No. 295. Honderd en achtste jaargang. 1909. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Drie levens. ZATERDAG 15 DECEMBER BERLIJNSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaas f 0,80franco door het geheeie Rjk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte Brieven franco aan de N-|V. Boek- en Handelsdrukkerij ?|h. HERMs. COSTER ZOON Voordam O 9. Voor dames. COURANT. Particuliere Correspondentie Berlijn, 13 December. De opgaande zon. Er heerschte langen tijd duisternis in de koloniale afdeeling van het departement van buitenlandsche zaken. Kolonial-Direktor Stübel was 'n prul eerste klasse en daarenboven omringd door 'n stel amb tenaren hem toegewezen omdat men ze elders wilde kwijt zjjn. Daar waren er onder voor wien de duisternis welkom was, aangezien een groot deel hunner handelingen het daglicht niet konden ver dragen. De meesten hunner zijn heengegaan sedert eerst kunstlicht, de magnesiavlammen en Röntgen stralen van Matthias Erzberger en daarna de heldere stralen der opgaande zon, Bernhard Dern- burg, op hen neervielen. Stübel borg zich bijtijs bij het diplomatieke korps op. Nadat Nooi wegen zich van Zweden had afge scheiden werd hij Duitsch gezant bij het nieuwe Noorsche hot. En hoogstwaarschijnlijk zou hij tot in lengte van dagen dezen post hebben bekleed, ware hij om geheel andere redenen niet in ongenade bij den Keizer gevallen. Men zal zich waarschjjnlijk nog wel herinneren dat Wilhelm's eerste kleinkind geboren werd in de dagen dat deze monarch op zee was. Aan Stübel de eer zijnen vorst en gebieder mededeeling van het heugelijke nieuws te doen. Hij ging aan boord van het stoomschip de „Hohenzollern" doch vergat de geboorte van den kleinzoon aantekondigen. De Keizer kreeg hiervan eerst kennis door de stapels telegrammen, die hem eenigen tijd later werden overhandigd. Bovenop lag de gelukwensch van den Sultan van Turkije. Zeer luimig telegrafeerde de Keizer dan ook aan het jonge ouderpaar: „ik vernam zoo even van den Sultan eDz". Op grond van deze nalatigheid gaat de vroegere direkteur van Koloniën Stübel, als gezant in Noorwegen heen. De meeste bladen alhier wijzen op het veel zeggende feit, dat alles, wat over Stübels koloniale beheer aan het licht kwam, niet in staat was zijn positie te schokken, maar dat het verzuim den Keizer mede te deelen, dat hem een kleinzoon geboren was, nu den man tot heengaan noopt. Na Stübel troonde in de Koloniale afdeeling de erfprins van HohenloheLangenburg, ook wel kortweg Erni genaamd. Als regent van Saksen-Koburg-Gotha was deze niet dankbaar zonder zijn staatsminister Hentig als direkteur van Koloniën verscheen hij steeds óf met den geheimen raad Helfferich of met diens collega Seitz. Om hem vrij te houden van vreemde invloeden, begeleidde een dezer hoogmogenden den erfprins gewoonlijk nog naar huis. In den Rijksdag zelf bevonden zij zich steeds in de onmiddellijke nabijheid van Erni, in jt oog loopend instrueerend, souffleerend of expliceerend. Erg gewichtig doende, kwamen ze met portefeuilles, stukken en brieven aangedragen en de erfprins nam Voor grttvin SA&fiABETE MI XAl. {Henriëtte von Meerheimb.) 12) De ponnies renden de steile hoogte opde oude, grjjze portier kwam buigend bjj het rjjtuig. De kamer dienaar ii) het zwart gekleed, en een jonge bediende in een blauwe livrei stonden in de hai, die met wapens en wapenrustingen, met reeëkronen en hertegeweien behangen was. Hans Henning had nauweljjks zjjn stofmantel afge daan. of een deur van de woonvertiekken werd geopend en Hildegard von Kröchert, de oudste van het drietal, snelde naar hem toe. Zjj begroette haar broeder stralend van geluk. Zjjn zeldzame bezoeken waren altjjd feest' dagen voor haar. Met haar knap gelaat vol uitdrukking en haar donkere oogen