Oorspronkelijke Schetsen
Openbare Verpachting
Maatschappij m Levensverzekering
tont ie Heer C. SWEERTS, Hof 30, Almaar.
G. WOLZAK Hz. te Alkmaar,
SMEDEN gevraagd.
Pakhuis met 3 zolders
HARMONIE (Kleine zaal)
Heden
„DE PRINS".
Prima Kalkzandsteen
Wereldkïok-
Tentoonstelling
Amsterdamsche Brieven.
LEO FAUST.
Kantongerecht te Alkmaar.
ADV ERTENTIEN.
Gevestigd te ROTTERDAM.
Toussaintstraat no. 7.
TE HUUR
begint een nieuw kwartaal van
van de fabriek „Loevestein",
P. MESSELAAR,
Voor dames.
Telefonische X_.iel<le.
Het innen van en het genot der Sluis-
en Overhaalgelden van de sluis en den
overtoom aan de Zes Wielen, benevens
de Visscherij aldaar en bet Grasgewas
van eenige in de nabijheid gelegen wegen,
een en ander onder de gemeente Oudorp.
F. N VAN RIJN en C. DE REGT Bzn
met 1 Januari 1907, een
Te bevragen Kenuemerstraatweg 71.
Verkrijgbaar bjj ALLE
GROSSIERS in GEDISTIL
LEERD.
TH. van der KLEI.
Horloges - Pendules
Voorstellingen en Uitvoerige Verklaringen
van dit interessante Kunstwerk hebben dage
lijks plaats. Voormiddags precies 11 en 12 uur,
namid. 2, 3 en 4 uur, 's avonds 7 en 8 uur.
Entrée le iang 30 ct, 2e rang 20 ct.
Kinderen le rang 20 ct., 2e rang 15 ct.
ruim voldoende aan den door de
GEMEENTE ALKMAAR
gestelden eisch voor drukweerstand,
levert tegen fabrieksprijs en is steeds
in voorraad aan de Steenkooperij van
de N. V. „Bouwstoffen", voorheen
Oudegracht 136, Alkmaar.
Vertegenwoordiger voor Noord-Holland.
ringsstelsel, dat als eon voorbeeld voor andero
steden "wordt genoemd, wie oplet hoe rein en stof
vrij de openbare wegen gehouden worden, hoe uit
stekend geheel Berlijn de publieke parken incluis
's avonds verlicht wordt, die kan zich moeilijk
indenken dat dezelfde stad voor ruim honderd
jaren een toonbeeld van vervuiling, ongezondheid
en stumperachtige bouworde was en de spotlust
van mémoires schrijvende reizigers zooals de
Kriegsrat von Cölln opwekte.
Het monument dat voor Virchow hier zal worden
opgericht, doch waarom men nog twist, is van
alle steenen beelden, die te Berlijn in de laatste
tijden verrezen, wel het meest op zijn plaats.
Kijkjes in de modewereld.
Van de kindermode wordt dit seizoen nogal veel werk
gemaakt. Over het algemeen slnit zjj zich in stjjl a n
bjj de dameair ode; in de kenz* der stoffrn, alsmede in
de garneering verschilt zjj echter veel van deze laatste.
Op kinderjurken vinden we zeer weinig goud en zilver,
ook het tres en passement, waarmede de japonnen over
laden zjjn als 't ware, komen niet op kinderjurken voor.
Lint, kant en knoopen in alle soorten en uitvoeringen
nemen bier een eeiste plaats in. Eenvoudige kinderjurkjes
staan f het aardigste, b.v. een witgemoesd, donkergroen
iluweebn jurkje, ter hoogte van de horst met een zwart
lintgarnituur en een groote, witte kanten kraag als pas,
of een jurkje uit Bchotsche en rffsn stof vervaardigd,
enkel versierd met kleine, vergnlde knoopjes. De tweed-
jacquette, of liever deltweedcostuum-colleotie, is rjjker
gesorteerd dan de laken en eovertcoat-oollectie. Cheviot
voornamelijk, in tweed-imitatie speelt een rol op ziohzelf,
daarnaast donkerblanwe, zachte serge, kamgaren en al
paca. Van gekleurd panne- en'taffetas, overeenkomend
met de kleur van* het tweedstof dessin worden de boord
en de marohetten vervaardigd, dier'nog een randje
metaaltres ter afsluiting krjjgen. De voorliefde voor vesten
is zoo groot, dat niet alleen bjjea iedere bolero, maar ook
de reefers voor aankomende meisjes, das een k:nderljjk
zakmodel, er mee versierd zjjn.
