No. 34.
Honderd en negende jaargang.
1907.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
1
ZATERDAG
9 FEBRUARI.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,89franco door het geheele Rijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HERMs. COSTER ZOONVoor dam O 9.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
(INGEZONDEN STUKKEN.)
Bouwplan aan den Westerweg en Geestersingel.
Mijnheer de Redacteur,
Met groote belangstelling^heb ik de ingezonden stokken
gelezen in owe bladen van 2, 4, 5 en 7 Februari j.!. en
de besohouwingen gevolgd, welke de geachte inzenders
ten beste hebben gegeven.
Het uitvoerigst zjjn de uiteenzettingen in uw blad van
j. 1. Zaterdag 2 dezer, aan het hoofd waarvan een schets
kaartje, dat echter niet op volledigheid aanspraak maken
kan. Om den lezer in staat te stellen tot eene juiste
oordeelvelling is er een nauwkeurig situatiekaartje aan
het hoofd van dit stuk geplaatst.
Er is nog een tweede onnauwkeurigheid geslopen in het
ingezonden stuk van 2 Februari, waarop wel de aandacht
mag worden gevestigd. Boven dat stuk staat: »Het
bouwplan van een terrein tussoben Kennemersiogel en
Westerweg in strjjd met het stadsbelar.g, geen rekening
houdend met particuliere belangen.* Uit den inhouivan
het stuk bleek ech.er, dat de echrgver tegen het bouw
plan geen enkel bezwaar badintegendeel, het roemde
als royaal. Van eene benadeeling van particuliere be
langen wordt nergens gerept. De geheele strekking van
het stuk was deze: dat e8n reohtsireeksohe verbinding
van stadswege moest worden gemaakt van af de Scbe-
teldorkshaven over de Smgelgraoht, door de terreinen
om de Koornlaan en de aldaar staande huizen naar het
bouwterrein in kwestie.
Bet aangehaald opschrift is dus minder gelukkig. In
den gedachtengang van den schrjjver had het moeten
luidenHet ingezonden bouwplan is uitnemend de s»ad
moet een rechtstreeksche weg er heen maken door ont
eigening van de omgeving der Koornlaan, het bouwen
van een brug over de Sir gelgracht en het maken van
een straat van die brug over of door hst bolwerk bjj
de Lamorale sluis naar do Schetelsdoekshaven.
Da heer C. W. B. acht deze verbindingsweg ook van
groot belang en de ernstige overweging van onzen Ge
meenteraad waardig. Da geachte inzender, wiens initialen
voor ieder bekend zjjn, heeft eveneens niets dan lof voor
het ingezonden bouwplan.
Inderdaad een kostbaar getuigenis uit zjjnen mond.
In uw blad van 5 dezer ontwikkelt de heer X eene
zienswjjze van verdere strekking. Ook zgnerzgds wordt
niets ten nadeele van het ingezonden bouwplan gezegd.
Hg verklaart toetr juichen het denkbeeld van de stichting
van een brug naar het nieuwe uitbreidingsplan. Maar
S vo.(8t er aan toe, dat dit toch maar lapwerk* blgft.
f 18 maar ééa middel,* lezen wjj in dat ingezonden
stuk, »om te geraken tot een gezonden grondslag en dat
is: Dempt de Stadseingele
Tegenover deze gewaardeerde adviezen m'en ik het
standpunt te moeten innemen, dat het betere dikwijls de
vyand is van het goede.
Om te beginnen met het voorstel, dat de verste strek
king heeltde demping der Singelgrachten. Daaraan
is de gemeente buiten eenigen twgiel nog niet toe en
het gaat met aan een zooveel beteekenende en omvang-
rgke zaak incidenteel ter sprake te brengen bjj do be-
oordeehng van en de beslissing over een bouwplan
Voorloopig zullen wg die Singelgrachten nog wel
behouden.
Om een technische reden hebben wjj dit inge
zonden stuk aan het hoofd van het blad geplaatst. Red.
Van meer actueel belang schjjnt mg de vraag der
overbrugging.
Tegen het plan van den inzender van het stuk van 2
Februari bestaan twee bezwarenle de groote kosten,
2e de bslemmering, die aan de scheepvaart zoude worden
in den weg gelegd.
