No. 7.
Honderd en negende jaargang.
1907.
DAGBLAD VOOR AT,RiffA AR. EN OMSTREKEN.
Inschrpg Nationale Militie
WOENSDAG
9 JANUARI.
Stedelijk Museum.
Kaasmarkt
Graan- en Zaadmarkt
Hondenbelasting.
BINNENLAND.
Prijs der gewone advertentiën
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheeie Kijk f
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3,
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HERMs. ÜOSTER ZOON, Voordam C 9.
JAARKAARTEN t 1 voor 1907, toegang gevende
voor den houder, zjjne huisgenooten en logé's, kunnen
aangevraagd worden ter secretarie der gemeente.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AlkmaTr
herinneren belanghebbenden, dat krachtens raadsbesluit
van 1 Februari 1888 de
en de
te AIiHHAAR,
gedurende de maanden «fanunrl, Februari en
Haart geregeld wekelijks doorgaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Onderzoek geoefendheid ter verkrijging van
Militaire Getuigschriften.
Aan de jongelieden, die zich voor het deelnemen aan
bovengenoemd onderzoek hebb m aangemeld, wordt kennis
aegeven, dat zjj zich tot het doen van Examen, ter
verkrjjging van militaire getuigschriften, op Zaterdag
19 Januari a.s., des voormiddags 93/4 nar, moeten
ganmelden aan de lafaaterle-kazerne binnen het
fort „Erfprins" te HELDER.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar,
28 Dec. 1906. G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen in herinnering, dat volgens de op 20 September
1882 vastgestelde verordening op de heffing eener belas
ting op de honden, ieder eigenaar, bezitter of houder
van een of meer aan de belasting onderworpen honden
verplicht is, daarvan jaarlijks vóór 31 Januari ten kan
tore van den gemeente-ontvanger aangifte te doen.
Die aangifte geschiedt door de inlevering van een be
hoorljjk ingevuld en door den belastingschuldige onder'-
teekend biljet, kosteloos aan dat kantoor verkrijgbaar.
De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de
aangifte tegen kwitantie en afgifte' van een penning
onverminderd het recht, om, zoo de aangifte onjuist
bevonden wordt, herziening te doen plaats hebben.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
3 Jan. 1907. DONATH, Secretaris.
voor de mannelijke geborenen van
1888 op DINSDAG en VRIJDAG van
iedere week van 12—2 ure tot 20
JANUARI a.s.
Alkmaar, 9 Januari.
De Duitsche keizer heeft in een zijner redevoeringen
welke, weten we niet precies meer, want hij
houdt er vele, doch waarschijnlijk was het ter
gelegenheid van de onthulling van een standbeeld
in Bremen, eenige jaren geleden Duitschland
en zijn koloniën eens vergeleken met een huis en
tuin en gezegd, dat men kalm den^tuin zou wieden
en zich overigens ook in het huis rustig zou houden.
Wanneer er evenwel één is, die steeds het
tegenovergestelde doet, dan is het de keizerlijke
spreker zelf. Met beter kans dan een weervoor
spelling biedt zou men dan ook kunnen profeteeren, dat
keizer Wilhelm in het komende jaar eenige belang
rijke politieke redevoeringen zal houden, variaties
op het thema van het droge kruit, de geslepen
sabel, den schoonen vrede en de Duitsche zwart -
kijkerij. Het is eens niet onaardig aldus gezegd, dat
de keizer in de laatste jaren zijn eigen kanselier is.
Het kanselierschap kan dan ook gerust beschouwd
worden als een ornament aan de Duitsche kroon
meer niet. En als de Keizer aan politiek doet,
is hij niet altijd politiek. Men denke om bij een
recent voorbeeld te blijven aan, „het wegzenden
der bende," waarmede (het is natuurlijk later offi
cieel tegengesproken) de keizer het ontbinden van
den Rijksdag bedoelde.
In Duitschland is men in den laatsten tijd even
wel op dat persoonlijke bestuur niet gesteld en
men heeft zich niet ontzien een scherpe kritiek op
rw "Van ^en keizer uit te oefenen.
