No. 301.
Honderd en aehlsle jaargang.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Nieuwj aarswenschen.
Goede dagen.
Drie levens.
ZATERDAG
22 DECEMBER
UT ieuwj aarswenschen
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprys per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentifin
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HMRMs, COBTKR ZOOK Yoordam C 9.
Z{) die zich met 1 Jmuirl a s
op de Aiknaargche Courant abon
neeren, nnttangea de <ot dien da
tum verschonende nummers i>BATI8.
In het nnmmer van den Oudejaarsavond,
hetwelk MAANDAG 31 DECEMBER ver
schijnt, znllen wederom
worden opgenomen, él 25 Cents él
contant.
DE UITGEVERS.
Wat zijn voor ons „goede dagen"
Voor het kind zijn het dié dagen, waarop het
volop genieten, juichen, springen en zingen kan;
waarop het een heerlijke verrassing^wordt bereid
en ontvangt datgene, waarnaar het al zoolang
reikhalzend beeft uitgezienwaarop het ongeduldig
denkt aan een pretje dat in het veraehiet is. Dagen,
ja weken van te voren is de mond^er vol van en
veel, veel te langzaam gaat hem de tijd om.
Hij vertelt u wanneer hij jarig is, herinnert u
telkens aan 5 December, kan niet zwijgen van een
aanstaand feestje of partijtje. Hij zou iedereen wel
in zijn vreugde willen doen deelen en uitroepen
„weest blijde met mij!"
O verrukkeljjke kinderjaren! O zoet „Paradijs!"
Waarom gaat gij zoo gauw voorbij? Wat duurt
die heerlijke, ecbt-kinderljjke vreugde kort!
Gelukkig het kind dat een tijd doorleeft waarvan
herinneringen blijven heel zijn leven en waaraan
later terug te denken, hem genot is en immer
dankbaar stemt. Onder de^beste erfenis die wij de
onzen kunnen achterlaten, mag niet het laatst ge
wezen worden op een heerlijke jeugd. De gedachte
aan een vriendelijk, zonnig tehuis is een weldaad,
is een blijvende zegen. f Een gezellige huiskamer,
waar liefde en warmte wonen, is een niet hoog
genoeg te waardeeren schat. Waar de zin voor het
intiem, huiselijk leven verflauwt, daar1 sterft het
beste.
Kind wordt ouder. Er komen'schooljaren die
roepen tot den arbeid en de studie."Nog jong, maar
teleurstellingen, moeilijkheden blijven niet uit en
allengs meer worden de dagen fvanj~pret, van
vroolijkheid, van uitgaan, van onbezorgd genieten
een extratje, een „nagerecht" dat iets bijzonders
blijven moet. 't Zorgeloos^dartelend kind gaat plaats
maken voor den wordenden [mensch, [wien het
voortdurend in de ooren zal klinken„denk om
uw plicht; vergeet niet uw verantwoordelijkheid
volbreng de u gestelde eischen, opdat ge verwach
tingen niet beschaamt!"
De knaap en het meisje worden mensch. Zij gaan
het leven in en treden de maatschappij binnen, O
wat wordt alles anders. Wat al hinderpalen eii
«oor gravin ■ABOABUTE HÜJVAU.
Henriëtte von Meerheimb.)
18)
«Daar kan ik je geen ongeljjk in geven. Groet je
vader hg moet het mg ten goede houden, dat ik niet
anders handelen kan. Ik neem het hem ook niet kwalijk,
dat hg mjjn jongen niet tot schoonzoon wil hebben
in 't geheel niet kwaljjk neem ik hem dat. En wat
mgn voorstel betreft van die onderneming slaap daar
nog eens op. Wanneer ik daarbjj behu'pzaam kan zjjn,
dan hebt gjj maar over mg te beschikken.*
«Dank u zeer.* Hans Henning nam een fiere houding
aan. «Zoolang wjj niet doodarm zgn, mgnheer von
Bodenhausen, verkoopen wg Rotenwalde niet, dat staat
vast.*
De oude heer von Bodenhausen gaf geen antwoord.
Hg keek Hans Henning met een half mede gdenden,
half spotacht'gen glimlach na, toen hg in draf weg reed.
De onheilspellende, grauw gele wolk bracht een ont
zettende hagelbui nog voordat Hans Henning Roten -valde
bereikt had. De hard nederkomende hagelsteenen deden
het paard pjjn en maakten het zoo wild, dat het in een
razende vaart voortholde; tot zgn geluk vond hg een
schuilplaats onder het afdak van een korenschuur.
