Honderd en negende jaargang. DAGBLAD ¥001, ALKMAAR EN OMSTREKEN. Dit mm ïjBstaal nil 2 Mi Grondwetsverandering. No. 16. 1907. ZATE1DAG Prijs dar gewene advertentiën 19 JANUARI BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Kijk f Afzonderlijke nummers 3 Cents, Telefoonnummer 3. Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HELBMs, OOSTMK ZOON Voordaia O 9. Een gewichtige, zoo niet de gewichtigste vraag, waarvoor de wetgevende macht tegen het einde van de tegenwoordige wetgevende periode hoogstwaar schijnlijk zal komen te staan, is dezeof de wijze waarop nu een verandering van de grondwet moet plaats grijpen, behoort te worden gehandhaafd. Zooals men weet, schrijft de grondwet voor, dat de aan te brengen wijzigingen eerst bij de wet moeten worden vastgesteld. Daarop moet eene ontbinding van de Staten-Generaal volgen. De nieuwe Kamers nemen dan de wijzigingswetten weder in overweging en kunnen ze niet aannemen, indien zich niet 2/3 der uitgebrachte stemmen voor de herziening ver klaren. Aldus de grondwet in haar 194ste en 195ste artikel. Van drie zijden is de vraag of deze artikelen onveranderd kunnen blijven, reeds aan de orde ge steld en ontkennend beantwoord. Vooreerst meenen wij door prof. Oppenheim in de Koninklijke Academie van Wetenschappen het verslag is nog niet verschenen, zoodat we ons hebben moeten tevreden stellen met het weinige, door de nieuwsbladen om trent de daar gehouden rede vermeld. Daarna kwam een ontkennend antwoord van mr. J. A. van Hamel in de Vragen des Tijds van November j.l.,' terwij ten slotte ook de Gids van December in ontken- nenden zin heeft gesproken bij monde van den Groningschen hoogleeraar Krabbe. Hoe komt het, dat de wijze van grondwetsher ziening, die, behoudens een enkele wijziging, sedert 1814 heeft gegolden, zoo in ongenade is gevallen? Wat is de reden, dat tegen de artikelen 194 en 195 der grondwet een veldtocht is geopend, die misschien op geheele vernietiging dier voorschriften zou uitloopen, indien volgens het oordeel van som migen zich geen redenen van opportuniteit, van praktische politiek tegen een algeheele terzijde stelling verzetten? Welke bezwaren kleven die artikelen aan, dat men eigenlijk het liefst daarover het doodvonnis zou uitspreken Gaan wij eens na, wat bovengenoemde schrijvers hierop antwoorden en welke veranderingen door hen worden aanbevolen, daarbij zelf natuurlijk zoo objectief mogelijk blijvende en niets gevende, dan de meening van deze drie schrijvers. Als een groot bezwaar vinden we dan aange geven, dat tengevolge van de bewuste artikels de grondwet zoo ontzettend moeilijk veranderd kan worden en dat die wet daardoor zoo dikwijls stoornis heeft teweeg gebracht in de ontwikkeling van ons staatsbestuur, zoo dikwijls heeft verhinderd dat ons recht gelijken tred hield met de eischen der samen leving. Zoo wordt op rekening van onze moeilijk te wijzigen grondwet geschreven, dat de administratieve rechtspraak zoo laat en dan nog slechts onvolmaakt tot stand zal komen. Zoo wordt ten nadeele van onze grondwet aangevoerd, dat een goede regeling van het defensiewezen door baar is belemmerd dat het onteigeningsinstituut zich niet naar de be hoeften der maatschappij heeft kunnen ontwikkelen en nog veel meer. Stoornis, stoornis en nog eens stoornis in den geregelden groei van onze staats instellingen en van ons recht. Ziedaar zeker geen gering bezwaar En stond daar nu nog maar eens tegenover, dat de grondwet altijd was toegepast! Dit is echter 't geval niet. Heeft onze grondwet volgens den een groote belemmering veroorzaakt, volgens den ander is er geen wet, die aan grootere minachting heeft blootgestaan, wier geest en bedoeling minder is nageleefd, dan juist de grondwet. Dit komt telkens bij een grondwetsherziening aan het licht. Geen herziening gaat voorbij of men grijpt haar aan om de grondwet de nationale wet bij uitnemendheid, zooals men wel eens zegt weer in overeenstem ming te brengen met de praktijk. En pas is die overeenstemming