Dat wij heden op dit bekende feit terugkomen
vindt zpn aanleiding in een artikel van den bekenden
Duitschen schrijver Maximiliaan Harden, ditmaal
met geplaatst in Zijn eigen orgaan Die Zukunft
maar in het Berliner Tageblatt. Harden is een van
li 6 "^bladschrijvers, al is de bijnaam
iSïï TT" °nZ\dage?; misschien wel wat al te
v eiend. Hij is een begaafd journalist en alszoodanig is
hij een goede kennis van graaf Witte en was hij
een persoonlijk vriend van Bismarck, die in hem
steeds een warm verdediger heeft gevonden. In dit
artikel prijst hij dan ook nog eens Bismarcks poli-
iek en herinnert aan het woord van den IJzeren
kanselier, dat het jeugdige Duitsche rijk in woorden
e n daden steeds voorzichtig moest zjjn, totdat he
wantrouwen van andere naties was verdwenen en
het tijdstip aangebroken was waarop Duitschlanc
tot daden kon overgaan. Die politiek heeft vruchten
afgedragen. Doch na Maart 1890, dus na Bismarcks
aftreden (de heer Harden schijnt niet veel te voelen
voor de opvatting, welke blijkt uit de gedenkschriften
van Hohenlohe, dat n.l. Bismarcks vertrek onver
mijdelijk was) werd men in Berlijn spraakzaam,
had men het over hooge oogmerken, ongewone
plannen en werd elk nieuw oorlogsschip toegejuicht
als een nieuw onderpand voor de wereldmaatschappij.
Waartoe heeft dit alles geleid P
De heer Harden zegt het als volgt, doelende op
Duitschlands terugtocht in Algeciras voor het oog
van andere naties, die hij de koel glimlachende
vriendjes noemttot een gebeurtenis zonder weder
gade sedert de nieuwe keizerskroon in het vuur
van Fransche kanonnen is gesmeed.
Fn daarom verlangt de heer Harden terug naar
de kalme politiek van zijn overleden vriend. Hi
zegt het met vlijmscherpe kritiek op het gedrag
van den Duitschen Keizer als volgt:
„Wat gebeurd is, leert duidelijk, wat gebeuren
moet. De Duitscher heeft zijn vaderland lief, heeft
die liefde onbaatzuchtiger bewaard dan het meeren-
deel van zijne vorsten, van wie er menigeen sedert
de dagen van den grooten Keurvorst onderstam
uit den vreemde niet versmaad heeft, en heeft niet
eiken dag de sporen en de zweep noodig, om aan
zijn vaderlandslievenden plicht herinnerd te worden.
Duitschland kan slecht en recht leven als anderen
die ook schepen bouwen, uitbreiding van gebied
beoogen en hun hnis inrichten, maar hunfplannen
niet verklappen en pas handelen, wanneer de tijd
aangebroken is. Duitschland moet zijne buren niet
bedreigen of flikflooien, geen berispingen uitdeelen
of ongevraagden raad opdringen eindelijk ook voor
al niet „belangwekkend" zijn en probeèren, of het
zonder dramatische politiek niet verder komt dan
met al de plunje van de tooneelgarderobe. Duitsch
land moet het gevaar van gedwongen toegeeflijkheid
vermijden en kalm blijven, wanneer men in het
buitenland eens tracht te bluffen vast staan in het
besluit, om zich niet te roeren als er geen groote
inzet op het spel staat, maar zelfs voor een stroo
halm opkomen, wanneer het zijn eer geldt. En
Duitschland moet het noodlottige bijgeloof dat over
den geheelen aardbol voortwoekert, uitroeien dat in
het rijk der Germanen het volk niets te beteekenen
en men slechts met één, die brein, tong en zwaard
van de natie is, te rekenen heeft.
