No. 291. Honderd en achlste jaargang. 1906 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. binn¥ n l A ND. DINSDAG 11 DECEMBER Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 3 Prijs der gewsne advertentiën Per regel f 0,10. Bjj groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs, COSTER ZOON Voordam O 9. Alkmaar, 11 December. President Roosevelt heeft den Nobelprijs voor den vrede gekregen. Het is reeds eenige jaren geleden dathetNobel- fonds werd gesticht en daarom willen we allereerst even de beteekenis van die stichting nagaan. De stichter, Alfred Nobel, een Zweed van geboorte, heeft der menschheid een grooten ondienst bewezen hij heelt het dynamiet uitgevonden, gezwegen nog van zijn andere fabrikaten, zooals rookloos kruit en dergelijke. Die uitvinding heeft hem rijk, schatrijk gemaakt."; Gelukkig heeft hij gevoeld, dat hij door zijn rampzalige ontdekking welke overigens naast het vele kwaads ook wel iets goeds gesticht heelt, getuige bijv. de vele tunnels, welke zonder dynamiet niet zoo gauw tot stand gekomen waren jegens de menschheid een zware schuld op zich had geladen en toen hij den lOden December 1896 overleden was, bleek bij de opening van zijn testa ment, dat hij bij zijn leven er op bedacht geweest is, die schuld af te lossen. Een groot deel van zijn vermogen, ongeveer 21 millioen gulden, had hij bestemd voor 5 jaarlijksche prijzen, elk van 70a90.000 gulden, welke toegekend moesten worden voor de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van natuur kunde, scheikunde, geneeskunde en phvsiologie, voor het werk,, in welke taal ook, dat zich het meest door een schoone, ideale strekking onderscheidt en tenslotte voor het verdienstelijkste en succesvolste streven naar bevordering van algemeene broeder schap, opheffing en vermindering der bestaande legers en oprichting van hoven van Arbitrage door de verschillende staten. De eerste vier prijzen wor den elk jaar op den sterfdag van den stichter toe gekend door de Zweedsche academie van weten schappen en ditmaal waren een Engelschman, een Fransehman, een Italiaan en een Spanjaard te zamen, en een Italiaan respectievelijk de gelukkigen. Over den laatsten, den vredesprijs, heeft het Noorsche Storthing de beschikking en hij is dus dit jaar verleend aan president Roosevelt. Verleden jaar werd hij voor de helft toegekend aan Bertha von Suttner. Daarin ligt reeds het bewijs, dat men de zaak van den vrede op verschillende wijzen kan dienen. Immers de schrijfster van „die Waffen nieder" strijdt voor een algemeene ontwapening, ter wijl president Roosevelt streeft naar de sterkste bewapening. Wat de een dus aanprjjst, verwerpt de ander. Het gaat er mee als met de kritiek op Beijerleins bekendwerk „Jena oder Sedan Terwijl de Daily Mail den schrijver kortweg een socialist noemde, schreef de van te radicale neigingen waarlijk niet verdachte Gaulois „de roman is ont staan uit een edele en vaderlandslievende inspiratie". President Roosevelt ziet in een sterk leger en een machtige vloot den besten waarborg voor den vrede. Hij is de man van „de gepantserde vuist." De eene hand houdt hij dreigend omhoog als een waarschuwing tegen zijn concurrenten-- met de andere hand verricht hij werken des vredes. Zeker, het zou beter en heerlijker zijn, wanneer hij voor het laatste doel beide handen zou kunnen gebruiken, wanneer dus een staat al haar inkomsten zou kun nen besteden tot heil van het volk en tot bloei van het land. Maar dat er met die eene hand reeds veel gedaan kan worden de Vereenigde Staten zelf zijn daar van een sprekend voorbeeld. En met begrijpelijke trots constateerde president Roosevelt in zijn laatste presidentieele boodschap dan ook, dat de Vereenigde Staten een natie vormen „van nog nooit voorge komen bloei". De president, die er steeds naar streeft den vrede te handhaven, niet alleen buiten, maar ook binnen zjjn grenzen men denke slechts aan zijn houding inzake het lynchen, den strijd tusschen blank en zwart heeft recht zich van dien bloei een aandeel toe te kennen. Ook nog in ander opzicht heeft de president de goede zaak van den vrede gediend. Hij heeft vele arbitage-verdragen tot stand helpen brengen. En zelf heeft hij