No. 303.
Honderd en achtste jaargang.
1900.
DAGBLAD VOOR. ALKMAAR EN OMSTREKEN
BORTÜH EDAG
27 DECEMBER.
twee onderwijzeressen,,
een onderwijzeres,
Zitting van den Gemeenteraad
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,
Afzonderlijke numn 3 Cents
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewen* idvertentiën
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs, COSTER <fe ZOON Voord&m O 9.
ALKMAARSCHE COURANT.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bosttar te Alkmaar
brengt, op grond van artikel i der Wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen, dat
bjj hem ingekomen en san den ontvanger der Rjjks
directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering
zjjn overgegeven
drie kohieren der bedrjjfsbelastin- 13, 14 en 15,
voor het dienstjaar 1906/7, executoii tard door den
Directeur der directe belastingen in Noordholland te
Amsterdam, den 21 December 1906;
dat ieder verplicht is zjjn aanslag, op den bjj de Wet
bepaalden voet, te voldoen en dat baden ingaat de termjjo
van zes wekon binnen welken daartegen bezwaarschriften
kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
Alkmaar, voornoemd,
24 Dec, 1906. G. RIPPING.
Aan de MEISJESSCHOOL te ALKMAAR (Hoofd
Mej. J. H. Pruim) worden gevraagd
de ééne bevoegd tot het geven van onderwjjs in de
vakken j, k en l, de ander in de akken k, l en m van
art. 2 der wet.
Aanvang? jaarwedde voor eerstgemelde f 775, voor
laatstgemalde f 825, met vier vjjfjaarljjksche verhoogingen
voor dienstjaren, in de gemeente doorgebracht, elk van
f 50voorts voor het bezit der hoofdakte f 400 en voor
het bezit van elke akte M. O. in de vreemde talen,
waarin onderwjjs gegeven wordt, bovendien f 50.
Aan de DERDE GEMEENTESCHOOL aldaar (Hoofd
de heer D. Tjalsma) wordt gevraagd
vakken a—k. Aanvangsjaarwedde f 725, met vier vjjf
jaarljjksche verhoogingen voor dienstjaren, in de gemeente
doorgebracht, elk van f 50; voorts voor het bezit der
hoofdakte f 100.
Stukken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge
meentebestuur vóór 10 Januari a.s.
Alkmaar, 27 December,
Da groote hoeveelheid Kerstartikels we bedoelen
de oneetbare welke telken jare worden voorgezet,
zjjn weer veroib&rd. Het was dit jaar evenals vorige
jarenveel van het aangebodene was maar matig^ge-
nietbaar. De rhetoric* heeft afgedaan, maar zjj b»staat
nog in ééa vormdea gesohrevenen, en in dienjvorm
treedt sjj op enkele speciale dagen weer te voorscbjjn in
de kolommen der bladen. Het is niet aangenaam een
paar dagen achtereen véél Duitsche en Nederlandsohe
nnoischrpverjj order de oogen te krijgen met des te
meer genoegen spreken we daarom heden over een Kerst
nummer van een Beiljjnsch blad, dat onderhondend en
leerzaam is. Het was der Tag, die zjjn duizenden en nog
eens duizenden lezeressen en Lzers aan zich h*eft ver
plicht en tegeljjkertjjd een mooie reolame heeft gemaakt.
Der Tag iB een blad, dat driemaal dageljjks versebjjet
een morgen-editie, een avond-editie met de nieuwste
berichten, miest geseind door vaste correspondenten, die
het blad over de seheole wereld heeft, en dan nog eiken
dag een keurig geïllustreerde editie met duideljjke foto's
van belangwekkende gebeurtenissen en artikelen'van
menschen, die zich gaarne gfdrukt zien.
Maar waarin dit blad vooral uitmunt is het zenden
van speciale oorrespondenten naar plaatsen der aarde,
waar iets bjjzondtrs is gebeurd of staat te gebeuren. In
dit opzicht is het waarschijnlijk esnig in Europa. Es nu
heeft de tedaotie den aardigen inval gehad op de Kerst
dagen een afzonderljjk nummer te geven met bjjdragen
en portretten van de speciale correspondenten, die in
het afgeloopen jaar voor haar werkzaam waren. Wjj
hebben hunne brieven bjjna allen gelezen en dikwjjls
met genoegen, wjj hebben in de laatste maanden enkele
vertaald opgenomen en we hopen dat in de toekomst
te bljjven doen. En het is mede daarom, dat wg op dat
belangwekkende extra nummer heden de aandacht willen
vestigen.