De modellen op z;ch zelf leveren niet zooveel verschil
op staande borst, staande boord en staande boord-revers
de laatste kannen omgeslagen, waar by dan een sontaobe
of koord-opnaaisel in lichte klenren te zien komt. De
kindeijurk van glad zefirvelvet met kanten kraagjes en
manchetten, ruches- en lintgarneering, de Scbotsohe bolero
met dezelfde versiersels en de matrozenjurk vormen in
hoofdzaak de jurkenmode.
Alleen de matrozen modellen zjjn van cheviot vervaar
digd, voor het overige komen slechts blokkenrniten en
strepen voor. Alpaca kan voor den zomer eveneens
gebruikt worden.
Een heele dankbare stof voor een avondtoilet voor
dames, die vaak naar een partijtjegaan, is zwarte
genopte tulles, dat zoo bijzonder geschikt is, omdat
het zoo duurzaam is en niet vuil wordt na tweemaal
gedragen te zijn. Een toilet van zwarte tulle wordt
al dadelijk gekleed, wanneer het gegarneerd wordt
met kant, hetzij in den vorm van ontreden x of medail
lons, waaronder de stof is weggeknipt. Een zeer
gedistingeerd toilet verkrijgt men door een toilet voor
zwarte tulle op de volgende wijze samen te stellen.
De stof wordt gegarneerd jmet verscheidene banden
van zwart fluweel, die in de golven worden opgelegd.
In het midden daarvan worden medaillons van zwarte
kant aangebracht, dat geborduurd wordt met zilverdraad
of wat zilveren loovertjes." Daaronderjwordt een kleed
gedragen van zilvergaas, dat heel mooi door de zwarto
tulle heenschemert. Het déoolleté wordt versierd met
een mooie zwarte kanten fiohu wat aan het geheele
toilet distinctie verleent. Zulk een toilet kanj natuurlijk
bij alle gelegenheden gedragen worden.
Witte kant is eveneens een^'dankbaar en duurzaam
materiaal voor een avondtoilet, 't Is in de meeste
gevallen evenwel te kostbaar. Een imitatie van tullen
kant over een onderkleed van Batijn maakt ook een
heel aardig effect, en kan gernimen tijd mee.Een
kleine garneering van fluweel en een paar strikken
van lint zijn voldoende om het te «ersieren.
XL VIII.
Nu is dan toch eindelijk de winter gekomen en
heoft ook de physionomie der hoofdstad veranderd.
Amsterdam ligt onder de sneeuw.
Maar de sneeuwwade is al niet meer van ongerepte
schoonheid.
Prozaïsohe pekel wagens doorploegen rusteloos de
blinkende, reinwitte sneeuwmassa en graven er morsige
slooten in, die aanvankelijk binnen enge oevers beperkt
blijven, maar ten slotte haar gore wateren bniten haar
VAN
Zij was een telefoon-juffrouw. Op het Centraal
bureau, waar èl de draden uit de heele stad komen
binnen een groote zaal, hoog in de lucht hangend, boven
al de omringende gebouwen, huizen, magazijnen, pak-
zolders, enz. op dat telefoon-bureau omdat er in
dit verhaal nogal kiesche, zeer-persoonljjke zaken voor
komen, vind ik het beter niet te vertellen of het was
het Haagsch, het Amsterdamsr.h of het Rotterdamsch
telefoon-bureau hadden de juffrouwen zich, en daar
mee heur [taak, in ploegen verdeeld. Elke drie weken
wisselden die ploegen om. De juffrouwen zitten allemaal
aan oen lange tafel met nummers en contacten en
miniatuur gloeilampjes en ze hebben niets anders te
doen dan wanneer er een lampje gaat gloeien, in de
microfoon het nummer te vragen dat gewenscht wordt
en daarmee aan te sluiten. Wordt het lampje weer
donker dan is 't gesprek afgeloopen en kan men het
contact verbreken. Soms ook vragen er abonnees hoe
laat het jis precies. Anderen weten het verlangde
nummer niet, zjjn te lui of hebben het te druk om het
zelf op te zoeken, hebben het telefoon-boekje niet by
de hand. Soms zelfs weten ze niet eens of degeen dien
ze moeten hebben, wel aangesloten is. Zoo'n juffrouw
moet dat dan allemaal, zonder afsnauwen wordt ze
kribbig dan vraagt de ander direkt naar de chef-
telefoniste nakjjken, nazoeken, by wylen nog een
praatje maken over het weer of bedanken voor een laf
komplitnentje. En daar iedere juffrouw eenige honderde
nummeis bedienen moet, en daar sommige nummers
twintig keer per dag opschellen, is het vergeeflyk
dat die juffrouwen het vaak druk hebben. En volhandig.