„Dat is alles zonder bijzondere krachtsinspanning
te bereiken. Daarna zou men nog een streng toe
zicht kunnen oefenen, opdat geen nul het op een
belangrijken post uithoudt. Dan behoeven wij spoe
dig misschien niet meer zoo bescheiden te zijn dat
een jaar, omdat het enkel teleurstelling en geen
tastbare verliezen heeft gebracht, ons bij het afscheid
nog waardig lijkt, om geprezen te worden."
Ziedaar een kloek woord, dat waard is overdacht
te worden en dat niet zal nalaten indruk te maken
op het tegenwoordig zooveel bewogen Duitsche
gemoed.
Electrlsche tram In de Haarlemmermeer.
Naar de Opr. Hrl. Ct. verneemt, wordt met de voor
bereiding tot den aanleg der ontworpen spoorwegen der
HollandscheElectrische Spoorweg-Mjj. in Haarlemmer
meer en omgeving door de betrokken spoorwegmaatschappij
thans de meest mogeljjke spoed gemaakt.
Reeds ïjjn£de onteigeningsbescheiden aan den Minister
van Waterstaat toegezonden, en kan dos, indien deze
worden j goedgekeurd, een spoedige tervisielegging in de
verschillende gemeenten tegemoet gezien worden.
He; sohjjnt echter dat de onderhandelingen over de
subsidievoorwaarden met verschillende plaatselgke be
sturen niet zoo vlot gaan als gewenscht is,~terwjjl ook
de overeenkomsten met de polders nog niet alle gereed
ÏRB.
De Weldadlgheldszegeli.
Gemeld wordt, dat in antwoord op de bezwaren door
besturen van sommige plaatselijke vereenigicgen in den
lande geopperd, het bestuur der Amst. Vereeaigiag tot
bestr. der Tuberculose met algemeeae stemmen besloten
hesft, do netto-opbrengst van den openbaren verkoop der
weldadigheidsregels, voor zoover deze vanwege de Am-
sterdamsche Vereeniging geschiedt, in plaatse», waar een
Vereeniging tot bestrjjding der Tuberculose werkzaam is,
aan de kas der Vereeniging daarïter plaatse af te staan.
De verkoop zal echter bljjven doorgaan.
nu beproeven zou in de oppositie van Rechts wat meer
gang te brengen.
Steeds hebben we tegen die geruchten gewaarschuwd.
Toen Dr. K. uit Lsiden gepolst werd, was zjjn antwoord,
dat hg er niet aan dacht. Dat hem bjj zjjn aftreden als
Minister door onderscheiden leden der Kamer een zetel
was aangeboden, maar dat bjj voor alles bedankt had.
Ook nu weer uit Ede gepolst, gaf hjj geljjk antwoord.
Het gaat Reohta in de Kamer zoo goed als 't maar
hoeft. Ook van 18771894 heeft Dr. K. niet in, maar
buiten de Kamer zijn kracht gezocht, en er zich waarljjk
niet slecht bjj bevonden.
Hiermee is niet gezegd, dat hjj niet terstond zich be
Bchikbaar zou stellen, zoo dat in het belang van onze
partjj noodig bleek. Dan mag wie nog niet op is en
mcSleeft, zich niet onttrekken.
Zelfs is de mogelgkheid niet uitgesloten, dat reeds bj
de aanstaande poging tot grondwetsherziening die nood'
zakeijjkheid zou intreden. De stukken kunnen daarbj,
zóó op het schaakbord komen te Btaan, dat langer zich
onttrekken een politieke feil zou zjjn.
Voorhands daarentegen kan men zeer wel in de over
tuiging verkeeren, buiten de Kamer nuttiger te kannen
wezen dan in het parlement, en toch goed Antirevoluti
onnair zjjn.
„Ede".
Onder dit opschrift sohrjjft hetzelfde blad
De candidatuur van den heer Van Citters heeft veel
waardoor ze zioh aanbeveelt.
Bljjkbaar heeft de Oentrale Kiesvereeniging in het
distriot zich allereerst afgevraagd, niet wie persoonljjk
haar het meest bekend was, maar wie voor de Antirevo
lutionaire club in de Kamer de beste versterking in
parlementaire kracht zou zjjn.