Allereerst is aan het woord Paul van Szczepanski,
die verleden jaar tgdens het Kerstfeest in Moskou toefde,
waar in de straten de kanonnen donderden., de machine
geweren knetterden, salvo's kloniren, bommen ontploften,
waar de geheele stad één slagveld scherm.
Van Moskon trok deze correspondent door Italië, naar
Turkjje, toen langs de drukstbezoohte O st- en Noord-
zee-badplaa sea (oa. is hg in Sohevenlngen en ook in
Noordwjjk gewesst).
Dan scbrjjft dr. Leo Trobenius. Hjj was verloden jaar
in de Kerstdagen in de binnenlanden van Afrika, te
midden van bewoners van den Kongo, wier leven bjj
aan de lezers van het Bsrljjusche blad heeft geschetst.
Een derde medewerker werd gezonden naar China en
Japan, de zeekapitein buiten dienst von Pustau, die de
opdracht kreeg de volgende vragen te beantwoorden:
Hoe 8taan de Japanners na de groote overwinning in
Oost-Azië er voor Hoe ver is China gevorderd met
zjjn poging Japan na te bootsen en nu bjj het maken
der wereldgeschiedenis een beslissend woord mese te
spreken Streeft Japan naar de leiding in den komenden
strjjd van het gele ras tegen de overheersching van het
blanke? Hitst het daartoe misschien bewast op? Of
zal het zjjn tegenwoordige machtige positie in Azië ge
bruiken om onze handelsbelangen de ernstigste wondeu
toe te brengen
Eea eigenaardige opdracht kreeg Curt Toeppen. De
redaotie stelde twee jaar geleden een aanzienljjke som
gelds tor zjjner beschikking, waarvoor hjj «brieven* moest
leveren. Hjj was aan geen bepaalde reis gebonden, mocht
doen en laten wat hjj wilde en «oopie* zoeken, waar hg
meende dat hjj stof daarvoor zou vinden. Allereerst trok
hjj naar Oost-Afr.ka, vandaar naar den Perzischen golf,
bszooht Perzische steden en wanneer er geen stoomboot
verbinding was huurde bjj enn zeilboot. Langen tijd bleef
hjj in Zanzibar en toen de opstand in Duitsch Oost-Afrika
uitbrak, stond bjj gereed om er heen te trekken en het
verloop van den opstard in uitvoerige telegrammen en
br even te schilderen.
Victor Ottman is da wereldreiziger bjj uitnemendheid
van Der Tag. Eens reisde hjj voor dat blad om de ge
heele aarde en hg deed er langer over dan 8 dagen
dit jaar «versloeg* hjj Egypte en verleden jaar op Oude
jaarsavond trachtte hjj vruchteloos in Loeksor een Syl
vester punch te bereiden van whisky en Njjlwater.*
Esn tweetal balannrjjke opdrachten kreeg Otto v.
Gottberg. Te ..New York vertoevende, werd hem uit
Berljjn geseind, onmiddeljjk naar San Franoisoo te reizen
om de lezers te »ertellin van de ontzettende ramp in
deze stad. Eb toen de strjjd tusschen mecsoben
voor was geëindigd werd hjj gezonden naar een ander
terre'n, waar 'een mensoh zou strjjden. naar Spitsbergen,
waar de Amerikaansche poolreiziger Wellman zjjn tocht
per luchtballon naar dea Noordpool voorbsreidde.
Naar Algéciras, het plaatsje der Marokko-oonferentie,
zond de redactie den geestigen Oonstantin von Zedlitz,
Londeiisch oorrespondent van dat blad Deze stond op
goeden voet met ds diplomaten en niet zonder zelfvol
doening heeft men in het speciale nummer een waaier
afgedrukt met alle handteekeningen der vertegenwoor
digers. Dat aangename gevoel is orerigers duur betaald
wanneer ik droom over Algéciras, zegt de correspon
dent, word ik altijd onmiddeljjk wakker, als ik de
juffrouw van het hotel Reina Christina voor me zien,
die mjj de rekening aanbiedt.
Alfred Holzbock oh'jjft boven zjjn bjjdragereis-
canorama 1906, hjj bezocht achtereenvolgens het carnaval
te Mü'oben, Venetië, het carnaval te Nizza, boorde voor
het blad te Parjjs de negende symphonic van Beethoven,
gedirigeerd door Felix Weingartner, woonde een her
denkingsfeest te Nürnberg bjj en de Bpelen van Bayreuth.