Daar komt dan o. a. nog by de volmondigheid. Er zjjn
juffrouwen, die op gezette tjjden een boteram hebben
te eten, een kofje koffie te drinkener zyn er die
koekjes of pralines snoepen, gekregen of gekocht, maar
meestal gekregen (een telefoon-juffrouw koopt niet veel)
er zyn juffrouwen die intieme confidenties hebben toe
te vertrouwen. mond achter de hand, en weer andere
die ernaar hebben te luisteren. Het is dus vergeeflyk,
dat telefoon-juffrouwen (ik herhaal) het vaak druk
beerden doen vloeien ea grachten en straten, in bond
genootschap met de ontdooiende 'zonnestralen, doen
verkeerea in afzichtelijke moerassen, alleen te door
waden met solide overschoenen, of, veiliger nog, met
vetleeren knielaarzen, waarmee onze schoenverkoopers
thans goede zaken maken.
Maar kom in ons nooit volprezen Vondelpark. Daar
aanschouwt ge de winterpraeht in al haar majesteit.
Daar rijei zich de zilveren lanen, daar strekken zich
de zilveren velden in sobere schoonheid daar rinkelt
de snel glijdende arreslede, daar zwerven de schuwe
winterkoninkjes, de bevallige meesjes, do vrijpostige
roodborstjes, de breodgevleugelde kraaien, de brutale
koperwieken daar verzamelen zich duizenden kinderen
uit de morsige stad en bouwen hun forten en kasteelen
en maken hun sneeuwmannen en kneden hun zilveren
kogels en juichen en joelen bij hun winterfeest.
Wenscht ge een ander tooneel vol leven en bedrij
vigheid Begeef u dan naar den reehter Amsteleever,
«te Weesperzijde.
In lange rgen ziet ge daar e?n overgroot getal schu>
ten, pramen, tjalken vol jjs, nit den Amstel geschept,
dat jjverige mannen, arme drommels woest, tak op eet>
daghaurtje, overladen in wagens en karren, die door
voor deze gelegenheid gehaarde paarden, eveneens arme,
afgewerkte drommels, naar de Ijskelders van de reasachtige
Koninklijke Bierbroawerjj worden vervoerd.
'd Is er hard werken voor mesechen en beesten. Es
heel veel is er niet mee te verdienen. Want de onder
linge oononrrentie heeft de lootten ook hier niet onaan
zienlijk doen dalen. Vjjftig cents is de prjjg dien de
diiectie der bronwerjj, naar ik «erneem, betaalt voor
een kabieken meter Amstel-jjs. Veel is dat niet, want
dat jjs moet eerst in den Amstel met groote jjshamers
wotden stnkgeklopt, daarna met netten opgesohept en in
de vaartuigen gestortzjjn deze vol, dan worden ze naar
den oever geboomd en vervolgens ontladen. Dit laatste
is niet gemakkelgk; want bjj vriezend weer is het jjs
in de scheepjes spoedig saamgevroren tot r groote massa,
die met spaden moet worden stukgehakt eer ze in de
mandjes kan worden geschept, die in de gereedstaande
karren worden leeggestort. Berekent meu daarbjj de
kosten voor paarden- en karrenhaar, dan is de som van
een halveu galden voor esn kabieken meter niet raim
te noemen. Intaseohen zjjn er liefhebbers te over, om
de broawerjj van jjs te voorzien. Honderden mannen
doen na reeds, zoolang het vriest, hnn arbeid in het
koad materiaal en brengen gezelligheid en drukte langs
den anders rastigen Amstel-oever.