Dit moet toegejuicht.
Dusver heeft men bjj de keuze van candidaten zioh
veel te weinig de vraag gesteld, aan welke kracht de
elub in het Parlement dringend behoefte had.
Let er maar op, boe er in heel onze club thans nie
naed is, die een expert voor Koloniën mag heettm
Niemand voor onze gewichtige Waterstaatsbelangen. En
zoo ook niemand voor onze Rijksfinanciën.
Niet alsof er geen leden waren, die over elk dezer
onderwerpen, na onderzoek, een advies konden geven.
Maar ieder voelt toch dat het heel iets anders is, of men
ia de club een specialiteit bezit, wiexs woord door kennis
cn gezag opweegt tegen den invloed der specialiteiten
die Links in de Kamer wel ter dage aanwezig zjjn. Voor
Financiën noemen we slechts Pieison, Treub, Röell en
Patjju.
Het is daarom bljjk van breedte en ruimte van blik,
dat de Centrale in Ede voor deze leemte in onze club
een open oog toonde te hebben, en daarop den man heeft
gecandideerd, die als vanzelf was aangewezen, om die
leemte aan te vullen.
Van Citters is onder het vorig Kabinet tot Secretaris
Generaal van Financiën bevorderd, de hoogste post
onderden Minister. Hij is daarbij een man van besliste
beginselen, die met hart en ziel met ons is. En tevens
een man, die juist dank zijn carrière in alle fijnheden
van ons financieel beheer doorkneed is.
Daar nu eerlaug de groote debatten over de finan-
cieele plannen van den heer De Meester komende zijn,
zal de anti-revolutionnaire partij zioh geluk mogen
wenschen, zoo door de keuze van den heer Van Citters
onze club in staat wordt gesteld principieel en degelijk
aan de debatten deel te nemen.
Dat men in Veenendaal, met een en ander minder
bekend, begon met den heer De Vries te willen, is
volkomen begrijpelijk. Mr. De Vries was een onzer
zeer kundige Kamerleden, en hoe eerder hoe liever
wenschen we hem in de Kamer terug. Maar de heer
De Vries is kundig advocaat, geen financieele speciali
teit. En ook hij draagt onze algemeene belangen te
zeer op 't hart, om zich niet loyaalweg te verblijden,
dat de Centrale ditmaal alleerst op do belangen der
club is bedacht geweest.
Uit de Pers.
«ïerng In de actieve politiek."
De Standaard bevat de volgende driestar
Reeds 6 maanden larg deed in de liberale per3 het
gerucht de ronde, dat Dr. Brants van zjjn zetel op zou
staan, om voor Dr. Kuyper plaats te maken.
Nu dan eindeiyk de ontslagbrief van Dr. Brants bg
den Voorzitter der Kamer inkwam, kon men in tal van
liberale bladen lezen, dat de terugkeer in de actieve
politiek van den oud-Minister op til was. In een dier
bladen kon men zelfs een heel vertoog lezen, hoe Dr. K,
Rechtzak en.
Arromdlsseiaeiatg-Reehtbsnik te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 8 Januari.
Kinderwettenzaak.
Maria Catharina B., naaister te Alkmaar moest heden
het eerst terecht staan. Met gesloten deuren, werd deze
zaak behandeld.
Diefstal.
Hendrikus Theodoras de H., loswerkman te Amster
dam, thans gedetineerd in het huis van bewaring te
Alkmaar, moest daarna op de bank der beschuldigden
plaats nemen. Aan hem was Mr. J. Ph. Bosman als
verdediger toegevoegd. Volgens de dagvaarding was be
klaagde ten laste gelegd, zich te hebbes schuldig gemaakt
aan diefstal van 2 jassen, 1 vest, een dasje en 5 zakdoeken,
zulks door hem ontvreemd in den nacht van Maandag
op Dinsdag 1 en 2 October van 't vorige jaar toen hg
uit Nieuwediep mot de nachtboot naar Amsterdam reisde.