Den lOden Maart, 'sochten s vroeg werd Courrères
door de verschrikkelijke mijnramp getroffen, den 12den
was dr. Emil Sohultz als verslaggever van der Tag te
midden der mijnwerkers. De kroningsfeesten in Noor
wegen woonde Max Bewer bp en pittige feuilletons schreef
Siegm. Feldmann over het Zuid-Westen van Frankrjjk,
ook al weer in speciale opdracht.
En elk dier correspondenten vertelt een paar herinne
ringen van zjjn reis en zoo hebben wjj, no? eens vluchtig
doorleefd de belangrjjke gebeurtenissen van dit jaar.
Maar niet daarom alleen vonden wjj deze extra bjjdrage
zoo belangwekkend. Zjj was het voor ons vooral, ooadat
zjj zoo duidelijk een blik doet slaan in het moderne
oourantenvak, omdat zij ons zoo treffend toont den om
vang van zoo'n couranten-onderneming. Wat een duizen
den guldens worden er verteerd door de correspondenten,
die in hst afgeloopen jaar gezamenljjk een afstand van
150.500 kilometers, d«t is dus haast 4 maal den omtrek
der aarde hebben afgelegd
Eu nu weten we wel dat de heer Aug. Soherl nog
easine couranten en weekbladen uitgeeft, maar dit neemt
niet weg, dat hjj op hst gebied van correspondenties in
het afgeloopen jaar ie's zeer buitengewoons heeft ge
presteerd.
Wat Hollandsch» bladen ten dezen aanzien doen, zinkt
hier bjj geheel in hot niet,
Eu hoe kan dat anders, waa? zjj niet hebben een balf
millioen of meer lezers, en dus geen zestig cent
per regel of 420 galden per pagina van hun adverteer
ders kunnen vragen.
Wanneer men dan ook in Hollandsche bladen wel eens
wat veil uit Duitsche couranten ziet overgenomen, dan
moet men daarover niet toornen, maar bedenken dat die
Daitrche couranten in den goeden zin der woorden «tot
alles in staat zjjn.»
En is het dan den Hollandschsn redacties kwaljjk te
nemen, dat zjj in het belang van hun lezers I den
stelregel van Mol ère volgen en met behoorljjke bron
vermelding het goede nemee, waar zjj het vinden
van 4I.hS.lAlt,
op Woensdag, 3d Oecenber 1900,
des namiddags 1 uur.
Na de behandeling *an de ingekomen stukke», vermeld
in het nummer van 24 Deo. kwam aan de orde
2. Verdeeling van den Raad ia afdeelingen,
benocalag en anavnlllng van connlsslfn
voor 1907.
Bjj loting werden de afdeelingen als volgt samenge
steld
1« sectie: de heerea Uitenbotch, Luiting, Oohen Stuart,
Dorbeok, vau der Faen de Lille en de Vooiz>tter.
2e sectie de heeren van den Bosch, Glinderman, Wanna,
de Groot, Forimn en de heer de Wit, oudsto wethouder.
3e sectie: de heeien van Bujjeeu, de Lange, Bosman,
Vonk, Kraakman ea de heer Boelmans ter Soill 2c wet
houder.
Eer men thans overgaat tot het benoemen van ledm
van verschillende commiSEiëB, enz. wordt het woord
gevraagd aoor don heer Vonk. Spreker zegt, dat onder
de verschillends personen, die zitting hebben is colleges,
van instellingen die rekenplichtig zjjn aaa of onder toe
zicht staan van het Dageljjksch Bestaar, en ook thans
weer voor een herbenoeming worden aanbevolen, voor
komt eea der wethouders, ol. de heer de Wit. In prin
cipe acht spr. het verkeerd, dat een wethouder deel uit
maakt v»n een dergelgk college. Deze zal dan toezicht
moeten uitoefenen op zieb zelf. Ook is er nog een acdere
reten, waarom hg tegen eea dorgeljjke benoeming is, en
wal, omdat zoo iemand, als lid van een of ander oollage,
een andere meening kas hebben dan als lid van het
Dageljjksch Bestuur.
In den laatsten tjjd is hst nog al eens voorgekomen,
in zake betreffende het Bu.gerweesbuis en het Stads
ziekenhuis, dat B en W. van meening verschilder, met
regentesDan komt de persoon is quasstie in een zeer
scheeve positie.
Het is om deze redenen, dat apr.'niet zal kannen
medewerken tot de herbenoeming van den heer de Wit
als ra-nat orar het stadsziekenhuis.
