilde het spreker beter voorkomen dat een ver
harde weg wordt aangelegd.
De heer B o s m a n vraagt of het de bedoeling was het
groepje boomen bjj het huis van den heer Van Spall ook
weg te nemen. Op de teekening stond n.l. daar een
perk aangegeven.
De Voorzitter wjjst er op, dat de teekening met
groote haast is opgemaakt en dat de ontwerper daar
door een vergissing beging.
Den heer Bosman lacht het idee van den heer Van
Bujjsen niet toe. Spreker wjjst er op, dat het Rjjk van
de Friesche brug tot de Vlotbrug met alle zorgen en
veel kosten een macadam weg heeft aangelegd welke na
een jaar gebruikt te zjjn, is opgeruimd, omdat bjj niet
voldeed. Met dit voorbeeld voor oogen zonden B en
W. zoker niet gauw komen met een aanbeveling voor
een macadam-weg.
De heer van den Bosch zegt, dat de Voorzitter
er al op heeft gewezen, dat er over 14 dagen weer ver
gadering zal zjjn. Daarom zou bp willen voorstellen in
die vergadering eene beslissing te nemen over het voorstel.
Bjj wil den raad niet voor een surprise stellen, doch
wjjst er op, dat de toestand er niet mooier op zal worden,
als de boomen worden weggenomen ronder meer. De
verbetering van de laan wil hjj aan het voorstel ver
binden. Eau verlegging van den weg zal niet zooveel
kosten, doch oen begrooting vaa een eventueel te maken
trottoir heeft men niet. Een overzicht van die kosten
kan men wel hebben voor de volgende vergade:ing en
dan zon men tevens omtrent den aanleg van het trottoir
de meening kunnen weten van den opzichter es de verdere
verbetering van de Wilhelminalaandat toch was da
grond voor het vooistel omtrent de rooiing der derde
boomenrjj.
Da Voorzitter heeft een andere opvatting van de
zaak. Ook zonder tot de verbetering van de Wilhelmina
laan te besluiten, is vroeger al aangenomen, de heele rjj
boomen to doen vervallen.
De heer van den Bosch bsstrjjdt deze opvatting.
Het voorstel van den heer Springer is steeds geweest
eeDe verbreiding van de Wilhelminalaan en nu meent
de commissie voor de plantsoenen, dat de breedte van
het laantje tnsscben Wilhelminalaan en groote laan dient
te worden gebruikt voor die verbreeding. Besluit de
raad tot de rooiing der boomen, dan is het de bedoeling
om te komen tot den aanleg van eev trottoir langs de
zjjde van de Cadettenschool.
De heer Bosman meent, dat de raad thans alleen
moet besl ssen over het vervallen der boomen. De kosten
van trottoir-aan leg rjjn niet gering. Ook over 14 dagen
zal men daarover niet kunnen beslissen, dat gaat voor
den raad maar zoo niet. Doch dat doet er ook niet toe.
Als de toornen worden weggeruimd, dan kan men later
komen tot de verbetering van den wsg, b.v. is het voor
jaar. Dienaangaande kunnen dan nadere voorstellen wor
den ingewacht.
De heer Cohen Stuart wjjst op da minder juiste
voorstelling, die de heer Ter Spill van den zaak geeft.
Er^ is in de commissie niet beslist over de toekomst.
Juist is het, dat men thans in eens wil doen, wat men
vroeger besloot in twee of drie jaren te doen. Men be
denke echter wel, dat indien thans besloten werd tot da
wegneming der bcomenzonder meer, dat men dan
noodzakeljjk den grasband goed moet onderhouden. Of
schoon »pr. dus wel mee kan gaan met de voorstellen
van den voorzitter en den heer Bosman en hjj ook wel
medelgden heeft met de heer van Bajjsen en zjjn baren,
moet hjj aan den anderen kant toch zeggen, dat een gevolg
van de wegruiming zal zjjn een goed onderhouden van
den grasband en dat zal ook nog al wat kesten.
Da Voorzitter zegt, dat er niet bepaald eoa voor-
stel is, doch dat dc commissie het op prjjs stelt, dat thans
de kwestie van det rooien der derde boomenrjj be
handeld zou worden. Daarom ia de zaak ter sprake
gebracht.
De hear Glinderman wgst er op, dat het toch
de bedoeling is dat do raad zich uitspreekt over de rjj
boomen. Nu heeft de heer Bosman gezegd: de straat
heeft geen haast en toch heeft ook de heer Bosman
heihaaldeljjk over den toestand ter plaatse geklaagd.
Rooit men de boomen dan zal de toestand daar dezen
winter niet begeerljjk worden.