verkregen of ze wordt ook alweer verbroken om bij een volgende gelegenheid weder hersteld te worden een praktijk die uitgesloten zou zijn als de grondwet gemakkelijk te herzien ware. En hier komen we nu aan een tweede, een zeer groot bezwaar Waar zulk een omspringen met de grondwet zoo weinig aanstoot schijnt te geven, waar het rechtsgevoel zoo weinig gekwetst wordt door een dergelijke handelwijze, zal het daar tot de on waarschijnlijkheden behooren, dat men op een ge- I geven oogenblik de heele grondwet op zijde zet P ls daar m. a. w. het gevaar niet groot voor een revolutie Men laat dan ook niet na er de aan dacht op te vestigen, dat in de artikelen 194 en 195, die een herziening zoo bemoeilijken, dat in een zoo bezwaarlijk te veranderen grondwet 't zaad van revolutie ligt, dat omwentelingen en uitbarstingen door haar bevorderd worden. Voorwaar een treurig beeld van de wet die, zoo als Thorbecke eens schreef, een nationale kracht behoorde te zga. Hoe nu aan dien onbevredigenden toestand een einde te maken Eenstemmig zjjn de schrijvers, wier meeningen wij hier weergeven, van oordeeldoor wet en grondwet op een lijn te stellen door geen verschil meer tusschen beide te maken door den wetgever dezelfde vrijheid van veranderen ten aan zien van de constitutie te geven als hij ten opzichte van een gewone wet bezit. Doch terwijl nu de een, meenen we, den wetgever onmiddellijk die vrijheid zou willen verleenen, onmiddellijk tot die gelijk stelling zou willen overgaan, is men van den anderen kant van oordeel, dat een dergelijke overgang te snel zou zijn. Niet is men die meening toegedaan omdat men bevreesd is, dat de wetgever van zijn vrijheid misbruik zou maken niet, omdat men bang is voor onbekookte herzieningenneen, want de wijze, waarop men grondwetsherzieningen bij ons pleegt voor te bereiden, geeft waarborgen genoeg voor een ernstige en kalme overweging Maar men is van oordeel, dat rekening dient gehouden te worden met het feit dat we nu bijna een eeuw on der het gewraakte stelsel hebben geleefd, en niet minder met deze andere omstandigheid, dat sommige maatschappelijke klassen wel degelijk door de vrees bevangen zjjn, dat, wanneer men de grondwet met een gewone wet gelijk gaat stellen, een andere klasse, die misschien weldra door uitbreiding van kiesrecht zeer grooten invloed zal krijgen, van dien invloed zal gebruik maken om alles ondersteboven te keeren. Daarom dient er, althans voorloopig, verschil tusschen de grondwet en de gewone wet te blijven bestaan. Nu is het echter de groote vraag, op welke wijze er dan verschil zal worden gemaakt. Dat daarvoor niet in aanmerking kan komen de versterkte meerderheid, n.l. het vereischte, dat 2/s der uitgebrachte stemmen zich voor herziening moeten verklaren, daarover is men het eens. Want, vraagt men, waarom die buitengewone meerderheic alleen voorgeschreven voor de grondwet, waarom ook niet voor gewone wetten, die dikwijls onder werpen regelen van veel meer of van even groot belang als de grondwet, dikwijls veel dieper ia het maatschappelijk leven ingrijpen dan de grondwet Waarom den wetgever een beslissing ten aanzien van de grondwet zoo moeilijk gemaakt, terwijl men hem volle vrijheid laat ten opzichte van onder werpen, die vaak van het grootste belang zijn Men denke slechts aan het privaatrecht, aan het eigendomsrecht En waarom, als men van meening is, dat door die verhoogde meerderheid een wet van hooger gehalte, van hoogere waarde verkregen wordt, waarom dan zoo'd betere wet alleen voor de onder werpen in de grondwet geregeld, waarom niet voor onderwerpen van even groot belang Waarom hebben deze geen aanspraak op zoo'n wet van hooger gehalte Zou men dus die buitengewone meerder heid eigenlijk niet voor alles voor moeten schrijven Zeer zeker. Men doet het echter niet. Maar dan is ook niet in te zien, waarom die 2/3 voor de grond wet moet blijven bestaan. Bovendien kleeft aan die versterkte meerderheid nog dit bezwaar, dat een kleine minderheid elke herziening, elke