verleden jaar, zooals hij in zijn leven zoo dikwijls heeft moeten strijden, er niet tegen opge zien ter wille van den vrede den strijd aan te binden tegen den senaat, die hem niet wilde volgen op zijn vredelievende wegen. Want en hier op zij vooral de aandacht gevestigd president Roose velt is een man, die weet wat hij wil, maar die eerst na veel denken en na veel studie, tot een bepaalden wil komt. Een vergelijking van hem en den Keizer, dien men wel eens den naam van vredes vorst geeft, lijkt ons dan ook onbillijk voor den president. Velen zien echter in Roosevelt nog altijd den „rough rider", een van het onstuimige, gevaarlijke en avontuurlijke volkje, waaronder hij nog steeds tijdens zijn vacantie zoo gaarne vertoeft. Zij meenen, dat hij den een of anderen dag de wereld nog eens onaangenaam zal verrassen. Trouwens dat zal dan wel heel spoedig moeten gebeuren. Immers, zijn presidentschap loopt in het begin van 1908 ten einde en dat hij dan weer 4 jaar in het Witte Huis te Washington zal zetelen, is lang niet zeker. Zij die hem wantrouwen, zijn in hun achterdocht versterkt door een passage in do laatste boodschap het stuk is 53 bladzijden lang en bevat dus vele passageswelke luidde „Een rechtvaardige oorlog is op den duur voor de ziel van een natie veel beter dan een bloeiende vrede, die door het dulden van onheil en onrecht is verkregen ja, het kan zelfs veel beter zjjn in den oorlog te worden verslagen, dan nooit te hebben gestreden." Het is waar een dergelijke zin doet niet den ken aan de vredesschalmei. Maar hij zegt niet veel, vooral niet voor Amerika. En dan de president moet toch ook wat zeggen, dat zijn republikeinschen partijgenooten goed in de ooren klinkt, waar in deze boodschap zooveel voorkomt, dat meer in den smaak der democraten, dan in die der republikeinen zal vallen. En tenslotte president Roosevelt heeft den vrede nog een anderen, een zeer wezenlijken en zeer grooten dienst bewezen. Hij is als bemiddelaar opgetreden in den Russisch-Japanschen oorlog en die bemiddeling heeft in het Amerikaansche Ports mouth geleid tot het sluiten van den vrede. Verdiend heeft de heer Roosevelt den Nobelprijs voor den vrede dus alleszins. Ongetwijfeld wordt deze toekenning, die tevens een erkenning is, over de geheele wereld met in genomenheid begroet en er is dan ook alle reden om verheugd te zijn over de gelukkige keuze, welke het parlement van het jongste koninkrijk heeft gedaan. President Roosevelt heeft aan den prijs een eigenaardige bestemming gegeven. Immers hij zal de som besteden aan de oprichting van een vast, industrieel vredescomité te Washington, welks taak het zal zijn, werkzaam te zijn voor betere en meer gelijke verhoudingen tusschen zijn landgenooten, die of als kapitalistische of als veldarbeiders aan nijver heids- of landbouwondernemingen verbonden zijn. Want aldus redeneert hij in het hedendaagsche leven is het even gewichtig in de wereld der nijver heid als in de wereld der naties, te ijveren voor een eervollen vrede, die verkregen rechten eer biedigt. De wijze, waarop de heer Roosevelt den prijs heeft besteed is dus volmaakt in overeenstemming met zijn streven naar handhaving van vrede, den buiten- en den binnenlandschen. Tweede hsuer. Gisteren werd de behandeling voortgezet der Staats- begrooting, Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken. De heer De Klerk (U.-L. Rotterdam II) betuigde instemming met 's Ministers beleid in zake de bestrij ding van de pandjeshuizon en verbetering van de woningtoestanden in de Biebosob. Ten aanzien van 's Ministers afwijzing van het instellen van een scheids gerecht voor politie, en verbetering van de positie der gemeente-veldwachters was spreker ten zeerste teleur gesteld, aangezien hij beide zaken zeer nrgent achtte. Spr. kwam voorts op tegen den heer Tak, in zake de verhooging van de jaarwedde des Burgemeesters van Retterd m. Spreker verdedigde die verhooging; in gemeenten als Rotterdam valt meer te dten, daar wordt goed gezorgd voor arbeidsgeleg nheid, want wat heeft men aan sociale wetten zonder arbeid Do heer O k m a (a.