De Voorzitter zegt, dat er dan maar wat meer
grind op den weg moet worden gebracht.
De heer B o b m a n meent, dat er geen grond bestaat
voor de vrees van den heer Glinderman. Juist de boomen
maken den weg vochtig. De toestand zal eerder verbete
ren dan slechter wot den. Daarom kan de verbetering
wel uitgesteld worden.
De heer V*an den Bosch bestrijdt deze meening:
als de boomen in blad staan dan juist zjjn ze oorzaak
van de vochtigheid. Het rooien in dezen tjjd zal den
weg niet verbeteren, doch slechter maken, door de gaten
die men ia de laan krjjgt. Wanneer evenwel de raad
tbans niet kan beslissen over een te maken trottoir, dan
is bjj er niet tegen de zaak aan te houden tot over 14
dagen, of desneo-s tot het voorjaar.
De Voorzitter wjjet den heer Van den Bosch er
nog op, dat als dit rapport nies was ingekomen men
toch zou zjjn doorgegaan met de wegruiming der
boomen, onafhankeljjk van de verbetering van de Wil
helminalaan. Waarom kan de raad dan thans ook niet
beslissen, afgescheiden van die verbetering iSpr. kan de
verzekering niet geven, dat men over 4 dagen klaar zal
zjjn met een goed omljjnd voorstel.
De heer Van Buijsen gelooft, dat men de boomen
wel kan rooien zonder den weg te verbeterende
gaten kunnen behoorlijk worden dicht gemaakt. De
heer Bosman heeft herinnerd aan de proef met de
maeadamweg tuaschen Friesche brug en Vlotbrug,
doch spr. heeft een dergelijken weg gezien te Delft en
acht daar de proef uitstekend geiüKr. we 0 ra
daar ook geteerd. Hjj beveelt B. en W. alsnog een
onderzoek aan.
De Voorzitter herinnert er aan, dat hij zoodanig
onderzoek reeds heeft toegezegd.
De heer De Groot deelt mede, dat hij destijds
den door den heer Bosman bedoelden maeadamweg
heeft gemaakt naar alle eisehen des tijds, doch de
proef is totaal mislukt. Hij waarschuwt voor een her
haling daarvan.
De Voorzitter zegt nu het voorstel om de ge
heele derde rij boomen te rooien in stemming te zullen
brengen.
De heer Cohen Stuart wijst er nog eren op,
dat men dan moet aannemen, dat de grasband zal
blijven.
De heer Ter Spill gelooft, dat de heer Cohen
Stuart zieh niet ongerust behoeft te maken. Komt de
derde rjj te vervallen, dan behoeft het zoo lang niet
te duren, dat men komt met voorstellen tot verbetering
van de laan. Spr. zou er wel voor zijn, dat dadelijk
beslist werd, over het maken van een trottoir, doch
heeft de meerderheid daartegen bezwaar, dan kan hij
met het voorstel wel meegaan.
De heer Van den Bosch vindt het raadzaam,
dat indien de raad besluit tot de rooiing der boomen,
B. en W. worden uitgeneodigd tot een onderzoek naar
den toestand van de Wilhelminalaan en ten spoedigste
in overleg met den architeot, de commissie voor de
plantsoenen en de cor missie voor fabricage, kome
met een voorstel tot verbetering dezer laan.
De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar,
als ten spoedigste, beteekent zoe spoedig als het kan.
Dat zal echter niet eerder kunnen dan in het begin
ven het volgend jaar.
Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming tot rooiing
der geheele derde boomenrjj besloten.
5. Douw- en Wonlngverordenlng-
In verband met een schrjjven van den Voorzitter
van Ged. Staten toegevoegd aan het aan B. en "W. ter
kennisneming toegezonden advies van den Inspecteur
der Volksgezondheid, uitgebracht over de wjjzigingen
van 4 Juli 1.1. stelt de commissie voor de straf verorde
ningen vooralsnog met eenige artikelen aan te vullen of
er enkele te veranderen.
De heer Uitenbosch heeft tot zjjn spjjt geen
gelegenheid gehad deze bjjlage goed na te gaan. Als
het mogeljjk was, zou hjj gaarne eenige uitstel willen.
De Voorzitter is daartegen, er wachten verschil
lende zaken op de vaststelling dezer wijzigingen, die
evenwel niet anders zjjn dan een verzachting van de
wijzigingen in Juli in de verordening aangebracht.