verandering der grondwet kan tegenhouden. Voorstellen tot grondwetsherziening in eerste instantie met meerderheid, misschien met groote meerderheid door beide Kamers aangenomen, kunnen in tweede instantie vallen als slechts 17 (iets meer dan 1/3) leden der Eerste Kamer zich er tegen verklaren. Zoo blijft de oude grondwet, een product van vroegere geslachten, bestaan, waartegen zich in eersten termijn beide Kamers, in tweeden termijn de Tweede Kamer en 33 leden der Eerste lebben verklaard. Is het nu een gezonde toestand, dat een wet door de groote meerderheid veroordeeld, tengevolge van het optreden van een zeer kleine minderheid, die gekant was tegen herziening, kan blijven bestaan Is het een gezonde toestand, dat een wet die, toen ze gemaakt werd misschien goed moge geweest zijn, doch niet meer past voor de tegenwoordige omstandigheden, niet gewijzigd kan worden, omdat 17 van de 150 leden der Staten- Generaal tegen verandering zijn Immers, neen Maar dan is die verhoogde meerderheid ook ver oordeeld. Aldus de meening over de nu gevorderde buiten gewone meerderheid. Maar ook de nu voorgeschreven ontbinding der lamers kan geen genade vindenomdat ze niet anders dan belemmerend kan werken. Immers door de wetten welke de grondwet zullen wijzigen en waarover de nieuw gekozen Kamers moeten stemmen, aan te nemen, spreken de zittende Kamerleden hun doodvonnis uit: de Kamers moeten ontbonden worden. Zullen ze herkozen worden Zal het Ministerie moeten vallen? Men begrijpt dat dergelijke overwegingen niel heel gunstig moeten werken op de mogelijkheid eener herziening. Dus ook de pen door de ontbinding. Maar wat willen de geciteerde schrijvers dan Daarover een volgenden keer. Prias Hendrik. Het vertrek van Prins Hendrik naar Schwerin is bepaald op 24 Januari a.s. STederlandfich Belgische commissie. Naar aanleiding van het bericht van de Nieuwe Cm- rant over da NederlaBdech-Bdgische commissie met den Franschen naam »Commis3ion hollando-beige pour l'étude des questions éeonomiquee concernant les intéréts des deox pays* sehrjjft het Handelsblad van Antwerpen »Wjj vernemen, dat de Commission hollando-belge eene eerste vergadering zal honden, rond einde Januari. «Daar ons van bevoegde zjjde geruststellende inlich tingen werden verschaft, aangaande het standpuni van de Vlamingen ten overstaan van die commissie en daar wg de pogingen der Nederlandsche leden van de com missie op deren weg geenszins willen tegenwerken, zoo zullen wjj ons, in afwachting, vaa verdere opmerkingen onthouden. Alleen bewjjst de samenstelling der Belgische com missie, zooals zg nu is, dat wg volkomen geigk hadden, in naam van de Vlamingen alarm te roepen.* De Kamerverkiezing te Ude. Io verband met de aanstaande Kamerverkiezing in het district Ede, zal de candidaat der antirevolationnaire P*rlÖ) jhr. S, vaa Citters, voor de kiezers optreden Maandagavond te BarneveldWoensdagavond te Ede en Vigdagavoad te Veenendaal. Dinsdagavond treedt dr. De Visser op te Scherpeazeel. Voor de sociaal-democraten spreekt Maandag te Ede ds, A. van dor Heide, prod, to Britswerd. Hed.-Ouitsch Testlglngsverdrag, Op 29 Januari zal in werking treden het tusschen Nederland en het Duitsche Rjjk gesloten vestigingsverdrag. Van dien datum af zullen onderdanen van elk dier tf gken om aanspraak te kunnen makers op hot recht om zich binnen het gebied van het andere Rjjk te vestigen of bg voortduring of tgdelgk aldaar te verblijven be- houdens naleving va 3 de daar geidende wetten en ver ordeningen in het bezit moeten zjjn van een geldig pas poort of wel znllen da in Daitscblaad gevestigde of ver- bljjvende Nederlanders mosten zjjn voorzien van een door don Commissaris der Koningin afgegeven nationaliteits- bswjjs en de in Nederland gevestigde of verblgvende Duifschers van een door de bsvoegde Duitsche autori teiten afgegeven »Heimatschein« welk laatste stuk evenals het nationaliteitsbewgs binnen de laatste vgf jaren TÓór dea dag van de vortoonsng moet zjjn afgegeven of voor