Wat de kosten betreft:
De voorstelling, gegeven in het schetskaartje, dat in
do courant van 2 Februari is geplaatst, is niet nauwkeurig.
Da omgeving van de Koornlaan behoort niet tot het
bouwplan. Daar staan tal van huizen met erven, die aan
verschillende personen toebehooren. Een onteigening van
een strook dwars door die buizen en erven zou veel
geld kosten.
Ook het bouwen van een brug voor het verkeer van
rjjïuigen over de Singelgracht zou een kostbaar werk zjjn.
Die brug zou, volgens den inzender, moeten aansluiten
aan het uitloopend bolwerk bjj de Lamorale Sluis. Ver
moedelijk zou dat bolwerk dan afgegraven moeten worden,
ook om een goede aansluiting te krjjgen aan de Schetel-
doekshavenen de verlaging van de Lamorale Sluis
schjjnt dan wel noodzakelijk, evenals een gedeeltelijke
demping van de bocht der Soheteldoekshaven.
Voorts zou een brug dwars over de Smgelgraoht naar
de Koornlaan wel belemmerend zjjn voor de scheepvaart
naar en van Egmond.
Dit plan is reeds te berde gebracht door de Gezond
heidscommissie maar wegens de hooge kosten en de
practische bezwaren opgegeven.
Den heer S. zjj opgemerkt dat de ontwerpers van het
Bonwplan de benaming der wegen gaarne zullen over
laten aan de daartoe bevoegde macht. Het behoeft verder
geen betoog dat de, volgens don heer S. te ve plaatsen
breede straat het ontworpen Bonwplan tot een schoon
geheel maakt en dat door deze breede Btraat te doen
vervallen het echoote van het ontwerp daardoor verloren
zou gaan.
Veel goedkooper en eenvoudiger schjjnt mjj de oplos
sing van het vraagstuk der verbinding van het nieuwe
bouwplan met de stad door het maken van een loopbrng
over de Singelgracht ter hoogte vdn de Vrouwenstraat
naar de hoofdlaan van het bouwplan, geljjk op dit schets
kaartje is aangegeven.
Zulk een brug kost weinig en is voor de behoefte
alleszins voldoende.
Immers, voor het rjjtuigverkeer is een brug niet noodig.
De omweg langs de HeiloBr of Bergerbrug naar de stad
is voor een rjjtuig volkomen osbeteekenenden die toe
gangswegen zjjn voor het verkeer, dat in deze stad be
staat, nog in een lange reeks van jaren geheel voldoende.
De veibreeding van de HeiloSibrug zal na korter of
langer tjjd toch niet kunnen nitbljjven.
Voor het verkeer te voet, dat de hoofdzaak is, zou een
goede kneppelbrug voldoende diensten bewjjzen.
Voor dat verkeer is de Vrouwenstraat overvloedig rnim
en breed; en menschen, die liever hun weg langs de
Vest of de Clarissenbunrt willen nemen, zonden daartoe
eveneens alle gelegenheid vinden. Zjj komen dan langs
een nagenoeg even korten weg op de Scheteldoekshavr n.
Het verschil met het plan van den inzender van 2
Februari is dit, dat het nagenoeg niets zou kosten, in
vergeljjking met het zgne.
En wanneer de denkbeelden van den heer X in ver
vulling komen, dan is vermoedeljjk de toeBtand van de
te maken Kneppelbrug wel zoodanig, dat het hout ver
gaan en vernieuwing noodzakeljjk zal zjjn geworden.
Ten slotte: de omgeving van de Koornlaan.
Ook hier is getraobt den practiEchen weg te bewandelen
en te zoeken naar een goede en tevens weinig kostbare
oplossing.
De aansluiting van die gronden aan het bouwplan is
ve'zskerd door een straat ter breedte van 12 Meter.
De gemeente zon dus kannen volstaan met, in aan
sluiting aan dien broeden weg, een bonwverbod te ves
tigen op den grond om de Koornlaan, naar aanleiding
van art. 27 der Woningwet; eventueel zou zjj ter ge
legener tjjd tot onteigening kunnen besluiten.