geleek zjj sprekend op haar broeder, doch over haar geheeie verschijning lag iets moederlijks, iets bezorgds. De plichten, die zjj op zich genomen had, deden haar vroeg ouder schjjoen dan zjj was en aan de rustige beslistheid waarmede zjj optrad, bemerkte men, dat zjj eraan gewoon was om in dit groote huis de rot van meesteres te spelen en meer moeder dan zuster voor haar broeder en zuster te zijn. Niettegenstaande hare harteljjke omhelzing scheen Hans Henning iets te missen. Het was alsof hjj iets zocht, voordat hjj met Hilde hare huiskamer binnentrad Hilde begreep zjjne gedachten. Hun vader was anders altjjd zjjn zoon reeds bjj de trap tegemoet ge komen. ïVacer heeft een advocaat bjj zich en wilde niet gestoord worden, Hans Henning.» Zjj ging naar de groote, ronde tafel, waarop de samovar stond te koken en schonk thee in.» «Hjj moest maar zelden het woord, dan na vooraf langen tijd met Helfferich of Seitz te hebben gesproken. Wat hij dan in 't midden bracht waren toezeggingen, beloften, mededeelingen zoo geweldig in de ruimte, dat niemand qevredigd was. De erfprins van Hohenlohe werd dan ook spoedig „der Zaghafte Erni" genoemd. Thans rust hij voorloopig van de doorgestane zorgen bij zijn vader uit. Doch voor hoelang? Voorgoed van het politieke tooneel verdwenen is deze prinselijke figuur nog niet, evenmin als zooveel anderen, die het best onder de renteniers op hun plaats zouden zijn. De erfprins van Hohenlohe heeft te goede familie- japieren en staat met het Keizerpaar in zeer intieme relatiën. De moeder der Keizerin was eene prinses Adelheid van Hohenlohe-Langeoburg, eene tante van den erfprins. Door het huwelijk van Erni met een der kleindochters van koningin Victoria van Engeland, een nichtje dus van Keizer Wilhelm, zijn de familiebanden nog versterkt. De erfprins van Hohenlohe geldt dan ook steeds nog als een der mannen die toekomst heeft. Men heelt wel eens beweerd dat hjj den Keizer als Rijkskanselier zeer welkom zou zijn, voor 't geval Von Bülow zou moeten of willen aftreden. In ieder geval schijnt hij, evenals zijn vader, de stadhouder van het rijksland Elzas-Lotharingen, onder de hooge personages te behooren, die gaarne uit de staatsruif mede eten. De vetste posten worden hier nog al heel dik wijls door de leden van vorstelijke familiën of van den hoogen adel bekleed. Of deze waardigheids bekleders altijd wel de noodige kennis voor het ambt hebben, dat blijft eene open vraag. „Kommandierender" worden we toch nooit, gelet op de talrijke prinsen die tegenwoordig in het leger dienen, zoo zeide onlangs een jong luitenant, in verband met de detacheering van prins Joachim Albrecht van Pruisen naar Zuid-West-Afrika. Met „Kommandierender" bedoelt men hier den chef van een Duitsch legerkorps. Over deze detacheering van den tweeden zoon van wijlen prins Albrecht van Pruisen is veel gesproken en tot heden weinig geschreven. Alleen het rjjksdaglid Schadler (centrum) drong er op aan dat geen minderwaardige individuen, zelfs al mochten dit koninklijke prinsen zijn, meer naar Afrika worden gezonden. 1 Minderwaardige individuen, dat was nog al kras gezegd. Hoe men nu over prins Joachim Albrecht moge denken; volwaardig is hjj niet. Dat moet zelfs zjjn vader ten deele erkend hebben door hem slechts 7 millioen toe te kennende jongste zoon kreeg het dubbele; zjjn oudste nog meer, waarvoor trouwens wel eenige redenen zijn, aange zien op hem het groote Prins Albrecht-paleis in de Kochstrasse alhier en het slot Kamenz in Silezië zjjn overgegaantwee bezittingen die groote sommen aan onderhoud verslinden. Ondanks de renten, vloeiende uit een kapitaal van 7 millioen, maakt prins Joachim Albrecht thans een reisje op landskosten. Het rijk betaalt niet alleen voor hem, doch tevens voor zjjn reisgezel