En zoo is het voor deze ngveren maar goed, dat de
«vinter regeert, geljjk het voor duizenden andere wetke-
loozen een uitkomst was, dat de lang dreigende grauwe
wolken zied eindeijja in zware sneeuwbalen ontlastten.
Inderdaad zeg ik niet te veel, wanneer ik spieek van
duizenden. In elk stadsdeel zwerven ze bjj troepjes rond,
ia hnn armeljjke plunje, en gew.pend met een verroeste
spade, bellend aan buis bjj huis, om het voorrecht te
verkrjjgen, tegen sterk concurreerenden prijs, van trot-
troirs en >stoepen« de sneeuw te mogen wegtuimen.
De winter in een groote stad brengt dudeijjk aan 't
licht, hoe ontzettend groot de werkeloosheid is, gedurende
het koude seizoen. Maar gelukkig opent hg tevens harten
en beurzen. De kerstuitdeelmgen van het steeds mee
terrein veroverende »Leger des Heilc» hebben het weer
bewezen. Hoe moeten de gaven gesiroomd hebben, die de
wakk.ru heilsofficieren opnieuw in staat hebben gesteld
tot hun heerljjken arbeid van liefde en barmhartigheid.
Daar was weer de spgziging der hongerige in de reuzen-
ruimte van het Paleis voor Volksvlgt. Ik heb er de
duizenden zien zitten aan de ongeloofijjk lange talels,
zindeijjk en rein met haar papieren dek en den glans
gezien in de oogen der ellendigen, die er weder werden
verkwikt met een warmen maaltjjd, den eenigen wellicht,
dien het kondo seizoen hnn bitden za). Het was een
schouwspel, vei heffend en bedroevend tevens.
En thans naderen wjj met rassche schreden het einde
Ues jaars.
Wat zal ons het nieuwe brengen
Zal onze siad zich mogen bljjven verbeugen in den
bloai van handel, scheepvaart en industrie
Zal, om een enkele zaak te noemen, onze stad gespaard
bljjven voor ernstige confl.oten in de diamantnijverheid
We hopen het van harte maar we vreezea.
De diamantindustrie beieeft goede tjjden. Ruim negen
duizend arbeiders verdienen daarmee op 't oogenblik esn
ruim stuk brood. Loonen vau zestig tot honderd galden
en meer zjjn eer regel dan uitzondering. Het scbjjnt
echter, dat er iets broeit. De tijd is nameljjk aanstaande,
dat bet btsluur van dun DiamantbeweikersbonO met dat der
Juweliersvereeniging zal overleggen, hoeveel leerlingen
er in net jaar 1907 tot >het vak» zullen worden toege
laten. Naar bet gerucht gaat, zal echter de J. V. aan
gaande hel getal aan te nemen leerlingen eischen stellen,
welke die van den Bond verre zullen overtreffen. Ea
dat kan een ernstigen strjjd geven. Angstvallig heelt
steeds de Boud gewaakt tegen een ie groot aantal werk
krachten en heeft dientengevolge eischen ges eld, welke
hebben; en daarom zal men begrypen dat ze tenslotte
ertoe gekomen zyn, zich en elkander in ploegen te ver
doelen. Om te bekomen. Vooral was dit noodig in groote
steden, waar al spoedig ook 's-nachta gelegenheid tot
teleloneeren werd geëtscht. Een juffrouw, en dus óók
een telefoon-juffrouw, kan onmogelyk al-maar door, bjj
dag en bjj avond en by nacht en by morgen, op de
zaal zitten, om te verbinden, te zeggen hoe laat het is,
al-of niet bestaande nummers op te zoeken, weèr-praatjes
te houden, voor complimentjes te bedanken, boterammen
te eten, kopjes koffie te drinken, gekochte of gekregen
(maar meestal gekregen) koekjes en pralines te snoepen,
confidenties te {luisteren of n ontvangst te nemen. Dat
gaat fysiek niet.