Laat men trachten het goede en doelmatige te doen,
zonder zich door te groote plannen van den juisten weg
te laten brengen. Voortwerkende aan de ontwikkeling
van de stad moet men begrjjpen, dat niet alles op eens
kan worden verkregen.
Wie het bereikbare tot stand wil brengen mag aanspraak
maken op de medewerking van de bestuurders van en
de gezaghebbenden in deze gemeente.
Alkmaar, 7 Febr. 1907.
A. G. d. B.
fierste Kamer.
Aan de orde was gisteren de voortzetting der be
raadslaging ever de oorlegsbegrooting. De tribunes
waren vel.
De heer 't Hooft wees er ep, dat nog nooit eene
oorlegsbegrooting zulk eene entroering in het land
bracht als de aanhangige.
Uitvoerig verdedigde spreker als mede-rapporteur het
voorloopig verslag tegen 's Ministers antwoord. Hierbij
bestreed spreker allereerst 's Ministers maatregel tot
afsohaffing van het big vend gedeelteeen maatregel,
die volgens spreker getuigt neoh van juist inzicht,
noch van beleid, en ook van gebrek aan deferentie
voor de Staten-Generaal. De bedoelde maatregel had
by een afzonderlijke eredietaanvraag aan de Kamer
moeten voorgelegd zjjn. Het is voor spreker een raadsel
hoe men kan beweren, dat de maatregel niet in de
begrooting is vastgelegd, 's Ministers maatregelen be
wijnen tevens, dat de Minister een onjuiste opvatting
heeft bij de toepass ng van de bestaande Militie wet.
De Minister zei spreker handelt niet in den
geest en de bedoeling van die wet, maar drijft, tegen
de meening van bijna alle autoriteiten in, een maatregei
door en plaatst zich bjj de nitveering van de wet op
het standpunt van een politiek persoon. De Minister
had niet slechts moeten beweren, dat het belang van
het leger inkrimping van het big vend gedeelte veroor
looft, maar hij had moeten aantoonen, dat ook bjj
wegzending van het blijvend gedeelte de belangen van
den Staat voldoende zijn verzekerd, en de Minister is
in gebreke gebleven dit aan te toonen. Het gaat niet
om de belangen van het leger maar om de belangen
van het land Uitvoerig ontkende spreker voorts tegen
over 's Ministers bewering, dat de maatregel betreffende
het big vend gedeelte op ziehzelf staat, en hij betoogde,
dat die maatregel een geheel ander militair stelsel
inhoudt en een voorlooper is van een volksleger. Ook
op andere gronden motives: de spreker zgne stem tegen
deze begrooting, onder meer betoogende, dat 's Ministers
maatregel indruischt tegen den geest der Grondwet en
schadelijk is voer het leger. In zijn verder betoog
verweet spreker den Minister zich te hebben beroepen
op cijfers, welke meer bestemd waren om een indruk
te vestigen dan dat zij op juistheid aanspraak kunnen
maken. Zells al beweert de Minister het tegendeel,
dan nog zal spreker zijn verwijt volhouden- Spreker
oordeelde, dat eene Kamer, die zich van hare roeping
bewust is, aan een Minister, die, ondanks smeekingen,
halsstarrig zijn wil bljjft stellen in de plaats van den
wil en het voorschrift der wet, moet toeroepenTot
hiertoe en niet verder I
De heer Van Wassenaer van Rosande
achtte de inkrimping van het bljjvend gedeelte het
minst bezwarend voor de infanterie. Voor de vesting
artillerie acht hjj haar voor zooverre het kunstgeschut
aangaat zeer bedenkeljjk. De maatregel is te dien
aanzien niet voldoende voorbereid. In aanmerking
genomen de politieke omstandigheden achtte spr. het
noodzakeljjk onze Oosteljjke en kustgrenzen voldoende
te beveiligen en dat zal met kunnen geschieden zonder
voldoende manschappen. Voor de bereden wapens
achtte spr. den maatregel bepaald fataal. Gebeurt er
niets dan kan alles misschien in orde komen, maar
moeten wjj in actie komen, dan vreest spr., dat eene
mobilisatie groot gevaar loopt. Durft de Minister beweren,
dat het er niet op aankomt bjj eene mobilisatie of onze
escadrons compleet zjjn. De escadrons zullen door
's Ministers maatregel zoo zwak zjjn, dat geen oefeningen
kunnen gehouden worden. Dat de maatregel slecht
werkt bijjkt uit het weggaan van de vrjjwilligers die
te zwaren dienst krjjgen. Ook zal weldra gebrek
aan kader ontstaan bjj de cavalerie. Voor een groot
deel gelden dezelfde bezwaren voor de bereden artillerie,
alleen geldt daar het bezwaar der mobilisatie niet.