-r. Sneek) betoogde de onwettig heid van hot besluit van Juni j.l. in zake het verleenen van buitengewone drank-vergunningen voor wedrennen en harmonie-concoursen. Buitengewone vergunningen mogen sleohts worden verleend als er is een gebouw of getimmerte, ingericht voer buitengewoon maat schappelijk verkeer. De heer Duynstee (K. Druten) wees op de jongste wijziging der Gemeentewet, waardoor de secre taris niet tevens ambtenaar van den Burgerlijken Stand mag zijn. In kleine gemeenten brengt dit groote bezwaren mee. Spr. hoopte, dat de Minister, nu hij andere wijzigingen in de Gemeentewet heeft aangekon digd, ook op dit punt een wijziging zal voorstellen, overeenkomstig de toezegging door den Minister in de Eer te Kamer gedaan. De heer Schokking (Fr. Chr.-H. Harlingen) sloot zich aan bij de protesten van de heeren Okraa en v. d. Zwaag tegen het in strijd met de wet verleenen van buitengewone Drankwet-vergunningen. Spr. had ook gehoopt, dat de Minister zicb wat krachtiger zou hebben uitgelaten over de moedwillige wetsovertreding te Rotterdam, waar tegen het verbod van den burge meester in een optocht met muziek op Zondag werd gehouden. Dat dit feit zonder gevolgen is gebleven, zonder proces-verbaal acht spr. zeer bedenkelijk. De eerbied voor de wet wordt daardoor allerminst verhoogt). Niet alleen het gezag in Rotterdam, maar de overheid, de regeering zelf had ernstig moeten te kennen geven, dat zoo iets niet straffeloos kan gesehieden en haar strenge afkeuring had. De Minister van Binnenlandsche Zaken (de heer Rink), verdedigde allereerst het verleenen van de buitengewone vergunningen aan de gemeenten Was senaar en Rheden. Het denkbeeld vau den heer Duyn stee zal spr, gaarne overwegen. De pensionneering van politic-commissarissen zal een onderdeel moeten uitmaken van de algemeene pensiotneering van gemeente-ambtenaren De aanvragen om een betere salarisregeling de? rijks veldwachters moest spr. vooralsnog afwjjzen. Dat de aanslag van de buiten wonenden in de gemeonte- fionnc.ën niet zon zjjn gereaeld, dan de Minister niet toegeven. Spr. gaf toe, dat aanvulling noodig is. De vaak voorkomende benoemingen van niet-ingezetenen tot burgemeester eener gemeente, werd door spreker ver dedigd op grond van het belang der gemeenten, evenals da goedkeuring van het besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland tot boogere bezoldiging van burgemeesters es seoritarissen. De salaris-verhooging van den Rotterdamschen burge meester is bjj de kroon aanbangig en spr. zal er zich niet over uitlaten, maar er zouden al zeer gewichtige bezwaren moeten bestaan om aiwjjzend te adviseeren. Wat het optreden van burgemeesters in verband met het tooneel betreft, in geen enkele gemeente wordt de burgemeester door bepalingen beperkt in zjjn gevoegdheid tot het weigeren van dergeljjke vertooningen volgens art. 188 der gemeentewet. Spr. gaf toe, dat van die macht misbruik kan worden gemaakt, maar dat is geen reden om de bevoegdheid aan hen te onttrekken. Ds Minister van BinnenlandscheZaken zei nog, dat het onderzoek in zake het optreden van den burgemeester van E ten en Leur niet tot de oon- oluaia heeft geleid, dat deze autoriteit verleden jaar onwaarheid had gesproken. Da handhaving der Zondags wet (Botterdam) hoort bij de begrooting vau Justitie thuis. In zake de vereenvoudigde spelling moet de regeering onzjjdig blijven, maar zjj mag en moet den eisoh stellen, dat de oandidaat-onderwjjzers de gebruikelijke spelling konuen. Tueichen dea M i n i s t e r en den heer V anldsinga (Car. H. Bodegraven), ontspon zich bjj de replieken een breedvoerig debat over het feit, dat in de Staten van Gelderland de voorzitter het woord heeft gevoerd, nadat het debat gesloten was. De vergadering werd daarna geschorst tot 's avonds 8 uur. De behandeling van de begrooting voor Binnonlandsche Zaken werd toen hervat. In antwoord aan den heer Van Twist verklaarde de Minister, overtuigd te zjjn, dat de ondersteuning aan de bewoners van het eiland Sohokland niet te karig is. Bljjkt zo te laag, dan wo*dt ze steeds verhoogd. De heeren Blooker, Van Twist en Passtoors bleven intusschen op een ernstig onderzoek in dezen aan dringen. Bjj de afdeeling «Volksgezondheid en volkshuisvesting» drong de heer Tak (S.