Nu hadden ze zich verdeeld in drie ploegen van vier.
De eerste ploeg deed dienst van 's-ochtends zes tot
's-middags één, en dan weer van twee tot vier (den
druksten tyd); de tweede ploeg van 's middags twaalf
tot vjjf en dan van zes tot tien; en de derde ploeg, dat
noemden ze den nachtploeg, omdat om beurten één
daarvan den nachtdienst deed, van 's-avonds tien tot
s-ochtends zesde andere drie meisjes van dien pioeg
hadden dan dienst van 's-middags één tot 's-avonds zes.
De «zjj», van wien ik spreek heette Lize en op 't
moment, waarop dit luguber verhaal aanvangt, viel ze
net met Jeanne, Marie en Trina, vooi drie weken in
den nachtploeg.
Ze was al een jaar of vjjf bij de telefonie en ze wist
dus, hoe je dat haasje moest villen. Toen ze dien avond
dan ook weer tegen tienen naar bureau stapte, had ze,
behalve een paar flinke boterammen, een grof haak
werkje bjj zich en den nieuwsten roman van Borel uit
de leesbibliotheek waar ze voorbjj kwam. Het is stil,
zoo'n nacht, aan het schakelbord. Een enkelen keer belt
een reporter zyn courant eens op, of een hotel den
.-talhouder, een zieke den dokter, maar overigens is 't
niet veel zaaks. Vooral tusschen drie en vier dit is
't slappe uurtje
Zjj was een telefoonjuffrouw; en hjj was een
nacht-redacteur. De goede lezer weet waarschjjnlyk
niet eens, wat dat is voor 'n ding. Ik betoogde in 't
begin al, dat het moest gebeurd zjjn in een groote
stad. In een stad, waar dus natuurljjk ook ochtendbladen
verschynen. Anders zou de telefoon niet den heeien
nacht open bljjvenen had mjjn «telefonische liefde»
geen bestaansreden meer. Maar de goede lezer heeft
zich waaischjjnlyk nimmer goed rekenschap ervan ge
geven, wat er al niet aan vist zit aan zoo'n ochtend
blad. Hoe een heele zettery, of het dag was, moet
staan werken bjj het kunstlicht ('s-winters koud en
's;3omers om te bezwjjken), staan te werken voor de
de J. V. wel is waar indertjjd heeft aanvaard, doch
noodgedrongen en tegen haar zin en met alle kracht
bljjft de Bond zioh vasthouden aan den eenmaal gestel
den regeleen beperkt aantal diamantarbeiders waarborgt
boeg* loonen. Deze toestand heeft echter zonderlinge
gevolgen gehad, o.a. dit: dat aan menig juwelier vol
strekt het recht ontzegd is, zjjn zoon in de geheimen der
diamantindustrie in te wjjden. Z;ch daarbij op den daar
neer te leggon, schjjnt den juweliers en o. i. niet ten
onrechte esn ongohoorde eisoh en zjjn de gerechten
waar, dan zal de J. V. van haar kant niets onbeproefd
laten, in dit opzicht vrjjheid van handelen te krjjgen.
Intnsschen is het te verwachten, dat de Bond niet zal
toegeven eo een hevige bo'sing tusschen de beide machtige
lichamen zal dan niet kunnen u tbigven,
Moge onze vrees jjdel bibken
Zitting 24 December 1906.
G. P., Alkmaar, J. v. S. en K. B., Rjjp, en T. K.,
Zuidscharwoude, overtreding motorreglement, ieder f 1
boete of 1 dag hecht.
L. K. Kz., Egmond aan°Zee, loopen over verboden
grond en strooperjj, 2 maal f 1 boete of 2 maal 1 week
tuchtschool.
C. C. Hz., W. K. Az. en L. S. Jz., Egmond aan Zee,
overtreding vogelenwet, de le f 1 boete of 1 dag hecht.,
de 2e f 1 boete of 1 week tuchtschool, de 3e tot eene
berisping.