berekeningen maken en laat je vragen of je bjj hem komt, zoodra het bezoek vertrokken is. Kom je niet bjj ons theedrinken, Ilse Het jonge meisje aarzelde. Zjj bleef bjj de deur staan. «Dadeljjk. Ik wilde eerst eens zien of de brieven besteller er geweest is.» «Ja in je kamer ligt een brief.» Hilda's stem klonk een weinig verwjjtend. Ilse danste de kamer uit. «Hoe kun je toestaan, dat zjj met Hilmar Bodenhausen correspondeert?» Hans Henning zette zjjn kopje neer. «Weet Vader dat?» «Neen,» zeide Hilde met een ernstig gezicht. «Ik spaar hem liever elke opwinding en ergernis.» sik zal het wel in orde brengen. Morgen rjjd ik eens naar den ouden Bodenhausen en zal ik aan de geschiedenis een einde maken.» »Doe dat liever niet, Hans Henning. Vader wil met den ouden Bodenhausen niets te maken hebben.» sWaarom niet?» sVader wilde een hvpotheek nemen en verzocht Bodenhausen om zjjn bemiddeling bjj den landraad Doch hij heeft het ronduit geweigerd.» sHoe vreemd 1 Ik dacht, dat men op solieden grond altjjd hypotheken kon krjjgen.» Hilde scheen ermee verlegen. sHet is mjj ook niet duideljjk en vader laat zich niet graag uithooren. Hjj is zeer geheimzinnig met zjjn zaken. In den laatsten tjjd heeft hjj groote verliezen geleden dat weet ik.» Met een van vreugde stralend gelaat kwam Ilse binnen. Twee zwartbruine dashondjes volgden haar. sZoo, nu ben ik bereid voor thee-drinken en voor meer zulke zondigheden l< zeide zjj vrooljjk. Oorverscheurend en met groote volharding blaiten Manne en Peter tegen Hans Henning, dien zjj nog niet kenden. sGoede tjjding gehad vroeg hjj spottend. sDank je uitmuntende I* Ilse bekommerde er zich niet om dat de dashonden rechts en links van haar op de blauwe, damastzjjden canapé zaten. Zjj ;gaf ze om beuiten beschuitjes. De schap, in de eerste plaats voor een kapitein, met wien de prins goed bevriend is en voor het noodige bedienende personeel. Men moet deze detacheering als een uitstapje beschouwen, want wat zal men met den koninklijken majoor op het operatie-terrein aanvangen Bjj zjjn regiment wist iedereen dat de prins als bataljons-commandant niet op zjjn plaats was. Daarvan maakte zelfs zjjn regimentscommandant, de kolonel Plüszkow geen geheim. Ter eere van dezen langsten officier uit het Duitsche leger, dient gezegd dat hjj niet de oogen sloot voor de tekortkomingen van den onder hem dienenden prins. In Zuid-West-Afrika zal deze zich wel bepalen tot het maken van inspectie-reizen. Dat klinkt heel deftig en is, gelet op de verspreiding der troepen in Zuid-West, ook aan eenen majoor optedragen. Op die wijze door het groote onherbergzame land trekkende, zal hjj weinig kunnen schaden. De redenen die tot deze detacheering aanleiding gaven, zjjn U waarschijnlijk bekend. Prins Joachim Albrecht wilde in het huwelijk treden met Mieze Sulzer, eertijds actrice aan het Trianon-theater, een overrjjpe schoonheid, thans de planken niet meer betredende, daarentegen in 't bezit van een fraaie woning, van een zeer elegante automobiel en van den baronnessetitel als eenige herinnering aan het zeer kortstondige schjjnhuweljjk met een zekeren baron von Liebenberg. Met eene baronesse al is 't ook een geschei- dene kan een prins desnoods een morganatisch huwelijk sluiten; met eene, in de Lebewelt, eenigs- zins bekende juffrouw Mieze Sulzer echter niet. Yan dit huwelijk is echter niets gekomen door de beslissing van den Keizer, die zjjn neef ver van hier heeft laten gaan en nog wel zonder de toestemming 't een of andere „Cousinchen" naar de verre ge westen mede te nemen. Naar aanleiding van het vorenstaande vraagt men zich hier af of ook de nieuwe chef der koloniale afdeeling op den duur toch ook zal moeten bukken voor invloeden, die blijken zullen hem te machtig te zijn. Dernburg heeft