Door den president gevraagd aangaande deze diefstallen,
e beklaagde een volledige bekentenis af. Hg deelde
breedvoerig mede, dat hjj op dien Maandagavond om half
elf een doos zag bezorgen, met de boot Diana* van
Gebr. Zur Mtlblen, met welke boot hg mede moest.
Deze doos werd op de boot onder een zeil nedergezet en
was verzonden door Abraham Gitinwald, medisch-student
te A'dam. Beklaagde in gezelschap van zekeren Marx en
beide eenigszins onder den invloed van sterken drank
verkeerend, haalde onder de reis, de doos weg, en nam
uit deze, de hierboven vermelde goederen. Hg nam deze
onder zjjn arm en braoht haar naar de kajuit beneden, en
ging op de doo3 liggec. Bang zijnde, dat bet uit zou
komen, verstopte hg de zakdoeken en het dasje in het
privaat, zoo ook een jas en vest, terwgl later onder de
kussens in de kajuit een jas gevonden werd.
Te Alkmaar gekomen stapte hjj met zjjn vriend af.
Bsklaagde bekende ook, dat hg niet gerechtigd was, deze
goederen zioh toe te eigenen. Beklaagde zeide, dat hg dit
gedaan had uit armoede. 4 Getuigen legden in deze zaak
hun getuigenis afi
Ds officier van Justitie requisitoir nemend, achtte het
bewjjs wettig bewezen, in overeenstemming met zfjn vol
ledige bekentenis. Vast staat dat hg één jas had gestolen.
Hethaaldelrk is beklaagde door 't kantongerecht ver
oordeeld. Hg is hardlooper op kermissen. Nog nooit is
hg veroordeeld door een Rechtbank en staat heden voor
't eerst terecht. Zelf is beklaagde zjjn eigen rechter
I geweest. Z. E. A. heeft uit correspondentie van hem ge
lezen, dat hg zjjn straf op 6 maanden heeft getaxeerd, de
officier wilde, omdat hjj voor 't eerst terecht staat, die
straf niet voor hem eisohen. Wel geeft Z. E. A. beklaagde
den raad, in 't vervolg zorg te dragen, m«t den straf-
reohter niet meer in aanraking te komen. Ter zake van
Diefstal eischte Z.E.A. 4 maanden gevangenisstraf.
Mr. Bosman achtte het wettig bewjjs niet geleverd.
Art. 310 is op dezen beklaagde niet toepasselgk, wel art.
850 van het W. v. S. Wanneer de Rechtbank met pleiter
niet mede kan gaan, dan roept spreker de dementie
voor zjjn cliënt in, in aanmerking genomen onder welke
omstandigheden hjj het gedaan heeft. Hjj verkeerde onder
den invloed van sterken drank. Met een blanoo strafre
gister, verzoekt pleiter, een demente straf.
Een deserteur.
Cornells van der K., los werkman, 29 jaar, geboren
te Rotterdam, wonende te Hoorn, thans gedetineerd even
eens in het hnis van bewaring te Alkmaar,
stond daarna terecht. Hjj had zich te verantwoorden,
omdat hg op 12 Mei van het vorige jaar te Egmond
aan Zee zich had verbonden cp het Nedetlandsche schip
»Geertje«, A. M. 17., om met dit schip ter haringvis-
scherjj mede te gaan. Op 24 September zon hjj vertrek
ken met dit schip van Amsterdam naar IJmuiden, doch
beklaagde voldeed niet aan zfin verplichtingen, ging niet
met het schip mede en zonder hem vertrok dit, zoodat
hij hierdoor met den strafrechter in aanraking kwam.