Hagelsteenen, zoo groot als duiveneieren, sloegen daarop
neer. Lindelgk joeg de wind de wolken uit elkander;
de hagelbui ging in een hevigen regen over.
Hans Henning zette den kraag van zgn jas op en
liep zoo snel mogelgk naar huis.
Hg kon bjjna niets zien, zoo sloeg de regen hem in
zgn gezicht en hg was big, toen hg eindelijk Rotenwalde
bereikte.
Use kwam hem ia de vestibule tegemoet dansen.
tegenspoeden! Wat al moeilijkheden en verdriet!
Menschen doen een beroep op uw willen en uw
kunnen, uw geestdrift en innerlijke kracht. Zij
leggen beslag op u. Ge komt in omstandigheden
en zult kennis maken met toestanden, welke veel
van uw inspanning, uw volharding, uw ernst vor
deren.
Daar ligt een paradijs achter u, dat ge nimmer
zult vergeten.
Ge voelt dat ge uit dó-t paradijs verdreven moest
worden, om op te groeien tot menschen en zelf u
langs den weg van arbeid en worsteling, van strui
kelen en opstaan, van zelfbedwang en krachtsont-
plooing, een ander, schooner paradijs te scheppen
het paradijs van innerlijk geluk, maar dat voor
niemand gereed ligt, dat bevochten en veroverd
moet worden.
Wat zijn voor ons „goede dagen
Ook voor ons mogen die „goed" heeten, waarop
we genieten met heel ons hart, waarop die ont
spanningen ons deel zjin, welke opnieuw bekwamen
tot de trouwe vervulling van 's levens'taak. Er
ligt een diepe waarheid in Multatulli's woord
„genot is deugd". Er is genot in werken en in
rusten na den arbeid er is genot in het vergaren
van wetenschap, in het ons openen van indrukken,
gewekt'door den kunstenaar: den schrijver en den
dichter, den musicus en den tooneelspeler, den schil
der en den beeldhouwer.
Er is rein genot in het ontvangen van bewijzen
van vriendschap, van vertrouwen, van liefde en
hartelijkheid,'zoo goed als in het^kunnen schenken
van deze heerlijke dingen, die zijn als kostbare
parelen.
Geven en ontvangen, hoe bereiden ze ons goede
dagen, die heerljjke en verheffende stemmingen in
ons doen geboren worden I
Maar goede dagen zijn bovenal die, waarop w' ons
opnieuw en ten volle bewust worden van onze
dure verplichtingen jegens anderen en de maat
schappij, waarop we wederom een dieper besef
krijgen van den omvang der roeping, welke wij te
vervullen hebben, waarop weder levendiger dan te
voren helder ons voor den geest staat de'groote
aansprakelijkheid jegens ons zelf en d' onzen,' den
kleiner of grooter kring waarin w' ons bewegen en
op welken we invloed oefenen.
Dié dag is goed, waarop wo komen tot en in-
keeren in ons zelfwaarop dank ons vervult, oot
moed de knie doet buigen, een heilig streven ons
bezielt, waarop het verleden tot ons spreekt, het
heden met zijn stemmen ons 'n oogenblik vasthoudt,
waarop de gedachte aan het toekomende in ons
wakker roepthooge idealen.
Dié dag is goed, waarvan de avond daalt, in ons
het besef wekkend iets te hebben gedaan, dat
waard is morgen te worden voortgezet, iets te zijn
geweest voor ons en d' onzen.
Goede dagen laten iets achter voor ons innerlijk.
Zij wrochten iets voor de leden van het gezin. Zij
prikkelen een volk tot krachtiger voorwaarts gaan.
December en „goede dagen" hooren bij elkaar.
Vriendeljjke, ernstige maand voor allen die
denken en een hart in zich omdragen!
«Nu, is mgn verrassing niet goed gelukt? Vertel mij
eens gauw alles.*
«Waar is vader?* vroeg Hans Henning inplaals van
te antwoorden.