Spr. behoort tot die leden die eene afwachtende
houding willen aannemen. Inu de Minister echter van
geen suppletoirs begrooting wil weten en zjjn wil
doordrjjft, zal bjj zgn stem niet aan deze begrooting
kunaen geven.
De heer Van Leeuwen constateerde tot zjjn
leedwezen dat de critiek op het beleid van den Minister
niet geheel en al ongemotiveerd is. De Minister heeft
verwachtingen opgewekt welke niet zjjn verwezenljjkt.
Wat het bljjvend gedeelte aangaat, de Minister handelt
daaromtrent niet geljjk hjj bjj de begrooting van 1906
heeft toegezegd. Toen zeide de Minister, dat dit bljjvend
gedeelte nog noodig was tot dekking der mobilisatie,
totdat de Landweer in de toekomst die taak bad over
genomen. En nu één jaar later zegt hjj dat de Landweer
die taak heeft overgenomen zonder aan te toonen, dat
die Landweer daarvoor geschikt is. Was het niet een
daad van wjj - beleid geweest eerst tot wjjziging der
Landweer over te gaan welke de Minister in 1906 zelf
noodig achtte vóór zjj de taak der mobilisatie met
vrucht kon overnemen.
De verwachting dat de Minister zou komen met een
behoorljjk uitgewerkt voorstel is niet verwezenljjkt. Dat
betreurt spr. Spr. zal over onze legerorganisatie niet in
debat treden met een man als Minister Staal, maar wel
over zjjne wjjze van voorbereiding.
Of de Minister genoeg manschappen overhoudt voor
mobilisatie en den buitenlandschen vjjand, weet spreker
niet, maar wel weet hjj dat deze niet genoeg manschappen
overhoudt voor tjjden van beroering. In dat opzicht
heeft spreker meer ervaring dan Minister Staal. De taak
van de militaire macht is bjj binnenlandsche onlusten
geheel anders dan tegenover den vjjand. Bjj onlusten
moet de militaire macht ongelukken voorkomen. En
komen die voor dan is dat veeleer een gevolg van te
weinig dan van te veel manschappen. Groote troepen
machten boezemen on'zag in ook zonder geweld.
Spr. zou zich kunnen begrjjprn dat de Minister tot
inkrimping overging, wunneer hjj voor de miliciens wat
anders in de plaats kon geven, b.v. uitbreiding van
Rjjksveldwacht of marechaussee, maar dat is niet het
geval. En de stedeljjke politie is alleen ingericht op
normale omstandigheden. Aanvulling van de onder de
wapenen zjjnde manschappen moet ten alle tjjde moge-
ljjk zjjn.
Daarna kwam spr. tot het medegeven van de geweren
aan de landweer, een maatregel, waartegen spr, reeds
vroeger zjjn waarschuwende stem deed hooren. Hjj vroeg
zich af, of de Minister bjj het uitvaardigen van zjjn
maatregel wel voldoende rekening heeft gehouden met
de toestanden in de groote steden. Opleggen van de
wapenen en leergoed zou voor groote steden althans,
zeker geen bezwaar opleveren. Voor de schutterjj heeft
het nooit tot practische moeiljjkheden aanleiding gegeven.
Hoe groot ook het vertrouwen in de massa mag en
kan zjjn, toch mag men niet voorbjjzien dat er enke
lingen kunnen zjjn en zjj zjjn er, die op een gegeven
oogenblik de massa in een verkeerde lichting brengen.