-D. Franeker) op spoedige indie ning van de wjjziging van de Woningwet aan, door den minister toegezegd. Hjj keurde af het besluit van Ged. Staten van Fries land, waarbjj goedkeuring was geweigerd van een besluit van den Raad der gemeente Da Bildt, waarbjj aan een bouwvereeniging (46 arbeiderswoningen) een renteloos voorschot werd verstrekt. Hjj gaf, in verband met deze zaak, den Minister in overweging, om bjj de herziening der woningwet Ged. Staten uit *e schakelen als direo'e medewerkers bjj de uitvoering der Woningwet. Door het gebeurde in Frieiland komt de wet in een slechten teuk. Da heer Van Vuure» (K. Zevenbergen) klaagde oTer gebrek aan politietoezicht in den Biesbozch, waar door uit de keten veal wordt gestolenterwjjl de heer Van Kol (S.-D. Enschedé) de oude klacht ter sprake bracht, n.L de onvoldoende maatregelen tegen de ver breiding der malaatsohheid. Voorts drong hjj aan op een ernstig onderzoek naar den stand der wormziekte onder de plattelandsbevolking en wees hjj op de toename van de adenoïde vegetaties. In verband met de toegezegde wjjzigieg van de Wo ningwet gaf de heer J a n n i n k (U.-L. Loohem) eenige won ken. De bepalingen betreffende de onbewoonbaar verklaring zullen moeten worden gewjjsigd, inzonderheid de artt. 13 en 32c. Gad. Staten moeten kunnen voorzien in de gevallen, waarin gezinnen dakloos worden gemaakt. Dat zou ongetwjjfeld een groote verbetering zjjn. De heer Borgasius (L-U. Eukbnizen) besprak de uitvoering der Woningwet. Zich aansluitende bjj het batoog van den heer Tak, achtte spr. het besluit van Ged. Staten van Friesland geheel in strjjd met de be doeling van de wet en betoogde, dat er reden is tot vernietiging. Wat de woningtoestanden in den Biesohbosch aangaat, met beter politietoezicht zjjn wjj er nog, er moet een besliste vergunning zjjn voor het bouwen der keten. Spr. erkende, als vader der wef, dat er leekten in zjjn, door de practjjk gebleken en verheugde zich daarom in de voorgenomen wjjziging. Zoo daideljjk mogeljjk moet in de wot worden gezet, dat ook voor andere doeleinden dan voor straten, graohten en pleinen mag Wvirden ont eigend. Er moet meer verband worden gelegd tusschen onbewoonbaarverklaring en geljjktjjdigen nieuwbouw. Spr. zou de zaak zoo willen regelen, dat bjj onbrwoonbaar- V'rklaring de qremeente eteeis verplicht is -erdsre voor ziening te treffen en de subsidiebspalingen in de wet zoo willen wjjzigen, dat er, daardoor geprikkeld, wat meer subsidie-aanvragen inkomt. Ook da heer Heemskerk (A.-R. Sliedreeht) be pleitte de noodzakelgke woningverbetering in den Biesch- bosch. Spr. drong aan, ter wegneming van de m'sstanden, op een provinciale verordening, in den geest van de verordening betreffende het onderhoud der wegen. Grondwetsherziening. Op 20 dezer zal nog eene samenkomst plaats hebben van de grondwetscomm'süe en het rapport zal vóór het einde van dit jaar aan de Koningin worden aangeboden. Naar wjj vernemei, is in ruime mate gebruik gemaakt van de bevoegdheid afzonderljjke nota's in te dienen. (Centrum). Wmtlonaal Arbeidssecretariaat. Het Nationaal Arbeidssecretariaat heeft gisteren in een vergadering te Amsterdam de volgende, door het bestuur voorgestelde motie aangenomen met 27 stemmen voor, 7 tegen en 11 blanco. f>De vergadering enz. besprekende de Meibeweging 1907 overwegende dat vooral deze Meibeweging van groote beteekenis is voor de beweging van den achturendag in 1908 dringt bjj de aangesloten en niet aangesloten organi saties, die staan op revolutionnair standpunt, krachtig aan, het daarheen te leiden, dat de Meibeweging 1907 wordt dienstbaar gemaakt aan de propaganda voor de beweging van den achturendag in 1908 spreekt tevens den wensch uit, dat door het geheele land de Meibeweging onder dezelfde leuze wordt gevoerd en geeft in overweging deze leuze te doen zjjn»De achturendag in verband met de algemeene werkstaking* besluit tevens pogingen te zullen aanwenden in 1908 de beweging voor den achturendag een internationale te maken, zoodat in alle landen begonnen wordt door middel der direkte aktie den achturendag te veroveren.