getoond veel te durven, veel te kunnen. Hjj heeft het almachtige centrum de tanden laten zien en te kennen gegeven dat hij het gekonkel van deze partij zeer goed inziet, doch niet van plan is er zich door van de wjjs te laten brengen. Hjj heeft in zjjn departement reeds veel verbeterd en heeft last not least de mono polie-contracten vernietigd. Maar of hjj zal bljjken opgewassen te zjjn tegen de hofcamarilla, tegen de partij der onzichtbaren, die zich achter het koninklijk gezag dekken, ziedaar een vraag, die hier lang niet altjjd bevestigend wordt beantwoord. Pessimisten Schwarzseher vreezen dat Dernburg de opkomende zon van een winterdag zal zjjn, die slecht even schijnt om snel weder onder te gaan. 't Zou jammer zijn. Duitschland heeft behoefte aan frissche jonge krachten, die zelfstandig zijn. teckels bromden en blaftenIlse lachte en knorde nu en dan eens, want men kon elkander niet verstaan door al het geweld. «Hoor eens Ilse, voor een dichtersvrouw ben je volstrekt niet geschikt l» zeide Hans Henning eindelqk wanhopend. «Rust en stilte schjjnen onbekende be grippen voor je te zjjn.» Hilmar moet maar heren om ook verzen te maken bjj rumoer,» antwoordde Ilse overmoedig. Zjj sprong op, duwde de deur van de veranda open en ging, door de hondjes gevolgd, den tuin in. Ook Hans Henning en Hilde stonden op en traden naar buiten. De tuin, die ook onder water gestaan had, was weder goed in orde gemaakt, maar toch schenen de zoden en de grasperken, die anders juist zoo bijzonder mooi waren, erg geleden te hebben. Hilde liep naast haar broeder. «Hoor eens. Hans Henning» zeide zjj «je moet Ilse niet plagen. Dat versterkt haar in de meening, dat zjj tcch met Hilmar trouwen kan.» »lk geloof dat het beter is om dit plan in een be- lacheljjk daglicht te stellen in plaats van haar te beklagen. Zjj zou anders het gevoel krjjgen van een zou er in 't geheel niet meer af te martelares en brengen zijn.» «Met een ge daarvoor zit zjj te geen geluk in je is deze liefde niet weg te piaten, iep,« zuchtte Hilde. «Ik zie echter deze verbintenis. Denk eens aan, onze vioolqke, frissche Ilse in een nauwe Berljjnsche stads woning opgesloten, met een zenuwachtigen, humeurigen man want dat is Hilmar alDbei in hooge mate in geheel vreemde omstandigheden, in een omgeving waarvan zjj zich zelfs geen voorstelling kan maken.» «Dat zou nog wel wennen, doch ik vind 't ook geen huweljjk voor mjjne zuster. Een man moet een be- hoorljjke betrekking hebbenvan dichten kan men niet ieven dat is onzin.» «Ik geloof, dat je je hierin vergist. De oude Boden hausen zeide mjj, dat zjjn zoon een zeer goed inkomen haa.» sMisschien nu en dan, doch in ieder geval is het onzeker Ik hoor een ijjtuig.» Kijkjes in de modewereld. Bij de keuze van toiletten moet men zich aan verschillende voorschriften houden en maar niet een costuum bestellen zonder dat men er zich rekenschap van heeft gegeven, of het in overeen stemming is met het figuur, Groote, slanke dames moeten geen glade rokken dragen met smalle gladde taille. Voor haar zijn geplooide japonnen met veel garneering zeer geschikt en zij kunnen alle moge lijke stoffen dragen, terwijl meer gezette dames met korte tailles moeten oppassen geen stoffen, b.v. ruiten, te kiezeD, die hun gedrongenheid nog meer doet uitkomen. Er zijn evenwel nog andere factoren, waarmede rekening moet worden gehouden, een van de eerste iB wel dezeof de kleur der japon past bij de teint en bij de kleur van 't haar. Bjj een frissche teint mogen bij het toilet geen leven dige, maar matte, zachte kleuren worden gedragen. Bij rood haar past 't beste crème, matgroen, grijs en vooral zwart; blauwe tinten, violet en rose kunnen beslist niet bij rood haar gedragen worden. Een brunette met donkeren teint staat rood bijzonder