Bg den burgemeester te Egmond aan Zse had beklaagde
op 12 Mei den monsterrol geteekend. Beklaagde door
den president gevraagd, waarom bg zich niet aan zjjn
verplichtingen gehonden heeft, zeide, dat hg geenszins
de bedoeling had, om znlks niet te doen. Ik was kwaad,
zei beklaagde, dat ik maar f 10 voor fooi heb gekregen,
daar mg f 22.50 toekwam, hetgeen de andere ook hadden
gekregen. Te IJmniden ben ik op 24 Ssptember, toen
het Eohip daar lag, dronken geweest en intnssohen ii
het sohip vertrokken.
De burgemeester van Egmond aan Zee, zoo ook de
schipper Jacob Visser, legde in deze zaak hun ge
tuigenis af.
De officier ving aan met te zeggen, dat beklaagde
zich verbonden heeft en niet aan zjjn verplichtingen
heeft voldaan, dit is bewezen. Met de opgaaf van be
klaagde ging Z E.A. niet mede, waar hg andere opgaven
heeft gedaan aan den commissaris van politie te Hoorn.
Hjj heeft zich schuldig gemaakt aan desertie en hem
komt hiervoor straf toe.
Beklaagde hoorde tegon zich eisohen 10 dagen ge
vangenisstraf.
Hierna werd pauze gehouden.
Mishandeling.
Na de pauze moesten het eerst terechtstaan Willem
V. en Jacob V., arbeiders te Petten. Zjj hadden zich
te verantwoorden, omdat zij op Dinsdag 6 November,
toen Adrianus van der Vlies, eveneens een arbeider te
Petten, naar zijn werk ging naar de Hondsbossehe,
haddenge duwd en mishandeld. Oneenigheid over het
werk was volgens van der Vlies, de aanleidende oor
zaak. Van der Vlies, als getuige gehoord, legde op
zoo gemoedelijke wijze zijn getuigenis af, en stond
voor de Rechtbank te spreken, of hij bij zich thuis
besprekingen hield. Zoo rad ging alles in zijn werk,
toen hij tot den President sprak, dat er weinig voor
ons van te verstaan was. Het eenige wat wij duidelijk
konden verstaan, waren de woorden „vanzelfs achtbare
Heeran." Hoeveel malen die woorden door getnige
gebezigd werden, kannen wij niet vermelden. Ook
hoorden wij nog dat van der Vlies 5 dagen niet in
staat was zjjn werkzaamheden te verrichten, en dat hij
„vanzelfs" nog 14 dagen pijn had. Beklaagden gaven
op, dat zij boos op van der Vlies waren.
Vermakelijk was ook de getnigeverklaring van Arie
Schagan, eveneens een werkman te Petten, die ook
had gezien dat beklaagden van der Vlies hadden mis
handeld. Deze getuige, door den President gevraagd
of er familie-betrekkingen tot beklaagden bestonden,
gaf een volledige explicatie van de Vissersfamilie, het
welk tot eindresultaat had, dat hij een aangetrouwde
neef van beklaagden was.
Ter zake van de mishandeling eisohte de O. v. J.
voor Willem V. vrijspraak en voor Jacob V. f 6 boete
subsidiair 6 dagen hechtenis.
Weder een déserteur.
Hierna moest terecht staan Hendrik H,, zeevisecher,
ta Enkhuizen. Deze beklaagde had mr. Verdam als ver
dediger. Te verantwoorden had hjj zich, omdat hg in de
maand Juli van 't vorige jaar zich had laten aanmon
steren op 't zeeechip genaamd »Enkhuizer B-lang« E. H.
234 voor de haringvisscherjj om verschillende reizen
mede te maken. Toen hjj nn op 20 November te Nieuwe-
diep binnenkwam, ging hg niet meer naar boord enden
f'sten November vertrok dit schip weer.
Beklaagde gaf als reden op, dat hg dit gedaan heeft, omdat
de matroos Tnin, eveneens tot de équipage behoorende,
steeds zjjn 12-jarig zoontje, die ook op het sohip mee
varende was, verwenschte, vervloekte of mishandelde.
Aan den schipper heeft hjj dit gezegd en hem medege
deeld, dat hg niet meer terag zou komen. 4 Getuigen, waar
onder de Burgemeester van Enkhuiien en 2 getuigen a