Ds Voorzitter zegt hierop, dat de heer de Wit
indertjjd het gevoelen van het Dageljjksch Bestuur heeft
gevruogd, om hot gelgktjjdig bekleeden van het ambt als
wethouder on duel uitmaken van het ooilege van regenten
over het ziekenhuis en burgerweeshuis. B. en W. zagen
daarin echter gean bezwaar.
Da beer Bosman verklaart voor een herbenoeming
als lid ve.it de commissie voor de strafverordeningen on
der commissie voor de gasfabriek niet weder in aanmer
king te willen komen. Hjj meeat, dat, vooral wat de
laatste commissie brtreft, andere leden daarin beter op
hunne plaats zjjn dan hjj.
De V o o tji i 11 e r vraagt naar de reden, waarom do
heer Bosman niet voor een herbenoeming in aanmerking
wenscht te komen.
De heer Bosman antwoordt daarop, dat hg het
vorig jaar schrifteljjk zjjn bezwaren aan dea raad heeft
medegedeeldop uitdrukkelijk verlangen van den raad
is bjj toea lid dor commissie gebleven, dcoh nu wenscht
hg bepaald geen herbenoeming Aan te nemen, Zjjn be
zwaar is, dat do gasfabriek niet is geregeld, zooals hjj
meent, dat plaats had moeten hebben men is niet op
den goeden weg.
Ia strjjd m t zjja meeting is do inrichting gewjjzlgd:
de intotring van het watergas is tegen zjjn zin geschied.
Daarom zön andere loden thans beter op hunne plaats.
De heer Cohen Stuart vraagt hst woord naar aan
leiding van twee zaken. In de eerste plaats herinnert bjj
er den heer Bosman san, dat deze door ongesteldheid
niet de vergaderingen der raadscommissie in zake de
uitbreiding van de gasfabriek kon bjjwonen. Toen is e«ne
vergadering gebonden ten huuo van dea h^er Bosman.
In die vergadering is deze met zjjn bezwaren tegen de
watergasinstallatie gekomen dtcb nadat ze door de
andere leden waren weerlegd, heeft da heer Bos-
ma zich t*n slotte bjj het gevoelen der meerderheid
neergelegd en heeft hjj het rapport aan den raad mede
onderteskend. Het bezwaar van den heer Bosman tegen
de watergasinstallatie legt dus, meent hjj, weinig gewicht
in de schaal. Ofsohoon men tot heden wat ongelukkig
is geweest met het wntergas, de heer Bosman is dsstjjds
nit overtu.ging met de comm:ssie meegegaan. Vervolgens
komt spr. (die aan de perstafel nog al eens moeieljjk is
te verstaan) terug op hitgeen de heer Vonk heeft gezegd.
Spr. is het met dezen eens, dat er zelfs een niet onbe
duidend ver.-ch'.l van gevoelen kan zjjn tusschen het
Dageljjksch Bos'ucr en b.v. het college van regenten
van het stadsziekenhuis. Als voorbeeld noemt bjj da
Silarieericg der doctoren.
Nu zegt de Voorzitter wel, dat B. en W., toen het
geljjktjjdig bekleeden der beide betrokkinget; tor sprake
kwam, er geen bezwaar in zagen, msa? spr. zou daar
omtrent wel eens wat meer willen vernemen, c>k omdat
het hier niet alieeD geldt de ouafhankeljjks positie, maar
ook dan tjj i. Spr. is voor de verhooging van de salaris
soa der wethouders. Als motief daarvoor wordt echter
opg'geven de meerdere arbeid, die van de heeren wordt
gevraagd. Spr. zou dm evenwel willet zeggen: «Maak
u vrjj van al die commissies*. In 't voorbijgaan werd
door spr. nog opgemerkt, dat do heer ter Spill destgda
bedankte als lid der oommiss'e voor de strafverordeningen,
w gens gebrek aan tjjd, doch zjjco benoeming in het
college van curatoren over het gymnasium aannam.
De heer Bosman antwoordt 'den heer Cohen
Stuart, dat hij wel weet, dat hij zich ton slot e bij de
nieuwe inrichting van de gasfabriek heeft neergelegd,
maar verklaart steeds bezwaar gehad te hebben tegen
de watergasinstallatie, een geheel nieuwe en onbekende
zaakdaarom heeft hij ook destijds het voorstel gedaan
de steenkolengasfabriek uit te breiden.
(De heer de Lange komt ter vergadering.)
De heer Cohen Stuart zegt daarop, dat hem
dan de weinige zelfstandigheid van den heer Bosman
heeft verwonderd.