De heer Bosman is er ook voor de zaak nu te
behandelen, 't Zjjn eigenljjk niet anders dan oude
dingen. Als de heer Uitenbosch geen tjjd heeft gehad
de bjjlage te bestudeeren, spjjt dat hem, maar hjj ziet
daarom niet de noodzakeljjk in de zaak uit te stellen.
Bjj artikel 1 zegt de heer Ter Spill, dat het hem
niet duideljjk is waar het begrip bouwlijn omschreven
wordt door de woorden: de lijn waana het gebouw
ligt. Beter zou men kunnen zeggende ljjn waarin de
voorgevel ligt.
De heer Wanna meent ook. dat men niet kan
zeggen, dat het gebouw in een ljjn ligt.
De heer Bosman zegt, dat de heer Zoetmulder, de
inspecteur der volksgezondheid en de architect dat zoo
hebben aangegeven en daarom zou hjj het zoo willen
aannemen.
De heer Cohen Stuart merkt den heer Ter Spill
op, dat de bouwljjn ook betrekking kan hebben op den
zjjgevel. Hjj vindt het een technische uitdrukking en
zou die ook maar niet willen wjjzigen, en zulks ook in
verband met andere artikelen.
De heer Ter Spill acht niettemin de bepaling on
juist, afgescheiden van andere artikelen.
De heer Bosman zegt, dat er in de commissie
heel wat over de zaak is getobd. De heer Zoetmulder
en de architect zjjn het er ten slotte over eens geworden,
daarom moet men het nu zoo maar laten.
De heer Ter Spill vindt, dat men op die wjjze
zjjn bezwaren niet wegneemt. B. en W. zjjn belast
met de uitvoering en daarom zou hjj willen weten, wat
er mee bedoeld wordt.
De Voorzitter zegt daarop, dat indien de heer
Ter Spill eene andere definitie kan geven, hjj die gaarne
zou vernemen.
3. Benoenlng van twee onderwijzers aan de
Burgerschool.
Ter vervulling van 2 vacatures aan de Burgerschool
zjjn de volgende voordrachten opgemaakt:
A. I. K. Hart, tjjdeljjk onderwjjzer aan do Burger
school te Alkmaar. 2. D. L. Bejjneveld, tjjdeljjk onder
wijzer te Haarlem. 3. J. Blokker, onderwjjzer te Koedjjk.
B. 1. D. L. Bejjneveld, tjjdeljjk onderwjjzer te Haarlem.
2. K. Hart, tjjdeljjk onderwijzer aan de Burgerschool to
Alkmaar, 3. J. Temme, onderwjjzer aan de Sa gemeente
school te Alkmaai.
Benoemd worden de heeren K. Hart en D. L. Bejjne
veld, respectievelijk met 16 en 14 stemmen. Op den heer
J. Temme was voor de 2Je vacature één etem uitgebracht,
terwjjl één briefje blanco was ingeleverd.
4. Benoeming vnn een onderwjjzer bjj het
herhnllngsonderwjjs.
Ter benoeming van een onderwijzer in het rekenen
bjj het herhalingsmderwgs voor jongens, (vacature A.
Brouwer,) worden voorgedragen: 1. P. de Jong, onder-
wjjzer aan de 5a Gemeenteschool, 2. C. B. Kruik, onder
wjjzer aan do Burgerschool.
Benoemd wordt de heer de Jong met algemeene at.
Da heer Cohen Stuart wgst er op, dat de heer
Ter Spill wel zou weten wat er mee bedoeld wordt, als
hjj het uitvoerig rapport van den architect had gelezen,
Bedoeld wordt de ljjn van den gevel achter de rooiljjn.
De heer Ter Spill acht den voorgevelljjn beter dan
de ljjn waarin het gebouw ligt.
eerst heeft men de rooiljjn de scheiding tusechen ge
meentegrond en particulier terrein en daarachter de
bouwljjn.
Dn Voorzitter zou in verband met hetgeen de
heer Ter Spill heeft gezegd, t evellgnen nog beter vinden.
Tegen dit woord heeft de heer CohenStuart weer
bezwaar. De redactie in de verordening moge niet taal
kundig of mathematisoh juist zjjn, de bedoeling wordt
toch wel begrepen.
Ten slotte wordt aangenomen, dat als bouwljjn zal
gelden de gevelljjn.
Bjj artikel 35 merkt do heer Ter Spill op, dat er
strjjd is tueschen de le en 2e allinea. In de le alinea
wordt gezegd, dat de hoogte van een bouwwerk ma,; zjjn
hoogstens driemaal den afstand van den voorgevel tot
den as van de straat, en in de 2e allinea staat 2i maal
dien afstand aan straten niet breeder dan 6 M., die reeds
bestonden voor het in werking treden dezer verordening.