«Wat zegt hg van de hagelbui
«Wat zou hij zeggen, o wee, waarschjjnljjk,* lachte
Ilse. «Hij werkt in zgn kamer en wil niet gestoord
worden. Toe vertel mjj gauw, wat zeide Hilmar, laat
hg mg groeten, zal bjj eens hier komen Hè, wat
ben je vervelend, Hans Henning
Ilse stampte met haar voet op den grond. Zjj kreeg
de tranen in haar oogen. Half lachend, half schreiend
van ongeduld schudde zg haar broeder bij zün arm
«Wat ben je nat, foei!*
«Je behoeft mgn mouw met je tranen niet natter te
maken. Wees niet kinderachtig, Ilse l Ik zal mg ver-
kleeden en kom dan met je praten, kleine liefst
alleen.*
Ilse werd bleek. «Dan heb je mij zeker iets onaan
genaams te zeggen
Zonder te antwoorden ging Hans Henning naar zijn
kamer. Toen hg na korten tgd weder beneden kwam,
vond hg Ilse in Hildes salon voor het raam staan. Hilde
zat jisn de schrijftafel te rekenen in haar huishoudboek
«Dat Hilde erbjj is hindert toch niet, Ilse?*
«Neen neen I Begin nu eindelijk toch eensl«
«Hilmar ontving mg te Halbendorf, Ilse, c zeide hg
ernstig, «ik moet bekennen, dat zijn uiterlijk een aan
gename verrassing voor mg was. Het is buiten quaeslie,
uat hq er voornaam en intelligent uitziet.*
Met haar gewone levendigheid sloeg Ilse beide armen
om den hals van haar broeder. «Nietwaar, is Hilmar
niet eenig
Hans Henning bevrijdde zich uit haar omarming,
doch hield haar kleine warme hand vast, die hg in de
zjjne voelde kloppen.
«Ik maakte hem bekend met vaders wensch, dat hjj
z.ch door een betrekking een vast inkomen zou ver
zekeren.*
«En ft
«Hg weigerde gedecideerd lk wil eerljjk zgn,
Ilse en geheel onpartgdig oordeelen. Van zgn standpunt
Eerst die heerlijke St. Nicolaasavonddie blijve
„tot^ in lengte van dagen", die voortga zegen te
bereiden aan iong en oud!
Wat veranderen moge, aan dien tome men
nimmer
Dan de „Kerstdagen
Nu komen zij weer bij elkaar ouders en kinderen,
soms verre verspreidnu zitten zij tezamen gezellig
en vertrouwelijk: bloedverwanten en vrienden.
Versterkt de banden haalt nauwer toe wat
dreigde te verslappen, geniet van en geniet door
elkaar. Weest vroolijk, brengt warmte, verspreidt
vriendel|jk licht in deze „donkere dagen" van het
jaar. Spreekt een woord dat goed doet, opbeurt,
bemoedigt. Vergeet oude veeten; haalt niet op wat
moet dood wezen en begraven. Zingt uw liederen
in huis en om den kerstboom en b|j orgeltoon.
Gedenkt hunner die zijn in zorg, die dragen hun
kruis, die ontberen wat g|j bezit, die verre zijn,
die boeten voor diepen val.
De vrooljjke juichtoon legge niet het zwijgen op
aan de stemmen van ernst-. Levenslust en levens
ernst zijn één.
Wees welkom:
Lichtfeest in de duistre dagen
Dat van vrede op aarde gewaagt
En een geest van welbehagen
Voor de menschenkindren vraagt
Lichtfeest dat met vroom gevoelen
Aller harten juichen doet,
IIeerl|jk is uw rein bedoelen.
Vriendlijk Kerstfeest, wees gegroet!
Lichtfeest met uw idealen,
Met uw hooge poëzie,
Dat ons zangen doet herhalen,
Rein van zin en melodie
Lichtfeest, dat op wereldvrede,
Tw|jfe!zuoht zelfs hopen doet,
Deel alom uw zegen mede.
Vriendlijk Kerstfeest, wees gegroet!
Dan de Oudejaarsavond!
Avond van danken en buigen, van opzien en
vertrouwen
Avond van achterwaarts zien en voorwaarts
blikken, van zien in ons, voor alles en boven alles
Avond van jubel hier, van schreien ddar, van
worstelen elders; avond van stillen ernst en van
spreken door zwijgen en handdruk en omhelzing.
Wij willen luisteren naar uwe stemmen. W|j
zullen maar niols beloven, doch we willen voeden
de hoop en daaruit putten nieuwen moed en heer
1 ijker pogen.