vernieuwing geteekand en de handteekeniag van den houder most dragen. Wegens da beteekenis, die aan het nationaliteitsbwjjs voor in Duitschland gevestigde of verblgvende Nederlanders is gegeven acht de Minister van Binnenlandsohe zaken bet ze??r ge^oascht, dat do behandeling van aanvragen om afgifte of »voor vernieuwing afteekenen* van zoodanig bewgs, onder welke behandeling ook is te verstaan mede deling aan den belanghebbende van eveatueele bezwaren of te vervullen voorwaarden, steeds ten spoedigste ea op de meest doelmatigste wjjze plaats hebben. De Commissarissen der Koningin hebben de Burge meesters der gemeenten in Nederland met het bovenstaande in kennis gesteld onder mededeeling dat het voor ver nieuwing afteekenen van de natioaaliteitsbswgzen door hen behoort te geschieden. Bescherming v»n kinderen enz. Door het Nederlandsch Verbond van vakvereenigingen en de S. D A. P. is aan de vakorganisaties ea be- stnurdersbonden eene oproeping verzonden tot bijwoning van een den 2en Maart a. s. te Amsterdam te houden landelijk propaganda-eongres ter bevordering van meerdere bescherming van kinderen, beperking vaa arbeidsduur voor volwassenen en afschaffing, respec- tievelg'k beperking van nachtarbeid. De volgende punten zullen aan de orde gesteld worden le. De arbeidsduur voor volwassenen moet wettelijk worden vastgesteld op ten hoogste 10 uur per dag 2e. De nachtarbeid most worden afgeschaft in allo bedrijven, waar hij niet absoluut onontboerljjk is en moet worden beperkt tot hoogstens 8 uur per etmaal, indien hij moet worden toegestaan 3o. Het verbod van k nderarbeid moet uitgestrekt worden over allo bedrijven en de leeftijdsgrens van het besohermde kind moet worden vastgesteld op minstens 14 tot 18 jaar. Inleiders zijn de heeren Mr. P. J. Troelstra Henri Polak, F. M. Wibant, J. Oudegeest, H. Spiekman en ar. L. Heyermans. Onderzoek nur handelstoestanden. Da Naamlooze Landbouw- en Handels vereen igi.ug te Lajigendjjk zot haar onderzoek naar de haadolstoastasdea ia het buitenland voort. Maandag 21 dezer zal voor deze vereeaiging da derde reis worden ondernomen door de heeren J. G, Huseloop on Corn, de Geus. Daze reis z&i vaa langoren duur zjja dan de beide vorige, daar behalve de bïlaagrgkste steden van Duitschland ook Praag, Luizen en Ztlrich in het reisplan zjjn opgenomen. De weïdadlgheldszegels. Ia een stukje oïer de we'dadighaidszegels schrijft het Hbld o. m.: Nog slechts enkele dagen, de 21e Januari is de aller laatste, en da weldadigheidszegels, uitgegeven door de AmBterdamsche Vereenigiog ter bistrgding van da Tu berculose, zuilen niet meer geldig zga. Die laatste dag, door de philatolistea waarschijnlijk met verzameiaarsgenot tegemoet gezien, komt voor de monschlieveade vereeni- ging en voor de igders, die zij steunen wil, helaas veel te vroeg, Waet al is er flink gekocht ie die enkele kon na 3 Januari zjjn nog ongeveer 120.000 zegels verkocht het resultaat heeft de verwachtingen toch allesbehalve overtroffen. Hoeveel de totale verkoop op 't oogenblik bedraagt, valt niet nauwkeurig te bepalen, maar zeker is die iets meer dan 1 millioen zegels. Ontbinding der Evangelische IJnle. Het mag bekend worden verondersteld, dat de vrjj- zinnig-hervormde landelgke organisatie «De Evangelische Unie* den laatsten tjjd slechts een kwjjnend bestaan heeft geleid, kwjjnend hoofdzakelijk ten gevolge van de werkzaamheden van jongere, provinciale vereenigingen met een geljjksoortig doel als de Unie, nameljjk de be hartiging der belangen van de vrjjzinnigen in de Her vormde kerk. De afdeelingen der Unie in den lande verdwenen suc cessievelijk, meestal opgaande in de provinciale organi saties, en vrjjwel alleen in Noord-Holland bleven Uuie- afdeelingen tot nu toe voortbestaan. Thans is te Amsterdam naar het Hbl. verneemt in een gisterenmiddag in het Odéon onder presidium van dr. C. J. Niemeyer uit Bolsward gehouden vergadering besloten tot ontbinding der «Evangelische Unie* over te gaan. Alle afge vaardigden, te zamen 25 