Deze redactie zou goed zjjn als men in de le allenea,
die straten had uitgezonderd.
De heer Cohen Stuart geeft den heer Ter Spill
gelijk. De redactie is foutief. In de le alinea'wordt ook
gespreken van huizen buiten de Singelgraoht gelegen,
waarvan de hoogte hoogstens tweemaal den genoemden
afstand bedragen mag, doch een uitzondering is daarbjj
buiten de Singelgracht toegestaan voor de straten niet
breeder dan 6 M. enz.
De heer Uitenbosch dis door deze bespreking het
artikel met wat meer aandacht heeft gelezen meent, dat
men op die wjjze aan een nieuwe straat geen goede woning
kan bouwen in overeenstemming met de voorschriften
omtrent hoogte der vertrekken enz.
Da heer Cohen Stuart merkt op, dat de nieuw
aan te leggen straten 8 M. breed moeten worden. De
hoogte der buizen wordt dan ook 8 M.
De heer Uitenbosch stemt dit toe maar er zijn
straten vac 6 M.
De heer Cohen Stuart: Juist daarvoor is de uit-
zonderidg gemaakt en de hoogte bepaald op 2j maal de
halve breedte der straat. Ter v; rduideljjking leest spr.
thans een gedeelte van het rapport van den architect
voor.
De heer Uitenbosch versenigt zich daarna met
het aitikel.
Daar geen der volgende artikelen aanleiding geeft tot
bespreking, worden deze wjjzigingen zonder hoofdeljjke
stemming goedgekeurd.
6. (AelsilgYerhieirlug van strafverordeningen.
De commissie voor de strafverordeningen stelt voor
om in verband met art. 178 der Gemeentewet, waarin
bepaald wordt, dat ten minste eenmaal in de vjjf jaren
moet worden verklaard welke strafverordeningen als
nog geldende zullen worden aangemerkt te besluiten
om in te trekken de artikelen 15 2e lid, 222 en 223
van de alg. politieverordening en de wjjziging der
politieverordening dd. 25 Sept. 1901.
Voo ts om een 15tal verordeningen als nog geldend
aan te merken.
Conform besloten.
7. Algeaaecne politie-verordening.
De commissie voor de strafverordeningen stelt voor
over te gaan tot de vaststelling van eenige wjjzigingen
in de Alg. Politieverordening en zulks in verband met
de Bouw- en Woningverordening, het Reglement op
de Wegen in Noord-Holland en het in werking treden
der Motor- en Rjjwielwet.
De Voorzitter zegt dat het in de bedoeling ligt
de geheele politieverordening bet volgend jaar te herzien.
Da heer De Wit zou een amsnaement op de wjjzi-
ging Tan a't. 13 omtrent het rjjdcn op het Luttik-
Oudorp hebben willen indienen, maar zal daar nu mee
wachten tot de geheele herziening.
Da heer Bosman meent, dat het in dit artikel niet
duideljjk is welke markt wordt bedoeld, waar er staat
na afloop der markt.
De Voorzitter vindt dat wel wat vreemd van
iemand die zelf lid der commissie is. Als de heer Bosman
had opgeelagon art. 63 der oude politieverordening, dan
zou hg gezien hebbendat daar sprako is 7an de
Zaadmsrkt.
De Voorzitter deelt verder mede dat in verband
met het Reglement op de wegen in Noord-Holland art.
164 eenigszins anders moest worden vastgesteld. Het
luidt thanB
Het is verboden binnen de kom der gemeente de voet
paden langs de wegen en straten met paarden en andere
trekdieren en vee, en met motoTrjjtuigen, rjjtnigen, rjj-
wieien, band-, krui- of andere wag'ns te berjjden.
De politie, zegt hg, zal in deze met de noodige zacht
heid optreden, terwjjl voor bekendmaking van dit artikel
waaraan de woorden binnen de kom vooral de groote
krsoht geven, zal worden gezorgd.
De boete voor een overtreding van dit artikel is be
paald op hoogstens f 10.
De wjjzigingen worden daarna zonder hoofdeljjke stem
ming goedgekeurd.
8. Vaststelling van een rooiljjn voor de
JU lenwpoortslaan.
B. en W. stellen den raad voor over te gaan tot het
vaststellen der verordening tot vaststelling van eene
rooiljjn voor de beide zjjden van de Nieuwpoortslaan.
Dit punt werd in de vergadering van 5 September j.l.
aangehouden.