Zoo mogen z|j voor ons aanbreken de „goede
dagen" die ons wachten, en welke w|j niet mogen
laten gaan, zouden hun een bljjvenden zegen ont
wrongen te hebben.
J. F. T. A.
Voor dames.
Kijkjes in de modewereld.
Vitte Japansche zijde speelt dit seizoen een
hoofdrol voor avondblouses en dansjaponnetjes voor
meisjes. Het zijn voor 't meerendeel combinaties
van entredeux en plooisels of strookon van fijne
Valencienne-kant dio gebruikt worden om ze te
garneeren. Op allerlei varieerende wijzeD, in lengte
en dwarsstrepen, elkander kruisende, worden ze
verwerkt. Blouses van zjjde, fijn cachemire, voile
of eolienne die geplisseerd zijn, staan zeer smaakvol,
wanneer er een breeden fichuvormigen kraag op
gedragen wordt, die van voren of zjjwaarts tot een
strik of met lange, afhangende einden gedragen
wordt. De mouwen worden in den regel half-lang
gemaakt en gegarneerd met kanten plooisels, die
ook van onderen rondom worden gezet.
Deze dunne blouses zijn evenwel koud in dit
jaargetijde en men doet verstandig zich in een
shawl te hullen, wanneer men uit een verwarmd
vertrek of een zaal komt. Als opvolger der luchtige
chiffon- en kanten shawls, die de dames van den
zomer droegen, heeft men dunne, wollen en zijden
doeken gekregen, die zeer smaakvol en tevens warm
z|jn. In allerlei kleuren zijn ze te verkrjjgen:
crèmekleurige shawls van Shetlandsche wol met
gekleurde chenille moesjes, marineblauwe zijde met
witte vischgraatsteken, enz. Ook opengewerkte
effecten staan aardig, terwijl strepen, ruiten en
moesdessins eveneens zeer in trek zijn.
Een kanten stuk voor een blouse of een kanten
kraag kan men gemakkelijk zelf vervaardigen met
de naaimachine, door eerst uit zacht papier bet
patroon van t stuk of den kraag, dien men wenscht,
te knippen, vervolgens er op aan te geven, hoe de
afzonderl|jke deelen moeten liggen en ze er daarna
met zorg op vast te hechten, zoodat men de raa-
cbinenaad tegeljjk met de kant en het papier
maakt. Door den ondergrond van papier werkt men
veel nauwkeuriger, daar de kant veel beter op de
juiste plaats wordt gerimpeld of geplooid dan in
de hand bovendien voorkomt het papier verschuiven
der kantdeelen bij het naaien, wat bij lichte stoffen
zoo gemakkelijk gebeurt. Als het klaar is, moet
men het papier er uit trekken.
Het schoeisel, dat bjj een elegant toilet gedragen
wordt, moet in overeenstemming daarmede zjjn-
Schoenen met verlakte onderstukken of met slob
kousen van mooi glacéleer worden altijd veel ge
kozen voor wandelschoenen.
Slobkousen vooral, die op zij dichtgeknoopt zijn
met mooie knoopen van parelmoer, z|jn een heerlijke,
warme en tevens aardige dracht voor den winter.
Voor schoenen voor parlijen euz. worden nog altijd
veel verlakte lage schoentjes genomen, dikwijls
versierd met een mooien gesp. Balschoentjes be
lmoren in de kltur van 't toilet te zijn, zjj worden
dikwijls met goud of zilver geboiduurd en versierd
met een gespje of een roset van lijne kant.
De moffen, welke dit seizoen nog niet veel in
aanmerking komen, worden reusachtig groot ge
maakt. Behalve den vierkanten kussenvorm heeft
men nu ook volantmoffen, die vervaardigd worden
uit over elkaar gezette volants van bont. Ze worden
op dons gewerkt en een eerste vereischte is, dat
ze groot en soepel z|jn. De stola's en boa's worden
ook zooveel mogelijk plat gehouden.
Voor moderne kindermantels zijn de schouder-
gezien vind ik dit antwoord begrjjpeljjk, doch ik geloof
niet. dat dit de eeoige reden van zgn weigerirg is. Ik
kan je niet woordelijk ons gesprek herhalen, Ilsemaar
ik kreeg de vaste overtuiging, dat Hilmar slechts uit
een zeker eergevoel de verloving aanhoudt. Als gij ze
verbreekt, dan is hem dat een pak van het hart I*
«Dat is niet waar,* riep Ilse uit.