In zulke oogenbükkon zou men het medegeven van
wapenen ernstig betreuren. Hjj hoopt dat de Regeering
den maatregel alsnog als een proef zal willen beschouwen
en dit aan de Eerste Kamer zal willen verzekeren.
De heer Van Houten sloot zich bjj dit betoog aan.
Inderdaad was er geen reden om te verwachten, wat
de Minister thans voorstelt. Het vorige jaar heeft reeds
de Eerste Kamer de eventueele afschaffing van het
bljjvend gedeelte afgekeurd en eigenmachtig is de
Minister er nu toch toe overgegaan. Dat keurde hjj af.
Spreker is voorstander van het volle bljjvende gedeelte.
VVjj hebben het ten volle noodig. De Minister is veel
te optimistisch, ook wat betreft het oproepen van lich
tingen in tjjd van conflicten. Ook voor het binnenland
sche bestuur is een voltallig bljjvend gedeelte geheel
noodzakeljjk.
Spr. begreep dan ook de wegzending van het bljjvend
gedeelte niet, vooral niet na de houding van den Minister
verleden jaar. Door de opheffing van de schutterjj is de
aanwezigheid van het bljjvend gedeelte nog meer ver-
eischt.
De heer Van Loeben Seis zei, dat als de Kamer
nu het recht van amendement had, kon worden voor
gesteld om den post tot afschaffing van het bljjvend
gedeelte te schrappen. (Onder hilariteit maakte men er
den spreker opmerkzaam op, dat die post niet op de
begrooting voorkomt). Spr. zette verder ijjn besprekingen
tegen de maatregelen van den Minister uiteen. Bjj
mobilisatie b.v. zullen thans 1000 ruiters minder aan
de grenzen zjjn dan vroeger.
Het verpachten der cantines aan burgers zal vele
kosten met zich meebrengen. Spr. trachtte aan te toonen,
dat in de missive van generaal Smeding andere dingen
staan, dan de Minister aangaf en bestrjjdt deze op
verschillende puntenvooral wat de mobilisatie in ge
spannen tjjden betreft, zet hjj de nadeelen van 's Minis
ters maatregelen uiteen. In 1905 heeft de tegenwoordige
regeering een telegram gehad, meldende, dat men 12
uur tjjd had om zich te bedenken.
De heer W i 11 i n g e zeide, dat wjj hier slechts te
doen hebben met de zaak van het bljjvend gedeelte.
Deze zaak moet in ieder geval genomen worden, volgens
den Minister zelf, al komt het volksleger nooit. Op
verschillende punten bestree! spr. de redevoeringen
van de vorige sprekers.
De Minister was en bleef van oordeel, dat 's lands
defensie niet wordt geschaad en dat is de hoofdzaak.
De vergadering werd verdaagd tot heden.
Tweede Hamer.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal komt Dinsdag
12 dezer des voormiddags 11 uur in openbare vergadering
bjjeen.
Qeneeaknnd/ge verklaringen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben aan
de Gemeentebesturen in deze provincie de volgende
circulaire gericht, betreffende de geneeskundige verkla
ringen ten behoeve van onderwjjzers bjj het openbaar
lager onderwjjs:
Volgens onze circulaires, opgenomen in het Provin
ciaal Blad van 1906 onder no. 25 en 44, worden de
geneeskundige verklaringen uitgereikt aan belangheb
benden ter overlegging bjj de aanvrage om pensioen.
De mogelijkheid bestaat, dat kennisneming van die
uitvoerige ziektebeschrjj vingen ongunstigen invloed heeft
op hunnen toestand.
Met het oog daarop noodigt de Minister van Binnen -
landsche Zaken u door onze bemiddeling uit, om, in
afwjjking van hetgeen ter zake tot dusverre is voorge
schreven, als volgt te werk te gaan bjj de behandeling
dier verklaringen.
De Burgemeester reikt, wanneer het stuk hem door
de geneeskundigen geregistreerd is toegezonden, dit niet
aan den belanghebbende uit, doch houdt het onder zich,
en voegt het bjj de aanvrage om pensioen, wanneer
ALKMAARSCHE COURANT.
V ov*C^