* Centrale Gezondheidsraad. In het vorig jaar is een post voor het op to richten laboratorium enz. van den Centralen Gezondheidsraad te Utrecht van de Staatsbegrooting voorloopig verwjjderd omdat de Tweede Kamer het wenscheljjk achtte dat, naar aanleiding van dr. Blookers bezwaren, werd onder zocht of niet met een eenvoudiger inrichting kon worden volstaan. TbanB heeft de minister van binnenlandeohe zaken zjjn aanvraag herhaald, onder mededeeling dat dr. Bloo ker 's oordeel door het verdere onderzoek, waaraan deze zelf heeft deelgenomen, niet voldoende is bevestigd. Deze opmerking heeft in het voorloopig verslag aanmerkingen uitgelokt, waartegenover de Minister zjjn meening heeft gehandhaafd, onder beroep o.a. cp No. 19 van de ver slagen en voorstellen van den Centralen Gezondheidsraad 1906. Het Bfederlaadsch Paardenstamboek. Onder voorzitterschap van den heer J. Breebaart Kzn., voorzitter van het hoofdbestuur, hield de vereeni- ging »Het Nederlandseh Paardenstamboek» gisteren te Rotterdam hare algemeene vergadering. Door den secretaris, het lid van het hoofdbestuur Herman F. Bultman, werd het jaarverslag uitgebraoht. Qet aantal ingeschieven paarden zoo bleek hieruit bedraagt 61 minder dan het vorige jaar, in verband ook met de strengere eischen door de verschillende af- deelingen gesteld. Er werden ingeschreven in 1905 29 hengsten, 132 merries, 169 veulens. Het ledental bedraagt 1271. De financiesle toestand tan de vereeniging is vol doende. Het verslag omschrijft verder hetgem in den afgeloopen dienst is verricht als uitvloeisel van de door de vorige vergadering genomen beiluiten, in verband tevens met de onderhandelingen over de erkenning in Amerika van de Hollandsohe paaiden. Hst hoofdbestuur bljjft diligent. Dit verslag werd onder dankbetuiging voor kennisgeving aangenomen. Uit de discussie waartoe ingekomen stukken aanleiding gaven bleek onder meer dat bij voortduring pogingen bjj onze regeering zullen worden gedaan om vergoedt jg te krjjgen voor wegenB oornage afgekeurde hengsten. De rekening en begrooting worden goedgekeurd. Aan de orde was alsnu een voorstel van de afdeeling Noord-Holland, luidende: »dat de vereeniging zich tot de bevoegde autoriteiten zal wenden met aandrang om het toezioht van rjjkswege betreffende het gebruik van afgekeurde hengsten voor de fokkerjj zoodanig uit te voeren, dat de desbetreffende bepalingen der wet toegep at worden.» Voorgesteld wordt hierin te voegen óók de niet-gekeurde hengsten. Daartoe werd besloten. Maar. werd gevraagd, welke maatregelen van regeerincs- wege te nemen om fraude te voorkomen? Men antwoordde dat de regeering dat zelve diende te weten. Men meende ingelicht te zjjn dat de regeering hare ambtenaren zal aanschreven om b3ter toezioht te houden op de uitvoering van de wet, ten einde fraude te voorkomen. Uiting werd gegeven aan het denkbeeld om bjj de wet hoogere boeten te bedreigen tegen fraude. Daartegenover werd de moening verdedigd dat het ten doze minder wenscheljjk was, afhankeljjk te bljjven van da persoonljjke opvatting des kantonrechters. Meer heil verwachtte men van verrcherpt administratief toezicht. Eene khine wjjziging an de wet word brgeerljjk geacht lea e nde cot beteie uitkomst; te gereken. Na eenige discessie bleek dat velen er de voorkeur aan bleven geven z'.ch voorshar ds te bepalen tot het VOO'stel- Noord-Holland, daar men voldoende hulp verwacht van ve schept toezicht van rjjkswege. Bljjkt bet baar dat dit niet kan en niet helpt, zjj tchaffe dan de wet af. Verlangt zjj nadere inlichting zjj kan zich tot deze Vereeniging wenden. Dienovereenkomstig werd ten slotte besloten. Vervolgens kwam aan de orde bet volgende voorstel van dezelfde afdeeling: >de afdeeling wenecht eene bespreking en, zoo noo dig, een onderzoek betreffende de ondervinding opgedaan met de resultaten verkregen door de cornagekearing, en een orerzicht te verkrjjgen van het voorkomen van cornage bjj afstammelingen van hengsten, ljjdcnde aan dit gebrek. Er kleek verschil van gevoelen te bestaan. De een acht het bewezen dat afstammelingen van bedoelde heng- sten aan oornage Ijjden, de meesten althans. Ds ander ac'at zulks minder bewezen en achtte in elk geval noo dig te weten hoe veel aan oornage-ljjdende hengsten worden voortgebracht door gezonde hengsten, terwjjl ALKMAAR COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1