«Lieve Ilse, indien jjj je aan hem vastklemt, kan hij
er geen eind aan maken. Hg moet je liefde beant-
woerden doch de zgne is reeds lang bekoeld. De
oude heer Bodenhausen weet, hoe slecht het met onze
geldzaken gesteld is; hg raadt zgn zoon zeker dringend
dit huweljjk af. Je moet zoo trotsch zg#, datje Hilmar
zgn woord teruggeeft. Geloof mg, dat is het ware I
Hij zal geen bezwaar maken, daarvan kun je zeker zgn.*
Ibes gelaat werd bleek. Ontsteld keek zg haar broeder
met groote oogen aan.
«Hei is niet waar, wat je zegt het kan niet waar
zgn bracht zg er eindelgk snikkend uit.
Hans Henning haalde zgn schouders op.
«Ik kan je alleen maar zeggen, welken indruk ik
kreeg. Het was waarljjk pgn'gk genoeg voor mg, mijn
zuster onder zekere voorwaarden aan te bieden en dit
voorwaarden niet eens in overweging te zien nemen.
Ilse, indien een man werkeljjk een vrouw lief heeft, dan
gedraagt hg zich anders dan Hilmar heden deed. Dat
weet ik zeker. Doe nu wat je wilt, mijn opvatting
K6B J6.*
«llse, ik hoor vader. Ga naai je kamer, anders ziet
hg je beschreid gezicht. Hij heelt zorgen genoeg
smtekte Hilde. ft>
Ilse knikte. Met haar zakdoek voor haar oogen ging
zjj haastig heen, juist toen haar vader de andere deur
opende.
«Ik dacht dat je aan het werk was vader,* veront
schuldigde zich Hans Henning, die het onrustig, vragend
uiterljjk van den ouden man bemerkte, «anders zou ik
zeker dadelgk bjj u zgn gekomen.*
«Je bent zeker doornat geworden, mgn jongen
Waarom bleef je niet te Halbendorf tot de bui over
was?* vroeg de oude heer von Kiöshert haastig.
«Ik had het gevoel alsof de Bodenhausens daar niet
®r8 °P gesteld zouden zgn geweest antwoordde Hans
Henmng eerljjk «Mgnheer Hilmar was daar boven
dien ook.*
«Wat hg
«Ja; ik sprak met hem over een aanstelling in de
een of andere betrekkingdoch hjj lachte mij bgna uit
Hg beweert, dat hjj veel meer verdient met 'schr jjven.
Precies kan hg niet opgeven waar hjj op rekenen kan
dat zou zjjn uitgever u kunnen zeggen. Behalve een
benjjdbaar gevoel van eigenwaarde heeft de jonge heer
een zeer onverschillige manier van spreken over zjjne
verhouding tot Ilse.* Het was alsof de oude heer von
Kröehert niet luisterde. «Wat zeide zjjn vader uoeir
hjj gejaagd.
«Die geeft biykbaar nog minder om de vei bintenis
dan de zoon. Hjj ziet den toestand van Rotenwalde
zeer donker in en raadde aan om het te verkoopen.
Wanneer hjj daarmede behulpzaam kan zgn, :s hjj tot
uw dienst.*
«Dus wil hjj van de hypotheek niets weten,
«Geen denken aan l Ue landraad zal niets voor ons
doen.*
Kiöcheri's eenig antwoord was een diepe zucht.
«Gjj zjjt natuurljjk verzekerd tegen hagelslag, vadei
vroeg Hans Henning.
«Heel we mg. Een nieuwe schadepost. Er is niets aan
te doen, ik moet niet alleen heel veel laten 1 appen doch
ook een gedeelte van het bosch verkoopen.*
«Het bosch verkoopen Wat bljjft er dan over
Landerjjen, die om het andere jaar overstroomd worden
en dan niets opbrengen l Uw beste bron van inkomsten
waren de bosscben.c
Vertwjjfeling, met moeite onderdrukt, klonk uit den
toon, waarop zjjn vader antwoordde: «Ik kan niet
anders, jongen.»
Ue wind was hoe langer hoe heviger gewordeneen
orkaan was het, die rondom het huis londe.
De boomen bogen en kraakten. Groote takken braken
af alsof 't dor hout was met een doflen slag viel menige
oude stam.
Wordt vervolgd.)