Wat het onbekend zijn van de watergasinstallatie
betreft, de hoer Bosman wist toch, dat die op meerdere
plaatsen in gebruik wasda~ door de commissie een
onderzoek er naar was ingesteld in den Haag, en indien
hij daarvan kennis had genomen, dan zou hij niet
kunnen beweren, dat het iets geheel nieuws vs°. Dat
de zaak door de een of andere oorzaak in den eersten
tijd misschien wat minder goel loopt, doet volgens
h6m niets ter zake.
De heer Boiman zegt, dat uit de notulen van
den raad voldoende blijkt, dat hij steeds zijn bezwaren
in het midden heeft gebraoht. Hij zal niet verde- in
discussie treden en blijft bij zijn voornemen om een
herbenoeming niet te aanvaarden.
De heer Ter Spill wijst er op, dat de heer C.hen
Stuart zich bij zijne beschouwingen eea klein uitstapje
hoeft veroorloofd, waarom hij gaarne iets wil zeggen
en wel dit, dat hij niet heeft bedankt voor de commissie
voor de strafverordeningen, wegens gebrek aan tijd,
maar, omdat hij van oordeel was, dat het beter was,
dat niet twee leden v n het Dageljjksch Bestuur (de
V oorzitter is er lid vai) in die oommissie sitting
hadden. Ook is dat bedanken geschied, omdat hot
aantal juristen in den raad grooter was geworden en
men dus meer keuze had.
Bovendien is spr. lid van de commissie van finanoiën,
die wel het meest vergadert, gebleven. De heer de
Wit heeft als lid dier commissie bedankt, ook, omdat
hij meende, dat niet twee leden van het collega daarin
moesten zitting hebben.
De heer Cohen Stuart zegt daarop dat de heer
Ier Spill wel degelijk bedankte, omdat hjj geen tjjd
had. De heer Dor beek de vierde jurist in den raad,
had teen nog geen zitting.
Spreker acht evenwel het argument, dat B. en W.
feen tjjd hebban voor al die commissies het kleinere,
et andere de scheeve positie is het grootere.
Hjj wjjst er daarvoor op, hoe B. en W. bjj het ini
tiatief tot verschillende zaken niet geheel onafhankelj]k
kunnen handelen als zjj tevens lid van een college van
regenten bjjv. zjjn en vraagt welke de positie is van
iemand, als de heer de Wit, wanneer de gemeente
grond verkoopt aan regenten van het ziekenhuis. Stel
verder, ging spreker voort, dat de meerderheid van het
Dageljjksch Bestuur eene beslissing heeft genomen,
waar de heer de W;t als regent tegen iswat zal hjj
dan moeten doen En hoe zal zjjn houding zjjn, als,
wat wel eens gebeurt, het college van regenten nog al
kras optreedt tegen een advies van B. en W. Voorts
wijst spr. er op dat een wethouder-regent als lid van
het Dageljjksch Bestuur alle geheime besprekingen 2al
volgen, en nu moge hjj een zwjjger zjjn, waarbjj Willem
de Zwjjger nog maar een kind was, toch acht spreker
de positie van den wethouder niet goed. Daarom zou
hjj van het college van B. en W. wel iets meer willen
hooren, dan de opmerking van den heer Ter Spill, dat
spreker zich vergist I
De heer d e W i t zegt, dat hjj in het college van B.
en W. heeft overgebracht, wat de heer Cohen Stuart
in de sectievergadering over de zaak heeft gezegd. Ook
met heeren regenten en anderen heeft hjj er over ge
sproken, doch algemeen wa3 men van oordeel, dat het
geen bezwaar kon opleveren beide functies tegeljjk te
bekleeden. Wat betreft den grondaankoop voor het
ziekenhuis, spr. gelooft, dat het juist een voordeel was,
dat hjj lid van het college van regenten is, zoodat ge
makkei jjk overleg kon worden gepleegd.
Wat verder oe salarieering der doctoren aangaat, als
regent van het stadsziekenhuis kent snr. hunnen
werkkring, weet hjj, wat zjj in die be'rekking prees,
toeren. En als lid van het Dageljjksch bestuur en als
lid van het college van regenten zal ieder daarover
dezelfde meening hebben. Dat daaruit een scheeve ver
houding zou kunnen ontstaan, gelooft spr. niet. Evenwel,
hjj zou wel wenschen, dat de raad zich over de quaestie
uitsprak.