L. K. Lz. en P. G. Lz., Egmond aan Zee, verzetzaak
beiden bekrachtiging vonnis.
J. D. Jz., Zjjpe, W. S. Hz., K. G. Jz., E. G. Kz., D
G. Pz. jen G. P. Wz„ Egmond aan Zee, jachtwetover
treding, de le f 4 boete of 2 dagen hecht., de 2e, 3e
en 4a ieder 3 maal f 3 boete of 3 maal 2 dagen hecht.,
de 5a M 4 boete of 4 dagen hecht., de 6e 2 maal f 1
boete ot 2 maal 1 week tuchtschool.
ten Riadbuize dfrjgemeente ALKMAAR, op Zaterdag
5 Januari 1907, 's namiddags 1 ure, voor 6 jaren
ingaande 1 Mei 1907, vsn:
Voorwaarden liggen';ter leting ter Secretarie, op alle
werkdagen, van des vooi middags 9 tot des nam<idags2 ure.
Burgemeester en Wethouders -an Alkmaar,
G, RIPPING, Voorzitter.
DONATH Secretaris.
OFtlüBICHT la 1835.
DIRECTIE
De Maatschappjj sluit alle soorten van Verzekering
op het leven.
DIRECTEUREN der Ilaarlemsche Brandver
zekering-Maatschappij te Haarlem berichten, dat
tengevolge van het aan den. Heer C. J. KLUFT
op zijn verzoek verleende eervol ontslag, met ingang
van 1 Januari a.s. tot AHENT voor Alkmaar en
Omstreken is benoemd de Heer
Directeuren voornoemd,
CNOOP KOOPMANS.
C. M. RASCH.
Bij H. H. BODEWES, scheepsbouwmeester
Millingen bij Nijmegen, om direct in dienst te
treden één of twee flinke
zetkasten, om hem het nieuws bjj zjjn ontbijtbordje te
brengen. Hoe daar 's-nachts, als hjj op één oor ligt of
vrooljjk thuiskomt van een laat-geworden fuifje, redac
tie-bureaux zyn, voi licht en levenhoe daar verslag
gevers en critici berichten komen brengen van verga
deringen, tooneelspel of concert; hoe oaar correctoren
drukfoutjes zitten aan te teekenenen hoe later een
drukkerjj steunt en vliegwielt door den hel-verlichten
nachtnog later de loopers de pakkenjover de schouders
werpen en de stad ingaan naar alle kanten als de
stralen van een ster. Al die menschen weten niet de
grens tusschen den eenen dag en den volgenden.
En één is er, die, als de stuurman aan boord, heel
dat mouvement leidt. Dat noemen ze een nacht
redacteur. Op zjjn lessenaars komen al de teugels, die
dit alles in beweging zetten, al de draden van het
kunstig geweven spinweb bjjeen. Op zijn lessenaar staat
ook het telefoontje
Hjj was een nacht redacteur. Hg schikte zich in zjjn
baan'je, zooals een kikker zich schikt op het droge. Hjj
praatte zich maar voor, dat hjj zjjn tegenvoeter was.
Hjj kwam 's avonds om acht uur, half negen op zjjn
bureautjehad dan, dikwjjls tot ver in den nacht
veel afwisseling en aanloop, soms meer dan hem lief
was. Er valt héél wat te werken voor zoo'n ochtendblad.
Komen ze je niet veel brengen, dan moet je natuurljjk
hard werken. Komen ze je véél brengen, dan moet je
nog veel ha; der werken. Óm het erin te krjjgen. Want
een courant is niet van elastiek.
Met aanloop, brieven, posten, bladen, en allerlei
andere afwisseling wordt het al gauw 'n uur ot
twee. Vier uur, half vjjf werd de courant «opgemaakt»,
klom hjj naar de zettery'. Dat was zoo, vast en geregeld.
En vjjf uur, half zes ging hjj naar huis.
Ging hjj naar bed.
Zoo kwamen de nachten ongemerkt door. Hjj was
er al 'n jaar of vjjf mee vertrouwd, hjj was er heelemaal
in gegroeid wrist niet beter of 't hoorde zoo.