goed, rose kan zoowel door blonde als donkere vrouwen gedragen worden, terwijl lichtblauw beslist de kleur der blondinetjes is. Wanneer deze laatsten evenwel een matte teint en bruine oogen hebben, moeten zij voorzichtig zijn met de keuze der kleu ren. Zij moeten alle schelle kleuren vermijden, maar b v. crème, zachtblauw, matgroen of mauve kiezen. Wit staat allen goed en kan op alle leeftijden, behalve natuurlijk door oude dames, gedragen worden. Vooral voor heel jonge meisjes staat een wit japonnetje op een partij aardig, 't Moet niet druk gegarneerd worden, een galon van parel borduursel langs het halsstuk of een kanten stuk van entredeux met doorgeregen lint, geeft een aardig cachet. Een zeer geschikt materiaal hiervoor is nopjes neteldoek, daar het niet licht scheurt en wanneer het kreukelt makkelijk is op te strijken. Men kan volstaan met er een onderjurk van satinet onder te maken, daar satijn of zijde toch niet uitkomt onder het neteldoek. Voor dagelijk8ch gebruik komt velvet en fluweel in aanmerking, dat in vele mooie zachte tinten verkrijgbaar is. Een klein halsstuk van geplooide zijde en wat borduursel of galon langs den rand van het stuk, op de manchetten en den boord vormt een aardig garneersel. Iets over reformkleeding. Een voorstandster van de reformkleeding in Duitschland, Hedwig Ucho, publiceert naar aanleiding van een voordracht, gehouden door professor Möller en waarin deze betoogde, dat reformkleeding long- tuberculose in de hand werkt, 't volgende in het Berliner Tageblatt Ik verzet mij tegen de meening, dat de reform kleeding slechts door do schouders gedragen wordt en dientengevolge deze te zwaar belast. Sinds jaren houd ik mij met deze vraag bezig, niet alleen theoretisch, maar ook practisch en ik heb lang zamerhand een kleine statistiek verkregen, daar ik iedere dame, die een reformkleed droeg in «Het zal dat van den advocaat zjjn.» «Mooi zoo dan ga ik naar vader.» Toen hij na eenigen tjjd het rjjtuig weder hoorde heengaan, begaf Hans Henning zich naar den anderen vleugel van het huis, naar de werkkamer van zjjn vader. Hjj liep langzaam door de welbekende kamers en be schouwde de niet moderne doch voorname inlichting, alsof hjj ze voor de eerste maal met de oogen van een vreemde zag. «Het zal haar wel bevallen,» zeide hjj zachtjes. Hjj dacht aan Sitta. Zjj paste goed in deze hooge, ernstige en sljjlvol ingerichte vertrekken. In zjjn verbeelding zag hjj haar in den ruim uitgebouwden eiker zitten met een boek in haar fijne handen ot langzaam met haar eenvoudige gratie voortrchrjjden door deze lichigilo zaal in empire stjjl om gasten te ontvangen, met het fraaie parelsnoer zijner moeder om haar blanken hals en de familiebriljant^n in haar zwarte lokken Een dof steunen in de kamer daarnaast ontrukte hem aan zjjn droomsn. Zonder kloppen opende hjj snel de deur van de werkkamer en trad naar binnen De oude heer von Kröchert zat in elkaar gezonken voor zjjn met papieren bedekte schrjjftafe). Zjjn hoofd rustte op het tafelblad en een snikkend steunend geluid klonk door de kamer. »Vader om 's hemels wil, vader l* Hans Henning trachtte zjjn vader op te richten en zag tot zjjn schrik een geheel vertrokken, wasbleek gelaat. «Wees stil, zeg geen woord alsjeblieft.» De oude man greep den arm van zyn zoon. «Een aanval van zwakte ik weet eigenljjk niet wat wat Hans Henning hielp zjjn vader naar de canapé. Op tafel stonden nog glazen en een aangebroken flesch wjjnhjj schonk haastig wat in en hield het glas zjjn vader voor. De oude Kiöchert dronk het gretig leeg. De kleur keerde weder in zjjn gezicht terug. Zjjne trekken ge leken op die van zjjn zoon. Zjjn kortgeknipt haar was grijs evenals de spitse baard. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1906 | | pagina 1