De heer de Lange maakt de opmerking, dat door
de voorgestelde rooiljjn van de eigendommen aan de
oosteljjke zijde van do Nieuwpoortslaan niet onbelangrjjke
stukken worden afgesneden, terwjjl dn rooiljjn ook zelfs
gaat door reeds bebouwde perceeler. Ligt het nu in de
bedoeling, zoo vraagt bij, om die stukken te doen stellen
op naam der gemeente en als dat zoo iezal da
gemeente dan die eigenaren schadeloos stellen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat alleen bjj
herbouw een gedeelte particulier eigendom, gemeente-
het plan van uitleg der gemeente ter 'sprake komt.' De
Voorzitter aoht het niet gewenscht nu reeds te zeggen
wat men in zoo'n geval doen zal.
De heer de Lange vraagt daarop of de toestand nu
zoo bljjft als die is.
De Voorzitter: Ja, alleon bjj het bouwen komt
het ter sprake.
De heer Uitenbosch komt er tegen op, dat de
gemeente een stuk van den eigendom van een ander zou
nemen, zonder daarvoor schadeloosstelling te geven. Wan
neer van een bouwterrein een stuk wordt afgenomen is
het niet meer inprodactief als anders, daarom meent hjj,
mag men wel met eenigen grond verwachten,[dat de door
de betrokken personen te ljjden schade zal worden vergoed.
De V oo r z i 11 e r: Dat zal bjj elk geval afzonder ljjk
worden n gegaan. Hjj hari ert er verder aan, dat ook
bjj de Bleekerslaan een gedeelte grond aan do gemeente
moeten worden afgestaan't is volstrekt niet iets or-
gewooiB.
De heer Uitenbosch acht het niet gewensoht,
elk geval op zich zelf te bssohouwes. Hjj zon graag nu
reeds zekerheid hebben, of de raad de geleden schade
wil ve'goeden nn aoht het onhilljjk dat de gemeente
van de burgerg gaat halen zonder daarvoor iets is do
plaats te geven. (Afkeurend gemompel.)
De heer Cohen Stuart verwondert ziob over de
woord' n van den heer Uiteabosob. Hjj vindt dat deze
wel wat ver gaat, door het voor te stellen alsof de
gemeente zich ging verrjjken ten koste van de burgerg.
Wat men met dit voorstel beoogt is bevorderljjk aan hst
algemeen belang en dat moet toch boven het partionlier
belang gaan. De bouwverordening beperkt tooh ook reeds
de bebouwing van den eigendom. Daartegenover staat,
dat meermalen de eïgenaaiB van poroeelen door maatregelen
der gemeente bevoordeeld worden, zooals o.a. ook ge
schieden, zal door de slooping van de aangekochte perceelen
aan de Krebbesteeg. Voorts wgst hjj er op, dat waar de
heer Uitenbisch zoo in de bres springt voor die mensehen,
die hier zoo zouden worden mishandeld, dezen in een
tjjd, dat men zoo goed op de hoogte kan zjjn met hetgeen
hier getchiedt, het niet noodig geacht hebben, ook maar
met een enkel adres daastegen op te komen.
De beer Fortuin die ook eigenaar is van een per
ceel, dat aan de Nieuwspoortslaan grans^, zou willen
weten of de gemeente 1 M. van zjjn torroin }zou kunnen
anntxeeren zonder vergoeding. Hjj betwjjfelt dat. Spr.
kan de schutting van zjjn tuin 1 M. verder zetten en
vraagt of de gemeente dat zou kuanen beletten.
De Voorzitter zegt, niet precies te weten hoe
ver de eigendom van den baer Fortuin gaat, maar 't
komt hem voor, dat het hier niet anders is, dan toen
men vroeger de rooiljjn vast .telde vo:r Nieawlaudersingel
en Bleekerslaan.
De heer Fortuin zegt er toch aan te twjjfulen, of
de gemeente de rooiljjn kan trekken over den gronl van
derden zonder daarvoor schadeloosstelling te geven.
De heer Cokes Staart verklaart niet gezeed to
hebben dat de gemeente beslag kan leggen op grond van
anderen, maar zg kan bspalen, dat men niet buiten de
rooiljje mag bouwen.
De Voorzitter zegt, dat het ook zoo is aan de
Motiusgracht en Mstiusstraat.
De beer de Lange vindt dat andeis: daar heeft
men tuintjes voor de huizen.
De heer Vonk acht de zaak ook volstrekt niet vreemd
of ongewoon. Ook spr. heeft voor een zjjaer perceelen
een strook grond, die feitelgk van hem is, doch waarover
de gemeente eon straat heeft gelegd, zoodat hg er niets
aan heeft. Dat is dikwjjls zoo.
Het voorstel van B. en W. wordt daarna zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.