Alleen dat uurtje van drie tot vier dat was 't
slappe uurtje. Dan was alles gedaan, dan kwam er niets
meer binnen dan werkten alleen zetterjj en correctoren.
En hjj verveelde zich gruweljjk.
Hjj nam, behalve een paar flinke boterammen, wat
schrjjfwerk mee, en den nieuwsten i oman van Couperus,
geleend van den kunstredacteur. Maar hjj was te moe,
zjjn vingers waren stjjf en als zjjn oogen niet dichtvielen,
dan zaten ze vol tranen van 't gapen.
Toen kreeg hy op 'n nacht 't idéé, de juffrouw
van-de-telefoon op te schellen. Zjj moest zich ook
vervelen, zoo heel alleen, het stilst van den nacht. Hjj
maakte met haar een praatje, begon over 't weer,
A A SI li K TURFMARKT.
NIGHTCAP
SCHIEDAM
Koh(e OudeJenever
ïigbtcap
P. HOPPE.
Let op cachet en kvrkbrand.
KOOLTUIN, ALKMAAS
Grootste keuze
eis.
Reparation worden goed an
spoedig afgeleverd.
Ab nEcim<»ofi>n worden aangenomen door de
N. HHKH. COITBR dl ZOON,
Boekhandel Tel.foon 3, -- VOOSDAM O. 9.
eindigde met de laatste Reuter-telegrammen. En 't
middel hielp. Toen hjj de mikrofoon neerlegde moest
hjj naar de zetter jj.
Den volgenden nacht herhaalde hjj het stukje. Maar
nu was 't een andere juffrouw, die niet van de conver
satie gediend was was. Al gauw was hjj er «achter,»;
dat de gezellige juffrouw van de éérste keer ééns
in de vier dagen (of nachten liever) terugkwam. Toen
besloot hjj, zich drie nachten te vervelen mèt
Couperus en den vierden telkens haar op te bellen.
Lize heette zjj. En het duurde niet lang, of hjj wist
niet alleen haar voornaam, maar heelemaal hoe ze er
uit zag, wat voor haar. wat voor tanden, wangen, lippen,
kin, wat ze aan had. Schoon hjj haar nooit gezien had,
bjj zjjn weten, 't Moest een bééld zjjn, volgens de
beschrjjving. Maar om zich op dit (teere) punt
desillusies te besparen, maakte hjj nooit een afspraak.
Vertelde alleen óók, hoe hij er uit zag.
Zoo babbelden ze, tweemaal in de week, over alles
en nog wat. Terwjjl de groote stad, donker, beneden
hen sliep.
En na twee weken van deze conversatie, waarin ze
het veel hadden over literatuur en kunst (zjj las o.a.
De Hollandsche Lelie) werd hjj, op zjjn manier, op
haar verliefd.
Toen hjj dit merkte, schoot hjj in een lachen
besloot den volgenden keer haar om een ontmoeting
te vragen.
Drie lange, eentonig-zwarte nachten toen
de vierde en ze was er weer. Hjj had opgesteld,
op papier, hoe hjj 't zou inkleeden. Hjj had drie lange,
leege nachten toch niets anders te doen.
En hjj las het haar voor, met kleine pauzen nu en
dan, een kuch en een zich verbeteren alsof hjj
improviseerde. En toen hjj, met emfaze bezig was aan
deze woorden
«Lize, je kan het niet zienhelaas, maar ik lig hier
voor je op m'n knieën I Ik ben in deze nachteljjke
babbelpraatjes, zoo langzamerhand, zoo met je gaan
dweepen, dat ik je nader moet leeren kennen! 't Spel
is nu ernst geworden. Je ljjkt me zoo geest g. je denkt
zoo gezond over de dingenHeusch, ik hoff je niet
voor den gek. Maar ik smeek je, geef me in ieder
geval één afspraakje I In e~nst
«Met wie spréék ik toch in Gods-Heeren-naam 111«
De geestige telefoon-juffrouw, gezond denkend over
de dingen, had hem ongemerkt verbonden met den
burgemeester.