afdeelingen vertegenwoordigend, hechtten hun goedkeuring aan dit besluit, order voor behoud dat in de door do Unie gevolgde richting door de provinciale organisaties zon worden voortgewerkt. Hst batig saldo der rekening van de Unie, tea bedrage van ongeveer f 114, zal overeenkomsig de statutaire bepalingen gestort worden in de Algemeene Synodale Weduwenbeurs. De afgevaardigden der Noordhollandsche Unie-afdeelingen hielden nog een navergadering, ten einde een comité te benoemen, dat vóór Mei a.s. esc reglement voor de nu te vormen Noordhollandsche provinciale Vereeniging zal ontwerpen. In deze commissie werden verkozen de pre dikanten A. J. Adriani te Warmenhuizen, J. T. Tenthcff te Hoorn, W. Schuurman te Hauwert, D, Eilerts de Haan te Heiloo en J. C. Pool te Oudorp. Rechtzaken. mishandeling. De rechtbank te Amsterdam veroordeelde Vrijdag morgen den werkman, die de vrouw, met wie hg vroeger had geleefd, aan de Oostenburgergracht, heeft aangevallen en haar kris en kras messteken had toegebracht, wegens «mishandeling met voorbedachte rade* tot 2j*ar ge vangenisstraf. De eiech was vier jaar. Poging tot brandstichting In een Armenhuis. De 58-jarige mandenmaker Wilhelmus Kaldsnsnee zonder vaste woonplaats, die uit wraak, omdat hg niet in het Armenhuis te Amsterdam als verpleegde werd opgenomen, op 1 November trachtte het Armenhuis in brand te steken, werd gister door de 5e kamer der Recht bank te Amsterdam veroordeeld tot één jaar gevangenis straf. Het O. M. had tegen den man, die in 1881 in de kolonie Veenhuizen ook brand stichtte en daarvoor tot zes jaar tuchthuisstraf werd veroordeeld, 10 jaren ge vangenisstraf geëischt. Diefstal. Een 77-jarige evangelist verscheen gisteren als getuige ▼oor de 5e kamer der Rechtbank te Amsterdam. Ik zat, vertelde hg, op een Zondagavond van Juli in mjjn voor kamer, toen ik zag dat mjjn huishoudster erg onrustig deed. «Wat hsb-je toch?" vroeg ik. «Ik heb je klein zoon gezien. Ik moet eren naar boven" zeide de huis houdster. Zg ging naar boven en vond toen op het zolder kamertje van mjjn kleinzoon «hg heet naar mjj, helaas" een meisje Mjjn huishoudster was daarover allesbehalve gesticht ea joeg haar de trap af. Ook mjja kleinzoon ging weg. Van hem, die door zjjn vader de deur uitge gooid was, maar met wien ik 't nog eens probeeren wilde, kreeg ik een briefje, dat bjj niet meer terugkwam. »Het wordt avond, ik moet toch eens kjjken of het kamertje gesloten is", zei de huishoudster. Ik ging mee. Het kamertje stond open. «Hé, daar staat een koffertje onder het ledikant", zei de huishondster. Ik tilde het op, het was zwaar. Ik deed open en vond er messen, lepels, beddelakons enz. in, alles gemerkt mst den naam «Café Restaurant Parkzicht", waar het weggejaagde meisje gedi-nd had. Het O. Mmr. Boll, eischte 6 maanden gevangenis straf tegen den afwezigen beklaagde. Uit de Pers. Een klesche vergelijking! De Standaard bsvat order het hoofdje «De Nsderland- sche RVissoeli* de volgende driestar. Met Wessals' benoeming staan we voor een gelijk geval als met Raissosli bg Tangsr. Ds Maghzen hid bitter last vaa diea woelwater, die stam na stam tegen den Sultan opstookte, en opealjjk in verzet kwam. Riissoel was de prinoipieele anarchist. Toea is men zoo dwaas geweest, om dienzclfden Raissoeli een officieels bsnoeming te geven, om van hem af te zga, en dien stokebrand onschadelgk te maken, Ea juist zoo gaat 't nu hier. Weasels was da beruchte Haven anarchist. Het stond steeds te vreezen, dat men weer last van hem hebben zou. En zie, nu benormt ook oazs Minister dies man in een Rsgeeringspcst. We zagen met genoegen, dat ook andere orgassn der pars er op aandringen, dat deze zaak in do Kamer aan scherpe keur onderworpen worde. Het geval is zoo ernstig, dat de benoeming volledig gerechtvaardigd of teruggenomen most worden. En kan dat niet, dan zou een motie van afkeuring stellig niet mogen nitbljjven. ALKMAARSCHE COURANT i'i nu i wi'K mw na»—urn mi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1