De heer Glinderman vraagt, hoe de raad dat
zal doen. Door een stemming? Maar dan zal men een
voudig een ander persoon moeten nemen. Wat den
heer de Wit persoonljjk betreft, zou spr. hem gaarne
stemmen, maar om het principe niet.
Da Voorzitter aoht hst het beste, dat voor
gesteld wordt de voordracht terug te nomeu.
De heer Glinderman kan zich darmede ver
eenigen.
De heer Ter Spill merkt nog op, dat hst wo-dt
voorgesteld, alsof men bjj strjjd tusschen B. en W. en
regenten zjjn zelfstandigheid zen moeten prjja geven.
Dat is niet zoo. Waar een voorstel indruischt tegen
eigeu meening kan men zich buiten stemming houden.
Verder wjjst hjj er op, dat de beer Cohen Stuart net
heoft voorgesteld, alsof regenten aitjjd optredenUegen
B. en W. of omgekeerd; op de nadeelea wordt uit
sluitend de nadruk gt-legd, dooh 't is wenscheljjk ook
de keerzjjde dor medülio te laten zien; de voordeelen
ia 't licht te stelleu. Spreker wijst daarom den raad er
op, hoa hat overleg met B. en W. vergemakkeljjst wordt
ais een der wethouders lid van een ooliegs van regenten
bjjv. is, hos er anders heel wat paperassen zullen moeten
worden gewisseld.
Waar er dagelgksoh zooveel aanraking is tursohen
B. en W. en dergeljjke colleges, daar acht hg 't gosd,
dat B. en W. niet ozeral buiten staan.
Da heer Co hen Staart antwoordt hierop, dat
hg niet heett beweerd, dat de colleges aitjjd tegenover
B. ea W. staan. Hjj heeft gezegd, dat er wsl eens kans
op is, dat men wat kras tegenover elkaar staat.
Verder zegt hjj, dat de heer Ter Spill vergeet, dat
eer er over de een of anders zaak overleg gepleegd
wordt, vaak lange en geheims besprekingen worden
gehouden ea waar men die in beide facoties bjjwoont,
wordt bet vaak een moeiljjk geval zioh dan te onthouden,
waar het importante zaken betreft, is dit toch zekar niet
ge wenscht. Vreest de heer Tar Spill voor veel gesohrjjf,
dan zou spr. maar meerdere schrijfmachines willen aan
schaffen, ma?.r de weg naar B. en W. ia toch niet zoo
lang, dat men niet, eren kan aanloopen, waa- het
dageljjkBohe zaken betieft; en is het iets van belang,
dat wordt immers aitjjd schrifteljjk behandeld.
D? heer Ter Spill merkt nog op, dat de voor-
dracht er eene is van regenten, niet van B. en W.
Waren er zoowel bezwaren tegen de benoemirg van
dea heer de Wit, dan zouden regenten dat zelf in de
eerste plaats moeten gevoelen. Zjj dragen eohter den
heer de Wit voor, en spr. zon het zich kunnen voor
stellen, dat regenten juist veel ge»oelen voor de keerzgde
door spreker daar straks aacgetoond.
Meest de raad echter, dat het b ter is de h-er De
Wit niet to beno men, dan handelt bjj teg-n hit ge
voelen van bet oollegi van regenten in. Daarop wil
spr. de aandacht vestigen.
Ds heer Cohen Stuart begrjjpt volkomen, dat
regenten geen bezwaren hebben. Tir bsvorderiog banner
belangen zouden ze wel alle drie leden n bet D ge jjksoh
Bsstuar ah regsntsn wilhn. 't Is echter in deze de
vraag of aan bet verlangen van herren fgentoa kan
worden voldaau zonder voorbjjgang van ds belangen van
andere colleges.
Ds heer Vonk is van oordeel dat wat de heer Ter
Spill het laatst heeft gezegd ter zake dienende zou zjjn
als het den persoon gold. Het geldt hier echter de
zaak, hot principe. Niet het Dagelgksoh Bestuur of
regenten hebben hier te bsshseen, maar de raad. Spr.
zal bjj de benoeming voorstellen de voordracht terug
te zenden.
Da heer Ter Spill herbaalt nog eens, dat, indien
de bezwaren z'ch zoo zeer lieten gevoelen, ze regent*n
in de eerste plaats zouden treffen.
De hoer Vonk: Neen, de voelen ze jaist niet.
De hesr Cohen Stuart stemt daarm-de in.
De discussie wordt daarop gesloten, waarna overgegaan
wordt tot het doen der verschillende benoemingen.